PlooifolderNED2008-2009Definities&structuur.pdf

Page 1

LEERLINGEN

De leerlingenaantallen voor het basis- en secundair onderwijs in deze plooifolder hebben betrekking op het aantal ingeschreven leerlingen op 1 februari 2009. In het hogescholenonderwijs en het universitair onderwijs worden alle actieve inschrijvingen met een diplomacontract in een instelling van het hoger onderwijs op 30 juni 2009 in kaart gebracht. Eén student kan meerdere inschrijvingen hebben. In het volwassenenonderwijs, het deeltijds kunstonderwijs en het BIS (Begeleid Individueel Studeren) wordt het aantal inschrijvingen geteld. Dit aantal ligt hoger dan het aantal fysieke personen, omdat een leerling voor meerdere cursussen ingeschreven kan zijn. In het volwassenenonderwijs wordt het aantal unieke inschrijvingen in de referteperiode van 1 september 2007 tot en met 31 maart 2008 geteld. De data van de referteperiode die aanvangt op 1 april 2008 waren bij het ter perse gaan van deze publicatie nog niet beschikbaar. Leerlingen die omwille van een langdurige ziekte les volgen in het buitengewoon onderwijs (de zogenaamde type-5-leerlingen) worden, om dubbeltellingen te vermijden, niet in het cijfermateriaal van het buitengewoon onderwijs opgenomen. Voor het buitengewoon kleuteronderwijs betreft het 127 leerlingen, voor het buitengewoon lager onderwijs 216 leerlingen en voor het buitengewoon secundair onderwijs 298 leerlingen. De leerlingen en studenten die ingeschreven zijn in Franstalige scholen of in Franstalige afdelingen van Nederlandstalige scholen onder de bevoegdheid van de Vlaamse overheid, worden evenmin in dit cijfermateriaal opgenomen. In het hoger onderwijs daarentegen zijn de opleidingen in een andere taal wel inbegrepen in de cijfers. Het Vlaamse hoger onderwijs omvat vanaf het academiejaar 20042005 opleidingen die leiden tot de graad van bachelor en master. Bachelorsopleidingen zijn in Vlaanderen ofwel professioneel gericht ofwel academisch gericht. Voor academisch gerichte bachelorsopleidingen vormt het doorstromen naar een mastersopleiding de hoofddoelstelling. Mastersopleidingen kunnen ook toegankelijk zijn voor professioneel gerichte bachelors na het succesvol afronden van een schakelprogramma. Bachelorsopleidingen hebben een studieomvang van minstens 180 studiepunten. Mastersopleidingen hebben een studieomvang van minstens 60 studiepunten. Vanaf het academiejaar 2005-2006 werd het klassieke jaarsysteem vervangen door een meer flexibel systeem met studiepunten.

SCHOLEN

Een school is een instelling waar onderwijs wordt verstrekt en die onder het bestuur staat van één directeur.

andere personeelscategorieën bestaan uit het administratief personeel, het werkliedenpersoneel van het gemeenschapsonderwijs, het opvoedend hulppersoneel, het paramedisch personeel, het CLB-personeel, het inspectiepersoneel, het personeel pedagogische begeleiding, het personeel van de internaten en de kinderverzorgsters van het kleuteronderwijs. In het basisonderwijs komen voor het bestuurs- en onderwijzend personeel vanaf het schooljaar 2003-2004 ook de leraars LO (kleuteronderwijs) en de zorgcoördinatoren in aanmerking. Het aantal personeelsleden wordt uitgedrukt in fysieke personen. Vervangingen van korte duur worden meegerekend. De fysieke personen worden geregistreerd in het onderwijsniveau en onderwijsnet waar zij de grootste lesopdracht hebben. Het aantal personeelsleden uitgedrukt in voltijdse eenheden is de som van alle deelopdrachten van alle personeelsleden (m.a.w. met inbegrip van de vervangingen van minder dan een jaar). Bij het hogescholenonderwijs zijn de lesopdrachten van de gastprofessoren en de mandaatvergoedingen niet in de voltijdse eenheden opgenomen. Voor het universitair onderwijs zijn de gastprofessoren en vervroegd gepensioneerden in het cijfermateriaal opgenomen voor wat betreft het aantal personeelsleden, maar niet voor de budgettaire fulltime-equivalenten. Bij het personeel naar onderwijsniveau is bij de categorie ‘andere’ voor het schooljaar 2008-2009 een fikse toename vast te stellen. Dit is te wijten aan een hercodering van de personeelsleden van de internaten. In het verleden werden deze personeelsleden in rekening gebracht bij het onderwijsniveau van de school waaraan het internaat verbonden was. Vanaf dit schooljaar worden deze personeelsleden toegewezen aan de categorie ‘andere’. Dit heeft enkel een impact op de ‘andere personeelscategorieën’. (En dus niet op het cijfermateriaal inzake bestuursen onderwijzend personeel). Vanaf 1 september 2008 wordt de betaling van de personeelsleden van de Centra voor Basiseducatie overgenomen door het Beleidsdomein Onderwijs en Vorming. Vanaf die datum treedt het Beleidsdomein op als ‘derde betaler’ voor die personeelsleden die met een arbeidsovereenkomst verbonden zijn aan een Centrum voor Basiseducatie (Contractueel door Onderwijs) en die niet op een andere wijze worden betaald. Op basis van de invoering van het decreet op het Volwassenenonderwijs van 15 juni 2007 wordt dit derdebetalersysteem ingevoerd.

BUDGET

In het volwassenenonderwijs wordt de term “centrum voor volwassenenonderwijs” gebruikt.

Het budget wordt uitgedrukt in termen van beschikbare beleidskredieten die jaarlijks worden geraamd en ingeschreven in de (aangepaste) uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap.

Instellingen die onderwijs verstrekken aan leerlingen van het type 5, worden niet in het cijfermateriaal opgenomen. Voor het buitengewoon kleuteronderwijs en lager onderwijs betreft het 6 scholen en voor het buitengewoon secundair onderwijs 4 scholen.

De beleidskredieten omvatten de niet-gesplitste kredieten, de gesplitste vastleggingskredieten, de variabele kredieten, de machtigingen en de bijkredieten vorige jaren, verminderd met de vereffeningskredieten en de uitgaven voor de schuldenlast.

PERSONEEL

De term beschikbare kredieten betekent dat deze kredieten naast de hierboven vermelde kredieten ook het aandeel in de globale provisies (vnl. index en CAO) en kredietherschikkingen omvatten. De gegevens voor 2009 hebben betrekking op de initiële kredieten.

In de personeelsstatistieken wordt enkel het personeel geregistreerd dat ofwel rechtstreeks door het beleidsdomein Onderwijs en Vorming wordt betaald ofwel waarvan de lonen ten laste zijn van de werkingsenveloppe van het hoger onderwijs. Het personeel dat geniet van het stelsel ‘terbeschikkingstelling voorafgaand aan het rustpensioen’ (TBS55+) is dus opgenomen in deze statistieken. Het meester-, vak- en dienstpersoneel van het gesubsidieerd onderwijs komt niet aan bod in de statistieken. De gesubsidieerde contractuelen worden ook buiten beschouwing gelaten omdat deze personeelsleden niet volledig door het beleidsdomein Onderwijs en Vorming worden betaald. De contractuelen van onbepaalde duur worden geregistreerd. De personeelsgegevens hebben betrekking op de maand januari 2009, zoals gekend in juni 2009. De personeelsgegevens voor het universitair onderwijs zijn afkomstig van de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR), en hebben betrekking op 1 februari 2008. De gegevens voor het academiejaar 2008-2009 waren bij het drukken van deze plooifolder nog niet beschikbaar. Binnen het onderwijspersoneel wordt een onderscheid gemaakt tussen enerzijds het bestuurs- en onderwijzend personeel en anderzijds de andere personeelscategorieën. Het bestuurspersoneel bestaat uit directeurs en adjunct-directeurs. Het onderwijzend personeel vervult een lesopdracht of is terbeschikkinggesteld voorafgaand aan het rustpensioen. De

Bepaalde niveauoverschrijdende uitgaven, waarvan de verdeling over de niveaus gekend is, worden toegewezen aan de respectieve niveaus (o.a. onderwijsvoorrangsbeleid en investeringen). Zonder deze aanpassing is het beeld van de reële uitgaven per niveau vertekend. Voor 2009 zijn de werkelijke gegevens nog niet beschikbaar en werd er ofwel een schatting toegepast ofwel dezelfde verdeling als 2008 verondersteld. Er wordt in dit cijfermateriaal dus geen rekening gehouden met de inspanningen van andere (lokale) overheden, noch met de inspanningen van ouders, scholen en privé-bedrijven. De kostprijs per leerling wordt berekend op basis van het aantal financierbare leerlingen. Een financierbare leerling is een regelmatig ingeschreven leerling die op basis van bepaalde criteria zoals onderwijsniveau, studierichting, herkomst,... een wegingscoëfficiënt krijgt. Deze financierbare eenheden bepalen de grootte van de werkingsmiddelen en het personeelsbestand van elke onderwijsinstelling. De bedragen worden steeds in duizend euro (duizend EUR) uitgedrukt, tenzij anders vermeld.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.