1
KNELPUNTEN OP DE ARBEIDSMARKT, KANSEN VOOR VROUWEN?
Miet Lamberts Hoger Instituut voor de Arbeid
1.
Vrouwen op de arbeidsmarkt1
Vrouwen op beroepsactieve leeftijd treden minder toe tot het actieve deel van de arbeidsmarkt (zowel als werkenden als werkzoekenden) dan mannen op beroepsactieve leeftijd. Indien vrouwen wel actief zijn op de arbeidsmarkt hebben ze een grotere kans dan mannen om in de werkloosheid te belanden. Indien vrouwen toch aan de slag gaan, hebben ze bovendien meer kans om in een minder aantrekkelijk statuut te belanden: vrouwen werken meer dan mannen deeltijds, vrouwen hebben meer kans op een tijdelijk contract dan mannen. Ook toont onderzoek aan dat er nog steeds een beduidende loonkloof is tussen mannen en vrouwen. Belangrijke oorzaken van dit loonverschil zijn terug te vinden in de verschillen in loopbaan tussen mannen en vrouwen: vrouwen werken vaker deeltijds en deeltijds jobs blijken relatief genomen minder goed betaald, vrouwen onderbreken vaker hun loopbaan en bouwen zo minder anciĂŤnniteit op, mannen presteren meer overuren, mannen werken vaker in functies op hogere niveaus dan vrouwen. Daarnaast heeft de sector waarin men werkt, zeker ook een effect op loonkloof tussen mannen en vrouwen. Zo zijn werknemers uit de quartaire sector (met een hoog aandeel vrouwen) minder goed betaald dan werknemers uit de andere sectoren. Werknemers uit de secundaire sector (overwegend mannen) blijken het best betaald. Segregatie (zowel horizontaal als verticaal) vormt dus een belangrijke factor in de loonkloof tussen mannen en vrouwen.
1
Administratieve databanken laten enkel analyses tot en met 2002 toe.