Afgiftekantoor Brussel X | In Beraad jrg. 25 nr.2, april 2017 Verschijnt driemaandelijks | P 309789 v.u. Mia Douterlungne, Koning Albert II-laan 37 | 1030 Brussel overname mag mits bronvermelding
IN BERAAD
bpost PB- PP
BELGIE(N) - BELGIQUE
april 2017
Hoe versterken we het basisonderwijs tegen 2025? Een toekomstplan De Vlor vraagt al langer naar een toekomstgericht en legislatuuroverschrijdende visie voor het basisonderwijs. In september 2015 bezorgde hij minister Crevits daartoe ‘tien krachtlijnen voor een sterk basisonderwijs’. De minister ging in op die vraag en kondigde een strategisch plan aan voor een sterk basisonderwijs tegen 2025. De Vlor formuleerde enkele voorstellen van maatregelen voor dat plan.
Sterktes consolideren De Vlor benadrukt dat het toekomstige beleid zeker een aantal huidige sterktes van het basisonderwijs moet behouden die nu onder druk staan: de ruime differentiatiemogelijkheden, klas- of groepsleraren (en geen vakleraren), de eindtermen die enkel op het einde van het basisonderwijs worden voorzien, de mogelijkheid voor kinderen om dicht bij hun woonplaats naar de basisschool van hun keuze te gaan, gespecialiseerde settings binnen een continuüm van zorg en de omkadering op basis van leerlingenkenmerken.
Welke nieuwe maatregelen zijn nodig? Leraren versterken Leraren moeten meer tijd krijgen voor overleg en voor permanente professionele groei. Dat kan door hen minder kindgebonden uren te laten presteren en de pedagogische studiedagen uit te breiden. Die tijd kan dan gaan om met het hele team te werken aan de schooleigen visie en gezamenlijke prioriteiten.
3
STUDIEDAG
De lerarenopleidingen als partner Hoe worden toekomstige leraren opgeleid om de ‘krachtlijnen voor een sterk basisonderwijs’ mee vorm te geven? 12 oktober 2017 – Leuven, i.s.m. Velov Inspirerende praktijkinitiatieven uit de lerarenopleidingen op een Vlor-studiedag Meer info op www.vlor.be/evenementen De Vlor ziet heel wat mogelijkheden in een specifieke masteropleiding voor het basisonderwijs en vraagt om versneld werk te maken van het onderzoek naar de opportuniteit en de meerwaarde. Dit onderzoek is een alternatief voor de piste van de Vlaamse regering om bijkomende bijzondere leer-
3 In Beraad jrg. 25 nr.2, april 2017 p1
meesters (als vakleraren) in het basisonderwijs te introduceren.
wordt toegekend op basis van een brede evaluatie en niet op basis van het afvinken van doelen.
De Vlor signaleert de grote vraag van leraren naar kleinere groepen van leerlingen waarvoor ze verantwoordelijk zijn. De overheid moet onderzoeken over welke instrumenten zij beschikt om deze vraag van de klasvloer te ondersteunen. Scholen moeten daarbij hun huidige flexibiliteit op vlak van groepering van leerlingen behouden.
Ondersteuning De evolutie naar een inclusiever basisonderwijs vraagt om een structureel budgettair kader voor de ondersteuning van de leerlingen zelf, maar ook van het onderwijspersoneel en de school als organisatie. Andere prioriteiten zijn de uitbreiding van de uren kinderverzorging in het kleuteronderwijs en ook het onderzoeken van het inzetten van kinderverzorgers in het lager onderwijs.
Krachtige schoolleiding De Vlor doet ook voorstellen om het beleidsvoerend vermogen van scholen te versterken: bijkomende omkadering op leidinggevend-, beleids- en ondersteunend vlak, een directeur zonder onderwijsopdracht in elke basisschool en de nodige middelen voor opleidingen van directies op basis van een overlegd profiel van schoolleiders en met externe kwaliteitsbewaking. Maatschappelijke vragen/basisvorming Het basisonderwijs verzorgt een brede basisvorming voor alle kinderen, vertaald in de eindtermen. De inhoud daarvan is relatief stabiel. De Vlor vraagt dan ook aan de overheid om niet zomaar in te gaan op particuliere maatschappelijke vragen en steeds rekening te houden met de missie en de eigenheid van het basisonderwijs. Zo is er momenteel de vraag naar de vroege ontwikkeling van moderne vreemde talen. Daarvoor vraagt de Vlor om de mogelijkheden te onderzoeken en de impact van facultatieve lessen na te gaan. Getuigschrift gelijkschakelen Om de overgang naar de eerste graad van het secundair onderwijs sterker in een ontwikkelingsgericht continuüm te plaatsen, stelt de Vlor voor dat alle leerlingen op het einde van het basisonderwijs hetzelfde getuigschrift krijgen met een niet-bindend, gemotiveerd advies over het vervolg van hun onderwijsloopbaan. Dit getuigschrift
Werkingsmiddelen De werkingsmiddelen van de kleuterschool moeten minstens worden opgetrokken tot het huidige niveau van het lager onderwijs. Om het basisonderwijs echt kosteloos te maken, is het ook nodig dat de werkingsmiddelen van het gehele basisonderwijs verhoogd worden.
Ook inzet van andere beleidsdomeinen Verder stelt de Vlor enkele maatregelen voor die raken aan belangrijke facetten van het basisonderwijs, maar niet te maken hebben met de kernopdracht. Die maatregelen vragen dus vaak ook een investering van andere beleidsdomeinen. Het gaat dan om betaalbare en kwalitatieve opvang (m.i.v. de middagpauze), een sterke samenwerking met het clb en met de pedagogische begeleidingsdiensten, extra stimuli om de gevolgen van armoede op het schoolgebeuren concreet aan te pakken en het versterken van het educatief partnerschap op school.
(08/03/2017) op www.vlor.be/adviezen
6 Lees het advies over het toekomstplan basisonderwijs
3
MODERNISERING AANBOD SECUNDAIR ONDERWIJS Lees over het advies van de Vlor op pagina 2