HO_Het systeem van dubbel boekhouden 2025_voorbeeldhoofdstuk

Page 1


Hoofdstuk 1 De balans

1

Inleiding

In wat volgt gaan we op zoek naar een systeem dat toelaat de ondernemingsgebeurtenissen op een ondubbelzinnige manier vast te leggen. Ondertussen weten we al dat het ‘houden van boeken’ het registreren van documenten impliceert m.b.t. verrichtingen die een invloed hebben op het vermogen en het resultaat van de onderneming.

Het is de bedoeling om hierbij systematisch te werk te gaan, zodat op elk ogenblik de stand van zaken bekend is en zodat ook op elk ogenblik een andere boekhouder kan inspringen of het werk kan overnemen.

Op zoek nu naar een boekhoudsysteem. Welnu, dat boekhoudsysteem moet gelukkig niet meer uitgevonden worden. De geschiedkundige ontwikkeling van de boekhouding kan heel ver in het verleden teruggaan. Inderdaad, zodra het rekenen en het schrijven bekend waren, was het mogelijk aantekeningen te houden van handelsverrichtingen. Die aantekeningen beperkten zich tot het noteren van het ontstaan en het tenietgaan van vorderingen en schulden. Enige systematiek was niet aanwezig. Als de transactie afgelopen was, werd de aantekening eenvoudig doorgehaald. Die aantekeningen zijn ruimer geworden naarmate de handel meer aan bepaalde standplaatsen gebonden werd, bv. handelssteden waar voorraden goederen opgeslagen werden. Het bijhouden van de stocks werd toen belangrijk.

Zo ontwikkelde zich het houden van boeken tot boekhouden. De eigenlijke geschiedenis van het boekhouden gaat terug tot de franciscaner monnik Luca Paciolo in de vijftiende eeuw. Hij schreef het eerste werk waarin de techniek van de dubbele boekhouding uitvoerig en nauwkeurig beschreven wordt.

Paciolo vraagt aan de handelaar zijn bezittingen en schulden, zijn vermogen dus, op te tekenen en hieruit een balans af te leiden. Omdat het geld dat de ondernemer ter beschikking stelt van de onderneming eigenlijk een schuld is van de onderneming aan de ondernemer, start de onderneming niet alleen met een bezit, maar ook met een schuld!

Je bemerkt dat zo’n verrichting een dubbel aspect vertoont. Welnu, de dubbele boekhouding registreert elk document onder een dubbel oogpunt.

Omdat tweemaal hetzelfde geboekt wordt, zijn de twee boekingen natuurlijk in evenwicht. Dat evenwicht is het begin- en eindpunt van elke boekhouding en is een doorlopende controlemogelijkheid om na te gaan of juist geboekt werd.

De balans: actief = passief

Situatieschets

De heer De Brabandere werkte tot voor kort in een grote garage. Op 02.04.x0 richt hij zelf zijn eigen zaak op, de garage nv Debra. Er zullen auto’s worden hersteld en tweedehandse wagens verkocht. Bij het opstarten van zijn zaak brengt De Brabandere vanuit zijn privévermogen een aantal werkmiddelen in zijn zaak in. Telkens wordt de manier waarop ze gefinancierd zijn, vermeld.

Het werkhuis heeft een waarde van 125 000 EUR en werd gefinancierd met eigen vermogen en met een lening aangegaan bij KBC van 50 000 EUR, looptijd 15 jaar. In de degelijk uitgeruste werkplaats treffen wij installaties aan voor 12 500 EUR. Net zoals het kantoormeubilair, waarde 5 000 EUR, werd het met eigen middelen gefinancierd.

De Brabandere stelde ook 7 500 EUR geld ter beschikking van zijn zaak. Het koffertje in het kantoor bevat 1 000 EUR wisselgeld en de resterende 6 500 EUR is beschikbaar op de zichtrekening bij KBC.

Bij de oprichting van nv Debra wordt het privépatrimonium van de heer De Brabandere duidelijk gescheiden van het patrimonium van zijn pas opgerichte zaak. Op het ogenblik dat De Brabandere het werkhuis en zijn spaargelden in zijn zaak inbrengt, behoren ze inderdaad niet meer tot het privévermogen van De Brabandere, maar wel tot het vermogen van nv Debra. De notaris zal dat duidelijk in de oprichtingsakte van nv Debra vermelden. In totaal blijkt voor een geldbedrag van 100 000 EUR aan werkmiddelen afkomstig te zijn van de heer De Brabandere. Hiermee is hij niet de enige financier van zijn zaak, want ook KBC stelt 50 000 EUR ter beschikking op lange termijn ter medefinanciering van het werkhuis. Het volgende schema geeft een overzicht van het patrimonium van de heer De Brabandere als privépersoon enerzijds en van het patrimonium van garage nv Debra anderzijds.

Privépatrimonium van de heer De Brabandere

Villa

Patrimonium van garage nv Debra Bezittingen Schulden Bezittingen Schulden

Personenwagen

Mobilhome

Tv en video

Spaarboekje

Hypothecaire lening Autolening

Werkhuis

(bedrag 125 000)

Installaties

(bedrag 12 500)

Kantoormeubilair

(bedrag 5 000)

Bank r/c

(bedrag 6 500)

Kas (bedrag 1 000)

aan eigenaar De Brabandere (bedrag 100 000) aan KBC (bedrag 50 000)

werkmiddelen = financieringsmiddelen

De financieringsmiddelen zijn vertegenwoordigd door de eigen middelen van de zaak (100 000 EUR) en vreemde middelen afkomstig uit een lening bij KBC van 50 000 EUR. De eigen middelen zijn afkomstig van de heer De Brabandere zelf die ze INBRENGT in zijn zaak, de vennootschap nv Debra. Dat houdt ook in dat de zaak het bedrag schuldig blijft aan de eigenaar van deze zaak. Het kapitaal, zoals dat eigen vermogen genoemd wordt, is dus het vermogen dat blijvend ter beschikking blijft van

de zaak, maar tegelijkertijd een schuld is van de zaak aan de eigenaar. Bij de vereffening van de zaak keert het immers terug naar de oorspronkelijke eigenaar!

Omdat eigen middelen meestal niet volstaan voor de financiering van een onderneming, wordt ook een beroep gedaan op financieringsmiddelen van derden, bv. leningen verstrekt door financiële instellingen, familieleden of vrienden, betalingsuitstel verkregen van allerlei schuldeisers, voornamelijk leveranciers.

Alle financieringsmiddelen samen vertegenwoordigen het passief van de onderneming. Het passief wordt opgesplitst in eigen vermogen en vreemd vermogen.

De financieringsmiddelen zullen gebruikt worden om gebouwen, machines, winkeluitrusting, voorraden en dergelijke aan te kopen, alsook om een bankrekening te openen. Dat zijn allemaal middelen waarmee de onderneming werkzaam of ‘actief’ is. Wij spreken dan ook over het actief van de onderneming.

De werkmiddelen of de bezittingen van nv Debra bestaan uit:

a Vaste werkmiddelen. Die werkmiddelen bezitten een gebruiksduur van meer dan één jaar: het gebouw, de installaties en het meubilair.

b Vlottende werkmiddelen: de liquide middelen of geldmiddelen in kas en bank. Andere voorbeelden van vlottende werkmiddelen zijn: de voorraad handelsgoederen, tegoeden (= vorderingen) op klanten (= handelsdebiteuren), geldbeleggingen in de vorm van kasbons, obligaties, termijnrekeningen ... Die werkmiddelen maken deel uit van de bedrijfscyclus van de onderneming: voorraden goederen worden omgezet in vorderingen op klanten n.a.v. de verkoop en ten slotte worden die vorderingen geïnd waardoor de liquide middelen in kas en bank verhogen. Die geldmiddelen kunnen benut worden voor nieuwe aankopen, waardoor de hele bedrijfscyclus opnieuw kan starten.

Werkmiddelen en financieringsmiddelen worden voorgesteld in de balans: een tweeledige tabel, die bestaat uit twee zijden, een actief- en een passiefzijde. Aan de rechterzijde, de passiefzijde, wordt de herkomst van het vermogen opgetekend (= financieringsmiddelen) en aan de linkerzijde, de actiefzijde, wordt aangeduid hoe het ter beschikking gestelde vermogen is aangewend (= werkmiddelen).

Daardoor geeft de balans de vermogenstoestand weer op een welbepaald moment

Schematisch

Actief

Balans van de onderneming X op 01.01.x1 Passief werkmiddelen

= bezittingen aanwending van het vermogen

financieringsmiddelen

= schulden herkomst van het vermogen =

In feite wordt tweemaal hetzelfde genoteerd, maar bekeken vanuit twee verschillende gezichtspunten. Het is dan ook evident dat het totaal van de in geld gewaardeerde werkmiddelen altijd gelijk is aan het totaal van de financieringsmiddelen. Zodoende is een balans altijd in evenwicht:

actief = passief

Toegepast op garage nv Debra krijgen we de volgende beginbalans:

Actief

Vaste activa

Gebouwen

Installaties

Meubilair

Vlottende activa

Beginbalans van nv Debra op 02.04.x0

vermogen

Essentieel is dat het totaal van de activa altijd gelijk moet zijn aan het totaal van de passiva! Dat houdt in dat een balans altijd in evenwicht moet zijn.

De gelijkheid actief = passief en de indeling in de hoofdrubrieken laat ons toe een aantal gelijkheden op te stellen:

actief = passief

passief = kapitaal + schulden

kapitaal = actief - schulden

3 Indeling van de balans in rubrieken

De volgorde waarin de verschillende posten in de balans voorkomen, is in de praktijk niet willekeurig. De wetgever heeft die voorstelling wettelijk gereglementeerd in rubrieken en onze Nationale Bank van België (NBB) stelt via haar website de officiële schema’s van de jaarrekening ter beschikking van ondernemingen, zodat deze hun publicatieplicht kunnen vervullen. Hieruit blijkt dat activa en passiva opgesplitst worden in een tiental rubrieken. Sommige van die rubrieken werden nog verder in subrubrieken opgesplitst. Hierna volgt een beperkte voorstelling van de balans met de hoofdrubrieken:

Oprichtingskosten

Vaste activa

Immateriële vaste activa

Materiële vaste activa

Financiële vaste activa

Vlottende activa

Vordering > 1 jaar

Voorraden en bestellingen in uitvoering

Vorderingen ≤ 1 jaar

Geldbeleggingen

Liquide middelen

Overlopende rekeningen

Eigen vermogen

Inbreng

Kapitaal

Buiten kapitaal

Herwaarderingsmeerwaarden

Reserves

Overgedragen winst (verlies) (+)/(-)

Kapitaalsubsidies

Voorschot aan de vennoten op de verdeling van het nettoactief

Voorzieningen en uitgestelde belastingen

Voorzieningen voor risico’s en kosten

Uitgestelde belastingen

Schulden

Schulden op meer dan een jaar

Schulden op ten hoogste een jaar

Overlopende rekeningen

3.1 De indeling van de actiefzijde

Het ordeningscriterium aan de actiefzijde van de balans is de graad van liquiditeit van de bezittingen, d.w.z. de mate waarin ze al dan niet snel in liquide middelen of beschikbaar geld omgezet kunnen worden.

Eerst komen de vaste activa. Ze hebben immers de kleinste graad van liquiditeit. Voorbeelden zijn gronden, gebouwen, materieel, uitrusting ... We merken op dat gehuurde gebouwen of machines nooit onder de vaste activa worden opgenomen omdat we zelf geen eigenaar van de betreffende activa zijn. Daarentegen worden vaste activa in leasing (een speciale vorm van gebruiksrechten op korte of lange termijn waarbij de gebruiker of lessee juridisch geen eigenaar is maar wel de gebruiksrechten bezit) wel onder de vaste activa opgenomen indien ze voldoen aan de voorschriften van de boekhoudwetgeving. Omdat er verschillende soorten vaste activa zijn, voorziet de wetgever de volgende rubrieken:

Immateriële vaste activa

Materiële vaste activa

Financiële vaste activa

Uit de voorbeelden bij nv Debra blijkt dat wij voorlopig alleen de materiële vaste activa op het oog hebben.

Met vaste activa bedoelt men die activa die, in principe, blijvend bestemd zijn voor de uitbating van de onderneming. Het is m.a.w. niet de bedoeling die activa te verkopen.

Vervolgens komen de vlottende activa aan de beurt.

Vorderingen op meer dan 1 jaar is hierin de eerste rubriek. Wegens het zeer lange betalingsuitstel dat wij aan deze klanten verleenden, zullen ze maar zelden voorkomen.

Daarna volgt rubriek Voorraden en bestellingen in uitvoering. Op balansdatum vinden wij hierin o.m. de waarde terug van de grond- en hulpstoffen die nog in stock zijn, gereed product, handelsgoederen …

Rubriek Vorderingen op ten hoogste 1 jaar bevat o.m. de openstaande tegoeden n.a.v. de verkoop van handelsgoederen of het leveren van diensten.

In rubriek Geldbeleggingen komt de waarde voor van de aandelen, vastrentende effecten en termijndeposito’s die een onderneming op een welbepaald ogenblik beschikt. De waardepapieren of effecten zoals kasbons, obligaties en aandelen, worden door de bankinstellingen op een effectenrekening op naam van de onderneming bijgehouden omdat deze effecten gedematerialiseerd zijn. Termijndeposito’s zijn tegoeden die op termijnen van bv. 1 maand, 26 maanden enz. op een specifieke termijnrekening belegd worden.

Rubriek Liquide middelen is de voorlaatste rubriek. Het is de rubriek met de grootste graad van liquiditeit, aangezien het de beschikbare middelen betreft in kas en bankrekening(en).

De allerlaatste rubriek Overlopende rekeningen sluit de actiefzijde van de balans af. Die rubriek wordt regelmatig gebruikt bij het afsluiten van het boekjaar.

3.2 De indeling van de passiefzijde

De passiefzijde is ingedeeld volgens de graad van opeisbaarheid van de financieringsmiddelen. Het vermogen dat permanent ter beschikking van de onderneming blijft, staat bovenaan in de balans. Het betreft het eigen vermogen.

Zoals uit de opsplitsing van het eigen vermogen blijkt, is dat veel ruimer dan het intussen gekende kapitaal. Later in dit werk worden de meeste rubrieken toegelicht.

Inbreng

Kapitaal

Buiten kapitaal

Herwaarderingsmeerwaarden

Reserves

Overgedragen winst (overgedragen verlies)

Kapitaalsubsidies

Voorschot aan de vennoten op de verdeling van het nettoactief

Na het eigen vermogen volgen de voorzieningen en uitgestelde belastingen. Zo bevat de rubriek

Voorzieningen voor risico’s en kosten o.m. de voorzieningen gevormd voor pensioenverplichtingen, voor belastingen, voor grote herstellings- en onderhoudswerken, voor milieuverplichtingen en voor diverse risico’s en kosten. De vermogensbron drukt potentiële toekomstige verplichtingen uit waarvan het precieze bedrag van die verplichting nog niet vaststaat, anders zou er sprake zijn van een reële schuld.

Onder de schulden treffen wij dat vermogen aan dat een tijdelijk karakter heeft vanwege het feit dat de betrokken vermogensverschaffers het zullen terugeisen. In rubriek Schulden op meer dan 1 jaar

treffen wij zowel financiële schulden (voornamelijk de leningen bij kredietinstellingen) als werkingsschulden en overige schulden aan. Telkens gaat het om vermogen dat meer dan 12 maanden ter beschikking van de onderneming blijft.

In rubriek Schulden op ten hoogste 1 jaar vinden wij bovenvermelde schulden opnieuw terug. Deze keer is hun initiële looptijd niet langer dan 12 maanden. Ook de langetermijnschulden die geheel of gedeeltelijk in de komende 12 maanden vervallen, worden in deze rubriek afzonderlijk opgenomen, net zoals de schulden m.b.t. belastingen, bezoldigingen en sociale lasten.

Net zoals de actiefzijde wordt ook de passiefzijde afgesloten met de rubriek Overlopende rekeningen

4 Opsplitsing van de passiefrubriek ‘Inbreng’ naargelang de juridische rechtsvorm

4.1 De wet van 23 maart 2019 tot invoering van het WVV en het KB van 29 april 2019 tot uitvoering van WVV

Deze wet en het KB zijn in werking getreden op 1 mei 2019 en voorzien onder andere in een nieuwe vennootschapsvorm: de besloten vennootschap (bv). Sindsdien heeft de Belgische wetgever ervoor gekozen dat o.a. besloten vennootschappen (de bv is de meest voorkomende vennootschapsvorm in België) geen juridisch kapitaal meer hebben. Het zijn kapitaalloze vennootschappen. Om die reden wordt hun boekhoudrechtelijk extern of intern ingebracht eigen vermogen gedefinieerd als ‘inbreng’ opgesplitst in het model van hun jaarrekening in ‘beschikbaar’ of ‘onbeschikbaar’; meestal zal bij de oprichting van deze vennootschappen in de notariële akte de inbreng als beschikbaar of onbeschikbaar beschreven staan. Een beschikbare inbreng komt later vlotter in aanmerking voor uitkering aan de aandeelhouders dan de inbreng die een onbeschikbaar karakter heeft.

Toch mag de ondernemer van besloten vennootschappen niet roekeloos starten. Een toereikend aanvangsvermogen blijft noodzakelijk en kan gevormd worden door een inbreng in natura of in geld, maar ook onder de vorm van leningen verstrekt door bijvoorbeeld familieleden van de ondernemer. Dat aanvangsvermogen moet de onderneming toelaten de noden te dekken van minstens de eerste twee jaar. In het financieel plan dat de onderneming bij de oprichting van de bv ter beschikking stelt aan de notaris dient dit goed aangetoond te worden; als het ontoereikend mocht zijn, kan de rechter de oprichters persoonlijk aansprakelijk stellen voor de vennootschapsschulden ingeval van een faillissement binnen de 3 jaar na de oprichting.

Het meest in het oog springende vernieuwing is dus bij kapitaalloze vennootschappen het verdwijnen van het ‘kapitaalbegrip’ en de minimumkapitaalvereiste. Voorheen was voor de bvba (besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid) steeds een minimumkapitaal van 18 550 EUR vereist. Ter vergelijking in de naamloze vennootschap blijft nog steeds bij de oprichting een minimumkapitaal van 61 500 EUR vereist dat volledig volgestort moet worden.

Tevens dient opgemerkt te worden dat voor de in België veelvuldig bestaande bvba’s, die opgericht werden vóór deze nieuwe wetgeving van toepassing was, deze nieuwe regelgeving vanaf 1 januari 2020 van toepassing is. Kiezen deze bvba’s niet voor een andere vennootschapsvorm dan worden ze op 1 januari 2024 automatisch omgezet in bv’s.

Boekhoudkundig heeft deze wet en het KB dus gevolgen voor wat betreft de voorstelling van het eigen vermogen, met name de rubriek ‘Inbreng’.

4.2 Voorstellingswijze van de passiefrubriek ‘Inbreng’

Het KB van 29 april 2019 voorziet voor de rubriek ‘Inbreng’:

Voor kapitaalvennootschappen, bijvoorbeeld de naamloze vennootschappen

Inbreng

A. Kapitaal

1. Geplaatst kapitaal

2. Niet opgevraagd kapitaal

B. Buiten kapitaal

1. Uitgiftepremies

2. Andere

Voor kapitaalloze vennootschappen, bijvoorbeeld de besloten vennootschappen

Inbreng

A. Beschikbaar

B. Onbeschikbaar

De inbreng wordt gevormd door een inbreng in geld of in natura (bijvoorbeeld gebouwen, machines, een voorraad goederen…).

Het ‘Niet opgevraagd kapitaal’ bij kapitaalvennootschappen vertegenwoordigt dat deel van het kapitaal dat nog niet werd volgestort en later kan opgevraagd worden. De inbreng buiten kapitaal wordt in dit handboek niet besproken. Wij verwijzen daarvoor naar uitgebreidere werken over vennootschapsboekhouden.

De oprichtingsakte van de kapitaalloze vennootschappen vermeldt of de inbreng onbeschikbaar dan wel beschikbaar is voor uitkering. Of in een latere fase ingebracht vermogen kan uitgekeerd worden, zal steeds grondig onderzocht moeten worden via een solvabiliteitstest en een liquiditeitstest. Bij die laatste test onderzoekt het bestuursorgaan van de vennootschap of ze haar financiële verplichtingen van de komende 12 maanden nog kan voldoen nadat de uitkering gerealiseerd zou zijn. Het is dus een toekomstgerichte test.

4.3 Voorbeeldsituatie van de oprichting van bv Dirieckx Fashion

Op 5 mei 2020 richt het echtpaar Dirieckx een besloten vennootschap op en brengen ze elk uit hun privaat vermogen 20 000 EUR in. Het geld is gestort op de nieuw geopende bankrekening van de bv Dirieckx. Notaris Laloo verlijdt de oprichtingsakte en de statuten vermelden duidelijk dat de inbreng onbeschikbaar is.

De beginbalans onderverdeeld in rubrieken ziet eruit als volgt:

Actief Beginbalans bv Dirieckx Fashion op 05.05.2019 Passief Vlottende activa

5 De balansschema ’s van de NBB

Hierna volgt het volledig model van de balans voor kapitaalvennootschappen enerzijds en het volledig model voor kapitaalloze vennootschappen anderzijds.

Merk op dat in het officiële schema van de balans van de Nationale Bank van België (NBB) naast de benaming van de rekening een kolom ‘codes’ staat. Deze codes verwijzen naar het rekeningnummer en de rekeninggroepen. Vóór de kolom ‘codes’ wordt tevens een link gelegd naar de Toelichting bij de jaarrekening zodat in een oogopslag duidelijk wordt of extra informatie nodig is in de Toelichting met betrekking tot de ingevulde balansbedragen.

Ook in de resultatenrekening wordt via de kolom ‘codes’ op dezelfde wijze een link gelegd naar de betreffende saldi van de onderliggende resultatenrekeningen. Rekeningen, rekeninggroepen en rekeningnummers worden grondig besproken in de hoofdstukken over de balansrekeningen, de resultatenrekeningen en het minimum algemeen rekeningenstelsel.

5.1 Volledig model van de balans voor kapitaalvennootschappen (bv. de nv)

BALANS NA WINSTVERDELING

PASSIVA

eigen VermOgen 10/15

Inbreng 6.7.1 10/11

Kapitaal 10

Geplaatst kapitaal 100

Niet­opgevraagd kapitaal 101

Buiten kapitaal 11

Uitgiftepremies 1100/10

Andere 1109/19

Herwaarderingsmeerwaarden 12 Reserves 13

Onbeschikbare reserves 130/1

Wettelijke reserve 130

Statutair onbeschikbare reserves 1311

Inkoop eigen aandelen 1312

Financiële steunverlening 1313

Overige 1319

Belastingvrije reserves 132

Beschikbare reserves 133

Overgedragen winst (verlies) (+)/(­) 14

Kapitaalsubsidies 15

Voorschot aan de vennoten op de verdeling van het nettoactief 19 VOOrzieningen en uitgestelde belastingen 16

Voorzieningen voor risico's en kosten

Pensioenen en soortgelijke verplichtingen 160

en onderhoudswerken

Achtergestelde leningen

Leasingschulden en soortgelijke schulden

Schulden op ten hoogste één jaar

Schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen

Schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten

Bezoldigingen en sociale lasten

5.2 Volledig model van de balans voor kapitaalloze vennootschappen (bv. de bv)

BALANS NA WINSTVERDELING

PASSIVA

eigen VermOgen 10/15

Inbreng 6.7.1 10/11

Beschikbaar 110 Onbeschikbaar 111

Herwaarderingsmeerwaarden ���������������������� 12

Reserves 13

Onbeschikbare reserves 130/1

Statutair onbeschikbare reserves 1311

Inkoop eigen aandelen 1312

Financiële steunverlening 1313

Overige 1319

Belastingvrije reserves 132

Beschikbare reserves 133

Overgedragen winst (verlies) (+)/(­) 14

Kapitaalsubsidies 15

Voorschot aan de vennoten op de verdeling van het nettoactief 19

VOOrzieningen en uitgestelde belastingen 16

Voorzieningen voor risico's en kosten���������� 160/5

Pensioenen en soortgelijke verplichtingen 160 Belastingen 161

Grote herstellings­ en onderhoudswerken 162

belastingen 168 schulden 17/49

Schulden op meer dan

Handelsschulden

Te betalen wissels

Vooruitbetalingen op bestellingen

schulden

Schulden op ten hoogste één jaar

Schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen 42

Financiële schulden 43

Kredietinstellingen

Te betalen wissels

Vooruitbetalingen op bestellingen

Schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten

Bezoldigingen en sociale lasten 454/9

Overige schulden 47/48

Overlopende rekeningen

Wijzigingen in de werk- en financieringsmiddelen

In garage Debra volgen wij twee documenten, een aankoopfactuur en een bankrekeninguittreksel. Wettelijk mogen er immers alleen gedagtekende verantwoordingsstukken in de boekhouding geregistreerd worden.

03.04: aankoopfactuur (AF/1) ontvangen voor aankoop van computer bij nv Compu, bedrag 2 500 EUR + 21 % btw

Bij de registratie van de aankoopfactuur van de computer onderscheiden wij drie componenten: –

De aankoop van een computer vertegenwoordigt een toename van de bezittingen in vaste activa die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de bedrijfsactiviteiten. De aanschaffingswaarde bedraagt 2 500 EUR.

– De btw die aan leverancier Compu betaald moet worden, mag door garage Debra van de btwadministratie teruggevorderd worden. Typisch voor handelaars is dat de btw betaald aan de leveranciers n.a.v. hun aankopen van goederen en diensten principieel van de Staat teruggevorderd mag worden. Bij elke handelaar is de btw op aankopen dus recupereerbaar van de btwadministratie. De btw op aankopen wordt als een VORDERING in de balans opgetekend zolang de administratie de terugbetaling niet heeft uitgevoerd.

Bij de aankopen van goederen en diensten door een gezin geldt dat geenszins; de btw treft de verbruiker, m.a.w. hij betaalt ze aan de handelaar en recupereert ze niet; daarom wordt de btw ook een verbruiksbelasting genoemd.

– Door deze aankoop ontstaat er een schuld t.o.v. leverancier Compu voor het bedrag INCLUSIEF btw. Die schuld blijft in de boekhouding openstaan bij de schulden op ten hoogste een jaar zolang ze niet vereffend is. Leverancier Compu treedt hier op als financier voor de computer.

Aankoopfactuur

Computer

2 500 btw 21 % 525 te betalen aan de leverancier g terug te vorderen van de Staat

Totaal 3 025

Schematisch voorgesteld:

Aankoopfactuur

Toename van de bezittingen m.b.t. computers

Toename van de btw-vordering t.a.v. de btw-administratie

Toename van de schulden t.a.v. de leverancier

2 500 EUR 525 EUR 3 025 EUR

De invloed van de registratie van de aankoopfactuur op de vermogenstoestand van garage Debra is de volgende:

Actief

Vaste activa

Gebouwen

Installaties

Meubilair

Computers

Vlottende activa

Balans van nv Debra op 03.04.x1

Eigen vermogen

Inbreng

Kapitaal

Schulden > 1 jaar

Lening KBC

Schulden ≤ 1 jaar Leveranciers

Passief

Uit dit voorbeeld blijkt dat de samenstelling van zowel de activa als de passiva veranderd is. De balans sluit tevens af op een hoger totaal vermogen.

03.05: bankrekeninguittreksel 1 (BU/1): betaling AF/1 via een bankoverschrijving

Een maand later volgt de betaling van de computer via een bankoverschrijving. Dat impliceert wijzigingen t.a.v.

– het tegoed op de bankrekening. Deze liquide middelen verminderen met 3 025 EUR.

– de leveranciersschuld t.a.v. Compu. Die verdwijnt immers, wat een vermindering van de financieringsmiddelen betekent.

Schematisch voorgesteld:

Bankrekeninguittreksel: bedrag 3 025 EUR

Afname van het tegoed op de bankrekening

Afname van de schuld t.a.v. de leverancier

3 025 EUR 3 025 EUR

De invloed van de registratie van het bankrekeninguittreksel op de vermogenstoestand van garage Debra is de volgende:

Vaste activa

Gebouwen

Installaties

Meubilair

Computers

Vlottende activa

Btw-vordering Bank r/c Kas

Eigen vermogen

Inbreng

Kapitaal

Schulden > 1 jaar Lening KBC

Actief
Balans van nv Debra op 03.05.x1
Passief

In de balans is de openstaande leveranciersschuld verdwenen, terwijl het banktegoed gedaald is tot 3 475 EUR. Het totale vermogen is nu gedaald tot 150 000 EUR en wijst opnieuw op gelijkheid tussen actief en passief.

7 Schematische samenvatting

Hieronder geven we het balansschema waarin alleen de ons al bekende rubrieken voorkomen:

Actief Balans Passief

Vaste activa

Materiële vaste activa

Vlottende activa

Vorderingen op meer dan 1 jaar

Voorraden

Vorderingen op ten hoogste 1 jaar

Liquide middelen

a) Voor kapitaalvennootschappen:

Eigen vermogen

Inbreng

Kapitaal

Schulden

Schulden op meer dan 1 jaar

Schulden op ten hoogste 1 jaar

b) Voor kapitaalloze vennootschappen

Eigen vermogen

Inbreng

Beschikbaar

Onbeschikbaar

Schulden

Schulden op meer dan 1 jaar

Schulden op ten hoogste 1 jaar

Actief = Passief

Werkmiddelen = Financieringsmiddelen

8 Opgave voor zelfstudie

Opgave

Op 1 mei wordt de bloemenwinkel nv Florista overgenomen tegen de volgende voorwaarden:

– Het winkelhuis wordt gekocht voor 80 000 EUR.

– De bestelwagen kost 3 000 EUR.

– Een kasregister, een rekenmachine en een computer kosten samen 3 000 EUR.

– De bloemen en planten in de winkel kosten 10 000 EUR.

– Allerlei benodigdheden voor bloemsierkunst (vaasjes, potjes, strikken, linten …) kosten 1 000 EUR.

De vorderingen op klanten worden overgenomen tegen 3 000 EUR en de schulden tegenover leveranciers bedragen 5 000 EUR.

Het verschil tussen het overgenomen actief en passief wordt betaald met het privégelden. Uit het privévermogen wordt ook nog 1 000 EUR kasgeld ingebracht en 2 000 EUR gestort op de bankrekening.

Gevraagd

1 Stel de beginbalans op.

2 Bepaal de overnameprijs.

3 Bepaal het kapitaal.

4 Stel dat mevrouw Jolie 120 000 EUR voor haar overname vroeg. Kun je dat verantwoorden en hoe zou de beginbalans er dan uitzien?

Oplossing

1 Beginbalans van Florista op 1 mei 20x1

Actief Balans

Vaste activa

Gebouw

Bestelwagen

Kantoormachines

Vlottende activa

Voorr. bloemen en planten

Voorr. sierkunstartikelen

Klanten

Bank r/c

Kas

Passief

Opmerking

De benodigdheden voor bloemsierkunst zijn te beschouwen als vlottende activa, omdat ze, samen met de planten en bloemen, mee verkocht worden aan de consument. Benodigdheden zoals scharen, snoeimessen, inpakinstallatie die hier in de situatieschets niet bedoeld waren, zouden daarentegen als vaste activa vermeld worden.

2 Berekening overnameprijs

Voor het berekenen van de overnameprijs moeten wij het verschil maken tussen de overgenomen bezittingen en de overgenomen schulden:

overgenomen bezittingen - overgenomen schulden = overnameprijs

Gebouw

Bestelwagen

Kantoormachines

Planten en bloemen

Sierkunstartikelen

Tegoeden op klanten

Totaal

De overname gebeurt tegen een prijs van 95 000 EUR.

Opmerking

Het kasgeld en het bedrag gestort op de bankrekening uit het privévermogen worden niet overgenomen en worden dan ook niet vermeld bij de overgenomen activa.

3 Berekening van het kapitaal van de nieuwe zaak nv Florista

Het kapitaal kunnen we op twee verschillende manieren berekenen:

a Als het verschil tussen totaal actief en de schulden: 103 000 EUR - 5 000 EUR = 98 000 EUR. b Uit de opgave blijkt duidelijk dat de volledige overnameprijs én de geldmiddelen in kas en bank afkomstig zijn van het privaat vermogen van de nieuwe eigenaar. Meteen kunnen wij het kapitaal ook als volgt berekenen:

4 Verantwoording van de meerprijs bij overname

Mevrouw Jolie kan inderdaad veel meer eisen voor de overname dan het loutere verschil tussen de overgenomen bezittingen en de overgenomen schulden. In de praktijk is het vrijwel altijd zo dat de bekendheid van een bestaande zaak, het cliënteel dat men opgebouwd heeft, de goede faam … ook geld waard zijn. Denken wij maar aan de overname van een goed draaiend café, een gerenommeerde sportzaak, een apotheek met een groot cliënteel ... Eigenlijk heeft de nieuwe overnemer een voorsprong op een zaak die pas opgericht wordt en het cliënteel nog moet opbouwen.

Als mevrouw Jolie niet 95 000 EUR, maar 120 000 EUR als overnameprijs eist, ontstaat een meerprijs van 25 000 EUR bovenop het verschil tussen de overgenomen activa en passiva. In de boekhouding wordt dat als een immaterieel vast actief ervaren, beter bekend onder de naam goodwill

Vanzelfsprekend moet de nieuwe eigenaar dat financieren. Als er geen extra 25 000 EUR kan ingebracht worden uit het privaat vermogen, is de nieuwe eigenaar verplicht het geld te lenen. Veronderstellen wij dat de overnemer ter financiering van de goodwill inderdaad een lening op > 1 jaar, m.a.w. een investeringskrediet > 1 jaar, afsluit, dan ziet de beginbalans er als volgt uit:

Actief

Vaste activa

Goodwill

Gebouw

Bestelwagen

Kantoormachines

Vlottende activa

Voorr. bloemen en planten

Voorr. sierkunstartikelen

Klanten

Bank r/c

Kas

Beginbalans van nv Florista op 01.05.20x1

Eigen vermogen

Kapitaal

Schulden > 1 jaar

Leningen > 1 jaar

Schulden ≤ 1 jaar

Leveranciers

Passief

Online oefeningen

Scan de QR-code voor de online oefeningen bij dit hoofdstuk. Je kunt die oefeningen ook raadplegen via www.mijnstudiemateriaal.be

10 Oefeningen

1 Voor de nv Bazart moet een balans worden opgesteld. De gegevens zijn de volgende:

Gebouw 500 000 EUR, Kantooruitrusting 80 000 EUR, Voorraad handelsgoederen 300 000 EUR, Klanten 200 000 EUR, Leveranciers 400 000 EUR, Kas 2 000 EUR, Bank R/C 68 000 EUR en Kapitaal 750 000 EUR.

Gevraagd

Stel de balans op en deel ze in rubrieken in (vaste activa, vlottende activa, eigen vermogen, schulden).

2 Als je weet dat actief = kapitaal + schulden, dan kun je het kapitaal berekenen van de nv Koekie. De activa zijn: Gronden 100 000 EUR, Gebouwen 400 000 EUR, Bestelwagen 50 000 EUR, Klanten 300 000 EUR, Bank r/c 20 000 EUR en Kas 1 000 EUR. De schulden bestaan uit Leveranciers 171 000 EUR en Lening Geldmans voor het einde van het jaar terugbetaalbaar 100 000 EUR.

Gevraagd

Stel de balans op en deel ze in rubrieken in (vaste activa, vlottende activa, eigen vermogen, schulden).

3 Bij de oprichting van de nv Ribella had mevrouw Versluys een vermogen van 240 000 EUR, cash beschikbaar. Met dat geld kocht ze een handelshuis, waarvoor ze contant 140 000 EUR betaalde en waarvoor ze een notariële akte als eigendomsbewijs kreeg. Verder werd onmiddellijk voor 30 000 EUR kantoormeubilair gekocht. De factuur werd onmiddellijk contant betaald. De rest van het beschikbare geld werd op een bankrekening op naam van de zaak geplaatst.

Gevraagd

1 Stel de balans op in rubrieken.

2 Stel dat mevrouw Versluys de bv als vennootschapsvorm verkoos i.p.v. de nv. Stel tevens dat de notaris in de oprichtingsakte de inbreng als onbeschikbaar vermeldde. Stel opnieuw de beginbalans samen van de bv Ribella.

4 Ook hogescholen moeten overeenkomstig de boekhoudwetgeving een boekhouding voeren volgens het systeem van het dubbel boekhouden. Een bepaalde schoolinstelling beschikt over een gebouw van 500 000 EUR, computeruitrusting voor 250 000 EUR, meubilair voor 625 000 EUR, een voorraad cursussen en boeken van 10 000 EUR, liquide middelen voor 50 000 EUR, geldbeleggingen voor 100 000 EUR.

Gevraagd

1 Hoe groot is het vermogen van deze instelling?

2 Hoe groot is het vermogen als één vijfde van de voorraad nog niet betaald werd?

5

Vul op elke lijn het ontbrekende cijfer in m.b.t. volgende balansgegevens:

6 Duid met een kruisje in de passende kolom aan tot welke groep de volgende componenten behoren:

KBC Bank R/C

Overgedragen winst

Voorraad grondstof

Wettelijk reserve

Bebouwde terreinen

Installaties

Te betalen bezoldigingen

Te betalen btw

Spaarrekening

Leveranciers

Terug te vorderen btw

Bedrijfswagen

7 De nv Groentenpoort heeft een gebouw in eigendom ter waarde van 80 000 EUR en huurt daarenboven nog een magazijn tegen 250 EUR per maand. De winkelinrichting van 3 000 EUR en de bestelwagen van 11 000 EUR werd op krediet gekocht, vermits de schuldeisers 4 maanden uitstel van betaling toestonden. Op de bankrekening van de nv werd een bedrag gestort van 5 000 EUR, wat trouwens blijkt uit het eerste bankrekeninguittreksel.

Gevraagd

Stel de balans op in rubrieken (vaste activa, vlottende activa, eigen vermogen, schulden).

8 Kapsalon nv Creatief werd op 1 mei geopend. Wastafels, drogers, zetels en dergelijke hebben

5 000 EUR gekost, waarvan 10 % bij ontvangst van de factuur betaald werd. De rest moet binnen de 2 maanden vereffend worden.

Het gebouw, met een waarde van 75 000 EUR, werd gekocht. De zonnebanken, aankoopprijs

1 250 EUR, werden bij ontvangst van de factuur vereffend.

Er is nog 750 EUR in kas. Een bedrijfswagen wordt gehuurd tegen 1 200 EUR per maand.

Gevraagd

1 Bepaal het eigen vermogen.

2 Stel de balans op in rubrieken (vaste activa, vlottende activa, eigen vermogen, schulden).

Eigen vermogen
Schulden > 1 jaar
Schulden < 1 jaar
Vaste activa
Vlottende activa

9

Aan de hand van de volgende bezittingen en schulden wordt de balans opgemaakt van de nv Kellaert, 25 000 EUR goederen in magazijn, 30 000 EUR vorderingen op klanten, 25 000 EUR op zijn laatste dagafschrift van Belfius, 40 000 EUR meubilair in het kantoor, nog 6 000 EUR te betalen voor een factuur van aangekochte goederen. Het gebouw van 200 000 EUR werd met een lening van de KBC gefinancierd met 10 jaarlijkse schijven van 20 000 EUR terug te betalen. Eén schijf is intussen al betaald.

Gevraagd

1 Bepaal het eigen vermogen.

2 Stel de balans op in rubrieken (vaste activa, vlottende activa, eigen vermogen, schulden).

10 Terreinen 50 000 EUR, Kas 1 000 EUR, Gebouwen 120 000 EUR, Bank r/c 20 000 EUR, Leveranciers 30 000 EUR, Langetermijnlening 100 000 EUR, Vrachtwagen 50 000 EUR, Voorraad computers 40 000 EUR, Lening op ten hoogste 1 jaar 25 000 EUR, Klanten 20 000 EUR.

Gevraagd

Rangschik deze activa en passiva per rubriek in de balans (vaste activa, vlottende activa, eigen vermogen, schulden) en bepaal het eigen vermogen door deze handelaar in computers ter beschikking van zijn zaak gesteld.

11 Overname van de nv Lammens, een zaak die kazen aankoopt en verkoopt: gebouwen 400 000 EUR, installaties 300 000 EUR. Voor deze installaties werd destijds een investeringslening op lange termijn aangegaan voor 60 %. De eerste aflossing situeert zich pas over 2 jaar. Verder zijn er een voorraad kazen van 80 000 EUR, vorderingen op klanten van 60 000 EUR en schulden aan leveranciers van 80 000 EUR. De overname was mogelijk omdat de eigenaar 500 000 EUR van zijn privévermogen ter beschikking stelde en supplementair 100 000 EUR op lange termijn bij een financiële instelling kon lenen. Het geld dat hij nog overhoudt, wordt op een zichtrekening geplaatst.

Gevraagd

Stel de balans op in rubrieken voor de heropening van deze kaashandel. Bepaal de overnameprijs.

12 Hieronder volgen de balansen van twee naamloze vennootschappen. Van welke vennootschap zou je graag eigenaar zijn? Geef plus- en minpunten:

Actief Balans A Passief

Gebouwen

Handelsgoederen

Klanten

Bank r/c

000

000

000

000

Kas 200 000

Kapitaal

Lening ING 5 jaar

Lening KBC 6 maanden

Leveranciers

Gebouwen

Handelsgoederen

Klanten

Kas

r/c

13 Omdat hij op pensioen gaat, laat De Volder nv Elektro, zijn handel in wasmachines, koelkasten en diepvriezers over.

De balans vermeldt: Gebouwen 380 000 EUR, Kantoormeubilair 12 500 EUR, Klanten 9 300 EUR, Bestelwagen 51 000 EUR, Wasmachines, koelkasten en diepvriezers 193 000 EUR, Leveranciers 13 500 EUR.

De heer Merels neemt op 1 oktober de handel over tegen volgende voorwaarden: – de bestelwagen voor de balanswaarde -30 %; – het meubilair voor 8 000 EUR; – de goederenvoorraad voor de balanswaarde -5 %; – klanten en leveranciers tegen balanswaarde; – de gebouwen zullen gehuurd worden.

Na betaling van de overnameprijs met eigen middelen brengt Merels nog in: 14 500 EUR kasgeld, 3 500 EUR bankrekening BNP Paribas Fortis. Hij gaat ook een lening aan bij de KBC van 20 000 EUR op 6 maanden. Het geld wordt op de zichtrekening geplaatst.

Gevraagd

1 Balans De Volder voor overname;

2 Balans Merels na overname.

14 De besloten vennootschap RIAD wordt opgericht door 2 vennoten, de heren Ricor en Adams, beiden programmeurs die elk 15 000 EUR in geld inbrengen uit hun privaatvermogen. De bv RIAD zal softwareprogramma’s schrijven en dienstverlening verstrekken voor OCMW’s. Zij zullen een winkelruimte huren: huurprijs 1 000 EUR per maand.

Gevraagd

1 Beginbalans van de bv RIAD. In de oprichtingsakte wordt de inbreng uitdrukkelijk als beschikbaar vermeld.

2 Welke testen moet de bv uitvoeren indien de 2 vennoten in hun 5de werkingsjaar 10 % van hun aanvangsvermogen wensen uit te keren?

Actief
Balans B Passief

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.