Ten geleide In dit boek worden een aantal analyses voorgesteld op het surveymateriaal dat de voorbije jaren in opdracht van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap werden verzameld. De bevindingen van deze onderzoeken werden voorgesteld op een colloquium, georganiseerd door de administratie Planning en Statistiek, op 29 mei 1998 in Brussel. Tijdens dit colloquium kwamen naast deze Vlaamse onderzoeksresultaten ook buitenlandse ervaringen met langlopend surveyonderzoek aan bod. In een inleidend hoofdstuk schetst Luk Bral het belang van het meetinstrument “Culturele verschuivingen in Vlaanderen” voor de Vlaamse overheid. Hij kadert het opvolgen van waarden, normen en gedragingen bij de Vlaamse bevolking binnen de vernieuwde managementsaanpak van de Vlaamse overheid. Tevens geeft hij een technische en methodologische beschrijving van de twee surveys die reeds werden georganiseerd. Dat via dit instrument een schat aan gegevens kan worden ontsloten, mag blijken uit de diverse invalshoeken die de auteurs voor hun bijdrage hebben ontwikkeld. De keuzes zijn echter niet neutraal. Ze splitsen zich toe op een aantal maatschappelijke problemen die voor de Vlaamse overheid van het grootste belang zijn. Bij heel wat mensen leeft het gevoel dat vandaag alles gefocust wordt op het individu. Vooral de solidariteit onder de bevolking zou daaronder lijden. Dit is het uitgangspunt van het onderzoek van Jaak Billiet en Hans Waege. In een eerste luik van hun bijdrage blijven ze stilstaan bij de conceptuele onduidelijkheid rond het begrip individualisme. Daarna toetsen ze in welke mate kenmerken van individualisme samenhangen met deze van maatschappelijke betrokkenheid. Wordt bv. Een individualistische ingesteldheid of oriëntatie gemilderd door een sterke maatschappelijke betrokkenheid ? Zijn leden van verenigingen, actieve culturele participanten en sterk levensbeschouwelijke gerichte personen minder individualistisch ingesteld dan anderen ? In Vlaanderen namen uitingen van politiek wantrouwen de voorbije jaren spectaculaire vormen aan. In hun bijdrage sporen Marc Elchardus en Wendy Smits naar de oorzaken van de vertrouwenscrisis. Ze gaan na in welke mate wantrouwen ten opzichte van politiek en overheid samenhangt met wantrouwen ten opzichte van andere instellingen. Zij toetsen een uitgebreide reeks verklaringen van het wantrouwen. Wordt wantrouwen aangezwengeld door de media ? Is wantrouwen een gevolg van de tewerkstellingscrisis ? Krijgen politiek, overheid en instellingen de schuld van problemen die hun oorsprong vinden in de privé-sfeer? Christine Ceulemans en Thérèse Jacobs gaan na in welke mate gender-effecten tot uiting komen bij waardeonderzoek. Zijn vrouwen meer of minder individualistisch, meer of minder materialistisch dan mannen en opteren vrouwen meer dan mannen voor gelijke rolpatronen tussen de geslachten ? Daarnaast wordt nagegaan of een grotere aanwezigheid van vrouwen in de publieke sfeer leidt tot een vervrouwelijking van de samenleving, die tot uiting komt in de vaststelling dat mannen hoe langer hoe meer vrouwelijke waarden overnemen. Leefmilieu is zowel voor de bevolking als voor de overheid een van de belangrijkste aandachtspunten. De Vlaamse overheid beschikt sedert de jongste staatshervorming over heel wat bevoegdheden op dit terrein. Marc Swyngedouw onderzocht samen met Leen Ackaert hoe de Vlamingen denken over het milieuvraagstuk en meer concreet over de wijze waarop de leefmilieuproblematiek zich in Vlaanderen zelf stelt. Bestaat er wel een bereidheid bij de