JELTSEN PEETERS ZELFREGULEREND LEREN HOE? ZO!
4 ZELFREGULEREND LEREN. HOE? ZO! VOORWOORDINHOUD 7 INLEIDING 11 HOE WORDT ZELFREGULEREND LEREN NU ONDERSTEUND? 11 HOE WORDT ZELFREGULEREND LEREN HET BESTE ONDERSTEUND? 17 HOE HELPT DIT BOEK JOU OP WEG? 20 1 IK WEET WAAROM WAAROM ZETTEN WE IN OP ZELFREGULEREND LEREN? 27 VOLGENS JOU 27 VOLGENS ONDERZOEKERS 30 VOLGENS BELEIDSMAKERS 32 2 IK HOEBEGRIJPZIETHETZELFREGULEREND LEERPROCES ERUIT? 35 WAT IS ZELFREGULEREND LEREN? 36 WAT DENKT, DOET EN VOELT EEN ZELFREGULERENDE LEERLING? 39 3 IK HOEKIJKBRENG IK ZELFREGULEREND LEREN IN KAART? 81 IK KIJK NAAR MEZELF 82 IK MEET DE ZELFREGULERENDE VAARDIGHEDEN VAN MIJN LEERLINGEN 93 IK KIJK HOE VER LEERLINGEN STAAN IN HUN ONTWIKKELING VAN ZELFREGULEREND LEREN 117 IK GA NA WAAROM MIJN LEERLINGEN HUN LEREN NIET REGULEREN 122 4 IK ONDERSTEUN ADAPTIEF HOE ONDERSTEUN IK ZELFREGULEREND LEREN? 125 HOE ONDERSTEUN IK OP DIT MOMENT ZELFREGULEREND LEREN? 125 IK (HER)KEN DE VIER EFFECTIEVE ONDERSTEUNINGSVORMEN 127 IK ONDERSTEUN MIJN LEERLINGEN GERICHT (THIS IS WHERE THE MAGIC HAPPENS) 130 IK VERDIEP ME IN DE VIER VERSCHILLENDE ONDERSTEUNINGSVORMEN 141 5 IK WERK SAMEN HOE MAKEN WE ONZE ONDERSTEUNING ZO DUURZAAM MOGELIJK? 185 IK WERK SAMEN MET COLLEGA’S 185 IK WERK SAMEN MET OUDERS EN LEERLINGEN 197 IK WERK SAMEN MET EXPERTS 202
OPDRACHT Activiteiten waarmee je zelf of met collega’s kan reflecteren of praktisch aan de slag kan. Het accent ligt op het toepassen van de inhoud van het boek op de eigen praktijk.
EXTRA Bijkomende (schat aan) informatie met wat meer duiding, diepgang of uitbreiding.
TIPS Tips of inspiratie die je als kompas kunt gebruiken om de kennis uit dit boek toe te passen in jouw klas.
AFBEELDINGEN EN DOWNLOADS Op de website van het boek vind je extra materialen die je helpen de inhoud van dit boek te verwerken. Ga zeker een kijkje nemen! Zo vind je er bijvoorbeeld de afbeeldingen uit dit boek. Gebruik ze om de inhoud te verwerken en ook weer door te geven. Gebruik de afbeeldingen om ook op jouw school een sterk verhaal over zelfregulerend leren te neer te zetten. Benieuwd? Surf dan naar https://nl.attheheartoflearning.com/book
5INHOUD 6 AAN DE SLAG MET CHECKLISTS EN CASUSSEN 207 DE (ON)ZIN VAN CHECKLISTS 207 DE ROL VAN PRAKTIJKVOORBEELDEN 209 AAN DE SLAG MET CHECKLIST EN CASUSSEN 211 DANKWOORD 235 BIJLAGEN 237 BRONNEN 249 EINDNOTEN 253
LEGENDE De volgende rubrieken komen in het boek terug.
VOORBEELD Een voorbeeld, getuigenis of citaat vanuit het perspectief van een school, leraar, leerling of expert. Hoe ziet de theorie eruit in de praktijk?
METAFOOR Een metafoor die op een beeldende manier het verband tussen de verschillende zelfregulerende vaardigheden illustreert.
VOORWOORD
Wat me treft tijdens het snuffelen in mijn boeken, is dat ik schrik van mezelf als le rende. Ik wist wel dat ik goed kon leren. Ik wist ook dat ik er steeds hard voor gewerkt heb. Alleen, het voelde nooit zo omdat ik het graag deed. Nu ik de hoeveelheid aan werk en leerstrategieën voor me zie, besef ik dat ik toen hoegenaamd geen idee had dat wat ik deed allemaal leerstrategieën waren die ook bij naam genoemd konden worden. En dat het strategieën waren die ook anderen zouden kunnen helpen om te bereiken wat ze wilden. Ik had er eenvoudigweg de taal (nog) niet voor.
7VOORWOORD
Ik zit tussen de dozen en nies. Ik zit onder, op en tussen het stof. Ik zit er eenzaam ver steld te wezen. Slechts omringd door pluchen knuffels, Thunderbirds van Playmobil en mijn ooit-straal-genegeerde barbiepoppen. En papier. Dozen vol papier. Ik help mijn moeder de zolder opruimen. ‘Help je me? Er ligt nogal wat van jou.’ Ze kent wat van eufemismen. Die stijlfiguur wordt ongetwijfeld ergens in die dozen uitgelegd. Weet je nog hoe aan het einde van elk schooljaar één kind de boeken van het voorbije schooljaar moest bewaren? Dat kind was ik. Elk. Jaar. Opnieuw. Een volledige school loopbaan kijkt mij vanonder een laagje stof aan. Enkele tellen hoop ik vurig dat de inhoud van de dozen er in mijn hoofd net iets minder stoffig uitziet. Ik bespaar me de illusie, zet de gedachte opzij en de dozen richting zoldergat. Eens ontsnapt aan de zolder, maakt het stof in mijn hoofd plaats voor nieuwsgierig heid. Ik doe een paar dozen open en word teruggeworpen in de tijd. Alles ligt er, van kleuterschool tot universiteit. Naast mijn schoolboeken vind ik ook notities, schema’s, samenvattingen, en veel – heel veel – zelfgemaakte en minstens twee keer ingevulde examens. Voor zo goed als elk vak, uiteraard. Slik. Wat een streber. Ik denk het volko men schaamteloos. Ik herinner me hoe graag ik leerde. Leren om het leren eigenlijk. Natuurlijk waren er vakken die ik liever deed dan andere, maar het zoeken naar hoe ik iets het beste onthield, begreep en kon gebruiken vond ik gewoon ongelofelijk boeiend.
Toch is die taal heel belangrijk als we alle kinderen en jongeren willen leren om hun gedrag, gedachten, motivatie en emoties zo te sturen dat ze hun leer- en andere doelen kunnen behalen. Even naar 2010. Toeval of niet, maar ik begin aan mijn doctoraat over zelfregule rend leren. Ik zoek mijn weg in de literatuur. Wat zou ik toen blij zijn geweest met wat netjes geordende dozen om te verkennen en me in te lezen. Helaas. De litera tuur omtrent zelfregulerend leren was – en is nog steeds – versnipperd, hoofdzakelijk Engelstalig en bovendien omvangrijk. Het kostte me weken – nee, maanden! – voor helder werd waar zelfregulerend leren precies voor stond. Het was duidelijk dat ook al in 2010 zelfregulerend leren een hot topic was binnen onderwijsonderzoek. Alleen, zelfregulerend leren is een echt paraplubegrip dat verschillende onderdelen omvat. Veel onderzoekers zijn zich op een of meerdere deelaspecten gaan richten. Dat heeft als voordeel dat we vandaag de dag al heel wat weten over hoe kinderen en jongeren hun leren zelf kunnen sturen. Jammer genoeg heeft het er ook toe geleid dat nog maar weinig onderzoekers op een bevattelijke manier de basisprincipes en inzichten van zelfregulerend leren kunnen presenteren. Een bevriende senior onderzoeker zei me ooit dat hij dacht dat ook bij veel (beginnende) onderzoekers dat helikopteroverzicht ontbreekt. Hij zei het niet te luid, en ik zal het niet te groot schrijven. Maar ik schaamde me toch weer net iets minder voor mijn onwetendheid in 2010. Ik was niet alleen. En ook jij als leraar bent niet alleen. Niet alleen in jouw zoektocht naar wat zelfregu lerend leren precies is. Wat is het? Wat is het niet? Werkt het echt? En hoe dan? Bij iedereen? Wat is mijn rol dan? Veel vragen en ook best al veel antwoorden. Alleen is het heel moeilijk door het bos de bomen nog te zien. Waar begin je nu precies met zo’n overdaad aan voornamelijk Engelstalige wetenschappelijke literatuur?
8 ZELFREGULEREND LEREN. HOE? ZO!
Jeltsen Peeters
9VOORWOORD
En zo gebeurde het. Ik stofte naast mijn boeken ook mijn schrijfkunsten af. De inte resse in schrijven startte bij b-o-o-m en werd opnieuw aangewakkerd op zolder. Wie weet waar het eindigt. Ik hoop van harte al schrijvend met jou. Naast de kennis die we al hebben, hebben we vooral behoefte aan leraren die elke dag opnieuw met veel zin kinderen en jongeren helpen klaarstomen voor een leven vol leren met en vanuit goesting. Ik hoop dat dit boek jou daarin op weg kan helpen.
Als leraren in onderzoek gevraagd wordt of ze zelfregulerende vaardigheden, zoals planning en zelfevaluatie, belangrijk vinden voor hun leerlingen, dan krijg je een overwegend positief beeld.1 De meeste leraren zijn ervan overtuigd dat het cruciale vaardigheden zijn zowel binnen als buiten de klas. Ze begrijpen waarom de aandacht uitgaat naar zelfregulerend leren. Onderzoek toont aan dat zelfregulerend leren een van de meest doeltreffende manieren is om leerprestaties te versterken.2 En ook vanuit het beleid worden scholen aangemoedigd om meer aandacht te besteden aan zelfre gulerend leren. Nochtans merk je dat overwegend positief beeld niet altijd meteen in de praktijk. Er leven nog heel wat twijfels. Wanneer je die twijfels wat beter beziet, worden ze meestal niet veroorzaakt door de overtuiging dat zelfregulerend leren niet belangrijk zou zijn. Nee, de twijfels vinden hun oorzaak veelal in het feit dat niet altijd duidelijk is wat zelfregulerend leren precies is en hoe je als leraar de zelfregulerende vaardigheden van al jouw leerlingen kunt ondersteunen.
INLEIDING
Dit boek beoogt een brug te bouwen tussen wat reeds beschikbaar is op school en wat we allemaal al weten vanuit de wetenschappelijke literatuur. Hoe wordt zelfregule rend leren momenteel in de praktijk benaderd? Wat werkt volgens de onderwijswe tenschappen? Hoe helpt dit boek jou precies om die praktijk- én wetenschappelijke kennis samen in te zetten ten voordele van jouw leerlingen?
11INLEIDING
HOE WORDT ZELFREGULEREND LEREN NU ONDERSTEUND?
•
Alle onderdelen uit bovenstaande opsomming zijn stuk voor stuk onderbouwde con cepten die verband houden met zelfregulerend leren. Zet je daarop in? Dan krijg je hoogstwaarschijnlijk goede resultaten. Alleen, het is best mogelijk dat het niet genoeg is. Dat je nog steeds moeilijkheden ondervindt in het ondersteunen van het leerproces van (sommige van) jouw leerlingen. Dat je met al die verschillende, maar verwante concepten, door de bomen het bos niet meer ziet. Het valt op hoe de modellen rond zelfregulerend leren (die er wel degelijk ook zijn) amper ingang vinden in de praktijk. Er wordt zelden expliciet verwezen naar zelfre gulerende vaardigheden, met inbegrip van zowel cognitieve, metacognitieve als affec tieve strategieën. Nochtans is het die holistische aanpak die ervoor zorgt dat zelfregu lerende vaardigheden resulteren in betere schoolresultaten. In dit boek definiëren we zelfregulerend leren daarom zo: ‘Zelfregulerend leren is het cyclische proces waarbij een lerende zijn ge drag, gedachten, gevoelens én motivatie zelf richting geeft met het oog op het bereiken van zijn leerdoelen en afhankelijk van zijn context.’ 3
Zelfregulerend leren gaat dus om dat wat de leerling doet, denkt en voelt wanneer hij zijn eigen of gezamenlijke doelen nastreeft. In hoofdstuk 2 gaan we er dieper op in en maak je kennis met het model van Barry Zimmerman. Dit model helpt je echt vat te krijgen op wat zelfregulerend leren precies is en concretiseert het in 21 zelfreguleren de vaardigheden.
•
•
Het begrip ‘zelfregulerend leren’ is vaak een zwarte doos waarvan niet duidelijk is wat erin zit. Zelfregulerend leren wordt daardoor vaak heel divers ingevuld of vaak verengd tot één enkel onderdeel, bijvoorbeeld: leren leren, en dus een eenzijdige focus op cognitieve leerstrategieën of ‘studeer’ vaardigheden; metacognitieve vaardigheden; intrinsieke motivatie vanuit de zelfdeterminatietheorie; executieve functies; • krachtige leer- en leefomgevingen.
•
12 ZELFREGULEREND LEREN. HOE? ZO!
In de praktijk blijkt dat veel leraren al aandacht hebben voor zelfregulerend leren. Er liggen echter nog veel groeikansen in hoe deze vaardigheden ondersteund worden.4
13INLEIDING
Metastudies uit de literatuur rond zelfregulerend leren worden gebruikt om het be lang van zelfregulerend leren te onderbouwen. Wanneer vervolgens zelfregulerend leren geïmplementeerd wordt via toolkits en andere instrumenten die scholen mee nemen in het wat en hoe, wordt het onderzoek naar zelfregulerend leren vaak niet meer gebruikt. Nochtans gaat het hier om meer dan dertig jaar diepgaand onderzoek. Willen we dezelfde impact verkrijgen als de studies uit de meta-analyses? Dan imple menteren we het beste ook datgene waarmee onderzoekers die goede leerlingenresul taten bereikten. Je hebt dus toegang nodig tot hun kennis. En dat is exact waarmee je met dit boek op weg geholpen wordt.
Vaak wordt eerder onbewust of op basis van buikgevoel ruimte gemaakt voor zelfre gulerend leren. Zelfregulerende vaardigheden worden slechts zelden ook echt expli ciet aangeleerd. Nochtans is dit cruciaal. Zelfregulerend leren kun je niet louter in je eentje leren. De leraar speelt hier een belangrijke rol.
Wat is die rol dan precies? Wanneer leraren zelf gevraagd worden hoe ze zelfregule rende vaardigheden ondersteunen, krijg je veel voorbeelden van concrete werkvormen en instrumenten. Bijvoorbeeld: we werken aan zelfregulerend leren want we gebrui ken de agenda (check), we laten leerlingen elke week twee uur zelfstandig werken (check), we gebruiken zelfevaluatieblaadjes (check). Zelfregulerend leren wordt zo gereduceerd tot een checklist. Het wordt gelijkgesteld aan het implementeren van specifieke tools en werkvormen die een link hebben met zelfregulerend leren. Dit per spectief geeft de indruk dat zelfregulerend leren met een standaardpakket aan tools en werkvormen ondersteund kan worden. Dit is helaas niet zo! Een standaardaanpak werkt niet. Dat is ook waarom er ondanks decennia aan onderzoek nog steeds geen ‘methode’ zelfregulerend leren bestaat. Uitgangspunt in dit boek is dat elke leraar – en zeker elke school – al beschikt over een zeer grote kast vol met concrete tools, instrumenten en klaspraktijken die zo van het schap genomen kunnen worden om leerlingen te ondersteunen in hun zelfregulerende vaardigheden. Met dit boek moet die kast niet nog verder gevuld worden, maar het moet wel de nodige (wetenschappelijke) kapstokken aanreiken om structuur en overzicht aan
14 ZELFREGULEREND LEREN. HOE? ZO!
te brengen. Zo weet je weer beter wat er in de kast zit en waarom, wat het beste past bij welke leerling, wat je wanneer het beste ter hand neemt, wat misschien voor een tijdje weer terug in de kast kan en welke tools definitief weggegooid mogen worden. Als je kast eenmaal op orde is, zie je beter wat er nog ontbreekt. Je kunt dan beter kiezen uit alle aanbiedingen die op je af komen: welke tools van collega’s, andere scholen, uitgeve rijen of onderzoekers kun je nog gebruiken? Wanneer zet je ze in en wanneer niet?
Onderzoek laat zien dat daar de winst te boeken valt: doelgericht en adaptief leren inzetten van (vaak reeds bestaande) tools en werkvormen, vertrekkende van wat er nodig is in jouw klas.5 Het effect van de werkvormen die je inzet, gaat deels verloren als je niet vertrekt van wat je leerlingen nodig hebben. Een op zichzelf sterke werkvorm op het verkeerde moment inzetten, kan net het omgekeerde effect hebben. Oké, geen standaardaanpak dus. Wat dan wel? Wat heb je als leraar nodig om op een adaptieve manier jouw leerlingen te ondersteunen?
Koos je voor optie 2? Dan heb je nu het juiste boek in handen.
OPDRACHT Zelfregulerend leren? Dat doen we al! Zelfregulerend leren ligt in het hart van leren en lesgeven. Elke leraar ondersteunt op een bepaalde manier zelfregulerende vaardigheden, toch? Dat klopt. De vraag is echter niet ‘of je zelfregulerende vaardigheden ondersteunt’, maar wel ‘hoe doeltreffend jouw ondersteuning is’. Hoe zorg je ervoor dat jouw aanpak ook daadwerkelijk alle leerlingen helpt zichzelf beter te sturen?
OPDRACHT
16 ZELFREGULEREND LEREN. HOE? ZO!
Het conflict tussen enerzijds de overtuiging dat je zelfregulerend leren al ondersteunt en anderzijds onderzoek dat aantoont dat de effectiviteit van de huidige ondersteuning in klassen eerder beperkt is, zie je in veel scholen opduiken. Heel wat leraren hebben – veelal terecht – het gevoel dat ze veel doen om het leerproces van hun leerlingen te ondersteunen. Tegelijkertijd stellen ze vaak – en niet geheel zonder frustratie – vast dat (sommige) leerlingen weinig tot geen vooruitgang boeken. Dat ze slechts moeizaam hun eigen leerproces en -motivatie in handen nemen. Dit is een belangrijk sleutelmoment. Je hebt op dat moment twee keuzes:
1. Je stopt je pogingen om de zelfregulerende vaardigheden te versterken en je vermoedt dat zelfregulerend leren niet mogelijk is met jouw leerlingen.
2. Je besluit te onderzoeken waarom jouw ondersteuning niet leidt tot de gewenste resultaten met jouw leerlingen.
2 IK BEGRIJP ZELFREGULEREND LEREN
De ondersteuning van zelfregulerend leren is een boeiend, maar complex proces. Sta voordat je start voldoende stil bij jouw motivatie. Waarom wil jij er in jouw klas aan dacht aan besteden? Hoe wil je dat precies doen? Welk doel streef je als leraar precies na? Hoe helderder jij voor ogen hebt wat je wilt bereiken bij jouw leerlingen en waar om je er tijd en energie aan spendeert, hoe groter de kans dat je het zelf volhoudt, de lat hoog blijft leggen, niet opgeeft bij tegenslag, hulp zoekt wanneer dat nodig is enzovoort. Kortom, hoe sterker ook jij jouw zelfregulerende vaardigheden inzet, hoe groter de kans dat je van zelfregulerend leren in jouw klas een succesverhaal maakt.
HOE WORDT ZELFREGULEREND LEREN HET BESTE
Het plaatje toont de verschillende puzzelstukken die je als leraar nodig hebt om te komen tot een adaptieve ondersteuning van jouw leerlingen. Dat wil zeggen: een on dersteuning die afgestemd is op de behoeften van jouw leerlingen. Uit welke puzzel stukken bestaat dit plaatje?
1 IK WEET WAAROM
Je kunt niet aanleren of ondersteunen wat je zelf niet kent. Als leraar ken je dus de verschillende zelfregulerende vaardigheden en minstens de vaardigheid die je gaat aanleren. Welke specifieke vaardigheden gaan schuil achter abstracte termen als me tacognitieve, cognitieve en affectieve vaardigheden? Met andere woorden: wat denkt, doet en voelt een leerling concreet wanneer hij zijn leren zelf in handen neemt? Je gaat aan de slag met de 21 zelfregulerende vaardigheden uit het model van Barry Zimmerman.
Als een standaardaanpak niet de gewenste weg is, welke weg neem je dan wel? Wat moet je precies kennen en kunnen om op een meer adaptieve manier jouw leerlingen te ondersteunen? Een en ander wordt samengevat in het plaatje op pagina 19.
ONDERSTEUND?
17INLEIDING
3 IK KIJK NAAR MIJN LEERLINGEN
Op basis van jouw observaties, en dus de behoeften van jouw leerlingen, maak je een geïnformeerde keuze. Je kent de vier verschillende manieren waarop je zelfregulerend leren kunt ondersteunen en je weet wanneer en waarom je ze wel of niet inzet. Je ver liest niet langer tijd en energie aan werkvormen die niet passen en je begrijpt wat dan wél nodig is. Je weet dat doeltreffende interventies niet groots en tijdrovend hoeven te zijn.
5 IK WERK SAMEN OM VAN ZELFREGULEREND LEREN EEN DUURZAAM VERHAAL TE MAKEN
4 IK KIES DIE ONDERSTEUNINGSVORM DIE DE MEESTE IMPACT HEEFT OP MIJN LEERLINGEN
18 ZELFREGULEREND LEREN. HOE? ZO!
Vertrekkend vanuit jouw leerlingen selecteer je de zelfregulerende vaardigheid die je gaat ondersteunen. Heb je die bepaald? Dan kijk je naar je leerlingen en onderzoek je hun vaardigheidsniveau. Hoe ver zijn ze al? Waarom gebruiken ze de vaardigheid niet wanneer je dat wel verwacht? Welke verschillen zie je tussen leerlingen?
Er is heel wat dat jij als leraar binnen jouw klas kunt verwezenlijken. Maar samen be reik je zoveel meer. Dat geldt zeker voor het implementeren van zelfregulerend leren. Een schoolbrede aanpak maakt echt het verschil. Werk samen met anderen en zorg er zo voor dat jouw leerlingen ook buiten jouw klas en tijdens hun verdere school loopbaan op een doeltreffende manier ondersteund worden in hun zelfregulerende vaardigheden.
20 ZELFREGULEREND LEREN. HOE? ZO!
Dit boek is bestemd voor leraren, schoolleiders, zorgcoördinatoren en leerlingenbege leiders en -coaches die werken met leerlingen van zes tot en met achttien jaar, onge acht het vak of de studierichting. De voorbeelden in het boek bestrijken dus een zeer ruime leeftijdscategorie. Daarnaast zijn de principes uit dit boek eigenlijk ook van toepassing op het kleuter-, hoger- en volwassenenonderwijs.
Zo kun jij straks dezelfde resultaten voorleggen. Er volgt dus een omschrijving van wat zelfregulerend leren precies is en hoe je tot de beste resultaten komt in jouw klas, met jouw leerlingen, in jouw context. Met die inzichten en de nodige ondersteuning om de vertaalslag te maken kun je aan de slag, ongeacht hoeveel onderwijservaring je hebt.6 Het ondersteunen van zelfregulerend leren is dus niet alleen iets voor de meer ervaren leraar.
HOE HELPT DIT BOEK JOU OP WEG?
Dit boek biedt die kennis en inzichten die ook onderzoekers gebruiken om die posi tieve impact op schoolprestaties en -motivatie te bereiken die metastudies ons tonen.
Nu je het plaatje op de doos zag, is het tijd om de doos te openen en alle puzzelstuk ken meer in detail te ontdekken. Het boek is opgebouwd rond deze puzzelstukken en neemt je in zes hoofdstukken mee door het volledige plaatje.
21INLEIDING
Eerlijk is eerlijk. Door te focussen op algemene principes, is er minder ruimte om in te gaan op de specifieke context waarin elke leraar lesgeeft. Hoe ziet het er concreet uit bij jonge versus oudere leerlingen? In de wiskundeles versus de kookles? Bij leerlingen met leermoeilijkheden versus cognitief sterk functionerende leerlingen?
Waarom kiezen voor zo’n ruime doelgroep?
Er is veel te vertellen over zelfregulerend leren. In dit boek ligt het accent bewust op de evidencebased en generieke kennis en vaardigheden die leraren nodig hebben om van zelfregulerend leren in hun klas een succesverhaal te maken. De puzzelstukken kun je toepassen in elk vak, bij elk type leeractiviteit en bij elke leeftijd.
Kinderen en jongeren ontwikkelen hun zelfregulerende vaardigheden tijdens hun volledige schoolloopbaan en in alle vakken. Als we als leraren allemaal dezelfde taal spreken en vanuit dezelfde onderliggende evidencebased principes (of puzzelstukken) vertrekken, kunnen we onze ondersteuning beter op elkaar afstemmen. Het wordt makkelijker om samen te werken, elkaars keuzes te begrijpen en van elkaar te leren. Niet alleen begrijpen wij zelf beter het verhaal dat we elk apart in ons jaar of vak schrijven rond zelfregulerend leren, maar ook leerlingen zullen sneller begrijpen hoe zelfregulerend leren samenhangt. Hoe zelfregulerend leren hen helpt in verschillende leercontexten.
WAAROMEXTRA DE FOCUS OP GENERIEKE INHOUDEN?
Er is te weinig ruimte in het boek om op elke context in te gaan. Dat hoeft echter geen struikelblok te zijn. Als je collega’s, ongeacht het leerjaar of het vak, dezelfde taal spreken en vanuit dezelfde principes vertrekken, kan de vertaalslag samen gemaakt worden. In workshops met leraren vanuit verschillende graden en leergebieden merken we dat er heel EXTRA
Vanuit dat helikopterperspectief zie jij straks door de bomen het bos weer. Dit boek is het startpunt. Of eerder een doorstart, want je vertrekt in eerste instantie van al wat je al hebt. Het boek helpt je om jouw huidige overtuigingen, kennis, vaardigheden en praktijk te onderzoeken en om vanuit jouw leerlingen te vertrekken. Gebruik de wetenschappelijke kennis uit dit boek als een soort spotlight om wat je nu reeds doet rond zelfregulerend leren tegen het licht te houden. Ga aan de slag met de opdrachten die je in het boek vindt en maak stapsgewijs de verbinding met je eigen klaspraktijk. Het boek
snel samen geleerd wordt. Bovendien ontdekken jullie zo samen dat de onderliggende structuur (dat wil zeggen: hoe leerlingen leren) in elk vak grotendeels gelijk is. Door die gelijkenissen te zien, kun je elkaar op weg helpen. Voor het omgekeerde, de verschillen tussen leerjaren en vakken zien, is gewoonlijk geen hulp nodig. Waarom uit- en niet inzoomen? We streven dus naar een helikopteroverzicht. We bieden dus de grotere kapstokken aan om naar leerlingen, leraren en de school te kijken. Kun je aan alles tegelijk werken? Nee. Maar je hebt wel zicht nodig op het gehele plaatje, op datgene waar je uiteindelijk naartoe wilt. Alleen zo kun je als school tussenstappen formuleren. Is jouw school bijvoorbeeld al aan de slag met een bepaald boek7, toolkit8 of trainingspakket9? Situeer dit in de grotere kapstokken die we aanreiken. Het helpt nog beter begrijpen aan welk aspect je precies werkt. Het helpt verklaren waarom jullie hiermee bepaalde effecten zien en andere gehoopte effecten misschien (nog) niet. Traint jouw school leraren bijvoorbeeld om leerstrategieën aan te leren in hun lessen? Dan helpt dit boek jou onderzoeken wat daarnaast nog nodig is om ook dat helemaal tot zijn recht te laten komen. Geef je na de strategie-instructie bijvoorbeeld voldoende oefenkansen? Werken jullie aan transfer? Hoe zit het met de persoonlijke overtuigingen van leraren?
Wordt er voldoende eerst naar leerlingen gekeken?
Dit boek is bewust geen eindpunt, geen afgewerkte toolkit met materialen en werkvormen die rechtstreeks toegepast kunnen worden. Misschien voelt dit ietwat ongemakkelijk. Je hoeft immers maar zoekplatformen als Google of Klascement te raadplegen en je vindt meteen tal van direct bruikbare tools en lijstjes met tips om met zelfregulerend leren aan de slag te gaan. Onmiddellijke behoeftebevrediging ligt binnen handbereik. Dit boek daagt je echter uit om voor de twee marshmallows te gaan en niet voor die ene die voor het grijpen ligt.11 We weten immers dat echt iets leren inzet en energie vraagt. Echt leren schuurt altijd een beetje. Ook bij onszelf.
bevat veel informatie. Neem je tijd ervoor. In workshops merken we dat spiraalleren een goed uitgangspunt is:10 benader wat je leert over zelfregulerend leren als een cyclisch proces. Je hoeft niet meteen alle details te kennen. Krijg eerst vat op de grote lijnen (of in dit geval puzzelstukken). Tracht die te herkennen in je eigen praktijk. Ga pas dan weer een stukje dieper. Bouw verder op jouw voorkennis en voeg meer details en complexiteit toe. Zelfregulerend leren maakt zo’n essentieel deel uit van het onderwijsleerproces dat je erop mag vertrouwen dat je het telkens weer tegenkomt. Neem dit boek er op dat moment bij en verdiep je kennis weer wat verder. Dit gezegd zijnde, vertrek van wat werkt voor jou. Kies dus zelf of je boem! het diepe water in springt en je dan zachtjes weer naar boven laat drijven, dan wel of je snorkelend en geleidelijk de diepte verkent.
SCHOOLVOORBEELD
23INLEIDING
‘Het kader van Barry Zimmerman was voor onze school een ontdekking. Het brengt praktijk en onderzoek samen. Enerzijds verklaart het waarom onze goede praktijken zo prima werken. Iets wat we voordien slechts op basis van “buikgevoel” en kleinschalige effectmeting konden vaststellen. Anderzijds biedt het ons een kader om te zien waar we nog kunnen groeien. Waarom een goede praktijk in de ene situatie wel werkt, en in de andere niet.’
24 ZELFREGULEREND LEREN. HOE? ZO!