
5 minute read
Trauma raakt zelden het individu alleen
“We kijken vaak naar het individu, maar trauma raakt zelden het individu alleen. Door het gezin mee te nemen in onderzoek en behandeling, kunnen we beter begrijpen wat er speelt én effectiever behandelen.”
Wat hebben een promotieonderzoek naar gezinsfunctioneren, een pasgeboren zoon en werken in de geestelijke gezondheidszorg met elkaar te maken? Voor Peter Janssen, GZ-psycholoog, vallen die werelden samen in een periode vol verandering én verdieping. In zijn promotieonderzoek onderzocht hij hoe PTSS (posttraumatische stressstoornis) het sociale functioneren van een individu beïnvloedt, en welke impact dat heeft op de directe omgevingmet name het gezin. Zijn boodschap is helder: wie écht wil helpen, kijkt niet alleen naar het individu, maar naar het hele gezin.
Peter wordt gedreven door een oprechte interesse in mensen. Hij vindt het een voorrecht om een rol te spelen in andermans herstelproces. Zijn loopbaan begon na de middelbare school met de opleiding Sociaal Pedagogisch Werker. Hij werkte als woon- en activiteitenbegeleider in de gehandicaptenzorg. Hier ontstond zijn fascinatie voor het werken met mensen.
“Vanuit die achtergrond ben ik geïnteresseerd geraakt in wat mensen beweegt, hoe het kan dat ze soms vastlopen en wil ik een bijdrage leveren aan hun herstel.”
Studie en werk
Hierna volgde hij een jaar hbo Toegepaste Psychologie en stapte daarna over naar de Radboud Universiteit. Hij studeerde Psychologie, volgde het honoursprogramma, een aanvullend studieprogramma voor extra inhoudelijke verdieping. Aan dezelfde universiteit behaalde Peter tegelijkertijd zowel de Research Master Behavioural Science, waarin hij wetenschappelijk onderzoek leerde doen, als de master Gezondheidszorg-psychologie.
Na zijn opleiding werkte hij eerst een tijd bij GGZ Oost Brabant. "Niet lang daarna kwam er een functie vrij bij het Psychotraumacentrum Zuid-Nederland van Reinier van Arkel. Wat me meteen aansprak, was de combinatie van behandelen én onderzoek doen – en dat doet het nog steeds."
Steeds meer mogelijkheden
Peter vindt het werken in de geestelijke gezondheidszorg interessant, omdat psychische problemen zich niet in hokjes laten plaatsen. Tegelijkertijd ziet hij dat er steeds meer mogelijk is met behandeling, vooral op het gebied van psychotrauma. Waar behandelingen vroeger vooral steunend en structurerend waren, zijn er nu traumagerichte methoden die echt de diepte ingaan. Daarmee kun je veel gerichter werken en ben je minder handelingsverlegen. Volgens de zorgstandaard psychotrauma profiteert een groot deel van de mensen van traumabehandeling – soms leidt dat tot volledig herstel, soms tot beter leren omgaan met klachten.
In 2017 startte hij met zijn promotieonderzoek (1) bij het Psychotraumacentrum en later ook het Behavioural Science Institute van de Radboud Universiteit, onder begeleiding van prof. dr. mr. Elisa van Ee, prof. dr. Toon Cillessen en dr. Sabine Stoltz.
Zijn promotieonderzoek
Er is gekeken naar de invloed van PTSS op de cliënt zelf én op de mensen om hem of haar heen - met name het gezin. PTSS heeft invloed op het sociale functioneren. Denk aan moeite om sociale situaties waar te nemen en te begrijpen (sociale cognitie) en het omgaan met emoties (emotieregulatie). Deze processen zijn belangrijk voor hoe iemand functioneert binnen het gezin. Het doel was om beter te begrijpen wat er mis kan gaan binnen het familiesysteem en te onderzoeken hoe we deze gezinnen beter kunnen ondersteunen.
Het promotieonderzoek bestond uit vier deelstudies. In de eerste drie is gekeken naar het verband tussen PTSS en sociaal functioneren en naar de rol van verstoringen in sociale cognitie en emotieregulatie. De resultaten laten zien dat mensen met PTSS moeite hebben met sociaal-cognitief functioneren, vooral met mentaliseren –het begrijpen van wat er in jezelf en in anderen omgaat. Ook blijkt dat problemen met het reguleren van emoties een belangrijke rol spelen bij PTSS en de sociale problemen die daarmee samenhangen.
In de vierde studie werd onderzocht of het toevoegen van het opvoedprogramma ADAPT (2) betere resultaten oplevert dan alleen de reguliere PTSS-behandeling voor veteranen. Ouderparen, waarvan één van de twee veteraan, volgden een opvoedprogramma ADAPT (After Deployment Adaptive Parenting Tools). De resultaten van veteranen hierin werden vergeleken met veteranen die de gebruikelijke individuele PTSS-gerichte behandeling volgden. De resultaten tonen een directe en aanhoudende afname van gezinsproblemen bij veteranen na ADAPT.
Conclusie
Peter pleit voor het betrekken van het gezin (systeem) van de veteraan in het onderzoek naar en de behandeling van PTSS. PTSS beïnvloedt het sociale functioneren en daarmee het gezinsfunctioneren. Naast de gebruikelijke traumagerichte behandeling van veteranen met PTSS is een aanvullende systemische of gezinsgerichte aanpak noodzakelijk om dit te verbeteren.
‘’We zijn nu aan het kijken hoe we het systemisch aanbod kunnen verstevigen. Het gaat dan over ADAPT, maar ook hoe we andere systeemgerichte behandelingen beter en sneller kunnen aanbieden in de psychotraumazorg, ook aan andere doelgroepen dan veteranen. Peter: “Het Psychotraumacentrum Zuid-Nederland heeft een topklinisch karakter. We doen onderzoek en zoeken steeds naar manieren om behandelingen te verbeteren, te innoveren en de kennis breder beschikbaar te maken.” “Ik vind het echt een voorrecht om met iemand een stukje mee te kunnen lopen en om van betekenis te kunnen zijn in iemands herstel.”
(1) Trauma and its Social Echos. Posttraumatic Stress Disorder and Social Functioning: Exploring the Role of Social Cognition and Emotion Regulation in Traumatized Individuals.
(2) ADAPT (After Deployment Adaptive Parenting Tools) is een opvoedprogramma voor cliënten en hun partner met kinderen in de basisschoolleeftijd (4-12 jaar) Zie op de website van het Psychotraumacentrum www.psychotraumacentrumzuidnederland.nl/familie-en-naasten bij behandelingsmogelijkheden.









