Alle gelijkpassagiers en behandelenrespectvol vindt
Pieta
Een werkplek met een ‘huiskamer’vleugjevoor
Addie, Gül, Suna, Carlo, Michael en Jeroen
Christel, bouwhelddevan Baanbrekers
Marvin is 112-fotograaf in Waalwijk
Winter 2025-2026
2
Iedereen is een held. Op zijn of eigenhaar manier
Op de voorkant van deze Juicher prijken 2 normale mensen. Een volwassene en een kind. Ze hebben zich verkleed als superhelden. En ze nemen een superheldenpose aan. Deze foto geeft mooi aan dat helden er in alle soorten, maten, smaken en leeftijden zijn. Soms zijn ze zichtbaar, soms werken ze in stilte op de achtergrond. Vaak vinden ze zichzelf niet eens een held. Gewoon ´omdat ze hun werk doen´. Misschien ben jij wel een inspiratiebron voor anderen. Of heb je iets bijzonders gedaan – groot of klein – dat verschil maakt. Misschien draag je een verborgen superkracht in je mee. Een talent dat anderen raakt. Een eigenschap die jou uniek maakt. Wat het ook is: samen zijn we Baanbrekers. Samen maken we het verschil. Samen zijn we helden. Of je nu medewerker, cliënt, kandidaat, opdrachtgever of werkgever bent; we hebben elkaar nodig. Om mooie dingen tot stand te brengen. Om elkaar te versterken. En om samen de toekomst vorm te geven. En weet dat heldendom niet in een cape of masker zit. Bij heldendom gaat het er alleen om wie je bent en om wat je doet.
Helden maken het verschil
Niet elke held draagt een cape. Sterker nog: bij Baanbrekers kom je ze meestal tegen in werkkleding, achter een bureau, aan het werk voor of bij een opdrachtgever, of gewoon met een kop koffie in de hand. Toch doen deze helden elke dag wel iets bijzonders. Nee, geen spectaculaire gevechten tegen superschurken. Maar ze maken wel het verschil voor mensen. En dat is pas echte superkracht.
In deze uitgave van de Juicher zetten we onze helden in de spotlights. Want eerlijk is eerlijk: zonder onze medewerkers zouden we niet staan waar we nu staan. Het mooie is: iedereen kan een held zijn. Jij, een opdrachtgever, een werkgever, een netwerkpartner, een leverancier. Wij allemaal dus. Iedereen kan heldendaden verrichten. In het groot, maar zeker ook in het klein. Zo zorgen we er samen voor dat we prestaties leveren waar we trots op mogen zijn.
Onze helden zijn het thema van deze Juicher. Je ziet ze gewoon elke dag hier, bij Baanbrekers. Het zijn mensen die iets bijzonders doen, vaak zonder dat ze het zelf zo noemen. Soms zijn het grote daden. Soms zijn het kleine gebaren. Een glimlach op het juiste moment, een helpende hand, een opbeurend woord, samen een lastige klus klaren. Dat zijn de heldendaden die het verschil maken.
Colofon
Wij vinden dat de verhalen over onze helden het verdienen om te worden verteld. Want helden inspireren. Ze laten zien wat er mogelijk is als je samenwerkt, als je uitgaat van het positieve en als je elkaar steunt. Ik ben er trots op dat ik elke dag mag werken met heel veel collega’s die het beste uit zichzelf én uit anderen halen. Jullie maken mij dus trots!
In deze Juicher staat weer een mooie mix aan verhalen. Verhalen over mensen, over stappen die zijn gezet, over klussen die zijn geklaard. Verhalen die raken, motiveren en laten zien hoe bijzonder ons werk is. Samen blijven we ook in 2026 bouwen aan verhalen die raken en prestaties waar we trots op zijn. Laten we ook in 2026 – en in alle jaren die komen – blijven kiezen voor samenwerking, positiviteit en het maken van verschil. Want echte heldendaden zijn tijdloos.
Op naar nog meer momenten die ons verbinden en inspireren!
Veel leesplezier!
Ad van Oudheusden directeur
De Juicher is het magazine van Baanbrekers. De Juicher verschijnt minimaal 1x per jaar in een oplage van 1.000 exemplaren. Dit is nummer 2 (winter 2025/2026).
De juichers in dit nummer:
Ad, Addie, Agnes, Ali, Andres, Angela, Bart, Carlo, Christel, Clara, Cinthia, Cynthia, Daany, Darrin, Dennis, Emiel, Gerrit, Gert-Jan, Gül, Harrie, Hetty, Jan, Jeroen, Ilse, Ivo, Karmen, Laura, Lonneke, Madeleine, Maikel, Manon, Mariëlle, Mark de Man, Mark van Wanrooij, Martijn, Mathijs, Mercedes, Michiel van Drunen, Michiel Rietdijk, Michael, Naimo, Olga, Patrick, Peter, Pieta, René, Rianne, Ricardo van Dincten, Ricardo Zijl, Rob, Sahin, Siebe, Steffie, Suna, Tugba, Ward en nog vele anderen. En ja, alle mensen die hier staan, gaven hun toestemming dat hun gegevens zijn gebruikt.
De mensen die de teksten schreven: Robin de Jong, Peter de Koning, Judith Leijtens en Manon Pel.
De fotografen: Peter de Koning, Marvin Doreleijers (112-fotograaf), Ridders op School.
De striptekenaar: Bart van der Kraan.
De vormgever: Kees Hamers (Van nummer 38).
De drukker: Yvonne Jansen-Meijvis (Koninklijke Drukkerij Em. de Jong).
Contact met de redactie? Mail naar communicatie@baanbrekers.org.
Bij Baanbrekers houden we wel van een leuke puzzel. Vandaar deze speciale woordzoeker. Streep de woorden af die in de rijtjes staan en je houdt een zin over. Mail deze zin voor 31 maart 2026 naar communicatie@baanbrekers.org. Dan maak je kans op een leuke prijs. Onder alle inzenders verloten we 5 bol-cadeaukaarten. Pen klaar en strepen maar!
• ACCOUNTMANAGER
• ADMINISTRATIE
• APPLICATIE
• BAANBREKERS
• BALIE
• BELEID
• DETACHERING
• HELPDESK
• INBURGERING
• JUBILEUM
• KANDIDATEN
• MANAGER
• MEDEWERKERS
• MINIMA
• ONDERSTEUNING
• PARTICIPATIE
De overgebleven letters vormen de oplossing
• PARTICIPATIEWET
• PLANNING
• PROFESSIONEEL
• STARTPUNT
• TERUGVORDERING
• TRAJECTEN
• WERKGEVER
Inhoud
2
Iedereen is een held
3 Voorwoord
3 Colofon
4 Breinbrekers, woordzoeker
5 Inhoud
6
Peter de Waard
7 Harrie Dumoulin
8-9
Cynthia Benton
10 Sahin Karahan
11 Uit Angela’s oven - Angela Bekkers
12-13 Een werkplek met een vleugje huiskamer
14
15
Addie, Gül, Suna, Carlo, Michael en Jeroen
Nieuw begin voor Andres en Claudia
Daany Arendse en Martijn Nolet
De fietsenwerkplaats
16-17 Gert-Jan van Boxel
18-19 Christel Heus, de bouwheld van Baanbrkers
20 Agnes van Eeten en Tugba Özturk
Inloopspreekuur Taalhuis/Informatiepunt
21 Laura van den Barselaar
22-23 Ridder Rode Roderick, Jan van den Berg
24-25 Ali Hasan
26 Pieta Pruijmboom
27 Michiel Rietdijk
28-29 Karmen Smulders
30-31 Bijzondere gesprekken op de Mont Ventoux
Mathijs van de Ven
32 Bibi & Bink
32 Steffie.nl
32
Heb jij ook een mooi verhaal?
33 Lonneke Verhoof
34-35 Mark de Man
36 Gerrit van Bommel
37 Partnerschap met Sligro stap voor stap uitbouwen
38-39 Ricardo van Dincten
40-41 Maikel van der Donk
42 Manon Hazenberg
43 Dennis van de Mierden
44-45 Mercedes Thunnissen
46-47 De visitekaartjes van Baanbrekers Rianne van Vliet en Darrin Haurissa
48-49 Marvin Doreleijers
50-51 CEVA en Baanbrekers Bart, Ricardo en Hetty
52 Naimo Kheyr
53 Siebe Reitsma
54 Ilse van Helvoirt
55 Rob Ossewaarde
56-57 Patrick Blom
58 Cinthia de Wit
59 Twiddus behaalt Keurmerk Kringloop Nederland
60 Mariëlle Kipping
61 Baanbrekers opent nieuwbouw
62 Cijfers en letters
63 Onbewogen, foto van Marvin Doreleijers
Werken aan een nieuwe balans in lijf en leven
Peter de Waard (44) slikt al jaren medicijnen tegen epilepsie. Die helpen prima, want 20 jaar lang was hij aanvalvrij. Tot 21 mei 2024. Hij kreeg achter zijn bureau een epileptische aanval en ging flink onderuit. Die dag startte een periode van hard werken en terug knokken. “Hard werken is mijn superkracht”, lacht Peter nu.
De oorzaak bleek een ander medicijn dat hij tijdelijk slikte. Dat ging niet goed samen met zijn epilepsie-pillen. “Al in de ambulance op weg naar het ziekenhuis vroeg de verpleger: heb je een hartafwijking? Ik zei: geen idee, ik heb nooit iets gevoeld. Maar die verpleger had het goed. In het ziekenhuis zagen ze hartritmestoornissen en bleek een ingreep aan mijn hart noodzakelijk.”
Sinaasappelsap
Peter woog toen 123 kilo. Het ziekenhuis vertelde hem: probeer flink af te vallen want dat verhoogt de kans op een succesvolle operatie. Een duidelijke boodschap, vindt Peter. “Ik wilde naar 1500 tot 1800 calorieën per dag. Dat is echt weinig. Maar hoe dan? Ik snoep nauwelijks maar drink wel veel sinaasappelsap. Daar zit veel suiker in. Dus sinaasappelsap werd water. De pindakaas op mijn brood werd kipfilet en mijn ontbijt is nu kwark met een scheutje suikervrije ranja. Verder veel verse groente, magere vis en een minimum aan chips en snacks. Een jaar na mijn val woog ik iets meer dan 100 kilo en werd ik succesvol geopereerd.”
Kaasblokje
Inmiddels zijn we 7 maanden verder. Peter eet nu tussen 2000 en 2200 calorieën per dag en gaat 2 keer per week naar de sportschool. Zijn gewicht schommelt rond 105 kilo. Niet verkeerd voor een vent van 1.96 meter. “Ik voel me prima”, lacht hij. Was afvallen moeilijk? “Het viel me niet tegen toen ik eenmaal was begonnen. Verjaardagen blijven lastig als al die lekkere dingen voorbij komen. Maar dan denk ik: zo’n kaasblokje is 55 calorieën. En dan kan ik die makkelijk laten liggen.”
Balans
Peter doet aan darten op hoog niveau. Sinds hij veel afviel, kost hem dat moeite. Best logisch, want het gewichtsverlies zorgt voor een andere balans in zijn lijf. Dat is wennen. En door de harde val heeft hij nog last van zijn nek en schouder. Ook moet hij nog een keer worden geopereerd aan zijn hart. Met hulp en advies van zijn sportarts en zijn cardioloog is Peter op weg naar zijn oude dartniveau. “Ik voel me veel fitter dan vroeger. Maar ik moet wel weer leren mijn lichaam te vertrouwen. Die mentale horde ben ik aan het nemen. Ik weet dat ik zelf mijn risico’s kan verkleinen.”
120 procent
Na een korte pauze vervolgt Peter: “Mijn epilepsie was ineens terug, ik kreeg er hartritmestoornissen bij, mijn dartniveau kelderde en ik mocht een tijd niet auto rijden. Ik kreeg in korte tijd best wat voor m’n kiezen. Maar op veel onderdelen in mijn leven ben ik terug of ben ik terug aan het komen. Ik zit in een proces, het gaat met ups en downs. Weet je, sinds mijn geboorte werkt de linkerkant van mijn lijf minder goed. Ik moet mijn hele leven al 120 procent geven om te bewijzen dat ik iets wel kan. Dat maakt mij extra trots als iets wel lukt.”
Groeien
Peter is adviseur interne controle bij Baanbrekers, sinds november 2022. Hij is getrouwd met Tessa. Samen zijn ze de trotse ouders van Evi en Kai van 9 en 6 jaar. Die moeten nog flink groeien en hebben veel energie nodig, dus zij doen niet mee met Peters dieet. “Tessa houdt rekening met mijn dieet en gaat niet zitten snoepen waar ik bij ben. Dat hoeft ze niet te doen van mij, maar het is wel fijn dat ze me helpt. Ik ben echt trots op ons prachtige gezin en ik ben heel blij met mijn mooie werk bij Baanbrekers. Die dingen helpen me enorm.”
Harrie ruimt op
In de wijk Geerpark in Vlijmen prikken bewoners zelf zwerfvuil en Harrie haalt de zakken op. “Handschoenen aan en hup, achterin de Transporter ermee”, lacht hij. Zo houden ze samen de wijk schoon.
Vier dagen per week stapt Harrie Dumoulin (65) in zijn Volkswagen Transporter. In zijn oranje werkjas rijdt hij dan door Vlijmen, Nieuwkuijk en Haarsteeg. Overal stapt hij uit om afval op te ruimen. Zijn missie: de omgeving schoonhouden. “Lekker buiten zijn, dat is het mooiste”, zegt hij. “Ik kom óveral.”
Harrie is via Baanbrekers gedetacheerd bij de gemeente Heusden. Daar werkt hij al sinds 1998. Toen begon hij met de hondenpoepzuiger en hield hij de hondenuitlaatveldjes schoon. Sinds 2013 doet hij dat niet meer. “Toen ging ik ander afval op straat opruimen. Van weggegooide papiertjes en lege blikjes tot kapotte huishoudelijke apparaten.”
Onmisbare hulp
Zo ruimt hij elke dag op wat anderen achterlaten. Bescheiden, maar onmisbaar. Want zonder mensen zoals Harrie zouden de straten en parken er heel anders uitzien. “Mijn werk bestaat vooral uit afvalbakken leegmaken, zwerfvuil prikken en illegale dumpingen opruimen. Soms komen er daarom ook boa’s bij. Want dumpen is natuurlijk verboden.” Dat geldt ook voor zakken naast volle ondergrondse containers. “Die hoor je gewoon mee naar huis te nemen. Anders krijg je een boete. Maar veel mensen zetten ze er toch naast. En daar klagen anderen dan weer over.”
Smartlappenliefhebber
Harrie zelf klaagt niet. Hij doet zijn werk met veel plezier. En altijd in zijn eentje. “Lekker met mijn eigen muziek aan in de auto. Ik houd erg van smartlappen. Soms zing ik hardop mee, maar dan gaat het raampje dicht hoor”, lacht hij.
Vaste rondes, slimme app
Zijn werkdagen beginnen stipt om 7.30 uur. Weer of geen weer. In zijn wagen liggen alle spullen die hij dagelijks nodig heeft: een prikker voor zwerfafval, een hark en een schep voor vieze plekken en handschoenen voor vieze vondsten. Hij heeft zijn vaste rondes voor de afvalbakken. Hij heeft ook een slimme app op zijn telefoon. Daarop krijgt hij meldingen van plekken waar iets is achtergelaten. Na zoveel jaar ervaring weet hij dat mensen hun rommel op de raarste plekken dumpen. Dan komt hij in actie. “Maar het is natuurlijk beter als mensen hun afval zelf netjes wegbrengen.”
’Dan is het mooi geweest’
Naast afvalmeldingen volgt Harrie ook iets anders: brandweermeldingen. “Da’s hobby. Ik heb altijd iets gehad met de brandweer. Ik heb ook een pieper op zak. Als ik een sirene hoor, kijk ik toch altijd even welke melding de pieper geeft.” Die nieuwsgierigheid zal hij waarschijnlijk houden. Ook als hij over anderhalf jaar met pensioen gaat. “Dan is het na zoveel jaar mooi geweest.”
‘Luisteren naar een slechte radio’
Niet invullen voor een ander. Dat is een term die je regelmatig hoort. “Ik ben het hier ook helemaal mee eens”, vertelt Cynthia Benton, teamleider Financiën & Kwaliteit. “Maar invullen voor mezelf is voor mij erg belangrijk. Ik hoor namelijk ongeveer 80% van wat iemand tegen me zegt. De rest moet ik zelf invullen. En ja, dat is heel vermoeiend.”
Gehoorzenuw prikkelen
Cynthia heeft een auditieve beperking. “Ik ben doof, maar dat wil niet zeggen dat ik niets kan horen. Hiervoor heb ik een cochleair implantaat of CI. Dit is een speciaal hoorapparaat voor mensen die bijna niets meer horen en bij wie een gewoon hoortoestel niet helpt. Mijn CI zorgt ervoor dat geluiden bij mijn hersenen komen. Dit doet het apparaat door mijn gehoorzenuw direct te prikkelen met elektrische signalen. Eigenlijk stuurt het CI dus geluid rechtstreeks naar mijn gehoorzenuw, zodat mijn hersenen het kunnen begrijpen.”
Je ziet er niets van
Een cochleair implantaat bestaat uit 2 delen. “Je hebt een inwendig deel. Dat is via een operatie onder mijn hoofdhuid geplaatst. En er is een uitwendig deel. Dit draag ik achter mijn oor. Omdat mijn haren er overheen vallen, zie je er niets van. Het uitwendige deel is de spraakprocessor. Die vangt de geluiden op. Die processor kan ik heel
gemakkelijk met mijn smartphone bedienen. Ideaal is dat. Een CI werkt anders dan een gehoorapparaat. Je moet er erg aan wennen. Na de operatie moet je eerst revalideren en met het CI leren omgaan. Pas daarna kun je er echt je voordeel uit halen.”
Van de hak op de tak
Bij slechthorendheid en doofheid is het volgens Cynthia de grootste uitdaging om de dag door te komen. “Gehoor is ontzettend belangrijk. Voor sociale contacten, voor overleggen, voor cursussen. Ook met mijn CI heb ik heel erg veel concentratie nodig om gesprekken te kunnen volgen. Ik luister niet alleen naar de woorden, maar kijk naar gebaren, lichaamstaal en mimiek. Doodvermoeiend is dat soms. Vooral als je meerdere gesprekspartners op hetzelfde moment hebt. Of als mensen door elkaar heen praten. Ook het van de hak op de tak springen, is voor mij niet fijn. Dan kan ik namelijk niet zo goed invullen.”
Niet altijd doof geweest
De teamleider Financiën & Kwaliteit is niet altijd doof geweest. “Als kind heb ik de bof gehad. Die kinderziekte zorgde ervoor dat ik slechthorend werd. Na verloop van tijd is mijn gehoor steeds een stapje achteruit gegaan. Ik weet uit de verhalen dat ik vaak werd geroepen en dan reageerde ik niet. Omdat ik een boekenwurm ben, dachten mijn ouders dat ik geconcentreerd zat te lezen. Bij de huisarts bleek dat ik slechthorend was. Dus kreeg ik op mijn 5-de hoortoestellen aangemeten.”
Erbij horen
Als kind en zeker als puber wilde Cynthia niet opvallen. “Nee, ik wilde er gewoon bij horen. Ik ging naar een gewone school. Daar was ik de enige met een gehoorprobleem en ik probeerde me aan te passen en niet te veel op te vallen. Op de middelbare school werd dit wel een dingetje. Ik wilde goed opletten, maar dat was erg vermoeiend. Huiswerk maken kwam er dan ook nog bij. Hoewel ik ook graag leuke dingen wilde doen – bijvoorbeeld naar de disco – kwam het er niet van. Gewoon omdat ik te moe was.”
Veel gesprekken voeren
Na haar school volgde uiteindelijk een baan. “Ik ben begonnen als detacheringsmedewerker bij gemeenten. Altijd gewerkt bij sociale zaken, nu het sociaal domein. Als detacheringsmedewerker was ik inkomensconsulent en heb ik vaak in projecten meegewerkt. In die rol moest ik veel gesprekken voeren met cliënten. In die tijd heb ik veel geleerd.
De gesprekken van toen helpen me nog steeds in mijn werk nu. Als mensenmens is voor mij iedereen gelijk. Iedereen heeft een verhaal, iedereen heeft unieke talenten. Dat moet je leren zien en waarderen.”
Logisch vervolg
Voordat Cynthia bij Baanbrekers aan de slag ging, werkte ze als senior auditor bij collegabedrijf Avres in Gorinchem. “Wat ik daar heb geleerd, kan ik hier bij Baanbrekers goed gebruiken. Mijn werk als teamleider is een logisch vervolg op alles wat ik bij Avres heb gedaan. Ik mag leuke en interessante mensen helpen, begeleiden en coachen. Ik leer van hen en zij leren van mij.”
Brij van geluiden
Veel klantgesprekken in combinatie met haar gehoorprobleem zorgde ervoor dat ze op het werk in 2003 een nieuwe weg insloeg. “Werk en een auditieve beperking combineren is best een uitdaging. Het meest lastig zijn grote groepen en veel vergaderingen. Wat erg hinderlijk is, is dat sommigen denken dat ze harder moeten praten. Of dat ze overdreven moeten articuleren. Maar dat helpt niets. Eigenlijk kun je mijn gehoorprobleem goed vergelijken met het luisteren naar een slechte radio. Harder zetten heeft geen zin. Dan wordt het brij van geluiden. Rustig praten of andere woorden gebruiken helpt altijd.”
Geen sociale handicap
Van nature is Cynthia heel positief ingesteld. “ik wil altijd naar mogelijkheden kijken die ik nog heb. Ik laat me ook niet in een hoekje stoppen omdat ik een auditieve beperking heb. Dan mis ik veel te veel. Mensen en momenten. Dan wordt je wereld kleiner. Ik wil van mijn doofheid geen sociale handicap maken. Ik zorg voor een uitlaatklep: voor mij is dat sporten. En ik doe er alles aan om mensen te horen. Ik doe aan spraakafzien – vroeger noemden we dat liplezen – en ik word geholpen door mijn CI. Het zelf invullen van geluiden die ik niet helemaal kan horen, is een tweede natuur geworden. Op die manier kan ik me erg goed redden in een horende wereld.”
Sahin Karahan ken je vast als de rustige, goedlachse man die in- en ompakwerk doet in hal 3. Je kent hem misschien óók wel als die rustige, goedlachse man die het verkeer regelt tijdens thuiswedstrijden van RKC Waalwijk of andere evenementen. Want in zijn vrije tijd is Sahin met veel plezier verkeersregelaar.
Hoe lang ben je al verkeersregelaar?
“Al bijna 10 jaar; ik denk dat ik in 2016 voor het eerst gevraagd werd bij een evenement. Toen ik een jaar of 2 als verkeersregelaar actief was, tipte een collega van Baanbrekers me dat RKC mensen zocht. En sindsdien ben ik bij vrijwel elke thuiswedstrijd aanwezig.”
Ben je fan van RKC Waalwijk?
“Nee joh!”, lacht Sahin. “Ik houd van voetbal, maar ben fan van Willem II. Altijd al geweest. Daar voel ik me echt thuis. Heel soms ben ik ook bij Willem II als vrijwilliger actief. Maar, ik vind het prima om me voor RKC in te zetten, hoor.”
Waar kunnen we jou nog meer tegenkomen als verkeersregelaar?
“Ik ben lid van VKR Team Kaatsheuvel. Organisaties kloppen bij hen aan als ze verkeersregelaars nodig hebben. Vervolgens worden wij door VKR gevraagd bij welke evenementen we kunnen werken. We krijgen dan een mailtje waarin alles duidelijk op een rij staat: welk evenement, waar en wanneer en hoe lang er hulp nodig is. Je bent dus altijd baas over je eigen planning, je bent niets verplicht. Dit najaar was ik onder meer verkeersregelaar bij de grote vlooienmarkt op het parkeerterrein bij
Piet Klerkx. En tijdens de 80 van de Langstraat natuurlijk!
Dat was wel een lange dag. Eerst ’s middags bij de Mini 80, waar kinderen aan meedoen. Daarna een paar uurtjes in de avond bij de start van de 80, toen even slapen en daarna weer de nacht in én de zondag. Maar, werken tijdens de 80 is erg leuk om te doen.”
Hoe ziet je uitrusting eruit?
“Als verkeersregelaars dragen we een speciaal pak, zodat we goed opvallen. Als het warm weer is, draag ik alleen een hesje. Daarnaast heb ik een oortje in of een portofoon bij me, zodat ik hulp kan inschakelen als dat nodig is of iets kan doorgeven aan collega’s.”
Wat moet je kunnen om een goede verkeersregelaar te zijn?
“Allereerst moet je de verkeersregels goed kennen. Elk jaar moet je een verplichte herhaalcursus doen. Je krijgt filmpjes te zien en je moet vragen beantwoorden. Als je dit niet doet, mag je niet meer als verkeersregelaar werken. Daarnaast moet je fit zijn, want je moet lang kunnen staan. Even lekker gaan zitten, dat is er niet bij. Natuurlijk moet je vooral goed met mensen om kunnen gaan en kalm blijven, ook in lastige situaties. En je moet niet bang uitgevallen zijn. Want soms heb je te maken met boze automobilisten, die zelfs gevaarlijke dingen doen.”
Heb je weleens vervelende of gevaarlijke situaties meegemaakt?
“Jazeker. Mensen die boos reageren, geen geduld hebben en toch langs een afzetting willen of ergens willen parkeren waar dat niet mag. Eén keer gaf een auto gas terwijl kinderen wilden oversteken tijdens de Avonddriedaagse. Gelukkig zijn er geen ongelukken gebeurd. Dat wil je natuurlijk niet meemaken. Ook voetbalsupporters zijn niet altijd gezellig. Maar gelukkig zijn er véél meer leuke momenten dan vervelende situaties. De meeste mensen hebben wel begrip als ze even moeten wachten of om moeten rijden.”
Hoe is de waardering voor jouw inzet als verkeersregelaar?
“Het is vrijwilligerswerk, maar we krijgen punten als we werken. Die punten zijn goed voor cadeaubonnen. Die besteed ik graag aan bijvoorbeeld elektronica of een spelletje, daar spaar ik dan bonnen voor. Daarnaast worden we altijd bedankt na afloop van een evenement. Zo kwam de burgemeester van Waalwijk al eens naar me toe na een RKC-wedstrijd.
Het is fijn als mensen je bedanken voor je hulp. Op zo’n moment voel ik me best wel een superheld!” Sahin
Uit Angela’s oven
Angela Bekkers, cateringmedewerker bij Broikes, is dag in, dag uit met eten en koken in de weer. Het fornuis en de oven zijn haar domein. Ze maakt de lekkerste gerechten en baksels. En de recepten hiervan deelt ze graag met de lezers van de Juicher. Dat doet ze in deze rubriek: Uit Angela’s oven.
Recept lukt altijd
“Als ik mijn recepten deel, kan iedereen zelf aan de slag met bakken en braden”, vertelt ze met een grote glimlach op haar gezicht. “Graag wil ik jullie het recept voor een appelkruimelplaatcake verklappen. Dit is een recept dat altijd lukt en altijd lekker is. Erg makkelijk om te maken, heerlijk geurend uit de oven en ideaal om te delen. Perfect voor bij de koffie, een verjaardag… of gewoon zomaar.”
Verwarm de oven voor op 180 °C (boven- en onderwarmte). Bekleed een bakplaat of ovenschaal met bakpapier.
Kruimeldeeg: Meng bloem, suiker, kaneel en zout. Voeg de koude boter toe en wrijf met je vingers tot grove kruimels. Zet koel weg.
Appelvulling: Schil de appels, snijd in blokjes en meng met bloem, kaneel en citroensap.
Cakebeslag: Klop boter, suiker en vanillepasta/vanillesuiker luchtig. Voeg de eieren één voor één toe. Zeef bloem en bakpoeder en spatel door het beslag. Roer de yoghurt erdoor tot een glad beslag.
Opbouwen: Verdeel het cakebeslag over de bakplaat. Verdeel de appelblokjes erover en eindig met de kruimels.
Bakken: Bak 40–45 minuten tot de cake goudbruin en gaar is. Laat afkoelen en bestrooi eventueel met poedersuiker.
Zo maak je het nog lekkerder:
Serveer met een toef slagroom of een bolletje vanille-ijs. Strooi wat amandelschaafsel over de kruimels voor extra crunch.
Voeg een handje rozijnen of gehakte noten toe aan de appelvulling.
Glutenvrij?
Gebruik glutenvrij meel en glutenvrij bakpoeder. Controleer dat alle andere ingrediënten ook glutenvrij zijn.
Variaties:
Vervang appels door peer.
Voeg rood fruit toe, zoals blauwe bessen of kersen. Ga voor een herfstige twist met speculaaskruiden in plaats van kaneel.
Tot slot
“De eerste keer dat ik deze plaatcake maakte, hield ik nog wat stukjes over voor dag 2. Maar eerlijk gezegd waren die ook zo weg. Meestal hou ik me bezig met meer uitdagende gerechten zoals soepen. Daar kan ik echt mijn creativiteit in kwijt. Maar soms is het gewoon heerlijk om iets simpels te bakken waar iedereen blij van wordt. Wat de volgende keer uit de oven komt? Daar mogen jullie zelf naar raden!”
Een werkplek met een vleugje ‘huiskamer’
Op de eerste verdieping van Vijzelstraat 10 in Waalwijk, bij Aarts Packaging, zit een bijzondere werkplek van Baanbrekers. Hier werken Addie, Gül, Suna, Carlo en Michael. Jeroen werkt beneden in het magazijn. In de pauzes komt hij altijd naar boven. Dan is het team compleet.
Het is er rustig, maar nooit stil. Radio aan, zonlicht op de vloer en op z’n tijd een grapje tussendoor. Het voelt een beetje als een huiskamer. Zónder bank maar mét koffie. “Het is helemaal onze eigen plek”, zegt werkleider Michiel van Drunen. “Aarts heeft deze verdieping speciaal voor ons ingericht. Je kunt de frisse geur van de nieuwe keuken nog ruiken. Dat past bij de sfeer: vertrouwd en gezellig. Samen met de structuur die we bieden, is dit echt een plek om te koesteren.”
Iedereen doet wat hij goed kan
Iedereen heeft hier zijn eigen taak. Zo zit Addie aan de machine waarmee ze stempels zet op de dopjes van parfumflesjes. “Noem me maar ‘tante Addie’,” zegt ze met een knipoog. “Ik kan niet zo goed tegen drukte. Daarom is het hier zo fijn werken.” Ze wijst naar haar machine. “Het is een heel precies werkje. En kapotte dopjes gaan, húp, de afvaldoos in.”
Donderdag is schoonmaakdag
Ook haar collega Gül is zo precies. Niet alleen met stempelen en controleren, maar óók met schoonmaken. Elke donderdag stofzuigt en dweilt ze de afdeling. “Op die dag maken we extra goed schoon. Maar op andere dagen houden we het ook bij, hoor. Dan doen we de tafels, gooien afval weg. En Addie regelt dat de was wordt gedaan.”
Tot voor kort hielp ook een andere collega daarbij mee: Sandra. Zij stempelde ook dopjes “met een haarnetje op en handschoenen aan, want zo blijft het plastic schoon”, zei ze daarover. Michiel: “Nu werkt Sandra ergens anders bij Baanbrekers. Daar krijgt ze iets meer begeleiding. Maar we zijn blij dat ze een jaar lang onze collega was.”
Beetje plagen
Even verderop zitten Carlo en Michael. In stilte werken ze aan hun dopjes, supergeconcentreerd. Suna controleert ondertussen smeerkaaskuipjes. Zodat er alleen goede kuipjes naar de smeerkaasfabriek gaan. Als er geen kuipjes zijn, helpt ze met dopjes stempelen. “We beginnen elke dag om half 8. Maar ik ben er altijd al om 7 uur”, vertelt ze vrolijk. “Dan drinken we koffie, plagen elkaar een beetje. Of we houden Michiel voor de gek. En daarna? Dan kan de dag beginnen!”
Leuke weetjes:
• Addie houdt erg van koken. Maar met kerst kookt ze niet. Want dan gaat ze… gourmetten!
• Gül houdt van wandelen, zoals met haar schoonouders. Op haar werk hoor je haar vaak “Voeten omhoog!” roepen als ze met de stofzuiger langskomt.
• Suna is elke dag al om 7 uur binnen en begint dan met koffie, grapjes en een beetje plagen.
• Carlo en Michael zijn de stille maar onmisbare krachten van de afdeling.
• Jeroen komt in de pauze altijd naar boven. Want zonder hem is het team niet compleet.
• Sandra is dol op sjoelen, sporten en uit eten gaan. Bij de Chinees bijvoorbeeld.
Nieuw begin voor Andres en Clara
Andres (37) en Clara (37) kwamen in 2022 uit Colombia naar Nederland. “We moesten ons eigen land verlaten en ergens anders opnieuw beginnen”, vertellen ze. “Dat was niet gemakkelijk. Toch hielden we vol, samen.” Baanbrekers bood op de achtergrond ondersteuning. Maar het meeste regelden ze zelf. Zo maakten ze in Nederland een nieuwe start.
En wat voor een start! Ze leerden heel snel de taal. Ze deden het inburgeringsexamen en slaagden. En ze vonden werk dat bij hen past. Andres werkt nu bij een hypotheekadviesbureau. Clara werkt bij een tandarts, als mondhygiëniste. Dit werk deden ze in Colombia ook al.
Zelf op zoek naar werk
Die banen vonden ze helemaal zelf. Andres: “We willen onszelf kunnen redden. Dat hebben we altijd gedaan. Dus hebben we ook op eigen initiatief gesolliciteerd.” Dat was wel spannend, weet hij nog. “De mensen waren heel vriendelijk. Maar we moesten wennen aan álles: het weer, het eten, de stille straten. Maar de taal was wel het allermoeilijkst. Nederlands klinkt heel anders dan Spaans. We oefenden elke dag. We gingen naar taalcafés, keken video’s op YouTube en gebruikten Duolingo. Zo leerden we steeds een beetje meer.”
Zorgen voor een glimlach
Clara zegt dat ze nog steeds elke dag bij leert. “We zochten bewust banen tussen Nederlandstalige collega’s. Zo blijven we elke dag Nederlands horen. En moeten we het ook zelf spreken.” Clara vindt het contact met patiënten in de tandartsenpraktijk het leukst. “Ik help mensen met hun glimlach en gezondheid.” Andres helpt mensen met
hun droom: het kopen van een huis. “Soms zijn die mensen ook nieuw in Nederland. Ze weten dan niet goed hoe alles werkt. Ik ben blij als ik ze dan kan helpen.” Binnen een jaar haalde Andres óók alle examens om officieel als hypotheekadviseur te werken. “Dat was een grote mijlpaal voor mij.”
‘Geef niet op’
Ze hebben ook plannen voor de toekomst. Andres wil zich verder specialiseren in financieel advies. Clara wil haar Nederlands nog beter maken. “Later wil ik werken in de milieusector, bijvoorbeeld bij een gemeente”, zegt ze. “In Colombia heb ik milieubeheer gestudeerd.” Hun tip voor andere nieuwkomers: geef niet op. “Blijf oefenen, ook als het langzaam gaat”, zegt Clara. “Maak gebruik van gratis hulp. Bijvoorbeeld van vrijwilligers in de Bibliotheek. En als je hulp van een taalvrijwilliger krijgt, pak die kans. Ik had een geweldige taalvrijwilliger, Bianca. Zij hielp me heel goed.”
Oreo en Morita
Voor Andres en Clara is ‘thuis zijn’ niet alleen een eigen plek, maar vooral een gevoel. “Thuis is waar we samen kunnen zijn. Waar we ons veilig voelen, samen met onze katten Oreo en Morita”, zegt Andres. “Thuis is ook waar we plannen maken. En waar we samen verder dromen over onze toekomst.”
Daany Arendse en Martijn Nolet zijn dé fietsenmakers van Baanbrekers. Twee echte vakmannen die precies weten hoe je oude of kapotte fietsen opknapt. Veel mensen rijden op een fiets waar zij aan hebben gewerkt. Want die gaan de verkoop in bij Twiddus, voor een klein prijsje.
De meeste fietsen die Daany en Martijn onder handen nemen, krijgen ze van de gemeente. Dit zijn allemaal fietsen die al heel lang verkeerd geparkeerd stonden. Of ergens in een sloot zijn achtergelaten. “We werken ook weleens aan fietsen die mensen zelf bij Twiddus afgeven”, vertelt Daany. “Maar we doen geen elektrische fietsen. Die zijn te zwaar en de onderdelen zijn duur om te repareren. En de accu kan gevaarlijk zijn.”
Eerst schoonmaken
In de werkplaats van Daany en Martijn hangt een voorraadje nieuwe banden aan de muur. De laatjes van hun werkbanken liggen vol gereedschap. Er zijn ook 2 fietsbruggen. “Daar hangen we een fiets aan op. Dan kunnen we er goed bij”, legt Daany uit. Martijn vertelt dat ze elke fiets eerst goed schoonmaken. “Daarna kijken we wat er nog werkt.” Sommige fietsen zijn te kapot om te repareren. “Dan halen we de goede onderdelen eraf. Zoals een zadel of een spatbord. Die gebruiken we dan weer voor andere fietsen. De rest gaat naar de sloop.” En als een fiets eigenlijk nog heel goed is? “Dan vervangen we alleen wat er kapot is. Zoals een lamp of een binnenof buitenband. Ik let ook altijd extra goed op de remmen en de ketting. En we vetten alles goed in. Dan kan de fiets weer veilig de weg op.”
‘Eén fiets
tegelijk’
Volgens Daany moet je in dit soort werk wel van techniek houden. “En van sleutelen. Ook moet je gereedschapskennis hebben en daar veilig mee om kunnen gaan. Zoals met een slijptol. Die gebruiken we om fietssloten open te maken.” Net zoals Daany heeft Martijn al die kennis en vaardigheden in huis. Hij vindt de fietsenwerkplaats een fijne plek om te werken. “Ik heb 30 jaar ervaring met fietsen, brommers en motoren. En ik werkte ook een tijdje in een autogarage. Maar daar moest alles té snel. Hier werk ik rustig. Eén fiets tegelijk. Dat past beter bij mij.” En zo staat er bij Twiddus regelmatig een perfecte fiets te koop die dankzij Daany en Martijn weer veilig de weg op kan.
Daany en Martijn: vakmannen in de fietsenwerkplaats
‘Mopperen lost niks op, mijn glas is driekwart vol’
Gert-Jan van Boxel is 44. Geen leeftijd voor een scootmobiel. “Maar dat ding brengt me wel overal naartoe. En mensen vergeten me niet snel. Toch handig voor een accountmanager”, lacht hij. Zijn glas is duidelijk halfvol. Driekwart vol! In ons nieuwe gebouw kan hij prima uit de voeten, ook al doet soms een deur niet wat hij wil. “Mopperen lost niks op. Het gebouw is prima en de collega’s zijn enorm behulpzaam, dat scheelt ook.”
Hij was 20, studeerde HBO Sporteconomie en voetbalde bij VV Rossum. Totdat zijn handen en benen raar voelden. Via huisarts en neuroloog belandde hij in een medische mallemolen met als diagnose Multiple Sclerose. MS zorgt voor kleine ontstekinkjes in hersenen en ruggenmerg. Die gaan weer over, maar laten wel littekens na. Daardoor gaan hersengebieden minder goed met elkaar communiceren en gaan sommige lichaamsfuncties minder goed werken. Bijvoorbeeld zien, bewegen, praten, concentratie of geheugen.
Hamer
“In het begin wilde ik er niks van weten”, vertelt Gert-Jan. “Ik ging door met werken en sporten. Tot ik de ‘man met de MS-hamer’ tegenkwam en de dokter 21 ontstekingen bij me zag. Ik werkte toen als commercieel manager bij RKC. Ja, dat was schrikken. Ik moest leren omgaan met de beperkingen die MS mij oplegt. Maar weet je, het was ook de periode waarin ik mijn vrouw Lieke ontmoette. Samen hebben we een prachtig gezin met 3 kinderen.”
Bewegen
Dit typeert hoe Gert-Jan in het leven staat. “Mijn glas is altijd driekwart vol”, lacht hij. “Ik ben strijdbaar, kijk wat er wel kan en hoeveel ik uit een situatie kan halen. Eén ding weet ik zeker: bewegen is heel belangrijk. Het houdt je spieren en lichaam flexibel en stabiel. Bewegen geeft je een goed gevoel mede omdat je het stofje dopamine aanmaakt. Twee keer per week sport ik onder begeleiding bij de fysiotherapeut. Hij kent me en daagt me uit. Bijvoorbeeld bij de leg-press waarbij je gewichten wegduwt. In een jaar ging ik van 40 naar 80 kilo. Heerlijk, daar word ik blij van. Net als van rolstoelbasketbal, dat doe ik 1 keer per week. Zo’n mooie en uitdagende sport!”
Relativeren
In 2012 ging Gert-Jan van RKC naar Villa Pardoes. Hij werd er fondsenwerver. “Daar leerde ik relativeren”, zegt hij nu. “Twaalf jaar lang werkte ik daar tussen gezinnen met ernstig zieke kinderen en zag ik vol bewondering hoeveel plezier zij hebben. Ik dacht: waarom zou ik klagen als die kinderen zoveel plezier kunnen hebben. Die periode bracht me veel.” Na 12 jaar Villa Pardoes zocht Gert-Jan in 2024 een nieuwe werkomgeving om nieuwe dingen te leren. Dat werd Baanbrekers. Zijn werk als accountmanager doet hij met onverminderde energie en positiviteit.
Klimmen tegen MS
In 2016 deed hij mee aan Arena MoveS, een mega-workout in de Amsterdam Arena. Drie jaar later deed hij ook mee aan ‘Klimmen tegen MS’ op de Mont Ventoux in Frankrijk. Met een buddy op een tandem de ‘kale berg’ op om geld op te halen voor MS-onderzoek. “26.000 euro haalde ons team op”, meldt hij trots. “Dit soort uitdagingen heb ik nodig. Het brengt me geestelijk en lichamelijk heel veel. Als je iets wilt, is er veel mogelijk. De weg er naartoe kan hobbelig zijn, maar dat overwin je als je denkt in oplossingen.”
Basketballen
Sinds 6 jaar is de situatie van Gert-Jan behoorlijk stabiel door een nieuwe halfjaarlijkse kuur met onder meer ontstekingsremmers. Hij sluit niet uit dat hij lichamelijk verbetert de komende jaren. “Als ik 50 of 60 ben, wil ik genieten van onze 3 mooie jongvolwassen kinderen. En dan wil ik nog steeds sportief zijn en lekker basketballen in ons rolstoelteam. En fulltime werken bij Baanbrekers. Ik hoop positief in het leven te blijven staan. Blijven denken in kansen en mogelijkheden en dat meegeven aan onze kinderen. Die pikken dat nu al op, merk ik.”
Gert-Jans superkracht: positief zijn en blijven
Christel is de bouwheld van Baanbrekers
In oktober 2021 ging Christel Heus aan de slag bij Baanbrekers als teamleider Facilitaire Zaken. Met als grote uitdaging: de organisatie en begeleiding van de nieuwbouw.
“Op het moment dat ik hier in dienst kwam, was al besloten om een nieuw pand te gaan bouwen. Er was een eerste programma van eisen opgesteld. Aan mij als projectleider de taak om dat samen met anderen verder uit te werken, de aannemer te selecteren, enzovoort. In januari 2022 ben ik gestart als projectleider nieuwbouw. Een ontzettend leuk, leerzaam en interessant traject. Wel bleek al snel dat je dit er niet ‘even’ bij doet. Bij de start blokte ik de dinsdagen als nieuwbouw-dag, maar dat was niet te doen. Met de nieuwbouw was en ben ik elke werkdag bezig. De eindeloze stroom e-mail en telefoontjes…” Ze lacht: “Ik kon echt genieten als het bouwvak was. Even geen mail, héérlijk!”
Details
Bij de bouw van een nieuw pand komt ontzettend veel kijken. Over elk detail wordt zorgvuldig nagedacht. “Neem de toegangscontrole. Dat is behoorlijk ingewikkeld. Je bedenkt alles op papier en moet enorm veel stappen tot in detail doornemen. Ook de aanbesteding van alle nieuwe meubels was een hele kluif. Eerst maakten we de keuze voor de meubels, toen moesten we vaststellen welke aantallen nodig waren en de aanbesteding heel precies uitwerken: zoveel hoge stoelen, zoveel lage stoelen, in die kleur en in die kleur, ga zo maar door.”
Veel controleren
Natuurlijk waren er ook lastige kwesties die opgelost moesten worden. Zo waren er in het voortraject maar twee liften voorzien in het hele gebouw. Te weinig, dus dat moest worden aangepast. Dat was niet een kwestie van gewoon even de tekening aanpassen, zo vertelt Christel. “Al met al is er eindeloos veel te controleren, met enorm veel leveranciers en onderaannemers. Wordt alles uitgevoerd zoals we hebben bedacht en besproken?”
‘We deden het sámen’ Christel is projectleider van de nieuwbouw, maar hoefde de klus niet in haar eentje te klaren. De teams Technische Zaken en IT hebben enorm veel werk verzet en ook waren er meerdere werkgroepen nauw betrokken bij alle voorbereidingen. “Het is fijn dat er veel collega’s bij betrokken waren.
Dat is goed voor het draagvlak, maar vooral goed voor het eindresultaat. We hebben dit echt sámen gedaan”, benadrukt Christel.
De klus zit er nog niet op
In juni namen we het nieuwe gebouw in gebruik; sinds begin november zit ook Twiddus in het nieuwe pand. De klus zit er dus op? “Welnee”, schudt Christel het hoofd. “Er is nog altijd erg veel werk te doen. Zo moeten we de oude gebouwen leeg opleveren en er zijn nog 1001 dingen die gedaan of geregeld moeten worden. Het team Technische Zaken heeft er nog altijd de handen aan vol. Ook komen er nieuwe taken op ons af. Zo is het energiemanagement van het gebouw een nieuwe taak. We hebben zonnepanelen en warmtepompen: we moeten het verbruik nauwlettend in de gaten houden om ervoor te zorgen dat ons verbruik uitkomt op de afgegeven prognoses. In 2026 dragen de aannemer en installateurs bovendien alles documentatie van het gebouw en de technische installaties aan ons over. Geloof me: dat is enorm veel, dus dat moeten we nog goed organiseren. Ook is er nog veel te leren over de werking van alle installaties en machines. Het team Technische Zaken moet dit allemaal nog onder de knie krijgen. Zo ook de afstemming met de vele leveranciers die onderhoud uitvoeren binnen ons nieuwe pand.”
Verantwoordelijkheid
Hoe kijkt Christel terug op de afgelopen bouwperiode? “De bouw is razendsnel verlopen. De planning was strak, er was tussen de fasen in nooit tijd om even adem te halen.
Een paar weetjes over de nieuwbouw:
• Het grondwater wordt opgevangen in infiltratiekratten die zijn ingegraven. Samen kunnen ze 710 m³ water opvangen van het dak (6.500 m²).
• Er staan 430 (bureau) stoelen in het nieuwe gebouw.
• Er liggen 516 zonnepanelen op het dak. Ook is het dak bedekt met sedumplantjes.
De superkracht van Christel: de perfecte begeleiding van de nieuwbouw.
Je moet continu opletten en dat voelde als een grote verantwoordelijkheid. Maar, het was leerzaam en het was het waard. Het is gelukt om binnen het budget te blijven en ik ben erg blij dat iedereen zo tevreden is over het eindresultaat. Het is fijn dat we zoveel typen werkplekken hebben en dat die ook allemaal worden gebruikt. Alleen het werkcafé had ik me wat anders voorgesteld. Het is een geweldige plek met verschillende zitjes, voor verschillende soorten overleggen. Dus bij deze roep ik collega’s op om daar gebruik van te maken!”
Trots
“Ik neem er eigenlijk nooit de tijd voor, maar die ene keer dat ik even in het zitje boven de hoofdingang ging zitten, met zicht op de bijzondere kroonluchter die we met z’n allen bij elkaar hebben gefietst… toen voelde ik me echt trots: wat hebben we toch een mooi gebouw!”
Inloopspreekuur Taalhuis/Informatiepunt bij Baanbrekers
Bij Baanbrekers willen we dat iedereen zoveel mogelijk meedoet aan de samenleving en aan werk. Jezelf kunnen redden met lezen, schrijven en rekenen is hierbij erg belangrijk.
Juist daarom is het goed om te weten dat Baanbrekers een inloopspreekuur heeft van het Taalhuis/Informatiepunt. In even weken kan iedereen op donderdag tussen 10 en 12 uur bij Baanbrekers terecht voor hulp en informatie. Een afspraak maken is niet nodig.
Voor wie is het inloopspreekuur?
Het inloopspreekuur is er voor cliënten, kandidaten én medewerkers van Baanbrekers. Iedereen is welkom. Ken je iemand die hulp kan gebruiken? Dan mag deze persoon ook gewoon langskomen. De medewerkers van het inloopspreekuur – Agnes van Eeten en Tugba Özturk - luisteren naar de vraag van de bezoeker. En ze denken met de bezoeker mee. Ook komen zij met nuttige informatie of ze verwijzen door naar de juiste organisatie. Je vindt het inloopspreekuur bij de receptie van Baanbrekers.
Wat kun je vragen?
Bij het inloopspreekuur kun je terecht met vragen over:
• Lezen, schrijven en rekenen.
• Werken met de computer of smartphone
• Aanvragen en gebruiken van een DigiD.
• Versturen van e-mailberichten.
• Uitrekenen van werkuren.
• Begrijpen van je administratie.
• Gebruiken van websites van de overheid en ziekenhuizen (MijnETZ en MijnJBZ).
Wat is er allemaal mogelijk?
Bij het inloopspreekuur krijgen bezoekers hulp bij het kijken welk aanbod er bij hen in de buurt is en wat het beste bij hen past. Bijvoorbeeld een cursus via een school, met een taalvrijwilliger 1-op-1, of bij een oefenplek zoals het Taalcafé of een leesclub. Ook zijn er lesboeken, duidelijke lees- en luisterboeken en computers met oefenprogramma’s. Het maakt hierbij niet uit of je net begint met leren, of al een stap verder bent: er is altijd iets dat past.
Laura kan niet stilzitten
Stilzitten is er bij Laura van den Barselaar niet bij. Al ruim 40 jaar lang is deze medewerker van onze cateringservice Broikes vrijwilliger bij de Zonnebloem. En sinds de zomer van 2025 heeft ze er een tweede vrijwilligersfunctie bij. “Elke zaterdag en zondag ben ik gastvrouw in Het Huis van Waalwijk. Ook die rol past perfect bij mij. Ik mag mensen welkom heten, uitleg geven en vragen of ze interesse hebben in een rondleiding. Ik kan dit vrijwilligerswerk prima combineren met mijn cateringwerk en met mijn activiteiten voor de Zonnebloem.”
Stadhuis kreeg nieuwe functie
Het oude stadhuis van Waalwijk kreeg in 2010 een nieuwe functie als ‘Het Huis van Waalwijk’. Dit is een plek waar geschiedenis, architectuur, kunst en ontmoeten centraal staan. Ook is het monumentale gebouw een geliefde trouwlocatie. “We noemen het een podium van het Waalwijkse culturele en kunstzinnige leven uit verleden en heden. Een mooie en leuke plek om eens een kijkje te nemen dus.”
Meer weten?
Kijk dan op www.huisvanwaalwijk.nl.
Laura´s superkracht: blijven bewegen en niet
stilzitten.
Ridder Rode Roderick is een mensen mens
De middeleeuwen op scholen tot leven brengen. Daar wordt praktijkbegeleider en vertrouwenspersoon Jan van den Berg blij van. “Als ridder Rode Roderick laat ik kinderen door het hele land op een leuke en avontuurlijke manier kennismaken met dit bijzondere tijdperk. Dat doe ik al een jaar of 10 samen met een hele groep collega-ridders. Ik combineer dit ‘werk’ met mijn werk bij Baanbrekers. Ook hier gaat het om het enthousiast maken en houden van mensen. Eigenlijk lijkt mijn ridderwerk dus op mijn taak bij Baanbrekers.”
Ridders op School
Ridder Jan kwam eigenlijk per ongeluk in aanraking met het ‘ridderwerk’. “Een vriend van me is acteur. Hij vroeg me of ik een keertje wilde meegaan naar een riddertoernooi. Ze kwamen daar wat handjes tekort. Op de vraag of ik een ridderkostuum wilde aantrekken, antwoordde ik ‘nog voor geen 10.000 euro’. Maar ja, na 5 minuten hadden ze me al omgepraat. En nu ben ik ruim 10 jaar verder. Inmiddels ben ik een vast onderdeel van Ridders op School. En trek ik het ridderkostuum of het schildknapentenue graag en vaak aan.”
Ga graag met mensen om Een belangrijke reden waarom Jan graag bij Baanbrekers werkt, is dat hij een mensenmens is. “Ik ga erg graag met mensen om, hou van hun verhalen en wil altijd iedereen stimuleren om het beste uit zichzelf te halen.” Samen met zijn collega-praktijkbegeleiders en de werkbegeleiders zorgt hij ervoor dat de gedetacheerde medewerkers en kandidaten van Baanbrekers hun werk goed kunnen uitvoeren. Als praktijkbegeleider is hij actief voor een breed scala aan opdrachtgevers. Denk hierbij aan Sunware, Post.nl., bol Retouren, het cleanteam bij CEVA Logistics, Art Tooling, Conveyor en Aarts Plastics. “We zorgen ervoor dat onze mensen op de juiste plekken buiten Baanbrekers goed tot hun recht komen. Ik word er zelf altijd erg gelukkig van als mensen vrolijk zijn en het naar hun zin hebben. Of dat nu bij Baanbrekers is of tijdens een riddertoernooi op een basisschool. De combinatie van ridder-zijn en praktijkbegeleider is voor mij perfect. Ik zou het geen van beide kunnen missen.”
Manier van leven
Bijna elk vrij moment gaat op aan het ridder-zijn. “Het is geen hobby, maar meer een manier van leven geworden.
Als ik moet optreden als ridder of schildknaap, dan neem ik een dagje vrij bij Baanbrekers. Op deze manier gaan bijna al mijn vakantiedagen op. We treden op door het hele land. Onze belangrijkste doelgroep zijn kinderen op de basisschool. Daar bieden wij een ‘schoolreisje op school’ aan. Dat is een hele dag die in het teken staat van de middeleeuwen. In de ochtend geven we tekst en uitleg over dit tijdperk. Dan doen we ook riddergerelateerde spelletjes. Kinderen kunnen dan schildknaap of jonkvrouw worden. Na de lunch staat steevast een echt riddertoernooi op het programma. Dat is voor jong en oud een supergaaf schouwspel, waar de vonken letterlijk vanaf springen.”
Geschiedenisles op andere manier
Jan vindt het erg leuk om het enthousiasme van de kinderen en de leraren te zien. “De kinderen leren op een compleet andere manier een geschiedenisles. Een les die écht blijft hangen. Vaak maakt onze dag deel uit van een hele week die in het teken staat van de middeleeuwen.”
Het is bijzonder dat ook de leraren een rol spelen tijdens het riddertoernooi. “Die leraren hebben we vooraf geleerd hoe ze moeten vechten. De kinderen weten dit niet. Je moet hun gezichten dan eens zien als hun juf of meester als ridder het veld op komt. Onbetaalbaar is dat!”
Gespeelde agressie
In het dagelijks leven is Jan bij Baanbrekers de rust zelve. Als hij in zijn ridderrol zit, spat de agressie ervan af. “Maar het is gespeelde agressie”, voegt hij eraan toe. “Meestal ben ik ridder, maar zodra er paarden aan te pas komen, doe ik een stapje terug. Dan speel ik de rol van schildknaap. Want op die ridderpaarden, daar heb ik het niet zo op.” Als ridder en schildknaap is Jan erg bedreven met allerlei middeleeuwse wapens. Van zwaarden tot bijlen. Van stokken tot knotsen. “Mijn favoriete wapen is de stok. Voor de toeschouwers ziet het eruit alsof we elkaar echt naar het leven staan. Maar we zijn geoefend en erg op elkaar ingespeeld. Hierdoor ziet het er allemaal heel echt uit.”
Kasteelevenementen
Hoewel de ridders vooral op basisscholen optreden, komen we ook op andere momenten in actie. “Tijdens jaarmarkten, bij kasteelevenementen, historische dagen en weekeinden, re-enactments en voor televisie… Je kunt het zo gek niet bedenken. Er is eigenlijk best veel vraag naar ridders in onze moderne tijd. Het mooie is dat het zowel voor kinderen als voor volwassenen erg leuk en interessant is om naar te kijken. Voor de toeschouwers zijn wij échte helden.”
Jans superkracht: historisch vechten!
In 2008 ontvluchtte Ali het geweld in zijn moederland Somalië, waar al sinds 1991 een burgeroorlog gaande is. Hij was 22 jaar en wilde een kans op een betere toekomst, een kans op werk. Helemaal alleen kwam Ali aan in Nederland, waar hij terechtkwam in het asielzoekerscentrum (Azc) in Leeuwarden.
Zijn ouders leefden helaas al lang niet meer. Zijn moeder overleed toen hij pas 2 jaar was, zijn vader toen hij 4 jaar was. Zijn zusje bleef achter in Somalië.
Gelukkig in Waalwijk
Vanuit het Azc in Leeuwarden kwam Ali in 2010 naar Waalwijk, waar hij een kamer kreeg. Door ziekte lukt het hem niet meteen om te gaan werken. Maar, vastberaden om in Nederland een toekomst op te bouwen, leerde hij onze taal. Met succes, want Ali spreekt inmiddels een behoorlijk woordje Nederlands. Dat is knap, want Nederlands is een erg moeilijke taal om te leren.
“Vooral de letter P is lastig. Die kan ik moeilijk uitspreken”, lacht Ali. Inmiddels woont Ali in Waalwijk in een driekamerflat, samen met zijn
Somalische vrouw die hij hier leerde kennen.
Ze zijn de trotse ouders van 4 kinderen, die allemaal naar de basisschool gaan. “We zijn gelukkig samen”, glimlacht Ali vriendelijk.
“We hopen alleen dat we een wat grotere woning kunnen vinden. Met 6-en delen we namelijk 2 slaapkamers, de flat is erg klein. Maar, we hebben het hier goed. Nederland is veilig, de mensen zijn behulpzaam. Ik voel me hier thuis. En dankzij internet heb ik tegenwoordig weer contact met mijn zusje. Dat is fijn!”
‘Fijn team, leuk werk!’
In maart 2024 ging Ali aan de slag bij Twiddus, waar hij voor de coronaperiode ook al korte tijd werkte. Hij heeft er een beschutte werkplek en heeft helemaal zijn draai gevonden. Sinds september werkt hij zelfs fulltime. Hij houdt zich bezig met de grofsortering van textiel. “Ik controleer alle kleding die is ingeleverd op soort”, legt hij uit. “Wat niet goed is, gaat richting industrie of richting afval. Wat wel nog goed is, sorteren we per soort. Jassen, truien, jurken, rokken…” Moeiteloos noemt hij alle bakken in de juiste volgorde op. Hij weet precies welk kledingstuk in welke bak thuishoort. Ali geniet van zijn werk, hij lacht van oor tot oor als hij erover vertelt. “Ik heb het hier erg naar mijn zin. We hebben een fijn team, met collega’s die elkaar altijd helpen. Meestal zijn we met ongeveer 8 mensen aan het grofsorteren. Als iemand twijfelt over een kledingstuk, geven we elkaar tips waar het thuishoort.”
Het leven lachte de 39-jarige Ali Hasan bepaald niet altijd toe. En toch is Ali áltijd positief en vrolijk. ‘Het zonnetje van de afdeling’ noemt praktijkbegeleider Steffie hem zelfs. Ali werkt op de textielsorteerafdeling van Twiddus.
De superkracht van Ali: Ali is altijd vriendelijk en behulpzaam en is erg leergierig.
Trots op Ali
Ali werkt bij de grofsortering, maar heeft al veel binnen Twiddus al gedaan. Kleingoed (glaswerk) sorteren en schoonmaken, fijnsortering, B-keuze kleding in de speciale kapzakken dichtmaken, enzovoort. Ook behaalde hij het EPT-certificaat, zodat hij met een palletwagen mag rijden.
Praktijkbegeleider Steffie Siemons steekt haar trots niet onder stoelen of banken. Ze zegt: “Ali is erg leergierig en pakt dingen snel op. Hij is behulpzaam, regelt het graag goed voor anderen. Bovendien is hij altijd vriendelijk en vrolijk. Ons zonnetje in huis!” Ali hoort alle lof bescheiden aan. “Ik ben een rustig persoon en kan goed met mensen omgaan. Ook als zij moeilijk gedrag laten zien. Dat heeft een reden en ik kan daar goed mee omgaan.”
Ali voelt zich ook gesteund door zijn begeleiders.
Naast Steffie krijgt hij hulp van werkbegeleider Angela van der Krabben en trajectbegeleider Domien. Ali: “Domien heeft me heel goed geholpen in de periode dat ik ziek was en niet kon werken. Hij ging met me mee naar afspraken en hielp me toen ik meer uren wilde gaan werken. Ik ben de begeleiders erg dankbaar.”
Even wennen
In aanloop naar de verhuizing naar het nieuwe pand werkte Ali al zo’n 6 weken in het nieuwe textielsorteercentrum op de eerste verdieping. “In het begin was het even wennen in het nieuwe gebouw”, vertelt hij. “Zeker omdat onze begeleiding niet altijd hier was, maar ook vaak nog in het oude gebouw. Het ging snel beter. Nu vind ik het hier fijn om te werken.”
Ali is als een zonnetje bij Twiddus
Ali als een zonnetje bij Twiddus
‘Alle passagiers gelijk en respectvol behandelen’
“Dit werk geeft me veel voldoening, ik voel veel waardering van de mensen die ik vervoer. Soms komt er wel eens eentje mopperend in mijn taxi, maar die klaart dan in 2 minuten helemaal op. De schoolkinderen zijn misschien wel het leukst. Dat zijn echt ‘mijn’ kinderen. Er is 1 hummeltje bij die altijd mijn hand vastpakt, zo lief. Of de nierpatiënten die na een dag dialyseren blij zijn dat ik ze weer naar huis breng.”
Pieta Pruijmboom (63) raakt niet uitgepraat over haar werk als taxichauffeur bij Taxi Korthout. “Lang dacht ik dat ik dit niet kon omdat ik moeilijk namen en straten kan onthouden. Maar ik heb alle examens gehaald en doe nu dit superleuke werk. Ik houd van auto rijden en van mensen, ik heb van mijn hobby mijn beroep gemaakt en zit helemaal op mijn plek.”
Jaarcontract
Pieta startte 3 jaar geleden in het Transferium, de voorloper van ons huidige Startpunt. Dat begon best goed. Maar Pieta wilde te veel en te snel, ze liep tegen haar grenzen aan. Ze viel ziek uit en moest ruimte en tijd nemen om aan zichzelf te werken. Dat lukte. September vorig jaar begon ze in het Startpunt en deed het daar snel heel goed. Nauwelijks 2 maanden later kwam ze via een banenmarkt in contact met Taxi Korthout. Ze ging proefdraaien, verdiende een proefplaatsing met behoud van uitkering en zag die veranderen in een tijdelijk contract. Dat is ondertussen alweer omgezet in een jaarcontract, want Taxi Korthout is erg tevreden over Pieta. Tussen alle ontwikkelingen door slaagde ze ook nog voor de benodigde taxi-examens. Trajectbegeleider Sjimah HabibiDizgah en diagnosecoach Anita van der Staak spreken hun bewondering uit: “Pieta heeft het allemaal zelf gedaan en bereikt. Wij hebben haar positief ondersteund.”
Respectvol
“Ik doe alles en ik kan alles”, lacht Pieta. “Veel schoolkinderen en ouderen en allerlei mensen naar hun dagbesteding. Aan het eind van de werkdag rijd ik medewerkers van Baanbrekers naar huis. Ik rijd ook vaak 2 meisjes naar een zorgboerderij en nierpatiënten naar dialysecentrum Koetshuis. Dat doe ik 5 werkdagen per week en zo’n 6 tot 7 uur per dag.” Waarom is Pieta zo geschikt voor dit werk? “Ik kijk naar iedereen op dezelfde manier. Alle mensen die ik vervoer zijn voor mij gelijk, ik behandel ze en help ze allemaal op dezelfde respectvolle manier. Sommige mensen zijn daardoor verrast maar dit hoort gewoon bij mijn werk, vind ik.”
Kans
Pieta wil graag werken. Ze is blij met deze mooie baan en met de kans die Taxi Korthout haar geeft, met hulp van Baanbrekers. “Ik weet wel, ze zeggen daar: Pieta deed het helemaal zelf. En dat voel ik ook wel, ik sta hier toch maar mooi. Maar Anita en Sjimah van Baanbrekers hebben mij enorm geholpen, dat moet je echt in het artikel
vermelden.” Ze is trots op alle papieren en examens die ze heeft gehaald. Want ja, dat viel toch best tegen, vooral de theorie over alle verschillende soorten passagiers. Hoe ga je om met blinden en slechtzienden, mensen in een rolstoel, kinderen met een rugzakje, passagiers met dementie. “Maar het is me gelukt, ik ben geslaagd. Dat heb ik toch maar mooi geflikt.”
Doorzetten
Pieta is nu 63, maar denkt nog niet na over haar pensioen. “Ik geniet van dit werk, ik ga ermee door zolang als het kan. Mijn kracht? Mijn wil en doorzettingsvermogen, ik geef geen 100 maar 1000 procent om mezelf te bewijzen. Dat heb ik van mijn ouders meegekregen.”
Met een Party Playbus naar feesten en events
Michiel Rietdijk (50), medewerker van onze technische dienst, gaat al 30 jaar naar bijzondere feesten voor gabbers en autoliefhebbers. Hier trekt hij sinds enige tijd veel bekijks met zijn bijzondere Party Playbus. Het begon allemaal 2 jaar geleden tijdens een zorgenoemd car-event.
Luid en helder
Tijdens dit evenement zag Michiel voor het eerst van die grote pa-speakers. “Ik zag ze niet alleen, ik hoorde ze ook. Zo luid en zo helder, ik was meteen verkocht. Dat wilde ik ook. Ik dacht na over het idee om zelf een soort afterparty-bus te bouwen. Ik ben zelf best handig, maar voor het bouwen van de kisten kreeg ik gelukkig hulp van enkele liefhebbers die er verstand van hebben. Zij hielpen mij ook met het instellen van de geluidsapparatuur. Dat deden ze op een DSP, een Digital Signal Processor. Dat is een soort audiocomputer. Dat is allemaal prima gelukt, mijn bus klinkt als een klok!”
Discotheek op wielen
Een jaar later ging Michiel nog een stap verder. “Met kleurrijke inbouw-verlichting maakte ik van mijn bus een echte discotheek op wielen.
Ik ga vaak naar feesten en car-events, voor de gezelligheid en natuurlijk om mijn Party Playbus te showen. Ik krijg altijd veel leuke reacties en merk dat veel mensen onder de indruk zijn van het geluid en de lichtshow. Tijdens een feest vorig jaar december ging mijn bus viral toen die werd gepost op een bekende site. Sindsdien is mijn bus behoorlijk populair in de scene. Ik ben trouwens ook een groot fan van Play Festival in Eersel. Ik ben voor dit festival promotor, vandaar de stickers op mijn wagen.”
Wil je er meer over weten?
Op zijn eigen instagramaccount @OriginalGigelSound vind je veel foto’s en filmpjes. Ook is er vorig jaar een gabberdocumentaire gemaakt. Daar zit de bus in en vertelt Michiel erover. Je vindt deze documentaire op YouTube onder de titel ‘Gabber is geen kledingstijl’.
Michiels superkracht: sfeer maken met licht en geluid.
Karmen kiest altijd voor hergebruik
Stekjes-hippie en Chef Kringloop: het zijn bijnamen die trajectbegeleider Karmen Smulders met trots draagt. Want Karmen is dol op het hergebruiken van kleding, meubels en materialen. Als het even kan, kiest ze voor tweedehands.
Karmen kreeg de liefde voor tweedehands spulletjes en de kringloop van huis uit mee. “Mijn moeder had een vriendin die regelmatig merkkleding van haar dochters aan ons gaf”, vertelt Karmen. “We waren dol op de ‘tassen van Sil’, zoals we die noemden. We stalden alles uit, dat was echt een feestje. Mama runde op zolder zelfs een tijdje een winkeltje in tweedehandskleding en maakte bovendien veel kleding zelf. Voor ons, maar bijvoorbeeld ook voor onze Barbies. Want waarom zouden we daar dure kleertjes voor kopen in de speelgoedwinkel? Mijn ouders gaven me mee om altijd eerst te kijken of een artikel tweedehands te krijgen is, voordat je iets nieuw aanschaft.”
Glitters voor de verkleedkist
Karmen geeft de liefde voor tweedehands spullen nu als vanzelfsprekend door aan haar gezin. “Niets is er zo leuk als kringlopen met mijn dochters (5 en 7 jaar) op een regenachtige
dag”, lacht ze. “De meiden krijgen dan allebei een klein bedrag dat ze naar eigen wens mogen besteden. Ze zijn vooral dol op glitters en tule. Hartstikke leuk voor in de verkleedkist!”
Hergebruik bouwmaterialen
Karmen weet als geen ander de pareltjes te vinden in kringloopwinkels. Ze heeft meerdere favoriete adressen, waaronder ons eigen kringloopwarenhuis Twiddus. Ze speurt er graag naar mooie kledingstukken, maar ook naar meubeltjes, woonaccessoires en meer. Karmen is handig met de naaimachine en draait haar handen niet om voor het opknappen van meubels.
Een kastje schilderen of zelfs zandstralen: volgens Karmen is het gewoon een kwestie van dóen. Ook gebruikte bouwmaterialen geeft
Karmen graag een nieuwe bestemming. “Onze tuin is bestraat met stenen die eerder ergens in Oirschot lagen, de overkapping in de tuin maakten we met houten balken die uit een huis kwamen dat verbouwd werd”, zo somt ze op. “En soms worden materialen me gewoon aangeboden. ‘Eérst even aan Chef Kringloop vragen of ze er nog iets mee kan’, zeggen vrienden dan. Ik kan er gewoon slecht tegen als goede materialen of spullen zomaar worden weggegooid. Er is áltijd wel een bestemming voor te vinden.”
Waardevolle ets
Met zoveel kringloop-ervaring kwam Karmen vast al eens iets bijzonders of waardevols tegen? “Jazeker. Ik kocht eens een ets van een Braziliaanse kunstenaar, waarvan er nog maar heel weinig in omloop zijn. Ik betaalde er 20 euro voor, terwijl de etsen bij kunstveilingen voor minimaal 500 euro worden verkocht. Maar dat is niet mijn doel, want ik verkoop ’m niet. De ets pronkt bij ons aan de muur!”
Plantenstekjes
De circulaire gedachte stopt niet bij kringlopen. Als zelfbenoemd stekjes-hippie deelt Karmen ook graag plantenstekjes uit. “De meeste stekjes gaan naar mijn moeder. Zij is lid van een dahlia-vereniging en weet er altijd iemand blij mee te maken. Soms gaan er planten richting het plantsoen in onze straat; als omwonenden adopteerden we het groen. Mijn buurman zorgt voor het onderhoud en zo nu en dan help ik mee.”
Kastje pimpen
Puilt het huis van Karmen inmiddels niet uit?
“Nee hoor! Ik ga sowieso niet te vaak naar de kringloop, alleen als er iets nodig is. Kleding die bij ons vrijkomt, geef ik meteen door aan anderen of gaat naar de kledingcontainer. En onze
Ook tijdens vakanties bezoekt Karmen graag kringloopwinkels. Blij is ze met het tweedehands leren jasje dat ze in Italië kocht!
De superkracht van Karmen:
gebruikte spullen én gebruikte materialen een nieuw leven geven en zo min mogelijk spullen nieuw kopen.
vaste regel is dat er iets uit moet wanneer er iets binnenkomt. Het oude gaat dan weer naar de kringloop, uiteraard. Ik heb namelijk geen geduld om dingen te verkopen op Marktplaats of via Vinted. Wel kijk ik vooruit. Kom ik goede sportspullen tegen die mijn dochter volgend seizoen passen, dan schaf ik het alvast aan. Ook heb ik allerlei kleine dingen op voorraad. Zoals leuke deurknopjes waarmee ik een kastje kan pimpen, bijvoorbeeld.”
Tips van Karmen voor ‘beginnende’ kringloop-shoppers
• Sla de Action en soortgelijke winkels maar over: bij de kringloop vind je voor weinig geld mooi glaswerk, servies en bestek. Bovendien is het meestal van veel betere kwaliteit!
• Kom je niet vaak in een kringloopwinkel, dan kun je overweldigd worden door alles wat je ziet. Maak daarom vooraf een wensenlijstje met wat je wilt aanschaffen. Dat helpt je als je in de winkel staat: wat zoek ik echt?
• Neem de tijd om kleding te vinden. Neem alle stukken 1 voor 1 door en voel aan de stoffen. Zo kun je echt de mooiste spullen vinden. Bonustip: Sla nooit het gereedschap over. Want, tussen het gereedschap kun je soms echt bijzondere dingen vinden!
Iedereen die een klein beetje het wielrennen volgt, kent de Mont Ventoux. Die kale steile berg in Zuid Frankrijk. Onze collega Mathijs van de Ven kent ‘m nu ook. Op 12 juni fietste hij 2 keer naar boven. Als deelnemer aan Tour du ALS, de jaarlijkse sponsortocht tegen de dodelijke zenuw- en spierziekte ALS. Het werd voor Mathijs en zijn vriendenclub een onvergetelijke ervaring. “Het was een week van uitersten.”
Tijdens Tour du ALS bedwingen honderden fietsers, hardlopers en wandelaars de Mont Ventoux om geld op te halen voor de strijd tegen ALS. Mathijs en zijn vrouw Floor deden mee in een groepje van 6. “De moeder van een vriendin van ons overleed in 2019 aan ALS”, vertelt Mathijs. “Sindsdien deed Floor al 4 keer mee aan Tour du ALS, één keer wandelend en 3 keer op de fiets. Dit jaar deed ik voor de eerste keer mee.”
Niet opgeven
Hoe dat was? 21,5 kilometer fietsen met een gemiddeld stijgingspercentage van bijna 8 procent, naar die beroemde kale top op 1910 meter hoogte? Mathijs moet lachen als hij er aan terugdenkt: “Ja, het was ondanks mijn sportieve achtergrond echt onvoorstelbaar zwaar. Vooral de tweede keer naar boven fietsen viel me flink tegen. Je ziet de top en denkt: ik ben er bijna. En dan moet je nog 6 hele zware kilometers in een soort van maanlandschap. Opgeven is geen optie, je moet door. Bovenop de top moest ik 20 minuten uithijgen, ik was nog nooit zo diep gegaan. Ik heb me heel vaak afgevraagd: hoe komen al die andere deelnemers toch boven? Echt veel respect, heel veel.”
Soort familie
Dit keer waren er 830 deelnemers. Samen haalden ze 2,1 miljoen euro op via het inschrijfgeld en sponsorbijdragen. Mathijs werd gesponsord door collega’s, vrienden en familieleden. Hij vertelt: “Al die honderden mensen samen voelen als een soort familie. Iedereen daar kent iemand die ALS heeft of aan de ziekte is overleden. Dat gemeenschappelijke maakt zo’n week bijzonder en ook een beetje beladen. Wat enorm veel indruk maakt, zijn de ALS-patiënten die samen met een kameraad mee naar boven fietsen op een elektrische tandem. Mensen zoals jij en ik, die ook onverwachts in een hele andere situatie zijn beland waarin niets meer vanzelfsprekend is.”
Vier het leven
Het thema van Tour du ALS is ‘Vier het leven’. Op het eerste gezicht een onverwacht thema voor een activiteit tegen een dodelijke ziekte. Maar Mathijs snapt het thema helemaal. “Iedereen is daar een held. Ieder op zijn eigen tempo en op zijn eigen manier, maar allemaal met hetzelfde doel. Samen sterk tegen ALS. We hebben die week ook vakantie gevierd. Of beter gezegd: het leven gevierd met ons gezin en onze vrienden. Ons zoontje Juul van 1 jaar was vaak het stralende middelpunt.”
Elkaars steun
De mooiste momenten voor Mathijs waren de gesprekken onderweg met de mede-klimmers. “Ja, die gesprekken kosten extra energie maar brengen je ook heel veel. Zo help je elkaar die berg op, je bent elkaar tot steun. Voor onze eigen groep was het bereiken van de top een bijzonder moment: 3 vrouwen en 3 mannen die het allemaal hebben geflikt om bovenop die kale hoge berg te komen. Echt prachtig. Ik ben altijd nieuwsgierig naar wat je allemaal kunt als je bereid bent ervoor te werken. Met focus en toewijding kun je ver komen en kun je jezelf verbazen. Dat hebben al die deelnemers die dag bewezen. En gevoeld.”
Mathijs werkt sinds 2017 bij Baanbrekers. Hij is manager Bedrijfsvoering & Control. De vraag ‘wat is jouw superkracht?’ vindt hij lastig. Na een tijdje nadenken zegt hij: “ik weet heel goed wanneer en waarvoor ik alles geef, maar ook wat ik daarvoor moet loslaten.’’
Bijzondere gesprekken op de Mont Ventoux
“Ik
weet heel goed wanneer en waarvoor ik alles geef, maar ook wat ik daarvoor moet loslaten.’’
Bibi & Bink
Nieuw in deze Juicher: de vrolijke cartoonhelden Bibi en Bink. Deze 2 laten zien dat helden niet altijd een cape dragen. Ze willen met hun humor, lef en unieke kijk op de wereld ons allemaal inspireren. Want echte helden? Die vind je gewoon in het alledaagse.
Steffie.nl: begrijpelijke informatie voor iedereen
Veel mensen vinden het lastig om ingewikkelde informatie te begrijpen. Denk aan regels over zorg, geldzaken, reizen of digitale diensten. Voor velen kan dit een extra grote uitdaging zijn. De website steffie.nl helpt om die drempel weg te nemen.
Stap voor stap
Op Steffie.nl worden moeilijke onderwerpen stap voor stap uitgelegd in eenvoudige taal, vaak ondersteund met beeld en geluid. Zo wordt informatie niet alleen toegankelijker, maar ook begrijpelijk en bruikbaar. Dit vergroot de zelfstandigheid, het zelfvertrouwen en de mogelijkheid om mee te doen in de samenleving.
Regelen bankzaken
Of het nu gaat om het werken met een DigiD, het regelen van bankzaken, het begrijpen van gezondheidsinformatie of uitleg over de verkiezingen: Steffie maakt het helder. Daarmee is Steffie.nl geen luxe, maar een noodzakelijke tool voor inclusie en gelijke kansen. Baanbrekers beveelt deze website dan ook van harte aan.
Heb jij ook een mooi verhaal?
Voor de Juicher en onze andere uitingen zijn we altijd op zoek naar mooie, leuke en interessante verhalen. Verhalen waarin mensen centraal staan. Dat kunnen verhalen zijn over succesvolle stappen naar werk, over iets wat je hebt geleerd of gedaan, over een zakelijk succes, over een mooie samenwerking of over een bijzondere ontwikkeling. Heb je een idee voor een verhaal? Deel het dan via communicatie@baanbrekers.org. Dan bekijken wij wat we met jouw verhaal kunnen doen.
Creatieve Lonneke kan haar ei kwijt in het naaiatelier
In haar vrije tijd maakt Lonneke Verhoof de mooiste schilderijen, muurschilderingen en tekeningen. Van haar creativiteit maakte ze uiteindelijk haar werk, want Lonneke stapte van een kantoorbaan over naar het naaiatelier.
Lonneke is een échte creatieveling. Ze volgde de vakopleiding Beschermings- en afwerkingstechnieken aan het Sint Lucas in Boxtel. Ze vond het vervolgens lastig om een baan in dit vakgebied te vinden. “In de huidige samenleving is weinig ruimte voor mensen zoals ik, die voor opdrachten gewoon meer tijd nodig hebben”, zo verwoordt Lonneke de obstakels die ze ondervond.
Kleurrijke schilderijen
Op zoek naar passend werk ging ze in 2007 voor het eerst van start bij Baanbrekers (toen nog WML). Er volgden meerdere jobs, waarna ze van 2014 tot 2023 bij Baanbrekers op kantoor werkzaam was. Regelmatig liet Lonneke ook haar creatieve kant zien. Zo maakte ze mooie wegwijs-bordjes voor het zomerse thema ‘strand’ en sierden meerdere van Lonneke’s kleurrijke schilderijen de kantine in gebouw 2. Ook maakte ze de muurschildering waarmee collega’s afscheid konden nemen van Gebouw 2 en de muurschilderingen in de speelgoedhoek van Twiddus.
Rustige werkplek
In 2023 stroomde Lonneke uit, maar door allerlei omstandigheden vond ze niet de baan die bij haar past. Wat nu? “Mijn trajectbegeleidster Rachelle Bhagwandin nam me mee op een rondleiding door Baanbrekers. Ik werd getriggerd door het naaiatelier. Niet meer achter de computer, maar creatief bezig zijn!”
“Ik was al handig met de naaimachine, ik leerde het van mijn moeder. Zelfs mijn (vouw)gordijnen maak ik zelf. Ik was dan ook blij dat ik in de zomer van 2023 van start kon bij het naaiatelier. Door ernstige oogproblemen moest ik na enkele maanden een stapje terug doen. Gelukkig kon ik een tijdje terecht bij Twiddus, waar ik me onder andere bezighield met het mooi presenteren van
artikelen en het uitzoeken van de herkomst van curiosa. Leuk werk, maar ik raakte er helaas overprikkeld. Sinds het voorjaar van 2024 ben ik weer volledig terug bij het naaiatelier. Hier heb ik een werkplek in een rustig, wat donkerder hoekje. Niet te veel licht en geluid om me heen, dat werkt voor mij het prettigste. In de pauzes ga ik altijd naar buiten, lekker even wandelen.”
‘Ik leef me graag uit’
“Binnen het naaiatelier houd ik me vooral bezig met het maken van samples voor nieuwe opdrachten en met opdrachten die technisch wat lastiger zijn. Geef mij een oud shirt, dan leef ik me graag uit en maak ik er iets moois van! Ik geniet van die creatieve ruimte. Want, in het naaiatelier kan ik echt mijn ei kwijt. Zelfs zodanig dat ik de laatste tijd minder schilder en teken. Maar, die hobby wil ik heel graag weer actiever oppakken!”
De superkracht van Lonneke: haar creativiteit en haar veerkracht om met nieuwe dingen te beginnen.
Koken met een hoofdletter K. Dat doen de medewerkers van Broikes, het cateringteam van Baanbrekers. “Elke werkdag zijn we druk in de weer met het maken van de lekkerste dingen voor onze eigen collega’s, voor gasten en voor externe opdrachtgevers”, vertelt werkbegeleider en Bourgondiër Mark de Man. Samen met praktijkbegeleider Patrick Fijneman begeleidt, stimuleert en ontwikkelt Mark een enthousiast team van ongeveer 20 medewerkers. “Het is mooi om te zien dat onze mensen elke dag nieuwe dingen leren. Die groei maakt mij trots.”
Sterrenklasse koken
Mark is een échte horecaman. “Na mijn koksopleiding heb ik een paar maanden gekeken of ik in de sterrenklasse kon koken. Koude gerechten, warme gerechten en patisserie op topniveau dus. Leuk om te doen, maar niet écht mijn pakkie-an. Ik merkte al snel dat mijn ambitie ergens anders lag. De ‘poespas’ bewaar ik liever voor als ik thuis aan het koken ben.”
Mark werkte in brasseries, restaurants, tapasbars en hotels. “Van simpel tot extreem luxe koken. Na 16 jaar in de horeca stapte ik over naar het traiteurvak bij Van Roessel in Waalwijk. Hier kon ik me verder specialiseren in soepen, sauzen en maaltijden. En die ervaring komt nu mooi van pas bij Broikes.”
Nieuwe stappen zetten
Broikes is een bijzondere cateringclub. “We leveren een breed palet. Denk aan broodjes, lunches, smoothies, desserts, salades en buffetten. Je kunt het zo gek niet bedenken of we zijn er wel voor in. Maar altijd met ons doel in het achterhoofd: het ontwikkelen van mensen om ze nieuwe stappen op de arbeidsmarkt te laten zetten. Hiervoor zijn we ook druk bezig met het opzetten van een mooie leerwerklijn. We willen mensen enthousiast maken voor het mooie horecavak. Bij ons kunnen ze veel leren, waardoor de kansen toenemen om buiten Baanbrekers aan het werk te gaan.”
Evenement cateren
De smaakmakers die bij Broikes werken, zorgen voor een heel mooi assortiment in het eigen bedrijfsrestaurant Bij Broikes. Ook komen ze in actie voor opdrachtgevers. “Zo hebben we voor Woonveste een mooi evenement in het Geerpark in Vlijmen mogen cateren. Er kwamen ruim 1.000 mensen op af. Wij zorgden onder meer voor borrelboxen, ijskoffie, suikerspinnen en gezond fruitwater. Een leuke klus om te doen. Net zoals het verzorgen van lunches voor het Truckfestijn en voor de stembureaus tijdens de landelijke verkiezingen. Of het cateren van de officiële opening van het nieuwe gebouw van Baanbrekers. Maar we komen ook graag in actie voor bedrijven. Denk hierbij aan hapjes, broodjes en lunches. We zijn zelfs bezig met het testen van zogenoemde overwerkmaaltijden.”
Lekkere en gezonde maaltijden Maaltijden voor medewerkers maakt Broikes al sinds begin 2025. “We zijn begonnen met een proef”, gaat Mark verder. “Maar al snel bleek het een enorm succes te zijn. Tot nu toe hebben we elke week andere maaltijden kunnen maken. Uiteraard kunnen we niet altijd een 6 gooien en ligt het aan je smaak of je het ook lekker vindt. Maar ik ben van mening dat we elke week lekkere en gezonde maaltijden aanbieden. Nu nog 2 keer per week en in de toekomst misschien 3 keer. De betaalbare maaltijden zijn erg populair bij al onze medewerkers. Elke week gaan er zo’n 150 tot 200 over de toonbank. Mooi dat we dit samen met ons Broikesteam voor elkaar krijgen!”
Mooie dingen doen
Hoewel Mark op en top een kok is, bevalt het begeleiden en ontwikkelen van mensen hem steeds meer. “Het voelt prettig om met onze mensen mooie dingen te mogen doen. Koken blijft leuk, maar het begeleiden vind ik steeds leuker. Het is mooi om mensen te zien groeien. Ze kunnen veel meer dan ze denken. We geven mensen vertrouwen. En we leren ze stapje voor stapje nieuwe dingen. Fouten maken mag, want daar leer je van. Sommigen vinden het smeren van broodjes al een hele klus. Ook deze mensen prikkelen wij om nieuwe dingen te proberen. Bijvoorbeeld soep maken, groenten snijden, meewerken aan de maaltijden. Ik zeg altijd: als je het niet probeert, weet je ook niet of je het kunt.”
Marks superkracht: mensen prikkelen om nieuwe dingen te doen!
Horeca in een bedrijf met kansen
Data beschikbaar maken voor het creëren van inzichten. Zodat je op basis van die inzichten goede data-gedreven beslissingen kunt nemen. Beslissingen waardoor medewerkers nog beter hun werk kunnen doen. Dat is in het kort het werk van Gerrit van Bommel. “Net als Lego bouwen of legpuzzels maken, maar dan anders”, lacht Gerrit.
Een organisatie als Baanbrekers slaat grote hoeveelheden data op, bijvoorbeeld in Suite en Compas Cloud. “Het is de kunst om die data te gebruiken in ons voordeel”, legt Gerrit uit. “Bijvoorbeeld data over ziekteverzuim, plaatsingen, contracten, personeelsverloop, uitkeringen en noem maar op. Als de kwaliteit van de data verbetert, ga je verbanden zien, kun je beter voorspellen en neem je betere beslissingen.” Business Intelligence Specialist heet dit mooie vak, kortweg BI.
Inzichten
Gerrit werkt bij Baanbrekers sinds 1 mei 2024. Hij is nu dus 1,5 jaar bezig met BI en in die periode kwam hij al tot enkele basisinzichten. “In de toekomst moet mijn werk ertoe leiden dat we binnen Baanbrekers nog betere beslissingen nemen op basis van goede data. Kunstmatige intelligentie (ai) en machine-learning gaan daarin een rol spelen. Die instrumenten kunnen alleen goed werken op basis van voldoende goede data. Mijn doel is een nog beter functionerende organisatie. BI is een middel om dat doel te bereiken én te onderhouden.”
Heel blij
Een paar eenvoudige voorbeelden: “Wanneer loopt een
VOG af of een contract? Die data hebben we in huis. Als je die goed sorteert, kun je ervoor zorgen dat er automatisch en op tijd een melding komt voor verlenging van die VOG of het contract. Wie komen wanneer in dienst? Met BI kun je op tijd de juiste medewerkers op de juiste manier in actie brengen. Dit zijn maar 2 simpele voorbeeldjes. Het is de bedoeling dat anderen beter kunnen werken door het werk dat ik doe. Als dat lukt, word ik heel blij.”
BI-man Gerrit van Bommel: ‘Blokjes sorteren voor goed bouwwerk’
Lego-stukjes
Het duizelt ons even. Begrijpen we echt wat Gerrit allemaal vertelt? Hij glimlacht: “Simpel gezegd vind ik het gewoon heel leuk om ingewikkelde puzzels op te lossen. Zoals een legpuzzel. Ook dan begin je met een ‘plastic zak vol data’ die je op een rij moet leggen. Een nog betere vergelijking is een bak vol Lego-stukjes: eerst sorteer je alle stukjes op kleur en formaat. Daarna kijk je wat je moet bouwen. Dat bouwen lukt alleen als je alle stukjes goed hebt gesorteerd.”
Verpakkingen
Gerrit is nog niet zo lang BI-specialist. Hiervoor was hij 15 jaar grafisch ontwerper en art director. Hij ontwierp bijvoorbeeld allerlei verpakkingen. Mooi werk, maar zijn creativiteit raakte op en hij leerde niks nieuws meer. Via zijn ontwerp-werk voor websites was hij al wel bekend met de data-wereld. “Ik vroeg me af: hoe kun je data gebruiken voor goede analyses? Interessante vraag! Via omscholing leerde ik snel meer en hoe meer ik leerde, des te zekerder werd ik van mijn nieuwe stap. De keuze voor Baanbrekers was logisch omdat ik mijn kennis graag inzet voor mensen. Dat vind ik interessanter dan in een commercieel bedrijf werken aan meer winst.” Gerrit vertelt het allemaal met enthousiasme en gedrevenheid. Toch loopt hij niet met zijn borst vooruit en vindt hij het prima om in alle rust zijn werk te kunnen doen binnen het team Automatisering. “Mooi team, fijne collega’s”, vindt hij.
Partnerschap met Sligro stap voor stap uitbouwen
Social Return on Investment. Kortweg SROI. Prachtige term! Maar wat betekent het? Het is een manier voor bedrijven om iets terug te doen voor de maatschappij, bijvoorbeeld werk creëren voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De samenwerking tussen groothandel Sligro en Baanbrekers staat bol van de SROI. Tijd voor een goed gesprek over deze mooie samenwerking.
SROI ligt vast in het contract tussen Baanbrekers en Sligro, in de vorm van een percentage van de omzet. Dat klinkt een beetje klinisch en juridisch. Maar in praktijk gaat het dieper dan een stuk papier met een paar handtekeningen. “Het gaat om echt partnerschap, een wisselwerking waarin we elkaar blijven vinden”, vertelt René van der Spank, projectcoördinator van Sligro. “We willen allebei een langdurige samenwerking. Tijdens die samenwerking houden we onze oren en ogen open voor kansen die ontstaan en proberen we te profiteren van elkaars kennis en netwerk.”
Groei
Aan de basis hiervan ligt de jarenlange samenwerking tussen Broikes en Sligro. Die samenwerking kon de afgelopen jaren groeien door de opmerkelijke groei die Broikes al enkele jaren doormaakt. Een groei in kwaliteit, personeelsomvang, vaardigheid, deskundigheid en omzet. Broikes is op die manier enorm gegroeid in de rol als partner waarmee Sligro graag samenwerkt. Het biedt Sligro betere mogelijkheden om het SROI, als percentage van de omzet, invulling te geven. “Tegelijk met die groei neemt ook de noodzaak toe om de samenwerking strakker te organiseren en vanuit partnerschap te gaan werken”, vertelt teamleider Mark van Wanrooij. “Daarover praten we voortdurend met elkaar. Open en eerlijk, als gelijkwaardige partners die elkaar respecteren.”
Snappen
Ivo Mulders, nationaal accountmanager van Sligro, knikt instemmend en vult aan:
“Voor beide organisaties geldt: we snappen elkaar. Het is een echte partnerschap waarin je van elkaar weet wat je wel en niet van de ander en van de samenwerking kunt verwachten. We denken daarin altijd in kansen voor beide partijen. Bij een familiebedrijf als Sligro zit dat automatisch in de organisatie.”
Training
Mooie woorden. Maar hoe ziet dat eruit in de praktijk? Sligro levert al een hele tijd allerlei spullen en ingrediënten aan Broikes. En keukenapparatuur via dochterbedrijf Bouter. Ondertussen kijken Sligro en Baanbrekers welke werkzaamheden onze medewerkers voor Sligro kunnen doen. Dat leidde al tot opdrachten voor dozen vouwen, snoepgoed inpakken, wijndozen vouwen, strooigoed in juten zakjes doen en flesjes stickeren. In het contract staan ook trainingsmogelijkheden. Zoals 10 medewerkers van Broikes die een training volgden in het ZiN Inspiratielab van Sligro. Daar leerden ze hun cateringvaardigheden verder aan te scherpen.
Enthousiasme
“Realisme is belangrijk in onze samenwerking”, vindt Ivo. “Wat willen we en wat kan? Stapje voor stapje de samenwerking uitbouwen blijkt de beste manier. In ons gezamenlijke enthousiasme willen we soms iets te hard of te veel. Dan maken we een pas op de plaats en passen we het tempo weer aan.” Daarbij zijn eerlijkheid en openheid naar elkaar heel belangrijk, vindt René: “Wij hebben een goede klik met de mensen bij Baanbrekers waarmee wij samenwerken. Zo’n klik maakt een goede samenwerking makkelijker.”
Het vinden van een baan die bij je past, kan voor velen een hele ‘attractie’ zijn. Vaak is er hulp bij nodig. Maar dat geldt misschien minder voor Ricardo van Dincten. “Ik heb gewoon op Google gezocht naar werk in mijn woonplaats Vlijmen. En toen kwam ik bij Attractieverhuur De Toren uit. Ik heb mijn telefoon gepakt en ze gebeld. Hoewel er toen geen vacature was, kon ik hier toch aan de slag. Uiteraard wel met steun van Baanbrekers.”
Ricardo gaat als de brandweer
Doorzetter met een rugzak
“We dachten dat Ricardo interesse had in een zomerbaantje”, vertelt Ward Schaveling, eigenaar van De Toren.
“Bij ons is het in de zomer namelijk altijd druk. Dan kunnen we extra handen gebruiken. Maar al snel bleek het bij Ricardo te gaan om meer dan een zomerbaantje. Hij is een enthousiaste doorzetter met een rugzak. We wilden hem graag een kans geven. Ook om iets terug te doen naar de maatschappij. We hebben toen met matcher Joost Verschuren van Baanbrekers afspraken gemaakt. Na een korte proefperiode hebben we Ricardo in dienst genomen. Inmiddels heeft hij een contract voor 1 jaar. En het bevalt ons allemaal erg goed. Zeker met de begeleiding en ondersteuning vanuit Baanbrekers.”
Nieuw bij Baanbrekers
Ricardo was nieuw bij Baanbrekers. Door een verhuizing kwam hij ‘over’ van WeenerXL in ’s-Hertogenbosch.
“Daar werkte ik als postsorteerder bij PostNL. Dat werk vond ik eigenlijk helemaal niet leuk en bij mij passen. Na mijn verhuizing ging ik daarom op zoek naar écht leuk werk. En dat heb ik gevonden bij De Toren. Hier werk ik nu 28 uur per week. Iedereen dacht dat ik vanwege mijn beschut werkenindicatie alleen binnen Baanbrekers kon werken, maar ik kan veel meer dan dat. En dat kan ik hier laten zien.”
Zeskampen en trekkertreks
De Toren in Vlijmen is 1 van de grootste exploitanten van
attracties. “Wij zijn vooral goed in grote evenementen voor de zakelijke markt in Nederland en België”, vertelt Emiel Schaveling, de tweede eigenaar van De Toren. “We doen van alles. Van zeskampen tot trekkertreks. En van kindervakantieweken tot festivals. De meeste attracties die wij leveren zijn opblaasbaar. Denk aan stormbanen en luchtkussens. Maar we leveren ook trampolines en bungeejumptoestellen. Je kunt het zo gek niet bedenken, of we hebben er wel een goede oplossing voor.”
Raad en daad
Hoewel Ricardo zijn baan bij De Toren zelf heeft gevonden, was er nog wel wat werk nodig voor de werkgever en Baanbrekers. “Samen met De Toren hebben we bekeken hoe we het werk voor Ricardo het beste konden regelen”, vertelt Olga Portier, jobcoach bij Baanbrekers. “De werkgever krijgt een loonkostensubsidie. Als jobcoach sta ik zowel Ricardo als de werkgever met raad en daad bij. En we hebben het aantal werkuren bepaald op 28 uur per week. Waarbij we kunnen schuiven met de werktijden. Wat bij Ricardo heel erg belangrijk is, is dat we hem af en toe afremmen. Hij wil te graag en te veel. Samen de balans zoeken is af en toe best een klus.”
Erg tevreden over Ricardo
Beide werkgevers zijn erg tevreden over Ricardo. Ward: “We zijn een klein en een groot bedrijf. In de winter zijn we met 3 man. Maar in de zomer hebben
bij De Toren
we 24 mensen rondlopen. Doordat we kleinschalig zijn, hebben we korte lijnen. De aansturing van Ricardo is dan ook direct. We merken het meteen als er wat is. En daar kunnen we direct op inspelen. Als het nodig is, is er overleg met Olga van Baanbrekers. Dat is een extra zekerheid. Samenwerken met anderen gaat hem goed af. Het is wel zo dat we wat vaker de opdracht moeten herhalen. Ook werken we graag met lijstjes. Op die manier gaat het bijna altijd goed. Ja, het kost wat extra begeleidingstijd, maar dat is het ons zeker waard.”
Rechterhand
Inmiddels hoort Ricardo er bij De Toren helemaal bij. Hij is in korte tijd de rechterhand van Ward en Emiel geworden. De werkzaamheden van Ricardo zijn heel divers. “Ik hou het magazijn netjes, maak springkussens en andere attracties schoon, help met het inladen en uitladen van de bussen en bakwagens, leg spullen klaar voor de evenementen en ga af en toe mee om evenementen op te bouwen. Het is allemaal leuk werk en ik heb het hier goed naar mijn zin.”
Afgestudeerd brandweerman
Hoewel Ricardo zich als een vis in het water voelt bij De Toren, heeft hij toch nog een droombaan. “Ik zou graag iets in de hulpverlening gaan doen. Bijvoorbeeld als boa, bij de politie of op de ambulance. Mensen helpen dus.” In zijn vrije tijd helpt hij nu al mensen. “Ik zit bij de vrijwillige brandweer in Vlijmen. Omdat ik alle
Van links naar rechts: Ward, Emiel, Olga en Ricardo.
‘manschappapieren’ heb, mag ik mezelf afgestudeerd brandweerman noemen. Erg mooi om dit naast mijn werk te doen. Ik heb wel de afspraak gemaakt dat ik alleen buiten werktijd kan worden ingezet.”
Megagrote natuurbrand
Brandweerman Ricardo komt regelmatig in actie. Ook tijdens de megagrote natuurbrand in de Loonse en Drunense Duinen begin 2025. “Als ik moet blussen of helpen, dan gaat dit vaak ten koste van mijn nachtrust. Dit kan wel effect hebben op mijn energie overdag. Gelukkig is De Toren een flexibele werkgever. Dus valt er altijd wel een mouw aan te passen. Als ik gemiddeld genomen mijn uren maar draai.”
Volwaardig meedoen
Flexibiliteit is volgens Ward en Emiel erg belangrijk als je mensen zoals Ricardo in dienst neemt. “Niet elke werkgever kan of wil zo flexibel zijn. Wij vinden dat flexibiliteit van 2 kanten moeten komen. Samen zoeken we telkens de balans. En samen werken we aan een goede relatie met elkaar. We willen graag dat Ricardo gewoon volwaardig meedoet met ons werk. Het is hierbij erg belangrijk dat je oog en oor hebt voor zijn verhaal. En dat je dingen bespreekbaar houdt en snel kunt schakelen. Wij vinden dat jongens als Ricardo gewoon een kans verdienen om zich te bewijzen. En met dat bewijzen zit het bij hem wel goed.”
Succes komt niet vanzelf. Daar moet je wat voor doen.
Praktijkbegeleider Maikel van der Donk heeft een druk leven. Om te ontspannen en zijn hoofd leeg te maken, doet hij aan biljart. In zijn dagelijks leven bij Baanbrekers stimuleert hij ‘zijn’ medewerkers om stappen te zetten en om steeds beter te presteren. Dit is hem zelf ook niet vreemd, want Maikel stimuleerde zichzelf om erg goed in zijn ‘spelletje’ te worden. Hoewel goed niet de lading dekt. De beste, want Maikel is al 2 jaar lang Nederlands Kampioen.
Werken aan de toekomst
Bij werkgevers als Breman, Thermaflex, Lightronics en DP World is Maikel vaak te vinden. “Mijn werk als praktijkbegeleider is echt hartstikke leuk. Ik heb de vrijheid om het zelf in te vullen. Het is erg leuk om samen met kandidaten en medewerkers te werken aan de toekomst. Bij al mijn projecten werken we met een mooie mix van medewerkers vanuit de sociale werkvoorziening, kandidaten vanuit de Participatiewet en talenten met de indicatie Nieuw Beschut Werken. Het werken met deze mix aan mensen werkt erg goed. Je ziet dat mensen elkaar omhoogstuwen en het beste uit zichzelf naar boven laten komen. Het is erg mooi om dit te mogen begeleiden.”
Maikels superkracht: buiten de kaders denken om in kaders te spelen.
Veel moeilijker
Met biljarten haalt Maikel het beste uit zichzelf naar boven. “Ik heb niet veel met snooker of poolen. Mijn sport is gewoon biljart in het algemeen. En kaderen in het bijzonder. Hoewel ik al 35 jaar met de keu in de weer ben, speel ik pas een jaar of 8 in de Nationale Kadercompetitie. Dat is een bijzondere vorm van biljart. Het gaat niet om driebanden of libre. Het is veel moeilijker. Om hier goed in te worden, moet je echt creatief buiten de kaders kunnen denken. En je denken kunnen omzetten in goede stoten.”
Plaatsen, herplaatsen en series maken
Bij het kaderbiljart is de biljarttafel verdeeld in 9 vakken. “In elk vak mag je maar 2 caramboles maken. Dat wil zeggen dat dat je met de speelbal de twee andere ballen raakt. Het komt continu aan op plaatsen, herplaatsen en series maken. Eigenlijk is het dus een meer technische variant van de biljartsport. Een moeilijke variant waar ik gek op ben.”
65 teams in 8 poules
Maikel speelt in teamverband. “Ik speel bij Carambole Rumpt, dat is een club in de buurt van Geldermalsen. In mijn directe woonomgeving zijn er namelijk niet veel teams die op een hoog niveau spelen. ”Het team van Maikel zit in de top van Nederland. “We spelen met z’n 4-en in een poule. De hele competitie in Nederland bestaat uit 65 teams in 8 poules. Uiteindelijk gaat de finale om 4 teams. En ons team zit vaak in de finale. Afgelopen
jaar werden we voor de tweede keer op rij Nederlands Kampioen. In het seizoen 2025-2026 willen we voor de triple gaan. De kans zit er zeker in dat we dit halen.”
Succes van het team
Het team van Maikel is erg goed. “Wel leuk om te beseffen dat de afzonderlijke kwaliteiten van de leden van een team zorgen voor het succes van het team. Dat is ook zo bij de teams van Baanbrekers die ik mag begeleiden.” Maikel merkt dat andere teams extra gemotiveerd zijn om van zijn team te winnen. “Wij zijn de top van Nederland. Dus is iedereen erop gebrand om ons te verslaan. Dat zorgt voor een extra motivatie voor ons om het nog beter te doen.”
Mix van motivatie, talent, oefening en materiaal
Goede resultaten krijg je door een mix van motivatie, talent, oefening en materiaal. “Ook in het werkzame leven is dat het geval. Successen komen niet vanzelf. Daar moet je wat voor doen. Wat betreft materiaal, heb ik een heel mooie keu laten maken. Eentje die precies bij me past. Wat betreft samenstelling en gewichtsverdeling is-ie voor mij perfect in balans. Het zwaartepunt heb ik graag aan de achterkant. Daardoor heb ik veel meer controle aan de voorkant. En dat helpt om op het groene laken mooie prestaties neer te zetten. Zoals het behalen van het Nederlands Kampioenschap.”
Blije Manon werkt met veel plezier in het naaiatelier
Manon Hazenberg is al meer dan 15 jaar een bekend gezicht binnen Baanbrekers. Sinds ze bij het naaiatelier werkt, zit ze eindelijk helemaal goed op haar plek.
Manon, je straalt van oor tot oor! Dat was weleens anders… “Ja, dat klopt. Het gaat goed met me. Hier zit een véél blijere Manon, die met veel plezier naar het werk gaat! Dat heeft wel even geduurd. Ik heb eerder onder andere in de cleanroom gewerkt en bijna tien jaar inpakwerk gedaan bij Vero Sweet Presents. Het werk bij Vero was best leuk, maar 40 uur per week was veel te veel voor me. Ik had vaak migraine en meldde me dan ziek. Ik werd overgeplaatst naar binnen, waar ik om- en inpakwerk kreeg en veel minder uren werkte. Helaas vond ik het vreselijk, ik zat er écht niet op mijn plek. Ik kreeg steeds meer last van migraine, kreeg hyperventilatieaanvallen en ik ging elke dag met buikpijn naar mijn werk. Steeds vaker meldde ik me ziek, totdat de bedrijfsarts zag dat het echt niet ging. Ik kreeg de opdracht om goed na te denken welk werk wél bij me zou passen. Intussen was ik begeleid gaan wonen. Mijn begeleidster gaf de tip om eens een kijkje te nemen bij het naaiatelier.”
Was dat de Gouden Tip?
“Ja, ik was meteen enthousiast over het naaiatelier. Wel vroeg ik me af hoe ik het zou vinden om samen te werken met het team”, zegt Manon. “Maar, vanaf dag 1 is iedereen ontzéttend aardig, lief en behulpzaam. Ik voelde me meteen heel erg welkom in het naaiatelier! Ik mocht 2 dagen meelopen en heb vervolgens een paar maanden proefgedraaid. In 4 maanden tijd ben ik maar 1 dagje ziek geweest. Dat zegt wel iets.”
De superkracht
van
Manon: creatieve dingen maken waar andere mensen blij van worden.
Wat maakt het naaiatelier zo’n fijne plek voor jou?
“Het is een kleine groep, met allemaal lieve mensen. De lijntjes zijn kort en ik heb een heel fijn contact met de werkbegeleiders. Ik kan goed met ze praten. En het werk is erg leuk. Ik ben een bezige bij en ben graag creatief bezig. Het is echt leuk om dingen te maken waar anderen blij van worden. En ik vind het leuk om van iets ouds weer iets nieuws te maken.”
Ben je altijd al creatief geweest?
“In mijn vrije tijd ben ik altijd bezig. Met diamond painting maak ik kaarten, ik maak luiertaarten of treintjes als er een baby wordt geboren, ik vind het leuk om te werken met klei… Ook knutsel ik elk jaar kerstcadeautjes voor mensen die me begeleiden en van verjaardagscadeautjes probeer ik altijd iets leuks te maken. Ik verzamel ideeën op Instagram en Pinterest en ga dan aan de slag. Ik ben wel een Pietje Precies en heb weinig geduld, maar ook daarin leer ik nog.”
Je proefperiode bij het naaiatelier zat er afgelopen zomer op. Wat nu?
Manon steekt juichend haar armen de lucht in: “Ik wil hier héél graag blijven werken! “Ik doe nu nog vooral voorbereidend werk, zoals het knippen van stoffen. Af en toe oefen ik al op de naaimachine, maar we starten met een stappenplan om me op te leiden. Ik ga voortaan op vrijdagmiddag werken in plaats van ’s ochtends, zodat Jannie tijd heeft om me van alles te leren. Daar heb ik veel zin in, zodat ik volledig mee kan draaien. Ik ben best trots op mezelf dat ik heb doorgezet.”
In het gebouw van Baanbrekers biedt ASVZ dagbesteding aan mensen die extra begeleiding nodig hebben. Eén van de deelnemers is Dennis van de Mierden (46). Twee dagen per week werkt hij hier met hout. Dat doet hij met veel plezier. En héél veel talent.
“Dennis kan net wat meer uitdaging aan dan anderen”, vertelt begeleider Madeleine Roll. “Daarom mag hij op maandag en vrijdag met hout werken in de hobbyhoek. Daar staat een werkbank. En er liggen houten platen, verf en zaagjes. Op de andere dagen doet hij inpakwerk.”
Van een ober tot puzzels
Dennis is blij met die mogelijkheid. Op school vond hij houtbewerking al leuk om te doen. En nu maakt hij de mooiste dingen. Zoals een levensgrote figuur van een ober met een dienblad in zijn hand. Zo’n figuur zie je vaak bij restaurants, bij de ingang. Hij maakt ook houten bordjes met Disney-figuren, om ergens op te hangen of neer te zetten. En helemaal speciaal: hij maakt houten puzzels. “Dan kies ik eerst een mooie tekening uit”, legt hij uit. “Die plak ik dan op een houten plaat. Daarna zaag ik elk stukje uit. Eén voor één.” Hij doet dat allemaal met een handzaagje. Daar komt geen elektrisch gereedschap aan te pas. “Hij is daarin een echte uitblinker”, vindt Madeleine.
48 stukjes
Soms krijgt Dennis ook een echte opdracht. Zoals laatst. Toen kwam iemand van Baanbrekers hem vragen om vier puzzels te maken. Elk met 48 stukjes. Die waren nodig voor een cursus. Dennis ging meteen aan de slag. En leverde 4 prachtige puzzels af. Binnenkort begint hij met een ander spannend project: een houten snoepautomaat. Daar heeft hij zin in. “Het is een surprise die Madeleine aan haar vriend gaat geven. En ik help haar daarmee”, vertelt hij trots.
Glinsterende kunstwerken
Thuis doet Dennis iets heel anders in zijn vrije tijd: diamond painting. Daarbij plak je kleine diamantsteentjes op een plaat met allemaal vakjes. Elk vakje heeft een letter, cijfer of symbool. Zo weet je welk steentje waar moet komen. “Ik werk daar heel vaak aan. Soms tot diep in de nacht.” Hij heeft al veel mooi glinsterende kunstwerken gemaakt. Met een stoere tijger, een schattige puppy en een sierlijk elfje. Hij heeft zelfs een grote familiefoto omgezet in diamantsteentjes. “Dat is heel precies werk”, zegt hij. “Met een speciaal pennetje kun je de steentjes oppakken en opplakken. Maar ik doe het anders: ik gebruik een pincet. Dan wordt het nóg netter.” Dennis maakt zijn diamond paintings niet alleen voor zichzelf. Ook zijn familie heeft kunstwerken van hem aan de muur hangen.
De hobbyhoek roept Elke vrijdag liggen het hout en de zaagjes weer klaar. En is de hobbyhoek bij ASVZ weer voor Dennis. “Als ze me zoeken, ben ik daar te vinden”, lacht hij.
Dennis werkt met hout. En hoe!
Wil je zien wat Dennis allemaal al heeft gemaakt? Hij laat het graag zien. Want van elke creatie maakt hij een foto met zijn telefoon.
Dier laten stralen alsof
Vraag mensen naar hun grote wens en je hoort vaak: een wereldreis, of een huisje in Frankrijk. We vroegen het ook aan werkbegeleider Mercedes Thunnissen.
“Mijn grote wens? Een wasbeer opzetten.
Dat zijn mooie eigenwijze dieren. Dat zou voor mij een mooie en spannende uitdaging zijn.”
Dat moeten we even uitleggen. De grote hobby van Mercedes is dieren opzetten. Met een duur woord: taxidermie. Ze trekt veel bekijks als ze in de gang bij Aanpakkers enkele werkstukken laat zien. Hoe begint zo’n bijzondere hobby? “Ik had thuis een terrarium met wandelende takken en kevers. Hele mooie diertjes maar ze leven niet zo lang. Het viel me op hoe mooi ze bleven na hun dood. Ze drogen helemaal in en verliezen niets van hun schoonheid. Vooral de prachtgevers bleven na hun dood prachtig glanzen met indrukwekkende smaragd-kleuren. Dat vond ik bijzonder. Ik heb toen zo’n kever mooi neergezet in een baklijstje. Een soort ingelijst kunstwerkje.”
Vlinders
Vanaf toen wist ze het zeker: een overleden dier kan nog steeds heel mooi zijn. Haar volgende stap was een paar grote vlinders. Die kocht ze op een markt, met de vleugels gesloten. “Thuis maakte ik ze voorzichtig vochtig. Zo kon ik langzaam maar zeker de vleugels weer openen en laten zien in al hun pracht en praal. Mooi vastgemaakt op een tak en onder een glazen stolp. Ik maakte zo’n kunstwerkje voor vrienden en kreeg daar complimenten voor. Dat stimuleerde mij.”
‘Mijn superkracht is dat ik met veel zorg en respect werk. Ik geef dieren op een liefdevolle manier een nieuw leven, zodat hun schoonheid zichtbaar blijft en een stukje natuur behouden wordt.’
het nog leeft
Geduld
“Toch bleef ik twijfelen”, vervolgt Mercedes. “Ik dacht: ik ben hier niet geschikt voor. Want dieren opzetten is veel werk, vraagt veel geduld en is als hobby te duur. Dat klopte deels. Ja, het is veel en geduldig werk en ja, materialen en appraten kosten best veel. Maar als persoon bleek ik wel degelijk geschikt. Het geduld breng ik makkelijk op. Ik geniet ervan om stapje voor stapje naar een mooi eindresultaat te werken. Dat verraste me. Dat heeft waarschijnlijk te maken met mijn grote respect voor dieren, ook dode dieren. Ik wil zo’n diertje net zo mooi maken als toen het nog leefde.”
Verkopen
Veel materialen zijn best duur, zoals de looistoffen voor het prepareren van een dierenhuid. Ook borstelmachientjes voor het reinigen van een huid zijn niet goedkoop. Verder koopt Mercedes regelmatig kunstoogjes van glas en kunstlichaampjes van houtwol of pu-schuim. Dat kan ze betalen door af en toe een werkstuk te verkopen. Ze staat ook op beurzen voor mensen met bijzondere hobby’s.
Houding
“Kunstlichamen die ik koop, hebben een vaste vorm. Als
ik ze zelf maak, bepaal ik zelf de houding. Ik kies altijd een natuurlijk houding uit respect voor het dier. Ik werk nu aan een vossenpup. Het lichaampje van houtwol, het kopje van pu-schuim. Daar overheen span ik de schoongemaakte huid en zet die vast met pinnetjes. Lijm is vaak niet nodig, de huid droogt in en blijft na enkele weken in de vastgezette vorm. Tijdens dat werk gaat het diertje steeds meer op zichzelf lijken. Dan voel ik me blij en trots. Al mijn werk komt voort uit mijn liefde voor de dieren.”
Volle glorie
Voor de duidelijkheid: alle dieren waarmee Mercedes werkt, zijn verongelukt of stierven een natuurlijke dood. Zoals een grote blauwe mannetjespauw. “Mijn mooiste werk tot nu toe”, lacht ze. “Die overleed na een ziekte en was op het eind heel mager. Nu straalt hij weer in volle glorie. Bij ons thuis, want die verkoop ik nooit.” En na een korte pauze: “Steeds meer mensen weten ervan. Ik word steeds vaker benaderd, vaak vanuit taxidermie-groepen op Facebook. Ik doe dit pas anderhalf jaar, maar de complimenten die ik krijg, bevestigen dat ik op de goede weg ben.”
Benieuwd naar de werkstukken van Mercedes? Je vindt haar op Instagram onder de naam Cedies creations.
De vanvisitekaartjes Baanbrekers
Wie bij Baanbrekers binnenstapt, kan als eerste oog in oog komen te staan met Rianne van Vliet en Darrin Haurissa. Met hun collega’s vormen zij voor veel bezoekers het gezicht van de organisatie. Rianne als receptioniste, Darrin als beveiliger. 2 mensen, 1 welkomstdesk en 1 gedeelde missie: zorgen dat iedereen zich welkom voelt.
Een warm welkom
“De meeste mensen komen hier met een verhaal”, vertelt Darrin. “We verwelkomen zakelijke bezoekers en andere relaties. Maar we zijn er ook voor de cliënten die op de dienstverlening van Baanbrekers zijn aangewezen. Bij deze groep merk je vaak wat spanning of emotie.” Rianne knikt instemmend: “Een kopje koffie, een zitplek, een vriendelijk woord doen dan vaak wonderen.” Samen met collega’s Isabel en Maria zorgt Rianne ervoor dat de receptie draait als een geoliede machine. “We zijn de visitekaartjes van Baanbrekers. En die rol nemen we serieus.”
Nieuw pand, nieuwe energie
Sinds de verhuizing naar het nieuwe gebouw van Baanbrekers is er veel veranderd. “Het is hier opener, rustiger en overzichtelijker’”, zegt Rianne. “Onze bezoekers voelen zich sneller en meer op hun gemak.” Darrin merkt het ook: “De zichtlijnen zijn goed, je ziet elkaar. Dat geeft een gevoel van veiligheid. En dat maakt mijn werk als beveiliger een stuk prettiger en gemakkelijker.”
Een sterk duo
Rianne en Darrin vullen elkaar goed aan. “We leren van elkaar”, zegt Rianne. “En we zorgen ervoor dat alles soepel verloopt.” Van gasten ontvangen tot het aannemen van telefoontjes, van het bestellen van kantoorartikelen tot het aanvullen van enveloppen en kopieerpapier; het hoort er allemaal bij. Darrin loopt daarnaast zijn rondes door het gebouw. “Zo leer ik veel collega’s kennen. En dat maakt het werk nog leuker.”
Een verhaal achter elke bezoeker
Darrin heeft een passie om mensen te helpen. “Als mens vind ik het prettig om op een bepaalde manier te worden aangesproken. Zo doe ik het ook bij een ander. Ik behandel altijd iedereen gelijk. Als iemand boos is, dan is het onze taak om voor kalmte te zorgen. Eigenlijk maakt het niet uit wie er binnenkomt, we willen er altijd voor zorgen dat de sfeer goed is. Dat is belangrijk voor de collega’s die met zo iemand in gesprek moeten.” Rianne vult aan: “Als mensen geïrriteerd zijn, is er altijd een achterliggende reden. Meestal is het een reactie op iets wat er is gebeurd of juist niet is gebeurd. Of dat er iets niet duidelijk is.”
Mail checken
Bijzondere momenten zijn er genoeg. “Regelmatig komen er mensen terug om ons te bedanken”, vertelt Rianne. “Soms komen ze alleen voor een kop koffie. We hebben ook ‘vaste klanten’ die regelmatig langskomen. Dat zijn mensen die hun mail komen checken of iets willen printen. Ook statushouders maken regelmatig gebruik van de computer.”
Veel zaken gedigitaliseerd
Het valt het welkomstdeskduo op dat het sinds de coronatijd rustiger is geworden. Veel zaken zijn gedigitaliseerd, dus kan er ook meer vanuit huis worden geregeld. Bijvoorbeeld via MijnInkomen, ons digitale cliëntenportaal. “Maar digitaal is niet voor iedereen gemakkelijk. Het komt dus voor dat we voor hulp bij digitale zaken doorverwijzen naar de Bibliotheek. Daar zit namelijk een Informatiepunt Digitale Overheid.”
Rianne’s superkracht: sfeer maken. Darrins superkracht: mensen tot kalmte brengen.
Drukste dagen
De dinsdagen en de donderdagen zijn de drukste dagen voor Rianne en Darrin. “Dan is het echt druk hier”, gaat Rianne verder. “Ook de momenten waarop cliënten kunnen bellen, zijn voor ons een soort van spitsuur. Maar dat maakt het werken juist zo leuk. Wat ook grappig is, is dat we heel veel verschillende personen aan onze welkomstdesk krijgen. Soms spreken ze geen Nederlands. Dan communiceren we met handen en voeten. En als we er echt niet uitkomen, gebruiken we een vertaalmachine. Maar die werkt niet altijd even goed. Dus zoeken we ook regelmatig een collega die de taal wel beheerst. We denken hierbij dus ook altijd in oplossingen.”
Ons ‘eiland’
Sommigen vragen zich af of een receptie nog wel nodig is. Darrin is duidelijk: “Ons ‘eiland’ is een herkenbare plek midden in de front office van Baanbrekers. Mensen weten waar ze moeten zijn. Dat geeft rust en duidelijkheid.” Rianne vult aan: “Het enige nadeel van werken in de front office is dat we collega’s minder vaak zien. Zij komen namelijk via de personeelsingang binnen. Maar in het bedrijfsrestaurant maken we dat goed. Daar leer je elkaar echt kennen.”
De pieper hangt altijd aan de broekriem van onze collega Marvin Doreleijers (schoonmaker in BaLaDe). Als de pieper afgaat, weet Marvin: er is een persmelding vanuit de brandweer, ambulance of politie in Waalwijk. Met zijn fotocamera gaat hij zo snel als hij kan op pad om de 112-helden vast te leggen.
Marvin, hoe lang ben je al actief als 112-fotograaf?
“Sinds 2006. Ik ging altijd op meldingen van de brandweer af. Gewoon, uit interesse. Totdat ik me bedacht: ‘ik ben er nu toch, dan kan ik net zo goed foto’s maken’. Zo ben ik in 2006 begonnen. Eerst maakte ik alleen foto’s van de brandweer, later ook van de politie en ambulance.”
Waar kwam jouw interesse vandaan?
“Mijn opa had een kristal-scanner. Dat was een kastje met kristallen, die meldingen opvingen van de politie, brandweer en ambulance. Als er een melding binnenkwam, gingen er lampjes branden. Opa beluisterde die meldingen en ik vond het allemaal hartstikke interessant. Opa deed zijn kristal-scanner aan mij cadeau. Later werd deze techniek vervangen door een handscanner, die overal mee naar toe kon. Ik kocht natuurlijk zo’n handscanner en ook een boek met alle codes van de hulpdiensten in ons land. Mijn opa luisterde alleen. Zo begon het bij mij dus ook, maar na een tijdje besloot ik te gaan kijken. Als er een melding kwam, sprong ik op mijn fiets. Hup, er achteraan!”
Heb je nog steeds een scanner?
“Nee. Tegenwoordig gebruiken de hulpdiensten en de meldkamer het C2000-systeem. Dat systeem is zo geautomatiseerd dat er meteen een persalarm uitgaat als er iets gebeurt. Ik krijg dat persalarm binnen op een pieper. Op het schermpje van de pieper lees ik wat voor melding het is. Brand of een ongeval met letsel,
bijvoorbeeld. Ook staat er een aanduiding van de locatie. Grotestraat Waalwijk, bijvoorbeeld. Géén huisnummer, dat mag niet meer in verband met privacy. Of A59, bij hectometerpaaltje X.”
Wat gebeurt er met jouw foto’s?
“Ik lever de foto’s aan bij lokale nieuwsmedia. Brabants Dagblad, Waalwijk.Nieuws.nl, Weekblad Waalwijk. Soms vraagt de politie foto’s bij mij op voor hun onderzoek. Ik ben namelijk vaak als 1 van de eersten aanwezig. Mijn foto’s geven dan een goed beeld van de situatie. Ook verzekeringsmaatschappijen vragen weleens foto’s op. En zelfs nabestaanden van een verkeersslachtoffer melden zich af en toe. Ze zitten vol vragen, willen weten wat er precies gebeurd is. Foto’s kunnen dan helpen bij de verwerking.”
Als 112-fotograaf zie je veel akelige dingen. Hoe ga je daarmee om?
“Het klinkt misschien gek, maar ik ben eraan gewend geraakt. Zo kwam ik nog niet zo lang geleden vrijwel als eerste aan bij een locatie. Er was iemand aangereden en die persoon leefde niet meer. De aanblik was niet prettig en de politieagent die als eerste arriveerde, trok zelfs wit weg. Ik heb snel een deken uit mijn auto gepakt om het slachtoffer af te schermen, ook voor mensen die nietsvermoedend langsreden. Je wilt toch niet dat bijvoorbeeld een kind zoiets per ongeluk ziet? Ik vergeet die beelden niet, maar kan het gelukkig goed van me af zetten.”
Marvin is 112-fotograaf in Waalwijk
Hoe leg je zulke nare situaties dan vast als fotograaf?
“Het gaat om nieuwsfoto’s die een beeld moeten geven van wat er is gebeurd. Privacy staat altijd voorop. Het is niet verplicht, maar ik maak kentekens bijvoorbeeld altijd onleesbaar. Ook mensen breng ik niet of in elk geval niet herkenbaar in beeld. Ik heb een perskaart en de politie kent me goed, dus ze weten hoe ik met foto’s omga.”
Beland je zelf weleens in een onveilige situatie?
“Gelukkig vrijwel nooit. Wel heb ik eens meegemaakt dat de politie waarschuwingsschoten moest lossen. Ik werd ingeseind dat ik weg moest.”
Met een pieper op zak kom jij vast wel eens als eerste aan?
“Ja, dat gebeurt wel eens, als ik al in de buurt ben. Ik kijk dan eerst of ik kan helpen. Dat gaat altijd vóór op het maken van foto’s. Dan regel ik bijvoorbeeld het verkeer of zorg ik ervoor dat een slachtoffer wordt afgeschermd. Ook heb ik al vaak mensen gereanimeerd. De hulpdiensten komen dan na afloop naar me toe om te vragen hoe het met me gaat en om me te bedanken.”
De foto op bladzijde 63 is gemaakt door Marvin. Kijk voor meer foto’s op zijn website: www.brandweer112.nl.
Hoeveel foto’s heb je in al die jaren al gemaakt?
“Bijna 50.000! Ik laat geen melding schieten, ik ga áltijd kijken. Weer of geen weer, ook ’s nachts. Het aantal meldingen in de nacht valt trouwens heel erg mee. De meeste meldingen zijn gewoon overdag.”
Leveren de foto’s je veel geld op?
“Het is een hobby, die me eigenlijk alleen maar geld kóst. Ik krijg een kleine, vaste vergoeding per maand. Maar daar kan ik de apparatuur niet van betalen, hoor. Niet erg, want ik hoop dit nog heel lang te blijven doen.”
Maak je wel eens andere foto’s?
“Nee! Portretfoto’s, trouwfoto’s, foto’s van de natuur: dat is niks voor mij. Het gaat om mijn interesse voor de hulpdiensten. Waarbij ik een brand het mooiste vind om vast te leggen.”
CEVA en Baanbrekers bouwen aan inclusieve toekomst: ‘Samen laten we talent werken’
De samenwerking startte klein maar groeide gestaag. CEVA zag de potentie van de medewerkers van Baanbrekers. Het is een mooi voorbeeld van hoe we samen werk anders kunnen organiseren; inclusief, mensgericht en met oog voor ontwikkeling. “Die samenwerking is niet alleen gegroeid in het aantal medewerkers. Er is ook echt partnerschap ontstaan”, vertelt area director Bart de Man. “Een hechte samenwerking met veel ruimte voor individuele groei van de mensen.”
Ontwikkelen en groei
Bij CEVA werken op dit moment 27 medewerkers van Baanbrekers. Dat doen ze op 3 locaties: het BRC (bol retourencentrum), het BFC (bol fulfilmentcenter) en bij de facilitaire afdeling. Hier krijgen de mensen met een begeleidingsbehoefte de kans om volwaardig mee te doen. “Het is een betrokken groep talenten die echt onderdeel is van de organisatie”, zegt operations manager Ricardo Zijl. “Ze dragen ons shirt met trots en laten elke dag zien wat ze kunnen. Het is een stabiele groep met weinig verloop, dat zegt alles.”
Opleiden en begeleiden
CEVA en Baanbrekers zijn van plan om op termijn te starten met korte en praktische maatwerkopleidingen voor de medewerkers van Baanbrekers. Bart de Man licht toe: “We vinden het belangrijk dat ze nieuwe kennis en vaardigheden opdoen die direct toepasbaar zijn in hun werk. Het motiveert, laat mensen nog beter hun werk doen en maakt ze breder inzetbaar. En het is natuurlijk leuk om te werken aan je ontwikkeling. Dat zorgt voor extra plezier in je werk. Ook investeert CEVA in begeleiding: meerdere leidinggevenden volgden een zogenaamde Harrie-training waarin ze leerden hoe ze medewerkers van Baanbrekers nog beter kunnen ondersteunen. Dit versterkt niet alleen de samenwerking, maar vergroot ook de maatschappelijke impact.”
Helemaal op hun plek
Veel medewerkers hadden al diverse werkplekken voordat ze bij CEVA kwamen. “Hier zitten ze echt op hun plek,” weet Ricardo. “We stimuleren iedereen om te ontdekken wat ze nog meer kunnen en willen. Bijna iedereen groeit door en doet na een tijdje veel meer dan bij de start. Dat hoor je ook terug van familie en vrienden tijdens rondleidingen, medewerkers vertellen er vol trots over.”
Erkenning en perspectief
De medewerkers die bij CEVA werken, hebben het goed naar hun zin, merkt Bart. “We scoren een medewerkerstevredenheid van dik boven de 80 procent. We zien onszelf als een werkgever waarbij je voortdurend aan jezelf kunt werken. Dat dragen we graag uit. Kijk maar eens op onze werkvloer: 90 procent van de leidinggevenden
hebben we hier zelf opgeleid.” Bart spreekt over de ‘reis van de medewerker’: mogelijkheden voor opleiding, loopbaanontwikkeling en groei binnen een groot logistiek bedrijf. “Niet zomaar mensen ‘erbij plakken’, maar kansen en mogelijkheden willen bieden aan alle lagen en onderdelen van de samenleving. Dat is gewoon goed werkgeverschap.”
Extra medewerkers
In 2026 is op de werkvloer plek voor nog eens 80 tot 100 extra medewerkers. En wat CEVA betreft komen die medewerkers voor een deel van Baanbrekers. Ook streeft het bedrijf ernaar om medewerkers van Baanbrekers echt over te nemen en in loondienst te krijgen. Bart: “We bekijken hoe we dat het beste kunnen doen met zo min mogelijk zorgen voor alle betrokkenen. Ondertussen blijven we ons afvragen: Waar kunnen we elkaar nog meer gaan vinden in de hele keten?”
Samen verder bouwen
De samenwerking tussen CEVA en Baanbrekers gaat nog verder. Onlangs bezochten 8 engineers van CEVA het magazijn en de verpakkingsafdeling van Baanbrekers om processen te optimaliseren. Ricardo was erbij en benadrukt graag het nut van zo’n uitwisseling: “Samen stappen zetten naar het optimaliseren van werkprocessen. Verspilling tegengaan, efficiëntie verhogen en kwaliteit verbeteren. Het was een inspirerende en waardevolle ochtend die zeker een vervolg krijgt. Zo’n initiatief versterkt onze samenwerking. Er liggen volop kansen om onze samenwerking te intensiveren en om samen verder te bouwen aan een inclusieve arbeidsmarkt.”
Naimo: van Startpunt naar schoonmaakheldin
Naimo Kheyr (48) is geboren in Somalië en woont in Kaatsheuvel. Ze heeft vijf kinderen. Afgelopen jaar kwam ze naar het Startpunt, want ze wilde graag werken. Al na 1 dag zei Helene van der Linden, de werkbegeleider op het Startpunt: “Deze dame weet van aanpakken.” En daarna ging het snel: nog diezelfde week begon Naimo bij de schoonmaakafdeling van Baanbrekers in Waalwijk.
Zelf blijft Naimo bescheiden. “Ik houd van schoonmaken”, vertelt ze. “Ik vind het fijn als alles fris en schoon is. Zoals de toiletten en de gang.” Op de schoonmaakafdeling doet ze nu werkervaring op. Ze hoopt dat ze straks een gewone baan krijgt, misschien wel dichter bij huis.
‘Laat maar komen!’
Tijdens haar Startpunt-periode leerde Naimo veel mensen kennen. Zoals Marloes Hijdra. Zij is diagnosecoach bij Re-integratie, Participatie & Inkomen. Zij kijkt onder meer of mensen kunnen starten met werken. “Bij Naimo zagen we meteen: zij was er klaar voor”, vertelt Marloes. “Ze was keurig op tijd hier. Ook was ze vrolijk, vriendelijk en enthousiast.” Ze belde direct Robert Kuijs op. Hij is werkbegeleider bij de schoonmaakafdeling. ‘Heb jij een plek voor Naimo om werkervaring op te doen?’ vroeg Marloes hem. Robert hoefde niet lang na te denken: “Als iemand zó gemotiveerd is: laat maar komen!”
En zo ging het. Na 1 gesprek mocht Naimo er al beginnen.
Stofzuiger, mop en doekjes
In het begin werkte ze samen met een Somalische collega. Die hielp haar met de taal. “Maar ik versta nu al steeds beter Nederlands”, zegt Naimo. “Spreken vind ik nogwel lastig.” Toch laat ze zich daardoor niet tegenhouden. Elke dag verschijnt ze stipt op tijd op het werk om bij Baanbrekers schoon te maken.
Dan gaat ze meteen met de stofzuiger, de mop en microvezeldoekjes aan de slag.
Vlek wég!
Alles is fris en netjes als Naimo is geweest. Zelfs vlekken op een tafel waar ze toevallig langsloopt, maakt ze meteen schoon. “Da’s vies,” vindt ze. En dan hup, één beweging, vlek verdwenen. Precies zoals een echte schoonmaakheldin dat doet.
Schoonmaakwerk is leuker dan je denkt!
Werkbegeleider Robert Kuijs:
“Schoonmakers doen belangrijk werk. En het is veel leuker dan je denkt.”
Dit is waarom:
• Schoonmaken is makkelijker dan vroeger “Je werkt tegenwoordig met lichte spullen, zoals moppen met verstelbare aluminium stelen.”
• Geen chemische middelen meer
“Dat is beter voor je huid en je krijgt minder snel last van allergische reacties.”
• Geen gesjouw met emmers “Doekjes komen al vochtig uit een speciale wasmachine. Uitwringen is niet nodig en dat is fijn voor je polsen, armen en schouders.”
• Je ziet meteen resultaat “Alles is weer fris en netjes!”
Pauze op een bankje
Siebe Reitsma (61) heeft net wat prullenbakken leeg gemaakt als hij op een bankje in Kaatsheuvel even pauzeert. Vlak bij hem staat een elektrisch wagentje met laadbak. Die is van het bedrijf Vebego Groen. Daar is Siebe gedetacheerd als groenmedewerker. “Vandaag mag ik er voor het eerst mee rijden”, zegt hij. Hij is zelf ook een beetje verrast. “Leuk dat ik dat gewoon mag doen bij Vebego. Niet dat ik de vaste chauffeur ben hoor. Maar als er iemand ziek is, weten ze nu dat ik ermee op pad kan.”
Siebe werkt sinds september 2025 bij Vebego Groen. Hij onderhoudt het groen in straten en plantsoenen. Dat doet hij samen met een groep collega’s. “Een fijne ploeg”, vindt hij. “Heel behulpzaam.” En dat is andersom ook: elke dag haalt hij met de auto een collega op. “Hij moet anders op de fiets en dat is best ver. Vooral in het donker. Taxi Siebe noemen ze me”, lacht hij.
Een voet die niet meewerkt
Zes jaar geleden kreeg Siebe problemen met zijn linkervoet. De zenuwen zijn daar kapot gegaan. Daardoor kan hij niet lang lopen of staan. Hij draagt nu een speciale schoen. Ook doet hij werk dat niet te zwaar is. “Ze houden bij Vebego goed rekening met mij”, vertelt hij. “Ze vragen altijd of het lukt. Dat is fijn.”
Wist je dat:
• Siebe 2 raskatten heeft?
Ze heten Noor (6 jaar) en Bertje (16 jaar).
• de vrouw van Siebe een bloementuin begon in de moestuin van haar ouders?
“Die is vlakbij ons huis. Maar ik onderhoud die niet hoor, dat is haar afdeling”, lacht Siebe.
• Siebe en zijn vrouw hun huis landelijk hebben ingericht, met veel spulletjes van vroeger? “Oude meuk”, noemt hij dat grappend. “Daar houden we heel erg van.”
Een lange loopbaan
Siebe was 21 toen hij bij een hoveniersbedrijf begon. Hij hoort het zijn vader nog zeggen: ‘Mooi bedrijf jongen, daar kun je tot je pensioen blijven werken.’ Maar het liep anders. Na 25 jaar ging dat bedrijf failliet. Siebe ging verder bij de Gemeente Breda, tot 6 jaar geleden. “Toen begonnen de problemen met mijn voet. Via de sociale werkvoorziening van Breda kreeg ik werk als conciërge op een basisschool. Hartstikke leuk. Maar omdat ik in Sprang-Capelle woonde, viel ik eigenlijk buiten het Bredase werkgebied. Na een tijdje moest ik overstappen naar Baanbrekers in Waalwijk. Dat vond ik jammer, want ik had het erg naar mijn zin.”
Vrolijk aan het werk
Toen Siebe via Baanbrekers op zoek ging naar nieuw werk, wist hij het meteen: hij wilde weer naar buiten. Zo kwam hij terecht bij Vebego Groen. Vijf dagen per week gaat hij op pad om het groen te onderhouden, zwerfafval op te ruimen en prullenbakken leeg te maken. En altijd goedgemutst. “Vrolijk naar het werk en lachend weer thuis. Dat heb ik van mijn vader meegekregen.”
Meer vrouwen welkom in cleanteam CEVA Logistics
“Ik kom vrouwen ronselen!”, lacht Ilse van Helvoirt (54) in haar felrode T-shirt van CEVA Logistics. Ze werkt nu ruim 3,5 jaar in het ‘cleanteam’ bij CEVA, als een van de weinige vrouwen in een echt mannenteam. Er is ruimte voor uitbreiding. Liefst met enkele vrouwen. “Mooi werk in een fijn team. Dames, meld je aan!”
“Begrijp me niet verkeerd”, zegt Ilse. “We hebben een leuk team. Maar ik hoor nu bijna alleen maar mannenpraat. En die mannen zijn vaak ook best rustig en serieus. Stel je voor dat er bijvoorbeeld 2 vrouwelijke collega’s bij komen, daar is werk genoeg voor. Dan komt er ook ruimte voor meer vrouwenpraat, voor dingen die je niet met mannen bespreekt. En voor wat extra vrolijkheid. Een voorbeeld? Ach, je weet wel. Gewoon af en toe en beetje gekkigheid, een keer lekker meezingen met de radio. Dat soort dingen.”
Elkaar helpen
En voor het werk zelf? Zou ook daarvoor een vrouwelijke uitbreiding goed zijn? “Hmm, ik denk het wel”, vindt Ilse na even nadenken. “Vrouwen hebben van nature toch wat meer gevoel met het echte poetswerk. Mannen vegen en ruimen wel en dat doen ze ook goed. Maar na een tijdje zijn ze het beu en gaan ze toch een beetje brommen. Met meer vrouwen in het team kunnen we elkaar beter helpen.”
Stevig doorwerken
Ilse begon in 1996 bij de afdeling Schoonmaak van Baanbrekers. Vier jaar later stapte ze over naar de Cleanroom. Daar had ze vele jaren allerlei functies, totdat ze in 2017 bij Verpakken aan de slag ging. Ook daar deed ze met veel plezier allerlei soorten werk. Begin 2020 stroomde ze door naar Broikes en had ze het ook daar prima naar haar zin. Nu zit ze alweer ruim 3,5 jaar in het cleanteam bij CEVA Logistics. “We werken stevig door. Dozen snijden, plastic opruimen, vloeren vegen, trappen schoonhouden, zorgen dat er niks in de weg ligt. Prima werk, hoor. En belangrijk. Als wij een paar dagen niks doen, wordt het voor iedereen een onwerkbare rommel.”
Fijne collega’s
Werken in het cleanteam bij CEVA is werken in een van de leukste projecten van Baanbrekers. Daarvan is Ilse overtuigd. “Het werk is prima, je hebt fijne collega’s, je doet belangrijk werk en je bent lekker in beweging. Tijdens een werkdag bij ons zet je zo’n 15.000 tot 20.000 stappen, dus je blijft lekker fit.”
Administratief
Sinds een tijdje doet Ilse ook wat licht administratief werk, zoals urenregistratie. Daar vroeg ze zelf om. Ze is er blij mee want ze wil altijd nieuwe dingen blijven leren. Hoe haar toekomst er uit ziet, vindt ze een lastige vraag.
“Ooit nog eens iets doen met mijn opleiding verkoop? In een supermarkt misschien? Maar voorlopig heb ik het prima naar mijn zin in het cleanteam. Zeker als er een paar vrouwen bij komen.”
Schrappen en schuiven tot het gedicht af is
“Gedichten schrijven vind ik fijn om te doen. Dan vliegt de tijd voorbij en kan de wereld om me heen ontploffen.” Aan het woord is Rob Ossewaarde, medewerker administratie IO & RPI. Hij schrijft al sinds zijn schooltijd en anderen mogen daarmee kennismaken. Zoals het gedicht dat hij schreef voor de kaderbijenkomst van RPI op 9 oktober.
Teamleider Rachelle vroeg hem om dat gedicht te schrijven. Het werd een bijzondere uitdaging, vertelt Rob. “Als basis kreeg ik een lap droge tekst over IDU: instroom-doorstroom-uitstroom. Lastig! Totdat ik bedacht om het te verbouwen tot 5 haiku’s. Dat is een Japanse dichtvorm van drie regels, met een vast aantal lettergrepen per regel: 5-7-5. Volgens mij was dat best geslaagd.”
Jacques Perk
“Op de middelbare school had ik een paar fanatieke docenten Nederlands. Die brachten het vak mooi en lieten me kennismaken met allerlei schrijvers. Vooral dichter Jacques Perk maakte toen indruk op me. Hij schreef prachtige sonnetten. Maar ook Louis Couperus, Willem Elsschot en Herman de Coninck. Het boek ‘Het Gouden Ei’ van Tim Krabbé was mijn eerste echte kennismaking met literatuur. Dat boek en die docenten vergeet ik niet meer.”
Leeslijst
Tijdens zijn middelbare schooltijd was ook de Balkan-oorlog en dat greep Rob behoorlijk aan. Daar gingen zijn eerste gedichten over. “Op de leeslijst voor school mochten wij toen 1 eigen werk zetten. Dat vond ik heel bijzonder en stimulerend. Na de middelbare school werd ik een keer genomineerd bij een dichtwedstrijd in het Belgische Westerlo. Fijne bijeenkomst én een bevestiging dat ik op de goede weg was.”
Kritisch
“Ik schrijf puur voor mezelf”, vervolgt Rob. “Zeker in de eerste jaren wilde ik mijn gedichten met niemand delen. Ik ben heel kritisch op mijn werk en veel van mijn gedichten zijn heel persoonlijk. Het zijn niet zomaar sinterklaasrijmpjes. Bijna alles wat ik door de jaren heen heb geschreven, heb ik bewaard. Ik doe er weinig mee, maar het voelt goed dat ik het nog heb.”
Fijne groep
Rob was lange tijd actief in DichterBijWaalwijk. Dit is een groep dichters, creatievelingen en taalliefhebbers die regelmatig bij elkaar komt. “Een mooie en fijne groep van schrijvende mensen”, vindt Rob. “In de coronatijd viel de groep een beetje uit elkaar. Erg jammer. Ik schreef in die tijd een gedicht voor een overleden collega-dichter van ongeveer mijn leeftijd. Ik voelde dat dat moest. Via de groep belandde dat gedicht bij zijn ouders. Die vonden het erg mooi en dat deed wel wat met me.”
Pen en papier
“Ik schrijf nog steeds. Niet heel vaak. Maar soms borrelt er iets in me op en dan ga ik er goed voor zitten. Gewoon met pen en papier, dat vind ik nog steeds fijn werken. In het verleden schreef ik best vaak sonnetten. Een klassieke dichtvorm van 14 regels, dat bood me kennelijk houvast. Nu schrijf ik minder in vaste vormen, ik kan de taal nu beter naar mijn hand zetten. Mijn toon en onderwerpen zijn nu ook minder zwaarmoedig. Soms gaat het best vlot, soms blijf ik lang hangen op 1 woord. Hoe dan ook, het is altijd veel en vaak schrappen en schuiven totdat het helemaal klaar is.”
Publieksprijs
De bekende schrijver Leon de Winter is een oud-leerling van de middelbare school van Rob, het Willem van Oranje College in Waalwijk. Toen Rob daar zat, stonden de boeken van Leon in de schoolbibliotheek. “Dat vond ik mooi, dat wilde ik ook met mijn dichtkunst. Later liet ik dat idee los. Maar mijn gedichten staan nu wel in 6 of 7 bundels van DichterBijWaalwijk. In Waalwijk won ik 2 keer de publieksprijs tijdens Nationale Gedichtendag. Daar ben ik best een beetje trots op.”
Judo en het werk bij Baanbrekers hebben op het eerste oog niets met elkaar te maken. “Maar als je met wat creativiteit kijkt, dan zie je allerlei overeenkomsten”, vertelt praktijkbegeleider
Patrick Blom. “Zowel bij judo als bij Baanbrekers gaat het om teamwork, in beweging zijn, meedoen, ontwikkelen en weerbaar worden.”
Ontwikkeling van medewerkers
Patrick werkt sinds 1994 bij Baanbrekers. “Ik ben begonnen op het bedrijfsbureau als werkvoorbereider voor de metaalafdeling. Dat werk heb ik lange tijd gedaan. In 2010 stopten we met de metaalafdeling. Toen maakte ik de overstap naar de wereld van verpakken en samenstellen. Ik werd leidinggevende op 1 van de afdelingen. Tegenwoordig mag ik me als praktijkbegeleider bemoeien met de ontwikkeling van medewerkers. Erg leuk werk, dat ook veel voldoening geeft.”
Stappen zetten
In zijn werk kijkt Patrick naar de mogelijkheden van mensen. “Het doel is om iedereen op die plek te krijgen die het beste bij hem of haar past. Ik kijk hierbij naar wat iemand kan, wat iemand wil. Hierbij komt het aan op stimuleren en enthousiasmeren. Mensen kunnen vaak veel meer dan dat ze denken. Zeker als ze wat verder kijken dan hun neus lang is. Dat geldt bijvoorbeeld voor handvaardigheid. Niet iedereen is even handig als het gaat om het werken met 2 handen. Maar dat kunnen we oefenen. Dan word je er vanzelf beter in, waardoor je kansen groeien op werk dat nog beter bij je past. Het is altijd mooi om te zien welke stappen mensen kunnen zetten.”
Veel wedstrijden
Stappen zetten, is bekend voor Patrick. Als kleine jongen begon hij bijna 50 jaar geleden aan judo. En hij maakte de ontwikkeling door van ‘broekie’ tot ervaren judoka. “Inmiddels heb ik de zwarte band, vijfde dan. Dat vind ik wel voldoende. In het verleden heb ik veel wedstrijden gejudood, maar daar ben ik mee gestopt. Ik deed mee aan het Zuid-Nederlands Kampioenschap in Den Bosch. Net voor mij zag ik een wedstrijd waarbij iemand z’n knie brak. Dat was voor mij reden genoeg om met wedstrijdjudo te stoppen. Ik wil langer met mijn knieën doen.”
Judo en Baanbrekers hebben overeenkomsten
Judoleraar
Zijn kennis en ervaring deelt Patrick nu graag met zijn leerlingen. “De leden van de judoclubs in de regio kennen elkaar bijna allemaal. Zelf judo ik bij de Kaatsheuvelse Eerste Judoclub. Maar ik geef les bij de judoclub ZSV Zidewinde in Sprang-Capelle. Aan onze club werd in 1990 gevraagd of er iemand tijdelijk les zou kunnen geven. De judoleraar was daar namelijk gestopt. Ik wilde het wel zo lang opvangen. Maar aan dat opvangen kwam nooit een einde. Dus ben ik nog steeds de judoleraar in Sprang-Capelle. Een leuke klus, die me ook veel energie geeft.”
Valtechnieken voorkomen ellende
Patrick geeft les aan 3 groepen. “Kinderen van 6 tot 9, kinderen van 10 tot 12 en ‘kinderen’ tot 86 jaar. In totaal ben ik hier zo’n 3 uur per week mee bezig. Daarnaast judo ik ook zelf nog wel een uurtje of wat in de week. Gewoon om in conditie te blijven. Mijn oudste leerling is 86. Deze judoka wilde ermee stoppen omdat hij zich te oud vond. Maar leeftijd hoeft bij judo geen rol te spelen. In principe kan iedereen meedoen. Bovendien is het voor een 80-plus ser altijd erg goed om valtechnieken te oefenen. Dat kan gebroken heupen en andere ellende voorkomen.”
Struikelen over plastic zak
Zelf heeft Patrick ooit eens een mooie valtechniek in de praktijk gebracht. “Ik liep over het parkeerterrein bij de Albert Heijn in Kaatsheuvel. Met een mooi hupje wilde ik over een plastic zak heen springen. Helaas bleef mijn voet in die zak steken, waardoor ik struikelde en een val maak te. Binnen een tel maakte ik een mooie koprol, vloog door de lucht en stond ik weer overeind. Niks aan het handje dus, behalve een deukje in mijn ego.”
Hobby voor iedereen
Judo is volgens Patrick een hobby voor iedereen. “Vind je het leuk om te stoeien en om de uitdaging te zoeken, dan is judo iets voor jou. Het is een tactisch spel, waarbij techniek, inzicht en doorzettingsvermogen belangrijk zijn. Het is een individuele teamsport, want je kunt nooit in je eentje judoën. Je bent vaak met een vast groepje bezig, dus je leert elkaar ook goed kennen.”
Houten klaas
Patrick vindt het mooi om te zien hoe kinderen door judo veranderen. “Soms komen ze binnen als houten klaas of als schuchter vogeltje. Door judo werken ze aan hun lichaam, hun conditie, hun evenwicht en stabiliteit. Hierdoor bouwen ze zelfvertrouwen op. Ook leren ze samen spelen en omgaan met winnen en verliezen. Wederzijds respect hoort er uiteraard ook bij. En het is verder mooi meegenomen dat je lichaamsbewustzijn en je ruimtelijke oriëntatie door judo verbeteren. Judo is met andere woorden ook erg goed voor je grijze cellen in je bovenkamer.”
Cinthia de Wit werkt 3 dagen per week in ons kringloopwarenhuis Twiddus. We spraken haar kort voor de verhuizing naar het nieuwe gebouw.
Wat doe je precies bij Twiddus?
“Ik ben gestart bij de inname van goederen. De kleding die in zakken bij ons wordt ingeleverd, controleerde ik. Ik keek bijvoorbeeld of er geen knopen ontbraken of gaten in zaten. Leuk werk, maar na een tijdje stapte ik over naar de winkel. Eerst heb ik boven gewerkt, bij de kleding. Tegenwoordig werk ik beneden, in de winkel en ook achter de kassa. Maar, als het nodig is, spring ik boven nog wel eens bij.”
Je hebt dus al veel gezien en gedaan bij Twiddus. Wat vind je het allerleukste werk?
“De kassa! Het is gezellig om daar klanten te helpen en een praatje te maken. Uit mezelf stap ik niet zo makkelijk op mensen af, maar achter de kassa gaat dat vanzelf. Zeker omdat je de vaste klanten een beetje leert kennen. Daarnaast vind ik het werken in de winkel beneden sowieso leuk. Er is van alles te koop en ik vind het fijn om alle spullen netjes en zo mooi mogelijk neer te zetten. Ook het uitzoeken van sieraden vind ik erg leuk om te doen.”
Cinthia heeft veel zin in de nieuwe plek
van Twiddus
De superkracht van Cinthia: alle spullen zo netjes en mooi mogelijk presenteren.
Alles mooi neerzetten: ben je graag creatief bezig?
“Ja! Twee dagen per week ga ik naar een creatieve dagbesteding. Daar doe ik van alles. Schilderijen maken en werken met papier maché. Ook thuis vind ik het leuk om creatief bezig te zijn. Schilderen op nummer bijvoorbeeld.”
Shop je zelf wel eens bij Twiddus?
“Soms wel, maar ik weet niet meer precies wat ik heb gekocht. Vooral kleding vind ik leuk. Ik houd van kleur en ook wel van bling-bling. Er moet ‘iets’ aan zitten, anders vind ik het maar saai!”
Op het moment deze Juicher verschijnt, werk jij al in de nieuwe winkel. Wat vind je van de verhuizing?
“Daar heb ik wel zin in. Een nieuwe plek, een nieuwe stap! Toen de winkel nog bijna leeg was, heb ik er gestofzuigd en dus goed rond kunnen kijken. Het gebouw ziet er mooi uit en de winkel is echt heel mooi ingericht. Alles nieuw, dat is ook fijn. Want in de oude winkel is alles echt oud.
Het zal wel even wennen zijn. Want ik vind het best fijn dat we op de oude locatie een eigen plekje hebben tijdens de pauze. In het nieuwe gebouw is het veel drukker. Maar, ik ben ook wel benieuwd naar het bedrijfsrestaurant. Ik heb er al een keer iets gehaald, lekker!”
Twiddus behaalt Keurmerk Kringloop Nederland
Twiddus, het leukste kringloopwarenhuis van de Langstraat, heeft het Keurmerk Kringloop Nederland behaald. Dit keurmerk van de Branchevereniging Kringloop Nederland (BKN) is een erkenning voor de professionele, transparante en maatschappelijk betrokken manier van werken door het kringloopwarenhuis van Baanbrekers. Het keurmerk is op donderdag 20 november 2025 officieel uitgereikt door Merel van Sliedregt van de BKN.
Kwaliteitsmanagement
De eisen van het Keurmerk Kringloop Nederland zijn gebaseerd op ISO 9001:2015. Dit is een internationale norm voor kwaliteitsmanagement.
Het Keurmerk Kringloop Nederland staat voor:
• Het voeren van een transparante en integere bedrijfsvoering.
• Het op een professionele manier werken volgens vastgestelde kwaliteitsnormen.
• Het bieden van werkgelegenheid aan mensen met een begeleidingsbehoefte.
• Het leveren van een actieve bijdrage aan de circulaire economie.
Teamprestatie
“Door het keurmerk maken we duidelijk dat we bij Twiddus serieus werk maken van duurzaamheid, circulariteit, ontwikkeling en inclusieve deelname aan werk”, vertelt teamleider Jochen Meulenbroeks. “Het behalen van het keurmerk was echt een teamprestatie. Iedere afdeling van Baanbrekers heeft hier direct of indirect een bijdrage aan geleverd. En ook daar ben ik erg trots op.“
Op de foto boven wordt het keurmerk door Merel van Sliedregt uitgereikt aan Jochen Meulenbroeks.
Goed werk door goede koffie (en thee)
Bij Baanbrekers draait het om mensen. Samen zorgen we ervoor dat mensen leren, werken en groeien. Bij alles wat er bij Baanbrekers wordt gedaan, is er 1 constante: koffie. En niet zomaar koffie. Goede koffie. Mariëlle Kipping speelt hierbij een belangrijke rol. Zij zorgt ervoor dat gasten en medewerkers kunnen genieten van koffie, thee en chocolademelk. “En dat doe ik graag!”
Meteen verkocht
Mariëlle noemt zichzelf de ‘koffiedame’. Ruim 26 jaar geleden begon ze als schoonmaakmedewerker. “Dat werk heb ik heel lang gedaan. Ik vond het erg leuk, maar het werd op een gegeven moment te zwaar voor mij. Ik had vaak last van mijn rug en was regelmatig ziek. Ook bleek ik het prikkelbare darm syndroom te hebben. Samen met mijn leidinggevenden van toen is gezocht naar nieuw werk. Lichter werk dat beter bij mij past. Nu 3 jaar geleden mocht ik aan de slag met het schoonhouden en aanvullen van de koffieautomaten bij Baanbrekers. En ik was meteen verkocht. Wat een leuk werk is dat!”
Goede zin
Haar vriend zegt regelmatig dat Mariëlle tegenwoordig zo vrolijk is. “Dat was vroeger wel anders. Maar nu ga ik met goede zin naar mijn werk en ik kom met goede zin thuis. Ik ben een echte koffieleut en dit werk past dan ook erg goed bij mij.” Elke dag is Mariëlle druk in de weer met alle koffieautomaten. “Bij Baanbrekers staan er behoorlijk wat. Het leukste en het fijnste zijn de bonenautomaten. Die zorgen ook voor de lekkerste koffie. Het schoonmaken en onderhouden van de nieuwe automaten van Orange Blend is erg fijn. Veel fijner dan de automaten die we eerst hadden.”
Eens per week een ‘grote beurt’
Elke dag krijgen de automaten een ‘kleine beurt’. “Schoonmaken, afvalbak legen, spoelen, bijvullen van de bonen, de toppings en de chocolademelk, aanvullen van de bekers. Dat soort werk”, vertelt Mariëlle. “Eens per week doe ik een ‘grote beurt’. Dan worden echt àlle onderdelen nagelopen en gereinigd. Als er problemen zijn met de automaten probeer ik het eerst zelf op te lossen. Als dat niet gaat, dan roepen we er de mensen van onze leverancier Orange Blend bij. We kunnen het namelijk niet hebben dat onze gasten en collega’s zonder koffie, thee en chocolademelk komen te zitten.”
“Werk past perfect bij mij”
Mariëlle is onderdeel van het team van Broikes. “En dat is een superteam. Ik ben meteen opgenomen in de groep en heb het er écht naar mijn zin. Het werk past perfect bij mij. Het voelt goed om op mijn manier te mogen bijdragen aan het werk van anderen. Want het is een feit dat je beter werkt met een goed kopje koffie, thee of chocolademelk. Het is goed voor je humeur, je energieniveau en je concentratie. En het is goed om elkaar beter te leren kennen. Want de koffieautomaten zijn toch een beetje het sociale hart van Baanbrekers. Ik merk dat zelf ook als ik met het onderhoud bezig ben. Mensen komen spontaan een praatje maken en geven mij dan ook vaak een complimentje over mijn werk. En dat voelt natuurlijk altijd fijn!”
Mariëlle’s superkracht: mensen beter laten werken door goede koffie!
Baanbrekers opent nieuwbouw
Verhuizing voltooid
Baanbrekers ging van 4 verouderde gebouwen naar 1 moderne nieuwbouw. Afgelopen zomer was de nieuwbouw klaar en verhuisden al bijna alle bedrijfsonderdelen. Alleen kringloopwarenhuis Twiddus bleef om praktische redenen nog even op de oude plek, een stukje rechts van de nieuwbouw. Maandag 3 november 2025 opende Twiddus de splinternieuwe winkel in de nieuwbouw. Daarmee was de verhuizing van Baanbrekers volledig voltooid en werd het tijd voor de officiële opening.
Met een feestelijk ‘druk-op-de-knopmoment’ heeft Baanbrekers haar nieuwe gebouw officieel geopend. Dat gebeurde donderdagmiddag 20 november 2025 door bestuursvoorzitter Thom Blankers, directeur Ad van Oudheusden en de medewerkers Hannelore van Cromvoirt, Jeffrey Vos en Refiga Oztürk.
Kwaliteitshuis
Directeur Ad van Oudheusden prees iedereen, van binnen en buiten Baanbrekers, die op een of andere manier een rol heeft gespeeld in de totstandkoming van de nieuwbouw. Dat de medewerkers zich snel thuis voelden, zegt volgens hem veel over de kwaliteit van het proces en het gebouw. Bestuursvoorzitter Thom Blankers sprak over een kwaliteitshuis dat de medewerkers verdienen: “Baanbrekers staat midden in onze gemeenschap. We zijn trots op een pand dat symbool staat voor een organisatie met slagkracht en korte lijnen. Allemaal ontzettend gefeliciteerd, samen zijn we Baanbrekers!”
Cijfers en letters
In deze Juicher staan natuurlijk veel letters, woorden, zinnen en alinea’s. Hoog tijd voor wat cijfers over 2025 (let op: hier zie je de stand van zaken van half november 2025). We hebben wat getallen voor je verzameld.
We detacheerden 166 mensen bij andere werkgevers.
29 ASVZ-medewerkers doen bij ons arbeidsmatige dagbesteding.
471 mensen waren in 2025 bezig met hun inburgering.
Er zijn in 2025 52 cursussen, opleidingen, trainingen gevolgd.
We maakten ruim 6.000 tassen in ons naaiatelier.
Onze helpdesk behandelde 4.227 meldingen.
We hielpen 249 opdrachtgevers met ons werk.
Bij ons zijn 686 medewerkers in dienst.
133 mensen zijn in groepen gedetacheerd bij andere werkgevers.
223 mensen brachten we aan het werk.
1.602 mensen ontvangen van ons een bijstandsuitkering.
We smeerden en verkochten 42.908 broodjes.
We knapten73 fietsen op (en repareerden veel fietsen van collega’s).
We zamelden ongeveer 900.000 kilo textiel in.
We ontvingen ruim 6.100 poststukken en we verstuurden ruim 29.500 brieven.
Bij Baanbrekers praten we graag over beweging. Soms is het echter slim om even niet te bewegen en even je adem in te houden. Bijvoorbeeld als je een foto maakt van lokale helden in actie. 112-fotograaf Marvin Doreleijers trekt er graag op uit om met zijn camera heldendaden in beeld te brengen. Hij maakte deze foto. Je ziet brandweermannen aan het werk om de brand bij onze ‘buren’ te blussen. Het oude Nederlands Leder- en Schoenenmuseum stond in lichterlaaie. De brandweer deed er alles aan om de vlammen te doven. Echte helden dus. Zonder cape.