

Oog voor kleur COBA RITSEMA

Oog voor kleur COBA RITSEMA
Maaike Rikhof
Hanna Klarenbeek
Jet Sloterdijk

Frans Hals Museum, Haarlem
Waanders Uitgevers, Zwolle


Voorwoord
Lidewij de Koekkoek
Even voorstellen:
het leven en werk van Coba Ritsema
Maaike Rikhof
Een eigen atelier
Nora Sedigh Mirazimi
Schilderen als beroep:
Coba Ritsema in haar tijd
Hanna Klarenbeek
‘Bakenesserhofje’ gerestaureerd
Liesbeth Abraham
De receptie van Coba Ritsema in Nederland en daarbuiten
Maaike Rikhof
Identiteit gezocht
Maaike Rikhof
Paletvriendinnen: de Amsterdamse Joffers
Jet Sloterdijk
Schilderende stadsgenoten:
Coba Ritsema en Frans Hals
Maaike Rikhof
Noten
Tijdlijn
Tentoonstellingsoverzicht
Tentoongestelde kunstwerken
Literatuur
Register persoonsnamen
Dankwoord
Fotoverantwoording en colofon
Voorwoord
Coba Ritsema – succesvol kunstenaar in haar tijd, maar de afgelopen decennia op de achtergrond geraakt. Een lot dat veel vrouwelijke kunstenaars uit de negentiende en twintigste eeuw is overkomen. Het is hoog tijd om hier verandering in te brengen, zo’n 150 jaar na haar geboorte en 75 jaar na haar laatste tentoonstelling in het Frans Hals Museum.
Het oude beeld van Coba Ritsema als een van de Amsterdamse Joffers – een club dames van gegoede komaf die tamelijk traditionele schilderijen maakten zonder van de verkoop te hoeven leven – is aan herziening toe. Ritsema werd een onafhankelijk, succesvol kunstenaar die haar eigen brood verdiende. Vooral in haar beginjaren behoorde ze volgens menig kunstcriticus tot de crème de la crème van wat Nederland op artistiek vlak te bieden had.
Bij de totstandkoming van de tentoonstelling en het boek Coba Ritsema. Oog voor kleur – beide samengesteld door conservator moderne kunst Maaike Rikhof – speelde de vraag in hoeverre het vraagstuk vrouw-zijn en alles wat daar rond 1900 bij kwam kijken, moest meewegen in de nieuwe beschouwing van Ritsema’s leven en werk. Het staat vast dat deze factor meespeelde in hoe ze werd ontvangen door de eigentijdse kunstwereld en kunstcritici, en ook in het feit dat ze na haar overlijden steeds meer in de vergetelheid raakte. Met het boek en de tentoonstelling willen we dit beeld binnen de kunstgeschiedenis nuanceren.
Ritsema noemde zichzelf weliswaar geen feminist, en bestormde geen barricades, maar voer wel haar eigen koers. Op die manier maakte ze de weg vrij voor vele vrouwelijke kunstenaars na haar. Alleen al door er simpelweg ‘te zijn’ – vaak als een van de eerste vrouwen bij kunstenaarsverenigingen of in commissies of jury’s. Ook heeft ze een flink aantal jonge vrouwen lesgegeven in haar atelier in Amsterdam. Omdat ze
in haar werk altijd trouw bleef aan de zichtbare werkelijkheid, werd ze na haar dood als een vrij traditionele schilder gezien. Terwijl ze juist liet zien hoe je modern kunt zijn zonder abstracte kunst te maken.
Nooit eerder is er een uitgebreide monografische publicatie over deze succesvolle kunstenaar verschenen. In voorbereiding op de tentoonstelling en de publicatie heeft het Frans Hals Museum op basis van archiefonderzoek een groot deel van haar oeuvre in kaart gebracht. Ook zijn veel werken, waaronder de vier schilderijen in de collectie van het museum zelf, opnieuw gedateerd. Daarnaast hebben we meerdere meisjes en jonge vrouwen die voor Ritsema geposeerd hebben, kunnen identificeren.
De tentoonstelling is samengesteld door ons fantastische museumteam onder leiding van projectleider Kathelijne Eisses, het ruimtelijk ontwerp is van Studio Marleen Bos. Alle lof voor hen. Dank ook aan gastauteurs Hanna Klarenbeek en Jet Sloterdijk, en aan Trineke Kamerling voor het delen van haar kennis en adviezen. En natuurlijk aan het team van Uitgeverij Waanders, speciaal aan Frank de Wit voor de vormgeving van de publicatie, en aan Linda Modderkolk voor de redactie. De vele bruikleengevers, beeldleveranciers en de gulheid van het Cultuurfonds, het Mondriaan Fonds en de Vereniging Vrienden van het Frans Hals Museum hebben dit boek en de tentoonstelling mogelijk gemaakt. Met specifieke dank aan Stichting Zabawas voor de steun aan de publicatie. Bovenal wil ik Maaike Rikhof complimenteren, die weer eens heeft aangetoond dat zij met haar enthousiasme, doorzettingsvermogen, nieuwsgierigheid en kennis zelf tot de crème de la crème van het conservatorenvak behoort!
Lidewij de Koekkoek
Directeur Frans Hals Museum


Even voorstellen: het leven en werk van Coba Ritsema

Het oog voor kleur, de geheimen der kleur, kunnen haar zijn opengegaan bij het met wellust zien der bloemenvelden buiten Haarlem. Zij heeft als meisje, met haar vader veel in de omgeving van Haarlem gewandeld en kan op die wandelingen de kleurenpracht en de kleuren-weelde hebben ingedronken, de taal der kleuren hebben geleerd bij het zien […] der Haarlemsche bloemenvelden.1
DE EERSTE STAPPEN
Jacoba Johanna – roepnaam Coba – Ritsema wordt op 26 juni 1876 geboren in Haarlem als jongste kind in een artistiek gezin. Haar ouders, eigenaren van de Haarlemse drukkerij Met en Meijlink, hebben allebei een kunstzinnige achtergrond: moeder Jeanette Moulijn is afkomstig uit een kunstenaarsfamilie en vader Coenraad Ritsema is lithograaf, boekdrukker en kunsthandelaar.2 Met haar twee broers, Jacob en Johan, en zus Catherine groeit ze op in het huis naast de drukkerij aan de Lange Begijnestraat 20 [ AFB. 1 ] . Het gezin wandelt vaak in de bloemenvelden rond Haarlem, zo memoreert ze in een interview in 1918.3 Haar gevoel voor kleur, waar ze later vaak om zou worden geprezen in kunstkritieken, vindt volgens meerdere auteurs daar zijn oorsprong. Thuis wordt er veel over kunst gepraat, met name over de indertijd zeer moderne Haagse School. De landschapsschilder Paul Gabriël is een huisvriend van de Ritsema’s.4 Coba’s oudere broer Jacob voegt zich na zijn studie aan de kunstacademie in Düsseldorf bij Gabriëls leerlingen in verschillende Nederlandse kunstenaarskolonies om in de buitenlucht te schilderen [ AFB. 2 ] 5
Coba Ritsema’s ouders ondersteunen haar ambities om schilder van beroep te worden.6 Voor vrouwen in de negentiende eeuw, en ook daarvoor, is goedkeuring en steun van familie de belangrijkste voorwaarde om zich te kunnen toeleggen op

1 Fotograaf onbekend, De kinderen Ritsema, v.l.n.r. Catherine, Jacob, Coba en Johan, ca. 1880, foto, Archief Coba Ritsema
2 Jacob Ritsema, Portret van Paul Gabriël, ca. 1890, olieverf op doek, 52,5 x 39 cm, Kunstmuseum Den Haag

3 Fotograaf onbekend, Coba Ritsema, ca. 1888-1890, foto, Archief Coba Ritsema
het professioneel kunstenaarschap.7 Toch krijgt Ritsema, anders dan haar broer, geen toestemming om aan een buitenlandse kunstacademie te studeren. Wel mag ze naar de Haarlemse hbs, waar ze landelijk tot de eerste meisjes behoort die voortgezet middelbaar onderwijs genieten [ AFB. 3 ] 8
In de avonduren en op haar vrije woensdag- en zaterdagmiddagen volgt ze tekenlessen aan de Haarlemse School voor Kunstnijverheid [ AFB. 4 ] 9 Hier tekent ze naar gipsen afgietsels van gebouwornamenten en beroemde kunstwerken uit de antieke en vroegmoderne kunstgeschiedenis. Na de hbs volgt ze er van haar vijftiende tot haar zeventiende de driejarige dagopleiding, waar ze naast tekenen ook les krijgt in schilderen, boetseren, perspectiefleer en meetkunde.10
Een logische vervolgstap om schilder te worden, is de Rijksakademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam. In september 1893 wordt ze toegelaten tot deze prestigieuze kunstacademie, die vanaf de oprichting in 1871 als eerste in Nederland openstaat voor vrouwelijke voltijdstudenten.11 Als toelatingsexamen moet ze een kopie tekenen van een gipsen portretbuste [AFB. 5]. In de vier daaropvolgende jaren tekent ze onder andere studies

Coba

4 Fotograaf onbekend, School voor Kunstnijverheid en Koloniaal museum aan de Dreef in Haarlem, 1900, foto, Noord-Hollands Archief, Beeldcollectie van de gemeente Haarlem
5
Ritsema, Studie van een gipskopje, ca. 1893, houtskool op papier, 50 x 43 cm, particuliere collectie


6

8 (detail) Diego Rodríguez de Silva y Velázquez, Las Meninas, 1656, olieverf op doek, 320,3 x 279,1 cm, Museo Nacional del Prado, Madrid
Coba Ritsema, Stilleven met karaf en verjaardagskopje, 1895, olieverf op doek, 48 x 38 cm, particuliere collectie
7 Willem Claesz. Heda, Stilleven met aangebroken pastei, 1633, olieverf op paneel, 58,6 x 79 cm, Frans Hals Museum, Haarlem, aangekocht met steun van de Vereniging Rembrandt

9 Coba Ritsema, Staand schoolmeisje in grijze jurk, ca. 1895-1897, olieverf op doek, 65,5 x 50 cm, Teylers Museum, Haarlem

10 Lizzy Ansingh, Portret van Coba Ritsema, ca. 1915, olieverf op doek, 55 x 45 cm, Stedelijk Museum Amsterdam

11 Coba Ritsema, Vrouwelijk naakt, ca. 1896-1920, olieverf op paneel, 45 x 38 cm, Museum Arnhem
naar afgietsels van antieke sculpturen [ AFB. 52 ] . Ook maakt ze schilderijen, waarvan er slechts enkele bewaard zijn gebleven. In 1895 schildert ze Stilleven met karaf en verjaardagskopje [ AFB. 6 ] dat doet denken aan de zeventiende-eeuwse Hollandse stillevens van Willem Claesz. Heda. Mogelijk heeft ze zijn schilderijen tijdens haar jeugd in Haarlem al eens gezien [ AFB. 7 ] 12 Van datzelfde jaar dateert Staand schoolmeisje in grijze jurk, waarvoor portretten door de Spaanse schilder Diego Velázquez als voorbeeld gelden [ AFB. 8 EN 9 ] 13 Klasgenoot en goede vriendin Lizzy Ansingh, die in de loop der jaren meerdere portretten van Ritsema zou maken [ AFB. 10 EN 51 ] , herinnert zich later dat ze zeer onder de indruk was van Ritsema en haar talent om ruimtelijk te schilderen:
Het jongste kind van de klas is 17, hangend haar, krullerig, niet lang. Zij heet Coba Ritsema en komt iedere dag uit Haarlem. Zij tekent fors een antieke kop – een beeld, zij zit ook veel stil te mijmeren op een laag bankje. Wij weten allen: Co heeft talent. […] Een jaar later, op de schilderklas bij professor Van der Waay, die ons toestaat het model, een klein meisje, te kleden zoals wij wensen, hebben wij een grijs fluwelen jurk gekozen en schilderen de rok wijder dan wij hem zien, daar wij met Velasquez dwepen. De ezels van Coba en mij staan dicht bij elkaar en ik kijk nu en dan af. Zij schildert in grotere vormen dan ik en krijgt om het gehele kind en tussen de poten van de stoel wat ik tevergeefs probeer te bereiken: ruimte, iets groots.14
De schilderklas bij professor Nicolaas van der Waay is een ‘damesklas’: vrouwelijke en mannelijke studenten krijgen apart les vanwege de toenmalige controverse rond het werken naar naaktmodel door de vrouwelijke leerlingen. Pas in januari 1896 geeft academiedirecteur August Allebé vrouwelijke leerlingen toestemming om lessen te volgen waarin naar naaktmodel wordt getekend en geschilderd – tot die tijd is het verboden omdat het voor vrouwen als ‘ongepast’ en zelfs ‘onzedelijk’ werd bevonden.15 Ritsema studeert dus aan de Amsterdamse academie in een overgangsperiode, en vermoedelijk schildert ze het paneeltje Vrouwelijk naakt vlak na de omslag in het beleid [ AFB. 11 ]
ATELIERS IN HAARLEM EN AMSTERDAM
Na de Rijksakademie betrekt Ritsema in 1897 een atelier in Haarlem in een oude theekoepel aan de Brouwersvaart. Hier portretteert ze Haarlemse kinderen uit de buurt, met wie ze een goede band opbouwt [ AFB. 12 ] 16 In diezelfde periode brengt ze een aantal pittoreske Haarlemse hofjes in beeld, waaronder het Hofje van Bakenes [ AFB. 13 ] en het Hofje van Loo [ AFB. 14 EN 15 ] 17 Ze heeft hierbij veel steun aan de begeleiding van haar oudere broer Jacob, die zelf ook vaak Haarlemse hofjes schildert.18
Nadat de theekoepel in 1899 wordt afgebroken, betrekt ze een atelier aan Singel 512 in Amsterdam [ AFB. 48 ] , midden op de Bloemenmarkt, met uitzicht op de Munttoren.19 Ze omringt zich met boekenkasten, kleurige stoffen, weelderige boeketten en schildersezels met eigen werken in verschillende stadia van voltooidheid. De wanden hangen vol met reproducties van schilderijen van Velázquez, Rafaël, Ingres, en later ook Cézanne en Picasso.20 Hier blijft Ritsema de komende zestig jaar werken. Ze forenst elke dag per trein vanuit Haarlem, tot ze in 1937 naar Amsterdam verhuist.21
De eerste tien jaren in haar Amsterdamse atelier schildert Ritsema voornamelijk figuurstukken. Kinderen uit de buurt vraagt ze om model te staan.22 Haar buurmeisje Leentje schildert ze meerdere keren [ AFB. 16-18 ] . Mogelijk is Leentjes volledige naam Helena Hendrika van Bueren en woont zij aan de Keizersgracht, op loopafstand van Ritsema’s atelier, samen met onder anderen haar broertjes Jan (Jantje) en Joop, die ook door Ritsema zijn geschilderd.23 Volgens Ritsema’s achternicht verschijnt Leentje tot Ritsema’s grote schrik eens met gebleekte haren in het atelier, waarna zij door de kunstenaar boos zou zijn weggestuurd. Ze zou pas weer mogen komen als zij haar oude,
bruinere haarkleur terug had.24 Dat het meisje toch mag blijven om te poseren, bewijst een schilderij van Leentje met een strik in haar blonde haren [ AFB. 18 ] . Nadat de schilderijen zijn verkocht, zou Ritsema meteen een deel van het verdiende geld naar de familie Van Bueren hebben gebracht, als vergoeding voor het model staan van de kinderen.25
De schilderijen van buurtkinderen in de vroege jaren in het Amsterdamse atelier zijn niet altijd in strikte zin als portretten bedoeld. Slechts enkele keren noemt Ritsema de namen van de geportretteerden in de titels van de werken, zoals in het portret van model Jo [ AFB. 19 ] 26 Vaker hadden de voorstellingen titels zoals Meisje met kat [ AFB. 20 ] en Meisje met baret [ AFB. 21 ] . Dit meisje met baret heet Louise en poseert voor Ritsema op een vroege morgen in 1915, getuige een opschrift op de achterkant van het schilderij.27 Mogelijk heeft de jonge vrouw in Meisje met kat ook model gestaan voor Portret van een jonge vrouw [ AFB. 22 ] . Haar naam is Sientje, zoals achter op het spieraam van het laatstgenoemde schilderij met potlood staat geschreven.28

12 Coba Ritsema, Meisje in rood, ca. 1897-1920, olieverf op doek, 59 x 47 cm, Stedelijk Museum Amsterdam


13 Coba Ritsema, Bakenesserhofje, ca. 1897-1899, olieverf op doek op karton, 47,5 x 40 cm, Frans Hals Museum, Haarlem
14 Coba Ritsema, Hofje, Haarlem, ongedateerd, olieverf op doek op karton, 46,5 x 35,5 cm, verblijfplaats onbekend, afbeelding via RKDimages Lite
15 Coba Ritsema, Barrevoethofje te Haarlem [Hofje van Loo], 1899, olieverf op doek, 55,5 x 45,5 cm, verblijfplaats onbekend, afbeelding via RKDimages Lite


16 Coba Ritsema, Zittend meisje, ca. 1899-1910, olieverf op doek, 98 x 66 cm, Frans Hals Museum, Haarlem

17 Coba Ritsema, Meisje met sinaasappel (Leentje), ca. 1905-1907, olieverf op paneel, 26,2 x 20,7 cm, Teylers Museum, Haarlem
18 Coba Ritsema, Portret van een jong meisje met strik (Leentje van Bueren), ca. 1899-1910, olieverf op doek, 40,0 x 36,3 cm, particuliere collectie, courtesy Simonis & Buunk Kunsthandel, Ede
19 Coba Ritsema, Portret van model Jo, ca. 1899-1920, pastel op papier, 48 x 35 cm, particuliere collectie, achternicht Coba Ritsema
20 Coba Ritsema, Meisje met kat, ca. 1899-1914, olieverf op doek, 53 x 42 cm, Museum de Fundatie, Zwolle


