![]()
EEN EPISCHE TOCHT
NAAR HET HART VAN MONGOLI
‘Not all those who wander are lost’
J.R.R. TOLKIEN
12
Dwars door Turkije en zigzaggen door Georgië 70
Via Duitsland, Oostenrijk, Italië, Slovenië, Kroatië, Montenegro, Albanië, Noord-Macedonië en Griekenland 36
Via Tsjetsjenië, Kabardino-Balkaria, Ingoesjetië, Dagestan en Kalmukkië tot in Volgograd (Stalingrad) 112
LANGS DE OUDE PRONKSTEDEN VAN DE
ZIJDEROUTE
Door Kazachstan en Oezbekistan 152
VI
DOOR HET MINST BEKENDE DEEL VAN
CENTRAAL-AZIË
Door Kazachstan en Siberië naar Mongolië 210
VOVER DE PAMIR HIGHWAY, HET DAK VAN DE WERELD
Door Tadzjikistan en Kirgizië 178
OP STAP MET EEN ARENDJAGER Mongolië 230
Dit boek brengt het verhaal van de behoefte om het leven – voor een tijdje – radicaal te veranderen, om alles achter te laten, even het contact met dierbaren en vrienden te verliezen door almaar verder van huis weg te rijden. Verder en verder, een onbekende wereld in.
Mijn boek gaat over een reis naar landen waar je mensen ontmoet die absoluut niet leven zoals wij. Die geen auto, maar een paard hebben om zich te verplaatsen. Die geen cola drinken, maar zure paarden- of kamelenmelk.
Op de een of andere manier gaat er een overweldigende aantrekkingskracht uit van de weidse steppes en de adembenemend hoge bergen van Centraal-Azië. Spreek de namen uit, hoor hun klanken en je voelt de magie: Stalingrad, de Wolga, de Altaj, de Pamir, Samarkand, Almaty, Oelanbator…
Dit is een verhaal over een ander, waardevoller, pad in het leven. Het leven on the road, waar je verantwoordelijk bent voor je eigen beslissingen, stommiteiten inbegrepen.
Marc Helsen
We maakten onze reis met het beste vervoermiddel dat de mens ooit heeft uitgevonden: een motor. En wie wil daar nu alleen maar in zijn eigen woonplaats mee rondrijden?
Oostzee Noordzee
belgi
nederland
● Ongeveer 3500 km
● 16 juli tot 30 juli
● Via Stepantsminda, de grens tussen Rusland en Georgië door de Kaukasus (door Dagestan, Tsjetsjenië, Kabardino-Balkaria en Ingoesjetië), via Vergny Fiagdon, Grozny, Doebki, Elista en Volgograd
● Ongeveer 3000 km
● 2 juni tot 20 juni
● Via de Dolomieten, Slovenië, Kroatië, Albanië, Macedonië en Griekenland
istanboel
rusland
Zwarte Zee turkije
2
3 astrachan
Middellandse Zee
telavi
georgi
Kaspische Zee
● Ongeveer 2500 km
● 21 juni tot 15 juli
● Via Batoemi (Turkije) en Mestia (Georgië)
Rode Zee
● Ongeveer 3500 km
● 31 juli tot 15 augustus
● Ongeveer 3500 km
● 26 augustus tot 5 september
● Via Almaty, Semey naar de grens KazachstanRusland en door het Altajgebergte in Rusland en Mongolië
● Via Kazachstan, naar Samarkand (Oezbekistan, de Zijderoute)
4
6
mongoli
kosj-Agatsj
OelanBATAR
tadzjikistan
5
7 samarkand
kazachstan
● Ongeveer 2500 km
● 16 augustus tot 25 augustus
● Via Doesjanbe, het Pamirgebergte en langs de grens met Afghanistan en China Perzische Golf
● Ongeveer 2000 km
● 5 september tot 30 september
● via Ölgij, het Nationaal Park Tavan
Bogd, Altaj en Charkorim
NATIONAL PARK ALTAITAVAN BOGD
oostkazachstan
POTANINGLETSJER
Kosj Agatsj
Ölgij
Sagsaj
Tolbo
Chovd
Mongolie
Charkorim
Oelanbator altay prefecture
Bajanhongor
turpan
Altaij
hami
GOBIAWOESTIJN
Jargalan
Mongoli
NATIONAAL PARK
PARK GOVI
deel 7
Als Sint-Pieter mij ooit aan de hemelpoort vraagt wat ik in mijn leven zoal heb uitgevreten, dan zal ik – niet zonder trots – antwoorden: ‘Piet, ik reed ooit 18.000 kilometer op een motorfiets tot in Mongolië om er een man te ontmoeten die bij zijn tent een indrukwekkende arend hield. En samen met die man en zijn arend ben ik te paard gaan jagen.’
Over de kale bergen van West-Mongolië galoppeert een ruiter. Hij draagt een jas van vossenpels en stoot woeste kreten uit. Op zijn hoofd prijkt een lederen hoed, die eveneens met pels gevoerd is. Ik probeer de man te volgen op mijn paard, maar hij rijdt nu in volle snelheid een heuvel af en strekt zijn arm uit, nog altijd roepend. En dan gebeurt het: vanuit de hoogte van de heuvelkam komt een dodelijke, gevederde schicht de bergflank af gezeild. Op amper een meter of twee van de ruiter spreidt de vogel zijn vleugels om dan met schrille kreten – ’kjiekjie-kjie’ – op de uitgestoken arm van zijn baas te landen. De man op het paard is tegen de enorme klauwen beschermd door een dikke lederen handschoen. De indrukwekkende vogel van deze arendjager is een steenarend (Aquila chrysaetos).
Zodra de arend goed geland is, gee de ruiter hem ter beloning een stuk vlees. Daarna gaat de lederen kap weer over de kop van de vogel. Dat belet hem te zien en zorgt ervoor hij kalm blij zi en waar hij zit: op de arm van de jager. En die arm wordt – gelukkig – ondersteund door een houten stok die aan het zadel is vastgemaakt.
Voorproefje van de winterse jacht
Frank en ik bese en dat we getuige zijn van een symbiotische relatie: de jacht die de Kazachen van Mongolië met hun arenden al eeuwenlang beoefenen is een ritueel dat voor beiden wat oplevert.
Wat we hier, gezeten op de rug van een paard, mogen meemaken is evenwel slechts een oefening voor de echte jacht. Die begint pas in oktober. Dan valt de winter in, wordt het steppegras bedekt met een laag sneeuw en gaat er een ijskoude wind waaien. En dat is de tijd waarop de arendjagers hebben gewacht en waarvoor ze hun arenden jarenlang trainen.
Op het blanke sneeuwtapijt zijn jonge wolven, vossen, marmo en en konijnen goed zichtbaar voor de arend. Eens de prooi gespot, stort de arend zich als een steen naar beneden en grijpt de prooi, vaak een vos. Op dat ogenblik snelt de jager te paard te hulp om het prooidier te doden op de plaats waar het door de arend is geslagen. Op die manier kan de jager de vacht van het ‘slachto er’ bijna ongeschonden buitmaken. Arendjagers zijn dus pelsjagers en dat verklaart meteen waarom onze ruitervriend-met-een-grote-steenarend-op-zijn-arm een jas van vossenbont draagt.
Baybolat te paard, klaar voor de arendjacht
Hoofdstad: Oelanbator
Oppervlakte: 1,564.116 km2
Populatie: 3.2 miljoen
Taal: Mongools
Levensverwachting: 67 jaar (mannen)
77 jaar (vrouwen)
De man-met-de-arend heet Baybolat. Hij is 46 en hee de blozende, vierkante kop van een Kazachse boer. En dat is hij ook: Baybolat hee zestig koeien en probeert die in de zomer op het eindeloze grasland van West-Mongolië vet te mesten.
De dag voor de zopas beschreven arenddemonstratie waren we in de ochtend bij de twee gers van Baybolat aangekomen, in gezelschap van diens broer Cada (32). In Mongolië heet een joert een ger. ‘Yoert’ is dan ook een Russische term en sinds de beze ing van Mongolië door de voormalige USSR, hebben de Mongolen geen geweldige herinneringen aan de Russen. Dus prefereren ze dat de praktische, ronde vilten tenten waarin ze op de steppe leven, ‘ger’ wordt genoemd.
De twee gers van Baybolat staan in een heel brede vallei ten noorden van het dorp Sagsaj, het epicentrum van de arendjacht.
We worden er ontvangen met thee die in koemelk is gekookt. ‘Marchamat’, lacht de dochter van onze gastheer wanneer ze het brouwsel aanreikt. Dat betekent ‘alstublie ’ in het Kazachs. De kachel in de ger ronkt. Af en toe gooit dochterlief een paar door zon en wind gedroogde koeienvlaaien in het vuur. De warmte is behaaglijk. Alles draait hier rond yaks, runderen en schapen, én hun melk. Het voedsel van deze boerenfamilie bestaat dan ook uit melk, kaas, yoghurt en schapen-, paarden-, of rundvlees. Soms wordt dat dieet aangevuld met wat brood, deegwaren en aardappelen.
‘Tijdens de lange winter eten ze een paard, een koe en tien schapen op’, legt onze chau eur Cada uit over de eetgewoontes van het gezin van zijn grote broer.
Baybolat hoe geen moeite te doen om honderduit over zijn arend te vertellen. Ook zijn zoon Baha hee een jachtvogel. Sinds zijn achtste is hij dagelijks bezig met het grootbrengen en trainen van zijn arend. Baha is nu twaalf. Met zijn lange gestalte lijkt hij ouder. Naar school gaat hij niet meer. ‘Hij is volwassen,’ verduidelijkt Baybolat.
De arenden van Baybolat en Baha zi en elk apart naast een ger. De vogel van de vader is zes jaar oud, die van de zoon is er vier jaar. De arenden zi en rustig op een houten stok. Elk met een kapje over hun kop, zodat ze ‘blind’ zijn. ‘Zoniet komt hun jachtinstinct boven en hebben ze de neiging om bijvoorbeeld alles wat rood is aan te vallen,’ weet Baybolat. ‘Alleen als we trainen of echt jagen, gaat de kap eraf.’
RECHTSBOVEN
De twee gers van Baybolat staan in een heel brede vallei ten noorden van het dorp Sagsaj, het epicentrum van de arendjacht.
RECHTSONDER
Onze bivakplaats op het erf van Baybolat
LINKSBOVEN Baybolat en zijn vrouw Altin in hun ger
LINKSONDER
We warmen ons aan het met koeienvlaaien gestookte kacheltje.
Terwijl we naar de twee indrukwekkende steenarenden staan te kijken, maakt Baybolat zijn vogel los en even later staan Frank en ik te pronken met een arend van zes kilo op onze door een dikke lederen handschoen beschermde rechterarm. Dit is een vrouwtjesarend. Zij zijn het grootst, het sterkst en het agressiefst. Ze kunnen tot zeven kilo wegen en hebben een vleugelspanwijdte van meer dan twee meter.
Het gevoel om te midden van de eindeloze Mongoolse steppe met een arend op je arm te staan, is met geen woorden te va en. Maar een paar tellen later wordt het nog spectaculairder wanneer Baybolat en zijn zoon, die zo’n 50 meter van elkaar hebben post gevat, hun arenden tussen hen beiden laten vliegen.
De arenden worden als jong uit hun nest geroofd door de arendjagers. Daarna begint de training. ‘Als we in april beginnen,’ legt Baybolat uit, ‘is de arend tegen september tam.’
Die training komt erop neer dat de arend eerst een paar dagen aan een staak wordt gebonden. Hij krijgt geen eten. Dat breekt uiteindelijk zijn weerstand. Daarna krijgt de vogel eten telkens hij in een stuk vacht bijt. Hierdoor leert het dier de link te leggen tussen een vacht en voeding en dat legt de basis voor de verdere samenwerking tussen de arend en zijn meester. De jach raining zelf duurt jaren.
Baybolat zegt dat hij zijn arend vrij zal laten wanneer het dier tien jaar oud is. ‘Dat is altijd een heel emotioneel moment voor mij,’ knikt hij. Sommige jagers laten hun arend al na acht jaar weer vrij. Op die lee ijd zijn de vrouwtjes immers geslachtsrijp en kunnen ze zich voortplanten. Dat is natuurlijk nodig, anders blijven er voor de jagers geen arenden meer over om uit het nest te roven eens ze vliegrijp zijn.
‘Tavan Bogd betekent "Vijf heiligen" en verwijst naar vijf magistrale pieken die de grens met China en Rusland afbakenen.’
LINKSONDER
RECHTS
De volgende ochtend rijden we met ‘ons wrak op wielen’ naar de Potaningletsjer, tot dicht bij het basiskamp van Mount Malchin. Daar laten we de terreinwagen en onze chau eur achter en vertrekken voor een onvergetelijke dag in de bergen.
Tavan Bogd betekent ‘Vijf Heiligen’ en duidt op de vijf magistrale pieken die hier de grens met China en Rusland afbakenen. Het zijn de Khuiten Peak, Naran, Bürged, Ölgij en Nairamdal. Van hun flanken dalen twee grote gletsjers af die samengekomen de vormen en aldus verenigd hun weg naar het dal vervolgen. De twee gletsjers worden in het midden enkel nog gescheiden door een morene. Aan hun voet duwen deze ijsmassa’s de enorme puinberg van hun eindmorene voor zich uit. De Potaningletsjer ligt in een vergeten uithoek van het grensgebied van drie enorm grote landen.
Het weer is uitzonderlijk goed: ’s ochtends is er geen wolk aan de lucht. We ze en onze tent op aan de rand van de gletsjer. Het ijs ervan ligt helemaal open en je kunt elke crevasse al van ver zien. Ik loop even over het gletsjerijs. Beide gletsjers lopen gestaag en zonder veel breuken naar boven. De linkse gletsjer draait als een wi e snelweg achter de steile bergflanken weg in een ijsvallei die je doet dromen van een tocht op ski’s over het gletsjerijs.
Onze excursie naar deze afgelegen gletsjers behoort ontegenzeglijk tot de hoogtepunten van onze reis. Wanneer we in de late middag weer naar latere regionen zijn afgedaald, kunnen we opnieuw prinsheerlijk slapen in de eenzame ger met zijn rokende schoorsteen. ’s Ochtends bakken we spek met eieren op de kachel en rijden dan met de Land Cruiser terug, richting Ölgij . Onderweg botsen we nog een kudde wilde bactrische kamelen.
Als we Ölgij binnenrijden, horen we een onrustbarend geluid bij het rechtervoorwiel van onze auto. Cada duikt er nog maar eens onder en verschijnt wat later met een gebroken wielbout in zijn handen. Ondanks dit defect sukkelen we nog net tot bij ons hotel.
WWW.LANNOO.COM
Registreer je op onze website en we sturen je geregeld een nieuwsbrief met informatie over nieuwe boeken en met interessante, exclusieve aanbiedingen.
TEKST: Marc Helsen
FOTOGRAFIE: Marc Helsen
met aanvullingen van Frank Peeters: blz. 30, 57, 91, 115, 123, 148-149, 163, 196, 204, 207, 208, 228, 233, 237, 241 en 250
ONTWERP & VORMGEVING: Katrien Van De Steene - Whitespray
CARTOGRAFIE: Katrien Van De Steene - Whitespray
UITGEVER: Lieven Defour
Uitgeverij Lannoo nv., Tielt 2024
CONTACTADRES
Uitgeverij Lannoo
Kasteelstraat 97 - B-8700 Tielt
D/2024/45/205 - NUR 500, 512, 517
ISBN 978-94-014-9755-8
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.