6. 6.1
Evalueer je mee de aanvangsbegeleiding? Je wordt betrokken bij de evaluatie van de begeleiding.
De beginnende leraar in het (buitengewoon) basisonderwijs, (buitengewoon) secundair onderwijs, volwassenenonderwijs, basiseducatie en deeltijds kunstonderwijs
Voor vragen 7.1 tot en met 7.18: zie vragenlijst directie en begeleidend personeelslid Welke drie bekwaamheden uit bovenstaande lijst vond je het moeilijkst om te realiseren? Welke drie bekwaamheden uit bovenstaande lijst vond je het gemakkelijkst om te realiseren?
VRAGEN KWANTITATIEF ONDERZOEK Directie en begeleidend personeelslid
VRAGEN KWALITATIEF ONDERZOEK
1. 1.1
Directie 1. 1.1 1.2 1.3 1.4
1.5 1.6 1.7
Voldoet de begeleiding/begeleider bij de eerste uitoefening van de opdracht? Volgens de online-enquĂŞte verdient de stelling ‘de school stelt een begeleidingstraject op’ voor de directie hoge prioriteit. Voor de beginnende leraar niet. Volgens de online-enquĂŞte verdient de stelling ‘de ondersteuning met betrekking tot pedagogisch-didactische aspecten’ voor de directie hoge prioriteit. Voor de beginnende leraar niet. Volgens de online-enquĂŞte verdient de stelling ‘hospiteren bij een ervaren collega’ voor de beginnende leraar prioriteit. Voor de directie niet. Wat volgende stelling betreft: ‘het begeleidingstraject gebeurt op maat en dus in samenspraak met de beginnende leraar’, zijn de antwoorden eerder uiteenlopend. Volgens de online-enquĂŞte vindt 1 op 4 van de directies dat dit (veeleer) niet gebeurt. Bij de begeleidende personeelsleden vindt 1 op 3 dat dit (veeleer) niet gebeurt. Bij de beginnende leraren vindt bijna 1 op 2 dat dit (veeleer) niet gebeurt. Uit de opmerkingen bij de online-enquĂŞte blijkt dat er een grote verscheidenheid heerst inzake ondersteuning door de scholengemeenschap en/of pedagogische begeleidingsdienst bij de aanvangsbegeleiding. Volgens de online-enquĂŞte verdient de stelling ‘de ondersteuning gebeurt door een GROEP van collega’s’ voor de beginnende leraar hoge prioriteit. De directie vindt dit beduidend minder prioritair. Uit de opmerkingen bij de online-enquĂŞte blijkt dat er een grote verscheidenheid heerst inzake het werken met een functiebeschrijving/competentieprofiel van een begeleider.
TDIPPMKBBS 7&34-"( 07&3 %& 50&45"/% 7"/ )&5 0/%&38*+4
0 / %& 38*+441*& ( & -
2. 2.1
Was de beginnende leraar klaar voor de opdracht? Een eerste competentie is ‘de beginnende leraar bepaalt een aangepaste methodische werkvorm en past deze toe op maat van de lerende’. Volgens de online-enquĂŞte ervaart de directie deze competentie als zeer belangrijk. Voor de beginnende leraar blijkt deze competentie moeilijk realiseerbaar. 2.2 Een volgende competentie is ‘de beginnende leraar zet een aangepaste evaluatie op’. Volgens de online-enquĂŞte hecht de directie hier omzeggens geen belang aan. De beginnende leraar ervaart deze competentie als zeer moeilijk realiseerbaar. 2.3 Een volgende competentie is ‘de beginnende leraar speelt gepast in op leerlingen die zorg behoeven’. Volgens de online-enquĂŞte ervaart de directie deze competentie als eerder belangrijk. Voor de beginnende leraar blijkt deze competentie eerder moeilijk realiseerbaar. 2.4 Een laatste competentie is ‘de beginnende leraar beheerst de vaardigheden voor het realiseren van een goed tijd- en klasmanagement’. Volgens de online-enquĂŞte hecht de directie hier doorgaans minder belang aan. De beginnende leraar ervaart deze competentie als zeer moeilijk realiseerbaar.
2. Hoe onthaal je de beginnende leraren bij de start van het schooljaar? 2.1 De directeur of zijn gemandateerde heeft een inleidend gesprek met de beginnende leraar. 2.2 De beginnende leraar krijgt een rondleiding in de school. 2.3 De beginnende leraar wordt formeel voorgesteld aan de andere personeelsleden (vb. tijdens de eerste personeelsvergadering). 2.4 De beginnende leraar krijgt mondelinge informatie over de schoolorganisatie (structuur, cultuur, taken, ‌). 2.5 De beginnende leraar krijgt schriftelijke documentatie over de schoolorganisatie (structuur, cultuur, taken, ‌). 2.6 De beginnende leraar krijgt mondelinge informatie over de beschikbare ondersteuningsmogelijkheden. 2.7 De beginnende leraar krijgt schriftelijke documentatie over de beschikbare ondersteuningsmogelijkheden. 2.8 De school voorziet doorheen het jaar in ÊÊn of meer formele activiteiten van aanvangsbegeleiding. Welke vraag van 2.1 tot 2.8 verdient de hoogste prioriteit in jouw school?
Begeleidend personeelslid
3.2
Varia Uit de opmerkingen bij de online-enquête blijkt dat er een grote verscheidenheid heerst (qua invulling, waardering, ‌) betreffende een aangepaste opleiding om als begeleider beginnende leraren te coachen. Uit de opmerkingen bij de online-enquête blijkt dat de begeleiding al dan niet aangepast wordt naargelang de duur (vb. tijdelijke vervanging), vooropleiding (vb. zij-instromers) en tijdstip van aanvang.
Beginnende leraar Voor vragen 1.1 tot en met 2.4: zie vragenlijst directie 3. 3.1
Varia Uit de opmerkingen bij de online-enquĂŞte kunnen we afleiden dat bij een eerste werkervaring als beginnende leraar zich in een aantal gevallen een praktijkshock voordoet.
3
POEFSXJKTTQJFHFM ] TDIPPMKBBS
Voor vragen 1.1 tot en met 2.4: zie vragenlijst directie 3. 3.1
Hoe pak je de aanvangsbegeleiding aan? De taken en de aanpak van de aanvangsbegeleiding werden opgesteld en/of besproken met alle personeelsleden die rechtstreeks betrokken zijn bij de aanvangsbegeleiding. 1.2 Alle personeelsleden zijn op de hoogte van de taakverdeling en de globale aanpak van de aanvangsbegeleiding. 1.3 De taken en de aanpak van de aanvangsbegeleiding zijn besproken met de participatieorganen (schoolraad, pedagogische raad, LOC/BOC, ‌). 1.4 De taken en de aanpak van de aanvangsbegeleiding zijn formeel vastgelegd (vb. schoolbeleidsplan, draaiboek, schoolwerkplan, ‌). 1.5 De scholengemeenschap ondersteunt de school bij het uitstippelen van het beleid inzake de aanvangsbegeleiding. 1.6 De aanvangsbegeleiding wordt opgevolgd door de directeur of een gemandateerde. Welke vraag van 1.1 tot 1.6 verdient de hoogste prioriteit in jouw school? 1.7 De formele ondersteuning van een beginnende leraar behoort tot de kerntaken van de school. 1.8 Er worden extra middelen vrijgemaakt voor de begeleiding van beginnende leraren. 1.9 Beginnende leraren krijgen een haalbare opdracht (lesgeven aan aangepaste lesgroepen, geen moeilijke klasgroepen, geen klastitularis, geen eindverantwoordelijkheid voor werkgroepen, ‌). Welke vraag van 1.7 tot 1.9 verdient de hoogste prioriteit in jouw school? 1.10 De taak van begeleider wordt toegekend aan een personeelslid met voldoende jaren (onderwijs)ervaring. 1.11 De aangestelde begeleidende personeelsleden krijgen kansen tot professionalisering, specifiek voor aanvangsbegeleiding (ondersteuning, nascholing, ‌). 1.12 De school doet een beroep op externe deskundigen voor de ondersteuning van de personeelsleden die verantwoordelijk zijn voor de begeleiding van de beginnende leraar. 1.13 Er bestaat een functiebeschrijving voor de begeleidende personeelsleden. Welke vraag van 1.10 tot 1.13 verdient de hoogste prioriteit in jouw school? 1.14 De begeleiding gebeurt op vraag van de beginnende leraar. 1.15 De begeleiding gebeurt op initiatief van de school. 1.16 De scho--ol duidt een begeleidend personeelslid aan voor de ondersteuning van de beginnende leraar. 1.17 De school voorziet in individuele begeleiding. 1.18 De school voorziet in groepsbegeleiding: schoolintern. 1.19 De school voorziet in groepsbegeleiding: schooloverstijgend. 1.20 De school voorziet in groepsbegeleiding: schoolextern. 1.21 De school stelt een begeleidingstraject op. Welke vraag van 1.14 tot 1.21 verdient de hoogste prioriteit in jouw school?
3. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11
Wat is de inhoud van de begeleiding en wie is er bij betrokken? De school voorziet in ondersteuning met betrekking tot curriculum-/disciplinegebonden aspecten. De school voorziet in ondersteuning met betrekking tot pedagogisch-didactische aspecten. De school voorziet in ondersteuning met betrekking tot aspecten van leerlingenbegeleiding/leerlingenzorg. De school voorziet in ondersteuning met betrekking tot aspecten van studieoriÍntering, evaluatie, remediÍring. De school voorziet in ondersteuning met betrekking tot professioneel functioneren (zelfbeeld en zelfwaardegevoel, motivatie voor de job, taakopvatting, toekomstperspectief). De school voorziet in ondersteuning met betrekking tot integratie in de school (cultuur, organisatie, ‌). De school voorziet in ondersteuning met betrekking tot relationele aspecten (communicatie, sociale vaardigheden, ‌). De school voorziet in ondersteuning met betrekking tot praktisch-administratieve aspecten. De ondersteuning gebeurt door een individuele collega. De ondersteuning gebeurt door een groep van collega’s. De ondersteuning gebeurt door een externe begeleider.
1