JSW-artikel | De school als werkplaats

Page 1

/(1/3) +1 x 358= /(1/3) x 2 = 8 + 1 - 3=
je vakmanschap!
Claim
basis voor het basisonderwijs Special nr 7 Maart 2021

Leraren leren met en van elkaar

De school als werkplaats

FOTO'S: VINCENT VAN DEN HOOGEN 40

Socioloog Richard

nlangs zat er een schroef in de achterband van mijn scooter, waardoor de band langzaam leegliep. Ik bracht de scooter naar een werkplaats. Daar werd ik direct geholpen door een piepjonge medewerker. Hij verwijderde behendig de schroef en probeerde vervolgens een prop in de achterband te zetten. Die prop zou het gat effectief moeten afdichten, zodat ik weer verder kon rijden. Het zetten van zo’n prop is een handigheidje. De jonge werknemer kreeg dit echter niet voor elkaar. Al snel kwam een meer ervaren monteur kijken, die het werk overnam en commentaar gaf bij de handelingen die hij verrichtte. De jonge monteur kreeg ter plekke les van een oudere werknemer.

VOORDOEN EN BENOEMEN

Zo’n aanpak, die een meer ervaren monteur als vanzelfsprekend hanteert om een startende collega mee te nemen in zijn vakmanschap, is in het onderwijs ook niet ongewoon. Laat me dit uitleggen aan de hand van studenten die komen stagelopen op mijn school. Het komt voor dat ze in het derde jaar van hun opleiding zitten en nog geen kennis hebben gemaakt met het expliciete directe instructiemodel (EDI), een van de door ons gehanteerde methodieken. Dat heeft ermee te maken dat er in het onderwijs veel visies en opvattingen zijn en dus ook scholen met afwijkende aanpakken en didactieken. Zo’n student is geholpen als hij veel oefent, maar moet anderzijds ook weten

wat nu de stappen in zo’n EDI­les zijn. Ik neem studenten mee naar diverse lessen van mijn collega’s, ga met ze achterin zitten en geef ter plekke een toelichting op het handelen van mijn collega’s.

DE ROLLEN VAN DE LERAAR

En wat geldt voor een student, geldt ook voor een leraar. Die kan gerust een pak aan ervaring hebben, maar die zal op een nieuwe school de aldaar gehanteerde methoden en methodieken zich eigen moeten maken. Dat vergt tijd, oefening én begeleiding. Elk team bezit schoolspecifieke kennis. En die kennis zit weer specifiek bij de leraren die in de dagelijkse praktijk uitvoering geven aan dat onderwijs. Zij zijn bij uitstek degenen die in de school, die je net als de scooterwinkel een werkplaats zou kunnen noemen, deze specifieke kennis kunnen doorgeven.

Een leraar pendelt in de beroepspraktijk tussen vier domeinen (Snoek et al., 2017):

• Het ondersteunen van het leren van leerlingen.

• Het ontwikkelen van onderwijs.

• Het organiseren van onderwijs.

• Het ondersteunen van het leren van collega’s.

Zoals je ziet, is het ondersteunen van het leren van collega’s een van de domeinen waarbinnen jij je als leraar beweegt. Dit betekent dat je oog zult moeten hebben voor de ontwikkeling van je collega’s en dat je deze moet

Sennett (2014) schreef dat bijna iedereen een goed vakman kan worden. Daar is naast veel oefenen ook doelgerichte hulp en begeleiding door collega’s voor nodig. De samenwerking is een cruciaal onderdeel van het vakmanschap.
O 41 JSW 7 2021
TEKST MARTIN BOOTSMA
SPECIAL VAKMANSCHAP

Welbevinden is sterk gekoppeld aan vakmanschap

ondersteunen. Je kunt dit ondersteunen vanuit verschillende invalshoeken benaderen. Ik zal er hiervan twee verder uitwerken, namelijk vanuit het perspectief van de schoolorganisatie als geheel en vanuit het perspectief van de leraren.

SAMENWERKEN IN DE SCHOOL

Ik beschouw in dit artikel de school als een werkplaats waar leraren dagelijks bijeenkomen om gezamenlijk goed werk te leveren. Op elke school wordt een eigen opvatting gehanteerd over wat dit goede werk nu inhoudt en zijn er schooleigen aanpakken. Scholen hebben immers een eigen visie op onderwijs. Maar dit betekent nu juist dat leraren met elkaar samenwerken om die visie in de praktijk ten uitvoer te brengen. En derhalve werken ze op hun school met elkaar samen om hun leerlingen onderwijs te bieden in een doorgaande lijn.

Om deze samenwerking goed te laten verlopen, moet er sprake zijn van een

Deel binnen je schoolorganisatie schoolspecifieke kennis om samen verder te komen

professionele organisatie. Een kenmerkend element van zo’n professionele organisatie is dat er sprake is van erkende ongelijkheid. Het motto is: als mensen zijn we gelijkwaardig, als professionals niet. Dit uitgangspunt is in veel werkplaatsen vanzelfsprekend en mede de motor achter de ontwikkeling van het vakmanschap. Open staan voor de kennis en voor de hulp en de begeleiding van een ander, los van het aantal jaren ervaring en het aantal opleidingen, is hierbij een leidend en een richtinggevend principe. Het kan namelijk zo zijn dat digitale ontwikkelingen in het onderwijs sneller en beter worden opgepakt door jongere leraren met minder ervaring dan leraren die al jaren meedraaien. Het is dan professioneel om de collega’s die deze ontwikkeling al aardig in de vingers hebben als bron voor kennis en ontwikkeling te gebruiken.

Het idee van de school als werkplaats, waarbij leraren samenwerken bij het maken en geven van onderwijs, heeft een belangrijke implicatie voor het ontwikkelen en delen van kennis. Teams die met elkaar samenwerken, delen kennis met elkaar en zorgen ervoor dat nieuwe inzichten binnen het gehele team worden gedeeld. Als we de vergelijking met de lekke achterband nog even terughalen, dan betekent dit dat het in de werkplaats niet zo kan zijn dat een monteur een effectieve manier om een prop te plaatsen voor zichzelf houdt. In de school als werkplaats wordt individuele ontwikkeling door middel van cursussen en scholing gestimuleerd, maar altijd vanuit het perspectief dat deze ten goede komt aan het gehele team. De leraar is ten eerste en vooral een teamspeler.

Het is vanuit dit gezichtspunt bezien voorwaardelijk dat er binnen de school ruimte wordt gecreëerd voor uitwisseling van kennis en voor het helpen en begeleiden van collega’s. Het is wonderlijk dat dit laatste veelal wordt gedaan door externe bureaus, die weinig kennis hebben van de specifieke situatie op school en na afloop van de begeleiding of cursus de school weer verlaten. Leraren zouden, mede door het slimmer inzetten van budgetten en bijvoorbeeld werkdrukgelden, voor zichzelf een grotere rol moeten claimen in het samen ontwikkelen en leren van elkaar. Zij zouden hun kennis en kunde veel meer als

42

Binnen het beeld van de school als werkplaats is er een centrale rol voor de leraar

uitgangspunt moeten nemen bij de ontwikkeling van de school.

DE LERAAR ALS VAKMAN

Binnen het beeld van de school als werkplaats is er een centrale rol voor de leraar. Die ondersteunt haar leerlingen, ontwikkelt en organiseert onderwijs en ondersteunt voorts het leren van haar collega’s. Daar hoort professioneel gedrag bij. Dit gedrag bestaat volgens Galenkamp en Schut (2018) uit drie onderdelen:

• Het gedrag draagt bij aan de doelen van de school.

• Het gedrag draagt bij aan toename van welbevinden van de persoon zelf.

• Het gedrag draagt bij aan de toename van het welbevinden van anderen.

HULP HELPT

Het welbevinden van een leraar is sterk gekoppeld aan het vakmanschap. Als zij zich competent voelt en weet wat ze in de praktijk moet doen, hoe ze dit moet doen en waarom ze dit doet, dan zal het werkgeluk hoog zijn. Maar om dit in de werkpraktijk voor elkaar te krijgen, zal de leraar ook enkele eigenschappen moeten hebben die het professioneel gedrag ondersteunen. Je kunt hierbij denken aan moed. Het is namelijk niet zo eenvoudig om

een collega aan te spreken op gedrag dat niet overeenkomt met de drie bovengenoemde punten. Denk ook aan mildheid bij oordelen. De monteur in de werkplaats, die zijn jongere collega zag worstelen met het plaatsen van de prop, was niet smalend of oordelend, maar hielp zijn collega. Ook is het belangrijk dat je binnen de school als werkplaats oog hebt voor elkaar. Hierbij komt empathisch vermogen om de hoek kijken.

VAKMANSCHAP IN GEZAMENLIJKHEID

Vakmanschap en het ontwikkelen ervan is contextgebonden (Dixon, 2001). Elke school werkt vanuit een eigen visie op onderwijs aan het geven en ontwikkelen ervan. Dit is een proces van gezamenlijkheid. Jouw vakmanschap ontwikkel je samen met je collega’s; niet alleen en niet in een vacuüm. Je deelt binnen je schoolorganisatie schoolspecifieke kennis met elkaar, die je verder ontwikkelt en die je overdraagt aan anderen, bijvoorbeeld nieuwe collega’s of studenten. Onderwijs is, met andere woorden, een teamsport en jij bent binnen die organisatie per definitie een teamspeler.

De literatuurlijst is te vinden op: www.jsw.nl/artikelen

MARTIN BOOTSMA (m.bootsma@ askoscholen.nl) is leraar en teamleider van de Alan Turingschool en auteur van onder meer Leraar Centraal

43 JSW 7 2021

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.