Als je figuren moet tekenen, dan doe je dit in het groen. Wanneer je woorden schrijft, schrijf je deze in drukletters in het blauw. Getallen schrijf je in het zwart. Teken onder de dieren een cirkeltje. Hoeveel driehoeken zie je hieronder? Schrijf het aantal links naast het huisdier, waarvan het woord begint met een hoofdletter. Welke woorden hebben dezelfde beginletter en zijn onderstreept?
Schrijf deze woorden onder elkaar in de rechthoek
hieronder. Teken een huis met de figuren die je hieronder ziet. Doe dit rechts naast de driehoek in het ovaal.
Met welke woorden deed je nog niets? Schrijf het aantal in de
driehoek linksonder.
paard
stoel
vierkant
hond
Kat
hamer
voetbal vis
tafel
vogel