BIJLAGEN BIJ DEEL 6. JUSTITIEEL BELEID BIJLAGE BIJ HOOFDSTUK 1. VERVOLGINGSBELEID Bijkomende informatie m.b.t. de strafrechtelijke vervolging in Vlaamse materies Hieronder volgt een beknopt overzicht van Vlaamse materies en regelgeving die strafbepalingen bevatten en waarin aan Vlaamse personeelsleden toezichtstaken zijn toegekend, zonder exhaustief te zijn. In bepaalde gevallen wordt ook beknopt vermeld hoe het huidige vervolgingsbeleid georganiseerd is.
Leefmilieu, Natuur en Energie De bevoegdheden inzake leefmilieu zijn quasi volledig geregionaliseerd. De regelgeving inzake milieuhandhaving in Vlaanderen ligt vervat in titel XVI “Toezicht, handhaving en veiligheidsmaatregelen” van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM), zoals ingevoegd bij decreet van 21 december 2007 (reeds meermaals gewijzigd) alsook het uitvoeringsbesluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 (reeds meermaals gewijzigd). Deze regelgeving omvat een duidelijk en uniform kader voor het toezicht en de sanctionering van het Vlaamse milieurecht. Naast het “klassieke” systeem van strafrechtelijke sanctionering bestaat tevens de mogelijkheid tot bestuurlijke sanctionering. Enerzijds betreft het de zgn. milieu-inbreuken die gedepenaliseerd zijn en exclusief bestuurlijk kunnen worden gesanctioneerd door de gewestelijke entiteit (de afdeling Milieuhandhaving van het dep. LNE). Anderzijds betreft het de zgn. milieumisdrijven, die aan de bevoegde procureur des Konings worden overgemaakt. De procureur des Konings beslist of hij het milieumisdrijf strafrechtelijk behandelt dan wel of het misdrijf wordt doorgestuurd (verval van de strafvordering) naar de gewestelijke entiteit met oog op (alternatieve) bestuurlijke beboeting. Binnen leefmilieu zijn er meerdere handhavingsactoren, zowel gemeentelijk, provinciaal als gewestelijk (binnen en buiten LNE). De gewestelijke toezichthouders binnen het beleidsdomein LNE worden opgesomd in art. 16.3.1 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM) en in art. 12 van het Milieuhandhavingsbesluit (BVR 12/12/2008). De thema’s waarop de handhaving betrekking heeft, m.n. de toezichtsopdrachten, worden vermeld in art. 21 t.e.m. 32 van het Milieuhandhavingsbesluit. Er is structureel overleg met de parketten en parketten-generaal in het kader van de Vlaamse Hoge Raad voor de Milieuhandhaving (plenair en via werkgroepen), waarvan de werking en samenstelling decretaal verankerd is (zie www.vhrm.be). Daarnaast hebben de meeste handhavingsactoren binnen LNE ook (ad hoc) contacten met de werkgroep Vlaamse Milieumagistraten (parketten 1e aanleg) en het expertisenetwerk leefmilieu (parket-generaal), of maken ze deel uit van regionale leefmilieunetwerken waarin ook de parketten participeren. Daarnaast kan ook verwezen worden naar o.m.:
1