3.1
3.2
3.3
4 Tijdstip van levering, belastbaar feit en tijdstip van opeisbaarheid
5 De overdracht van een algemeenheid van goederen of van een bedrijfsafdeling
6 Gelijkstelling van sommige materiële feiten met een levering onder bezwarende titel
6.1 De onttrekking aan het bedrijf van ROERENDE GOEDEREN voor privédoeleinden, voor privédoeleinden van het personeel of voor andere doeleinden dan de economische activiteit (art. 12, § 1, 1° WBTW) 51
6.2 De onttrekking aan het bedrijf van een ROEREND of een ONROEREND GOED om het om niet te verstrekken uitgezonderd: handelsmonsters en handelsgeschenken van geringe waarde (art. 12, § 1, 2° WBTW) 52
6.3 De ingebruikneming van een ROEREND of een ONROEREND GOED als bedrijfsmiddel (art. 12, § 1, 3° WBTW) 53
6.4 De ingebruikneming anders dan als bedrijfsmiddel van een zelf vervaardigd ROEREND GOED, waarop de btw werd afgetrokken en waarvoor bij de ingebruikneming geen volledig recht op aftrek meer bestaat (art. 12, § 1, 4° WBTW) 53
6.5 Het behouden van een ROEREND of ONROEREND GOED bij stopzetting van de economische activiteit (art. 12, § 1, 5° WBTW) 56
6.6 Onttrekking voor eigen behoeften door een beroepsoprichter (art. 12, § 2 WBTW) 56
3.2 Hoofdregels plaatsbepaling en verlegging van heffing in B2B
3.3 Specifieke afwijkingen op de hoofdregels in richtlijn
3.4 Afwijkingen door lidstaten mogelijk:
3.5
4 Het belastbare feit en het tijdstip van opeisbaarheid van de btw
5 Het stelsel van de verlegging van de heffing naar de medecontractant (KB 1, artikel 20)
5.1 Werk in onroerende staat voor een volledige btw-belastingplichtige indiener
5.2 Werk in onroerende staat voor een gedeeltelijke btw-belastingplichtige
5.3 Werk in onroerende staat voor een gemengde btw-belastingplichtige
5.4 Werk in onroerende staat voor een buitenlandse btw-belastingplichtige
5.5 Werk in onroerende staat gefactureerd door niet in België gevestigde dienstverrichters
5.6 Contract voor een geheel van handelingen – sommige onder verlegging van heffing en andere niet
5.7 Samenvattend
Tijdstip, belastbaar feit, tijdstip van opeisbaarheid, maatstaf van heffing, btw-tarief en schuldenaar
5.1 Invoer ingevolge een contract dat de macht om als eigenaar over een goed te beschikken
5.2 Invoer niet ingevolge een contract dat de macht om als eigenaar over een goed te beschikken overdraagt
6 Verwerking van de invoer in de btw-aangifte
7.2
4 In aanmerking te nemen datum voor de berekening van de drempel bij intracommunautaire verwervingen
5 Tijdstip, belastbaar feit, tijdstip van opeisbaarheid, maatstaf van heffing, btw-tarief en schuldenaar
6 De verwerking van de intracommunautaire verwervingen in de btw-aangifte
7 Intracommunautaire verwervingen van goederen onder de voorwaarden van artikel 25quinquies, § 3, laatste lid WBTW 168
Leveringen van goederen verricht onder de voorwaarden van art. 25ter, § 1, tweede lid, 3° WBTW waarvoor de aangever de btw verschuldigd is overeenkomstig art. 51, § 2, 2°
5
6
2.1 Btw-belastingplichtigen die geen aangiften indienen
2.2 Btw-belastingplichtigen die periodieke btw-aangiften
4.2 De buitenlandse btw-belastingplichtige met vaste inrichting in België
4.3 De buitenlandse btw-belastingplichtige zonder vaste inrichting in België
4.4 Regels inzake voldoening van de btw en de btw-registratie van buitenlandse btw-belastingplichtigen
6.1 Wie kan een btw-eenheid vormen?
6.2 Oprichting en duur van de btw-eenheid
6.3 Onroerend goed optimalisatie
6.4 Voorfinanciering wordt vermeden
6.5 Administratieve vereenvoudigingen
6.6 Outsourcing van activiteiten
6.7 Interne financiering heeft geen invloed op de aftrek van de btw van de eenheid
6.8 Recht op aftrek
6.9 Hoofdelijke aansprakelijkheid
1 De aangifte van aanvang, wijziging en stopzetting van de activiteit
1.1 Aangifte van aanvang van activiteit (art. 1 van KB 10)
1.2 Aangifte van wijziging van activiteit (art. 2 van KB 10)
1.3 Aangifte van stopzetting van activiteit (art. 3 van KB 10)
1.4 Andere verklaringen (art. 4, art. 5 en art. 7 van KB 10)
2 De facturering
2.1 Belang van de factuur binnen het btw-stelsel
2.2 Tijdstip van uitreiking van de factuur
3 De uitreiking van een rekening of een ontvangstbewijs
3.1 De rekening of het ontvangstbewijs versus de factuur
3.2 Btw-belastingplichtigen gehouden tot het uitreiken van een rekening of een ontvangstbewijs
3.3 Inhoud en vorm van de rekening of het ontvangstbewijs
3.4 Inschrijving van de ontvangsten
3.5 Bewaringsplicht en verplichting tot voorlegging
3.6 Vergunningen
3.7 Geregistreerde kassa
4 De btw-aangifte en de betaling van de btw aan de schatkist
4.1 Personen gehouden tot het indienen van periodieke aangiften
4.2 Procedure van vervangende aangifte
4.3 Teruggaafmogelijkheden op uitdrukkelijk verzoek van de btw-belastingplichtige
4.4
4.5
4.6 Correctie materiële vergissing bij een periodieke btw-aangifte
4.7
1 De tegenprestatie bestaat alleen uit een geldsom
1.1 De maatstaf van heffing in schemavorm
1.2 Intresten, voorschotten en schadevergoedingen
1.3 Kosten van vervoer en verzekering, kosten
1.4 Financiële kortingen en (verkregen) prijsverminderingen
1.5 Praktisch berekeningsschema
1.6 Bedragen btw inbegrepen
2 De tegenprestatie bestaat niet of niet uitsluitend uit een geldsom
3 Handelingen zonder tegenprestatie
3.1 Artikel 12 WBTW en artikel 19 WBTW
3.2 Verwerking in de btw-aangifte
4.1 De levering van ‘nieuwe’ gebouwen
4.2 Werk in onroerende staat aan een op te richten gebouw
4.3 Eigen werk en kosteloze hulp
4.4 Minimummaatstaf van heffing in verbonden relaties
4.5 Het bewijs volgens de regels van het gemeen recht
4.6 Bijzondere bepalingen i.v.m. de maatstaf van heffing
5 Geschenken, het gezamenlijk aanbod en kortingbonnen
5.1 Geschenken
5.2 Het gelijktijdige aanbod van een goed met een ander goed tegen een enige prijs
5.3 Het aanbod van een goed met een titel die recht geeft op een ristorno in geld
5.4 Het aanbod van een goed samen met een titel waarmee een gelijk product verkregen kan worden
5.5 Kortingbonnen en geld-terugbonnen
2.2
2.3 Beperking van het recht op aftrek
2.4 Bijzondere gevallen
2.5 Het recht op aftrek van een gemengde btw-belastingplichtige
2.6 Het btw-statuut van de vastgoedkantoren
Hoofdstuk 10 De verwerking van
3
Creditnota’s i.v.m. intracommunautaire verwervingen of handelingen waarvoor de aangever oorspronkelijk als medecontractant zelf de btw verschuldigd was
5 Creditnota’s i.v.m. een intracommunautaire levering of een andere oorspronkelijk in rooster 44 of 46 opgenomen handeling
Creditnota’s i.v.m. leveringen aan particulieren in een andere lidstaat, die niet vallen onder het stelsel van de verkopen op afstand
9
Hoofdstuk 11 De herziening van de aftrek
1 Herziening van de afgetrokken btw op andere dan bedrijfsmiddelen
2 Herzieningen van de afgetrokken btw op bedrijfsmiddelen
1 Teruggaaf van btw-belastingplichtigen die in België gevestigd zijn of er een aansprakelijke vertegenwoordiger erkend hebben (of direct geregistreerd zijn) 427
1.1 Teruggaaf aan btw-belastingplichtigen met recht op aftrek waar een overschot uit een periodieke btw-aangifte blijkt (art. 76, § 1 WBTW)
1.2 Teruggaaf van het belastingoverschot dat blijkt uit een bijzondere btw-aangifte (art. 8/3 KB nr. 4) 436
2 Teruggaaf aan andere btw-belastingplichtigen met recht op aftrek die geen periodieke btw-aangifte indienen (art. 76, § 2 WBTW) 437
3 De bespreking van de andere mogelijke gevallen van teruggaaf bij leveringen van goederen, diensten of intracommunautaire verwervingen in België (art. 77, § 1 WBTW)437
4 De bespreking van de andere mogelijke gevallen van teruggaaf bij invoer (art. 77, § 1bis WBTW) 441
5
Teruggaaf aan bepaalde gehandicapten of invaliden van de btw betaald bij de aankoop, de intracommunautaire levering en de invoer van een auto voor personenvervoer (art. 77, § 2 WBTW)
6 Teruggaaf aan niet-belastingplichtige rechtspersonen bij invoer in een andere lidstaat dan de lidstaat van uiteindelijke bestemming van de goederen (art. 77bis WBTW)
13 De tarieven
2.5
3.1 Afbraak en heropbouw aan 6 % btw
3.2 Bouw- en verbouwingswerken aan particuliere woningen voor gehandicapten
14 De fiscale procedure
1.1 Het ontstaan van een btw-vordering
1.2 De invordering via de provisierekening en de vervangende aangifte
1.3 De invordering via een correctieopgave of via een proces-verbaal
1.4 Het innings- en invorderingsregister
1.5 Het administratief beroep
1.6 Nieuwe btw-procedureregels die aansluiten bij de procedureregels die al gelden inzake inkomstenbelastingen
1.7 Kwijtschelding of vermindering van boeten en intresten
De gerechtelijke fase
2.1 De inleiding van het geding en de procedure
2.2 De consignatieverplichting
2.3 De kwijtschelding of vermindering van boeten
3 Verjaringstermijnen inzake btw
3.1 De regeling
3.2 Stuiting en schorsing van de verjaringstermijn
3.3 Uitstel van de verjaring van vijf jaar te rekenen vanaf de datum van uitvoerbaarverklaring van het innings- en invorderingsregister
4 Toerekening en inhouding van btw-tegoeden
4.1 Toerekening op niet-betwiste schulden
4.2 Inhouding van tegoeden
Hoofdstuk 15 Controlemiddelen en bewijsmiddelen
1 Controlemiddelen
1.1 De verplichting tot bewaren (art. 60 en art. 64, § 4 WBTW)
1.2 De verplichting tot voorlegging ter inzage (art. 61 en art. 64, § 4 WBTW)
1.3 De verplichting tot het verschaffen van inlichtingen (art. 62 WBTW)
1.4 De mogelijkheid tot controle van het vervoer van goederen (art. 63, vierde lid en art. 63bis WBTW, art. 1 van KB 11)
504
1.5 De mogelijkheid tot toegang tot de lokalen (art. 63, eerste, tweede en derde lid WBTW) 504
2 Bewijsmiddelen
2.1 Welke soorten bewijsmiddelen zijn er in het NBW (art. 8.15 t.e.m. 8.39 NBW)?
505
507
2.2 Wat wordt er geregeld over de toelaatbaarheid van de bewijsmiddelen (art. 8.8 NBW)? 507
2.3 Toelaatbaarheid en bewijswaarde van getuigenissen (art. 8.28 NBW) 509
2.4 Wettelijke bewijswaarde van de bekentenis (art. 8.32 NBW) 509
2.5 Toelaatbaarheid en bewijswaarde van feitelijke vermoedens (art. 8.29 NBW) 509
2.6 De deskundige schatting 511
2.7 De ambtelijke aanslag 512
2.8 Het proces-verbaal 515
2.9 De feitelijke vermoedens 516
2.10 Het bewijs door getuigen 517
2.11 Het bewijs van de vrijgestelde uitvoer 517
2.12 Het bewijs van de vrijgestelde intracommunautaire levering 519
2.13 Het akkoord 524
3 Oefeningen
525