LOZERBOS
In de 18de eeuw bestond de kasteelsite uit een opperhof en een voorplein met dienstgebouwen afzonderlijk omgeven door rechtlijnige walgrachten. Ten westen van het kasteel bevond zich een moestuin en ten noorden een boomgaard omringd door een loofhoutbos. In het westen, langs de Molenmeersbeek waren er vochtige weiden, in het zuiden landbouwpercelen afgezoomd met bomen en hagen. Begin 19de eeuw werd er een ‘Engelsen hof’ en moestuin aangelegd. Nadien werd het kasteel verbouwd, de grachten omgevormd tot vijvers en over de grote vijver bij het kasteel een brug aangelegd. De Molenmeersbeek voedt de vijvers van het park. Op het einde van de 19de eeuw werd het park in zuidelijke richting uitgebreid en dit in de Engelse landschapsstijl. De parkaanleg werd uitgevoerd volgens een plan van 1885, getekend door de bekende tuinarchitect Keilig, tevens ontwerper van de stadsparken in Antwerpen, Oostende en Luik. Grasvelden en vijvers wisselen af met gemengd loofhout. Slingerende paden leiden over bruggen naar verschillende gebouwen en doorheen het gemengd loofbos. Na 1914 werd het kasteel aangepast tot zijn huidige neoLodewijk XVIde stijl, tevens werd een mansardeverdieping toegevoegd. Naast de oorspronkelijke toegangspoort aan de Appelhoekstraat werd een tweede gebouwd aan de Kasteelstraat. In het kasteelpark bevindt zich eveneens een ommuurde moestuin met berging en serres, koetsenstalling, conciërgewoning en boerderij. Sinds 1985 is het kasteelpark en een deel van Lozerbos met zijn dreven gerangschikt als landschap.
De waterpartijen in het kasteelpark zijn een attractiepool voor libellensoorten, ijsvogels, kikkers en salamanders. Eén van de opmerkelijkste fenomenen in de omgeving van het kasteelpark is de jaarlijkse paddentrek. Eind februari, begin maart trekt de gewone pad vanuit haar overwinteringsplaats in het bos naar de vijver van het kasteelpark om er te paren. Voor de voortplanting migreren de volwassen dieren immers van het land naar het water. De larven leven uitsluitend in het water en ademen door kieuwen en huid. Voor het natuurbehoud is het aangewezen de voortplantingsplaatsen te beschermen en obstakels, zoals drukke verkeerswegen, uit te schakelen. Tijdens hun trektocht dienen de padden de drukke Kasteelstraat over te steken. Om het aantal verkeersslachtoffers te beperken, organiseerde de Wielewaal sinds 1983 jaarlijks in het voorjaar een paddenoverzetactie. Door de aanleg van amfibieëntunnels in 2001 door de Administratie Wegen en Verkeer (AWV) onder de Kasteelstraat is deze overzetactie voortaan niet meer nodig. Padden
Kerk en dreef van Lozer
Rond de kerk ontwikkelde zich de dorpskern van Lozer. De oorspronkelijke toegangsdreef tot de kerk bestaat nu uit een dubbele rij beuken aan weerszijden van de weg. In de vorige eeuw werden in het bos enkele wegen verlengd. Een aantal bospercelen werden ontgonnen, andere omgezet in naaldhout.
HOEVE WIJKHUIZE Ten noorden van Lozerbos ligt de omwalde hoeve Wijkhuize. De hoeve dateert van 1428 en behoorde 400 jaar lang tot de ‘Heerlijkheid van Wyckhuyse’. De ‘Heerlijkheid van Wyckhuyse’ behoorde tot het grootste en belangrijkste achterleen van ‘Ayshove’, dat op zijn beurt afhing van het Oudenaardse leenhof ‘De Stenen Man’. In 1801 werd de hofstede, in openbare veiling te Deinze, verkocht. De hoeve wordt getypeerd door een halfgesloten bouwvorm en een toegangshek over de omwalling.
Toegang tot speelzone in het bos
Hoeve Wijkhuize
In Wijkhuis nabij de Lozermolenstraat werden bij opgravingen uitgevoerd door de Universiteit Gent vondsten blootgelegd uit de Steentijd (klokbeker en gevleugelde pijlpunt), de Bronstijd (aardewerk, paalgaten), de IJzertijd (geknikte schalen) en de Gallo-Romeinse periode (brandrestengraf met aardewerk). Het betreft hier duidelijk een meer-periodensite.
Uit voorgaande is duidelijk dat een aanzienlijk deel van Lozerbos reeds honderden jaren onafgebroken bebost is. De opvallendste bostypes zijn eikenbos (zomereik, Amerikaanse eik, hazelaar en lijsterbes), monotone beukenbestanden zonder ondergroei, populierenaanplantingen (soms met ondergroei van es, vlier en zwarte els), gemengd loofhoutbos (beuk, zomereik, berk, robinia, tamme kastanje met vlier, Amerikaanse vogelkers en esdoorn als ondergroei) en naaldhoutbestanden van lork, Douglas, Corsicaanse den en fijnspar.
ONTGRONDINGEN Tijdens de laatste IJstijd voerden hevige winden zand aan uit de toen droogliggende Noordzee. Op de heuvelruggen tussen Lozer en Kruishoutem werd een dunne zandlaag afgezet. Vanaf 1950 werden in Lozerbos de droge zandruggen op grote schaal ontgonnen. Ongeveer 1 à 1,5 m materiaal werd hier uitgegraven. Door deze ontgrondingen verdwenen een aantal dreven. Het zand en de zavel werden gebruikt als bouwzand. De uitzavelingen brachten heel wat archeologische sporen aan het licht. De vondst van vuurstenen, aardewerk en klokbekerscherven wijst op menselijke aanwezigheid tijdens de Steentijd. Schalen, potjes, kommen, spinschijfjes, maalsteenfragmenten en ijzerslakken dateren uit de La-Tènebeschaving in de IJzertijd. Tijdens deze periode kwamen onze streken onder invloed van de cultuur uit de Marne- en Aisnestreek in Noord-Frankrijk. Bij de nederzettingsvondsten uit de Gallo-Romeinse tijd vermelden we munten, aarden vaatwerk en een glazen ring. Kuilen, paalsporen, dakpan-, potoven- en maalsteenfragmenten en talrijke grafvonsten wijzen op het bestaan van een Romeinse nederzetting en grafveld. Bij de grafvondsten vinden we o.m. luxe-aardewerk, geverniste bekers, pompejaans rood aardewerk, versierd been, een glazen flesje en mantelspelden.
1
Het Lozerbos is gedurende het hele jaar langs de gemarkeerde paden vrij toegankelijk voor wandelaars, fietsers en ruiters. Wegen en paden die niet op het plan zijn aangeduid, zijn niet toegankelijk voor het publiek. Omwille van specifieke redenen kunnen bepaalde delen tijdelijk of permanent voor het publiek worden gesloten. Behoudens machtiging van de eigenaar, en desgevallend de woudmeester, is het verboden: - het domein te betreden tussen zonsondergang en zonsopgang - de boswegen of wandelpaden te verlaten, behalve in de speelzone - dieren te vangen, te verplaatsen, te verdelgen of uit te zetten - honden of andere dieren in het domein te brengen, behalve op de toegelaten wegen en paden én indien ze aan de lijn gehouden worden, paarden zijn enkel toegelaten op de ruiterpaden - gemotoriseerde voertuigen te gebruiken, behalve op de parkings en de daartoe voorziene wegen - te parkeren op het fietspad in de Lozermolenstraat - geluidsproducerende toestellen te gebruiken - reclame te maken of producten te koop aan te bieden - te kamperen. In het bos is het bovendien steeds verboden: schadigen of te verwijderen - dieren te verstoren - de bodem te vervuilen - vuur te maken. De toegang tot het bos voor het publiek is verboden bij storm. De eigenaar is niet aansprakelijk voor gebeurlijke ongevallen. Dit reglement werd opgesteld in uitvoering van artikel 14 van het Besluit van de Vlaamse regering van 22 juli 1993 betreffende de toegankelijkheid en het occasionele gebruik van bossen (en latere
In de loop van de tijd leidde deze gevarieerde boomsoortensamenstelling tot een rijke bosflora. Naast een dominantie van adelaarsvaren komen verspreid nog een aantal typische bosplantensoorten voor zoals boshyacint, gele dovenetel, bosviooltje, éénbes, slanke sleutelbloem, gevlekte aronskelk, meiklokje, speenkruid en bosanemoon.
1/09/2003, 13:46
REGLEMENTERING OP DE BOSTOEGANKELIJKHEID
- de beplanting (ook paddestoelen) op welke wijze dan ook te be-
wijzigingen). Overtredingen van dit reglement worden bestraft met een geldboete zoals bepaald in het Bosdecreet van 13 juni 1990. Onverminderd de ambtsbevoegdheid van de officieren van gerechtelijke politie worden de overtredingen op deze reglementering opgespoord en bij proces-verbaal vastgelegd door de leden van de lokale politie, de veldwachters, de ambtenaren en boswachters van Zandvlooi
folder indesign.indd
LOZERBOS
Kasteel della Faille
Zicht op kasteelpark en omgeving
een inrichtingsproject van de Vlaamse Landmaatschappij
In 1654 kocht Jean-Baptiste della Faille, grootbaljuw van Gent, het domein als tweede residentie voor de prijs van 120.000 gulden. Het domein omvatte 82 bunders (1 bunder = 1 ha) landbouwgrond en bos. Tot op heden is het domein eigendom van de familie della Faille. In 1736 werd het tot baronie verheven en aan de familienaam het achtervoegsel d’Huysse toegevoegd. De opeenvolgende generaties van deze familie speelden een belangrijke rol in de nationale en lokale politiek. De huidige eigenaar, baron Bernard della Faille, behoort tot de tiende generatie.
Paddestoelen worden eveneens frequent aangetroffen. Ze vormen een belangrijke schakel in de stoffenkringloop waarbij ze organische stof van dode of levende planten omzetten in mineralen. De voortplanting gebeurt door sporen die aan de oppervlakte (buisjes- en plaatjeszwammen) of binnen het vruchtlichaam (stuifzwammen) worden gevormd. Stinkzwam, vliegenzwam, eekGrote bonte hoorntjesbrood en judasoor zijn gemakkelijk te specht herkennen en regelmatige verschijningen in Lozerbos. Roofvogels zijn van grote betekenis voor de instandhouding van het biologisch evenwicht. In en rond Lozerbos worden soorten zoals buizerd, sperwer, boomvalk, steenuil en torenvalk regelmatig waargenomen. Meest kenmerkend voor Lozerbos is echter de aanwezigheid van de bos- en de ransuil. Beiden spuwen hun onverteerbare etensresten zoals beenderen van muizen en vogels na een tijdje uit als een braakbal. Het onderzoek van braakballen levert interessante informatie op over hun voedingsgewoonten. De Vlaamse gaai, grote bonte specht en groene specht zijn typische bosvogels die tijdens een wandeling regelmatig worden gezien of gehoord. Andere opmerkelijke verschijningen zijn wielewaal, glanskopmees, boomklever en boomkruiper. Zoogdieren zoals egels, vleermuizen en spitsmuizen komen frequent voor. De omgeving van het bos is tevens het leefgebied van hermelijn, bunzing en vos. Aan de rand van het bos en in de open zandige plekken graven konijnen dikwijls uitgebreide gangenstelsels. Konijnen leven, in tegenstelling tot de hazen, in familieverband.
VLAAMSE LANDMAATSCHAPPIJ
De kasteelsite in de vallei van de Molenmeersbeek was de zetel van de heerlijkheid Huysse. De eerst gekende heer was Eustachius van Vijve, die in een charter van 1080 vermeld werd als Eustachius de Usa. Belangrijke eigenaars waren de familie Vilain van Gent en de familie de Montmorency van Nevele met o.m. Filip de Montmorency, ook graaf van Hoorn genoemd, die in 1568 samen met Lamoraal van Egmont te Brussel onthoofd werd.
Het boscomplex van Lozer ligt op de overgang van het vlak zandgebied en het golvend zandgebied. Op het einde van de 18de eeuw strekte het bos zich uit van de Boekweitstraat in het westen, de hoeve Wijkhuize in het noorden en Neerrechem in het oosten. Het bos bestond uit gemengd loofhout. Op het hoogste punt van het bos bevond zich toen op een open plek een windmolen. De houten standaardmolen, reeds vermeld in 1571, was in het bezit van de heer van Huysse. In 1885 werd hij verkocht en gesloopt. In de 19de eeuw werd een flink stuk van het bos ontgonnen en omgezet in landbouwgrond, tevens werd een rechtlijnig drevenpatroon aangelegd. Op het einde van de weg die vanaf het kasteel in noord-oostelijke richting vertrekt, werd door de familie della Faille in 1844 een kerk gebouwd.
DE ZORG VOOR DE OPEN RUIMTE IN VLAANDEREN
Het kasteel van Lozer, ook kasteel van Huise of kasteel della Faille genoemd, ligt op het grondgebied van de gemeente Kruishoutem nabij het dorp Lozer. Het bos en het parkbos hebben een oppervlakte van ongeveer 44 ha.
in samenwerking met het gemeentebestuur van Kruishoutem, en de afdeling Bos en Groen
KASTEELPARK
het Bosbeheer.