Traject Nederlands 3 leerwerkboek XL D

Page 241

22

De samengestelde zin 1

Je kent het verschil tussen een enkelvoudige en een samengestelde zin

2 Je kent het verschil tussen nevenschikking en onderschikking

1

4 Je kent de belangrijkste

nevenschikkende en onderschikkende voegwoorden en zinsverbanden

3 Je onderscheidt hoofdzinnen van bijzinnen

ENKELVOUDIGE EN SAMENGESTELDE ZIN

5 Je gebruikt je kennis van onderschikking,

nevenschikking en voegwoorden om je teksten duidelijker, correcter en aantrekkelijker te maken

IN

les

1 Lees onderstaande enkelvoudige zinnen uit de roman Marina van Carlos Ruiz Zafón.

a Onderstreep telkens de woorden die je nodig hebt om de kern van de boodschap te begrijpen.

VA N

b Om welke zinsdelen gaat het?

In mei 1980 verdween ik.

Een week later herkende een politieman in burger de wegloper.

De beschrijving klopte.

De jongen doolde in de buurt rond.

We rustten op een bankje op het perron.

2 Lees nu onderstaande samengestelde zinnen uit dezelfde roman. a Duid de onderwerpen en persoonsvormen aan.

b Vergelijk de zinnen met de zinnen uit de vorige oefening. Wat is het verschil tussen een enkelvoudige en een samengestelde zin?

©

c Hoe maak je een samengestelde zin?

Hij gaf me wat kleingeld en hij droeg me op mijn mentor op het internaat te bellen.

Hij wachtte tot ik het telefoontje had gepleegd.

Hij gaf me toen geld voor een taxi en wenste me veel geluk.

Ik vroeg of hij zeker wist dat ik niet opnieuw zou verdwijnen.

Hij vergezelde me naar de straat en nam afscheid, zonder me te vragen waar ik was geweest.

Ik nam een taxi naar het internaat, waar me vermoedelijk het executiepeloton opwachtte.

LES 22 DE SAMENGESTELDE ZIN

239


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.