

herkauwer
Oktober 2025 - nummer 117



CASUS UIT DE SECTIEZAAL

Bulten bij koeien









REPORTAGE
Grip houden op diergezondheid voor een gezonde koppel melkkoeien

GEZONDE KALVEREN Luchtwegproblemen voorkomen




PREVENTIE LOONT

Door de waan van alledag schiet het er soms bij in: preventief werken. Het is belangrijk om niet pas in actie te komen bij problemen, maar deze problemen waar mogelijk te voorkomen. Dat is goed voor het blijven draaien van een goede productie en dus voor uw economische bedrijfsresultaat, het dierenwelzijn en het werkplezier.
Er moet dagelijks veel gebeuren op het bedrijf, waardoor het een uitdaging is om alles gedaan te krijgen. Meer focus op preventieve maatregelen vraagt eerst meer inspanning maar levert uiteindelijk meer rendement op. Deze Herkauwer biedt tal van handvatten om hierbij te ondersteunen. In deze editie delen we verhalen over klauwgezondheid en de relatie met voeding. Daarnaast komen de laatste inzichten aan bod die onze experts hebben opgedaan op een buitenlands con-
gres over uiergezondheid. Verder hebben we aandacht voor het verkleinen van het risico van ziekte-insleep. Melkveehouder Meijer deelt zijn preventieve manier van werken. Door tankmelkonderzoek houdt hij een vinger aan de pols en kan hij ingrijpen als het nodig is.
Ook bij GD denken we vooruit, we houden de diergezondheidssituatie in ons land en de omliggende landen goed in de gaten. In deze Herkauwer delen we de laatste stand van zaken van de blauwtongmonitoring. Daarnaast verzorgen we diverse webinars en kunt u onze podcasts beluisteren over allerlei actuele zaken. Door samen te werken en gebruik te maken van de beschikbare middelen, kunnen we de gezondheid van dieren optimaliseren. Preventief werken is de sleutel tot succes en duurzaamheid in de melkveehouderij. Doet u mee?
Linda van Duijn, manager afdeling Rund



Bereikbaarheid
Tarieven


Royal GD is op werkdagen telefonisch bereikbaar via 088 20 25 500.
Alle genoemde GD-tarieven in deze uitgave zijn exclusief btw en basiskosten. Bekijk onze website voor de actuele tarieven.
Ophaaldienst voor sectie- en monstermateriaal
Aanmelden: via het aanmeldformulier op www.gddiergezondheid.nl of telefonisch 088 20 25 500 (24 uur per dag). Wij halen het materiaal dan zo spoedig mogelijk op. Sectie- en monstermateriaal kan worden gebracht van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur.
COLOFON
Herkauwer is een uitgave van Royal GD Redactie Vera Bolink, Jet Mars, Arjan Pakkert, Debora Smits | Eindredactie Jessica Fiks | Redactieadres Royal GD, Marketingsupport & Communicatie, Postbus 9, 7400 AA Deventer, T 088 20 25 500, redactie@gddiergezondheid.nl, www.gddiergezondheid.nl | Productiecoördinatie Senefelder Misset Doetinchem B.V. | Basisontwerp Studio Kaap | Vormgeving Dock35 Media B.V. | Druk Senefelder Misset Doetinchem B.V. | Abonnementen Herkauwer wordt gratis toegezonden aan relaties van Royal GD. | Advertenties Dock35 Media B.V., T. 0314 - 35 58 00 | Verschijningsfrequentie drie keer per jaar | Suggesties Suggesties voor dit blad kunnen worden doorgegeven via redactie@gddiergezondheid.nl. Overname van artikelen is toegestaan uitsluitend na toestemming van de uitgever. | Disclaimer Royal GD en de redactie zijn niet verantwoordelijk en daardoor niet aansprakelijk voor de inhoud van de geplaatste advertenties en advertorials.
ISSN: 1875a-2594


04 Actueel
05 Onderzoek uitgelicht
06 De invloed van voeding op klauwen
08 Longproblemen bij kalveren

11 Voorkom ziekte-insleep met de Risicocheck
12 Column: salmonella - najaarszorg
13 Reportage: optimale diergezondheid nastreven
16 Klauwen juist ontsmetten
Dit blad niet meer ontvangen of een adreswijziging doorgeven? Dat kan via 088 20 25 500, of per e-mail. Voor een adreswijziging: klantdata@gddiergezondheid.nl, voor aan- en afmeldingen vakbladen: info@gddiergezondheid.nl.

17 Blauwtongmonitoring
19 Ontdek de mogelijkheden van VeeOnline
20 Uit de sectiezaal: bulten bij koeien
22 Relatiebeheer
23 Vraag&Antwoord en het getal
Beluister onze podcasts
Hoe jn is het om in je eigen tijd te luisteren naar podcasts die jouw interesse hebben. Daarom zijn we gestart met podcasts en maken we podcasts voor dierenartsen en voor veehouders. In de podcastserie ‘Over diergezondheid gesproken’ zit elke keer een andere specialist aan tafel en we vragen hem of haar het hemd van het lijf over dierziekten en uitdagingen op het melkveebedrijf. Je beluistert de podcasts op Spotify of onze website.


Wat je melk je vertelt
Dit najaar besteden we extra aandacht aan de waarde van tankmelkonderzoek voor veehouders in het thema: “Wat je melk je vertelt”. Tijdens deze actieperiode, die loopt tot het einde van het jaar, kun je voor honderd euro een eenmalig gecombineerd tankmelkonderzoek klauwgezondheid, uiergezondheid en mineralen laten uitvoeren. Een unieke kans om voordelig kennis te maken met onze tankmelkprogramma’s en wat die voor jou kunnen betekenen op het gebied van signalering en preventie. Meer weten? In de bijlage bij deze Herkauwer lees je meer over deze actie.
Neospora Stappenplan helpt bij bepalen van aanpak

Heb jij op je bedrijf last van neospora of wil je voorkomen dat het zich verder verspreidt? Met het nieuwe digitale stappenplan ontdek je welke stappen voor jouw situatie daarvoor nodig zijn. Het plan helpt je niet alleen om besmette dieren goed aan te pakken, maar geeft ook praktische tips om nieuwe besmettingen te voorkomen. Zo pak je neospora gericht aan en beperk je de schade voor je bedrijf.
NAAR HET STAPPENPLAN
Ontwormen van het jongvee nodig?
Pepsinogeenonderzoek geeft inzicht
Het weideseizoen is of loopt ten einde. Dan rijst vaak de vraag: hebben je kalveren voldoende weerstand opgebouwd tegen maagdarmwormen of is behandelen nog nodig?
Weerstand zelf is niet meetbaar, maar via bloedonderzoek naar pepsinogeen krijg je wél inzicht. Pepsinogeen komt vrij bij schade in de lebmaag door wormlarven. Onderzoek naar pepsinogeen kan aangeven of er op juiste wijze weerstand is opgebouwd of dat de schade door de wormen te hoog is, waardoor een behandeling noodzakelijk is. Wij bieden hiervoor onderzoek aan. De uitslag helpt je, samen met je dierenarts, te beslissen over ontwormen. Laat het onderzoek uitvoeren tot uiterlijk een week na het opstallen.
NAAR DE AANPAK VAN WORMINFECTIES
Zien we je dit jaar op RMV?
We zijn dit jaar weer van de partij op RMV Hardenberg en Gorinchem. We kijken ernaar uit om je daar weer persoonlijk te spreken, kennis uit te wisselen en je bij te praten over de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van diergezondheid. Natuurlijk beantwoorden we graag je vragen en laten we zien wat wij voor jouw bedrijf kunnen betekenen. Kom je ook langs in onze stand? We hebben een leuke beursactie rondom de najaarscampagne. Je vindt ons in Hardenberg in op stand 340 en in Gorinchem op stand A107.
Prettig melken, gezonde uiers, meer melk
GD is regelmatig betrokken bij onderzoek om nieuwe inzichten op te doen en praktische adviezen te ontwikkelen. Daarnaast leren we graag van anderen via congressen en symposia. Sabine Tijs van het uiergezondheidsteam (UGA-team) bezocht de Better Milking Advice Conference in Polen. Hieronder een kort verslag en ervaringen.
Samenvatting
We willen efficiënt en koevriendelijk melken met behoud van goede uiergezondheid. Melken is echter een complex proces waarbij meerdere factoren samenkomen. Door verschillende vacuümparameters tijdens het melken te meten, kunnen we het melkproces beoordelen en verbeterpunten identificeren. Toch is het belangrijk om niet ‘blind te staren’ op het melkproces alleen als het gaat om de uiergezondheid.
Het kan altijd beter
Dankzij jaarlijkse statische (‘droge’) metingen door Stichting KOM komen grote afwijkingen aan melkinstallaties in Nederland minder vaak voor dan in landen waar dit niet de standaard is.
Maar ook als de melkinstallatie jaarlijks ‘droog’ wordt doorgemeten en vaak goed wordt onderhouden, blijkt in sommige gevallen dat deze toch problemen kan geven of dat op zijn minst optimalisatie mogelijk is. Bij een dynamische (‘natte’) meting worden niet alleen metingen verricht aan de melkinstallatie maar ook aspecten zoals melkhygiëne, speenconditie, gedrag van de koeien en het uitmelken beoordeeld.
Verschillen tussen landen


Tijdens de conferentie bespraken melkmachineleveranciers, onderzoekers en adviseurs ontwikkelingen rondom melken, waaronder verbeterde en verdergaande automatisering en batch melken. Interessant zijn dan de verschillen tussen landen in melksystemen en arbeidsinzet. Ook wetenschappelijke onderzoeken naar tepelvoeringen en speenpuntvereelting werden besproken en belangrijke wijzigingen in ISOstandaarden voor melken werden toegelicht. Het gaat tijdens zo’n conferentie soms om kleine details van het melkproces, zoals een optimale D-fase van een pulsatiecurve of de ideale
Toch leert onderzoek en praktijkervaring ook dat er vaak nog veel winst te behalen valt in managementaspecten. Praktische voorbeelden zijn schone uiers, goede slanggeleiding, optimale voorbehandeling, uitstekende speendesinfectie en een juiste melkfrequentie. Ook met een dagelijkse controle van geautomatiseerde processen kunnen veel pro-
Wat neem je mee voor de praktijk?
Sabine: ‘Er kunnen uiteenlopende redenen zijn voor de aanvraag van een natte meting, zoals onrustige koeien, overmatige speenpuntvereelting, onvoldoende uitmelken of klachten over de uiergezondheid. In het laatste geval speelt melkwinning een belangrijke maar niet de enige rol. Tijdens deze conferentie werd dit bevestigd op basis van onderzoek. Mastitis is een multifactoriële aandoening waarbij voeding, huisvesting, behandeling en weerstand een rol spelen. Een goede analyse van uiergezondheidskengetallen en een complete beoordeling van het uiergezondheidsmanagement zijn dan essentieel en standaard onderdeel van de uitgebreide natte metingen die GD biedt. We ondersteunen hiermee veehouders, melkmachinedealers en dierenartsen, met als gezamenlijk doel: prettig melken, gezonde uiers en meer melk.
Sabine Tijs
Klauwproblemen bij runderen zijn al decennialang een uitdaging voor veehouders. Waar men vroeger dacht dat pensverzuring de voornaamste boosdoener was, werpt de kennis vanuit meer recent onderzoek een nieuw licht op de relatie tussen voeding en klauwgezondheid. De tijden zijn veranderd, en met die verandering komt een nieuwe aanpak die zich richt op preventie en het optimaliseren van voeding. Want één ding is zeker: beschadigde klauwen herstellen nooit meer volledig. Het is dus van essentieel belang om problemen vóór te zijn.
DE INVLOED VAN VOEDING OP KLAUWEN
Nieuwe inzichten voor
Kijk je naar de invloed van voeding op klauwen, dan is het inzicht nu anders dan in de jaren voor de eeuwwisseling. Mede op basis van onderzoek van GD was toen de algehele opinie dat klauwproblemen in het begin van de lactatie met name werden veroorzaakt vanuit een suboptimaal (zetmeelrijk/structuurarm) rantsoen, resulterend in pensverzuring. Deze zogenaamde subklinische pensverzuring zou aanleiding geven tot een verstoorde bloedcirculatie in de lederhuid van de klauwen en de ophangbanden (lamellen) in de hoornschoen. Het eindresultaat daarvan: bloedingen in de zool, in de witte lijn of in allebei. Bijna drie decennia verder kunnen we dat verhaal niet meer ondersteunen.
Soepele transitieperiode
De meeste klauwproblemen ontstaan in de eerste drie maanden na het afkalven. Het voorkomen daarvan begint eigenlijk al in de periode daaraan voorafgaand, de droogstand. Voor de preventie van niet-infectieuze klauwaandoeningen (zoolbloedin-
gen, zoolzweren en witte lijnaandoeningen) is het belangrijk dat de transitieperiode, van de vorige lactatie naar de nieuwe, zo soepel mogelijk verloopt. De koe moet rondom het afkalven fit zijn en een goede voeropname hebben. Daarnaast moet de overgang van droogstands- naar lactatierantsoen optimaal verlopen, zodat de microben in de pens de kans krijgen zich aan te passen aan het nieuwe rantsoen. Dat wil zeggen: afhankelijk van de rantsoenen van een bedrijf op de dag van afkalven maximaal twee tot drie kilo krachtvoer en daarna een geleidelijke opbouw, in bijvoorbeeld drie weken tijd naar de maximale krachtvoergift toe. Leidend hierbij moeten zijn: een goede pensvulling en pensfunctie en goed herkauwen, in combinatie met beperkt verlies aan lichaamsconditie.


Goede pensfunctie
Voor een goede pensfunctie heeft GD de visie dat de koeien aan het voerhek moeten staan om te vreten en in de ligboxen moe-
Menno Holzhauer, dierenarts rund

betere preventie
ten liggen om te herkauwen. Op een rustmoment zou 85 procent (18 van de 20 dieren) in de ligboxen moeten liggen herkauwen. Een goede pensfunctie is van belang voor een goede en stabiele pens-pH, dat weer nodig is voor het optimaal functioneren van de microben en een maximale biotineproductie, voor een goede hoornkwaliteit. Natuurlijk wordt de hoornkwaliteit, en ook het ontstaan van (sub)klinische melkziekte, beïnvloed door een goede mineralenvoorziening en een evenwichtige opname. De mineralenopname kan ook worden beïnvloed door de samenstelling van het drinkwater (bijvoorbeeld bij een hoog ijzer- of kopergehalte). Mineralen die speciaal met hoornkwaliteit te maken hebben zijn calcium, magnesium, koper, zink, mangaan en selenium, en daarnaast vitamines A en E. De meeste hiervan zijn ook van invloed op tal van andere lichaamsfuncties zoals de botgroei, melkproductie en vruchtbaarheid.
Aandacht voor lichaamsconditie
Een ander aspect van voeding is een juiste voorziening van alle voedingsstoffen om verlies van te veel lichaamsconditie te voorkomen. Dit proces is complex en begint eigenlijk al in de voorafgaande lactatie. Koeien moeten in de tweede helft van de lactatie zo gevoerd worden dat de conditie niet te ruim wordt. De optimale score bij droogzetten is 3 tot 3,5. In alle gevallen is het goed om dit met de directe adviseurs af te stemmen.
Koeien in een te ruime conditie op het moment van afkalven hebben vaak een lagere voeropname en krijgen vaker (sub)klini-
sche melkziekte, wat kan bijdragen aan een zachtere klauwhoorn. Daarnaast komen ze vaak in een negatieve energiebalans en hebben ze de neiging een vorm van slepende melkziekte te ontwikkelen. Dit betekent dat de dieren lichaamsvetten gaan afbreken, waaronder vetweefsel in de hoornschoen tussen het klauwbeen en de zool. Dit kan resulteren in een kneuzing van de lederhuid, het ontwikkelen van een zoolbloeding en een grotere kans op het ontstaan van witte lijnaandoeningen. Dit is met name het geval bij harde, ongelijke ondergrond, lange statijden en een stressvolle omgang met de koeien. Overigens, een zoolbloeding beschouwen we als een voorstadium van zoolzweer. Dieren met een diepe negatieve energiebalans en te veel verlies van lichaamsconditie hebben ook een grotere kans op uierontsteking in de eerste periode na afkalven en op een verminderde vruchtbaarheid.
Rantsoen in balans
Tot slot: goede voeding, oftewel een rantsoen dat in balans is met de juiste voorziening van koolhydraten, eiwitten en mineralen, draagt bij aan een optimale huidweerstand. Ook voorkomt het dunne opspattende en plakkerige mest, dat leidt tot nattere roosters en overdracht van infecties als Mortellaro. Bedrijven waar dit voorkomt hebben vaak ook een grotere kans op infecties op andere plaatsen op de huid.
Kortom: het optimaliseren van voeding en goede huisvesting zijn de sleutel om je dieren te helpen om sterk en gezond te blijven en klauwproblemen te voorkomen.

LONGPROBLEMEN BIJ KALVEREN





Als je moet behandelen, ben je te laat

Hoestende kalveren? Als je een kalf moet behandelen, ben je eigenlijk al te laat. De schade is doorgaans niet meer volledig herstelbaar. Hoe voorkom je luchtwegproblemen en zet je de opfok niet op de tocht?
Je kent het vast: een kalf dat blijft hoesten, wat snotterig is en niet vooruit wil. Een antibioticumkuur lijkt even te helpen, maar voor je het weet, begint het opnieuw. Of het is al normaal geworden dat elk jaar opnieuw wat kalveren antibioticum nodig hebben.
Behandelen is achter de feiten aanlopen Luchtwegproblemen bij kalveren zijn kostbaar en schadelijk voor zowel jou als jouw dieren. In de vleesveehouderij zie je de gevolgen meteen in de kilo’s, bij melkvee merk je het later in lagere melkproductie of kortere levensduur. Zodra behandeling
Het mooie is: als je nu start met meten, testen en analyseren, kun je binnen een jaar inke stappen zetten








nodig is, is er al schade in de longen. Dit leidt tot groeivertraging (70 tot 100 gram per dag), hogere kans op afvoer vóór de eerste afkalving, tot 500 kilogram minder melk als vaars en een lagere levensproductie. En dus ook: méér jongvee per geleverde kilo melk en dus minder ruimte voor melkvee, meer CO2-uitstoot per kilo melk en hoger antibioticumgebruik. Longproblemen zijn bovendien pijnlijk en verminderen het welzijn van het kalf. Vaak zijn zieke kalveren slechts het topje van de ijsberg van kalveren met subklinische ontstekinkjes in de longen. Op het oog lijken ze niet ziek, maar ziekte is wel zichtbaar met een echoapparaat.
Waarom luchtwegproblemen nooit één oorzaak hebben Een gerichte aanpak begint met weten welke ziektekiemen er spelen. Dat kan met longspoelingen, bloedonderzoek, neus/ keeluitstrijkjes of sectie van een gestorven kalf. Zo’n diagnose geeft inzicht: is het een primaire infectie, zoals mycoplasma of pinkengriepvirus? Dan past een gericht plan, eventueel met vaccinaties. Of gaat het om een secundaire infectie, doordat de weerstand van het kalf al verzwakt was? Met die kennis kun je samen met je dierenarts veel gerichter werken aan oplossingen.
Spreek met de dierenarts af dat je bij nieuwe gevallen van longontsteking direct belt om dezelfde dag monsters te laten nemen, en start direct daarna de behandeling. Zonder onderzoek blijft het vaak bij symptoombestrijding en blijft het probleem sudderen en zich herhalen.


Tijdlijn
Terugkijken: wanneer was je te laat?
Als duidelijk is welke kiem het is, kun je jezelf afvragen: wanneer had ik dit kunnen voorkomen? Misschien ligt de oorzaak al maanden eerder, tijdens het laatste deel van de dracht, bij onvoldoende biestopname in de eerste uren, bij tocht in de stal, bij te veel leeftijdsverschil in één hok of doorschuiven van kalveren naar een andere groep. Door terug te kijken, ontdek je welke stappen je kunt zetten om het de volgende keer beter te doen.
Elk bedrijf heeft z’n eigen mix van risico’s. De uitdaging is om samen met je dierenarts uit te zoeken welke op jouw bedrijf de meeste schade veroorzaken.
Een jaar om te verbeteren
Het mooie is: als je nu start met meten, testen en analyseren, kun je binnen een jaar inke stappen zetten. Dat vraagt wel om

Luchtwegproblemen
Je hebt nú problemen, maar weet je ook wanneer ze zijn ontstaan?
consequent werken. Denk aan vaste momenten om samen met je dierenarts de voortgang te bespreken of een bedrijfsbezoek door een gespecialiseerde GD-medewerker met een frisse blik.
Zelf willen we het komende jaar ook stappen zetten. Op basis van informatie van de Melkveehouders- en Dierenartsen (DAP)Adviesraad blijkt er behoefte te zijn aan een bredere aanpak van luchtweginfecties. Beide groepen zien dat als een taak voor GD, als onafhankelijke partij. Het past goed bij de aanpak die wij voor ogen hebben om luchtwegproblemen bij de basis aan te pakken. We ontwikkelen momenteel een werkwijze om een bedrijfsbezoek te combineren met de toepassing van meetapparatuur voor een gedegen totaaladvies op maat. We verwachten dat dit niet alleen gaat leiden tot gezondere kalveren, maar ook tot minder antibioticagebruik en koeien die langer en beter presteren. Hierover delen we op een later moment meer.


Twee kalveren op sectie waarvan de borstkas is geopend. Links een gezonde long; mooi roze, luchthoudend, sponzig. Rechts is slechts de achterste punt nog redelijk luchthoudend en het voorste deel is donkerrood, vochtig en massief ontstoken, waardoor dit deel geen ademfunctie meer heeft.
Conceptie Dracht
Afkalven Biest Melk





















Voorkom ziekte-insleep en doe de Risicocheck

Runderen aanvoeren? Doe de Risicocheck!
Om dierziekten buiten de deur te houden is niet aanvoeren het veiligst. Maar soms laat de bedrijfsvoering u geen andere keuze en moet dit toch gebeuren. Dan helpt de Risicocheck u om de risico’s op insleep te beperken en vervelende gevolgen voor uw diergezondheidsstatus te voorkomen.
Voer van zo min mogelijk bedrijven aan Niet aanvoeren is het veiligst. Is het toch nodig, doe dit dan van zo min mogelijk verschillende bedrijven.
Bereid de aanvoer voor Stel vooraf minimumeisen op waar de aan te voeren dieren voor u aan moeten voldoen. Communiceer deze met de veehouder van het herkomstbedrijf of uw handelaar. Controleer voor aanvoer of aan de eisen is voldaan.


Vergelijk diergezondheidsstatussen
Vergelijk vooraf de diergezondheidsstatussen van het herkomstbedrijf met die van uzelf. Dit kan met het openbaar register op VeeOnline. Heeft het herkomstbedrijf geen toestemming gegeven voor het openbaar register? Vraag dan om een actueel bedrijfscerti caat. Bij aanvoer van een bedrijf met een lagere diergezondheidsstatus moeten de runderen na aanvoer altijd worden onderzocht op infectieziekten als BVD, IBR, salmonella, leptospirose en paratuberculose. Controleer de statussen van het herkomstbedrijf nogmaals op de dag van aanvoer.
Vraag naar de diergezondheidsgeschiedenis


Vraag naar de diergezondheids- en vaccinatiegeschiedenis en naar individuele diagnostiek (zoals MPR en bacteriologisch onderzoek van melk) van de aan te voeren dieren. Met name BVD-antistoffen door vaccinatie kunnen grote gevolgen hebben voor uw eigen BVD-status. Het kan ook nuttig zijn om te vragen naar diagnostiek op bedrijfsniveau, zoals tankmelkonderzoek naar mastitisverwekkers, parasieten of klauwgezondheid. Bekijk ook het tankcelgetal.
Bezoek het herkomstbedrijf
Bezoek voordat u gaat aanvoeren het herkomstbedrijf. Wat is uw indruk van het bedrijf? En van de dieren? Ogen ze gezond? Hoe is de klauwgezondheid? Is de kans reëel dat ze zich gemakkelijk zullen aanpassen aan uw bedrijfsvoering?
Screen aanvoeren uit het buitenland voor Onderzoek aanvoeren uit het buitenland op het herkomstbedrijf. Niet alle landen om ons heen hebben bestrijdingsprogramma’s voor bijvoorbeeld leptospirose, paratuberculose of salmonella. Daarnaast verschillen importeisen per land. Neem contact op met de NVWA voor de actuele informatie en eisen.
Zorg voor rechtstreeks vervoer
Zorg voor één-op-één transport, dus rechtstreeks vervoer van het herkomstbedrijf naar uw eigen bedrijf. Vervoer de runderen in een schone en ontsmette veewagen.
Plaats dieren altijd in quarantaine
Plaats de dieren na aanvoer altijd minimaal vier weken in quarantaine. Dit geldt voor melkgevende én niet-melkgevende dieren. Bedenk voor u runderen aankoopt hoe de quarantaine op uw bedrijf is in te regelen.

Screen de runderen voor Laat van de betreffende runderen op het herkomstbedrijf monsters nemen voor onderzoek naar eerdergenoemde infectieziekten. Denk ook aan neospora en mastitisverwekkers als Streptococcus agalactiae en mycoplasma. U kunt de monsters laten onderzoeken bij GD.
Realiseer u wel dat het vanuit de infectieziekteprogramma’s meestal nodig is om de dieren na aanvoer alsnog te onderzoeken.
Onderzoek de dieren na de quarantaineperiode nogmaals
Als de dieren direct na aanvoer al zijn onderzocht, kan het zinvol zijn om ze aan het einde van de quarantaineperiode nogmaals te laten onderzoeken. Ook tijdens het transport kan er namelijk een besmetting plaatsvinden. Het duurt dan een aantal weken voordat er antistoffen kunnen worden aangetoond.

Tot slot nog deze tips:
• Laat bezoekers die de stal betreden altijd gebruikmaken van bedrijfskleding (laarzen en overjas/overall).
• Ontvang aangevoerde runderen afgezonderd, zodat de handelaar of transporteur niet bij uw andere dieren hoeft te komen.

Het aanvoeren van runderen is voor veel rundveebedrijven een belangrijk onderdeel van de bedrijfsvoering. Nieuwe dieren kunnen ziektes meenemen. Denk aan IBR, BVD, salmonellose, paratuberculose en leptospirose. Ook uier- en klauwproblemen kunnen binnenkomen via aangevoerde dieren. Als een ziekte eenmaal in de koppel zit, is die lastig weg te krijgen.
Het veiligst is dan ook om géén dieren aan te voeren. Maar als het toch nodig is, neem dan maatregelen. Let vooral op bij aankoop van runderen uit het buitenland. Veel landen hebben geen programma’s om bepaalde ziektes zoals leptospirose, salmonellose of paratuberculose te bestrijden.
Wat kun je doen? Laat (buitenlandse) runderen vóór transport testen op het bedrijf van herkomst. Zo voorkom je dat besmette dieren naar Nederland en naar je bedrijf komen. Runderen kunnen ook tijdens het vervoer besmet raken, bijvoorbeeld door een vuile wagen, als ze onderweg worden gemengd met runderen van andere bedrijven, of als ze worden uitgeladen op verzamelplaatsen. Na aankomst is het daarom verstandig om de dieren eerst vier weken apart te houden (quarantaine). Doe daarna nog een keer onderzoek. Zo weet je zeker dat de dieren gezond zijn en geen risico vormen voor je eigen koppel. Is quarantaine niet mogelijk? Laat dan direct na aankomst een test doen en herhaal die na vier weken. Als dan blijkt dat een dier antistoffen heeft, kun je het snel afvoeren. Zo voorkom je verdere besmetting.
SALMONELLA: NAJAARSZORG
Met de herfst in volle gang, is het tijd om aandacht te schenken aan salmonella. Deze bacterie, berucht om haar gezondheidsbedreigende eigenschappen, kan zowel rundvee als mensen ernstig ziek maken. Elk najaar zien we op Nederlandse rundveebedrijven meer salmonella-uitbraken dan in andere seizoenen. De afgelopen elf maanden zagen melkveebedrijven in mestmonsters en uit sectie-uitslagen een stijging van Salmonella Enteritidis Antistoffen tegen dit serotype worden gedetecteerd in onderzoek op tankmelk.
Voor veehouders is het belangrijk om bewust te zijn van de risico’s van salmonella-insleep op een bedrijf en om preventieve maatregelen te treffen om uitbraken te voorkomen. Bij rundvee kan salmonella leiden tot symptomen zoals diarree, koorts en verminderde eetlust. In ernstige gevallen kan de infectie fataal zijn, vooral bij jonge kalveren. De gevolgen stoppen niet bij het rundvee; salmonella kan zich verspreiden naar mensen via mest of zuivelproducten en leiden tot maagdarmontsteking, buikpijn, diarree, koorts en braken. Soms is medische hulp noodzakelijk.
Gelukkig zijn er effectieve preventieve maatregelen die je als veehouder kunt nemen om de dreiging van salmonella te verminderen. Gesloten bedrijfsvoering, scheiding tussen verschillende diergroepen, hygiëne op het bedrijf en de weerstand van runderen tegen salmonella zijn hierbij cruciaal. Het is belangrijk om de aanvoer van runderen te beperken, en alleen van bedrijven met de ‘onverdacht’-status. Voorkom besmetting van voer en water door regelmatige reiniging en desinfectie van de stal en omgeving. Wees alert op symptomen van salmonella en handel snel bij een verdenking. Isoleer de dieren en raadpleeg een dierenarts. Daarnaast is het van belang om het contact van rundvee met nieuwe dieren die mogelijk besmet zijn te beperken. Onderzoek runderen op het herkomstbedrijf voordat ze worden aangevoerd en plaats nieuwe dieren eerst vier weken in quarantaine. Screen ze nogmaals op salmonella voordat ze bij de rest van het koppel worden gezet.
Door deze preventieve maatregelen te volgen, kun je de risico’s van een salmonella-infectie aanzienlijk verminderen. Het belang hiervan strekt zich uit tot de bescherming van de gezondheid van zowel dieren als mensen en draagt bij aan een veiligere voedselketen. Laten we deze herfst genieten van de geruststelling dat we ons rundvee en onszelf beschermen tegen salmonella.

“Met preventieve maatregelen kunnen we de risico’s van een salmonellainfectie aanzienlijk verminderen.”

VEEL DOEN AAN PREVENTIE OM TE ZORGEN VOOR GEZONDE DIEREN



Optimale diergezondheid nastreven

Tekst: Jessica Fiks, redacteur | Fotografie: Marcus Pasveer


“Je wilt grip houden op de diergezondheid, daarom houden wij een vinger aan de pols door tankmelkonderzoek te laten uitvoeren. Als een ziekte zich onder onze koeien verspreidt, dan loop je achter de feiten aan. Gezonde dieren en een goede productie, dat is ons streven en ziektepreventie is daarbij heel belangrijk”, stelt bedrijfsleider Edo-Jan Meijer.
In Vlagtwedde staat het bedrijf, dat 350 melkkoeien en 280 stuks jongvee telt. Ze melken in een 2x16 melkstal. “Zo zie je alle dieren elke dag voorbijkomen. Je ziet het sneller als er wat is, bijvoorbeeld als een koe mank is of een uiergezondheidsprobleem heeft”, legt Edo-Jan uit. Ze zetten jaarlijks 3,5 miljoen liter melk af, met een vetgehalte van 4,4 procent en een eiwitgehalte van 3,4 procent. Om deze productie te kunnen halen, is het belangrijk dat de diergezondheid op een hoog peil is.
“Alle dieren zie je elke dag voorbijkomen. Dan merk je eerder of een koe iets mankeert”
Celgetal onder controle krijgen
De koeien staan jaarrond op stal, droge koeien gaan naar een potstal met vrije uitloop. Edo-Jan: “Dat is wel een uitdaging voor de diergezondheid, terwijl het goed is voor het dierenwelzijn. Recent hadden we een te hoog celgetal, rond de 300.000. Die stijging kwam ineens, dus toen hebben we ons aangemeld voor Mastitis Tankmelk. Uit de uitslag kwam dat er te veel omgevingsbacteriën waren. Ook kwam eruit dat er veel Streptococcus uberis aanwezig was. Er was dus sprake van een hoge omgevingsdruk.”
De uitslag bespraken ze met hun dierenarts, waarna is overgegaan op een ander dipmiddel. Dit gaf te weinig resultaat, dus is er een ander dipsysteem geprobeerd en er is afscheid genomen van een aantal oudere probleemkoeien. “Het nieuwe systeem sluit beter aan op de speen en daarna daalde het celgetal naar ongeveer 200.000. We streven naar een celgetal tussen de 100 en 150. We maken de uiers nog nauwkeuriger schoon, één alcoholdoekje per koe en ook het nadippen krijgt extra aandacht.

Het is mooi dat het celgetal nu daalt. In de potstal zit uberis waarschijnlijk in het stro. Dat is erg lastig om eruit te krijgen. We willen dat de droge koeien naar buiten kunnen, wel hebben we nu geel zand aangebracht zodat ze minder op de verkeerde plekken gaan liggen. We strooien veel en proberen de stal zo schoon mogelijk te krijgen. Dat is een hele uitdaging, die stal kost meer tijd dan alle andere stallen samen”, geeft Edo-Jan aan.
Koecomfort en klauwgezondheid
De koeien liggen op rubberen matrassen in de ligboxen, die worden ingestrooid met een zaagsel-kalkmengsel. In de stal hangen veel ventilatoren, die per rij kunnen worden bediend. “Die zijn goud waard, je kunt de omstandigheden gelijk houden en het wordt niet te warm in de stal”, aldus Edo-Jan. Wekelijks gaan de koeien door het voetbad en twee keer per jaar wordt de hele koppel bekapt. Is er tussendoor een probleemgeval? Dan wordt die koe ook zo snel mogelijk bekapt.

“Klauwproblemen hebben we gelukkig weinig, minder dan 3 procent van onze koeien heeft Mortellaro-problemen. Je komt er nooit helemaal vanaf, vandaar dat we standaard een voetbad gebruiken. In de melkstal hebben we vorig jaar rubberen matten geplaatst bij de uitloop. De koeien lopen rustiger uit de melkstal en zetten zo ook minder druk op de poten.”
Eigen kalveropfok

“Je werkt met levend vee. De koppel gezond houden en de levensverwachting verhogen. Dat is mooi werk”
Kalveren gaan veertien dagen in een eenlingbox die buiten staat in een rijtje van vijf, waar ze de eerste dagen biest krijgen en de daaropvolgende dagen koemelk. “Ze stonden eerst binnen, maar dan kregen ze last van luchtwegproblemen. Buiten, met de natuurlijke ventilatie, loste dat probleem zich op”, legt Edo-Jan uit. Daarna komen ze in het hok met melkautomaat, waar ze tot 70 dagen verblijven. Als ze in het volgende groepshok goed in de boxjes kunnen liggen, gaan ze naar de andere jongveestal. “De kalveren krijgen altijd warme melk en we kennen weinig problemen met diarree. Ze starten goed op, onze
kalveren groeien zo’n 10 tot 15 procent boven de norm. Dat zet zich voort in de jongveestal, daar kennen we geen gezondheidsproblemen. Rond dertien maanden beginnen we met insemineren en zo kalven ze binnen twee jaar af. We hebben een mooie uniforme koppel vee, ze zijn bestand tegen een stootje. De gemiddelde leeftijd ligt op iets meer dan 6 jaar, daar zijn we ook tevreden mee. We doen dieren niet zomaar weg, je werkt met levend vee die koppel gezond houden en de levensverwachting verhogen, dat is mooi werk”, besluit Edo-Jan.

Tekst: Jessica Fiks, redacteur | Fotografie: Marcus Pasveer
WERKEN AAN EEN GOEDE KLAUWGEZONDHEID



Zo ontsmet je de klauwen correct







Op iets meer dan de helft van de melkveebedrijven worden doorloopvoetbaden gebruikt om klauwen te ontsmetten. Andere bedrijven kiezen voor koematten met een stevig omhulsel of een rug- of hogedrukpuit. Het ontsmetten doodt voornamelijk bacteriën op de huid van de onderpoten (kroonrand, kootholte, tussenklauwspleet).
Een voetbad is een goed hulpmiddel bij de aanpak van stinkpoot en Mortellaro, als dit voetbad juist wordt toegepast.
Enkele tips voor een voetbad
• Zorg voor een doorloopvoetbad van minimaal 3 meter lang, 0,8 tot 1 meter breed en 15 centimeter diep. Dit garandeert dat elke poot minstens twee stappen in het voetbad zet.
• Besteed voldoende zorg aan de voorbereiding van het voetbad.
• Zorg ervoor dat de klauwen volledig ondergedompeld worden in de vloeistof, met een minimale diepte van 12 centimeter.
• Voorkom, met een verplichte doorloop, dat koeien naast het voetbad kunnen gaan lopen.
• Ververs het bad na 200 tot 250 koepassages. Dit betekent op een bedrijf met meer dan 200 koeien dat het
advies is om na iedere melkbeurt het voetbad te verversen.
• De frequentie van gebruik hangt af van het gebruikte middel en het aantal dieren met bijvoorbeeld Mortellaro.
• Laat koeien met acute Mortellaro of een verband niet door het doorloopvoetbad lopen. Behandel ze eerst lokaal en pas na vijf tot zeven dagen een voetbad toe. Reinig de klauwen grondig vóór de desinfectie.
Middelen voetbad en rugspuit Bij gebruik van formaline adviseren we een concentratie van 4 procent formaline (vier liter handelsformaline per honderd liter water). Formaline is bij onzorgvuldig gebruik gevaarlijk. Voeg geen warm water toe als het bad klaar is, dit heeft een negatieve invloed op de concentratie. Kopersulfaat is verbo-
Advertentie
















den in voetbaden vanwege de giftigheid voor vissen in oppervlaktewater. Bovendien kan een teveel aan kopersulfaat het wortelgestel van grassen beschadigen.
Geregistreerde middelen die in plaats van bovenstaande gebruikt kunnen worden zijn onder andere op basis van koper en zink-chelaten (Intracare), op basis van quaternaire ammonium verbindingen (QAV, DeLaval), magnesium chloride (FarmFit), middelen op basis van organische zuren en combinatie preparaten glutaaraldeldehyde en QAV.
Je kunt in principe dezelfde middelen gebruiken voor de doorloopmat en de rugspuit (behalve formaline) gebruiken. Bij gebruik van de mat moet, afhankelijk van het middel, een lagere concentratie worden gebruikt. Overleg dat met jouw leverancier. Als er weinig of geen dieren met Mortellaro zijn, kun je het baden eventueel overslaan en de getroffen koe intensief behandelen met een niet-antibioticahoudende spray, onder verband.










ZICHT HOUDEN OP MOGELIJKE BESMETTINGEN EN SEROTYPEN
Blauwtongmonitoring 2025: situatie rustig
In juli 2025 vond de eerste ronde van de blauwtongmonitoring plaats. Daarbij zijn bloedmonsters onderzocht van dieren met klinische verschijnselen die kunnen passen bij
In Frankrijk neemt het aantal besmettingen sinds eind juli wel toe, vooral met type 3 en type 8. Daarom blijft het belangrijk de situatie in Nederland en Europa nauw te volgen.

Samenwerking in de sector
Het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) volgt de ontwikkelingen samen met een expertpanel. Hierin zitten de NVWA, GD, Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) en sectororganisaties zoals LTO, ZuivelNL, SBK en platform KSG. In een maandelijks overleg wordt bekeken of er extra monitoringsrondes nodig zijn Dit wordt gezamenlijk besloten door LVVN en de sector.
Altijd melden bij de NVWA
Het is cruciaal én verplicht dat veehouders en dierenartsen verdenkingen van blauwtong blijven melden bij de NVWA. Dit kan eenvoudig via een online formulier op de website van de NVWA. Als er afwijkende symptomen of een toename van zieke dieren worden waargenomen, kan NVWA snel schakelen om andere dierziekten (bijvoorbeeld EHD) of serotypen (in het geval van blauwtong) uit te sluiten. Dierhouders hebben daarnaast ook nog altijd de mogelijkheid om op eigen kosten hun dieren te



Al sinds 2002 houdt Royal GD zich intensief bezig met de uitvoering van de diergezondheidsmonitoring in Nederland. Hiervoor werken wij nauw samen met onder andere de diersectoren, de zuivel, het ministerie van LVVN, dierenartsen en veehouders. Deze rubriek verhaalt over bijzondere gevallen, speciaal onderzoek en opvallende resultaten die het werk van de monitoring oplevert. Samen werken we aan diergezondheid in het belang van dier, dierhouder en samenleving.

Verbeter de gezondheid van koeien met innovatieve oplossingen

Freshlight :
• vermindering van stof en fijnstof in de lucht
• vermindering van antibiotica-behandelingen
• vermindering van ziekte gevallen bij koeien
• verbetering van de gezondheid van koeien


FreshWater :
• vermindering van ziekteverwekkers en biofilm in het water
• vermindering van chemicaliën voor waterbehandeling
• reinigingsactiviteiten (leidingen en drinkbakken)
• verbetering van de melkproductie en vitaliteit
ONTDEK DE MOGELIJKHEDEN VAN VEEONLINE
Er is veel te ontdekken in VeeOnline en onze klantenservice helpt je graag om alle voordelen ervan optimaal te benutten. Wist je dat ze op afstand kunnen meekijken via Teamviewer en je zo kunnen helpen?
De VeeOnline-app biedt de mogelijkheid om je dagelijkse werk eenvoudiger en efficiënter te maken door notificaties naar wens in te stellen. Via de instellingen rechtsboven in het startscherm kun je precies aangeven welke meldingen je wilt ontvangen. Misschien wil je meldingen krijgen wanneer labresultaten binnenkomen, of wanneer een inzending uit
meerdere monsters bestaat. Door de notificatie ‘Uitslagen’ aan te zetten, krijg je de volledige uitslag in één keer. Of zet je de notificaties liever uit? Wat past jou het beste? De keuze is aan jou!
Inzicht en efficiëntie Binnen VeeOnline is er veel te ontdekken. Dashboards geven snel inzicht in de gezondheid van jouw dieren. Zo kun je op een efficiënte manier je bedrijfsvoering optimaliseren. Het digitaal inschrijven van oorbiopten is één van de diensten die het ontdekken meer dan waard is. Zo heb je altijd zicht op actuele labuitslagen, tarieven en openstaande

Met de digitale inschrijven van oorbiopten heb je altijd zicht op actuele labuitslagen, tarieven en openstaande onderzoeken


onderzoeken. Het inschrijven van openstaande onderzoeken is zó gepiept. Als je inlogt op VeeOnline staat in een oogwenk alle actuele diergezondheidsinformatie voor je klaar.
ONTDEK NU WAT ER VOOR JOU IN ZIT EN DOWNLOAD DE VEEONLINE-APP


Bulten bij koeien (Lumpy cows)


Patholoog Rachel aan het werk in de sectiezaal
De uitbraak van lumpy skin disease in Sardinië en Frankrijk begin deze zomer lijkt een geschikt moment voor een opfrisser van de mogelijke oorzaken van ‘lumps’ of bultjes in de huid van koeien. We kijken naar het opstellen van de diagnose en ook komen verschillende diagnostische mogelijkheden aan bod.
Lumpy skin disease wordt veroorzaakt door een virus. Eerst vermenigvuldigen virusgeïnfecteerde huidcellen zich en vormen bultjes. Daarna sterft het centrale gebied af, waardoor de kratervormige laesies ontstaan. Deze zijn kenmerkend voor pokkenvirussen. Bij verdenking van lumpy skin disease geldt een meldingsplicht, waarna de NVWA de testprocedure bepaalt. Als de bulten een stevig uiterlijk hebben, zijn er enkele andere aandoeningen waar je in Nederland misschien eerder aan zou denken.
Weten wat er speelt
Zolang er een verdenking is, kan GD geen ander onderzoek doen tot de NVWA de testprocedure heeft bepaald. Bij verdenking van lumpy skin disease moeten andere aandoeningen worden overwogen, zoals lymphoma. Dit kan zowel de sporadische juveniele vorm als de enzoötische virale vorm zijn, veroorzaakt door bovine leukemia virus, wat ook meldingsplichtig is. Beide vormen presenteren zich vaak als meerdere bulten in de huid. In geval van de virale infectie ontstaan de bulten door vermenigvuldiging van virusgeïnfecteerde witte bloedcellen. Dit gebeurt eerst in lymfeklieren die zich bevinden in de hals, oksels, lies en buikholte en later in meerdere organen. Bulten ter plekke van de lymfeklieren die zich onder de huid bevinden kunnen hier suggestief voor zijn. Lymfeknopen kunnen ook worden vergroot door ontsteking van de lymfeknoop zelf of secundair aan ontsteking in het drainagegebied.

In onze sectiezaal werden koeien met bulten gezien. In dit geval meerdere ontstekingshaarden in de huid en dieperliggende weefsels van een koe

belangrijk, aangezien deze zich mogelijk beperken tot een specifiek anatomisch gebied, zoals de onderste ledematen. Microscopisch onderzoek kan lymfeklierkanker onderscheiden van een ontsteking. Bij levende dieren kan dit worden uitgevoerd door cytologie, waarbij uitstrijkjes van hoge kwaliteit (bijvoorbeeld een dunne naald-biopt) worden geanalyseerd. Als alternatief kan histologie (het analyseren van gefixeerde weefselbiopten) extra informatie geven.
Bulten in de sectiezaal
In de afgelopen maanden ontving de Veekijker meerdere meldingen van willekeurig in de huid verspreide bulten bij meerdere dieren op verschillende bedrijven. Enkele dieren werden ter sectie aangeboden. Hierdoor kon de mate van verspreiding, inclusief aangetaste organen, en de cellulaire aard van de processen worden onderzocht. Daarnaast zijn monsters verzameld voor bacteriologisch onderzoek, omdat de kans op besmetting met omgevingskiemen kleiner is tijdens sectie. Hieruit bleek dat Actinobacillus-bacteriën aanwezig waren.
Actinobacillus lignieresii is bekend als veroorzaker van houttong, waarvoor effectieve behandelingen bestaan. Echter, de vorm die afgelopen kwartaal uit de monitoringsdata naar voren kwam, wordt minder vaak gezien. GD biedt verschillende onderzoeken aan die kunnen helpen bij het opsporen en tijdig identificeren van ziektes en bij het onderscheiden van andere oorzaken. Deze bevindingen kunnen mogelijk bijdragen aan betere klinische besluitvorming.
Rachel Tiessen-Thomas veterinair patholoog
Dwarsdoorsnede van een lymfoom bij een koe.
relatiebeheerders
CONTACT MET JOUW EIGEN AANSPREEKPUNT
Klaar om te helpen
Onze relatiebeheerders geven je graag kosteloos advies over jouw speci eke bedrijfssituatie. Je kunt met heel veel vragen bij hen terecht. Bijvoorbeeld wanneer je te maken hebt met een onverwachte statuswijziging, als er iets in de bedrijfsvoering verandert, of als je op zoek bent naar een leuke invulling voor een avond of middag van een studiegroep.
Relatiebeheerders kunnen uitleg geven over GD, de werkzaamheden en inhoude-
lijke thema’s. Denk dan aan klauwen, uiergezondheid of voeding. Binnen GD is heel veel kennis aanwezig en die delen we graag.
Jouw persoonlijke relatiebeheerder Wil je graag persoonlijk advies of weten welke mogelijkheden er zijn voor de invulling van bijvoorbeeld een studiegroep? Dan kun je contact opnemen met jouw relatiebeheerder. Bijvoorbeeld als je een vraag hebt over een onverwachte verandering van de gezondheidsstatus

Lammert de Vries T 088 209 4515 l.d.vries@ gddiergezondheid.nl
van jouw koeien. Of als je wilt weten welke GD-programma’s op jouw bedrijf van meerwaarde kunnen zijn. Elke regio heeft een eigen relatiebeheerder, zo heb je één vertrouwd gezicht. Jouw relatiebeheerder vind je op opnze website op basis van de 4 cijfers van je postcode én de geselecteerde diersoort via onze postcodetool.
Renske van de Beek-Overeem T 088 209 4501
r.vd.beek@ gddiergezondheid.nl


Anton Gosselink T 088 209 4504
a.gosselink@ gddiergezondheid.nl

Theo Scheepens T 088 209 4510
t.scheepens@ gddiergezondheid.nl

Maaike Lafeber T 088 209 4676
m.lafeber@ gddiergezondheid.nl

Hans Miltenburg T 088 209 4508
h.miltenburg@ gddiergezondheid.nl
Vacant: tijdelijk klantenservice T 088 202 5500 info@gddiergezondheid.nl
CONTACT MET DE RELATIEBEHEERDERS

Marion Veldman T 088 209 4514 m.veldman@ gddiergezondheid.nl

Mike Weersink T 088 209 4516
m.weersink@ gddiergezondheid.nl

Laura Haarman T 088 209 4505
l.haarman@ gddiergezondheid.nl

Andreas Lameris T 088 209 4507
a.lameris@ gddiergezondheid.nl

Sabine Tijs T 088 209 4513
s.tijs@ gddiergezondheid.nl

Arjan Pakkert T 088 209 4509
a.pakkert@ gddiergezondheid.nl
Recent onderzoek van GD toont aan dat 4 procent van de onderzochte kalveren jonger dan 6 maanden paratuberculosebacteriën uitscheidt. Paratuberculose kan veel problemen veroorzaken op rundveebedrijven, zoals minder melkproductie, meer mastitis (uierontsteking) en lagere vruchtbaarheid. Vroeger dachten we dat alleen volwassen runderen de bacterie konden verspreiden en dat kalveren alleen gevoelig waren voor de infectie. Nu weten we dat ook jongvee, zoals kalveren, de bacterie kan uitscheiden.
Het uitscheiden van paratuberculosebacteriën door jongvee, zoals blijkt uit de GD-uitslagen, betekent dat er een risico is op nieuwe besmettingen binnen de kudde. Op zwaar besmette Nederlandse melkveebedrijven bleek zelfs 20 procent van de runderen al vóór de leeftijd van 2 jaar paratuberculosebacteriën uit te scheiden. Dit toont aan hoe belangrijk het is om goede maatregelen te nemen om de verspreiding van de ziekte te voorkomen.

vraag & antwoord 4%
VRAAG:
HOE VOORKOM IK LANGDURIG
KREUPELE KOEIEN?
ANTWOORD VAN ARNE VANHOUDT EN MENNO HOLZHAUER, DIERENARTSEN GD

Kreupelheid bij melkkoeien is een vervelende aandoening. Het is niet alleen pijnlijk, maar resulteert ook in een lagere productie, verminderde vruchtbaarheid en vermagering van de dieren met uiteindelijk vervroegde afvoer. Kreupelheid is vaak niet volledig te vermijden, maar je kunt wel de duur ervan minimaliseren. Dit helpt langdurige, vaak ernstige kreupelheid te voorkomen. Een effectieve methode is het regelmatig uitvoeren van een mobiliteitsscore. Het beste is om deze eens per 2 tot 4 weken uit te voeren. Het is belangrijk om alle melkgevende dieren die zijn gescoord met verminderde mobiliteit (mobiliteitsscore 2 en 3) zo snel mogelijk te onderzoeken en te behandelen in de klauwverzorgingsbox. De mobiliteitsscore kan dagelijks worden bijgehouden door een camerasysteem.
De mobiliteitsscore heeft 4 scores:
• Koe loopt perfect. Alle poten worden gelijkmatig belast, de koe neemt lange, vlotte regelmatige passen en loopt met een rechte rug.
• Koe loopt ok. Ongelijke belasting van de poten, de koe neemt onregelmatige
passen die vaak wat verkort zijn. De aangetaste poot (of poten) is niet onmiddellijk aanwijsbaar.
• Koe loopt met verminderde mobiliteit. Ontlasting van een poot (of poten) die onmiddellijk aanwijsbaar is. De koe neemt duidelijk kortere passen en loopt meestal met een kromme rug.
• Koe loopt met ernstig verminderde mobiliteit. De kreupele poot is gemakkelijk te herkennen en wordt zoveel mogelijk ontlast. De koe staat en loopt met een duidelijke kromme rug. De koe raakt achterop in het koppel.
Het doel van deze score is om koeien met de allereerste tekenen van verminderde mobiliteit op te sporen en al bij milde klauwaandoeningen, zoals een simpele loslating van de witte lijn of zoolbloedingen, te behandelen. Hiermee wordt voorkomen dat koeien ernstige klauwaandoeningen, zoals wand- en zoolzweren, krijgen.
Menno Holzhauer Arne Vanhoudt




Hoe staat het met de
klauwgezondheid op jouw bedrijf?
Monitor biotine, zink en mangaan in tankmelk en krijg inzicht in antistoffen tegen Mortellaro met Klauwgezondheid Tankmelk. Werk het hele jaar door gericht aan de klauwgezondheid van jouw koeien. Door op tijd bij te sturen zorg je voor een sterke basis en verleng je de levensduur van jouw dieren.
Maak dit najaar voordelig kennis met Klauwgezondheid Tankmelk en twee andere tankmelkprogramma’s via het eenmalig gecombineerde tankmelkonderzoek MelkWijzer. Laat je melk spreken!
Meer weten? www.gddiergezondheid.nl/melkwijzer
GD LOOPT VOOROP IN KLAUWGEZONDHEID
VOOR STERKE KLAUWEN EN ACTIEVE KOEIEN