communicatieve_redzaamheid_groep3_t

Page 1

Communicatieve redzaamheid gr 3-­‐8

bron: toets & observatielijsten, Anita Cremer & Marianne Verweij, 2010 Spraaktaalontwikkeling

Belemmerende factoren

A1. Spraakproductie

Articulatie

Spreekt onduidelijk en is moeilijk/slecht te verstaan Spreekt minder verstaanbaar bij opwinding/ enthousiasme Laat letters en/of lettergrepen weg in meerlettergrepige woorden bv. te--visie, fo--toestel

Aansturing/planning van de spraak

Maakt zoekende bewegingen in de mond Een goede uitspraak lukt soms wel / soms niet

A2. Spraakperceptie

Snelheid van informatieverwerking

Heeft meer tijd nodig om verbale informatie te verwerken, bv het kind is de draad snel kwijt

Luisteren en achtergrondruis

Heeft last van achtergrondlawaai, bv. schuiven van stoelen, geschuifel van voeten

Auditieve vaardigheden -auditieve analyse

Auditieve analyse van dicteewoorden lukt in < 95% van het aanbod Onthoudt niet de volledige tekst van opzegversjes/ liedjes Kan een zin van ca 10 woorden niet foutloos nazeggen

-auditief geheugen A3 Taal.

Grammaticale kennis

Woordvormen

Past verbuigingsregels voor verkleinwoorden, overtreffende trap vaak verkeerd toe Past vervoegingregel voor werkwoordsvormen vaker verkeerd toe in vergelijk met leeftijdsgenoten

-werkwoordvormen Zinsbouw -zinslengte

De zinslengte is kort (6-8 woorden) Gebruikt geen / weinig samengestelde zinnen (zinnen met voegwoorden zoals: omdat, als/ dan, ….,die) Heeft moeite met verwijswoorden (hij, zij, deze, die, dat, hier, daar) Gebruikt vaak verkeerde woordvolgorde in de zinnen Spreekt in onvolledige zinnen; zinsdelen of woorden worden vaak weggelaten

-woordvolgorde -volledigheid A4 Taal.

Lexicaal-semantische kennis

Woordvindingsmoeilijkheden

Kan regelmatig niet op een “bekend” woord komen en zegt vaak bv. ‘hoe heet dat ook al weer?’ of ‘zo’n ding’’

Woordenschat

De woordenschat is beperkt in vergelijk met leeftijdgenoten; E (5) score op CITO woordenschattoets Heeft moeite met het leren van nieuwe woorden omdat het meer oefening en herhaling nodig heeft

Redeneren/verbanden leggen

Maakt nauwelijks zinnen die verwijzingen (vb oorzaak-gevolg) bevatten. Gebruikt weinig samengestelde zinnen

Taalbegrip -op zinsniveau -op tekstniveau

Het begrijpen van voegwoorden en verwijswoorden in zinnen is moeizaam omdat die woorden onvoldoende als zodanig herkend worden. Informatie wordt niet goed begrepen; bv. een verhaal of instructie

Pagina 1


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.