1. Algemene sterfte Voor 1998 registreerden we 68.229 overledenen van meer dan één jaar met volgende verblijfplaats: • 56.397 in het Vlaams Gewest, • 10.085 in het Brussels Gewest, •1.264 in het Waals Gewest, •475 in het buitenland, • 8 onbekend. Voor de sterfgevallen van minder dan één jaar verwijzen we naar deel 2, dat handelt over geboorte, doodgeboorte en kindersterfte. Deze sterfgevallen worden wel in rekening genomen voor de berekening van de levensverwachting en van de sterftecijfers.
1.1. Levensverwachting Tabel 1 toont de levensverwachting op geselecteerde leeftijden en dit voor de jaren 1993 tot en met 1998. De levensverwachting bij de geboorte steeg voor de mannen van 74,2 in 1993 naar 75,5 in 1997 en voor de vrouwen van 80,4 in 1993 naar 81,5 in 1997. Voor 1998 bedraagt de levensverwachting 75,4 bij de mannen en 81,1 bij de vrouwen. Dit is hoogst waarschijnlijk een artefact te wijten aan een nieuwe gegevensverzameling. Waar we vroeger alleen de Nederlandstalige certificaten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (BHG) verwerkten en hieruit de residenten van het Vlaams Gewest afzonderden, konden we deze bewerking doorvoeren voor alle certificaten, zowel de Nederlandstalige als de Franstalige. Tabel 1: Levensverwachting in het Vlaams Gewest, 1993-1998. Geboorte
1 jaar
15 jaar
45 jaar
65 jaar
85 jaar
Mannen
1993 1994 1995 1996 1997 1998
74,2 74,6 74,6 75,1 75,5 75,4
73,8 74,2 74,1 74,5 74,9 74,8
60,0 60,4 60,3 60,7 61,1 61,0
31,6 32,1 31,9 32,3 32,5 32,5
14,9 15,3 15,2 15,5 15,7 15,6
4,6 4,8 4,8 4,8 4,8 4,9
Vrouwen
1993 1994 1995 1996 1997 1998
80,4 80,7 80,8 81,3 81,5 81,1
79,9 80,1 80,2 80,6 80,8 80,5
66,1 66,3 66,4 66,8 66,9 66,7
36,9 37,2 37,3 37,6 37,7 37,6
18,9 19,3 19,3 19,6 19,8 19,7
5,7 6,0 6,0 6,0 6,1 6,1
1.2. Sterftecijfers Tabel 2 geeft een algemeen overzicht van de sterfte in het Vlaams Gewest voor de periode 1993 tot en met 1998. De toename van de sterftecijfers van 1998 is, zoals het dalen van de levensverwachting, waarschijnlijk toe te schrijven aan de nieuwe gegevensverzameling. De opbouw van de leeftijdspiramide voor mannen en vrouwen is dermate verschillend dat een vergelijking tussen de geslachten slechts zinvol is indien er rekening gehouden wordt met deze leeftijdsstructuur (8). De gestandaardiseerde cijfers tonen een zeer duidelijk exces aan van mannelijke sterfgevallen. Het cumulatief aantal overlijdens per leeftijdsgroep en geslacht (figuur 1) en de bevolkingspiramide (figuur 2) stellen dit grafisch voor. De hier en ook in het vervolg gebruikte standaard is de midjaar-bevolking van het Vlaams Gewest. Deze standaard wordt altijd gebruikt tenzij het uitdrukkelijk anders vermeld wordt. Net zoals de brutosterftecijfers vertonen de gestandaardiseerde sterftecijfers weinig veranderingen in de loop van de laatste zes jaren.