WWF Magazine 113 NL

Page 1


WWF MAGAZINE

TOGETHER POSSIBLE

De biodiversiteits- en klimaatcrisissen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Om de natuur te beschermen, moeten we de klimaatverandering aanpakken; om de klimaatverandering te temperen, moeten we de natuur beschermen. In de afgelopen tien jaar namen de oceaan, bossen, dieren en bodems op onze planeet maar liefst 54% op van de CO2 die we als mens hebben uitgestoten. Gezonde ecosystemen beschermen ons bovendien tegen de gevolgen van de klimaatverandering, zoals overstromingen, droogte en extreme weersomstandigheden. De natuur speelt dus een cruciale rol. Toch onderbenutten we haar potentieel.

Daarom kijken we reikhalzend uit naar de klimaatconferentie die deze herfst – 10 jaar na het Akkoord van Parijs – plaatsvindt in Brazilië. Dat COP30 plaatsheeft in het Amazonewoud, een symbool voor de kracht én de kwetsbaarheid van de natuur, biedt een unieke kans om nature-based solutions (natuurlijke oplossingen) een hoofdrol te geven in klimaatactieplannen. Meer en meer landen zien in dat we moeten inzetten op die natuurlijke oplossingen om de klimaatcrisis aan te pakken. Dat is al een mooie erkenning. Nu is het tijd voor actie.

Wanneer we die actie vormgeven, mogen we nooit uit het oog verliezen dat klimaat en biodiversiteit twee kanten van dezelfde munt zijn. Want we komen geen stap vooruit met inspanningen die goed zijn voor het klimaat, maar de natuur schaden. Bovendien bestaan er win-wins die beide crisissen tegelijk aanpakken. De transitie naar windenergie kan bijvoorbeeld goed zijn voor klimaat én natuur, zoals in onze Noordzee (p. 18-20).

Wanneer we de natuur de kans geven om te herstellen, toont ze ons hoe gul en veerkrachtig ze is. Een mooi voorbeeld daarvan zien we in Majete Wildlife Reserve in Malawi (p. 14-17), waar zwarte neushoorns een bijna onvoorstelbare opmars maken. Dichter bij huis proberen zeldzame soorten zoals bruinvissen, roggen en zeehonden hun weg terug te vinden naar het Belgische deel van de Noordzee. Samen kunnen we hun alle kansen op slagen geven. Together possible!

WWF MAGAZINE

Je merkte misschien op dat je WWF Magazine later dan normaal in de bus viel. Dat komt omdat het vanaf nu twee keer per jaar verschijnt: één keer in het voorjaar, één keer in het najaar. Je volgende magazine ontvang je in april 2026. Bedankt voor je steun!

DOSSIER

WILDE DIEREN

ZENDEREN: WAAROM?

Opmars van de zwarte neushoorn in Malawi

Bedankt 4

Jouw adoptie in actie 22

14

FOCUS

Windparken: goed voor klimaat én natuur

6

18

RECHTZETTING: bovenaan op p. 4 van WWF Magazine 112 staat een luipaard, geen jaguar.

Door een nieuwe wet moeten ngo’s de rijksregisternummers van hun donateurs en donatrices doorgeven aan de belastingadministratie zodat hun giften fiscaal aftrekbaar zijn. Scan de QR-code om je gegevens aan te vullen, of bel naar 02 340 09 20. Bedankt!

WWF Magazine is een publicatie van WWF-Vlaanderen vzw. Alle rechten zijn voorbehouden aan WWF. Het logo en de initialen WWF zijn handelsmerken van het World Wide Fund for Nature. Overname van teksten met bronvermelding is toegestaan. • Werkten mee aan dit nummer: Alison Avanzini, Pauwel De Wachter, Roxane Driessens, Hans Moyson, Laure Raimondi, Sarah Vanden Eede, Déborah Van Thournout • Coördinatie en redactie: Esther Favre-Félix, Emma Maris • Vertaling: Christelle Cosme, Emma Maris • Ontwerp: Alexander Kahrel • Druk: CO2-neutraal gedrukt door Zwart op Wit op recycled cyclus silk 90 gr • Omslagfoto: © Ola Jennersten / WWF-Sweden • V.U.: Déborah Van Thournout, E. Jacqmainlaan 90, 1000 Brussel.

© Jesse De Meulenaere

LIFE-Boat4Sturgeon: drijvende steurenkwekerij officieel geopend

Ruim 200 miljoen jaar bestaan ze al, nu zijn ze ernstig met uitsterven bedreigd: steuren. Habitatverlies, versnipperde migratieroutes en illegale kaviaarhandel zetten deze levende fossielen zwaar onder druk. Om de toekomst van de steur veilig te stellen, werkt WWF mee aan LIFE-Boat4Sturgeon, de allereerste drijvende steurenkwekerij in Europa. Doel? Tegen 2030 maar liefst 1,6 miljoen jonge steuren vrij laten in de Donau.

Dolfijnbeschermers in Myanmar – hoe zit het na de aardbeving?

Om dat doel waar te maken, bouwden de projectpartners een voormalig vrachtschip om tot genetische databank. Nu herbergt de boot 35 tanks vol larven van de vier steurensoorten die nog voorkomen in de Donau. Wanneer de vissen groot genoeg zijn, worden ze uitgezet. Dankzij jouw steun kunnen deze jonge steuren binnenkort de bestaande populaties kracht bijzetten. Bedankt!

LIFE-Boat4Sturgeon is meegefinancierd door de Europese Unie.

Voor de aardbeving

© Ranjan Ramchandani/WWF © Ranjan Ramchandani/WWF

Op 28 maart werd Myanmar getroffen door een aardbeving met een kracht van 7,7 op de schaal van Richter. De verwoesting was niet te overzien. De vissersgemeenschappen uit de provincie Mandalay en rond het Inle-meer leden bijzonder zware schade. WWF heeft nauwe banden met die gemeenschappen, want zij spelen een cruciale rol voor de bescherming van de irrawaddydolfijn. We riepen dus meteen op tot steun, zodat we waterzuiveringssystemen, draagbare zonne-energiekits en financiële hulp konden bieden op het terrein.

Dankzij de vrijgevigheid van mensen zoals jij konden de dolfijnbeschermers en hun gemeenschappen de eerste stappen richting herstel zetten. Ze werken hard aan hun huizen en repareren hun boten – hun belangrijkste inkomstenbron. Ondanks hun ontbering houden ze ook een oogje in het zeil voor de irrawaddydolfijn. Een van hen meldde dat de dieren duidelijk geschrokken waren door de aardbeving, en wegtrokken uit hun gewoonlijke gebied. Sinds begin mei lijken de dolfijnen terug te keren: dat is een goed teken. Bedankt voor je steun!

Na de aardbeving

© Raffeiner Reputation / APA-Fotoservice / Reither

INTERNATIONALE DAG VAN HET TESTAMENT

13 september was de Internationale Dag van het Testament voor het Goede Doel: het geknipte moment om iedereen te bedanken die de natuur een toekomst schenkt door WWF op te nemen in zijn of haar testament. Dankzij jullie kunnen ook de generaties van morgen zich verwonderen over de pracht van onze planeet. Bedankt voor jullie vertrouwen!

Dominique Weyers Testamentair relatiebeheerder

Meer weten over WWF opnemen in je testament? Vraag jouw infobrochure aan op testament.wwf.be/nl of neem contact op met Dominique (+32 476 58 07 41, dominique.weyers@wwf.be).

In het midden van de twintigste eeuw stond de Europese lynx op het randje van uitsterven in Westen Centraal-Europa. Gelukkig doet de soort het intussen beter, maar de populaties blijven sterk van elkaar geïsoleerd. Daardoor komt hun genetische diversiteit onder druk te staan. De oplossing? Lynxen met nieuw genetisch materiaal overbrengen uit de Karpaten.

Vóór je lynxen kan vangen en overplaatsen, is er diepgaand wetenschappelijk onderzoek nodig. Hoe groot is de populatie, hoe ontwikkelt ze zich, en hoe zit het met de genetische diversiteit en gezondheidstoestand van de lynxen? Dat achterhaal je bijvoorbeeld met gps-halsbanden, weet Braňo Tám, expert grote carnivoren bij WWF in Slowakije.

Braňo gaf al zo’n 25 lynxen een zender. Hoe dat in z’n werk gaat? ‘Dat is best een avontuur’, vertelt

hij. ‘Eerst moet je natuurlijk een lynx vangen. Daarvoor gebruiken we doorloopvallen. Die sturen ons automatisch een melding wanneer ze dichtklappen. Dan moet er iemand gaan kijken, want in de wilde natuur van de Slowaakse Karpaten leven niet alleen lynxen’, lacht Braňo. ‘Je weet op voorhand nooit wat er in de val zit. Misschien een wilde kat, met wat minder geluk een bruine beer. Dan is voorzichtigheid geboden.’

Warmwaterkruiken en koelelementen

Is het een lynx, dan schakelt Braňo zijn gespecialiseerde team in. ‘Om een halsband om te doen, moeten we het dier verdoven. Dat doet de dierenarts, met de grootste zorg. We willen de lynx zo weinig mogelijk stress bezorgen, dus bereiden we alles tot in de puntjes voor’, zegt Braňo.

Alle teamleden weten precies wat ze wanneer moeten doen.

Zo monitort iemand voortdurend de lichaamstemperatuur van het dier: die kunnen katachtigen niet regelen als ze verdoofd zijn. ‘In de winter daalt het kwik hier tot -20°C, en houden we de lynx warm met een isolatiedeken en warmwaterkruiken.

In de zomer gebruiken we dan weer koelelementen om oververhitting te voorkomen’, legt Braňo uit.

Een uur om de lynx te doorgronden

Slaapt de lynx, dan hebben de onderzoekers ongeveer een uur de tijd om de halsband te plaatsen en allerlei gegevens te verzamelen.

‘We grijpen dat moment aan om het dier uitgebreid te meten en te fotograferen’, vertelt Braňo. ‘Daarnaast nemen we stalen om meer te weten te komen over de gezondheid van de lynx, en om genetische analyses te kunnen uitvoeren.’

© VictorCap

Daarvoor volgen de onderzoekers de voorschriften van Linking Lynx, een organisatie die zorgt dat lynxgegevens uit heel Europa met elkaar kunnen worden vergeleken. Het doel? De genetische diversiteit van de soort boosten door gericht bepaalde dieren over te plaatsen en zo nieuw genetisch materiaal aan te brengen. En dat is nodig, want in bepaalde Centraal- en West-Europese lynxpopulaties duiken nu ernstige hartproblemen op, omdat ze afstammen van een klein aantal dieren – en er dus te weinig genetische diversiteit is. Het onderzoek van Braňo en zijn team is dus cruciaal om te achterhalen welke dieren de populatie kracht kunnen bijzetten.

Wat de lynx ons leert

Zodra de halsband zorgvuldig geplaatst is, keert de dierenarts het effect van het verdovende middel om. Even later verdwijnt de lynx weer in de wildernis van de Slowaakse Karpaten. Vanaf dan onthult de gps bijvoorbeeld hoe het dier zich verplaatst, hoe groot zijn territorium is en of natuurlijke leefgebieden voldoende met elkaar verbonden zijn. Die inzichten zijn essentieel, want habitatversnippering – wegen en spoorlijnen die leefgebieden versplinteren – is een van de grootste bedreigingen voor de lynx. ‘Harde cijfers hebben we niet, maar we schatten dat we elk jaar zo’n 10% van onze lynxen verliezen door het verkeer. Gps-gegevens helpen ons om patronen bloot te leggen, zodat we kunnen ingrijpen’, weet Braňo.

Lynxen voeden zich dagenlang met één prooi, en keren er dus meermaals naar terug om te eten. ‘De gps-zender toont ons dus ook de ideale plek om wildcamera’s te installeren’, zegt Braňo. ‘Zo zien we met welke uitdagingen de lynxen te maken krijgen. Hebben ze veel concurrentie? Gaan andere dieren (wolven, beren of everzwijnen) vaak aan de haal met hun buit? Dat soort beelden vertelt ons veel over de druk op de populatie.’

Ook wanneer lynxen worden overgeplaatst, bijvoorbeeld van de Karpaten naar Duitsland of de Dinarische Alpen, bewijzen gps-halsbanden hun nut. Braňo vertelt: ‘Uit de gps-gegevens leiden we af of onze inspanningen opleveren. We zien bijvoorbeeld dat overgeplaatste lynxen zich snel aanpassen aan hun nieuwe omgeving – dat is topnieuws!’

© Jernej Javornik

BOLIVIAANSE RIVIERDOLFIJNEN ONTHULLEN HUN GEHEIMEN

Van Slowaakse bergen naar Boliviaanse rivieren: daar leven de mysterieuze bufeo’s, een ondersoort van de orinocodolfijn (Inia geoffrensis boliviensis). Deze roze rivierdolfijnen spelen een sleutelrol in hun ecosysteem. Toch weten we nog verbazend weinig over hun gedrag en leefgebied. Met satelliettags brengt Lila Sainz, biologe bij WWF in Bolivia, daar verandering in, samen met Paul Van Damme en het team van Faunagua.

Dolfijnen taggen vraagt een minutieuze voorbereiding. ‘We willen de dieren zo kort mogelijk uit het water houden’, zegt Lila. ‘Daarom bouwen we eerst een mobiel labo op het strand. Daarna gaan we met een dolfijnvriendelijk net het water in. Zodra een dolfijn in het net zit, tillen we het dier voorzichtig op een draagberrie en brengen we het naar het labo.’

Zo’n operatie is teamwerk. ‘Voor elke expeditie stellen we een gespecialiseerd team samen’, bevestigt Lila. ‘We trekken er één tot drie weken op uit, met minstens drie biologen, een dierenarts en vier lokale vissers. Die vissers kennen de rivierdolfijnen door en door.’

Elke seconde telt

De klok begint te tikken zodra de dolfijn het water verlaat. ‘Rivierdolfijnen kunnen wel een uur aan land blijven zonder risico, als we hun huid goed vochtig houden. Daarom knijpen we voortdurend natte sponzen uit over hun lichaam, terwijl onze dierenarts hun hartslag en stressniveau nauwlettend monitort’, legt Lila uit. De wetenschappers benutten elke seconde: terwijl een deel van het team de tag aanbrengt, voeren anderen metingen en onderzoeken uit.

Tot nu toe heeft het team van WWF en Faunagua acht dolfijnen getagd. Geen enkel dier bleef langer dan 14 minuten op het droge, en de dolfijnen lijken er geen negatieve indrukken aan over te houden: ‘Op een keer kwam een net getagde dolfijn zelfs terug naar de boot: hij probeerde opnieuw in ons net te geraken. Hij leek heel erg op z’n gemak, en maakte helemaal geen aanstalten om zich uit de voeten te maken’, blikt Paul terug.

Bedreigde indicatorsoort

Op onze planeet zwemmen nog zes soorten rivierdolfijnen rond. Volgens IUCN (International Union for Conservation of Nature) zijn die alle zes bedreigd of zelfs ernstig bedreigd. Ze raken verstrikt in kieuwnetten, hun leefgebied wordt aangetast door chemische vervuiling, en dammen maken het de dolfijnen nog moeilijker: ze versnipperen populaties en beperken de bewegingsvrijheid van de dolfijnen én hun prooidieren, waardoor ze minder voedsel vinden.

Tegelijk zijn rivierdolfijnen van onschatbare waarde voor hun ecosysteem. Ze eten grote hoeveelheden vis en houden zo het evenwicht in het zoetwatermilieu in stand. Rivierdolfijnen vormen bovendien een belangrijke indicator voor de gezondheid van de rivieren waarin ze leven. Doet de populatie het goed, dan is het zoetwaterecosysteem gezond. Is de rivier te vervuild, te versnipperd of overbevist, dan zullen hun aantallen dalen. Dat inzicht is cruciaal, want zoetwatervisserij voedt wereldwijd honderden miljoenen mensen – die dus afhangen van de kwaliteit van de rivieren waarin de dolfijnen leven.

Dankzij satelliettags leren we de rol van rivierdolfijnen in hun ecosysteem beter begrijpen, én krijgen we zicht op de bedreigingen waarmee ze kampen. Zo kunnen we dieren en hun leefgebieden beter beschermen.

Een blik op hun verborgen leven

De tags bieden het team ook unieke inzichten in het gedrag van de dolfijnen. ‘We zien hoe ze zich verplaatsen; hoe ze omgaan met hun omgeving’, leert Lila ons. ‘Zo ontdekten we dat mannetjes en vrouwtjes zich anders doorheen het waterlandschap bewegen. Mannetjes blijven vaker in de hoofdstroom van de rivier, terwijl vrouwtjes liever kleinere rivierarmen en meertjes opzoeken.’

Dat rivierdolfijnen migreren, wisten we al. Maar hoe ver ze reizen, blijft verbazen. ‘Sommige dieren leggen tot driehonderd kilometer af in amper twee maanden’, glimlacht Paul. ‘En ze kunnen zelfs onder water tussen bomen navigeren. Ze leven dus niet alleen in de rivier zelf, maar ook in de vloedbossen errond, die tijdens het regenseizoen onder water staan’, vult Lila aan.

Samen sterk

Willen we de toekomst van rivierdolfijnen veiligstellen, dan moeten we dus meer beschermen dan enkel rivieren. ‘De satellietgegevens bewijzen dat vloedbossen ook onze aandacht verdienen’, verduidelijkt Paul. Bovendien is bewustmaking onmisbaar voor het behoud van de soort. Wanneer vissers begrijpen hoe essentieel rivierdolfijnen zijn voor de werking van het ecosysteem –en dus voor het voorbestaan van hun inkomstenbronnen – willen ze deze waardevolle soort helpen beschermen. ‘Lokale vissers die meewerken aan onze expedities, ontwikkelen een diepgeworteld respect voor rivierdolfijnen. Ze groeien uit tot echte bondgenoten’, besluit Lila.

De dieren die we zenderen in Zambia leven dan wel op het land; water – of liever het gebrek eraan – staat ook in dit verhaal centraal. Want door de klimaatverandering krijgen mens en dier vaker en vaker te maken met aanhoudende droogte. En dat durft tot spanningen leiden.

Sioma Ngwezi National Park strekt zich uit over ruim 5.000 km² in het zuidwesten van Zambia. Tussen de twee rivieren die het park begrenzen – de Zambezi en de Cuando – huisvest de bossavanne iconische dieren zoals cheeta’s, Afrikaanse wilde honden, hyena’s en olifanten. In het regenseizoen komen ze geen water tekort, want dan doorspekken duizenden meertjes en poelen het park. Maar omdat er geen permanente rivier door de bossavanne stroomt, vormt waterschaarste in het droge seizoen een uitdaging van formaat.

Vruchten en vee

‘Dat was altijd al zo, maar door de klimaatverandering moeten dieren steeds grotere afstanden afleggen om water te vinden’, weet Teddy Mukula, Wildlife Programme Lead bij WWF in Zambia. ‘Olifanten trekken dus naar de Zambezi of de Cuando, en komen onderweg moestuinen tegen vol sappige groenten en heerlijk geurende mango’s. Daar doen ze zich aan tegoed, en dat leidt tot conflict – want de mensen die zich uit de naad werkten om dat voedsel te telen, zien hun opbrengsten in een oogwenk verdwijnen.’

Ook hyena’s maken steeds grotere omzwervingen in de droge maanden. ‘Door de droogte komen ze vaker in bewoonde gebieden terecht tijdens hun zoektocht naar voedsel. Als ze dan een koe of geit kunnen grijpen, laten ze die kans niet liggen’, vertelt Shadrach Mwaba, expert grote carnivoren bij WWF in Zambia. ‘De eigenaars van die dieren zijn daar uiteraard niet mee opgezet. Vaak eindigt dit soort verhalen dan ook met wraak op de hyena.’

© Ola Jennersten / WWF-Sweden

Geluk bij een ongeluk

Om in kaart te brengen waar zo’n incidenten plaatsvinden en welke dieren in de buurt van bewoonde gebieden komen, gebruiken Teddy en Shadrach gps-halsbanden. Maar om een dier te kunnen zenderen, moet je het natuurlijk eerst vinden. Bij kolossen als olifanten is dat eenvoudiger dan bij kleinere, schuchtere dieren zoals hyena’s, die ook nog eens verborgen zitten in de dichte begroeiing van Sioma Ngwezi.

Shadrach herinnert zich nog goed hoe lastig dat was tijdens hun eerste poging om een hyena te zenderen, in februari 2024: ‘We vonden helemaal niks, en tot overmaat van ramp kwamen we vast te zitten in de modder. Gelukkig kwamen we plaatselijke bewoners tegen. Zij hielpen ons voertuig te bevrijden, en vroegen nieuwsgierig wat we aan het doen waren. Toen we uitlegden dat we een hyena wilden zenderen, zeiden ze: “wij weten waar je er kan vinden!” Dankzij hun hulp is het toch gelukt.’

Helikopter

Olifanten zijn dan misschien makkelijker te vinden dan hyena’s, maar hun omvang brengt ook uitdagingen met zich mee. Hoe doe je zo’n reus veilig een halsband om? ‘Daarvoor schakelen we twee teams in: één team op de grond en één in de lucht, in een helikopter’, verduidelijkt Teddy. ‘Vanuit de lucht heeft het helikopterteam een goed zicht op de kudde en kan de dierenarts de olifant verdoven. Daarna rust het grondteam de olifant zorgvuldig uit met een halsband. Het luchtteam houdt intussen de rest van de kudde in de gaten. Het kabaal van de helikopter houdt de andere olifanten bovendien op een veilige afstand.’

Verplaatsingen in kaart brengen

Wat leren gps-gegevens ons over olifanten? Teddy vertelt: ‘Wil je meer weten over populatiedynamieken, dan moet je een vrouwtjesolifant zenderen. Zij geeft je toegang tot de hele kudde. Doe je een mannetje een gps-halsband om, dan krijg je inzicht in de grensoverschrijdende verplaatsingen van de soort: mannetjes leggen veel grotere afstanden af.’

Wil jij helpen om conflicten tussen mensen en dieren in Zambia te voorkomen? Doe een gift op BE02 3101 0430 9240, en schrijf ‘Zambia’ in de vrije mededeling.

Zo ontdekte Teddy’s team dat olifanten sinds drie jaar een nieuw gebied doorkruisen, op zoek naar water. ‘Zo’n informatie helpt ons hotspots voor mens-dierconflicten in kaart brengen. Dan kunnen we gericht ingrijpen: we informeren lokale gemeenschappen, treffen preventieve maatregelen en reiken oplossingen aan als olifanten toch schade aanrichten, bijvoorbeeld door alternatieve inkomstenbronnen te ontwikkelen’, legt Teddy uit.

Toekomstperspectief

Shadrach blikt vooruit: ‘Wat we hier nog missen, is een waarschuwingssysteem dat werkt met gps-gegevens. Met zo’n systeem gaat er een alarm af in een controlecentrum als een hyena, olifant of leeuw met een halsband een virtuele grens overschrijdt. Dan kan je meteen je snelle-interventieteam op pad sturen en schade voorkomen.’ Teddy knikt instemmend: ‘Het werkt echt, dat zien we in andere parken. Alleen ontbreken hier voorlopig de middelen om zo’n systeem op te zetten.’

© James Morgan / WWF-US
© Shadrach Mwaba / WWF-Zambia

Majete, een succesverhaal

De twintigste eeuw was een donkere pagina in het geschiedenisboek van de zwarte neushoorn. Door intensieve jacht en stroperij daalden hun aantallen met maar liefst 98% – er bleven er nog geen 2.500 over. Dankzij natuurbehoudsacties konden de populaties wel weer aansterken: vandaag tellen we bijna 6.500 individuen. Helaas wil dat niet zeggen dat de toekomst van de zwarte neushoorn verzekerd is, want de soort blijft ernstig bedreigd.

In het zuidwesten van Malawi, in Majete Wildlife Reserve, kreeg deze iconische diersoort rake klappen. Majete is dan wel beschermd gebied sinds 1955, maar gewapende conflicten hadden zware gevolgen voor de dieren die er leefden. Zo werden er illegaal neushoornhoorns verkocht om gevechten te financieren. Gevolg: begin jaren 2000 liep er geen enkele neushoorn meer rond in Majete. In die periode kreeg African Parks, een partner van WWF, het beheer van dat park in handen. Neushoorns terugbrengen stond meteen bovenaan hun agenda. Ze zetten een deeltje van Majete af en brachten daar dat jaar nog twee zwarte neushoorns in onder. In 2006 volgden er nog twee, en een jaar later nog eens zes. Die tien dieren vormden samen een nieuwe, stichtende populatie zwarte neushoorns in Majete.

Topteam

Zodra het neushoorngezin gesticht en de rest van het wildreservaat omheind was, stelde African Parks een gespecialiseerd neushoornteam samen: vier rangers werden opgeleid tot echte experts. Ze leerden neushoornsporen volgen en de dieren beschermen. Voor sommigen van hen klinkt intussen al twintig jaar lang elke dag de wekker om 4.30 uur – tijd om op de quad

te springen en neushoorns te gaan zoeken in Majete.

De dieren waarover ze waken, floreren. Intussen zijn ze al met 32. Het team kent elk individu: ze weten wat hun favoriete routes zijn, wat ze het liefst eten, en herkennen ze aan de manier waarop ze wandelen of de vorm van hun oren. Dankzij hun nauwgezette observaties blijft geen enkele geboorte en geen enkel sterfgeval onopgemerkt, en kunnen ze meteen een dierenarts inschakelen wanneer een dier gewond raakt. De foto’s die de

rangers maken, worden bovendien ingeladen in de database van African Parks. Zo weten we hoe elke groep zich verplaatst en hoe het zit met hun genetische diversiteit. Het onderzoek dat de rangers doen, is goud waard.

‘Onze rangers gaan letterlijk tot het uiterste. Ze klimmen in bomen om neushoorns te fotograferen, en roepen de dieren eens ze

op veilige hoogte zitten’, weet Craig Thomas van African Parks. Neushoorns zien niet goed, maar zijn erg nieuwsgierig. Ze komen dus vaak tot vlak bij de boom waarin de ranger zit. ‘Eind deze zomer hebben we tien neushoorns uitgerust met gps-zenders. Dat vereenvoudigt het leven van onze rangers: nu kunnen ze de dieren makkelijker vinden’, voegt Craig toe. Hoe je zo’n zender plaatst? Niet met een gps-halsband (zie p. 6 tot 13), maar door een gaatje te boren onderaan in de hoorn en daar een antenne door te schuiven.

Ach, die vervloekte hoorns ... Neushoorns hebben weinig natuurlijke vijanden. Hun belangrijkste bedreiging? Dat zijn wij, mensen. Neushoorns zijn nog altijd erg gegeerd om ... hun hoorns. Georganiseerde stropers verzinnen almaar creatievere en complexere manieren om de autoriteiten te omzeilen. Ze gebruiken zelfs helikopters en nachtkijkers om de hoorns te bemachtigen. Hoewel er al sinds 1977 een verbod geldt op de internationale handel in neushoornhoorns, is er nog altijd veel vraag naar. Hun hoorns zijn meer waard dan cocaïne of zelfs goud, en zijn dus eigenlijk een vloek voor het dier. Ze worden tot poeder vermalen en gebruikt als ‘geneesmiddelen’. Traditionele Aziatische geneeskunde dicht de hoorns namelijk heilzame krachten toe. Ze zouden hoofdpijn en koorts verlichten, en zelfs kanker genezen ...

© African Parks

Samenleven en welzijn

Om te zorgen dat neushoorns in harmonie kunnen samenleven met de gemeenschappen rond het park, zet African Parks niet alleen in op wetenschappelijk onderzoek, maar ook op bewustmakingsacties.

‘Daar begonnen we al mee vóór we de eerste neushoorns naar hier brachten. We gingen langs in de dorpen om uit te leggen wat we precies gingen doen en waarom deze dieren zo waardevol zijn. Voor ons is het belangrijk dat iedereen zich betrokken voelt bij wat er in het park gebeurt’, getuigt Craig. ‘Daarom organiseren we in

september altijd een theaterstuk en een grote voetbalmatch voor Wereldneushoorndag. Dat lijkt misschien onbenullig, maar dit soort acties met de gemeenschappen is cruciaal. We overleggen dagelijks met hen en zien dat ze positief staan tegenover het park. We krijgen veel vragen over de dieren die erin leven, en ze vertellen ons zelf welke dieren ze gezien hebben.’

Het welzijn van de lokale gemeenschappen staat centraal in het model van African Parks. Dankzij Majete Wildlife Reserve kwamen er bijvoorbeeld 176 lokale jobs

en een hoop seizoensjobs bij, en kreeg de economie een boost door toerisme. African Parks creëerde acht centra met een ziekenhuis, bibliotheek en drinkwaterputten; legde een viskweekvijver aan; installeerde bijenkorven; gaf kinderen studiebeurzen en bood steun aan de lokale scholen.

‘Wanneer er producten zijn die ze duurzaam kunnen oogsten, nodigen we de nabije gemeenschappen ook uit om dat te doen. Gedroogd gras en bamboe hebben we hier bijvoorbeeld in overvloed’, zegt Craig.

Stroperij: de vraag is niet of, maar wanneer

‘Samenwerken met de gemeenschappen is de beste manier om stroperij te voorkomen. We beschouwen die relatie als onze eerste verdedigingslinie. Hoe meer mensen overtuigd zijn van de essentiële rol die neushoorns spelen, hoe beter. Dankzij onze goede banden met de gemeenschappen krijgen we soms zelfs anonieme meldingen binnen’, legt Craig uit. Binnen in het park stelt African Parks dan weer mensen

aan om de omheining te bewaken –dat is hun tweede verdedigingslinie. Die mensen leven vlak bij het park, en wandelen elke dag langs een stuk van de omheining om te kijken of ze nog intact is; of er sporen van indringers zijn. Rangerpatrouilles vormen de derde en laatste verdedigingslinie van het park. ‘Dankzij onze nauwe samenwerking met de gemeenschappen werkt dit drieledige systeem ongelooflijk goed. Er wordt amper gestroopt in Majete – als er gestroopt wordt, is het vis om zelf op te eten of hout

om mee te verwarmen – en tot op vandaag werd nog geen enkele neushoorn het slachtoffer van stroperij.’

Dat is een bewonderenswaardig resultaat. Toch blijft stroperij een bedreiging. ‘We mogen echt niet op onze lauweren rusten. We moeten altijd voorbereid zijn op georganiseerde misdaad. De vraag is niet of, maar wanneer het gebeurt.’

Identiteitskaart

Wetenschappelijke naam: Diceros bicornis

Aantallen: bijna 6.500 individuen

Status: ernstig met uitsterven bedreigd

Leefgebied: semi-aride savannes, bossen, waterrijke gebieden

Dieet: in tegenstelling tot witte neushoorns kunnen zwarte neushoorns grijpen met hun bovenlip. Zo kunnen ze blaadjes van struiken en bomen eten.

Gezocht: reisgezellen

Bouw: na olifanten zijn neushoorns de grootste landzoogdieren. Zwarte neushoorns zijn dan wel kleiner dan witte neushoorns, maar kunnen nog altijd 1,5 meter hoog en 1,4 ton zwaar worden. Hun hoorns groeien hun leven lang (net zoals onze nagels). Gemiddeld meet hun langste hoorn zo’n 50 cm. Dankzij hun indrukwekkende spiermassa kunnen neushoorns grote snelheden halen op korte afstanden, tot wel 50 km per uur. Verrassend genoeg maken deze kolossen al rennend probleemloos rechtsomkeert.

Sociaal gedrag: volwassen zwarte neushoorns leven meestal alleen. Als je meerdere neushoorns ziet, is de kans groot dat het om moeder en dochter(s) gaat. Vrouwtjes zonder jongen zoeken soms gezelschap bij een buurvrouw.

Levensverwachting: zwarte neushoorns worden 40 tot 50 jaar oud.

Zintuigen: neushoorns kunnen niet goed zien, maar ruiken en horen doen ze als de beste.

Ossenpikkers zijn de trouwe reisgezellen van runderen, zebra’s en neushoorns. Deze bruine vogeltjes van 20 cm groot hebben een brede bek en scherpe klauwen waarmee ze teken, insecten en parasieten van de huid van hun chauffeurs pikken. Ze waarschuwen de dieren zelfs wanneer ze gevaar spotten, zoals leeuwen of hyena’s. Hoe cruciaal de rol van de ossenpikker is, kan je afl eiden uit hun naam in het Swahili, askari wa kifaru. Dat betekent ‘hij die waakt over de neushoorn’. Neushoorns zien namelijk niet zo goed, en kunnen de waarschuwingen van hun vrienden dus goed gebruiken. Australisch wetenschapper Roan Plotz heeft zelfs bewezen dat neushoorns dankzij deze vogeltjes meer kans hebben om mensen op te merken –ze beschermen hen dus ook tegen stropers.

‘In gezonde ecosystemen vind je ossenpikkers in overvloed’, weet Craig. ‘Maar in Majete zien we er amper, hoewel het park een perfecte habitat voor ze is. Dat verbaasde ons, dus gingen we op onderzoek uit. Daaruit leerden we dat de pesticiden die rondom het park worden gebruikt voor veedieren, bijzonder schadelijk zijn voor ossenpikkers. We willen mensen dus bewustmaken van de impact van die producten, en zelfs aandringen op een wetsverandering waardoor ze niet meer in de winkelrekken kunnen komen. Er bestaan betaalbare alternatieven die niét schadelijk zijn voor vogels’, besluit Craig, in de hoop dat de neushoorns van Majete binnenkort weer rondtrekken met ossenpikkers op hun ruggen.

© Martin Harvey / WWF

WINDPARKEN GOED VOOR KLIMAAT

ÉN NATUUR

Investeren in groene energie is investeren in onze toekomst. Maar wat als klimaatmaatregelen onze biodiversiteit negatief beïnvloeden? Zo lees je weleens over vogels die zich te pletter vliegen tegen windturbinewieken. Of over hoe offshore-windparken het leven onder water verstoren. Die scenario’s moeten we koste wat het kost vermijden. Het goede nieuws? Dat kunnen we – het is zelfs niet zo moeilijk.

België is een Europese koploper op het vlak van offshore-windenergie. Ons land wil er nog meer op inzetten om de transitie naar duurzame energie kracht bij te zetten. Topnieuws voor het klimaat, maar menselijke activiteiten hebben altijd een impact op de natuur. En de onderwaterwereld wemelt van het wonderbaarlijke leven – leven dat we moeten beschermen.

‘We moeten voor win-winoplossingen kiezen, want die bestaan! De transitie naar windenergie is goed voor het klimaat. Ze kan én moet dat ook zijn voor de biodiversiteit en voor onze samenleving’, vertelt Sarah Vanden Eede, Noordzee-experte bij WWF. ‘Vóór windenergieprojecten van start gaan, moet hun impact op de natuur grondig onder de loep worden genomen. Daarna moeten we alle mogelijke maatregelen treffen om die tot een minimum te beperken en de natuur te beschermen – en als dat

even kan, tegelijk een duwtje in de rug te geven en te herstellen.’

Negatieve impact?

Ondoordachte offshore-projecten zouden een kwalijke invloed kunnen hebben op de biodiversiteit in de Noordzee. Denk maar aan vogels die tegen wieken vliegen, lichtvervuiling, trillingen waardoor zeezoogdieren het noorden kwijtraken ... ‘Door betonnen en metalen structuren te plaatsen in

©JesseDeMeulenaere ©JesseD M len

een omgeving waarin die materialen niet natuurlijk voorkomen, creëer je een nieuwe, kunstmatige habitat die specifieke soorten aantrekt en zo het ecosysteem ingrijpend verstoort’, waarschuwt Sarah. ‘Die nieuwe soorten concurreren met onze inheemse biodiversiteit, die vooral gedijt in grind en zand.’

Oplossingen? Die zijn er ‘Zo efficiënt mogelijk energie opwekken met zo weinig mogelijk gevolgen voor de natuur: het kan’, klinkt Sarah overtuigd. ‘Stap 1? Alle oplossingen die we nu al kennen, toepassen. Vaak is dat zelfs goedkoop.’

Zo kan je windturbines stilleggen wanneer vogels migreren, sensoren installeren die dieren detecteren, onnodige verlichting minimaliseren, een op drie wieken verven zodat ze beter opvallen voor vogels ... Geluidsoverlast kan je dan weer dempen met ‘bubbelgordijnen’: die houden de geluidsgolven tegen die ontstaan wanneer turbines in de bodem worden geheid. Ook op het vlak van ruimtelijke planning valt er winst te rapen, bijvoorbeeld door beschermde gebieden en migratieroutes te vermijden. Windturbines zijn best allemaal even hoog, en staan dicht genoeg bij elkaar zodat vogels zich er niet tussen durven wagen. Tussen verschillende windparken voorzie je

dan weer voldoende ruimte – een veilige corridor voor vogels, dus.

Tot slot moet verder onderzoek uitmonden in modulaire windparken. ‘In een ideale wereld bestaan offshore-windparken uit herbruikbare, herstelbare onderdelen; onderdelen die je kan vervangen of ontmantelen en recycleren’, legt Sarah uit. Ingrepen op zee verstoren het sediment op de zeebodem aanzienlijk. Het aantal bodemberoerende activiteiten verminderen zou dus een grote overwinning zijn.

Duwtje in de rug voor de natuur Wist je dat windparken zelfs goed kunnen zijn voor de biodiversiteit? ‘In het natuurherstelplan voor het Belgische deel van de Noordzee is grindbedden herstellen een prioriteit. Doel is dat daar dan mossel- en oesterriffen op gaan groeien’, weet Sarah. ‘Windparken kunnen ons helpen dat doel waar te maken. Waar er nog restanten van grindbedden op de zeebodem

liggen, kunnen we de bodem tussen windturbines benutten. Als we daar kleine grindbedden aanleggen en zorgen dat interessante schelpdiersoorten zich erop vestigen, kunnen die uitgroeien tot een echt netwerk van grindbedden waarop schelpdierriffen floreren. Dat zou de Natura 2000-gebieden en de hele Noordzeebiodiversiteit ten goede komen.’

Naar een nieuwe norm ‘Windparken ontwikkelen met respect voor de natuur, dat zou de norm moeten zijn’, benadrukt Sarah. ‘Openbare aanbestedingen en milieuvergunningaanvragen voor offshore-windenergie zouden verplicht criteria moeten bevatten voor natuurinclusief ontwerp. Zo zou de industrie niet anders kunnen dan zich aanpassen. In Nederland is dat al het geval. Wij blijven ervoor pleiten dat België dat voorbeeld volgt’, besluit Sarah.

Illustratie door © Hendrik
Gheerardyn

OESTERS, SUPERHELDEN VAN DE ZEE

Grindbedden zijn de koraalri en van de Noordzee. De oesters die daarop voorkomen, spelen een sleutelrol: honderden soorten, waaronder commerciële vissen zoals ansjovissen en haringen, vinden er leefgebieden, beschutting en bescherming tegen roofdieren. Daarnaast helpen oesterbanken het sediment op de oceaanbodem te stabiliseren, en beschermen ze de kust zo tegen erosie en stormen. Bovendien filtert één enkele oester tot wel 200 liter water per dag om er plankton en andere voedingssto en uit te halen. Zo verbeteren oesters de waterkwaliteit en halen ze overtollige voedingssto en én vervuilers uit het water. Schoner water betekent een gezondere oceaan met meer planten en dieren. En een gezonde oceaan kan meer koolstof opslaan. Tot slot doen oesters voedingssto en circuleren tussen bentische (op de

oceaanbodem) en pelagische leefgebieden (in open water). Je leest ‘t: oesters zijn echte onderwateringenieurs. De diensten die ze leveren, zijn jaarlijks naar schatting tussen 4.775 en 86.000 euro per hectare waard.

Tot het midden van de 19de eeuw waren de Belgische wateren vergeven van de oesterbanken. Maar overbevissing en ziektes deden ze volledig verdwijnen ... ‘Oesterri en zien terugkeren is onze ultieme droom’, bevestigt Sarah. Die droom kan werkelijkheid worden mede dankzij o shorestructuren waarbij de natuur centraal staat van bij het prille ontwerp. Om af te sluiten op een positieve noot: deze zomer deed BELREEFS een eerste poging om oesters te herintroduceren in Belgische wateren!

© Jeroen Helmer / ARK
© Floor Driessen / Bureau Waardenburg

DOEN WARMLOPEN TOOLS DIE LEERLINGEN

VOOR ONZE PLANEET

WWF-Scholen ontwikkelde een waaier aan pedagogische tools workshops, dossiers, spelletjes, wedstrijden en interactieve websites, boordevol info over onze prachtige planeet. Al dat materiaal is gratis voor leerkrachten, ouders en iedereen die met kinderen of jongeren van 6 tot 18 jaar werkt.

Doel? Onze jongeren spelenderwijs doen kennismaken met de uitdagingen waarvoor onze planeet staat. Leerlingen ontdekken waarom wolven en otters onmisbaar zijn voor onze natuur, ondervinden zelf de gevolgen van de klimaatverandering tijdens een wetenschappelijke workshop, en gaan op zoek naar oplossingen voor plasticvervuiling via een spannende escapegame.

HansMoyson/WWF-Belgium

WAT VINDEN LEERKRACHTEN ERVAN?

‘Al mijn leerlingen vonden de escapegame over plasticvervuiling te gek. Ze werkten enthousiast mee. Ik denk zelfs dat ze al bepaalde gewoontes hebben aangepast. Bedankt, WWF!’, Séverine, leerkracht in het 5de en 6de leerjaar

‘De mini-COP is een fantastische ervaring: leerlingen ontdekken zelf hoe een klimaatconferentie eraan toegaat. Ze gaan er helemaal in op’, Geneviève, leerkracht in het 5de middelbaar

‘De KalenDieren is superleuk en makkelijk te gebruiken. Mijn leerlingen vonden de kalender geweldig en vroegen meteen om hun verjaardagen erop te schrijven. En wat een leuke infofiches zitten erbij!’, Violette, leerkracht wetenschappen in het 1ste tot 3de middelbaar

Ontdek ons educatief materiaal!

JOUW ADOPTIE IN ACTIE!

Ben jij de trotse adoptieouder van een leeuw of zeeschildpad? Hieronder lees je het laatste nieuws over je lievelingsdier!

Samen geven we de toekomst van de leeuw vorm

Leeuwen beschermen, hoe gaat dat in z’n werk? Niet met één spectaculaire ingreep, wel via een waaier aan herhaalde initiatieven die betrokken gemeenschappen en wetenschappers elke dag discreet op het terrein uitvoeren, met de steun van mensen zoals jij.

In het zuidwesten van Kenia, in Masai Mara National Reserve, werkt WWF-België nauw samen met Mara Predator Conservation Programme om te zorgen dat leeuwen en mensen in harmonie kunnen samenleven.

Het reservaat en de gemeenschapsgronden errond liggen in

het verlengde van de Serengeti. Ze vormen bovendien een van de laatste grote wildbastions van Oost-Afrika. In dit iconische landschap leven 500 leeuwen en uitzonderlijk veel cheeta’s, hyena’s en planteneters. Vooral tijdens de wereldberoemde wildebeestmigratie barst de Masai Mara van het leven.

Twintig jonge leeuwenhoeders

Twintig jongeren leerden hoe conflicten tussen mens en leeuw te temperen, en trekken er elke dag op uit om in risicogebieden te patrouilleren, in gesprek te gaan met gemeenschappen en in te grijpen bij incidenten. Ze bieden ook oplossingen aan, zoals verstevigde omheiningen en roofdierwerende lichten, en zetten in op bewustmaking.

Gps-halsbanden zijn een waardevolle troef voor

9

Op dit moment dragen negen jonge, rondzwervende leeuwen en twee cheeta’s een gps-halsband. Dankzij de gegevens die we zo verzamelen, krijgen we meer inzicht in hun interacties, en kunnen we anticiperen op conflicten en gerichtere beschermingsmaatregelen tre en.

100 We bouwden mee aan honderd traditionele omheiningen om dieren van veehouders te beschermen.

3.000 We deelden drieduizend roofdierwerende lichten uit aan lokale gemeenschappen. Die lampen werken op zonne-energie en bootsen menselijke aanwezigheid na met willekeurige lichtflitsen. Daardoor wagen roofdieren zich minder snel in de buurt van omheiningen.

deze leeuwenambassadeurs: dankzij die toestellen kunnen ze leeuwen op de voet volgen. Wanneer een gezenderd dier het beschermde gebied verlaat, ontvangen de leeuwenhoeders meteen een waarschuwing.

RESULTAAT?

De combinatie van technologie, informatie vanop het terrein, traditionele kennis en lokale gemeenschappen die actief meewerken, werpt zijn vruchten af. Onze samenwerking met Mara Predator Conservation Programme helpt de druk op Afrika’s grote roofdieren te verlichten.

Bedankt voor je steun!

© Emma Maris / WWF-Belgium

MAAK KENNIS MET DE LEDERSCHILDPAD

Wetenschappelijke naam: Dermochelys coriacea

Grootte en gewicht: tot 2 meter en 900 kg Levensverwachting: 50 tot 100 jaar

Legendarische reiziger Zeeschildpadden zijn wonderbaarlijke wezens. Ze kunnen wel 1.200 meter diep duiken en leggen onvoorstelbare afstanden af om terug te keren naar het strand waarop ze uit hun ei kropen. Daar leggen ze dan zelf eieren en zetten ze de kringloop van het leven verder.

Cruciaal voor de oceaan Lederschildpadden zijn onmisbaar voor de biodiversiteit in de oceaan en aan de kust. Al etend houden ze kwallenpopulaties onder controle, en wanneer ze eieren leggen, brengen ze belangrijke voedingssto en mee aan land. Bovendien voeden bepaalde vissen zich met de algen en parasieten die ze meevoeren op hun schilden – lederschildpadden vormen zo een ‘zwemmend bu et’ voor het oceaanleven.

Zeeschildpadden op zoek naar veilige havens

Op de stranden van Pomio, in Papoea-NieuwGuinea, werken we hand in hand met de lokale gemeenschappen om zeeschildpadden te beschermen. Hier spannen we ons in het bijzonder in voor de lederschildpad (Dermochelys coriacea), een wereldwijd bedreigde soort.

Waarom doen we dat in Pomio? Omdat hier belangrijke neststranden liggen voor de lederschildpad, en omdat erosie, menselijke activiteiten en de klimaatverandering die stranden in gevaar brengen. Gelukkig is er reden tot hoop. Zo vonden we onlangs verse sporen in het zand in Galowe – sporen die tonen dat schildpadden er eieren kwamen leggen. Dat is prachtnieuws voor iedereen die zich inzet om deze oeroude oceaanreizigers te beschermen.

• We zetten een lokaal monitoringnetwerk op poten in Galowe, Bairaman, Malai en Bain.

• Vier kustgemeenschappen van Pomio hebben al een natuurbehoudsakkoord ondertekend met WWF.

• De eerste bewustmakingssessies over natuurbescherming trokken ruim dertig deelnemers.

Al het materiaal dat nodig is om de stranden te monitoren (pakketten met observatiemateriaal, infodocumenten, uitrusting ...) staat klaar om op het terrein te gebruiken. Dankzij die monitoring krijgen we meer inzicht in nestplaatsen, kunnen we ze beter beschermen en waardevolle gegevens verzamelen voor wetenschappelijk onderzoek. Iedereen die een zeeschildpad adopteerde, zorgt ervoor dat de stranden van Pomio kunnen uitgroeien tot veilige havens voor alle zeeschildpadden die er hun nesten komen maken.

WAT ZIJN DE VOLGENDE STAPPEN?

Meer vrijwilligers opleiden, meer informatie verzamelen, en zorgen dat mensen die over zeeschildpadden waken in de Grote Oceaan, hun expertise kunnen uitwisselen – van Papoea-Nieuw-Guinea tot Fiji. Jij geeft de zeeschildpad een toekomst.

BEDANKT!

© Jürgen Freund / WWF

WWF-Vlaanderen vzw

Emile Jacqmainlaan 90 1000 Brussel 02 340 09 20 wwf.be

Retourzending? Let op, dit vak mag niet worden bedekt. Bedankt!

BESCHERM DE REGENWOUDEN DIE ONS BESCHERMEN

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.