Jet Boeke

© 2022 Een gepersonaliseerde uitgave van YourSurprise in samenwerking met de Gottmer Uitgevers Groep
© 2009 Idee en illustraties Jet Boeke
© Voor deze uitgave: Uitgeverij J.H. Gottmer / H.J.W. Becht BV, Uitgeverij J.H. Gottmer / H.J.W. Becht BV is onderdeel van de Gottmer Uitgevers Groep BV.
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever worden overgenomen.
Bestellen: www.yoursurprise.nl
Druk: ARSprintmedia
Lieve Teun, gefeliciteerd met je 4e verjaardag. Veel liefs, Tante Leonie en Oom Dennis
In het gras aan de kant van de sloot, zit een eendje, helemaal bloot. Hij heeft het niet koud, wat raar … Teun, wat doet dat eendje daar?
Hebben vogels kleren?
Nee, die zitten vol met lekkere, zachte veren. Kijk, ze zitten op de waslijn, nou zeg … Dikkie Dik, Dikkie Dik, jaag ze weg!
In de boom op een tak, zitten vier poezen op hun gemak. Ze hebben honger! Kom maar eten … Zeg, waar hebben jullie al die tijd gezeten?
Je bent jarig of je krijgt je eerste tand, altijd is er wel wat aan de hand. Dan komen er mensen op bezoek en is er limonade en gevulde koek. Poes, hond, broer en zus iedereen geeft Teun een kus.
Wat ligt daar aan de kant van de sloot? Dikkie Dik snuffelt eraan.
‘Wie ben jij? Hoe heet je?’ vraagt hij. Het is een speelgoed-eendje. Van wie zou die zijn?
‘Hé, Dikkie Dik … afblijven,’ roept Mama Rosa, ’dat is van Teun en niet van jou!’ Dikkie Dik doet of hij niets hoort.
Hij neemt het speelgoed-eendje in zijn bek en rent naar huis. ‘Hoera, een nieuw vriendje! Wat zal Beer blij zijn.'
‘Papa Pieter, Papa Pieter …,’ roept Mama Rosa, ‘Dikkie Dik heeft het speelgoed-eendje van Teun meegenomen. Kom mee, we moeten hem achterna. En roep Oma Johanna en Opa Henk ook, dan gaan we met z’n allen. Kijk, daar is Dikkie Dik, in zijn mand, samen met Beer en het speelgoed-eendje. Wat moeten wij nu doen?
Oma Johanna … ga jij maar eerst naar binnen … jij weet alles!’
‘Dag Dikkie Dik,’ mompelt Oma Johanna, ‘wij … uh … ik …’ Oma Johanna weet niet goed wat te zeggen. ‘Zeg het dan … zeg het dan,’ roept Opa Henk ‘Uhhmmm …,’ Oma Johanna schraapt de keel, ‘dat speelgoed-eendje is niet van jou. Je moet hem teruggeven!’ ‘Waarom?’ zegt Dikkie Dik verbaasd, ‘ik heb hem toch gevonden?’ ‘Jawel,’ zegt Oma Johanna, ‘maar het is van Teun en … uh … ik weet altijd alles. DAAROM!’
‘Oh,’ zegt Dikkie Dik. Hij vindt het niet leuk. Oma Johanna neemt het speelgoed-eendje mee en samen met Opa Henk, Mama Rosa en Papa Pieter lopen ze terug naar de sloot. Daar wonen ze. ‘Teun …, Teun …’, roepen ze, ‘kom gauw …, we hebben iets voor je!’
Wat is Teun blij! ‘Hoera …, ik heb mijn eigen speelgoed-eendje weer terug!’ ‘Jammer, hè Beer,’ zegt Dikkie Dik, ‘dat je nieuwe vriendje weer terug moest. Maar …, misschien mogen we wel een keer komen spelen …, jij en ik en Teun en het speelgoed-eendje. ’
‘Dag Oma Johanna, dag Opa Henk, dag Mama Rosa, dag Papa Pieter,’ zegt Dikkie Dik, ‘tot de volgende keer! Oh …, ik vergeet nog iets …, dag Teun!’
Mama Rosa heeft de was gedaan. Broeken, T-shirts, sokken, onderbroeken, handdoeken …. … alles hangt te drogen aan de waslijn, buiten in de zon. Op de waslijn zitten twee vogeltjes. Kijk, daar is Dikkie Dik … waar? … daar, in het gras … Wat doet-ie?
‘Ik pas op de was,’ roept Dikkie Dik, ‘ga weg jullie … … dat is het T-shirt van Teun, het is schoon en jullie maken het vuil!’ De vogeltjes kijken elkaar aan: ‘Wat denkt die malle poes wel … wij maken helemaal niks vuil.’ Ze vliegen weg.
Dikkie Dik springt en … valt op de grond met het T-shirt van Teun. ‘Ben je helemaal gek!’ roept Mama Rosa, ‘blijf van mijn schone was af!’ ‘Maar … ik pas op de was,’ zegt Dikkie Dik, ‘ik jaag alle vieze vogeltjes weg …’
‘Zie jij Dikkie Dik? … Nee, ik zie hem niet … Waar zou hij zijn?’
De twee vogeltjes gaan weer op de waslijn zitten.
Dikkie Dik ligt onder het T-shirt van Teun. Ooohh …, nu maken die vogels die sokken vuil!
Van wie zijn die sokken?
Van Tante Leonie of Oom Dennis of van Tim … of van Denise?
‘Niet vuil maken …!’ schreeuwt Dikkie Dik, ‘dat zijn de schone sokken van Tante Leonie en Oom Dennis. Afblijven, ga weg … zijn jullie soms doof?’ De vogeltjes zijn nu wel een beetje geschrokken. ‘Wij maken de was niet vuil,’ roepen ze, ‘dat doe je zelf!’
OEPS … weer mis! De vogeltjes zijn gevlogen. Dikkie Dik komt met zijn poten in de sokken. ’Papa Pieter!’ roept Mama Rosa, ’Dikkie Dik maakt de was vuil … eerst het T-shirt van Teun en nu de sokken van Tante Leonie en Oom Dennis. Jaag hem weg, anders worden de onderbroeken van Tim en Denise ook vuil.’
Dikkie Dik zit vast in de sokken van Tante Leonie en Oom Dennis. Gelukkig blijven de onderbroeken van Tim en Denise nog aan de waslijn hangen.
‘Hi, hi … een poes met sokken … heb je ooit zoiets gezien?’ ‘Moeilijk hè, op de was passen,’ plagen de vogeltjes. Dikkie Dik vindt het niet leuk. De vogeltjes moeten weg … maar hoe?
‘Ik weet wat’, zegt hij.
Dikkie Dik trekt het T-shirt van Teun over zijn kop. Hij doet zijn poten opzij met de sokken van Tante Leonie
En nu is hij een … vogelverschrikker!
‘Papa Pieter, Mama Rosa …, Tim, Denise …, kom eens kijken,’ roept Dikkie Dik, ‘nu maken de vogeltjes de was nooit meer vuil. Hoera!’ ‘Is dat zo? Wat denk jij, Teun?’
Dikkie Dik ziet wolkjes in de lucht. Zeg Teun, kun jij zien waar die wolken op lijken?
Het is middag. Dikkie Dik maakt een wandelingetje. Eerst loopt hij door de tuin.
Daarna maakt hij een rondje om het huis. Als hij de hoek omgaat, schrikt hij zich een hoedje!
Teun komt eraan gerend en botst bijna tegen Dikkie Dik op.
‘Doe je mee, Dikkie Dik,’ roept Teun, ‘wie het hardst kan rennen?’
‘Ik kan veel harder,’ zegt Dikkie Dik en rent achter Teun aan. Met z’n tweeën hollen ze door de tuin. ‘Wie het eerst bij Tante Leonie is!’ roept Teun.
Tante Leonie ligt te slapen in het gras. Dikkie Dik en Teun rennen even hard.
Ze springen tegelijk over Tante Leonie heen. Die schrikt wakker.
‘Doe je ook mee, Tante Leonie?’ vraagt Teun. Nu zijn ze met z’n … drieën.
‘Kijk, daar, in die boom, op die tak, daar zit Oom Dennis.’ Teun, Tante Leonie en Dikkie Dik klimmen in de boom.
‘Voorzichtig hoor,’ roept Mama Rosa, ‘niet te hoog, anders vallen jullie uit de boom!’ ‘Hallo, Oom Dennis, schuif eens een stukje op,’ zegt Teun, ‘wij willen ook op die tak zitten.’
‘… schiet eens op …, ik durf niet …, niet duwen …’ Dikkie Dik gaat eerst, dan Oom Dennis en dan Tante Leonie. Teun is laatst en houdt zich goed vast aan de boom. ‘Nééé, niet doen,’ schreeuwt Papa Pieter, ‘NIET met z’n vieren op één tak!’ ‘Er gebeurt niets,’ roepen ze in koor, ‘we houden elkaar héééél goed vast.’ En dan …
… de tak buigt en buigt … ‘Dikkie Dik, houd je goed vast!’ gilt Teun
Te laat … Dikkie Dik valt naar beneden. ‘Hi, hi,’ lacht Papa Pieter achter de boom, ‘ik ben blij dat ik niet op die tak zit.’
Nu zijn ze met z’n …… vijven.
‘Waar ben ik?’ mompelt Dikkie Dik. ‘Wat is er gebeurd?’
‘Heb je je pijn gedaan?’ vraagt Teun Gelukkig niet.
Dikkie Dik is alleen maar geschrokken. ‘En nu is het genoeg geweest,’ roept Papa Pieter. ‘Teun, binnen komen. We gaan eten.’
‘Mama Rosa, mogen Dikkie Dik en Tante Leonie en Oom Dennis en Papa Pieter ook mee-eten?’ vraagt Teun. ‘Natuurlijk!’ ‘Hoera!’
‘Wij willen vis,’ roepen Tante Leonie en Oom Dennis. ‘Nee, bah, wij willen vlees,’ roepen Teun en Papa Pieter.
‘En ik wil alles!’ roept Dikkie Dik.
‘Hé, blijf van mijn bord af … ga nou ’s opzij … dat stukje is van mij …’
Wat een lawaai maken ze.
‘Rustig aan, niet zo schrokken,’ zegt Papa Pieter, ‘er is genoeg voor iedereen … … is het lekker?’
‘Jaaah …!’ roepen ze met zijn vijven.
‘Bedtijd!’ roept Mama Rosa. ‘Mag iedereen blijven slapen?’ vraagt Teun. ’t Is wel vol met z’n allen in één mand,’ zegt Papa Pieter, ‘maar vooruit … kijk maar of het gaat.’ Na een kwartiertje hebben ze … 1, 2, 3, 4, 5 … … allemaal een lekker plekje gevonden. ‘Dag Dikkie Dik …, dag Tante Leonie, dag Oom Dennis, dag Papa Pieter. Slaap lekker Teun.’
’sOchtendsvroeg,aandekantvandesloot, vindtDikkieDikeennieuwvriendje.
Watlater,hetisalmiddag, jaagthijdevogeltjesvandewaslijn.
Envlakvoorhetslapengaan, zithijmetalzijnvriendjeshoogindeboom.