SCHEURKALENDER
2O24 366 recepten in kleur
Beste lezer,
Ik heb al heel veel boeken gemaakt, maar dit is mijn allereerste scheurkalender, die niet mocht ontbreken! Het is een mooie verzameling geworden van 366 smakelijke recepten, eentje voor elke dag van het schrikkeljaar 2024. Het zijn recepten die al eerder in mijn boeken verschenen zijn; ze zijn telkens gekozen op basis van het seizoen, maar ook van de (feest)dag in kwestie. Zo schotel ik je op de eerste dag van het jaar een heerlijke kreeft à la nage voor, staat er op Pasen lamskroon op het menu en starten we de zomer met een mediterrane tzatziki.
Ik wens je een fantastisch 2024 boordevol kookplezier!
MAANDAG
1
JANUARI
Nieuwjaar
KREEFT À LA NAGE
VOOR 4
PERSONEN
2 wortels, 2 stengels selder, 1 stengel prei, 1 ui
tijm en laurier
2 eetlepels
PH-groentebouillon
2 levende kreeften
DE NAGE
tijm en laurier
1 eetlepel PH-visbouillon
2 eetlepels
korianderbollen
2 dl witte wijn
2 wortelen, 1 prei, 4 stengels selder
100 g boter
verse kruiden (1 eetlepel van elk): peterselie, kervel
basilicum, bieslook
½ citroen
KREEFT À LA NAGE
Een feestelijk gerecht om het nieuwe jaar in te zetten!
1 Zet een grote pot water op het vuur en maak een bouillon met de wortel, de selder, de prei, de ui, tijm, laurier en de PH-groentebouillon. Kruid met peper en zout. Breng het geheel naar het kookpunt. Laat alles zo’n 15 minuten koken, zodat de bouillon heerlijk naar de groenten smaakt.
2 Voeg er dan de levende kreeft aan toe en kook gedurende 5 minuten. Indien de kreeft niet levend gekookt wordt, ledigt hij zichzelf en krijg je een lege kreeft. Kook de kreeft ook niet langer dan 5 minuten, want dan wordt hij droog en rubberachtig.
3 Haal de kreeft uit de bouillon. Laat hem zeker niet in de bouillon liggen, want dan kookt hij verder en wordt hij droog.
4 Neem 1 liter van de bouillon waarin de kreeft is gekookt en voeg tijm, laurier, de visbouillon, de korianderbolletjes en de witte wijn toe.
5 Snijd de wortelen, de prei en de selder fijn voor de ‘nage’ en voeg ze toe aan de bouillon. Laat 20 minuten op een laag vuur trekken tot je een zeer smaakvolle bouillon bekomt.
6 Snijd de kreeften in tweeën en haal het darmkanaal en de maag eruit.
7 Warm de kreeft terug op in deze bouillon en werk op met de boter. Eens de boter gesmolten is, zal de kreeft warm zijn. Laat hem niet langer opwarmen dan nodig, want dan krijg je weer een droge en rubberachtige kreeft.
8 Voeg op het laatste moment de gehakte kruiden toe, zodat ze hun smaak afgeven en hun frisgroene kleur behouden. Wanneer je de kruiden vanaf het begin meekookt, verkleuren ze en krijgen ze een onfrisse smaak.
9 Werk af met wat citroensap.
DINSDAG
FEESTELIJKE KOOLSOEP
VOOR 4
1 kleine savooikool
1 ui
1 preistengel
1 aardappel
20 g boter
2 liter water
peper en zout
2 eetlepels
PH-groentebouillon
2 dl room
150 g grisonvlees (bresaola) in sneetjes
8 sneetjes wit brood
60 g kruidenkaas
PERSONEN 2 JANUARI
FEESTELIJKE KOOLSOEP
1 Snijd het harde gedeelte uit de kool, want dat deeltje zorgt voor harde stukken in de soep. Snijd alle groenten fijn.
2 Smelt de boter in een kookpot tot ze lichtbruin is en stoof de groenten 5 minuten aan onder deksel. Als je rauwe kool aanstooft zonder deksel, zal ze aanbranden. De kool lost te weinig sap. Je moet dus zelf vocht creëren en dat doe je door het deksel op de pan te zetten. Let op dat de groenten niet aanbranden of bruinen, want dat geeft een vieze kleur en een onaangename smaak aan de soep.
3 Giet het water erbij en kruid met peper en zout. Voeg de bouillon toe en laat het geheel opkoken. Roer regelmatig want de aardappel kan aan de bodem kleven. Laat 30 minuten verder pruttelen tegen het kookpunt.
4 Mix de soep met een mixer of blender en giet de room erbij. Als je de soep op voorhand maakt, zorg er dan voor dat ze snel afkoelt. Dat doe je door de bodem van de kookpot in ijskoud water te koelen. Koolsoep verzuurt snel als ze te lang warm blijft.
5 Snijd de helft van het grisonvlees in kleine stukjes.
6 Besmeer een sneetje brood met kruidenkaas en bedek met een sneetje grisonvlees.
7 Sluit met een andere snede brood en strooi er wat versnipperde grison over.
8 Schep de soep in een kom en bedek met de boterham met grison.
WOENSDAG
CRÈME BRÛLÉE MET
VOOR 4
4 dl melk
4 dl volle room
1 vanillestokje
1 dl koffielikeur
1 eetlepel
instantkoffie
75 g kristalsuiker
6 eierdooiers
donkerbruine suiker
KOFFIESMAAK
PERSONEN 3 JANUARI
CRÈME BRÛLÉE MET KOFFIESMAAK
1 Giet de melk en de room in een kookpot en zet op een hoog vuur. Zorg dat het mengsel niet overkookt, want dan kloppen de verhoudingen niet meer.
2 Haal het merg uit de vanillestok en voeg het samen met de vanillestok bij het melk-roommengsel. Laat het geheel opkoken en haal van het vuur.
3 Voeg de koffielikeur en de instantkoffie toe en roer goed. De instantkoffie accentueert de koffiesmaak.
4 Doe de suiker bij de eierdooiers en klop schuimig met een mixer. Klop het geheel ‘wit’ zodat eigeel en suiker één worden.
5 Giet het melk-roommengsel al roerend bij de opgeklopte eierdooiers. Roer direct goed door, want de warme mengeling kan de eierdooiers doen schiften.
6 Giet dit terug in de kookpot en laat een nacht rusten in de koelkast. Zo kan het schuim van het mengsel zakken. Anders bak je gewoon schuim af.
7 Vul kommetjes (12 centimeter diameter en 3 centimeter hoogte) met de crème en zet ze op een bakplaat in een voorverwarmde oven van 150 °C.
8 Giet heet water in de bakplaat (au bain-marie). Let erop dat er zeker geen water bij de crème komt, want dan zal hij straks niet opstijven. Gebruik heet water, anders moet de oven eerst het water nog opwarmen en dan klopt de baktijd niet meer.
9 Bak gedurende 35 à 40 minuten naargelang de grootte van de potjes. Laat ze afkoelen in de koelkast zodat ze verder kunnen opstijven.
10 Bestrooi met de donkere suiker. Brand een korstje met een brander of plaats ze onder de grill. Hoe warmer je ze nu weer maakt, hoe slapper de crème brûlée zal zijn. Het is de bedoeling dat je een warme gebrande korst bovenaan krijgt en een koude crème onderaan.
DONDERDAG
4 JANUARI
KONIJN MET BRUIN BIER
VOOR 4
PERSONEN
20 g echte boter
1 konijn (in 8 stukken gesneden)
peper en zout
2 uien
3 eetlepels bloem
2 flesjes bruin bier tijm laurier
2 eetlepels
PH-runderbouillon
2 eetlepels suiker
0,5 dl balsamicoazijn
5 dl water
2 eetlepels gehakte peterselie
KONIJN MET BRUIN BIER
1 Smelt de boter in een wijde, halfhoge stoofpan tot ze lichtbruin is. Als je de boter te bruin laat worden, krijg je verzadigd vet en dat geeft vetringen op de saus. Een brede pan is nodig om alle stukken konijn tegelijk te kunnen aanbakken.
2 Kruid het konijn met peper en zout en laat het 5 minuten bruin bakken aan elke kant.
3 Snijd ondertussen de uien grof en bak ze even mee tot ze glazig zijn.
4 Strooi de bloem over het konijn. Schud even met de pan zodat de bloem zich overal verspreidt en er geen bloemklonters ontstaan.
5 Blus de pan met het bier. Kies voor een zoet bier. Als je een bitter bier gebruikt, krijg je een zeer bittere saus, want door het inkoken wordt de bitterheid geaccentueerd.
6 Breng op smaak met tijm en laurier en voeg de runderbouillon, de suiker en de balsamicoazijn toe. De suiker accentueert het zoete bier en het zure van de azijn maakt de saus frisser.
7 Giet er water bij tot het konijn helemaal onderstaat.
8 Laat het geheel opkoken. Roer regelmatig, want tijdens het opkoken kan de bloem naar de bodem zakken en aanbranden. Zodra het kookpunt bereikt is, zet je het vuur lager en laat je het konijn 90 tot 120 minuten zachtjes garen. Als de saus te veel zou uitkoken, voeg dan een beetje extra water toe.
9 Bestrooi met wat gehakte peterselie en serveer met puree of pommes duchesse.
VRIJDAG
5 JANUARI
POMMES DUCHESSE
VOOR 4 PERSONEN
1 kg aardappelen (bintjes)
peper en zout nootmuskaat
4 eierdooiers
POMMES DUCHESSE
1 Schil de aardappelen en snijd ze in gelijke stukken. Kook ze in koud, gezouten water.
2 Giet ze af en schud ze droog. Zo vermijd je overtollig water in de aardappelen waardoor de pommes duchesse te slap zouden worden.
3 Zeef de aardappelen in een roerzeef en kruid ze met peper, zout en nootmuskaat. Zo verkrijg je een gladde puree en kun je straks mooie vormpjes spuiten.
4 Voeg de eierdooiers toe en meng goed met een garde. Als je niet onmiddellijk roert, zullen de eierdooiers direct garen en niet voldoende binden.
5 Leg bakpapier op een bakplaat om te voorkomen dat de pommes duchesse aan de ovenplaat kleven.
6 Doe de puree in een spuitzak en spuit torentjes met een gekartelde douille.
7 Bak ze gedurende 10 minuten in een voorverwarmde oven van 200 °C.
ZATERDAG
6 JANUARI
FRANGIPANETAART
3 eieren
150 g amandelpoeder
150 g bloemsuiker
120 g zachte boter
50 g bloem
1 vel bladerdeeg
100 g abrikozenconfituur
HET GLAZUUR
250 g bloemsuiker water citroensap
VOOR 1 TAART Ø 25 CM
FRANGIPANETAART
1 Meng de eieren met het amandelpoeder en de bloemsuiker voor het frangipanedeeg.
2 Roer de zachte boter en de bloem erdoor. Meng stevig zodat het één geheel vormt.
3 Laat het deeg minstens 3 uur rusten, want door het kloppen heb je er veel lucht ingebracht. Zo komt het deeg tijdens het bakken te snel omhoog en heb je de kans dat het overloopt.
4 Leg het bladerdeeg in de bakvorm. Zorg dat de vorm een goede warmtegeleider is.
5 Vermijd een stenen bakvorm, want daarin zal het bladerdeeg onderaan niet gebakken zijn. Prik in het deeg, anders zal het toch weer rijzen en overlopen.
6 Smeer er de abrikozenconfituur op en bedek met het frangipanedeeg.
7 Zet 35 minuten in een op 180 °C voorverwarmde oven.
8 Maak tot slot het glazuur. Meng de bloemsuiker met wat water. Roer goed en voeg eventueel een druppel citroensap toe. Bestrijk de taart met het glazuur.
COQ-AU-VIN
VOOR 4
1 kip
40 g boter
1 ui
2 sjalotten
3 eetlepels bloem
1 fles rode wijn
1 eetlepel
PH-kippenbouillon
200 g zilveruitjes
200 g spekblokjes
250 g champignons
1 dl water
tijm en laurier peper en zout peterselie
PERSONEN 7 JANUARI ZONDAG
COQ-AU-VIN
1 Snijd de kip in 8 gelijke stukken.
2 Neem een brede, diepe braadpan en smelt de boter hazelnootbruin.
3 Bak de kip aan beide zijden bruin gedurende 5 minuten en voeg de gesnipperde ui en sjalotten toe. Laat het braadvet nooit aanbranden, want anders krijg je verzadigde vetten die boven op je saus drijven.
4 Bestrooi de kip met 2 eetlepels bloem. Verdeel de bloem gelijkmatig, zo niet krijg je klonters in je saus.
5 Blus met een volledige fles rode wijn en voeg 1 eetlepel PH-kippenbouillon toe. Dat is de enige manier om de wijnsmaak goed te proeven. Kies voor een stevige wijn. Kruid met peper en zout.
6 Roer alles mooi door elkaar en laat ongeveer 45 minuten garen op een laag vuurtje.
7 Stoof de zilveruitjes bruin en voeg het spek eraan toe.
8 Snijd de champignons in vieren en bak ze mee met de uitjes en het spek. Doordat je de groentjes apart bakt, hoeven ze niet de hele tijd mee te koken en vermijd je dat ze slap worden.
9 Blus de pan met 1 deciliter water en voeg bij de kip. Laat alles nog 5 minuten doorkoken en werk af met wat peterselie.
MAANDAG
8 JANUARI
FISHSTICKS
VOOR 4 PERSONEN
400 g verse kabeljauwfilet
peper en zout bloem
1 eigeel (verdund met wat water)
paneermeel verse peterselie
FISHSTICKS
1 Snijd de visfilet in smalle rechthoekjes. Hoe groter je de vis snijdt, hoe langer hij moet bakken en hoe meer vet hij kan opslorpen.
2 Kruid de vis met peper en zout. Doe dat voor je de vis in de bloem wentelt. Zo bakt de kruiding mooi in de vis.
3 Wentel de reepjes door de bloem en klop de overtollige bloem eraf.
4 Te veel bloem zorgt voor een bloemsmaak en veroorzaakt gaten in het korstje, waardoor de fishsticks te veel vet zouden opnemen.
5 Haal de vis vervolgens door het eigeel en ten slotte door het paneermeel.
6 Zet de fishsticks minstens 30 minuten in de koelkast zodat ze kunnen opdrogen. Dek ze zeker niet af met folie, want dan worden ze week.
7 Frituur de peterselie heel kort en laat uitlekken op keukenpapier. Zet zeker een deksel op de frietketel, want kruiden bevatten zeer veel water dat spat tijdens het bakken.
8 Frituur de fishsticks enkele minuten op een temperatuur van 180 °C. Bak ze niet in een braadpan, want daarin wordt het nooit heet genoeg. De fishsticks zouden de boter of de olie opslorpen en week worden.
9 Laat de fishsticks uitlekken op keukenpapier en serveer ze onmiddellijk. Als je even wacht met serveren, komt het vocht uit de vis alsnog vrij en krijg je toch nog een week korstje.
DINSDAG
9 JANUARI
SUIKERWAFELS
VOOR 4 PERSONEN
HET VOORDEEG
50 g verse gist
15 g boter
150 g lauw water
300 g bloem
70 g suiker
2 eieren
HET TWEEDE DEEG
200 g bloem
1 snuifje zout
200 g zachte boter
300 g parelsuiker
SUIKERWAFELS
1 Los de gist samen met de boter op in lauw water. De gist mag niet warmer worden dan lichaamstemperatuur, want dan verliest hij zijn kracht. Het water moet lauw aanvoelen.
2 Meng de bloem met de suiker en maak er een kuiltje in. Giet er het water met de opgeloste gist en de boter bij. Voeg de eieren toe en meng het geheel tot een deeg. Doordat de boter gesmolten is, neemt de bloem de eieren sneller op en krijg je een elastisch deeg.
3 Bestrooi vervolgens met de bloem van het tweede deeg. Doe er het zout bij en leg er ook de zachte boter van het tweede deeg op. Die zal zorgen voor meer smeuïgheid. Laat dit gedurende 15 minuten rusten.
4 Kneed het deeg zeer goed tot het niet meer aan je vingers kleeft. Je kunt kneden met je handen of met een keukenrobot. Wanneer je met de hand kneedt, mag je in het begin wat bloem toevoegen, maar niet te veel, want dan verander je het recept en krijg je een taai en droog deeg! Laat het deeg rijzen.
5 Voeg pas op het laatst de parelsuiker toe. Als je de parelsuiker mee zou kneden, wordt hij vochtig en verkruimelt hij. Dan zitten er geen suikerparels meer in de wafels.
6 Maak hoopjes deeg van ongeveer 60 gram. Laat die nog eens 15 minuten rijzen onder een natte handdoek. Dit laatste rijzen is zeer belangrijk als je echt luchtige wafels wilt.
7 Bak ze goudbruin in een wafelijzer. Zorg dat je wafelijzer heet genoeg is zodat ze bruin bakken, maar niet aanbranden.
VARKENSHAASJE
2 varkenshaasjes
peper en zout
30 g boter
1 dl water
1 eetlepel
PH-runderbouillon
1 dl witte wijn
2 dl room (30% vetgehalte)
2 tomaten
2 eetlepels gehakte peterselie
2 eetlepels gehakt basilicum
10
MET KRUIDENSAUS VOOR 4 PERSONEN
JANUARI WOENSDAG
VARKENSHAASJE MET KRUIDENSAUS
1 Snijd de varkenshaasjes in stukken van 3 à 3,5 centimeter dikte en kruid ze met peper en zout. Als je ze dunner snijdt, zullen ze tijdens het bakken te snel uitdrogen.
2 Neem een ‘kleefpan’ waarvan de grootte is aangepast aan de hoeveelheid vlees die in de pan gaat.
3 Smelt de boter tot ze hazelnootbruin is. Laat ze niet te bruin worden, want dan eindig je met verbrande boter. Dat moet je vermijden, want je hebt het ‘aanbaksel’ nodig om de saus smaak te geven.
4 Bak het varkensvlees 3 minuten aan elke kant. Als je het vlees twee keer 3 minuten bakt, is het lekker rosé. Wil je je varkenshaasje bien cuit, bak het dan 6 minuten aan elke kant.
5 Haal het vlees uit de pan, leg het op een bord en bedek met aluminiumfolie. Nu blijft het vlees warm en gaat de warmte ook langzaam naar het midden van de haasjes.
6 Blus de pan met het water, de PH-runderbouillon en de witte wijn en roer het ‘aanbaksel’ goed los. Laat dit tot de helft inkoken.
7 Giet de room erbij en laat opnieuw tot de helft inkoken. De saus zal binden doordat het water van de room uitkookt en het vet erin blijft. Als je de room direct met het water en de wijn zou toevoegen, moet hij veel te lang koken en zal de saus schiften.
8 Ontvel en ontpit ondertussen de tomaten en snijd ze in blokjes.
9 Als de saus klaar is, zet je het vlees met de aluminiumfolie nog 5 minuten in een voorverwarmde oven van 180 °C. De folie moet erop blijven om te voorkomen dat het vlees uitdroogt.
10 Voeg de tomatenblokjes en de kruiden op het laatst toe. De blokjes behouden hun vorm en de kruiden geven bij aanraking met de warmte hun smaak en aroma maximaal af. Ze blijven ook mooi groen.
DONDERDAG
11
JANUARI
KAASSOUFFLÉ
VOOR 4
PERSONEN
60 g boter
60 g bloem
6 dl (soja)melk peper en zout
1 koffielepel nootmuskaat
150 g gemalen kaas (gruyère of emmentaler)
60 g beaufort sap van 1 citroen
3 eieren
0,5 dl (soja)room
wat extra bloem en boter
KAASSOUFFLÉ
1 Maak een bechamelsaus. Smelt de boter en voeg er de bloem aan toe. Laat de bloem en de boter lang genoeg sudderen, zodat de boter de bloem helemaal kan opnemen en je geen bloemsmaak in je soufflé krijgt. Haal de pot van het vuur en voeg beetje bij beetje de melk toe. Blijf stevig roeren, zodat je geen brokken krijgt in je soufflé. Breng de bechamelsaus op smaak met peper, zout en nootmuskaat.
2 Voeg de kaas toe en roer tot hij mooi gesmolten is. Als je kookpot op het vuur blijft staan, moet je blijven roeren, anders brandt je saus aan. Breng op smaak met citroensap.
3 Scheid de eierdooiers van de eiwitten.
4 Meng de eierdooiers met de room en voeg dit als laatste toe aan de kaasbechamel. De warmte zet de eierdooiers aan tot stijven en dat zorgt tijdens het bakken voor een soort binding.
5 Zet alles nu van het vuur, zodat de kaasmengeling kan afkoelen.
6 Klop het eiwit op. Dit zorgt voor de luchtigheid van je soufflé.
7 Meng het eiwit met het kaasmengsel. Dat moet goed afgekoeld zijn en moet iets warmer aanvoelen dan je lichaamstemperatuur. Als je het eiwit bij een te warm kaasmengsel doet, wordt het waterachtig en krijg je geen luchtige soufflé.
8 Beboter en bebloem een bakvorm. Gebruik een hoge bakvorm, want je moet een zware massa kunnen doen rijzen en dat gaat veel makkelijker in een smalle hoge bakvorm dan in een lage ovenschaal.
9 Stort het mengsel in de bakvorm en bak 35 minuten in een oven met warmeluchtcirculatie op 180 °C. Door de circulatie van de warme lucht zal de soufflé gaan rijzen. Als je hem alleen bovenen onderaan verwarmt, zal hij minder goed opkomen.
VRIJDAG
SHEPHERD’S PIE
JANUARI
VOOR 4 PERSONEN
1 ui
2 wortelen
250 g champignons
30 g boter
500 g gehakt
2 eetlepels
tomatenpuree
2 dl tomatensaus (passata)
150 g diepvrieserwtjes
1 klein blikje mais
2 eieren
peper en zout
16 eetlepels
aardappelpuree
16 eetlepels
paneermeel
6 sneetjes cheddar
12
SHEPHERD’S PIE
1 Snijd de ui, de wortelen en de champignons in fijne blokjes (maximaal 0,5 centimeter) zodat ze straks één worden in de saus.
2 Smelt de boter in een hoge stoofpot zonder antiaanbaklaag, tot net voor ze hazelnootbruin is. De boter mag niet te bruin zijn voor je begint, want dan eindig je gegarandeerd met verbrande boter.
3 Stoof de groenten 5 minuten aan. Zorg dat ze niet aanbakken.
4 Voeg dan het gehakt toe. Maak het goed los met een pureestamper tot het allemaal losse korrels zijn. Er mogen geen brokken gehakt meer zichtbaar zijn (anders hangt je saus straks niet samen).
5 Doe de tomatenpuree en de tomatensaus erbij en roer goed. Voeg de erwtjes en de mais toe. Zorg dat ze goed uitgelekt zijn, zodat er geen onnodig vocht in de saus komt.
6 Laat de saus 10 à 15 minuten pruttelen zodat saus, groenten en vlees één worden. Als de saus te vloeibaar is, moet je ze iets langer laten sudderen.
7 Zet de pan van het vuur en roer de twee rauwe eieren door het geheel. Zij zorgen voor de smaak en voor een extra binding in je saus. Kruid met peper en zout.
8 Neem een ovenschaal en doe er de saus in. Bedek met een laag aardappelpuree. Strooi hier het paneermeel over.
9 Verkruimel de cheddar erover en bestrooi met een extra laag paneermeel. Als je niet van cheddar houdt, kun je die vervangen door een andere kaassoort.
10 Zet de schotel 20 minuten in een voorverwarmde oven van 180 °C. Deze ovenschotel kun je op voorhand maken. Als hij al volledig afgekoeld is, moet hij 40 à 45 minuten in de oven.
WITLOFSOEP
VOOR 4 PERSONEN
1 ui
1 kleine aardappel
1 wit van prei
5 witlofstronkjes
½ appel
1,5 liter water
1 eetlepel
PH-groentebouillon
peper en zout
13
JANUARI ZATERDAG
WITLOFSOEP
1 Snijd de ui, de aardappel en de prei fijn. Gebruik alleen het wit van de prei en zeker niet het groen, want dan krijg je een groene soep.
2 Stoof de ui, de aardappel en de prei ongeveer 3 minuten. Let erop dat je geen bruin aanbaksel krijgt, want dan krijgt je soep een bruine schijn.
3 Snijd de stronkjes witlof overlangs door en haal het onderste, dikke stuk eraf. Het ‘kontje’ geeft immers een bittere smaak aan je soep.
4 Snijd het witlof en de appel fijn en voeg ze bij de rest. De appel zorgt voor een zoete tint in de soep en haalt er nog wat extra bitterheid uit. Roer goed zodra het witlof erbij is. Stoof het niet te lang, of je loopt alweer kans op bitterheid.
5 Voeg water en een eetlepel groentebouillon toe. Kruid met peper en zout.
6 Laat het geheel opkoken zonder deksel. Met het deksel houd je de bitterheid in de soep. Laat 30 minuten koken en mix de soep glad. Als de soep niet lang genoeg gekookt heeft, zijn de groenten niet gaar en krijg je ze niet glad gemixt. Controleer de gaarheid altijd door een aardappel te doorprikken.
7 Om de witte kleur en de zachtheid van de soep te accentueren kun je nog wat room toevoegen.
8 Versier de soep met julienne van appel, bij voorkeur een zoete appel.
ZONDAG
JANUARI
VISPANNETJE
VOOR 4
50 g boter
50 g bloem
2 dl water
2 dl witte wijn
1 eetlepel
PH-groentebouillon
sap van 1 citroen
3 eierdooiers
1 dl room
1 eetlepel
tomatenpuree
150 g champignons
4 stukken vaste vis (bv. kabeljauw of griet)
150 g garnalen
150 g gemengde zeevruchten
gemalen kaas
PERSONEN 14
VISPANNETJE
1 Maak een roux van boter en bloem in een lage, brede kookpan. Roer lang genoeg om een bloemsmaak te voorkomen.
2 Bevochtig met het water en de wijn en voeg de groentebouillon en het sap van 1 citroen toe.
3 Maak een tweede binding door een liaison (mengeling van eigeel en room) toe te voegen.
4 Voeg een eetlepel tomatenpuree toe. Zo krijg je een mooie, roze saus.
5 Snijd de champignons in fijne schijfjes en voeg ze toe aan de saus.
6 Pocheer de vis in deze saus. Kabeljauw moet 2 minuten pocheren. Doordat je een lage pan gebruikt, kun je de vis letterlijk zien pocheren. Roer nu zeker niet meer in de kookpan of je roert de vis kapot. Voeg de garnalen en zeevruchten toe.
7 Schik de vis in een ovenschaal of in vier individuele schaaltjes. Overgiet met de saus.
8 Bestrooi met de gemalen kaas en zet gedurende 15 minuten in een voorverwarmde oven van 200 °C. Door de hoge temperatuur smelt de kaas snel en krijg je een mooi korstje. Als je geen korstje ziet verschijnen, zet je de oven even op de grillstand.
MAANDAG
MUESLIKOEKJES
VOOR 4 PERSONEN
120 g boter
2 eetlepels water
2 eetlepels kandijstroop
120 g zelfrijzende bloem
200 g gewone suiker
200 g muesli
15 JANUARI
MUESLIKOEKJES
1 Smelt de boter in een steelpannetje en voeg er water en kandijstroop aan toe.
2 Meng intussen de bloem, de suiker en de muesli. Gebruik witte suiker, anders worden de koekjes bij het bakken veel te donker.
3 Meng het botermengsel door het deeg. Doe dat zeer grondig zodat het mengsel goed rond de muesli zit: zo voorkom je dat alles uit elkaar valt.
4 Neem kleine porties en druk ze met de hand samen. Druk je het deeg niet goed samen, dan valt het uiteen.
5 Leg de koekjes op bakpapier zodat ze zeker niet aan de bakplaat kleven.
6 Bak ze gedurende 20 à 25 minuten op 150 °C.
DINSDAG
VLEES IN ZOUTKORST
VOOR 4
20 g boter
1,2 kg rosbief
peper
2 dl water
2 eetlepels
PH-runderbouillon
1,5 kg grof zout
3 eieren
1 bundel basilicum
1 bundel dille
1 bundel dragon
½ bundel marjolein
½ bundel rozemarijn
een aantal takjes tijm
PERSONEN 16 JANUARI
VLEES IN ZOUTKORST
1 Smelt de boter goudbruin in een gewone braadpan.
2 Kruid het vlees met peper (niet met zout aangezien we het vlees in een zoutkorst bakken) en schroei het 3 à 4 minuten langs alle kanten mooi bruin dicht.
3 Neem het vlees uit de pan. Door het op voorhand aan te schroeien verkrijg je een lekkere smaak en heb je niet de indruk dat je gekookt vlees eet. Doordat het dichtgeschroeid is, blijven de smaken en sappen mooi behouden.
4 Blus de pan met het water en voeg de runderbouillon toe. Roer het bruine aanbaksel los en laat het geheel opkoken. Deze jus kun je straks serveren bij het vlees.
5 Meng het zout en de eieren. Door de warmte in de oven zullen de eieren het zout bij elkaar houden. Leg een laag van dat zout op de bodem van de ovenschaal.
6 Snijd alle verse kruiden fijn en leg een laag kruiden boven op het zout. Zij geven smaak aan het vlees en beschermen het ook tegen een teveel aan zout. Leg je voorgebakken vlees er bovenop en leg nog een dikke laag van de gehakte kruiden op het vlees.
7 Leg hier nog een laag zout op. Let wel op dat de kruiden goed op het vlees blijven liggen. Druk het zout goed aan tegen de kruiden.
8 Plaats de ovenschaal in een voorverwarmde oven van 200 °C en laat bakken naar eigen smaak. Voor bleu is dat 30 minuten, voor saignant 40, voor à point 50 en voor bien cuit 60 minuten.