Concerttoelichting

vr 17 oktober 2025 • 20.15 uur
zo 19 oktober 2025 • 14.15 uur
![]()

vr 17 oktober 2025 • 20.15 uur
zo 19 oktober 2025 • 14.15 uur
dirigent Kazuki Yamada
piano Alexandre Kantorow
Tōru Takemitsu (1930-1996) How Slow the Wind (1991)
Camille Saint-Saëns (1835-1921)
Pianoconcert nr. 5 in F, op. 103, ‘Egyptische’ (1896)
• allegro animato
• andante
• molto allegro
pauze
Hector Berlioz (1803-1869) Symphonie fantastique : Épisode de la vie d’un artiste, op. 14 (1830)
• Rêveries – Passions
• Un bal
• Scène aux champs
• Marche au supplice
• Songe d’une nuit du sabbat
Einde concert ca. 22.15 / 16.15 uur
Vorige uitvoeringen door ons orkest: Takemitsu How Slow the Wind: eerste uitvoering door ons orkest
Saint-Saëns Pianoconcert nr. 5: mrt 2010, piano Nicholas Angelich, dirigent Yannick Nézet-Séguin
Berlioz Symphonie fantastique: dec 2021, dirigent Lahav Shani
Een uur voor aanvang van het concert geeft Arjen Leendertz een inleiding op het programma, toegang € 7,50. Kaartjes zijn aan de zaal te verkrijgen tegen pinbetaling. Voor Vrienden is de inleiding gratis.
Cover:Foto Patrick Hendry (Unsplash)
‘Caïro, zonsondergang boven de Nijl’, ingekleurde fotokaart, eind 19de of begin 20ste eeuw. Coll. American University in Cairo



De wind en de zee, een dromerige boottocht over de Nijl, een fatale hartstocht: de werken in dit programma baseren zich alle drie op niet-muzikale gegevens. Bij Takemitsu en Saint-Saëns levert dat subtiele sfeertekeningen op, bij
Berlioz de spectaculaire soundtrack van een onmogelijke liefde.
Een evocatieve sfeer, zoals in de muziek van Takemitsu, klinkt ook in het Vijfde pianoconcert van Camille Saint-Saëns, maar in een heel andere, negentiende-eeuwse context. Zoals in meer van Saint-Saëns’ stukken ademt dit pianoconcert de sfeer van verre oorden. In reizen vond hij het geluk, nadat hij dat in de liefde niet wist te vinden: het huwelijk met zijn twintig jaar jongere vrouw hield geen stand nadat ze in anderhalve maand tijd hun beide kinderen hadden verloren.
Wind en zee ‘Een perspectief op geluid’, zo beschreef de Japanse componist Tōru Takemitsu zijn How Slow the Wind. Takemitsu vond zijn inspiratie voor dit werk in een zeer kort gedicht van de Amerikaanse Emily Dickinson: ‘How slow the wind, how slow the sea, how late their feathers be!’ (‘Hoe traag de wind, hoe traag de zee, zo laat hun verenkleed!’). Het korte openingsmotief verplaatst zich van instrument naar instrument en ontwikkelt zich telkens weer een stukje verder. Met het terugkeren van deze melodie, en daarna steeds een moment van rust, heeft Takemitsu het karakter van eindeloos terugkomende windvlagen en golven in de zee verklankt. De subtiele veranderingen die het motief in How Slow the Wind ondergaat, zag hij als een manier om hedendaagse muziek aan een breed publiek te presenteren. Zoals hij het zelf formuleerde: het ‘overbrengen van leven in muzikale indrukken’.
Het geluk in de muziek verloor SaintSaëns gelukkig nooit: in zijn lange leven componeerde hij stukken in alle soorten en maten, van symfonieën tot opera’s en van religieuze muziek tot concerten. Het ging hem allemaal even vlot af. ‘Ik maak muziek zoals een appelboom appels maakt’, was SaintSaëns’ simpele, maar treffende uitspraak over het gemak waarmee hij componeerde. Maar componeren was niet zijn enige bezigheid: hij was gevierd concertpianist, las op zijn zevende al Latijn, sprak later meerdere talen vloeiend, was bezig met filosofie, astrologie en archeologie en schreef boeken.
Het Vijfde pianoconcert componeerde Saint-Saëns in drie weken tijd in een hotel in Caïro – vandaar de bijnaam ‘Het Egyptische’. De stijl is typisch Saint-Saëns: een mix van Duitse romantiek en Franse verfijning. Zoals de meeste van zijn concerten heeft het Vijfde pianoconcert een rustig begin, waarna zich vervolgens vloeiende melodieën ontwikkelen. Aan het begin van het virtuoze derde deel speelt de piano een wat onduidelijk, laag motief. Daarmee heeft Saint-Saëns vermoedelijk de motor van het bootje verklankt, waarmee hij een tocht over de Nijl maakte. Maar het Egyptische karakter van dit pianoconcert is vooral in het tweede
deel te vinden. Zonder echt Afrikaanse muziek te imiteren, heeft Saint-Saëns daarin een heel eigen klankwereld gecreëerd. Door het gebruik van modale toonladders en een richtingloos, zwevend gevoel lijkt het haast of dit deel geïmproviseerd wordt. ‘De passage in G-groot,’ verklaarde hij later, ‘is een Nubisch liefdesliedje dat ik de schippers op de Nijl hoorde zingen.’ De mystieke sfeer van dit Andante roept een gevoel van ‘ver weg’ op. Minstens zo ver weg als Egypte.
In Un bal, het tweede deel, probeert de held zijn geliefde te vergeten. Hij zoekt afleiding op een dansfeest, maar de gedachte aan haar blijft hem zelfs daar nog achtervolgen. Zoekend naar rust op het platteland (deel 3: Scène aux champs) wordt de held overvallen door een bang voorgevoel. Door opiumgebruik in een diepe slaap beland begaat hij in een boze droom een crime passionel: hij doodt zijn geliefde.
Met de Symphonie fantastique schreef Berlioz de soundtrack van zijn eigen liefdesavontuur
Ook Hector Berlioz beleefde een ongelukkige liefdesgeschiedenis. Maar anders dan SaintSaëns, die er in zijn muziek hooguit bedekte toespelingen op maakte, maakte Berlioz zijn lotgevallen expliciet tot onderwerp van een symfonie. Met de Symphonie fantastique schreef hij de soundtrack van zijn eigen liefdesavontuur. ‘Episode uit het leven van een artiest’ was de ondertitel die Berlioz zijn stuk gaf. Die artiest was niemand minder dan hijzelf. In de vrouwelijke hoofdpersoon die in zijn symfonie opduikt, konden intimi Harriet Smithson herkennen, de Ierse actrice op wie de componist hopeloos verliefd was. De liefde vlamt meteen op in het eerste deel. Al na enkele minuten spelen fluit en viool een melodie die de heldin van het verhaal uitbeeldt – de held valt als een blok voor haar. Zo’n muzikaal motief dat aan een specifiek karakter is gekoppeld, zou Wagner later in de vorm van Leitmotieven tot zijn handelsmerk maken.
In het vierde deel, Marche au supplice, wordt hij daarvoor openbaar terechtgesteld. Met zijn hoofd op het hakblok hoort hij nog de melodie van zijn geliefde. Dan valt de bijl met een harde klap, waarna zijn afgehakte hoofd het schavot afstuitert (plink-plonk), begroet met tromgeroffel en triomfantelijk kopergeschal. Dat had het einde van de symfonie kunnen zijn, maar Berlioz is nog niet klaar met zijn verhaal. In het vijfde deel trekt hij alle registers open. De held belandt in een vagevuur, terwijl de es-klarinet zijn geliefde als een heks ten tonele voert. Doodsklokken luiden de eeuwenoude melodie in van het Dies irae uit de katholieke dodenmis. Voor nog meer angst en beven zorgen de strijkers, die met het hout van de strijkstok de snaren ranselen – een geluid van dansende skeletten. In de Symphonie fantastique heeft Berlioz het er heel wat spectaculairder aan toe laten gaan dan in de werkelijkheid. Na talloze vergeefse pogingen ging Harriet Smithson toch in op zijn avances, maar het huwelijk was niet wat hij ervan hoopte. Tien jaar later ging het als een nachtkaars uit.
Bart de Graaf

Kazuki Yamada • dirigent
Geboren: Kanagawa, Japan
Huidige positie: Music Director City of Birmingham Symphony Orchestra (CBSO), Artistic and Music Director Orchestre Philharmonique de Monte-Carlo, aankomend chef-dirigent Deutsches Symphonie-Orchester Berlin (vanaf 2026–2027)
Studie: Tokyo University of the Arts: orkestdirectie met Ken-Ichiro Kobayashi en Yoko Matsuo
Prijzen: Eerste Prijs Besançon Internationaal Dirigentenconcours 2009, Akeo Watanabe Music Foundation Music Award 2012, Hideo
Saito Memorial Fund Award 2012
Doorbraak: 2012: debuut CBSO, benoeming tot vaste gastdirigent Orchestre de la Suisse Romande
Debuten in 2025-2026: Berliner Philharmoniker, Filarmonica della Scala, Swedish Radio Symphony Orchestra, Cleveland Orchestra, New York Philharmonic, San Francisco Symphony
Debuut Rotterdams Philharmonisch: 2025

Geboren: Clermont-Ferrand, Frankrijk
Studie: piano vanaf vijfjarige leeftijd aan het conservatorium van Pontoise, vervolgstudie bij Pierre-Alain Volondat, Igor Lazko (Schola Cantorum de Paris), Frank Braley en Rena Shereshevskaya
Prijzen: eerste prijs, gouden medaille en Grand Prix op het 16de Internationale Tsjaikovskiconcours, 2019; Gilmore Artist Award 2023, Ridder in de Orde van de Kunsten en Letteren en Ridder in de Nationale Orde van Verdienste (Frankrijk)
Solo-optredens: Pittsburgh Symphony Orchestra, Royal Philharmonic Orchestra (BBC Proms), Orchestre Philharmonique de Radio France, Orchestre National de France, Mariinsky Theatre Orchestra, Budapest Festival Orchestra, Hong Kong Philharmonic Orchestra
Debuut Rotterdams Philharmonisch: 2021
Music for Breakfast 1
zo 26 oktober 2025 • 10.30 uur
Dudok in het Park musici en programma zie rpho.nl
do 30 oktober 2025 • 20.15 uur
vr 31 oktober 2025 • 20.15 uur
dirigent Robin Ticciati
piano Yuja Wang
Haydn Chaos uit Die Schöpfung
Ligeti Pianoconcert
Mahler Vijfde symfonie
Harry Potter in Concert, deel 1
zo 12 november 2025 • 19.30 uur
do 13 november 2025 • 19.30 uur
vr 14 november 2025 • 19.30 uur
za 15 november 2025 • 19.30 uur
zo 16 november 2025 • 13.30 uur
dirigent Justin Freer
Williams Harry Potter and the Philosopher’s Stone
Sint Sing Along (3+)
wo 19 november 2025 • 13.30 en 16.00 uur - de Doelen
dirigent & arrangeur Ronald Ent Sinterklaas Sinterklaas
Stip en Stippel Rik van der Loos en Maaike Wijntje
koor Kanariepieten koor van Jeugdtheater Hofplein
script en regie Peter Speijer
vr 21 november 2025 • 20.15 uur
zo 23 november 2025 • 14.15 uur
dirigent Bas Wiegers
piano Kirill Gerstein
Ivičević Black Moon Lilith
Adès Pianoconcert
Stravinsky Petroesjka
Chef-dirigent
Lahav Shani
Eredirigent
Yannick Nézet-Séguin
Vaste gastdirigent
Tarmo Peltokoski
Eerste viool
Marieke Blankestijn, concertmeester
Vlad Stanculeasa, concertmeester
Quirine Scheffers
Hed Yaron Meyerson
Saskia Otto
Arno Bons
Rachel Browne
Maria Dingjan
Marie-José Schrijner
Noëmi Bodden
Petra Visser
Sophia Torrenga
Hadewijch Hofland
Annerien Stuker
Alexandra van Beveren
Marie Duquesnoy
Giulio Greci
Tweede viool
Charlotte Potgieter
Frank de Groot
Laurens van Vliet
Elina Staphorsius
Jun Yi Dou
Bob Bruyn
Eefje Habraken
Maija Reinikainen
Babette van den Berg
Melanie Broers
Tobias Staub
Sarah Decamps
Altviool
Anne Huser
Roman Spitzer
Galahad Samson
José Moura Nunes
Kerstin Bonk
Janine Baller
Francis Saunders
Veronika Lénártová
Rosalinde Kluck
León van den Berg
Olfje van der Klein
Jan Navarro
Cello
Emanuele Silvestri
Gustaw Bafeltowski
Joanna Pachucka
Daniel Petrovitsch
Mario Rio
Eelco Beinema
Carla Schrijner
Pepijn Meeuws
Yi-Ting Fang
Killian White
Paul Stavridis
Contrabas
Matthew Midgley
Ying Lai Green
Jonathan Focquaert
Arjen Leendertz
Ricardo Neto
Javier Clemen Martínez
Fluit
Juliette Hurel
Joséphine Olech
Manon Gayet
Fluit/piccolo
Beatriz Baião
Hobo
Karel Schoofs
Anja van der Maten
Hobo/althobo
Ron Tijhuis
Klarinet
Julien Hervé
Bruno Bonansea
Alberto Sánchez García
Klarinet/ basklarinet
Romke-Jan Wijmenga
Fagot
Pieter Nuytten
Lola Descours
Marianne Prommel
Fagot/ contrafagot
Hans Wisse
Hoorn
David Fernández Alonso
Felipe Freitas
Wendy Leliveld
Richard Speetjens
Laurens Otto
Pierre Buizer
Trompet
Alex Elia
Adrián Martínez
Simon Wierenga
Jos Verspagen
Trombone
Pierre Volders
Alexander Verbeek
Remko de Jager
Bastrombone
Rommert Groenhof
Tuba
Martijn van Rijswijk
Pauken/slagwerk
Danny van de Wal
Ronald Ent
Martijn Boom
Harp
Albane Baron