2 Verhoging voor zware handicap
3 Verhoging voor kinderen ten laste
3.1 Bedragen
3.2 Welke kinderen kan de belastingplichtige ten laste nemen?
3.3 Voorwaarden om ten laste te worden beschouwd
4 Verhoging voor kinderen jonger dan drie jaar voor wie geen kinderoppaskosten worden ingebracht
5 Verhoging voor ten laste hebben van ascendent of broer/zus, die 65-plusser is 76
5.1 Welke ascendent of broer/zus die 65-plusser kan de belastingplichtige ten laste nemen?
5.2 Voorwaarden om als ten laste te worden beschouwd in de nieuwe regeling
5.3 Overgangsregeling ingeval ascendent of broer/zus reeds ten laste was voor aj. 2021 in code 1043
7
6.2 Welke ‘andere’ personen kan de belastingplichtige ten laste nemen?
6.3 Voorwaarden om als ten laste te worden beschouwd
voor de alleenstaande met kinderlast
8 Verhoging voor werkelijk alleenstaande met kinderlast en laag inkomen
9 Verhoging bij huwelijk/wettelijke samenwoning
10 Aanrekening van de belastingvrije som
10.1 Belastingvoordeel van de belastingvrije som 82
10.2 Alleenstaanden
10.3 Gehuwden/wettelijk samenwonenden
10.4 Terugbetaalbaar federaal belastingkrediet voor kinderlast
1 Uitgangspunt bij belastbare grondslag
1.1 Kadastraal inkomen
1.2 Brutohuur
1.3 Vrijstelling van het onroerend inkomen in de personenbelasting
2 Wie moet het onroerend inkomen aangeven? 107
2.1 Algemene principes
2.2 Speciale gevallen 110
3
Inkomsten van onroerende goederen behorend tot privépatrimonium 112
3.1 Eigen woning 112
3.2 Onroerende goederen die de belastingplichtige voor zijn beroep gebruikt (code 1105-59/2105-29) 116
3.3 Gebouwen die niet verhuurd worden of verhuurd worden aan een privégebruiker (code 110658/2106-28) 120
3.4 Gronden, materieel en outillage die niet verhuurd worden of verhuurd worden aan een privégebruiker (code 1107-57/2107-27) 123
3.5 Onroerende goederen die overeenkomstig de pachtwetgeving of een vergelijkbaar buitenlands recht dat de pachtprijzen beperkt, verhuurd worden aan land- of tuinbouwers (code 110856/2108-26)
3.6 Gebouwen die verhuurd worden aan personen die ze gebruiken voor hun beroepswerkzaamheid (codes 1109-55/2109-25 en 1110-54/2110-24)
124
125
3.7 Gronden die verhuurd worden aan een beroepsgebruiker (codes 1112-52/2112-22 en 111351/2113-21) 128
3.8 Materieel en outillage die verhuurd worden aan een beroepsgebruiker (codes 1115-49/2115-19 en 1116-48/2116-18)
3.9 Ontvangen erfpacht/opstalvergoeding (code 1114-50/2114-20)
4 Onroerende inkomsten van in het buitenland gelegen onroerende goederen
4.1 Belastbaar inkomen van buitenlands onroerend goed
129
130
5
4.2 Bepaling KI voor buitenlands onroerend goed 132
4.2.1 KI voor gebouwde onroerende goederen gelegen in het buitenland
4.2.1.1 KI voor ongebouwde onroerende goederen gelegen in het buitenland
4.2.1.2 KI voor materieel en outillage gelegen in het buitenland
4.2.2 Aangifteverplichting van verwerving, vervreemding of andere gebeurtenissen m.b.t. buitenlands onroerend goed
Vak IV Bezoldigingen van werknemers
1
1.1
1.2
1.3 Tijdstip
1.4
2 Eigenlijke bezoldigingen (art. 31, tweede lid, 1° WIB 1992)
2.1 Belastbare bestanddelen
2.2 Vrijgestelde bestanddelen
2.3 Tarief
2.4 Aangifte en loonfiche 281.10
3
Voordelen van alle aard (art. 31, tweede lid, 2° WIB 1992)
3.1 Algemeen
3.2 Vaststelling van de waarde van het voordeel van alle aard
3.3 Forfaitaire ramingen
3.4 Tarief
3.5 Aangifte en loonfiche 281.10
4 Vergoedingen verkregen op grond van of bij het stopzetten van de arbeid of het beëindigen van een arbeidsovereenkomst
4.1 Vervroegd vakantiegeld
4.2 Opzeggingsvergoeding
4.3 Inschakelingsvergoeding
4.4 Tarief
4.5 Aangifte en loonfiche 281.10
5 Belastingstelsel voor beroepsinkomsten van sportbeoefenaars
6 Herstel van een tijdelijke inkomstenvermindering (art. 31, tweede lid, 4° en art. 31bis WIB 1992)
6.1 Gewone vervangingsinkomsten
6.2 Achterstallen van vervangingsinkomsten
6.3
7 Vroeger verworven bezoldiging (art. 31, tweede lid, 5° WIB
bijzondere
1
inkomsten
1.1 Algemeen
1.2 Pensioenen die betrekking hebben op een beroepswerkzaamheid of toegekend worden in het kader van een wettelijke sociale beschermingsregeling
1.2.1 Wettelijke pensioenen
1.2.2 Individuele pensioentoezegging zonder externe financiering
1.3 Vergoedingen tot herstel van een bestendige inkomstenderving
1.4 Het vrij aanvullend pensioen van de zelfstandige
1.5 Uitkeringen van individuele levensverzekeringen
1.6 Collectieve (groepsverzekeringscontract en pensioenfonds contract) en individuele pensioentoezeggingen (IPT) met externe financiering
1.7 Uitkeringen aanvullende pensioenovereenkomsten voor zelfstandigen POZ
1.8 Uitkeringen vrij aanvullend pensioen voor werknemers (= VAPW)
1.8.4.1 Vastgoedfinanciering
1.8.4.2 Stopzetting en overdracht
1.9 Uitkeringen bij het pensioensparen
2.1
2.2
2.3 Het
3.1
3.2 Gekapitaliseerde
Vak VII Inkomsten van kapitalen en roerende goederen
1 Roerende inkomsten: wat zijn dat en aan wie komt de belasting erop toe?
2 Roerende inkomsten: belastbaar tijdstip
3 Belastbaar bij wie?
4 Dividenden en intresten
4.1 Algemeen
4.2 Vrijstelling in de personenbelasting van gewone dividenden van aandelen van vennootschappen voor een schijf van 833,00 EUR
4.3 Niet-verplicht aan te geven dividenden en intresten die niet van de personenbelasting zijn vrijgesteld
4.4 Verrekenbare roerende voorheffing ingehouden op dividenden die van de personenbelasting zijn vrijgesteld
4.5 Verplicht aan te geven dividenden en intresten (code 1165- 96/2165-66 tot en met 144609/2446-76)
5 Inkomsten uit de verhuring van roerende goederen (code 1156-08/2156-75)
6 Inkomsten uit lijfrenten of tijdelijke renten (code 1158-06/2158-73)
7 Belastingstelsel inzake auteursrechten en naburige rechten
1 Nog aftrekbare beroepsverliezen van vorige belastbare tijdperken
2 Onderhoudsuitkeringen
2.1 Algemeen
2.2 Voorwaarden van aftrekbaarheid
2.3 Aangifte
3 Bijzondere bijdragen voor sociale zekerheid die, met betrekking tot de jaren 1982 tot 1988, in 2024 aan de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening zijn betaald
4 Aanrekening van de aftrekbare bestedingen
4.1 Algemeen
4.2 Aanrekening van de aftrekbare bestedingen op de inkomsten van gemeenschappelijk belaste echtgenoten (art. 105 WIB 1992)
5 Oefeningen
Vak IX Intresten en kapitaalaflossingen van leningen en premies van individuele levensverzekeringen die recht geven op een belastingvoordeel
2 Uitgaven van leningen afgesloten vanaf 1 januari 2005 en eraan gekoppelde levensverzekeringen m.b.t. de eigen woning
2.1 Overzichtschema’s
2.2 Vlaamse geïntegreerde woonbonus (art. 145/38/1 en art. 145/38/2 WIB 1992)
2.2.1 Voorwaarden Vlaamse geïntegreerde woonbonus voor intresten en kapitaalaflossingen
2.2.2 Voorwaarden Vlaamse geïntegreerde woonbonus voor premies levensverzekeringen
2.2.3 Korf Vlaamse geïntegreerde woonbonus: basis + eventueel toeslagen
2.2.4 Verdeling kapitaalaflossingen, intresten en premie schuldsaldo
2.2.5 Aangifte van de Vlaamse geïntegreerde woonbonus
2.2.6 Fiscaal voordeel van de opgevulde korf
2.2.7 Formaliteiten
2.2.8 Voorbeelden Vlaamse geïntegreerde woonbonus
2.2.9 ‘Vlaamse geïntegreerde woonbonus’ niet combineerbaar met oude Vlaamse belastingverminderingen van vóór 2016: speciale keuzeregeling
2.3 De Vlaamse belastingvermindering woonbonus (generatie 1 en generatie 2) (art. 145/37 en art. 145/38 WIB 1992)
2.3.1 Bestedingen die in aanmerking komen voor de Vlaamse belastingvermindering woonbonus
2.3.2 Begrenzing van de gewestelijke woonbonuskorf
2.3.3 Vrije verdeling bij echtgenoten
2.3.4 Tarief van de gewestelijke belastingvermindering woonbonus
2.3.5 In de aangifte te vermelden bedrag en gegevens
2.3.6 Combinatie woonbonuslening afgesloten tussen 1 januari 2005 en 31 december 2014 met woonbonuslening afgesloten in 2015 (= combinatie van de woonbonus van generatie 1 met de woonbonus van generatie 2): wettelijke opvulvolgorde
2.3.7 Vlaamse woonbonus generatie 1 en generatie 2: optimalisatie superkorf door verdere aanvulling
2.3.8 Omzetting gewestelijke belastingvermindering woonbonus in betaalbaar belastingkrediet
2.4 Gewestelijke belastingvermindering voor gewone intresten (art. 145/43 WIB 1992)
2.5 Gewestelijke belastingvermindering langetermijnsparen voor kapitaalaflossingen
2.6 Premies van individuele levensverzekeringen die in aanmerking komen voor de gewestelijke belastingvermindering langetermijnsparen (art. 145/39, 1° en 145/40, § 1 WIB 1992)
3 Uitgaven van leningen afgesloten vanaf 1 januari 2005 en levensverzekeringen die geen betrekking hebben op de eigen woning
3.1 Overzichtschema’s uitgaven van leningen afgesloten vanaf 1 januari 2005 en levensverzekeringen die geen betrekking hebben op de eigen woning
3.2 Federale gewone intrestaftrek
3.3 Federale belastingvermindering langetermijnsparen voor kapitaalaflossingen
323
324
328
328
329
330
333
333
334
334
335
342
345
345
351
354
355
355
363
365
365
366
371
379
380
381
382
387
3.4 Premies van individuele levensverzekeringen die geen betrekking hebben op de eigen woning, andere dan deze die in aanmerking komen voor de federale woonbonus
4 Eigen woning die ook deels wordt verhuurd
5 Eigen woning die ook deels beroepsmatig wordt gebruikt
6
7 Uitgaven van leningen afgesloten vóór 1 januari 2005 en eraan gekoppelde levensverzekeringen m.b.t. de eigen woning
8 Uitgaven van leningen afgesloten vóór 1 januari 2005 en (er al dan niet aan gekoppelde) levensverzekeringen die geen betrekking hebben op de eigen woning
9 Keuzeregeling ingeval ‘woonbonuslening generatie 1 en/of 2’ werd afgesloten terwijl er nog een ‘oude hypothecaire lening van vóór 2005’ liep m.b.t. diezelfde woning
10 Vlaams Gewest: korven met elkaar in verbinding m.b.t. aj. 2025, per echtgenoot
11
2
3
Uitgaven voor behoud of herwaardering van beschermd onroerend erfgoed
4
4.3
4.4
5 X.I.D Vlaamse belastingvermindering voor uiterlijk tegen 31-12-2018 gesloten renovatieovereenkomsten
5.1 Voorwaarden waaraan de renovatieovereenkomst moet voldoen
5.2 Voor wie geldt de belastingvermindering?
5.3 Bedrag van de belastingvermindering
5.4 Bijzonderheid: overdracht van belastingvermindering
6 X.I.E Belastingvermindering voor vernieuwing van een sociale huurwoning
6.3
6.4
6.5
7.1
7.2
7.3
8.4
8.5
8.6
12.4
13
14
X.II.G Betalingen voor verwerving van nieuwe aandelen van startende kleine vennootschappen 442
13.1 Voorwaarden 442
13.1.1 Mogelijkheden 442
13.1.2 Startende of jonge vennootschap 443
13.1.3 Voorwaarden m.b.t. de vennootschap waarin het kapitaal wordt geïnvesteerd 444
13.1.4 Aandelen of deelbewijzen (of certificaten) 445
13.2 Bedrag en tarief van de belastingvermindering 446
13.3 Aangifte 448
13.4 Terugname van de genoten belastingvermindering 450
X.II.H Betalingen voor verwerving van nieuwe aandelen van groeibedrijven 452
14.1 Mogelijkheden m.b.t. de verwerving van nieuwe aandelen 453
14.2 Voorwaarden m.b.t. de vennootschap waarin het kapitaal geïnvesteerd wordt (‘groeibedrijf’) 453
14.3 Aandelen (of certificaten)
14.4 Belastingvermindering
14.5 Attest 281.88
14.6 Aangifte
14.7 Terugname van de belastingvermindering onder de vorm van een belastingvermeerdering 458
15 X.II.I Overgedragen belastingvermindering voor in 2021 gedane betalingen voor het verwerven van nieuwe aandelen van ondernemingen met sterke omzetdaling door de COVID-19-pandemie 460
15.1 X.II.I.1 Overgedragen belastingvermindering voor betalingen gedaan in 2021 460
15.2 X.II.I.2 Terugname van de voorheen werkelijk verkregen belastingmindering voor betalingen voor verwerving van aandelen van ondernemingen met sterke omzetdaling door de COVID-19-pandemie 461
16 X.II.J Premies van een rechtsbijstandsverzekering 463
17 X.II.K Uitgaven voor de plaatsing van een nieuw vast laadstation voor elektrische wagens in of bij de woning 465
17.1 Algemeen 465
17.2 Beoogde uitgaven 465
17.3 Belastingvermindering 466
17.4 Aangifte 467
18 X.II.L Minderwaarden op aandelen geleden n.a.v. de gehele verdeling van het maatschappelijk vermogen van private privaks 469
18.1 Algemeen 469
18.2 Beoogde private privaks 470
18.3 Minderwaarde en berekening van de minderwaarde 470
18.4 Berekening van de belastingvermindering 470
18.5 Aangifte 471
19 X.II.M Belastingvermindering voor lage-energiewoningen, passiefwoningen of nulenergiewoningen 471
19.1 Algemeen 471
19.2 Beoogde
19.3
19.4
20 X.II.N Belastingvermindering voor aandelen van erkende ontwikkelingsfondsen
21 X.II.O Belastingvermindering voor nieuwe
22
22.1
22.2 Adoptieprocedures
22.3
22.4
Vak XI
Bedragen die in aanmerking komen voor een belastingkrediet
1 Vlaams belastingkrediet voor Winwinleningen
1.1 Voorwaarden
1.2 Berekening van het belastingkrediet
1.3 Aangifte
2 Vlaamse belastingkrediet voor Vlaams Vriendenaandeel 493
2.1 Toegangsvoorwaarden - inbrenger/natuurlijk persoon 493
2.2 Toegangsvoorwaarden - inbrenggenietende vennootschap 494
2.3 Voorwaarden inzake de inbreng 495
2.4 Geen ‘cascade’ Winwinlening en Vriendenaandeel 497
2.5 Geen cumul met federale voordelen 497
2.6 Naleving van bepaalde voorwaarden gedurende 60 maanden 497
2.7 Belastingkrediet 498
2.8 Aangifte
2.9 Aanvraagprocedure en formaliteiten
2.10 Formaliteiten en bewijs
2
4 Belastingvermeerdering
4.1 Toepassingsgebied
4.2 Berekening van de belastingvermeerdering
4.3 Bestemming van het teveel aan voorafbetalingen
5 Bonificatie
5.1 Toepassingsgebied
5.2 Berekening van de
Vak XIII Rekeningen en individuele levensverzekeringen in het buitenland, juridische constructies, leningen aan startende kleine vennootschappen en als werkelijke beroepskosten afgetrokken vergoedingen voor de huur van onroerende goederen of voor de vestiging of overdracht van een zakelijk gebruiksrecht op onroerende goederen
1 Rekeningen in het buitenland
2 Individuele levensverzekeringscontracten in het buitenland
3 Juridische constructies
4 Aantal leningen toegekend aan startende kleine vennootschappen
5 Als werkelijke beroepskosten afgetrokken vergoedingen voor de huur van onroerende goederen of voor de vestiging of overdracht van een zakelijk gebruiksrecht op onroerende goederen 515
5.1 Algemeen
5.2 Informatieplicht m.b.t. aftrek als werkelijke beroepskosten van niet-gefactureerde huurvergoedingen m.b.t. onroerend(e) goed(eren) en niet-gefactureerde vergoedingen en voordelen m.b.t. een zakelijk gebruiksrecht op onroerend(e) goed(eren) 516
5.3 Verbod aftrek (huur)vergoedingen als beroepskosten 517
1 Beroep uitgeoefend in 2024
2 Ondernemingsnummer
Vak XV Diverse inkomsten
1 Algemeen
2 Winsten of baten uit diensten verleend in het kader van de deeleconomie en beloningen voor verenigingsactiviteiten 531
2.1 Algemeen 531
2.2 Inkomsten uit de deeleconomie 531
2.3 Beloningen voor verenigingsactiviteiten 532
3 Toevallige winsten of baten behaald buiten de deeleconomie en buiten het verenigingswerk 537
3.1 Voorwaarden van belastbaarheid 537
3.2 Belastbaar bedrag 538
3.3 Taxatieregime 539
3.4 Aangifte 539
4 Prijzen, subsidies … toegekend aan geleerden, schrijvers of kunstenaars 539
5 Premies voor sportieve prestaties op Olympische Spelen, Paralympische Spelen, wereldkampioenschappen of Europese of andere continentale kampioenschappen 540
6 Inkomsten verkregen uit onderverhuring 540
6.1 Algemeen
6.2 Belastbaar bedrag
6.3
6.4
6.5
7 Loten van effecten van leningen 543
8 Verhuring van jacht-, vis- en vogelvangstrechten 543
9 Meerwaarden op ongebouwde onroerende goederen 543
9.1 Algemeen 543
9.2 Toepassingsvoorwaarden 543
9.3 Belastbaar bedrag 545
9.4 Taxatieregime 546
9.5 Aangifte 546
11 Meerwaarden op belangrijke deelnemingen
12 Meerwaarden op gebouwde onroerende goederen 547
12.1 Algemeen 547
12.2 Toepassingsvoorwaarden 548
12.3 Belastbaar bedrag 549
12.4 Taxatieregime 550
12.5 Aangifte 551
13 Vergoeding voor ontbrekende coupon of voor ontbrekend lot van een zakelijke zekerheidsovereenkomst of van een lening
14 Persoonlijke vergoedingen uit de exploitatie van uitvindingen toegekend aan onderzoekers 553
15 Inkomsten verkregen uit de toelating om reclamedragers op een onroerend goed te plaatsen 553
16 Oefeningen
Vak XVI Bezoldigingen van bedrijfsleiders
1 Bedoelde personen
1.1 Eerste categorie: de mandatarissen 557
1.2 Tweede categorie: de zelfstandige directeurs en interne consultants 557
2 Attractiebeginsel 558
3 Belastbare bezoldiging 559
3.1 Tijdstip van belastbaarheid 559
3.2 Indeling 559
3.3 Eigenlijke bezoldiging 559
3.4 Voordelen van alle aard 560
3.5 Huurherkwalificatie 560
3.6 Vergoedingen verkregen op grond van of bij het stopzetten van de arbeid of het beëindigen van een arbeidsovereenkomst 566
3.7 Vergoedingen en voordelen in het kader van het fietsplan 567
3.7.1 Algemeen 567
3.7.2 Verplaatsingen met een rijwiel of speedpedelec 568
3.7.3 Voordeel ontstaan uit de terbeschikkingstelling van een rijwiel of een speedpedelec 568
3.8 Niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen (of ‘loonbonus’) 569
3.9 Vrijstelling voor extra vrijwillige overuren gepresteerd in het kader van de relance 569
3.10 Voor vrijstelling in aanmerking komende koopkrachtpremie 569
3.11 Vergoedingen verkregen tot volledig of gedeeltelijk herstel van een tijdelijke derving van bezoldigingen bedrijfsleider 570
3.12 Specifieke uitkeringen overbruggingsrecht in het kader van de coronacrisis, energiecrisis en conflict tussen Rusland en Oekraïne 571
4
Tegen 33 % belastbare bezoldigingen van gelegenheidswerknemers in de horeca 572
5 Vestigingspremie van het impulsfonds voor huisartsengeneeskunde 572
6 Sociale bijdragen 572
7 Beroepskosten 573
7.1 Werkelijke beroepskosten 573
7.2 Kostenforfait 575
8 Inhoudingen 576
9 Bezoldiging van bedrijfsleiders tewerkgesteld in dienstverband, als zelfstandige in bijberoep of als student-zelfstandige 577
10 Werkbonus 577
11 Werkhervattingsloon 577
12 Ingehouden roerende voorheffing op auteursinkomen 578
13 Inkomsten en/of kosten van buitenlandse oorsprong 578
14 Begin- en einddatum als bedrijfsleider 578
15 Oefeningen 578
Vak XVII Winsten uit nijverheids-, handels- of landbouwondernemingen
1 Toepassingsgebied 583
2 Belastbaar tijdstip
3 Berekening belastbare nettowinst 584
4 De eigenlijke exploitatiewinst (code 1600-49/2600-19) 585
4.1 Bedrijfseconomische brutowinst 585
4.2 De andere winstbestanddelen 585
4.3 Vaststelling van de exploitatiewinst (code 1600-49/2600-19) in de praktijk 595
5 Voorheen vrijgestelde winst die belastbaar wordt (behalve meerwaarden) 598
6 Financiële opbrengsten (code 1602-47/2602-17) 598
6.1 Principe 598
6.2 Wanneer worden roerende goederen en kapitalen gebruikt voor de uitoefening van de brutowinst? 599
6.3 Belastbaar roerend inkomen 599
6.4 Tijdstip van belastbaarheid 600
7 Meerwaarden (na aftrek van werkelijke kosten van overdracht als je kiest voor de aftrek van je werkelijke beroepskosten) (code 1603-46/2603-16 en 160445/2604-15) 602
7.1 Activa die voor de uitoefening van de beroepswerkzaamheid worden gebruikt 602
7.2 Indeling van de meerwaarden 602
7.3 De niet-uitgedrukte en niet-verwezenlijkte meerwaarden 602
7.4 Uitgedrukte, niet-verwezenlijkte meerwaarden 603
7.5 Verwezenlijkte meerwaarden 604
8 Voorheen afgetrokken werkelijke kosten van vervreemding 621
9 Vergoedingen (code 1605-44/2605-14, 1636-13/2636-80, 1618-31/2618-01, 1637-12/2637-79 en 1610-39/2610-09) 622
9.1 Bedoelde vergoedingen 622
9.2 Belastbaar regime van de vergoedingen 623
9.3 Aangifte 624
9.4 Speciaal geval: Crisisoverbruggingsrecht voor zelfstandige met winsten 625
10 Vergoedingen verkregen tot herstel van een tijdelijke winstderving 627
10.1 Bedoelde vergoedingen 627
10.2 Vergoedingen wegens tijdelijke winstderving versus compensatievergoedingen 628
10.3 Belastbaar regime van de vergoedingen tot tijdelijke winstderving 628
10.4 Vrijstelling 629
10.5 Aangifte 629
11 Sociale bijdragen (code 1632-17/2632-84) 630
11.1 Verplichte sociale bijdragen in het kader van het sociaal statuut van zelfstandigen 631
11.2 VAPZ-bijdragen 631
12 Andere beroepskosten (code 1620-29/2620-96, code 1611- 38/2611-08 en code 1606-43/2606-13) 632
12.1 Wettelijk kostenforfait voor winstenbehalers 632
12.2 Aftrek van werkelijke andere beroepskosten 635
12.3 Algemeen principe: art. 49 WIB 1992 635
12.4 Kosten van onroerende goederen 638
12.5 Intresten van leningen 639
12.6 Bezoldigingen van personeelsleden 640
12.7 Commissies, erelonen, vergoedingen en voordelen betaald aan derden 642
12.8 Afschrijvingen 645
12.9 Voorziening voor vakantiegeld 652
12.10 Verzekeringspremies 652
12.11 Bijdragen voor een vergoeding bij arbeidsongeschiktheid 653
12.12 Premies van collectieve verzekeringen 653
12.13 Belastingen 653
12.14 Geldboeten
12.15 Kledingkosten 657
12.16 Restaurantkosten 659
12.17 Receptiekosten 660
12.18 Kosten van relatiegeschenken 662
12.19 Kosten met betrekking tot jacht, visvangst, yachten of andere pleziervaartuigen en lusthuizen 663
12.20 Kosten die op een onredelijke wijze de beroepsbehoeften overtreffen 665
12.21 Sociale voordelen 665
12.22 Maaltijdcheques, sport-/cultuurcheques, ecocheques en consumptiecheques 670
12.23 Betalingen gedaan aan een belastingplichtige gevestigd in een belastingparadijs 673
12.24 Autokosten 673
12.25 Kosten voor 120 % aftrekbaar 684
12.26 Verhoogde aftrek voor afschrijvingen op nieuw publiek vast laadstation 686
12.27 180 % aftrek 687
12.28 Kosten van vervreemding van activa (code 1620-29/2620-96) 688
12.29 Bezoldiging meewerkende echtgenoot of wettelijk samenwonende partner (code 1611-38/2611-08) 688
12.30 Andere beroepskosten (code 1606-43/2606-13) 690
13 Vrijgestelde waardeverminderingen en voorzieningen (code 1609-40/2609-10) 690
13.1 Algemeen 690
13.2 Waardeverminderingen op handelsvorderingen 690
13.3 Voorzieningen 692
13.4 Vrijstelling van opbrengsten geboekt als gevolg van de vaststelling van een minnelijk akkoord of de homologatie van een reorganisatieplan 693
14 Economische vrijstellingen (code 1612-37/2612-07, 1613-36/2613-06, 162227/2622-94, 1633-16/2633-83 en 1614-35/2614-05) 694
14.1 Algemeen 694
14.2 Vrijstelling voor bijkomend personeel voor uitvoer en integrale kwaliteitszorg 695
14.3 Vrijstelling voor ander bijkomend personeel 697
14.4 Vrijstelling voor tewerkstelling van stagiairs 700
14.5 Vrijstelling voor sociaal passief ingevolge het eenheidsstatuut
14.6 Investeringsaftrek
15 Toekenning aan de meewerkende echtgenoot (art. 86 WIB 1992) (code 161633/2616-03)
15.1 Toepassingsgebied
15.2 Voorwaarden
15.3 Fiscale gevolgen van toekenning meewerkinkomen
16 Beroepsverliezen
16.1 Principe
16.2 Beroepsverliezen van het belastbare tijdperk
16.3 Beroepsverliezen van vorige belastbare tijdperken
16.4 Beroepsverliezen van de andere echtgenoot
17 Huwelijksquotiënt
17.1 Principe
17.2 Slechts een van beide echtgenoten heeft beroepsinkomsten
17.3 Beide echtgenoten hebben beroepsinkomsten
18 Oefeningen
Vak XVIII Baten van vrije beroepen, ambten, posten of andere winstgevende bezigheden
3 Berekening belastbare nettobaten
4 Ontvangsten (code 1650-96/2650-66)
5 Ontvangsten sportbeoefenaar (code 1658-88/2658-58)
6 Ontvangsten opleider, trainer, begeleider (code 1659- 87/2659-57)
7 Achterstallige erelonen (code 1652-94/2652-64)
7.1 Definiëring
7.2 Tarief
8 Voorheen vrijgestelde baten die belastbaar worden (code 1651-95/2651-65) 736
9 Meerwaarden (code 1653-93/2653-63 en 1654-92/2654-62)
10 Voorheen afgetrokken kosten van vervreemding
11 Vergoedingen en premies (code 1682-64/2682-34, 1655-91/2655-61, 166779/2667-49, 1683-63/2683-33 en 1661-85/2661-55)
12 Vergoedingen verkregen tot herstel van een tijdelijke winstderving
13 Sociale bijdragen (code 1656-90/2656-60)
14 Andere beroepskosten
14.1 Werkelijke beroepskosten (codes 1675-71/2675-41, 1669- 77/2669-47 en 1657-89/2657-59) 739 14.2 Kostenforfait 740
15 Economische vrijstellingen (code 1666-80/2666-50, 1678-68/2678-38, 168165/2681-35 en 1662-84/2662-54) 741
16 Toekenning aan de meewerkende echtgenoot (code 1663-83/2663-53) 741
17 Beroepsverliezen
18 Huwelijksquotiënt
19 Inkomsten verkregen in bijberoep of als student-zelfstandige (code 1668-78/266848) 742
20 Oefeningen 742
Vak XIX Verrekenbare bestanddelen in verband met een zelfstandige beroepswerkzaamheid
1 Roerende voorheffing (code 1756-87/2756-57) 747
2 Forfaitair gedeelte van de buitenlandse belasting (code 1757-86/2757-56) 747
3 Bedrijfsvoorheffing (code 1758-85/2758-55) 747
4 Belastingkrediet voor de aangroei van eigen middelen (code 1759-84/2759-54) 748
4.1 Principe 748
4.2 Eigen middelen 748
4.3 Aangroei van de eigen middelen 749
4.4 Verrekening en terugbetaalbaarheid 749
4.5 Formaliteiten 749
4.6 Aangifte 750
5 Belastingkrediet voor de verhoging van de fietskilometervergoeding toegekend in toepassing van cao nr. 164 750
6 Belastingkrediet voor de facultatieve verhoging van de fietskilometervergoeding woon-werkverkeer 750
7 Belastingkrediet voor uitgevers van papieren publicaties 750
8 Belastingkrediet voor de verhoging van de werkgeverstussenkomst in een treinabonnement gebruikt voor woon-werkverkeer
2 Voorwaarden en beperkingen
3 Fiscale gevolgen van toekenning bezoldiging meewerkinkomen
3.1 Bij de geholpen echtgenoot
3.2 Bij de meewerkende echtgenoot
4 Tarief
5 Aangifte
6 Vergoedingen van alle aard tot volledig of gedeeltelijk herstel van een tijdelijke derving van bezoldiging meewerkende echtgenoot belastbaar
Vak XXI Winst en baten van een vorige beroepswerkzaamheid
1
2 Stopzettingsmeerwaarden
2.1 Principe
2.2 Belastbaar bedrag van de stopzettingsmeerwaarde
2.3 Belastbaar regime van de stopzettingsmeerwaarden 762
2.4 Voortzettingsstelsel
2.5 Inbreng in een vennootschap
2.6 Inbreng in een landbouwvennootschap
2.7 Aangifte
3 Voorheen afgetrokken kosten van vervreemding
4 Premies en vergoedingen
5 Winst en baten verkregen of vastgesteld na de stopzetting
5.1 Principe
5.2 Belastbaar tijdstip
5.3
5.4
6 Vergoedingen
6.3
7 Beroepskosten gedaan of gedragen na de stopzetting (code 1696-50/2696-20 en 1697-49/2697-19)
7.1
7.2 Kosten van vervreemding van activa (code 1696-50/2696-20)
7.3 Andere beroepskosten (code 1697-49/2697-19)
8 Oefeningen
1 Belastingkrediet voor lage activiteitsinkomens
1.1 Doel
1.2
1.3
1.4 Berekening belastingkrediet
2 Aanvullend belastingkrediet voor werknemers/bedrijfsleiders in dienstverband 785
2.1 Doel en toepassingsgebied 785
2.2 Bedrag van het belastingkrediet 785
3 Mobiliteitsbudget 786
4 Aftrek autokosten in toekomst (vergroening autofiscaliteit) 791
4.1 Huidige aftrekregeling van autokosten m.b.t. werk-werkverkeer 791
4.2 Nieuwe spelregels aftrekregeling autokosten vanaf 01-01-2026 m.b.t. pluginhybridepersonenwagens, auto’s dubbel gebruik en minibussen 796
4.3 Geen aftrek brandstofkosten meer vanaf 01-01-2026 voor auto’s die uitsluitend rijden op fossiele brandstof 798
4.4 Afbouwregeling voor de minimumgrens van 75 % m.b.t. de vóór 01-01-2018 aangeschafte auto’s die uitsluitend rijden op fossiele brandstof 798
4.5 Aftrek in de toekomst van autokosten m.b.t. woon-werkverkeer 798
Vak XXIV Globale oefeningen
Vak XXV Bijlagen
1 Geïndexeerde bedragen inzake inkomstenbelastingen voor het aanslagjaar 2025 811
2 Loonfiche 281.10 van aanslagjaar 2025, inkomsten 2024 820
3 Loonfiche 281.20 van aanslagjaar 2025, inkomsten 2024 823
4 Fiche 281.50 van aanslagjaar 2025, inkomsten 2024 825
5 Voorbereiding van de Vlaamse aangifte (aanslagjaar 2025) 826