Genotypering van Avibacterium paragallinarum -stammen
Coryza
Coryza wordt veroorzaakt door de bacterie Avibacterium paragallinarum. Deze bacterie veroorzaakt bij kippen ontsteking van de voorste luchtwegen. De verschijnselen zijn klachten van het ademhalingsapparaat, dikke, gezwollen sinussen en neusuitvloeiing. In de volksmond wordt deze ziekte dan ook ‘acute snot’ genoemd. Daarnaast kan een licht verhoogde uitval en een daling in legpercentage en voeropname worden waargenomen. Meestal herstellen de dieren zonder ingrijpen binnen enkele weken. De bacterie kan ook subklinisch aanwezig zijn, dus zonder zichtbare ziekte (dragerschap).
Het belang van genotypering
GD beschikt sinds vorig jaar over een test om genotypering uit te voeren op A.paragallinarum isolaten. Met genotypering van stammen zijn we in staat om de introductie van mogelijk nieuwe (potentieel ziekmakende) stammen te monitoren en om uitbraken aan elkaar te koppelen. In 2021 toonden we binnen de uitbraken bij commercieel en nietcommercieel pluimvee genotypen GT4, GT7, GT8, GT26, GT27 en GT31 aan. In het eerste halfjaar van 2022 vonden we twee nieuwe genotypen bij dragerkoppels (commercieel pluimvee): GT14 en GT19. GT14 werd tevens bij hobbypluimvee gevonden (zie figuur).
Resultaten HPG2-sequentieanalyse op Avibacterium paragallinarum-stammen 1e halfjaar 2022
Via Veekijkernieuws houden wij u elk kwartaal op de hoogte van nieuws uit de monitoring van diergezondheid bij pluimvee. Mocht er tussendoor iets belangrijks spelen dan sturen wij u daarover een e-mail.
Figuur. Resultaten Coryza-onderzoek stammen uit 1e halfjaar 2022: 5 HPG2-genotypen (nummers bij de bollen betreffen de verschillende genotypes (GT) (Bron: GD)
Nederlandse isolaten 2008-2021
Commercieel pluimvee - drager (1e halfjaar 2022)
Hobbypluimvee (1e halfjaar 2022)
Bollen: aantal AVP-isolaten
1 isolaat
2 isolaten*
4 isolaten
>4 isolaten* (elke taartpunt = 1 isolaat)
Toelichting figuur: Grotere bollen met meerdere punten: meerdere isolaten die op basis van het geanalyseerde DNA-fragment niet te onderscheiden zijn van elkaar. De afstand tussen de verschillende bollen (gemeten over de verbindingslijnen) geeft de mate van overeenkomst aan. Hierbij geldt, hoe korter de afstand, hoe groter de overeenkomst.
Aanmelden
sectiemateriaal
U kunt dieren bij GD 24 uur per dag, 7 dagen per week aanmelden voor pathologisch onderzoek. Dit kan via www.gddiergezondheid.nl/ ophaaldienst of via 088 20 25 500 (optie 8). Wij halen dieren die ’s avonds voor 22.00 uur zijn aangemeld de eerstvolgende werkdag op. Belt u ’s ochtends? Dan bekijkt de planner of de opdracht nog in de route past. Voor een optimaal onderzoek is het van belang een goede en volledige anamnese toe te voegen en dieren in te sturen die representatief zijn voor de problemen waar u een antwoord op wilt hebben.
Genotype versus serotype en gevoeligheid van de testen
Eerder is aangetoond dat met A. paragallinarum besmet hobbypluimvee een risico kan vormen voor commercieel pluimvee. In de aanpak van ziekte door A. paragallinarum (Coryza) bij commercieel pluimvee is vaccinatie van belang. De effectiviteit van vaccinatie is gerelateerd aan het serotype van de stam die is opgenomen in het vaccin. Bij ziekte veroorzaakt door een nieuw genotype is het serotype van deze stam ook van belang. De moleculaire test voor het monitoren van het serotype naast het genotype stelt eisen aan de concentraties van het genetisch materiaal van de A. paragallinarum bacterie (bacterieel DNA) voor een testresultaat. Uit de monitoring blijkt dat de gevoeligheid van deze serotyperingstest vooral beperkt lijkt bij dragers van de bacterie (lage hoeveelheid bacterieel DNA aanwezig) en geen eenduidig resultaat oplevert. Op dit moment wordt de gevoeligheid van deze test aangepast om de monitoring op serotypeniveau verder te optimaliseren, ook in die gevallen waar de hoeveelheid genetisch materiaal lager is.
Nadere analyse hoge NCD-titers
In het eerste halfjaar van 2022 zijn zeventien inzendingen van bloedmonsters van vleeskuikens of vleeskalkoenen doorgetitreerd omdat meer dan 70 procent van de bloedmonsters een titer van 7 of hoger had. Aangezien de standaard HARtest een testrange van 1 tot en met 7 heeft, is van deze monsters niet duidelijk welke titer ze daadwerkelijk hebben. Bij doortitreren bleek dat bij geen van deze inzendingen het gemiddelde van de NCD HARtiters hoger was dan 9. De inzendingen waren afkomstig van verschillende postcodegebieden, en dus niet gecentreerd in een deel van Nederland. Uit contacten met de begeleidende dierenarts van de bedrijven waar deze monsters van afkomstig waren, bleek dat in geen van de gevallen sprake was van respiratoire gezondheidsproblemen. Hoewel geen verklaring kan worden gevonden voor deze hoge titers, is er geen aanleiding om de aanwezigheid van velogeen NCD virus in Nederland te verwachten.
Bel de Veekijker
Op werkdagen kunt u rechtstreeks contact opnemen met de Veekijker: 088 20 25 555. Via het keuzemenu kiest u de diersoort waar u informatie over wilt hebben. Het team Pluimvee is bereikbaar tussen 08.30 en 17.00 uur (spoedgevallen 24/7).
Anneke Feberwee
Christiaan ter Veen
Willem Dekkers
Wil Landman
Jeanine Wiegel
Teun Fabri
Robert Jan Molenaar Sjaak de Wit
Het Veekijkerteam Pluimvee
Een testplaat, met daarin het bezinksel dat te zien is na het uitvoeren van de HAR-test. Wanneer er geen of onvoldoende afweerstoffen in de verdunning zaten, zijn de rode bloedcellen aan elkaar geklonterd.