Kapel gezocht
15.000
Zoekt u mee?
Het is wellicht nog nooit berekend, maar zou het kunnen dat Vlaanderen en Brussel aan de wereldtop staan qua kapeldichtheid? Een woord dat ongetwijfeld niet bestaat, maar dat wel op zijn plaats is. In een regio met iets meer dan driehonderd gemeenten zouden er vlot 15.000 kapellen staan. Waarbij in z ouden de twijfel zit. Want er z ouden er veel meer kunnen zijn. En wat vreemd is: hoe meer je ermee bezig bent, hoe meer je er ziet.
Rondrijdend viel het fotografe Myriam Rispens op en stilaan rijpte in haar het idee om er werk van te maken. Haar werk: een documentaire in foto’s van al die grotere, kleinere en nog veel kleinere kapelletjes die langs onze wegen staan. Op straathoeken, in parken, onder afdakjes, aan gevels van gewone huizen en boerderijen, zomaar in het veld of langs drukke steenwegen. In alle Vlaamse provincies en in Brussel.
In dit boek zitten we in de auto naast de fotografe. Ze kijkt rond, fotografeert en wij, kijker, nemen de verwondering in ons op. Uniform zijn ze niet, geloof heeft weinig bouwvoorschriften. Wat telt is de bescherming tegen regen en koude, dat er wat plaats is voor Onze-Lieve-Vrouw, het kruis van Christus of een heiligenbeeld. Voor kaarsen meestal ook en voor intenties, dankbetuigingen, foto’s van dierbaren. Ze hebben de mooiste namen. Ze heten Muneskapel, Peutevinkapel, Onze-Lieve-Vrouw van de Zielen van het Vagevuur, Onze-Lieve-Vrouw van den Tuimelaar of natuurlijk gewoon Onze-Lieve-Vrouw van Bijstand.
Bij al die kapellen horen verhalen, dat kan haast niet anders, de verhalen erachter zijn de bestaansreden van al de kleine en grote bouwwerken. Ze werden gebouwd om slachtoffers van de oorlog te herdenken, doodgeboren kinderen, de overwinning op de pest. Ze werden gebouwd na een inspirerende reis naar Fatima of Lourdes. Ze werden gebouwd als deel van een historische ommegang, omwille van
devotie of gewoon uit dankbaarheid voor verkregen leven, gunsten en andere mysteries. Maar wat hen bindt, is dat ze meestal opgetrokken werden door gewone mensen. Los van de kerk. Ze werden met eigen centen betaald, ze werden versierd en ze worden tot vandaag in ere gehouden. Er komen bloemen bij. Meer kaarsjes. Onderhouden door gewone mensen. De bouwers heten Rémi, Delphina of Filips. Ze staan in tuinen, op industrieterreinen of achter dancing ‘Willy’s Moustache’.
Zo rijden wij nu rond, met de fotografe, links en rechts kijkend naar dat landschap dat door al die kapellen en kapelletjes en soms door heuse Lourdesgrotten wordt bepaald.
Maar kijk goed naar de titel van dit boek, ‘Kapel gezocht’, dat kan gerust dubbel vertaald worden. Ontstaan uit een fascinatie voor al die bouwsels, werd de zoektocht naar nieuwe kapelletjes en de ontdekking ervan, bijna een missie om de veelheid en de verscheidenheid in beeld te brengen. Ter inventarisatie en ter bewaring voor volgende generaties. Wat tientallen of soms honderden jaren bestaat, mag niet
verloren gaan. In beeld, in verhaal en, liefst, in gebouw. Ter herinnering. Vasthouden wat er nog is.
Maar in dit boek staan geen 15.000 kapellen, stel u voor, geen boekenkast zou dat gewicht kunnen dragen. Gelukkig leven we in een digitaal tijdperk. En daar maken we graag gebruik van, want er bestaat geen betere plek om traditie en toekomst te verenigen. Om het tijdelijke, het soms aftakelende, of het soms nog-net-niet-terzielengegane toch te vereeuwigen, is een digitale toekomst een wapen tegen de tijd. Vooral willen we u, de lezer, uitnodigen om onze beweging mee uit te dragen, en mee aan onze digitale inventaris te bouwen.
Hoe dat in zijn werk gaat? Best eenvoudig. U neemt een of enkele foto’s van een kapel die u treft, die u bewaard wil zien, of die simpelweg uw oog trekt ergens onderweg. U noteert – waar dat kan –adres, locatie, gemeente of stad. Daarmee trekt u naar onze website www.kapelletjes.be. U kunt er uw foto’s opladen op de databank zodat iedereen ze kan bekijken, maar ook alle informatie invullen die u hebt rond stijl, geschiedenis, de herkomst ervan …
Kortom, wat in u opkomt dat voor de eeuwigheid bewaard moet worden rond ‘uw’ kapel.
Ook de kapellen in dit boek hebben natuurlijk al een plaats gekregen op de website. Bij de foto’s hoort telkens een nummer van de databank, dat u onderaan naast de locatie vindt. Door het nummer in te vullen op de databank, vindt u nog meer informatie over de kapellen die ons in dit boek hebben getroffen. Zo worden de verhalen nog meer ontsloten. Zo gaan geschiedenissen van grote en kleine mensen niet verloren.
We zijn daarin niet de eersten. Al begin deze eeuw probeerden Marieke Van Heukelom en Dries Clauwaert zoveel mogelijk kapellen op te lijsten, in alle Vlaamse provincies, ze verzamelden ze op een eigen website. Dit boek wil die koppeling verder maken en u, lezer, mee laten speuren naar wat er nog niet gedocumenteerd is. Waar staan ze? Wie bouwde ze? Waarom? Wat is er bijzonder aan?
Dat is ‘Kapel gezocht’ dus ook: een gezamenlijke zoektocht naar bijzondere plekken, een uitnodiging om ze te delen, een poging tot nog meer volledigheid. Hoe onmogelijk dat misschien kan lijken. Want voor je het weet, ben je een hoek omgedraaid en stuit je op een nieuw kapelletje. Al duizend keer op dezelfde plaats gepasseerd, maar nooit opgemerkt. Dat kan best.
Rijdt u mee? Leest u mee? Kijkt u mee? En zoekt u mee?
Eenvoudig licht van een straatlamp schijnt over de Onze-Lieve-Vrouwkapel van Halle.
Het klinkt als Vlaams-Brabant, maar we zijn in West-Vlaanderen. Onze-Lieve-Vrouw waakte over Wakken toen hier, begin achttiende eeuw, de pest door de dorpen trok. Veel meer dan bidden konden de Wakkenaars niet en in 1704 vond een eerste bedevaart plaats. De ziekte werd bedwongen, de dankbaarheid was groot. Eeuwen later, in 1962, bouwden de gelovigen een kapel. Iets later uitgebreid: muren, zitbanken, plaats om stil te blijven. Letters herinneren aan wat zich hier afspeelde: ‘Hier ontstond ten jare 1704 / de jaarlijkse bedevaart naar O.L.Vrouw van Halle / dewelke trouw in ere blijft / vroom Wakken 1962.’ Op de woorden zit het patina van de tijd, maar Wakken blijft waakzaam.
Wakken (Dentergem) Onze-Lieve-Vrouw van Halle — 18653
Vrachtwagens mogen hier niet door, ‘Uitgezonderd Landbouwersgebruik’.
Het tekent de streek en zo misschien de devotie. Al eeuwen terug was hier een ommegang. Men spreekt over de veertiende eeuw, langs kapelletjes en wegeltjes die later straatnamen kregen. Millesteenstraat, Kleppestraat, Bakkerhoekstraat. Zelfs in die namen zingt de tijd. Maar de tijd deed ook ander werk. Toen de basiliek gebouwd werd, sneuvelde een eerste kapelletje en tijdens de Tweede Wereldoorlog alle andere. Op eentje na: Jezus bij Herodes. Na de oorlog volgde de heropbouw. Niet alleen van het land en het geloof in de mens. Ook van het geloof zelf. Alle kapelletjes herrezen.
Moorslede Ommegangkapel 8ste statie, ‘Jezus Gedoornkroond ’ — 20299
Zou de beuk de laatste getuige zijn van het Peutevinbos?
In 1934 moest het bos verdwijnen voor landbouwgrond, op de akkers moest worden verbouwd, de vruchten van het land waren belangrijker. Alleen de godsvrucht bleef en dus dit kapelletje. Met ernaast die beuk en aan de andere kant de meidoorn. Wandelaars passeren er vandaag op het Boerenkrijgpad. Hoe lang hier al gebeden wordt, is onzeker, maar dit kapelletje staat er zo sinds 1927. Bemost en met een eenvoudig kruisje.
Binnen staat Maria met haar kind. Wandelaars lezen ‘Peutevinkapel’
boven de deur en misschien zullen ze even kijken. Even stilstaan.
Maar dan vervolgen ze hun pad. Zo gaat het leven.
Geluwe (Wervik) Peutevinkapel — 21400