Wateren der rust Als ik naar buiten kijk is het prachtig. Zowel in mooi als slecht weer. Beiden hebben hun charme. Als ik de radio, tv, internet aanzet krijg ik allerlei rare berichten te horen. Als ik rondloop in de bewoonde wereld of naar de winkel ga denk ik; wat is er aan de hand? Wat doen de mensen vreemd! Eigenlijk wil ik het er niet over hebben. Maar ik ben verbaasd hoe we in een wereld zijn terecht gekomen waarin het belangrijkste nieuws elke keer met een virus begint. We zijn niet onoverwinnelijk. Maar in hoe we de winters van de ziel beleven, vinden we de zomer en de bloei van ons kwetsbaar leven. Op mijn reizen heb ik de wereld eens omschreven als een wereld die aan mij voorbijgaat. Reizen is indrukken opdoen. Dat doe je door het gebied waardoor je reist, de mensen die je ontmoet,
of door gedachten die bij je opkomen. Want ook die zijn een onderdeel van de reis. Maar indrukken zijn heel persoonlijk. Ieder ander die dezelfde reis maakt doet andere indrukken op. In het prille voorjaar lag ik een paar weken alleen ten anker op een beschutte plaats. Een stel eenden keek me verontwaardigd aan en ik zag dat ik dicht bij hun nest lag, als de Solitario op de wind met het achterschip naar de wal draaide. Ik ben een tiental meters gaan verleggen en de eenden waren er blij mee. Een vlucht eenden, een kudde schapen, een hoop mieren. Met mensen is het niet anders. Op mijn wandelingen word ik gepasseerd door een dozijn fietsers, een elftal oude mannetjes beschouwt op twee bankjes het leven, wezens zoeken elkaar. Uit de stroom van mijn gedach-
ten keer ik terug in de wereld van vandaag tussen zwermen muggen, suizend rond mijn hoofd. Dat uitzicht op de mens brengt je op allerlei gedachten. Vroeger zei men: “maar de Pastoor zei” of :“de Dominee” en later: “Mijn vader zei...” en daarna: “De leraar heeft verteld”, ik heb op de radio gehoord, in de krant stond of ik heb op de tv gezien dat...’ en het wordt allemaal voor waarheid aangenomen. Tegenwoordig halen we onze kennis uit de computer. Het zal niet lang meer duren of we geven die computer gelijk. Straks doen we de deur open of we worden wakker en de computer zegt: “goede morgen”. De computer kan het gas aanzetten om het water voor de thee te koken. Ondertussen gaan we douchen. De douche zegt, dat ons haar droog is en gel nodig heeft en spuit die hoeveelheid op ons hoofd.
7