










![]()

























‘De omslag naar ledtechnologie heeft ons bloed, zweet en tranen gekost’

















Antwerpen er over tien jaar uitzien? Dat hoor je alsmaar meer Antwerpenaren zich afvragen, nu de voetafdruk van de Oosterweelwerf Antwerpse rechteroever steeds groter wordt. Een glazen bol om sluitend antwoord te geven, hebben we jammer genoeg ons daarvan toch al enig idee te kunnen vormen, hoeven niet zo ver te zoeken.
De Oosterweelwerken hebben in de hele regio voor een adrenalinestoot gezorgd. Het vooruitzicht van een nieuw stedelijk landschap, met een betere mobiliteit en extra woongelegenheid zet een nooit geziene dynamiek in gang. Je merkt het aan alles: de Oosterweelcruises die onze Kamer samen met rederij Flandria heeft ontwikkeld, zijn het jaar rond volzet.
Mensen komen van heinde en ver om de werf van de eeuw van op het water te ontdekken. Pers en media raken al maanden niet uitgepraat over de technische innovaties die de realisatie van de bypass en de tunnel met zich meebrengen. Met als absolute apotheose natuurlijk het World Tunnel Congress dat in 2027 voor het eerst in Antwerpen neerstrijkt.
zijn ze iets vergelijkbaars aan het realiseren, met een oplevering in 2028. De Hamburg Deckel is een langgerekte van de drukke A7 Autobahn die de stad als belangrijke noord-zuidverbinding doormidden snijdt. De constructie moet de Duitse weer een leefbaar jasje aanmeten. Klinkt bekend in de oren, werkzaamheden hebben de stadsontwikkeling in Hamburg de jaar een nieuwe elan bezorgd. En dat doet in elk geval het verhopen voor Antwerpen.
Op ons vastgoedcongres Antwerp Real Estate, dat dit jaar de belangrijkste actoren van de Oosterweelwerf samenbracht, waren de plaatsen bijgevolg nog nooit zo snel ingenomen. Elke zichzelf respecterende projectontwikkelaar, aannemer of architect wil graag deel uitmaken van dit verhaal en dat is volstrekt begrijpelijk. Hoe vaak krijg je de kans om in een dichtbevolkte regio als Vlaanderen het DNA van een grote stad te herdenken? Dus laat de ideeën maar bruisen, zou ik zeggen. Geef de ondernemers de zuurstof en de ruimte om dat nieuwe canvas op een duurzame en originele manier in te vullen. Met een duidelijke regierol voor de overheid om het evenwicht tussen het particuliere en het algemeen belang te bewaken. Maar net daar schieten onze overheden al jaren tekort.
internationale vastgoedtoneel Antwerpen mee in de hoogste liga architectuur
“Geef
en design.’
ondernemers de zuurstof en de ruimte om dat nieuwe Antwerpse canvas op een duurzame en originele manier in te vullen.’
kilometer verderop even gluren bij de buren, kan dus helpen stellen hoe soortgelijke werken ook onze regio kunnen Inspiratie tanken in een metropool met bijna vier keer inwoners, is vanuit kennersogen trouwens niet zo gek. Op het vastgoedtoneel speelt Antwerpen al decennia mee in de van architectuur en design, zoals je op de volgende pagina’s
Een bekende Antwerpse vastgoedontwikkelaar wijst in dit nummer nog maar eens op de uitputtende vergunningsprocedures waar je door moet om in een stedelijke omgeving nieuwbouw te kunnen ontwikkelen. De doorlooptijd om een dossier goedgekeurd te krijgen, is het voorbije decennium meer dan verdubbeld van vier naar tien jaar. En van alle vergunningsaanvragen die in 2024 werden ingediend, werd bijna veertig procent afgewezen. Van de goedgekeurde aanvragen verzandt een aanzienlijk deel in juridische discussies en beroepsprocedures. Projectontwikkelaars die volharden, worden net als Sisyphus veroordeeld om hun idee elke keer opnieuw als een loodzwaar rotsblok de steeds hoger wordende papierberg op te duwen. Als hier niets aan gebeurt, dreigen we het momentum rond Oosterweel te verliezen.
aan een duurzame reflex die de bouwwereld zich de jongste heeft gemaakt, opent dat deuren naar sprekende projecten samenwerkingen in binnen- en buitenland. Maar niet alleen in de uitvoering van gebouwen staan ontwikkelaars bewust naar materialen. Ook qua inrichting en zelfs keuze van uitrusting vindt het circulaire denken en handelen alsmaar bij gespecialiseerde aanbieders en afnemende bedrijven. maakt in Antwerpen de cirkel overigens mooi rond, bij de ontwikkeling van de Oosterweelverbinding als momenteel ’s referentie voor circulair bouwen.
Belangrijk dus dat de Vlaamse overheid zeer nauw luistert naar de Gemengde Expertencommissie Vergunningen. Die heeft zopas een rapport met 45 concrete adviezen overgemaakt om de balans tussen individueel belang, rechtszekerheid en efficiëntie opnieuw in evenwicht te brengen. Nieuwe regelgeving kost natuurlijk tijd. Dus stel ik voor dat we misschien nu al beginnen met de omgevingsbesluiten die al klaar liggen in praktijk te brengen.
Luc Luwel
Gedelegeerd bestuurder
van Koophandel Antwerpen-Waasland






Dit is een uitgave van Voka – Kamer van Koophandel Antwerpen-Waasland
zetel Antwerpen:
Markgravestraat 12, 2000 Antwerpen tel 03 232 22 19, fax 03 233 64 42 E-mail: info.antwerpen@voka.be
zetel Waasland:
Kleine Laan 28, 9100 Sint-Niklaas, tel 03 776 34 64, fax 03 777 74 34 e-mail: info.waasland@voka.be
website: www.voka.be/antwerpen-waasland
Verantwoordelijke uitgever Luc Luwel, Markgravestraat 12, 2000 Antwerpen
Hoofdredactie
Pieter Leuridan
Teksten
Ruben Aerts, Jens De Wit, Hans Dierckx, Jan Van de Poel, Katrien Verreyken
Beelden
Vincent Callot, Dirk Kerstens, MORREC, Thomas Nolf, Bart van Hoek, Stefaan Van Hul, Zidis
Publiciteit
Caroline Moens
Opmaak
Pieter Geerts Graphic Design
Druk
Drukkerij VD, Temse
De redactionele inhoud van dit nummer werd afgesloten op 10 oktober 2025.
















‘Circular-Light-as-a-Service vergemakkelijkt de omschakeling naar ledtechnologie. Hiermee behouden klanten hun werkkapitaal ook voor investeringen die vaak crucialer zijn.’
Michaël Joris en Tom Ketels, ETAP Lighting International





























Deelnemer
W-ARE 2025











Eind dit jaar zal ETAP Lighting International NV in Malle zijn 75ste verjaardag vieren. Het familiebedrijf is een toonaangevende speler op de Europese markt, maar zijn familiewaarden heeft het nooit uit het oog verloren. De speler is een voortrekker in de omschakeling naar ledverlichtingsoplossingen die circulair en duurzaam zijn. ‘Ook als producent heb je een verantwoordelijkheid’, vindt
Michaël Joris, zoon van stichter Norbert Joris.
door Ruben Aerts fotografie Zidis
Ooit was tl-verlichting de toekomst. Nu is het slechts een kwestie van tijd voor de laatste traditionele tl-lampen uit ons leven zijn verdwenen. ‘De tl-lamp is sinds september 2023 uitgefaseerd’, zegt Michaël Joris, hoofd van business development bij ETAP Lighting International NV. ‘Dat betekent dat ze niet meer mag worden geproduceerd of ingevoerd. Iedereen is daarom volop op zoek naar nieuwe oplossingen.’
Dat er een enorme renovatiegolf aankomt, weten ze bij het Belgische familiebedrijf in Malle al te goed. ‘Ledtechnologie is een duurzaam en ecologisch alternatief. De voorbije vijftien jaar ontketende de opkomst een ware revolutie in de verlichtingswereld. Toch is het belangrijk om bij de keuze voor led het plaatje op de langere termijn niet uit het oog te verliezen. Hoe kwalitatief is de verlichtingsoplossing waar je nu voor kiest?
Dat is een cruciale vraag om te stellen’, werpt Michaël Joris op. ‘Stel dat die ledverlichting
het binnen vijf jaar laat afweten. Ga je dan alles in de vuilbak gooien, inclusief je armatuur? Vroeger kon je simpelweg je lichtbron vervangen. Bij ledverlichting is die op maat gemaakt van het armatuur en dus niet vervangbaar.’
ETAP Lighting zet in op energiezuinige verlichting met een lange levensduur. Het profileert zich als een trendsetter en voortrekker in de omschakeling naar verlichtingsoplossingen die circulair en duurzaam zijn. ‘We ontwikkelen en produceren standaardarmaturen én armaturen op maat, met systemen om de algemene verlichting aan te sturen. Ook noodverlichting is een belangrijk deel van ons aanbod.’
Het bedrijf staat ook voor zero waste en streeft naar een maximaal hergebruik van bestaande behuizing en componenten. Michaël Joris illustreert dat door er een armatuur bij te nemen en te laten zien hoe makkelijk elk onderdeel apart te vervangen is. ‘Als hergebruik niet mogelijk is, wordt er gerecycleerd’, zegt Tom Ketels, commercial manager Belux bij ETAP Lighting International. ‘Het is onze ambitie om een zo klein mogelijke koolstofvoetafdruk te hebben.’ ‘Onze producten zijn zodanig ontworpen dat verlichting minder snel moet worden vervangen. We doen er alles aan om het gebruik van natuurlijke grondstoffen te beperken’, treedt Michaël Joris hem bij. De planeet staat onder druk, het klimaat maakt verregaande veranderingen door. ‘Circulair denken kadert voor ons binnen de filosofie dat je ook als producent een verantwoordelijkheid hebt.’
CIRCULAR-LIGHT-AS-A-SERVICE
Het bedrijf beperkt zich niet tot een klantengroep. Het ontwikkelt oplossingen op maat voor elke professionele omgeving, van kantoorgebouwen en ziekenhuizen tot industriële werkplaatsen, onderwijsinstellingen en sportinfrastructuur.



Pragmatisch advies
Duidelijke communicatie
Bereikbaar
Flexibel
SonIQ




Onafhankelijk studiebureau




‘Wij passen onze verlichting aan de behoeften van onze klanten aan. Wat wij minstens zo belangrijk vinden, is die klant ontzorgen’, klinkt het.
‘In plaats van een felverlichte ‘brooddoos’ tegen de muur komen wij met een ontwerp dat zich mooi laat integreren.’
ETAP Lighting lanceerde een zevental jaren geleden vanuit die gedachte Circular-Lightas-a-Service – kortweg C-LaaS. ‘Met de klant gaan wij een prestatie-overeenkomst aan voor een langere termijn, waarbij wij de verantwoordelijkheid voor hun verlichting volledig op ons nemen. De klant investeert dus niet zelf in de verlichting. Voor een vaste jaarlijkse vergoeding doen wij dat.’ De achterliggende filosofie? Maximale ontzorging. ‘Wij staan niet alleen in voor het ontwerp, de financiering en de installatie, maar ook voor het onderhoud. Intussen bewaken wij de lichtprestaties, de energieefficiëntie en de wettelijke vereisten gedurende de hele levensduur.’
die energie-efficiënt is. Intussen behouden ze hun werkkapitaal voor investeringen die vaak veel crucialer zijn. Bovendien hoeven ze zich geen zorgen meer te maken over het onderhoud van hun verlichtingssystemen. De focus kan liggen op hun kernactiviteiten.’
De service is bij uitstek de manier waarop het bedrijf inzet op circulaire verlichting en zo bijdraagt aan de circulaire economie. De strategie vertaalt het sterke verlangen naar duurzaamheid bij ETAP Lighting. ‘Het is onze ambitie om het energieverbruik voor verlichting bij onze klanten met maar liefst 55 tot 80% te verminderen’, stelt Tom Ketels. Zo werkt ETAP Lighting met intelligente lichtregelsystemen die ervoor zorgen dat het daglicht optimaal wordt gebruikt. ‘Het licht zal enkel branden waar en wanneer dat nodig is. Dat heeft alleen maar een gunstig effect op de levensduur.’
VISIONAIR
Het was Michaëls vader Norbert Joris die 75 jaar geleden ETAP oprichtte. Als jonge ingenieur had hij bij een servicebedrijf in de Antwerpse haven zijn eerste professionele stappen gezet. Toen hij niet veel later als jonge twintiger samen met Philippe Gillès de Pélichy hun eigen onderneming startte, lagen de activiteiten dan ook in de haven: ETAP – wat stond voor ElektroTechnische
Apparaten – legde zich onder meer toe op het herwikkelen van elektrische motoren. Al snel kwam daar functionele binnen- en buitenverlichting bij.
‘In die tijd maakte tl-verlichting opgang als iets nieuws dat enorme opportuniteiten bood’, zegt Michaël Joris. ‘Mijn vader en zijn team zijn met succes op die markt gesprongen.’
Doorheen de jaren is het bedrijf uitgebreid met uiteenlopende nevenactiviteiten, van woningbouw tot tekstverwerkers. Het bekendst is wellicht ETAP Yachting, opgericht in 1972.
‘Mijn vader had het talent om op elk moment het gat in de markt te zien’, legt Michaël Joris uit. Vader Joris was met zijn bevlogenheid het gezicht van het bedrijf. ‘Hij was niet alleen enorm ondernemend, hij was ook een visionair. Die aparte afdelingen wist hij telkens tot een succes uit te bouwen.’
Gaandeweg werd het toch te uitdagend om die grote verscheidenheid in activiteiten te behappen. Rond de eeuwwisseling beslisten de aandeelhouders om die afdelingen te verkopen, zodat de focus van ETAP opnieuw bij verlichting kwam te liggen.
NOODVERLICHTING
ETAP Lighting is meer dan een vaste waarde; de speler is een begrip in de sector.




249.000 euro
Vanaf prijzen excl kosten 2 slk Appartementen & ééngezinswoningen
249.000 euro
Vanaf prijzen excl btw 2 slk
3 redenen om zeker te investeren in Heizijde
Direct beschikbaar en instapklaarklaar
Een thuis die ook investeerders toekomstperspectieven biedt Wilt u graag meer informatie? Contacteer ons op verkoop@vooruitzicht be 03 260 95 60
²
Snel verhuurbaar met sterke rendementen E-peil ≤ 20

‘Velen associëren ons in de eerste plaats met noodverlichting’, zegt Michaël Joris. In dat segment heeft het een uitzonderlijke reputatie. ‘Onze noodverlichting is vrij geraffineerd en van hoge kwaliteit. We hebben altijd oog gehad voor de esthetische kwaliteiten van een gebouw waar die wordt geïnstalleerd. Architecten waarderen dat natuurlijk enorm. In plaats van zo’n felverlichte ‘brooddoos’ tegen de muur komen wij met een ontwerp dat zich mooi laat integreren.’
moet er over de hele lijn zijn, ook in de relatie met onze klanten.’
Als Europese speler draagt ETAP Lighting zijn familiewaarden nog altijd even hoog in het vaandel. ‘Continuïteit, kwaliteit en innovatie zijn belangrijke pijlers’, zegt Michaël Joris. ‘De focus die we in onze strategie en filosofie leggen op duurzaamheid, stamt daar zeker ook uit voort.’
‘Straks zal ik iemand portretteren die al 25 jaar bij ons werkt. Er zijn mensen met veertig dienstjaren op de teller. Ze spreken van ‘ons bedrijf’. Ik vind dat fantastisch om te horen. Hun engagement is enorm; ze identificeren zich met deze plek.’
www.etaplighting.com
‘Vandaag zijn we veel meer een dienstverlener. Het is belangrijk dat iedereen die hier werkt, mee is in dat verhaal.’
Michaël Joris noemt de omschakeling naar ledtechnologie een van de grootste transities uit de geschiedenis van het bedrijf. ‘Vroeger ontwikkelden wij de behuizing met reflectoren en kwam het er op aan om het licht op de best mogelijk manier te reflecteren. Vandaag ontwikkelen wij de lichtbron. Het licht wordt niet meer gereflecteerd, het wordt gestuurd door lenzen’, legt hij uit. ‘Ledtechnologie is pure elektronica, zeg maar een compleet ander verhaal. Ik vergelijk het soms met de omslag van analoge fotografie naar digitale fotografie. Het resultaat is dan hetzelfde, maar de technologie erachter heeft niets meer met elkaar te maken. Geloof me, die omslag heeft ons bloed, zweet en tranen gekost.’
KWALITEIT OVER HEEL EUROPA
Het bedrijf is vandaag een toonaangevende speler op de Europese markt. In Duitsland, Frankrijk, Nederland, Portugal, Spanje en Luxemburg heeft het filialen met eigen mensen. Michaël Joris: ‘Het is onmogelijk om dat van hieruit volledig te sturen. Dat kan enkel door te werken met teams ter plaatse die de taal en de cultuur kennen. Kwaliteit
De slagzin in het logo is niet toevallig ‘Tomorrow’s light’. ‘Wij brengen de toekomst binnen handbereik, weliswaar met een zo licht mogelijke voetafdruk.’ Want zorg voor de klant hangt nauw samen met zorg voor de planeet, zo redeneren ze bij ETAP Lighting.
‘ONS’ BEDRIJF
Dat is ook altijd een familiebedrijf gebleven in de manier waarop het zijn werknemers meeneemt in zijn denken. Michaël Joris nodigde ons voor dit interview niet uit op zijn bureau, wel nam hij ons mee naar de centrale ontmoetingsruimte van het bedrijf waar het licht rijkelijk naar binnen valt. Achter ons bevindt zich een wall of change.


‘Alles wat wij doorheen het jaar hebben gerealiseerd en als change beschouwen, gaan we daar afbeelden. Zo willen we iedereen van elke afdeling betrekken bij wat we doen en deelgenoot maken van hoe wij kijken naar de toekomst. Die betrokkenheid vinden we cruciaal.’ ETAP Lighting heeft de afgelopen decennia een grote omslag doorgemaakt. ‘Ooit draaide het volledig rond traditionele verkoopactiviteiten. Vandaag zijn we veel meer een dienstverlener. Het is belangrijk dat iedereen die hier werkt, mee is in dat verhaal.’
En of dat zijn vruchten afwerpt. ‘Naast mijn rol binnen ETAP ben ik ook fotograaf’, zegt Michaël Joris.






























Vastgoed blijft één van de populairste investeringen in België, maar de spelregels veranderen snel. Hogere rentes, minder institutionele kopers en de nood aan flexibiliteit dwingen investeerders om strategisch te denken. Hoe zorg je voor een solide patrimonium dat niet alleen rendeert, maar ook klaar is voor de volgende generatie?
De Kempe Real Estate Advisory, een boetiek-advieskantoor gespecialiseerd in het topsegment van beleggingsvastgoed boven 1 miljoen euro, begeleidt investeerders bij deze cruciale keuzes. Expert Denys De Kempe licht hun aanpak toe en beantwoordt twee veelgestelde marktvragen: is een saleand-rent-back een slimme strategie? En: kies je beter voor een privé-aankoop of via een vennootschap?
KENNISOVERDRACHT ALS MOTOR VOOR LANGETERMIJNRELATIES
De Kempe Real Estate Advisory specialiseert zich in het absolute topsegment van het beleggingsvastgoed Het advieskantoor heeft een uitstekende reputatie en een sterk trackrecord in de begeleiding van aan- en verkopen van onroerende goederen boven 1 miljoen euro, verspreid over diverse segmenten van de vastgoedmarkt: kantoorgebouwen, winkelpanden, hotels, appartementsgebouwen, logistieke en industriële panden, studentenhuisvesting, enzovoort.
Denys De Kempe “Ons succes danken we vooral aan onze zeer persoonlijke aanpak, gebaseerd op kennisoverdracht. Dat is de motor achter de duurzame relaties die we met klanten opbouwen en versterken. Die aanpak bewijst zijn waarde, zeker in de uitdagende marktomstandigheden van de voorbije jaren. De plotse rentestijging en de terughoudendheid van institutionele
spelers zetten de markt onder druk, maar brengen tegelijk nieuwe kansen. Dankzij ons uitgebreid netwerk van zeer vermogende families en bedrijven kunnen we transacties realiseren die anders vaak zouden uitblijven. Daarbij staat steeds hetzelfde principe centraal: een goed gebalanceerd familiaal vastgoedvermogen. Diversificatie in vastgoedtype, geografische spreiding en huurdersprofiel zijn daarbij cruciaal om de markt van morgen succesvol te navigeren. Door kopers en verkopers intensief te begeleiden, creëren we deals die voor beide partijen waarde toevoegen.”
IS EEN SALE-AND-RENT-BACK EEN SLIMME STRATEGIE?
Denys De Kempe “Bij een sale-and-rentback verkoop je als eigenaar je pand aan een koper, maar blijf je er nadien als huurder wonen of werken. Zo beschik je meteen over de opbrengst van de verkoop, terwijl je het pand op lange termijn kunt blijven gebruiken. Dat kan zeker interessant zijn. Het rendement op schuldenvrij kapitaal in vastgoed, ligt vaak tussen 4 en 7%. Maak je dat kapitaal als ondernemer vrij en investeer je het in je core business, dan zien we dat de groei van dit kapitaal vaak een veelvoud bedraagt van het vastgoedrendement. Denk bijvoorbeeld aan het vrijgekomen geld waarmee een overname wordt gefinancierd, of andere groeikansen.
Door kopers en verkopers intensief te begeleiden, creëren we deals die voor beide partijen waarde toevoegen.
Denys De Kempe

Door vastgoed te verkopen en terug te huren, maak je kapitaal vrij én behoud je operationele zekerheid. Het is een formule op maat die we de laatste tijd vaker succesvol inzetten voor ondernemers.
Denys De Kempe
Een sale-and-rent-back biedt contractuele zekerheid over de bezetting van de bedrijfsgebouwen voor een vastgelegde periode, terwijl je ook flexibiliteit kunt inbouwen om snel op de markt in te spelen. Het vrijmaken van kapitaal, met behoud van controle en flexibiliteit, kan ideaal zijn voor ondernemers die wendbaar willen blijven in een veranderende markt. Soms is het verkopen van vastgoed dus een slimme zet. Later kan je je vastgoedpatrimonium opnieuw opbouwen - mogelijk zelfs met meer kapitaal dankzij de eerdere verkoop.”
Denys De Kempe “Bijna elke investeerder die ik begeleid, stelt me vroeg of laat deze vraag: ‘Koop ik beter privé of via een vennootschap?’ Daar denk je inderdaad best goed over na. Een vastgoedaankoop heeft naast fiscale, immers ook stevige juridische en strategische gevolgen.
Zo kan een patrimoniumvennootschap een slimme meerwaarde zijn wanneer je diverse panden bezit of wanneer familiale vermogensplanning meespeelt, terwijl het voor anderen voor overbodige complexiteit zorgt. Ook een slimme structuur zoals vruchtgebruik/blote eigendom kan lonen, maar enkel wanneer dit correct en evenwichtig is opgezet. Een ander aspect om mee rekening te houden is de exit Investeerders focussen vaak enkel op fiscale optimalisatie bij aankoop, maar vergeten na te denken over hoe ze er ooit weer uit willen stappen. Wil je binnen 15 jaar verkopen en cashen, of eerder overdragen naar de volgende generatie? Denk vooraf goed na over al deze zaken om zo je vastgoedinvestering te optimaliseren.”
Uw partner voor beleggingen in vastgoed.
De Kempe Real Estate
Advisory adviseert en begeleidt investeerders, vermogende families en ondernemers bij strategische vastgoedbeslissingen. Het kantoor biedt begeleiding bij aankoop, verkoop, structurering en planning, steeds met één doel: duurzame waarde creëren voor de volgende generatie.
Interesse in persoonlijk advies op maat?


Denys De Kempe “Om investeerders, vermogende families en ondernemers ook juridisch en fiscaal te ondersteunen bij strategische vastgoedbeslissingen, sprak ik met een gespecialiseerde advocaat en fiscalist. Onze expertise en concrete tips rond aankopen in privé of via een vennootschap, bundelden we in een uitgebreide whitepaper, die je gratis kan downloaden.”

Denys De Kempe Vastgoedexpert +32 479 70 59 46
info@dekemperealestate.be
Download de whitepaper via dekemperealestate.be of scan de QR-code.

‘Vroeg
of laat leeft iedere buurt weer op. Mensen onderschatten hoe belangrijk een projectontwikkelaar daarbij is.’
Philippe Janssens, Immpact
‘We
Met onder meer de Lichttoren, Doktoren en London Tower op het palmares is Immpact een bekende naam in en rond dé Stad. Met de Twist Tower die aan de horizon opdoemt, begint de Antwerpse vastgoedontwikkelaar aan zijn hoofdschotel.
door Jens De Wit fotografie Dirk Kerstens
Immpact staat al twintig jaar voor betaalbaar, kwalitatief residentieel vastgoed met een visie. Het bouwt meestal op plekken waar soms wat verbeelding nodig is om te geloven dat het een opkomende buurt zal worden. Zaakvoerder Philippe Janssens werkte zo al projecten uit op de Antwerpse Dam en aan de Noorderlaan, ooit oases van steengruis, asfalt en tristesse. Vandaag zijn het hippe trekpleisters die heel wat kooplustigen trekken.
‘Slechte buurten bestaan niet meer’, zegt Philippe Janssens. ‘Vroeg of laat leeft iedere buurt weer op. Mensen onderschatten hoe belangrijk een projectontwikkelaar daarbij is. Toen we in 2006 begonnen aan zestig appartementen in de Bredastraat op ‘den Dam’, werden we met argwaan bekeken. Mensen verklaarden ons zot. Maar onder impuls van die grote werken begonnen buurtbewoners hun eigen ramen te vernieuwen, gevels werden geïsoleerd, … Het was de eerste nieuwbouw in de hele wijk in lange tijd. Dat zorgde voor grote drive in de omgeving.’
Vandaag staat Immpact ervoor bekend dat het van een B-locatie een A-locatie kan maken, met een focus op volume. Hierdoor kunnen toekomstige eigenaars aan betaalbare prijzen een kwalitatief onderkomen vinden. ‘We kiezen bewust voor deze aanpak’, vertelt hij, ‘omdat dat voor ons ook een sociaal engagement is. We willen jonge mensen kansen geven, mensen uit het huurderscircuit trekken.’
In die zin is de te bouwen Twist Tower – voorziene oplevering in 2027 naar het ontwerp van het Antwerpse BINST Architects en het Nederlandse KAAN Architecten –een atypisch project voor Immpact. ‘Aan het Kempisch Dok, op een zucht van het Eilandje, realiseren we samen met de Versluys Groep een prestigeproject’, vertelt Philippe Janssens. ‘Deze toren wordt onze absolute parel, een visitekaartje dat we nog tientallen jaren aan klanten willen tonen om te bewijzen wat we ook kunnen. Het worden allemaal hoekappartementen met een premiumafwerking, luxe en geweldige uitzichten op water en parken. Van gewone projecten weet je dat er de komende jaren nog zullen komen. Maar het zou goed kunnen dat het in deze buurt de laatste keer is dat je zoiets kan kopen.’
Over ieder detail werd maandenlang nagedacht: van de gevelbekleding tot de inkomhal. Philippe Janssens: ‘De inkom vormt je eerste indruk, die moet in verhouding staan tot de rest van het gebouw. Daarom kozen we voor een hal die gelijkstaat aan twee verdiepingen. Uit eigen ervaring weten we dat die plek zo meer is dan een inkom en uitgang.
Het wordt een ontmoetingsplek waar mensen connecties leggen.’
Voorts wordt de Twist Tower het eerste appartementsgebouw in Antwerpen met een gemeenschappelijk zwembad dat zichtbaar is langs de buitenkant: zwemplezier with a view gegarandeerd. ‘Het wordt in alle opzichten een unieke ervaring. Zelfs de traphal krijgt
bijzondere aandacht: die komt centraal in het gebouw, met langs beide zijden natuurlijke lichtinval. Langs de ene kant geeft dat zicht op de Schelde, langs de andere kant biedt dat een geweldig vergezicht.’
De Twist Tower verrijst niet zomaar op twee jaar tijd. Het helpt dat er kan worden gebouwd op een bestaande vloerplaat, maar de werkelijke start van dit project bevindt zich tien jaar terug. “Al in 2016 kwam de grond in ons bezit’, legt de CEO van Immpact uit. ‘In die tijd waren de geesten nog niet rijp om te beginnen bouwen; mensen wilden er toen nog niet wonen. Vandaag is die buurt zodanig opgewaardeerd dat iedereen er een plekje wil.’

Het openbaar terrein is er aangelegd, de omgeving is ontwikkeld en naast de nieuwe toren bevindt zich het nieuwe ziekenhuis ZAS Cadix, waar 1.300 mensen zijn tewerkgesteld. Plots is het niet moeilijk meer om je in te beelden dat je er woont.
Daarnaast duurde het geruime tijd voor de bureaucratische molen klaar was met draaien. ‘Doorgaans duurt het vier à zes jaar om administratief alles in orde te krijgen, maar bij dit project duurde dat bijna dubbel zo lang. Dat lijkt helaas alsmaar vaker het nieuwe normaal. Op tien jaar verandert de wereld natuurlijk sterk, denk maar aan geopolitieke strubbelingen. Een stuk grond zolang niet kunnen ontwikkelen, vraagt daarom niet alleen visie, maar ook durf. Je moet trachten te zien wat een ander (nog) niet ziet en daarop durven inzetten. Bij zo’n project wil je tenslotte alle puntjes op de i hebben vooraleer je begint. Want je kan slechts één keer beginnen met bouwen.’
Immpact weet na al die jaren goed
waarvoor het staat. Het ontwikkelt kantoren noch logistiek vastgoed. Philippe Janssens houdt vast aan het motto ‘Schoenmaker, blijf bij je leest’. ‘Dat gold lange tijd ook voor hoe we keken naar bouwplannen’, vertelt hij. ‘We hebben bij wijze van spreken lang een kaartje gehad met zeven basisafmetingen op. Dat waren onze compacte appartementen: betaalbare eigendom die waarde genereert.’ Het is een van de redenen dat het bedrijf zijn architecten telkens hoogstens vijf werkdagen geeft om een ontwerp uit te tekenen. Philippe Janssens: ‘Geven we te veel tijd, dan eindigen we misschien met kanttekeningen die we weer moeten weghalen. Onze plannen staan voor een zekere simpliciteit die garandeert dat mensen maximaal krijgen waarvoor ze betalen.’
METSELAARSKNECHT
Philippe Janssens begon zijn professionele leven als metselaarsknecht. Na zijn schooltijd begon hij meteen in de bouwsector, waar hij drie jaar lang de basisregels van de bouwsector leerde kennen. Wanneer in 1984 een grote opdrachtgever in financiële moeilijkheden verkeerde, kwam er een abrupt einde aan zijn eerste werkervaring. ‘Zonder dat ik ooit de graad van metser heb bereikt’, vertelt hij. ‘Ik ging de verbouwingen in, kort daarna gevolgd door nieuwbouwprojecten.’ In 2003 bouwde hij met Immpact zijn eerste residentiële appartementsgebouw in Boechout. Vandaag zit hij al 40 jaar in de sector. In die tijd zag hij heel wat regelgevende bepalingen die stelselmatig werden uitgebreid. Philippe Janssens: ‘Voor nieuwbouw zijn er onnoemelijk veel regels bijgekomen, terwijl er voor oude gebouwen veel te weinig verandert. Ik benoem ze daarom regelmatig als een extra sanctie op nieuwbouw, bovenop de btw-tarieven die kopers moeten betalen. Geen wonder dus dat het marktaandeel van nieuwbouw de afgelopen vijf jaar is gekelderd van 17% naar 9%.’
Er is volgens hem dus steeds meer nood aan een nieuwbouwvisie zoals Immpact die uitdraagt. ‘En de investering in een eigen woning is het beste pensioenspaarplan dat een Vlaming kan hebben’, besluit Philippe Janssens.
www.immpact.be
www.twist-tower.com
Wat eerst ‘simpelweg’ het ondertunnelen van een stedelijke snelweg zou worden, leidde in Maastricht ook tot de bouw van een nieuwe publieke ruimte, ongeveer 1.100 woningen en zo’n 30.000 vierkante meter aan handelsruimte. Eertijds projectdirecteur Louis Prompers en Piet Joosten, algemeen directeur van vastgoed-ontwikkelaar RO groep, kijken trots naar de Groene Loper zoals die er vandaag ligt: een nieuwe groene as waarlangs het prettig wonen is.
door Hans Dierckx beelden A2 Maastricht, RO Groep
‘De enige stoplichten tussen Amsterdam en Genua’, zo stond de Maastrichtse noordzuidverbinding op de A2-snelweg eind vorige eeuw bekend. Wat in de jaren ‘50 nog een voorbeeldproject was van gelijkvloerse stedelijke doorstroming voor auto- en vrachtvervoer, was verworden tot een verkeersriool waar doorgaand verkeer tussen Luik, Eindhoven en het Ruhrgebied stremde en dat de stad in twee stukken hakte. De oplossing die de Nederlands-Limburgers in 2006 hebben uitgetekend, doet denken aan die van (een deel van) de Antwerpse Oosterweelverbinding: het verkeer onder de grond stoppen en de aanpalende zones omvormen tot een aantrekkelijk woongebied. Door een infrastructuurproject te koppelen aan vastgoedontwikkeling, ontstond er een nieuwe en aangename as in het centrum van de stad. Die werd de Groene Loper gedoopt. ‘Bij alle grote infrastructuurprojecten zie je verkokering, waarbij elke partij zijn ding

aanbesteding eisten dat er een interdisciplinair team aan zou werken’, herinnert zich Louis Prompers, inmiddels gepensioneerd maar tot voor kort projectdirecteur van die inmiddels afgewerkte Groene Loper. ‘Daarin zat dus niet alleen een verkeersingenieur of een specialist in tunneltechniek, maar ook een stedenbouwkundige, een landschapsarchitect, enzovoort. West 8, het stedenbouwkundig bureau als onderdeel van de marktpartij Avenue2 (een consortium van Ballast Nedam en Strukton, red.) dat de aanbesteding gewonnen had, bedacht een spectaculair plan. Door de zone van de Groene Loper aan de noordkant door te trekken naar de landgoedzone en aan de zuidkant naar de binnenstad, ontstond er een flaneergebied dat al die stukken met het stadscentrum verbindt. Het is een herbergzaam gebied geworden. Iedereen is heel tevreden over het geboekte resultaat.’
















































Het ontwerp van de verkeersinfrastructuur werd dus van bij de start beïnvloed door het beoogde woon-project dat daaromheen zou komen?
Louis Prompers: ‘Via de door de publieke partijen vastgestelde Ambitienota hebben we de private partijen uitgenodigd om die nieuwe publieke ruimte een verblijfsklimaat te geven waar het aangenaam toeven is. Daarom is het onder andere ook een gestapelde tunnel geworden. Nochtans hadden wij als opdrachtgever die spectaculaire oplossing niet zelf bedacht. Maar als je een horizontale tunnel maakt met tweemaal vier baanvakken, dan heb je op het nieuwe maaiveld een afstand van 60 à 70 meter tussen de bebouwing. Dat is niet herbergzaam. Door de tunnelkokers te stapelen is het maar gemiddeld 30 meter en dat voel je. De centrale zone is nu ingericht voor voetgangers en fietsers, met een meer mediterrane uitstraling.
‘Buren lopen elkaar nu weer tegen het lijf op de Groene Loper.’
Want een van de doelen was om weer levendigheid te krijgen. Mensen vertellen nu bijvoorbeeld dat ze nog nooit met hun
buurman gesproken hadden, maar hem nu wel tegen het lijf lopen op de Groene Loper. De beleving van de publieke ruimte wordt echter niet alleen bepaald door de inrichting van dat maaiveld, maar ook door de plint van het gebouw. Het is dus cruciaal dat je ook daar functies creëert die levendigheid brengen. De omliggende bebouwing heeft zich ook mooi vervlochten met de bestaande wijken. Zo stond het ook in de ambitienota. Liever dan een hele nieuwe wijk wilden we liever ontwikkeling die zich organisch inpast in de bestaande bebouwing.’

Voor een vastgoedontwikkelaar is het verkeersriool van weleer dus omgevormd tot een troefkaart?
Piet Joosten: ‘De hele stad is compleet anders gestructureerd nu. En in de plaats van een barrière heb je naast de historische kern nog een tweede aantrekkingspool. In zuidkant van de stad zitten een aantal grote werkgevers in de kennissector, zoals de universiteit of het academisch ziekenhuis, geconcentreerd. Wij leveren nu 350 woningen op aan de noordzijde van de stad. We kunnen die nu zo in de markt zetten dat je op tien minuten tijd vanuit die woningen aan het ziekenhuis of de universiteit staat. En dan heb ik het niet over de auto, maar over fietsen langs een heel aantrekkelijke route. Zo kan je vastgoedactiviteiten ook fysiek koppelen aan economische activiteiten. Daar heeft heel Maastricht bij gewonnen.’
Hoe kan je als overheid goede projectontwikkeling faciliteren?
Louis Prompers: ‘De vastgoedmarkt kent altijd turbulenties. Je moet dus een betrouwbare overheid zijn door te prioriteren. Je kunt niet onbeperkt alles doen. Dus als je private partijen aan een project wil binden die daarmee een risico nemen, mag je niet van de hak op de tak springen en de dag daarop een andere partij een soortgelijk project laten ontwikkelen. Dat geldt zeker in een stad als Maastricht, met 120.000 inwoners. In Antwerpen is het natuurlijk wat anders, omdat daar veel meer kansen liggen.’
‘De vastgoedmarkt kent altijd turbulenties. Je moet dus een betrouwbare overheid zijn door te prioriteren.’
Piet Joosten: ‘Je moet weten dat in Nederland de pieken en dalen in de bouwen vastgoedsector groter zijn dan in België. Als er hier een vastgoedcrisis is, dan valt het ook echt stil. Als op dat moment de overheid in-vesteert in infrastructurele werken waardoor er nieuwe en interessante publieke ruimte ontstaat, ontstaan er nieuwe kansen wanneer de markt weer aantrekt. Daarmee onderscheidt Maastricht zich, en door die fundamentele infrastructurele aanpak zijn er nieuwe mogelijkheden ontstaan. Ik vind het dan ook terecht dat de stad prioriteiten stelt. Die twee gebiedsontwikkelingen krijg je alleen van de grond, als je daaraan ook prioriteit geeft en dus een rem zet op concurrerende ontwikkeling. Maar ik ben nu ook blij dat de klem eraf gehaald is en er nu ook elders in de stad weer mogelijkheden ontstaan, waarvan we gebruikmaken.’














Met een robuuste, rechtszekere vergunningverlening voor ogen, heeft de Gemengde Expertencomissie Vergunningen onlangs haar voorstellen voor een hervorming van het Vlaamse vergunningsbeleid overgemaakt aan de Vlaamse regering. Het rapport bundelt 45 concrete adviezen, die volgens commissielid Yves Loix aanslepende obstakels in het vergunningstraject kunnen wegnemen zonder afbreuk te doen aan de rechtsgang. door Jan Van de Poel
Slechts 60% van de vergunningsaanvragen die in 2024 zijn behandeld, resulteerden in een goedkeuring. Bijna de helft van de procedures strandt dus door een weigering of
stopzetting. Daarnaast wordt bijna 10% van alle vergunningsaanvragen vanuit industrie en bedrijvigheid betwist via beroepsprocedures. Om maar te zeggen: Vlaanderen worstelt op vlak van vergunningsbeleid met een ernstig gebrek aan rechtszekerheid, veroorzaakt door juridische discussies, tegenstrijdige adviezen en complexe beroepsprocedures.
‘Toegenomen
individualisme speelt een rol in, net als de toegenomen complexiteit bij aanvragen.’
Om dat bij te sturen, riep minister van Omgeving Jo Brouns acht maanden geleden de Gemengde Expertencomissie Vergunningen in het leven. Naast experts en vertegenwoordigers van verschillende overheidsinstanties, de academische wereld, de Raad voor Vergunningsbetwistingen
en de Raad van State, werden ook drie gespecialiseerde advocaten waaronder Yves Loix van het Antwerpse GSJ Advocaten gevraagd om daarvan deel uit te maken. Vanuit zijn specialisatie in de begeleiding van vergunningstrajecten, maar ook als gastprofessor in stedenbouw en ruimtelijke ordening aan de Universiteit Antwerpen kon hij daarbij 30 jaar aan praktijkervaring inbrengen. ‘Omdat ik duidelijk zie waar het vandaag misloopt, was ik maar wat blij met de uitnodiging. Dat de Vlaamse regering prioriteit wil geven aan het alsmaar prangender probleem van aanslepende vergunningstrajecten die veel tijd en geld kosten, is alleen maar toe te juichen’, klinkt het.
GELAAGD TRAJECT
Daarbij wijst Yves Loix onder meer op het in Vlaanderen vaak typische verloop van beroepsprocedures via verschillende overheden, van gemeente over provincie tot de Raad voor Vergunningsbetwistingen. ‘Zo kom je al snel aan een doorlooptijd van een tot anderhalf jaar, die soms meermaals wordt
















Sinds 1997 stond de Handelsbeurs in Antwerpen leeg. Vandaag kan het pand weer een rol gaan spelen in de stad. Het 16de-eeuwse gebouw is een semipublieke evenementenruimte met ondergrondse parking, een restaurant en een hotel.




De nieuwe invulling is het resultaat van een sterk ondernemingsplan met de Vlaamse investeringsmaatschappij PMV als financier. Bovendien wist PMV met een rendabel businessplan andere actoren te verzamelen rond het ambitieuze project. Dat is erin geslaagd de historische waarde van het pand te verzoenen met de vereisten van een eigentijdse invulling en een nieuwe dynamiek te brengen in de stad. Het verleden een nieuwe toekomst geven, noemen we dat bij PMV.
herhaald. Ook toegenomen individualisme speelt een rol in, net als de toegenomen complexiteit bij vergunningsaanvragen’, weet hij. ‘Bij de opmaak van de gewestplannen in de jaren ‘70 werd nauwelijks beroep aangetekend. Maar maak vandaag een ruimtelijk uitvoeringsplan voor twee straten op en je hebt meteen enkele honderden bezwaarschriften. Tegenwoordig spelen in de beoordeling ook veel meer aspecten dan puur de bouwplannen mee, zoals mobiliteit en ook de economische context. Om nog niet te spreken over andere bepalende elementen, van het milieueffectenrapport tot de natuurtoets. Naar al die zaken kijken ook allerhande administraties mee, wat de kans op een negatieve uitkomst vergroot.’
Voor Vlaanderen is het volgens Yves Loix (foto) hoognodig om de veelheid aan potentiële obstakels op de weg naar een vergunning terug te dringen, wil het zich als regio maatschappelijk kunnen handhaven. ‘We merken hoe aanslepende vergunningstrajecten, al zeker in combinatie met de gestegen rentes, steeds meer klanten tegenhouden om hier nieuwe investeringen te doen. Bijgevolg worden die eventueel elders gepland. Deze situatie zadelt ons op met een concurrentieel nadeel. Door met een frisse blik aan enkele knoppen te draaien, zijn nochtans een aantal quick wins mogelijk om te kunnen komen tot een logische, correcte afhandeling van aanvragen binnen een redelijke tijdsspanne.’
‘Vandaag
zie je de bijna perverse situatie dat je makkelijker kan bouwen in landelijk gebied dan in hartje Antwerpen, gewoonweg omdat een bouwproject daar minder buren heeft.’
Als advocaat staat het voor hem buiten kijf dat de rechten van derden overeind moeten blijven. ‘De mogelijkheid tot bezwaar aantekenen bij een vergunningstraject
moet een algemeen beginsel in de wetgeving blijven. Iets dat daar tegenin druist, zal nooit passeren bij het Grondwettelijk Hof’, klinkt het. ‘Anderzijds heb je de bijna perverse situatie dat je makkelijker kan bouwen in landelijk gebied dan in hartje Antwerpen, gewoonweg omdat een bouwproject daar minder buren heeft. Dat rijmt niet met de bouwshift. Die is er net op gericht om meer en hoger te bouwen in kernen, om de druk op landelijke gebieden te verlagen. In vergelijking met Duitsland en Nederland is Vlaanderen veel meer volgebouwd. Door lintbebouwing zijn grote agglomeraties ontstaan, waarin nog nauwelijks het onderscheid tussen dorpen te maken is.’
INKORTEN EN WIEDEN
Onder het voorzitterschap van administrateur-generaal Mark Andries van VLAIO boog de Gemengde Expertencommissie Vergunningen zich de voorbije maanden over de problematiek. Dat heeft geleid naar een rapport met 45 concrete adviezen, die onder andere aansturen op het inkorten van beroepsprocedures en het wieden in overtollige regels. ‘Hoewel de diverse samenstelling van de commissie de oefening niet evident maakte, is ze gekomen tot een compromistekst voor een robuuster, rechtszekerder kader voor vergunningenbeleid waarin iedereen in de commissie zich vanuit zijn specifieke invalshoek kan vinden’, aldus Yves Loix, zonder in te gaan op de inhoud van het rapport. ‘Het is aan de voorzitter om dat verder toe te lichten aan het parlement. Naast een aantal algemene principes bevat het rapport alleszins concrete voorstellen voor verschillende niveaus, die ook breder gaan. De mogelijkheid tot voorafgaand overleg bijvoorbeeld kan er al voor zorgen dat fouten worden vermeden of potentiële problemen worden gedetecteerd voor indiening van een aanvraag. Dat kan een antwoord bieden op repetitieve, tijdrovende beroepsprocedures.’

Nu het rapport van de commissie er is, ligt de bal in het kamp van de Vlaamse regering.
Op basis van dit advies wil Vlaams ministerpresident Diependaele komen tot een conceptnota, die als houvast moet dienen voor aangepaste regelgeving. ‘Zowel in de industrie als in de bouwsector ligt het aantal vergunningsaanvragen op een historisch dieptepunt. Het is cruciaal dat de regering dit advies snel en gericht omzet in regelgeving. Voer uit wat nu al klaarligt, zoals de modulaire omgevingsvergunningsprocedure en de omgevingsbesluiten, en werk parallel aan meer fundamentele, nieuwe regelgevende initiatieven’, stelt gedelegeerd bestuurder Frank Beckx van Voka, dat deel uitmaakte van een klankbordgroep die de Gemengde Expertencommissie Vergunningen de voorbije maanden heeft geconsulteerd voor haar werk.
Inzoomen op actuele trends, eens over het muurtje bij de noorderburen kijken en vooral nieuwe gezichten in het wereldje leren kennen: daar draaide het afgelopen jaar weer allemaal rond in W-ARE. Tijdens zes uiteenlopende activiteiten konden de deelnemers aan deze community voor ondernemers en beslissingsnemers in de bouw- en vastgoedsector weer volop waardevolle contacten én inzichten opdoen.

Haar tweede werkingsjaar startte de Waasland & Antwerp Real Estate Community van de Kamer medio februari met een kick-off op domein Wolvenbos in Kapellen. Tijdens dit startevent kreeg het 60-tal aanwezigen alle uitleg over de uitbating van dit bijzondere domein, met een boswandeling erbovenop.

Na een webinar over e-invoicing voor de bouw begin april, trok de vastgoedcommunity op 5 juni met een volle bus naar Rotterdam voor een inspiratiebezoek. Naast toelichting van Robin Dijkgraaf (HD Groep), Wout van der Heijden (POR) en Mark Compeer (NICE Developers) sprong de groeps zelfs op de fiets om in het spoor van Mark Vorsselmans de lokale vastgoedmarkt te ontdekken.
Voorbije highlights van 2025



Innovatie in de bouwsector was begin september de rode draad voor de pitchavond in het decor van Array, de belevingsruimte voor bouwplannen in Kalmthout. Zes innovatieve bedrijven brachten er hun pitch voor een 60-tal sectorgenoten, die Distrivent aanduidden als winnaar van de avond.

Ook volgend jaar pakt W-ARE exclusief voor leden van Voka - Kamer van Koophandel AntwerpenWaasland uit met een interessant programma. Dat garandeert unieke ervaringen, waardevolle inzichten en cross-regionale netwerkmomenten.
5 februari: kick-off met ‘De Tafel van W-ARE’ Buig je bij Play Zuid samen met een exclusief panel over actuele topics in de sector, volgens het succesconcept van ‘De Tafel van Gert’.
2 april: uniek bezoek aan nieuwe gevangenis Antwerpen Krijg een exclusieve inkijk in een van de meest spraakmakende bouwprojecten van dit moment: de nieuwe gevangeis van Antwerpen op de site van Blue Gate Antwerp.
27 augustus: Summerdrink Informele netwerkdrink @ pop-upbar GAZON samen met de vastgoedcommunity’s uit Oost- en West-Vlaanderen
15 oktober: op stap door Antwerpen met Tanguy Ottomer Verken Antwerpen onder begeleiding van stadsgids Tanguy Ottomer en ontdek zo verborgen parels en architecturale hoogtepunten van de stad.
December: slotsessie Sluit het werkingsjaar van W-ARE in stijl mee af.
Dit najaar volgde medio oktober nog een bezoek aan kantoorinrichter
Toon De Somer. Dit werkingsjaar wordt op 18 november afgesloten met een slotsessie met een blik op de Montevideo Offices, in gezelschap van de vastgoedcommunity van onze collega Kamer MechelenKempen. Onder andere de Tomorrowland-kantoren in de herbestemde, eclectische Montevideo-pakhuizen worden bezocht.
De Waasland & Antwerp
Real Estate Community van de Kamer, kortweg W-ARE, is dé community voor ondernemers, directieleden en andere beslissingsnemers uit de bouw- en vastgoedsector – van makelaars en ontwikkelaars over architecten en ingenieurs tot archeologen en vertegenwoordigers van overheden.
Interesse om hiervan deel uit te maken?
Schrijf je dan snel in via deze QR-code of contacteer kim.buyens@voka.be

‘Door te weten wat er in de grond zit, help
je het project dat je erbovenop bouwt.’































‘De watertoets was een goede eerste stap, nu moeten we verder evolueren’, stelt managing director Christian Montag van iFLUX, de specialist in grondwaterdynamieken uit Niel. Want wie integraal waterbeheer van bij het begin meeneemt in zijn vastgoedproject, doet volgens hem een sterk competitief voordeel. Zo zet iFLUX technologische innovatie in voor de vastgoedsector.
door Jens De Wit
fotografie Dirk Kerstens
Het voorbije jaar stond het grondwater in Vlaanderen regelmatig in de schijnwerpers. Het was te nat, dan weer te droog. Kelders liepen onder, dan weer scheurden gevels door aanhoudende droogte. De landbouwsector moet opletten met bemesting, maar tegelijk druppelen microplastics en PFAS het grondwater in. Klimaatverandering komt als oorzaak vaak in de aandacht, maar oplossingen om met de gevolgen om te gaan, blijven onderbelicht.
‘Toch is er dringend nood aan een switch in mindset’, weet Christian Montag. Met iFLUX zet hij in op het inzichtelijk maken van grondwaterdynamieken. ‘Dit heeft een niet te onderschatten impact op bouwprojecten. Door zicht te krijgen op wat beweegt in de bodem kunnen projectontwikkelaars en bouwbedrijven de risico’s van hun projecten beter inschatten, schadelijke effecten efficiënt tegengaan en waar nodig snel ingrijpen.
Zo blijven ze binnen de eisen van hun vergunningen en kunnen ze duurzamere beslissingen nemen. Bovendien helpt het hen om stilstand op de werf te vermijden en reparatiekosten op lange termijn te besparen. Door te weten wat er in de grond zit, help je het project dat je erbovenop bouwt.’
SENSOREN EN DATAVERWERKING
Om te weten te komen wat zich juist in de grond bevindt, ontwikkelde iFLUX verschillende sensoren en een eigen dataplatform. Dat brengt de input van die sensoren samen en maakt analyses mogelijk, om conclusies uit te trekken. Christian Montag wijst op twee producten in het iFLUX-assortiment die relevant zijn voor de vastgoedsector.
‘Het eerste product is de sampler waarmee we als spin-off van de Universiteit Antwerpen en de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) zijn begonnen’, legt hij uit. ‘Deze gaan de grond in via peilbuizen en meten daar hoeveel water er stroomt en hoeveel verontreiniging er door het grondwater heen meebeweegt. Het verschil met een steekproef is groot. Dat is een momentopname, een foto, van een willekeurig moment. Hierdoor mis je wellicht pieken en dalen. Met onze sampler maken we een soort video-opname doorheen de tijd die bijkomende informatie oplevert. We meten de grondwaterstroming tijdens de meetcampagne en de totale verontreiniging in diezelfde periode die zich in het grondwater verplaatst.’
De tweede tool is de fluxsensor die in realtime de snelheid en richting van ondergrondse stromen meet. ‘Die integreren we in een netwerk van sensoren die allerhande zaken zoals zout, nitraat of zelfs bodemvocht meten, gecombineerd met gegevens van derden -




































































































































































































































zoals weerdata - of data van de klant zelf zoals pompdebieten. Al die gegevens brengen we samen in ons zelfontwikkelde platform. Zijn onze samplers video-opnames, dan is dit een livefeed.’
Dit laat iFLUX toe om inzicht te verstrekken aan zijn klanten en partners. ‘Voordien moest je beslissingen nemen op basis van beperkte metingen en worstcasescenario’s. Met onze input kan dat op basis van een tastbare bron’, gaat Christian Montag verder. Dat inzicht wordt op het platform eveneens onmiddellijk tastbaar met een waarschuwingsmodule die bedrijven kan helpen om meteen in te grijpen bij een veranderde situatie. ‘En vooral: eventuele boetes te vermijden’, stipt de managing director aan.

komen te staan. De PFASproblematiek heeft er in die zin voor gezorgd dat het verzamelen van de juiste grondwaterdata cruciaal is. Net daar kunnen we helpen.’
‘Als
je van bij het begin de situatie begrijpt, kan je daar later in het project beter op anticiperen. Dat kan je dure ingrepen besparen of beter incalculeren.’
VROEGE EFFICIËNTIEWINST
Onzekerheid is geen geliefde partner van de bouwsector. De watertoets was volgens Christian Montag daarom een goede eerste stap in de juiste richting, die onvoorziene problemen op een later tijdstip kan helpen vermijden. ‘Maar er is meer nodig om te kunnen navigeren in onzekere tijden’, vindt hij. ‘De regelgeving evolueert en wordt strenger. Tegelijkertijd zijn er nog veel vragen. De PFASregelgeving is daarvan een goed voorbeeld. Ondertussen weten we allemaal wel dat wat we niet zien en meten, ons later duur kan
Hoe vroeger in het project iFLUX wordt ingeschakeld, hoe meer toegevoegde waarde het kan betekenen. Christian Montag: ‘Als je van bij het begin de situatie begrijpt, kan je daar later in het project beter op anticiperen. Dat kan je dure ingrepen besparen of beter incalculeren.’
Bovendien wordt het steeds verstandiger om goed waterbeheer in een bouwproject mee te nemen als basisvereiste, in plaats van als
een ‘moetje’. ‘Doordacht grondwaterbeheer is een echte toegevoegde waarde voor ieder project. Zowel op vlak van vergunningen, risicobeheersing als voorspelbaarheid.’
VLAANDEREN ALS SPEELTUIN iFLUX zag in 2017 het levenslicht als spinoffbedrijf vanuit de Universiteit Antwerpen en VITO. Oorspronkelijk gebeurde dat onder de vleugels van Goedele Verreydt en Tim Op ’t Eyndt. In 2023-2024 realiseerde het bedrijf een sterke groeispurt dankzij een EIC Accelerator-subsidie van de Europese Commissie.
Beide oprichters zijn nog steeds nauw betrokken bij iFLUX: Tim zetelt nog in de raad van bestuur en Goedele is de huidige CTO , naast haar rol bij UAntwerpen. Ieder jaar doen enkele doctoraatstudenten onderzoek bij het bedrijf, van wie sommigen daarna in dienst treden bij iFLUX. ‘We koesteren onze


Toen bedrijfsleider Eddy Van Puyvelde zich afvroeg wat hij zijn drie zonen kon meegeven zodra ze het ouderlijk huis zouden verlaten, botste hij op een harde realiteit: een gewone woning is voor velen vandaag onbetaalbaar en niet langer realistisch. Vanuit die bezorgdheid groeide het idee om een oplossing te ontwikkelen die betaalbaar, duurzaam en flexibel wonen mogelijk maakt Het resultaat is FlexLivin, met als kloppend hart: de BOX.
De BOX: het hart van je woning
De BOX is een robuuste module, volledig uitgerust met sanitair en technieken, die fungeert als het startpunt van elke woning. Dankzij de prefabricage wordt de bouwtijd drastisch verkort en zijn alle installaties netjes weggewerkt en direct gebruiksklaar. Plaatsing gebeurt in één dag, waardoor je snel kan bouwen, verbouwen of uitbreiden, dus geen tijdverlies op de werf.
Bouwen aan betaalbaar wonen
FlexLivin combineert de degelijkheid van klassieke bouw met de snelheid van modulair bouwen. Dat betekent lagere kosten, minder werfwerk en een perfect gecontroleerde kwaliteit





Eindeloze toepassingsmogelijkheden:


Compacte starterswoningen voor jonge koppels of alleenstaanden




Bovendien groeit de BOX mee met de levensfase van de bewoners: van starterswoning tot gezinsuitbreiding, van kantoorruimte tot zorgunit.

Uitbreidbare gezinswoningen voor samengestelde of groeiende gezinnen. Seniorvriendelijke oplossingen voor wie kleiner wil wonen of zorg nodig heeft Renovaties en herbestemmingen van oude gebouwen zoals kerken, hoeves of ndustriële panden. rojectontwikkeling in seriebouw of appartementen, waarbij flexibiliteit en nelheid centraal staan.
FlexLivin richt zich vooral op de B2Bmarkt Architecten & projectontwikkelaars krijgen een plug-in-oplossing die zich eenvoudig laat integreren in elk ontwerp. Of je nu kiest voor standaardmodules of maatwerk, de BOX is geschikt voor hergebruik en biedt altijd ruimte voor creativiteit en een eigen afwerking

Bezoek onze showroom in Sint-Gillis-Waas en plan een inspirerend gesprek in.
aanhoudende banden met de Universiteit Antwerpen en VITO’, vertelt de managing director. ‘Het zijn belangrijke partners voor onder meer talentenwerving en kennisdeling.’
‘Vlaanderen was voor ons de ideale speeltuin, met zijn verschillende, complexe regelgevingen en de wijdverspreide grondvervuiling.’
Ondertussen groeit iFLUX langzaamaan door van Vlaamse speler naar een internationale partner. Naast de sterke basis in België kan het zich al competitief noemen in Nederland, en ook in Duitsland startte het al een distributiekanaal op. In de nabije toekomst staat het vizier op nog meer landen gericht. ‘We willen een Europese autoriteit in grondwaterdynamiek worden’, is Christian Montag stellig. ‘Vlaanderen was voor ons de ideale speeltuin, met zijn verschillende, complexe regelgevingen en de wijdverspreide grondvervuiling. We hebben de voorbije jaren enorm veel ervaring en expertise opgebouwd die we graag zo breed mogelijk inzetten.’
MINDSET MOET ANDERS
Toch is het werk in Vlaanderen nog niet gedaan. Christian en zijn collega’s roepen op tot een heuse mindsetswitch. ‘Nog te vaak wordt naar grondwater gekeken als het voldoen aan een minimumvereiste. Wie zijn ondergrondse project even goed beheert als zijn bovengrondse, kan evenwel onaangename verrassingen vermijden. Het lijkt vaak nog een extra last, maar als je de businesscase maakt van de investering ten opzichte van eventuele navolgende kosten door bijvoorbeeld boetes, stilstand op de werf of ingetrokken vergunningen, zal je zien dat de rekensom best eenvoudig is.’
Om aan de noden van de toekomst te voldoen, groeit iFLUX ondertussen verder. Het komende jaar gaat het op zoek naar minstens vijf nieuwe collega’s en zoveel mogelijk nieuwe partners om zijn ambitieuze doelstellingen in binnen- en buitenland te behalen. ‘We kijken daarvoor heel ruim: partners die sensoren aanbieden die we kunnen integreren in ons aanbod, maar evenzeer partners om distributie in nieuwe markten op zich te nemen’, besluit Christian Montag.
www.iFLUX.be


Elke site is uniek.
Daarom star t Torann steeds met een security scan op locatie.
We brengen de huidige situatie in kaar t, leggen verbeterpunten vast en werken een concreet actieplan uit voor de kor te en lange termijn.
Geen theoretisch rappor t, maar praktische adviezen waarmee management en directie meteen aan de slag kunnen.
Zo weet je welke maatregelen prioriteit hebben, welke investeringen nodig zijn en hoe je je beveiliging klaarstoomt voor de toekomst.
Onze exper ts luisteren naar je noden en werken samen een aanpak uit die je site versterkt én de awareness van je medewerkers verhoogt.
Wil je meer weten? Contacteer ons
Joël Braeckman
Sales Manager Torann België Noorderplaats 5, 2000 ANTWERPEN joel.braeckman@torann.be +32 493 24 63 29





Een veilig welkom begint aan de receptie
De eerste indruk telt. Bezoekers die een kantoorgebouw binnenstappen, ver wachten niet alleen een warm onthaal, maar ook een omgeving waar veiligheid vanzelfsprekend is. Torann combineer t hospitality en security in één geïntegreerde aanpak.
Onze onthaalmedewerkers zijn zowel gastheer/gastvrouw en veiligheidsprofessional. Ze ver welkomen bezoekers met de glimlach, begeleiden hen naar de juiste contactpersoon en houden tegelijk een discreet oog op toegangscontrole, bezoekersregistratie en veiligheidsprocedures.
Het resultaat? Een professionele ontvangst die ver trouwen wekt bij bezoekers én een gerust gevoel geeft aan huurders en medewerkers.
Torann zorgt voor de juiste balans Hospitality die inspireer t, security die beschermt.
Wil je weten hoe wij dit in jouw gebouw toepassen?
Neem contact met ons op.

Joël Braeckman
Sales Manager Torann België Noorderplaats 5, 2000 ANTWERPEN joel.braeckman@torann.be +32 493 24 63 29



Deelnemer
Voka Charter
Duurzaam
Ondernemen






‘We integreren duurzaamheid op alle niveaus. In elke offerte bieden we standaard een duurzamer alternatief aan.’
Alexandre Stoop, TecnoSpace


















Alexandre Stoop, TecnoSpace:
Vorig jaar vierde TecnoSpace uit Wilrijk zijn 25-jarig bestaan als multidisciplinaire aannemer in binnenafwerking. Het bedrijf uit Wilrijk groeide uit tot een toonaangevende speler in totaalinterieur: van systeemwanden, deuren en plafonds tot vloeren, maatwerk en schilderwerk. Onder leiding van zaakvoerder Alexandre Stoop – die in 2005 aan het roer kwam – evolueerde TecnoSpace naar een general interior contractor die complexe projecten realiseert voor klanten als Brussels Airlines, Belfius, DPG Media en SD Worx. door Katrien Verreyken fotografie Vincent Callot
Toen Alexandre Stoop in het bedrijf kwam, bood TecnoSpace vooral verplaatsbare systeemwanden aan. ‘In 2008 hebben we Debaere overgenomen, gespecialiseerd in gyproc’, vertelt hij. ‘Dat was heel complementair. Klanten vroegen vervolgens: kunnen jullie die wanden ook schilderen? En zo groeiden we stap voor stap naar een multidisciplinair bedrijf dat alles rond binnenafwerking doet, behalve technieken zoals HVAC en elektriciteit. De markt evolueerde richting onestopshop en wij zijn daarin meegegaan. Vandaag zijn snelheid, kwaliteit en communicatie onze grootste troeven.’ Stoop benadrukt dat TecnoSpace meer is dan een bouwbedrijf: ‘Wij zijn in de eerste plaats een servicebedrijf. Klanten weten wat ze aan ons hebben. Zeker in een sector waar snelheid en betrouwbaarheid doorslaggevend zijn, is dat cruciaal.’
INVESTEREN IN MINDER OPPERVLAKTE
Met 32 medewerkers en een jaaromzet van 13 miljoen euro behoort TecnoSpace tot de
top drie in België in zijn markt. De ambitie is duidelijk: tegen 2028 nog eens 30% groeien. De veranderende rol van kantoorruimtes speelt daarin mee. ‘In volle coronatijd las ik in de Harvard Business Review een artikel met als titel ‘The office is dead’. Ai ai, dacht ik’, vertelt Alexandre Stoop. ‘Vandaag is er gelukkig een kentering: mensen willen weer naar kantoor en willen ook weer een duidelijke scheiding tussen werk en privé. Bedrijven zien opnieuw hoe belangrijk de werkplek is voor de bedrijfscultuur, en voor samenwerking en kennisdeling. Doordat er een à twee dagen in de week wél thuiswerk wordt toegestaan, is er gemiddeld minder kantoorvlakte per persoon. Er wordt wel meer geïnvesteerd in die vierkante meters. Geen anonieme flexplekken meer, maar opnieuw vaste werkposten, zones voor concentratie en een huiselijke sfeer. Hospitality en beleving zijn cruciaal. Bedrijven investeren daarin om talent aan te trekken en te houden.’
Een mooi voorbeeld zijn de lounges die TecnoSpace voor Brussels Airlines in Zaventem heeft gerealiseerd. ‘Het Sunriseproject was een uitdaging qua logistiek en veiligheid’, herinnert de zaakvoerder zich. ‘Werken op het tarmac, strenge controles, materialen die door de security moesten,.. Een tiental mensen heeft speciale accreditaties moeten behalen om daar in moeilijke omstandigheden te kunnen werken. Toch leverden we vroeger dan gepland op, en het resultaat mag er zijn. Zulke atypische projecten tonen onze meerwaarde.’ Alle topprojecten van TecnoSpace werden begin 2025 gebundeld in het exclusieve jubileumboek D’office. ‘De uitstraling van het project, maar ook de moeilijkheidsgraad en de mix van onze producten hebben de selectie bepaald’, licht Alexandre Stoop toe. ‘Maar op alle projecten zijn we even trots. The office is back!’
De voorbije jaren maakte TecnoSpace duurzaamheid tot een speerpunt. Het bedrijf behaalde in 2024 het Voka Charter Duurzaam Ondernemen en deed dat in 2025 nog eens over. ‘We integreren duurzaamheid op alle
Benieuwd hoe het Voka Charter Duurzaam Ondernemen jouw bedrijf duurzamer op weg kan helpen? Alle info via deze QR-code of duurzaam.aw@voka.be
niveaus’, legt Stoop uit. ‘We bieden in elke offerte standaard een duurzamer alternatief aan: denk aan gyprocplaten met 70% gerecycleerd materiaal, FSC-gecertificeerd bamboe of het hergebruiken van wanden, tapijten en plafondtegels bij relocaties. Voor Henkel hebben we zo de CO₂-impact sterk verlaagd. We laten dat zelfs doorrekenen door consultants, zodat klanten zien hoeveel hun keuzes opleveren.’
Ook intern wordt ingezet op duurzaamheid: zonnepanelen op het dak, een steeds verder geëlektrificeerd wagenpark en een drastische reductie van de CO₂-voetafdruk die overeenkomt met 4.000 bomen.
EIGEN COLLECTIES
TecnoSpace onderscheidt zich ook door eigen productlijnen. ‘We hebben collecties als TecnoPure, TecnoSlim, TecnoLine en TecnoGreen®’, aldus Alexandre Stoop. ‘Akoestiek is een van onze speerpunten. Onze hoogperformante, dubbelbeglaasde wanden combineren transparantie met geluidscomfort. Daarnaast investeren we in circulaire en biobased materialen, zoals bamboe. Innovatie is essentieel: je moet jezelf blijven heruitvinden.’

hebben een team met veel knowhow en we investeren voortdurend in opleiding. Dat geeft vertrouwen, zowel intern als bij klanten. Onze naamsbekendheid is de laatste jaren erg toegenomen.’
‘Door onze wandsystemen te integreren in BIM, is het voor architecten en bouwteams veel eenvoudiger geworden om met onze oplossingen te werken.’
Ook digitalisering krijgt aandacht. Het bedrijf werkt met een sterk ERP-systeem en een geïntegreerde database en CRM. TecnoSpace integreert zijn wandsystemen ook in Building Information Modeling (BIM), wat de uitwisseling van gegevens mogelijk maakt tussen verschillende betrokken partijen in een bouwproject. ‘Dat maakt het voor architecten en bouwteams veel eenvoudiger om met onze oplossingen te werken. Dankzij onze digitalisering kunnen we sneller offertes opmaken, vorderingsstaten opvolgen en projecten transparanter beheren.’
Internationaal heeft TecnoSpace niet meteen ambities. ‘Onze business is lokaal en intensief. We volgen klanten soms naar Luxemburg of Nederland, maar de kern van onze werkzaamheden blijft België. Hier willen we dé referentie zijn.’
BLIK OP DE TOEKOMST
Voor de komende jaren ligt de focus op verdere groei en professionalisering. ‘Achttien miljoen omzet in 2028 is het doel’, zegt de zaakvoerder. ‘Ik wil het bedrijf nog verder uitbouwen en rentabiliseren. We hebben veel potentieel om te groeien en er staan ook een aantal nieuwe producten klaar. Al even belangrijk is dat we onze bedrijfscultuur versterken. Recent hebben we een eerste familiedag georganiseerd, met alle kinderen van onze werknemers erbij. Ook onze ‘Tecnotrips’ zijn populair. Mensen maken het verschil. Als zij zich goed voelen, straalt dat af op onze projecten.’
TecnoSpace blijft bouwen aan meer dan interieurs: het bouwt aan beleving, duurzaamheid en toekomstbestendigheid. ‘We willen trendsetter zijn, niet alleen volgen. Alleen zo blijf je relevant’, besluit Alexandre Stoop.
www.tecnospace.com
Duurzaamheid concreet
-37% aan CO₂-reductie: van 85,7 ton (2019) naar 53,7 ton (2024)
Zonnepanelen op het bedrijfsdak in Wilrijk.
Elektrisch wagenpark in volle uitrol.
Circulaire materialen: hergebruik van wanden, plafonds en tapijten.
Bio-based innovatie: FSCgecertificeerd bamboe in systeemwanden.
Certificaat Voka Charter Duurzaam Ondernemen behaald in 2024 en 2025



































‘Een opdracht gunnen puur op basis van de laagste kostprijs, gaat vaak ten koste van andere mogelijke voordelen van het project.’
Mark Vorsselmans, Vorsselmans NV










W-ARE 2025






Ongeveer de helft van de ramen die Vorsselmans maakt, plaatst de Antwerpse gevelbouwspecialist tegenwoordig in een prefab gevelelement in een fabriek. ‘Terwijl in eigen land nog liever op de traditionele manier wordt gebouwd, maakt deze werkwijze opgang in Nederland en het Verenigd Koninkrijk. Het laat alleszins toe om sneller, veiliger en kwalitatief nóg beter werk af te leveren ‘, zegt Mark Vorsselmans.
door Jan Van de Poel foto Vorsselmans - Bart van Hoek
‘In West-Europa, al zeker in Vlaanderen, is er veel expertise om uitstekende gebouwen te maken’, onderstreept de gedelegeerd bestuurder van familiebedrijf Vorsselmans uit Loenhout. Voor bouwheren zou dat volgens hem een steengoed argument moeten zijn om hun bouwprojecten te laten vastnemen door bouwteams. Daarbij werken verschillende gespecialiseerde bedrijven nauw samen om met verenigde knowhow tot het beste eindresultaat te komen. ‘Die aanpak leidt tot een win-winsituatie met ook een financieel interessanter verhaal. Alleen moeten bouwheren dan het nodige vertrouwen durven geven. En dan toont de Belg zich toch vaak nog wantrouwig tegenover een Nederlander’, klinkt het. ‘Hier komt het nog al te vaak neer op een opdracht gunnen puur op basis van de laagste kostprijs. Dat gaat vaak ten koste van andere mogelijke voordelen van het bouwproject, die bij gunning dan maar buiten beschouwing worden gelaten. Zo blijven marges te beperkt om te kunnen investeren in vernieuwing, waardoor je bijna automatisch in een weinig innoverende markt blijft hangen. Al voel ik stilaan wel een kentering. Steeds meer architecten
sturen aan op werken met bijvoorbeeld een puntensysteem of een voorselectie, om projecten op de best mogelijke manier gerealiseerd te zien.’
FAAM TOT IN LONDEN
Niet toevallig verwijst Mark Vorsselmans naar Nederland, waar zijn familiebedrijf erg actief is. Zowel bij onze noorderburen als de jongste tien jaar ook in het Verenigd Koninkrijk heeft dat een ijzersterke reputatie in grote gevelbouwprojecten opgebouwd. Al zeker wanneer het gaat over hoogbouw: met de afwerking van de gevels van het Television Centre (TVC2), het historische vroegere hoofdkwartier van de BBC in WestLonden, realiseerde Vorsselmans eerder dit jaar al zijn twintigste woontorenproject van minstens honderd meter hoog sinds eind jaren negentig.
‘Met ons werk voor de bom- en kogelwerende gevel van het NAVO-hoofdkwartier in Brussel hebben we naam gemaakt in onze branche. De regio van Londen is sowieso een aantrekkingspool voor investeerders uit Azië en het Midden-Oosten. En de Britse markt heeft ook Europese spelers nodig om de vraag in te vullen. Los daarvan merken we dat er vooral in stadsomgevingen door het plaatsgebrek steeds meer in hoogbouw wordt geïnvesteerd. Torens krijgen ook steeds meer een residentiële invulling. Dat zag je in Nederland eerst gebeuren, waarna Vlaanderen is gevolgd’, haalt de Kempense ondernemer onder andere het Wonderwoods-project in Utrecht (foto) als voorbeeld aan. ‘Ook Antwerpen kent de laatste tien jaar op dat vlak een positieve evolutie. Als je in de toekomst nog groen in je omgeving wil hebben, dan moet je op bepaalde plaatsen wel de keuze durven maken om in de hoogte te gaan. Nederlandse steden als Amsterdam, Rotterdam en Den Haag waren daarin wat voortvarender. Intussen hebben we al wel wat gebouwen van meer dan 150 meter hoog uitgevoerd en kijken we mee naar bouwprojecten van 200 meter. Ook hier hebben zulke projecten in de toekomst hun plaats.’


GENT - RINKKAAI
Nieuw landmark langs de Leie

Luxe appartementen
Feeërieke zichten

MECHELEN - WATTLAND

Tussen het centrum & de Dijle
Gezellige BEN-woonwijk
Slechts 30% bebouwd

MECHELEN - NEWTON HOUSE
Luxe wonen in Mechelen
Zicht op de Sint-Romboutskathedraal


ANTWERPEN - FRIENDSHIP
Binnenkort te koop

High-end wonen met Scheldezicht



UKKEL - UTOPIA

Duurzame nieuwbouw in het groene Ukkel Betaalbare investering

Toplocatie aan het ‘Eilandje’


KASTERLEE - BAYOT
KMO-units & kantoren

Ook voor vrije beroepen
Volledig opgeleverd

MOL - ZILLELANDE


ST-KATELIJNE-WAVER - BORGERWIJK
Patio- & parkappartementen
Historische site
Borgerwijk buurtpark

Ontdek ons volledig woon- en investeringsaanbod op www.vastgoedinvesteerder.be 03 820 82 82
BEN-woonwijk (E-peil 10)
Nieuw buurtpark van 10.000 m² Nabij Mol centrum


DURBUY - TEE VIEW
Luxe vastgoed op de golf van Durbuy

SNELLER EN VEILIGER MET PREFAB
Gevelwerk bij zulke hoogbouwprojecten is werk voor specialisten, stipt Mark Vorsselmans aan. ‘Je moet rekening houden met uiteenlopende omstandigheden. In binnenstedelijk gebied vormt de aanvoer van materialen sowieso al een uitdaging. Die is in Londen ook niet anders dan in Amsterdam of Antwerpen. Daarnaast moet je rekening houden met wind, water en geluid. Ook naar brandwerendheid en op vlak van regelgeving zijn er heel wat bijkomende eisen, sinds de dodelijke brand in de Grenfell Tower. Tegelijk moet je de betaalbaarheid wel onder controle zien te houden.’
Hierbij kan samenwerken met partners in een bouwteam, als opstap naar serie- en prefabricatie, volgens hem helpen. ‘Ongeveer de helft van onze ramen plaatsen we niet in een gebouw, maar in prefab beton of een houtskelet in een fabriek. Dit soort van montage is geen rocketscience; het vraagt alleen partners die daarin willen meegaan. Zo hebben we samenwerkingen met twee fabrieken voor prefabbeton, van waaruit volledige gevelelementen naar de werf vertrekken voor montage’, geeft Mark Vorsselmans mee. ‘Op deze manier kan je sneller en veiliger bouwen, want werk op steigers is hierdoor doorgaans niet meer nodig. Bij montage in de fabriek ben je ook niet meer afhankelijk van weersomstandigheden. Zo houd je de kwaliteit van het geleverde werk beter onder controle. Zowel in Nederland als in het Verenigd Koninkrijk wint die trend terrein. De Belgische markt moet nog een inhaalbeweging maken. Hier leeft nog vaak het foutieve idee dat traditioneel bouwen goedkoper is. Maar bij gebrek aan voldoende vaklui ga je uiteindelijk wel naar prefabricatie moeten grijpen, ook om de kwaliteit te verzekeren.’
Want lagere prijzen in traditionele gevelbouw staan voor mindere kwaliteit, waarschuwt hij. ‘In pakweg Turkije en China heb je ook gevelbouwers. Maar de kwaliteit die onze sector in West-Europa levert, is ver boven het gemiddelde van die in de rest van de wereld. Nog al te vaak wordt gefocust op de initiële kostprijs van een bouwproject. Nochtans is het veel logischer om te kijken naar de opbrengst op langere termijn van een slimme investering in een performant, duurzaam gebouw waarin gebruikers graag leven en werken.’
Net als gebruiksvriendelijkheid en veiligheid is duurzaamheid een aspect waarnaar Vorsselmans steeds meer aandacht ziet gaan. ‘In onze offertes voor de Britse markt zit standaard een berekening van de verwachte CO2-uitstoot. Klanten daar willen weten welke ecologische impact hun productkeuze heeft. Dus hebben we een module ontwikkeld om dat te berekenen. Gaandeweg zal die vraag ook hier meer worden gesteld’, beseft Mark Vorsselmans, die zijn vader overigens erg dankbaar is om 53 jaar geleden een business in aluminium ramen en deuren te zijn gestart. ‘Aluminium behoudt zijn karakteristieken doorheen de tijd, waardoor het perfect herbruikbaar is. Aluminium is dus steeds een slimme keuze. Dat kan je ook meenemen in het ontwerp van je gevelsystemen. Die dusdanig bouwen dat ze makkelijk te ontmantelen zijn, zorgt dat ze ook waardevoller zijn wanneer het later tot een renovatie komt. Hergebruik vinden we geen vies woord, al komt het vandaag in de praktijk vooral nog neer op aluminium recycleren en verwerken tot iets nieuws. Voorts waken we erover niet meer materiaal te verbruiken dan specifiek nodig, onder andere door gevelsystemen te optimaliseren. Om lichtere gevelprofielen te bekomen, ontwerpen we dan bijvoorbeeld een nieuwe matrijs. Ook naargelang de esthetische wensen van de architect trachten we bij projecten innovatief uit de hoek te komen.’
Naast de kennis van zijn eigen R&D-cel kan de Loenhoutse gevelbouwspecialist daarvoor ook puren uit knowhow bij zijn partners, zoals systeemleveranciers en spelers in de glasindustrie. Vooral in groengevels of andere nieuwigheden die inspelen op een energievriendelijker gebouw merkt Mark Vorsselmans stijgende interesse. ‘Een gebouw bestaat uit een structuur, gevels en
installaties. Die drie zaken moeten optimaal worden afgestemd op elkaar. En hoe meer slimme dingen ten voordele van je installaties die je in jouw gevel kan stoppen, hoe beter’, legt hij uit. ‘Dat kan gaan over bijvoorbeeld ventileren, regelen van licht of dempen van geluid. Voor al die aspecten heeft de glasindustrie veel aandacht. We voeren ook alsmaar vaker projecten uit met buildingintegrated photovoltaics. Daarbij worden fotovoltaïsche materialen geïntegreerd in delen van de gebouwschil gericht op het oosten, het zuiden en het westen. Zo kan er niet alleen op het dak, maar bijvoorbeeld ook op borstweringen of overkappingen zonneenergie worden opgewekt.’
www.vorsselmans.be

Aan de Oostmalsesteenweg in Ranst heeft Antonissen Development Group het nieuwe bedrijvenpark La Brique bijna uitverkocht. Nog geen twee jaar nadat werd begonnen met de sanering van de vervuilde site, is die getransformeerd tot een modern bedrijvenpark dat volledig gasloos is, dankzij het gebruik van groendaken en zonnepanelen. Met een vrije hoogte van zes meter, sectionale poorten en een flexibele indeling konden de al opgeleverde kmo-units worden ingericht voor uiteenlopende doeleinden, van creatieve hub en workshopruimte tot magazijn, showroom en zelfs labo. Ook de kantoorruimtes op de eerste verdieping zijn samen te voegen in functie van de nodige oppervlakte. Met bovendien een goede verbinding naar de E313 is de verkoop van het bedrijvenpark aardig opgeschoten. Momenteel zijn nog slechts vier kantoorruimtes en evenveel kmo-units beschikbaar, met prijzen vanaf respectievelijk 259.000 en 494.000 euro exclusief kosten.
https://antonissen.com

Tussen de zuidkant van Schijnpoort en het Rivierenhof in Antwerpen is gestart met de aanleg van het eerste deel van Ringpark Het Schijn. Dit is een van de nieuwe ringparken aan de Antwerpse Ring, die samen met de Oosterweelverbinding en de nieuwe Scheldebrug ‘De Grote Verbinding’ moeten vormen. Dankzij die overkappings- en leefbaarheidsprojecten worden bestaande en nieuwe wijken aan beide kanten van de Ring met elkaar verbonden en komt er meer groen, minder lawaai en schonere lucht. In het Ringpark Het Schijn spelen rivier het Groot Schijn en de Schijnvallei de hoofdrol. De waterloop wordt opnieuw helemaal bovengronds gelegd en vertakt, met zacht hellende oevers en twee eilanden: het parkeiland en het natuureiland. De bestaande toegangen tot het park worden echte buurtpleinen. ‘De buurt gaat hier al vanaf 2027 kunnen genieten van een mooi nieuw park om in te spelen en te wandelen’, weet Alexander D’Hooghe, intendant voor de overkapping van de Antwerpse Ring. ‘Dit project is een toonbeeld van de sterke samenwerking tussen alle partners binnen het Toekomstverbond. We hebben alles in het werk gesteld om dit terrein niet alleen tijdig te verlaten, maar ook bouwrijp en netjes over te dragen. Zo maken we de vervroegde uitvoering van dit ringpark mee mogelijk’, stelt ook Bart Van Camp, directeur Omgeving bij Oosterweelbouwheer Lantis.
www.lantis.be
Antwerpen heeft Leuven voorbijgestoken als duurste stad om een appartement te huren in Vlaanderen. Dat blijkt uit de jongste Huurbarometer van de Confederatie van Immobiliënberoepen (CIB). Deze barometer analyseert nieuwe huurcontracten van een specifieke periode die via een vastgoedkantoor zijn afgesloten. De cijfers geven dus weer wat een nieuwe huurder nu gemiddeld zou betalen, niet wat elke huurder nu gemiddeld betaalt. In Vlaanderen steeg de gemiddelde huurprijs, voor alle soorten woningen samen, tegenover de tweede helft van 2024 met 1,8% tot 948 euro. De stijging van de huurprijzen remt daarmee af volgens CIB, na stevige prijsstijgingen in 2023 en 2024. De gemiddelde huurprijs van een rijwoning komt in heel Vlaanderen in de eerste helft van dit jaar uit op 1.014 euro, quasi stabiel tegenover vorig najaar. Bij de appartementen ging de huurprijs 1,4% hoger tot 893 euro. Vooral die huurprijs voor appartementen is richtinggevend: meer dan zeven op de tien huurwoningen zijn appartementen. In Vlaanderen blijft Vlaams-Brabant de duurste provincie met een gemiddelde huurprijs van 1.123 euro. Antwerpen volgt op twee met 990 euro, gevolgd door Oost-Vlaanderen (925 euro). Bij de steden is Antwerpen voortaan de duurste stad voor de huur van een appartement in het historische centrum. Die klokt in Antwerpen 100 euro hoger af op 1.128 euro. Leuven daalt enkele euro’s naar 1.109 euro en Mechelen volgt met 1.013 euro, voor Gent (958 euro) en Genk (911 euro).
www.cib.be










Je ING Relationship Manager bij Real Estate heeft alle kennis in huis om je vooruit te helpen.








Triple Living, al meer dan 40 jaar ontwikkelaar van waardevolle buurten, residentiële en corporate projecten.


BENT U OP ZOEK NAAR EEN INVESTERING MET MÉÉRWAARDE?
Scan en ontdek het aanbod op triple-living.be of bel 03 336 00 00.
Triple Living kan in geen geval aansprakelijk gesteld worden voor de inhoud van deze advertentie.
De beelden in deze advertentie zijn louter illustratief en niet bindend.