

OOSTERSCHELDE
We gaan de Oosterschelde verkennen en dat stelt hogere eisen aan onze vaarbekwaamheid dan voor de meeste verkenningen. We varen van het Bergsche Diep naar het Veerse Meer en hebben ons uitgebreid georiënteerd. Voor de ecologische aspecten is een bevriende bioloog aan boord gestapt.
VVERTREKHAVEN
In de aanloop naar de oversteek van vandaag hebben we onze boot naar de Marina Oesterdam in Tholen gevaren. We kennen de marina van het gelijknamige resort als behorend tot de absolute top in ons land op jachthavengebied. Vanuit het jachthavengedeelte heb je namelijk toegang tot alle luxe faciliteiten van het resort. Wat een weelde! Nadat we daar uitgebreid van hebben genoten, schepen we ons in en varen het Bergsche Diep op. Vanzelfsprekend hebben we ons plaatsje in de marina voor als we terugkomen al gereserveerd. Die luxe willen we nog wel eens beleven.
BERGSCHE DIEP
Om varend op het Bergsche Diep te komen, zak je vanaf het Volkerak het ScheldeRijnkanaal af. Dit kanaal is een onderdeel van de Schelde-Rijnverbinding, de vaarweg tussen het Belgische Antwerpen en het stroomgebied
van onze grote rivieren. In de praktijk is het een snelweg voor de binnenvaart. Het is dan ook een opluchting als je het Bergsche Diep bereikt. Hoewel het als zelfstandig water op de waterkaart staat, lijkt het overal te worden beschouwd als (onderdeel van) het Zoommeer. Er is een fors snelvaargebied dat duidelijk is afgebakend. We steken dit waterskigebied dwars over in de richting van de sluis. In gedachten lopen we nog even onze voorbereidingen na en trekken onze reddingsvesten aan.
VOORBEREIDINGEN
De wateralmanak zegt over onze bestemming van vandaag dat “alleen redelijk zeewaardige jachten met dito bemanning dit meer veilig op eigen kracht kunnen bereiken”. En voor de Oosterschelde waarschuwt diezelfde almanak dat “voor de haveningangen bij eb zowel als bij vloed een zware stroom loopt”. Het brengt ons op het idee om eens rond te vragen naar de ervaringen van anderen. Zonder uitzondering zeggen zij echter dat varen op de Oosterschelde niet anders is dan elders. Wij wantrouwen deze gemakkelijke insteek en gaan eerst een keer kijken bij de Oosterscheldekering. Het getijdegeweld dat zich daar voor onze ogen afspeelt, bevestigt ons wantrouwen. Dat kan natuurlijk ook niet anders met getijdeverschillen van meer dan drie meter. Wanneer we ontdekken dat de getijdestroming meer dan 5 km/u kan zijn, besluiten we te wachten op een window met
gunstig tij. Daarnaast treffen we alle voorbereidingen die een tocht over groot water vereist: navigatiesoftware uitpluizen, uit te luisteren kanalen weten, voorraden controleren, reddingsvesten klaarleggen, een motorische check uitvoeren inclusief alle slangen, en vaststellen dat de AIS haar signaal uitzendt.
BERGSE DIEPSLUIS
De sluis is een bottleneck door de geringe afmetingen: met een lengte van 34 meter en een breedte van 6 meter is ze opvallend klein. Uit een enquête van het Watersportverbond bleek dat bijna 90% van de respondenten vaker de sluis zou willen nemen als deze werd vergroot.

De Bergse Diepsluis heeft een zoet-zoutwaterwisselsysteem
NATIONAAL PARK OOSTERSCHELDE
De Oosterschelde is sinds mei 2002 een nationaal park. Met een oppervlakte van 370 km² is het royaal het grootste van ons land. De flora en fauna van het gebied is gevarieerd en uitbundig. De rijkgeschakeerde vegetatie maakt het park heel aantrekkelijk. Maar het zijn vooral de zeehonden en de bruinvissen die als blikvanger fungeren. Ook de minder in het oog springende natuur is echter meer dan waardevol. De dijken hebben zich ontwikkeld tot een soort artificieel, tropisch aandoend rif. Daardoor trekt het gebied duikers uit heel Europa. Tegelijkertijd vormen de droogvallende platen met de slikken en schorren een essentieel rust- en foerageergebied voor vogels op hun jaarlijkse trek. Het gebied is in elk opzicht multifunctioneel: natuur, visserij, schelpdierteelt, scheepvaart en recreatie delen de ruimte met elkaar. Het park heeft een eigen website: np-oosterschelde.nl


Residentie De Zeester is een handig oriëntatiepunt
Op aantrekkelijke tijden en bij mooi weer kan de sluispassage dus wel even duren. Met ons getijden window in het achterhoofd hopen we dat dit niet te veel vertraging oplevert. We treffen het vandaag: er is bijna niemand, en we worden dus met de eerste shift mee geschut. Sluizen tussen zoet en zout water veroorzaken altijd stroming, tenzij daar voorzieningen voor zijn getroffen. Voor wie het even niet meer weet: het zwaardere zoute water komt dan beneden uit de sluis naar buiten en het lichtere zoete water stroomt er van boven in. Naar de Oosterschelde toe betekent dat in theorie rekening houden met een stroming mee als je de sluis invaart. In dit geval houdt het ons niet bezig, want de sluis is voorzien van een scheidingssysteem dat elke watersoort aan zijn 'eigen' kant houdt.
De sluis is net aan het leegstromen dus ontmoeten we een flinke rij zeiljachten

WATERVLAKTE
Na een slinger om de kade bij de sluis draaien we een enorme watervlakte op, eigenlijk meer een soort binnenzee. De vaargeul loopt op het eerste stukje vlak langs de noordoever. Hoewel we daar meestal makkelijk in zijn, volgen we deze netjes, want ernaast is het water maar een paar decimeter diep. De boeien zijn gemarkeerd met TG: dit gedeelte van de Oosterschelde heet het Tholense Gat. We passeren meerdere duikstekken voor 'kantduiken': je parkeert je auto achter de dijk en loopt er met je duikuitrusting aan het water in. Naarmate we verder de watervlakte opvaren, wordt de invloed van het getij allengs sterker. Aan stuurboord valt een vuurtorenachtig bouwwerk op: het complex heet 'residentie De Zeester' en omvat luxe appartementen en horeca. Ook de 'vuurtoren' is een driekamerappartement. Als in het oog springend bouwwerk op een markante plek is het een handig oriëntatiepunt.
De Zeelandbrug domineert vanuit alle hoeken het uitzicht
YERSEKE
Al die tijd hebben we in de verte zicht op Yerseke, dat hemelsbreed zo'n 10 kilometer van de Bergsche Diepsluis ligt. Het liedje van de mosselman mag dan de indruk wekken dat de man uit Scheveningen komt, zijn beeld staat natuurlijk in Yerseke. Hoewel inmiddels veel van de Zeeuwse mosselen worden gekweekt in de Waddenzee, is Yerseke het onbetwiste mosselmiddelpunt van ons land. We vinden er niet alleen de enige mosselveiling ter wereld, maar ook nagenoeg de complete mosselverwerkende industrie. Dit heeft ook tot gevolg dat je moet opletten: op veel plaatsen in de Oosterschelde staan staken in het water. Als ze netjes in een vierkant of rechthoek staan, geven ze de grens
OOSTERSCHELDEKERING
De Oosterscheldekering is de grootste stormvloedkering van ons land. De 9 kilometer lange kering is het beroemdste Deltawerk. De bouw ervan was klaar in 1986 en staat sindsdien bekend als een waterbouwkundig hoogstandje. Er hangen 62 bedienbare schuiven tussen pijlers. Die schuiven zijn zo’n 42 meter lang en 6 tot 12 meter hoog. De Oosterschelde is daarmee een afsluitbare zeearm geworden, maar wel een zoutwatergebied gebleven. De kering mitigeert de stroming en heeft het getijverschil doen afnemen tot gemiddeld 3,25 meter. Daarover handelt een leuk gedichtje van Ed Leeflang op een gedenksteen op het eiland Neeltje Jans:
"Hier gaan over het tij: de maan, de wind en wij."
De functie van de kering is vanzelfsprekend om het water buiten te houden: de schuiven gaan dicht als een hogere waterstand wordt voorspeld dan 3 meter boven NAP. Interesse? Ga eens naar het eiland
Neeltje Jans in het midden van de kering, daar is echt van alles te beleven.
aan van een mosselperceel. Staan ze slordig door elkaar, dan zitten er visfuiken aan. In beide gevallen wil je er met een boog omheen varen.
KANAAL DOOR ZUID-BEVELAND
Zodra Yerseke enigszins achter ons ligt, zien we aan bakboord de ingang van het Kanaal door Zuid-Beveland. Naar en vanuit het kanaal is er veel vaarverkeer. Vanaf het Oosterscheldegedeelte, dat Brabants Vaarwater heet, is de vaargeul richting kanaal overgegaan in de Aanloop Wemeldinge. Ten opzichte van de rest is deze Aanloop een hoofdvaarwater en dus feitelijk een soort shipping lane. De verkeerspost voor de Oosterschelde zit bij Wemeldinge, op de kop van het kanaal. De verkeersleider staat doorlopend in contact met de binnenvaart, vissersboten en een enkele pleziervaarder. Dat overleg kent ook zijn komische momenten: een plezierjacht begrijpt iets niet, en de
verkeersleider en een beroepsvaarder delen over de marifoon wat ze daarvan vinden. De inhoud van die communicatie laat zich raden. We steken de Aanloop oplettend over en komen dan vanzelf in de vaargeul richting Goesse Sas.
WALVIS
Op deze dagtocht word ik vergezeld door Gerdien Bos, een bevriende bioloog. Door haar andere manier van kijken ziet ze altijd dingen die anderen ontgaan. Vandaag hopen we een bruinvis te zien. En dat gebeurt daadwerkelijk, tot drie keer toe zelfs! De bruinvis is ‘onze’ walvis en is dan ook in de Noordzee de meest voorkomende walvissoort. Grappig is dat het dier noch bruin noch een vis is. Het is een donkergrijs zoogdier. De ‘vis’ heeft ook niet de grootte die je van een walvis verwacht. Hoewel het dier onder de tandwalvissen valt, wordt het maximaal 1,80 meter lang. Ze zwemmen graag in ondiep water en dan bij voorkeur vlak onder


het wateroppervlak. Omdat ze boven water komen om adem te halen, zie je met regelmaat hun bovenlijf met de rugvin. Ze komen niet uit het water zoals tuimelaars, maar hobbelen als het ware door het wateroppervlak. De populatie in de Oosterschelde zit er al zo’n twintig jaar en lijkt daar te ‘wonen’, want ze zijn er doorlopend.
ZEELANDBRUG
Dankzij het heldere weer zien we in de verte al enige tijd een enorme brug: de Zeelandbrug. Bij de oplevering in 1965 was het de langste brug van Europa. Hoewel de brug die titel kwijt is, blijft het een spectaculair gevaarte: meer dan 5 km lang dankzij 52 overspanningen, waarvan de langste 95 meter is. De brug verbindt Zierikzee met Middelburg en ligt dus halverwege de Oosterschelde. Sinds 2016 is het een rijksmonument. Ondanks de grote afstand kunnen we de auto’s op de brug zien rijden. We proberen de overspanningen te tellen, maar
raken daarbij steeds de tel kwijt. Geïmponeerd door het immense bouwwerk varen we onder de indruk verder.
VEERSE MEER
We zijn doorgevaren en komen voorbij Goes, op het punt waar een scheidingston het begin van de vaargeul naar de Zandkreeksluis aangeeft. We kijken nog een keer om en genieten van de indrukwekkende watervlakte die we hebben overgestoken. De getijdestroom die we al die tijd mee hadden, valt hier weg. Er is blijkbaar zojuist geschut, want we ontmoeten een kluitje zeiljachten. De sluis is een onderdeel van de Zandkreekdam, het tweede bouwwerk van de Deltawerken. Interessant is dat de dam noodzakelijk was door de gefaseerde aanleg van de Deltawerken. In de huidige situatie is de dam overbodig geworden. We laten ons in de Zandkreeksluis schutten naar het Veerse Meer en genieten nog even na. Wat een prachtige oversteek! ◼
Met' z'n allen het Veerse Meer op
De Zandkreeksluis is met 152m bij 20m groot genoeg voor een enorme hoeveelheid boten