9789401495141

Page 1

BREID JE WOORDENSCHAT UIT

BREID JE WOORDENSCHAT UIT

Danielle De Smet & Liesbet De Vuyst

Uitgeverij Academia Press

Coupure Rechts 88

9000 Gent België

www.academiapress.be

Uitgeverij Academia Press maakt deel uit van Lannoo Uitgeverij, de boeken- en multimediadivisie van Uitgeverij Lannoo nv.

ISBN 9789401495141

D/2023/45/236

NUR 113

Danielle De Smet & Liesbet De Vuyst

Breid je woordenschat uit

Gent, Academia Press, 2023, 136 p.

Eerste editie, 2020

Tweede editie, 2023

Vormgeving: Davine Peleman, Shareya Verheijen, Keppie & Keppie

© Danielle De Smet, Liesbet De Vuyst & Uitgeverij Lannoo nv, Tielt

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

‘Den Dikke’ blaast 150 kaarsjes uit 6 Dikke 7 Een ‘gebid’ is geen ‘gebit’: taalfouten wijzen op tekort aan tekstbegrip 9 HOOFDSTUK 1: Academisch Nederlands 11 HOOFDSTUK 2: Nederlands en algemene taalkunde 18 HOOFDSTUK 3: Journalistiek en media 24 HOOFDSTUK 4: Marketing en reclame 32 HOOFDSTUK 5: Politiek 36 HOOFDSTUK 6: De financieel-economische wereld en de arbeidsmarkt 44 HOOFDSTUK 7: Politie en justitie 51 HOOFDSTUK 8: Oorlog 58 HOOFDSTUK 9: Wetenschappen 62 HOOFDSTUK 10: Sport 69 HOOFDSTUK 11: Mythologie en oudheid 76 HOOFDSTUK 12: Religie 80 HOOFDSTUK 13: Kunst 85 HOOFDSTUK 14: Maatschappij en lifestyle 90 HOOFDSTUK 15: Latijnse en Griekse woorden 95 HOOFDSTUK 16: Engelse, Franse en Duitse woorden 100 HOOFDSTUK 17: Woorden uit andere talen 107 HOOFDSTUK 18: Algemene woordenschat 112 Breid je woordenschat uit – alfabetisch op hoofdstuk 122 Bronnenlijst 134
Inhoud

Dikke

Hij heet de dikke en wordt 150. Dat wordt volgende week gevierd. Ik ben dol op mijn dikke. Ik heb er al enkele van gehad en ze werden almaar lijviger. Zwaarlijviger. Dik van woorden. Bij mijn geboorte kwam hij nog in één deel. Intussen is hij verdrievoudigd. Een boek is ook maar een mens.

Veel dikker, denk ik, zal hij niet worden. Ze kunnen hem nu bovendien zo dun maken dat hij in een gleufje past. Zelfs op een stip op mijn bureaublad. Maar al hangt hij straks als een geest in de cloud van mijn werkkamer, tot mijn laatste woord zal hij pal op het werkblad staan. Waar hij al staat sinds ik werk.

De dikke is een woordenboek en zijn doopnaam is Van Dale. Zijn hele roepnaam is De dikke Van Dale. U kent hem vast, ook al is hij niet in huis. Ik noem hem nooit de dikke. Hij is veruit het sierlijkste boek dat ik heb. Hij is ook het enige met twéé leeslintjes. En alles met leeslintjes heb ik graag in huis: levensgeschiedenissen, derrières, naslagwerken.

Ikzelf heb hem bij mijn weten altijd in huis gehad, al lang voor ik een huis had. Meer zelfs, jarenlang wás hij mijn huis, waar ik ook verbleef. Althans, het leek of ik overal vooral in hem woonde, zo dagelijks bezocht ik hem. En nu ik al jaren een huis heb, staat hij nog altijd als een huis op het werkblad.

Ik overdrijf nauwelijks. Uren heb ik doorgebracht in het woordenboek. Ik begrijp zelfs niet helemaal dat niet iedereen die een taal spreekt, het woordenboek van zijn taal in huis heeft. Tegelijk, iedereen is zijn eigen woordenboek. Elke mens is een ademende woordenschat. Zelf heb ik een schat in huis die er al vanaf haar eerste woordjes dagelijks wel een onbekend uitflapt. Had ik al die uitvindingen met de jaren opgeschreven, ze had nu haar hoogsteigen dunne dikke.

Alles met leeslintjes heb ik graag in huis: levensgeschiedenissen, derrières, naslagwerken

dikke 7

Met de jaren is het bladeren wat verminderd. Als het snel moet gaan, klik ik. Maar als er tijd is, kan ik er nog altijd heerlijke uren in doorbrengen. Want wat wemelt het op elke bladzijde van vindingrijkheid, geestigheid en zinnelijkheid. En hoe fabelachtig is het niet, dat wij dat allemaal ooit hebben bedacht. Gewoon al pratend. Levenslang. Een kwart miljoen woorden met 309.000 betekenissen. Allemaal verwekt uit 26 letters. Faut le faire.

En dan zwijg ik nog over alles waar de dikke niet over spreekt. Want hoe onuitputtelijk en mededeelzaam hij ook is, hoezeer hij ook de driedelige sterrenkaart is van mijn taal, het spraakzaamst is hij buiten zijn bladzijden. Buiten de oevers van zijn boekdelen. Bijna dagelijks, ook naast mijn schat in huis, hoor of lees ik wel ergens een woord dat blijkbaar (nog) niet in hem thuishoort. Dagelijks immers groeit hij aan. Buiten zichzelf. Naast de officiële dikke dijt in huizen, straten en trams dagelijks een levende dikke uit. Maar ook dagelijks verdwijnt er wel een woord, voorgoed, wegens niet meer gebruikt door zijn 23 miljoen gebruikers. Woorden zijn ook maar mensen.

En zo staat hij, de dikke, die ik nooit de dikke noem, al lange jaren op de werktafel: als een mens. Bijna dagelijks neem ik haar even ter hand, spreid haar, blader in haar schat, verleg een beetje het leeslint, neem hier en daar iets in de mond, luister naar haar klanken, sluit haar weer en zet haar opnieuw overeind op het werkblad.

Als de drie gratiën, altijd binnen handbereik. Ik weet niet wat ik zonder hen zou doen. Een beetje in mijn blootje, sprakeloos, als een zin zonder woorden, een woord zonder betekenissen, naar de wereld staren? Soms weet ik het simpelste niet meer. Wat geluk precies betekent, of muizenissen (‘probleem waarvan men het hoofd vol heeft’) of spiegelei of hoeën (‘hoe roepen’). Dan blader ik het op. Och ja natuurlijk, denk ik dan. En dan kan ik weer even verder.

Bernard De Wulf (in dSWeekblad, 23/08/2014)

8 dikke

Een ‘gebid’ is geen ‘gebit’: taalfouten wijzen op

tekort aan tekstbegrip

Professoren krijgen wat te lezen tijdens het verbeteren van examens. Maar het gaat verder dan dat. Studenten komen moeilijker tot redeneren en kennen vaak academisch taalgebruik niet. Hoe gaan professoren daarmee om?

Het beleid loopt spaak. Aan hetzelfde zeel trekken. Analogie. Dienstbetoon. Matigend effect. Professor Carl Devos (UGent) en zijn assistenten trokken grote ogen toen op het examen politicologie bleek dat verschillende woorden en uitdrukkingen in de vraagstelling bij veel studenten geen enkel belletje deed rinkelen. ‘Opvallend veel studenten vroegen uitleg om de vragen te begrijpen. Terwijl het om standaardformuleringen uit de Nederlandse taal gaat’, vertelt Devos. En toen moest het verbeteren van de open vragen nog beginnen. ‘Dat viel dik tegen’, zegt hij.

Bij veel professoren en lectoren leeft het gevoel dat het taal- en kennisniveau van studenten erop achteruitgaan. Vorige week kaartten enkele docenten al het ‘taalbloedbad’ aan dat ze in examens aantroffen. ‘Ik heb het gebruik van taal zien afnemen sinds 2000. Qua schrijffouten waren dit jaar “gedefinieert, impliceerd, waarvoor geld, getoont” de toppers’, zegt Ann Dooms, wiskundige aan de VUB. ‘Een nawee van corona? Een gebrek aan leerkrachten? Het is alvast niet zo dat ze de woorden nooit geschreven zien, want ze komen veelvuldig voor in de cursussen. Er lijkt dus ook iets mis met het opnemen van woordbeelden.’

Ook op het examen anatomie slagen studenten erin om bij de afbeelding van een paard ‘gebid’ in plaats van ‘gebit’ te schrijven, zegt Peter Cornillie, die aan de UGent lesgeeft aan dierenartsen in spe. Maar de laatste jaren valt hem iets anders op. ‘Bij flagrante spelfouten is het eens vloeken en doordoen. Echt opvallend is dat studenten in discussies of debatten minder goed kunnen redeneren. Ze krijgen hun gedachten niet helder op papier – een grote tekortkoming.’ Ook Dooms kaart dit aan.

Of er ook effectief sprake is van een achteruitgang, is moeilijk met zekerheid te stellen. De taalproblematiek is alleszins niet nieuw, zegt Elke Peters, docent taalkunde (KU Leuven).

‘Meer dan kleine taalfouten, moet taalbegrip een absoluut aandachtspunt zijn’, vertelt ze. ‘In een hoorcollege wordt een bepaald soort taal gebruikt – academisch taalgebruik. Wie over die academische woorden struikelt, komt heel moeilijk tot tekstbegrip of de verwerking van leerstof.’

Dat academische register beheersen, is een pijnpunt. Het gaat dan niet over jargon, maar over woorden als perceptie, analytisch of consistent. Zowel het secundair als het hoger onderwijs draagt hierin een verantwoordelijkheid. ‘In het secundair moeten rijke teksten aangeboden worden. Ook langere teksten. Met expliciete aandacht voor woordenschat en dus ook meer academische woorden. In het hoger onderwijs blijft het belangrijk om de aandacht te vestigen op de verschillen tussen taalregisters.’

een ‘gebid’ is geen ‘gebit’ 9

GEBREK AAN DISCIPLINE

Maar wat doe je er ondertussen aan als prof? ‘We hebben erover gediscussieerd, maar elke dt-fout sanctioneren doen we niet’, zegt Devos. ‘Als we dat zouden doen, zou het cijfer nog lager uitvallen.’ Het is ook iets wat niet onder zijn corebusiness valt, zegt hij. ‘Zeker in het eerste jaar, met groepen van achthonderd studenten, is dat niet wenselijk of mogelijk. Later in de bachelor geef ik bij fouten in papers wel steevast feedback’, zegt hij.

Devos probeert studenten ook aan te moedigen woorden zelf op te zoeken. Een attitude aan te leren, omschrijft hij het zelf. ‘Eigenlijk verwachten we dat studenten in het middelbaar veel van die courante woorden leren kennen. Dat kunnen wij niet remediëren, wij hebben andere leerdoelstellingen. Iemand kende op een examen het woord “respectievelijk” niet. Ik heb het opgezocht. Het staat vijftig keer in het handboek. Dat een student dat vijftig keer leest en nooit opzoekt, begrijp ik niet. Ik merk vaak een gebrek aan – het klinkt zo ouderwets – discipline.’

Dooms omcirkelt dan weer iedere fout. Studenten die om feedback vragen, spreekt ze erop aan. ‘Tijdens de begeleiding van thesissen leg ik ook de nadruk op mooie talige formuleringen van redeneringen. In die zin werkt en evalueert een opleiding wiskunde dus wel actief op taal, maar niet actief op schrijffouten’, zegt ze. Dooms benadrukt dat ‘het academisch onderwijs dient om zich voort te bekwamen in een gekozen richting, niet om cruciale niet-behaalde eindtermen van ons middelbaar te remediëren’.

Ook bij de diergeneeskunde botsen ze op die grenzen. ‘Wij zijn geen taalspecialisten. We verwachten dat studenten de basis onder de knie hebben’, luidt het. Waar dat niet het geval is, verwijzen de professoren graag door naar de centrale diensten van de universiteit, waar sessies academisch schrijven gegeven worden.

ONPROFESSIONEEL

Over het belang is iedereen het wel eens. ‘Taal en taalgevoeligheid zijn niet alleen in onze discipline cruciaal, maar in alle humane wetenschappen’, zegt Devos. ‘We gebruiken taal om de werkelijkheid te omschrijven.’ Maar het gaat verder: taal is bepalend voor een verdere carrière. ‘Wie geen nota kan schrijven voor zijn afdelingshoofd, of geen verzorgd document kan delen namens zijn of haar instelling, is geen goede werknemer.’

Hetzelfde geldt voor wiskundigen van wie men zorgvuldig geformuleerde redeneringen en een oog voor detail verwacht. Cornillie besluit voor zijn vakgebied: ‘Van een dierenarts verwacht je uiteraard dat die goed is in het vak. Maar taal heb je zo vaak nodig. Voor een doorverwijsbrief, om maar iets te zeggen. Wie expert wil zijn, moet ook zo overkomen op taalgebied. Wie onzorgvuldig schrijft, denkt niet alleen onzorgvuldig. Hij of zij haalt ook zijn of haar professionaliteit onderuit.’

10 een
Klaas Maenhout, De Standaard, 6 februari 2023
‘gebid’ is geen ‘gebit’

HOOFDSTUK 1

Academisch Nederlands

BASISWOORDENSCHAT

1.1 WELK WOORD, DAT JE AAN DE UNIVERSITEIT OF DE HOGESCHOOL REGELMATIG HOORT, WORDT HIER OMSCHREVEN EN PAST IN DE ZIN

1. Eigen aan een universiteit of hogeschool: Professoren vinden het verontrustend dat studenten minder goed kunnen redeneren en dikwijls het taalgebruik niet meer kennen.

2. Op de mededelingenborden: Vanmorgen las ik dat docent Verstraeten de hele week afwezig is.

3. Auditorium, gehoorzaal: Het openingscollege van professor Vermoesen trekt altijd heel wat geïnteresseerden. Daarom vindt het plaats in de grootste van de universiteit.

4. Beperking van het aantal studieplaatsen voor een opleiding: Sinds 1997 geldt er voor de opleiding Geneeskunde een

. Geïnteresseerden moeten eerst deelnemen aan een toegangsexamen.

5. Leerplan: Het van onze opleiding heeft ingrijpende veranderingen ondergaan om nog beter tegemoet te komen aan de verlangens van het werkveld.

Hoofdstuk 1: academisc H nederlands 11

6. Doceren: De prof liet zijn studenten weten dat hij deze namiddag aan de hele groep zal lesgeven.

7. Met ambtsrust: De hoogleraar werd gelauwerd voor zijn voortreffelijke loopbaan.

8. Praktijkles:

De docent liet zijn studenten weten dat het met grammaticaoefeningen deze namiddag wegvalt.

9. Officiële bekendmaking door het hoofd van een faculteit: Tijdens de van de eindejaarsstudenten haalde de scherp uit naar het beleid van de minister van Onderwijs.

10. Een brede kennis hebben: Hoewel hij professor is, kan je hem bezwaarlijk een man noemen.

11. Directeur van een hogeschool of universiteit: Drie van de grootste universiteiten van Vlaanderen willen het inschrijvingsgeld verhogen.

12. Opvoedkundige:

De onderzocht welke methoden echt werken om spijbelen tegen te gaan.

13. Praktijksituatie:

In de volgende lees je hoe een marketingverantwoordelijke een nieuw product op de markt brengt.

14. Cursusmateriaal:

In die EHBO staat duidelijk uitgelegd hoe je een persoon kan reanimeren.

12 Hoofdstuk 1: academisc H nederlands

15. Verhandeling, verslag van een onderzoek: Die studente won een prijs voor haar over zelfmoordpreventie.

1.2 WELK WERKWOORD WORDT OMSCHREVEN EN MAAK ER ZELF EEN ZIN MEE

analyseren, differentiëren, doceren, excelleren, expliciteren, inventariseren, notuleren, nuanceren, parafraseren, poneren, recapituleren, refereren aan, remediëren, screenen, specificeren

1. Aantekeningen maken, notities nemen

2. Verduidelijken

3. Samenvatten in je eigen woorden

4. Iemands geschiktheid voor een bepaalde functie onderzoeken

5. Uitleggen, verklaren, toelichten

6. Kort herhalen, resumeren

7. Onderscheiden, uitblinken

8. Lesgeven

9. Ontleden, ontrafelen

Hoofdstuk 1: academisc H nederlands 13

10. Verhelpen, genezen, beter maken

11. Verduidelijken door meer details te geven

12. Verwijzen naar

13. Stellen

14. Oplijsten

15. Onderscheiden

1.3 VUL DE ONTBREKENDE WOORDEN OP DE JUISTE PLAATS IN

1. Beslis in een multiplechoicetest pas welk antwoord je aankruist als je elk (keuze) grondig hebt gelezen.

2. De studenten vonden de maatregel om hoofddoeken te verbieden heel (willekeurig), want petjes waren wel toegelaten in de les.

3. Ons handboek bestaat uit vijf (delen): grammatica, spelling, taalzuivering, stijl en woordenschat.

4. Om (doeltreffend) te studeren moet je ervoor zorgen dat je door niets afgeleid wordt.

5. Meer en meer wordt er van docenten verwacht dat ze (meegaand) zijn en dus multi-inzetbaar.

14 Hoofdstuk 1: academisc H nederlands

6. Lessen waarin veel (wisselwerking) is tussen de studenten en de docent zijn doorgaans heel boeiend.

7. Docenten slagen erin om hun studenten (onbevooroordeeld) te beoordelen.

8. Als studenten elkaar moeten evalueren, merk je dat dat eerder (partijdig) gebeurt.

9. Ik begrijp jouw argumentatie niet echt. Zou je dat met een (passend) voorbeeld even kunnen toelichten?

10. ‘ (net zoals bij) de masterproef, mogen we dat programma nu ook gebruiken om plagiaat op te sporen in andere werkstukken’, legt de docent aan zijn collega’s uit.

11. De student kon door omstandigheden niet deelnemen aan de praktijkles, maar hij kwam zelf met een (opbouwend) voorstel om de gemiste leerstof in te halen.

12. Het is geen (vanzelfsprekendheid) om die cursus te studeren omdat ik geen Latijn kreeg in het secundair onderwijs.

13. Wat een lastige les! Ik zal al blij zijn als ik de (belangrijkste punten) kan onthouden.

14. De student was ervan overtuigd dat hij zijn (veronderstelling) kon staven aan de hand van een aantal doorslaggevende argumenten.

15. Gebruik voor je paper het (opmaakdocument) dat op de homepagina van de school te vinden is.

16. Bij die opdracht evalueren we niet enkel het eindresultaat, maar ook de (vooruitgang).

17. De stagebegeleider was enthousiast over de professionele (houding) van de student.

Hoofdstuk 1: academisc H nederlands 15

18. Hij gebruikte voor zijn masterproef vooral (indirecte) bronnen, waardoor veel hoofdstukken niet genuanceerd genoeg zijn. Hij had beter (directe) bronnen kunnen raadplegen.

19. Wees in je verslag (eenduidig) bij het gebruik van leestekens.

20. Wetenschappers benaderen alles altijd zo (verstandelijk) mogelijk.

UITBREIDENDE WOORDENSCHAT

1.4 VUL DE ONTBREKENDE ADJECTIEVEN/BIJWOORDEN OP DE JUISTE PLAATS IN

accuraat, basaal, cognitief, consistent, intrinsiek, legio, narratief, pejoratief, plausibel, pragmatisch, proactief, triviaal

1. De student Toegepaste Taalkunde maakte een (nauwkeurig) vertaling van dat boek.

2. Studenten die zich uit pure interesse in de leerstof verdiepen, hebben een (inwendig) motivatie. Die verhoogt hun slaagkansen.

3. “Je schetst een heel (ongunstig) beeld van de kwaliteit van ons onderwijs”, zei de voorzitter van de Onderwijscommissie.

4. De eerste jobbeurs voor beginnende leraren wil (waarbij je vooruitdenkt) een antwoord bieden op het nijpende lerarentekort.

5. De dienst Taalondersteuning biedt een (logisch samenhangend) en uitdagend programma aan om op korte tijd een inzicht te krijgen in de Nederlandse grammatica.

16 Hoofdstuk 1: academisc H nederlands

6. Hij schreef een prima werkstuk over de ontwikkeling van een kind dat in armoede opgroeit.

7. Zijn wetenschappelijk verslag viel helemaal uit de toon door zijn schrijfstijl.

8. “Dat zijn (aanvaardbare) argumenten en toch overtuig je me niet”, sprak de lector tegen de student.

9. De studentenraad denkt na over een oplossing voor het spijbelprobleem.

10. De voordelen van deze monitoraatslessen zijn , maar voor veel studenten zijn ze .

1.5 VERKLAAR DE CURSIEVE WOORDEN

1. Via deductie weet ik hoe ik dat woord correct moet spellen.

2. Tijdens zijn exposé kwam de student met duidelijke standpunten, die hij met vuur verdedigde.

3. Tot een algemene consensus komen tijdens de deliberatie, bleek niet gemakkelijk te zijn voor veel docenten.

4. Elke evaluatieopdracht heeft repercussie op het leerproces van de student en op zijn attitude ten opzichte van het vak.

5. Bij de start van het academiejaar maakte de student een luie indruk en die beïnvloedt vandaag nog altijd de perceptie van de docent.

Hoofdstuk 1: academisc H nederlands 17

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
9789401495141 by Uitgeverij Lannoo - Issuu