DE FACEBOOK MOORDEN
![]()
Voor mijn ouders
Graag wil ik mijn uitgever Yaele Vanhuyse en mijn vader Romain Debbaut bedanken voor hun opmerkingen en aanbevelingen. En mijn dochter Alexia is als eindredactrice van onschatbare waarde gebleken om mijn boek uit 2010 te herwerken en te herschrijven tot een boek dat ook in 2023 brandend actueel blijft.
Graag uw reacties op www.facebook.be/bartdebbaut
www.twitter.be/bartdebbaut
bart.debbaut@gmail.com
Het kwade waart rond in zielen en in straten. Na misdaad de straf.
Herman Van Rompuy, voormalig Europees presidentJudex ergo cum sedebit
Quidquid latet apparebit
Nil inultum remanebit
Quid sum, miser, tunc dicturus
Quem patronum rogaturus
Cum vix justus sit securus
Wanneer dus de Rechter zal zetelen, zal al wat verborgen is aan het licht komen, niets zal ongewroken blijven.
Wat zal ik, ongelukkige, dan zeggen?
Welke advocaat zal ik inschakelen als zelfs de rechtvaardige nauwelijks veilig is?
Uit het Dies Irae, de sequentia van de Latijnse mis voor de overledenen
Keuzes moet je elke dag opnieuw maken. Zal ik nu opstaan of nog even blijven liggen? Eet ik een boterham of een bord cornflakes? Kippenvoer, zou mijn grootmoeder zaliger zeggen. Koop ik De Morgen en doe ik er dan meteen de dvd bij die ze tegen een zacht prijsje aanbieden, of houd ik het toch maar traditioneel bij Het Nieuwsblad? Keuzes te over. De ene keer neem je zonder veel na te denken een beslissing en pieker je er niet over of je niet voor de andere optie had moeten kiezen, de andere keer kan die keuze bepalend zijn voor je verdere leven. Kun je er ’s nachts niet van slapen en knaagt ze overdag aan je concentratie. Van werkgever veranderen bijvoorbeeld, of wel of niet kiezen voor een abortus, die borstvergroting laten uitvoeren, of het huis kopen dat eigenlijk te duur is voor je vooraf zorgvuldig opgestelde budget.
De keuze die ik vanavond – nee, vannacht – heb gemaakt, hoort meer dan welke andere ook thuis in het piekerrijtje. Ik heb nochtans niet echt lang nagedacht. Het overkwam me. Op het trouwfeest van Isabelle en Geert. Een poepchic feest. Prachtig decor, bijzonder lekker eten, leuke muziek. Ik was uitgenodigd. Logisch ook, als collega van de bruid. Een mooie avond had het kunnen worden. Ik geef toe, soms zijn huwelijken en feestjes van collega’s een verplicht nummer. Je bent niet echt betrokken bij de feestvierders, en de aanleiding tot het feest heb je niet zelf gekozen. De uitnodiging wordt in een mooie enveloppe gestoken en maakt de keuzemogelijkheden nogal be-
perkt. Gaan of niet gaan. Waarbij je voor die laatste optie al een grondige reden moet hebben. In het buitenland vertoeven of doodziek zijn bijvoorbeeld. Allergisch zijn voor bruid of bruidegom lijkt me in dezen wat vergezocht. En dus was ik gisteravond – samen met de collega’s en veel andere mensen met wie ik totaal geen binding had – op het avondfeest. Alles ging goed. Tot de confrontatie mijn adem deed stokken en ik haast in een hypnose terechtkwam, waarin ik nog steeds verkeer. En die me levensgevaarlijk maakt. Levensgevaarlijk. Mijn keuze is gemaakt.
er werd gebeld. Driemaal. Mieke bleef doodstil liggen, hoopte stiekem dat Joris zou opstaan. Maar die bewoog niet. Ook niet toen de bel een vierde keer door het huis echode.
‘Ga jij?’ vroeg Mieke, veel luider dan nodig.
Joris kreunde.
‘Wat?’
‘De bel. Ze hangen aan de bel.’
‘Wie?’
‘Hallo! Joris, ik lig in bed. Naast jou. Hoe kan ik dat dan weten?’
Opnieuw gekreun. ‘Laat ze maar bellen.’ Joris draaide zich op zijn andere zij en ademde diep in en uit. De vroege bellers waren duidelijk zijn minste zorg. Mieke twijfelde. Typisch, dacht ze. Typisch verschil tussen mannen en vrouwen. Als het van pas komt, zijn de heren er als de kippen bij om haantje-de-voorste te spelen. In alle andere gevallen zijn ze lui. Vrouwen zijn anders. Hoewel, grinnikte ze, ze zijn vooral nieuwsgierig. Zoals nu. Wie zou er aan de deur staan? Het viel haar op dat het bellen gestopt was. De aanhouder wint soms niet. Of is te ongeduldig.
Hoewel ze nog niet lang in bed lag, was ze nu klaarwakker. De beelden van gisteravond en vannacht dansten voor haar ogen. Hoe het paar de openingsdans feilloos had uitgevoerd. Ze hadden er duidelijk op geoefend. Meer nog, volgens haar hadden ze een professionele choreograaf ingehuurd. ‘When you say nothing at all.’ Merkwaar-
dige keuze. Mooi nummer, dat wel, maar met een ondertoontje. ‘You say it best, when you say nothing at all.’ Het klonk als het klassieke ‘Sois belle et tais-toi’. Weer een bewijs van de grote verschillen tussen mannen en vrouwen. Een tijdje geleden had ze gelezen dat mannen per dag gemiddeld zevenduizend woorden gebruiken, tegen tweeentwintigduizend voor vrouwen. Meer dan driemaal zoveel dus. Zwijgen mannen meer als ze iets duidelijk willen maken? Of moet een vrouw hetzelfde verhaal drie keer met andere woorden vertellen om iets duidelijk te maken? Hoe zat dat met haar en Joris, vroeg ze zich af. Precies hetzelfde, realiseerde ze zich. Ze woonden enkele maanden samen. In de woning waarin hij maanden had gewerkt, waarin hij elk vrij moment had gestoken. Meestal helemaal alleen, want hij verdroeg geen pottenkijkers. En helpende handen stonden volgens hem toch maar verkeerd. Het had op haar zenuwen gewerkt. Doordat hij zoveel tijd en energie in de bakstenen had gestoken, had zij zich verwaarloosd gevoeld. Haar ouders hadden haar egoïsme verweten: ‘Hij doet het wel voor jóú!’ ‘Niet voor zichzelf dan?’ had ze agressief gereageerd. En zelfs haar vriendinnen leken er jaloers op te zijn geweest dat hij zoveel moeite deed om een klein paleisje in elkaar te knutselen. Of ze hadden tenminste gedaan alsof. Misschien hadden ze haar achter haar rug wel uitgelachen. Geroddeld. Gezegd dat Joris een nerd was en dat zij beter verdiende. Of juist niet. Dat ze Joris verdiende zoals hij was. Stel je voor!
Ze opende haar ogen. Hoewel de gordijnen gesloten waren, leek de zon in de kamer te schijnen. Een heloranje gloed lag over de grote muurkast en op de commode, op de foto waarop ze vanuit een kajak stond te zwaaien naar de fotograaf, terwijl Joris verwoede pogingen deed om het labiele bootje in evenwicht te houden. Potsierlijke foto. Zij helemaal relaxed, volle glimlach, hij met een verbeten trek om de mond en bijna panisch angstige ogen. Nu hoorde ze zijn regelmatige ademhaling naast haar. Slaapkop, dacht ze, en ze keek naar de radiowekker. Halfelf. Hoelang had ze geslapen? Ze lag erin om iets over vieren, ruim zes uur dus. Veel te weinig, besefte ze. Toch gleed ze voorzichtig het bed uit, van slapen zou toch niet veel meer in huis
komen. Als ze eenmaal wakker was, lukte het bijna nooit meer om de slaap te vatten. Bovendien was ze nieuwsgierig naar wie er gebeld had. Ze glipte op haar pantoffels naar de badkamer en keek door de jaloezieën naar buiten. Niemand te zien. Natuurlijk niet, dacht ze, de vogel is gevlogen. Of toch niet? Wat verder stond een groepje Chiro-leden met de overbuur te praten. In de kruiwagen naast hen lagen in cellofaan verpakte chocoladewafels. Heerlijk, dacht ze, mijn lievelingswafels. Die had ze dus gemist. Verdorie, dat kon ze niet laten gebeuren. Ze aarzelde. Nu even roepen en dan in badjas naar beneden? Of zich eerst aankleden en dan naar buiten stormen met het risico dat ze te laat kwam? Het eerste dus. Haar schreeuw leek de doodsreutel van een brombeer, schor en schurend. Maar hij miste zijn effect niet, zeker niet toen ze er al wuivend een joehoe aan toevoegde. Ze sloot het raam en trok haar badjas aan.
‘Lekkere wafels’, zei een slungel met veel te lange armen en wat vuil dons op zijn kin.
‘Laat maar komen. Hoeveel?’
‘Drie per pak.’
‘Euro?’
‘Hé?’
‘Drie euro?’
‘Nee nee. Vijf euro voor een pak.’
‘Je zei toch drie daarnet?’
De slungel wist even niet meer waar hij het had. Hij krabde onhandig aan zijn kin en keek wat verdwaasd naar de anderen. Die lagen in een deuk. Mieke had hun een knipoog gegeven.
‘’t Is goed. Ik plaag je maar wat, hoor. Waarom verkoop je die wafels?’
‘Eh… voor het goede doel. Music for Life. Studio Brussel.’
Hij haperde. Stamelde.
‘Nerveus, Sven?’
Een lachsalvo volgde. Sven werd vuurrood en keek boos in de richting van de anderen.
‘Music for Life dus’, zei Mieke. ‘Nobel initiatief. Ze zullen extra smaken nu. Wacht even, ik ga snel geld halen.’
‘Ja. Ja.’
Enkele minuten later zat Mieke in de woonkamer voor haar laptop, chocoladewafel in de ene, muis in de andere hand. Ze geeuwde de laatste slaaprestjes uit haar lichaam en checkte haar e-mails. Een mailtje van Iris, haar vriendin. Of ze geen zin had om binnenkort nog eens naar de bioscoop te gaan. En hoe het met haar ging. Of het beter ging sinds hun laatste mailtje.
Mieke moest even nadenken. Om zich dan te herinneren dat ze wat heen en weer had gemaild met Iris toen ze twijfelde of ze de juiste keuze had gemaakt door met Joris te gaan samenwonen. Twee maanden geleden was dat. Zo lang was het dus geleden dat ze elkaar gemaild hadden. Wat moest ze daar nu op antwoorden? Dat het beter ging? Dat ze langzaam gewend raakte aan hem? En hij aan haar? Dat ze van hem hield, ondanks zijn gebreken? Met de rechtermuisknop vinkte ze het mailtje aan als ‘ongelezen’. Ze zou er later wel op antwoorden.
Terwijl ze een stukje van haar wafel beet, wiste ze enkele spamberichtjes en oude mailtjes en surfte ze naar Facebook.
Kyra Van Hoydonck is lid geworden van de groep I wanna see a hot neighbour when I look outside the window in my room.
17 minuten geleden Reageren Vind ik leuk
Frans Vlinderman loert naar de klok.
44 minuten geleden Reageren Vind ik leuk
Sarah Buys Word je er wijzer van? J
32 minuten geleden
Johan Dewulf deelt een link naar het YouTube-album Haydn Symphonies Nos. 88, 94 & 101 – Legendary Recordings: “Het album zegt het zelf, legendary recordings! Zeker luisteren, vooral naar het tweede deel van de 94e!!”
Ongeveer een uur geleden Reageren Vind ik leuk
Christiane Vermeir vindt dit leuk
Fred Reynders is lid geworden van de groep Wraak is de enige uitweg.
Ongeveer een uur geleden Reageren Vind ik leuk
Mieke grinnikte. Facebook was geweldig. Puur sociaal exhibitionisme. Zinloze berichtjes verspreiden waarop al even zinloos, maar vaak ook grappig wordt gereageerd. Zelf had ze nog maar enkele weken geleden een Facebookprofiel aangemaakt. Aarzelend had ze haar eerste stapjes gezet op het netwerk, ervoor zorgend dat ze alleen volledig onschuldige berichtjes de wereld in stuurde. Dat ze een mooie film had gezien of een spannend boek had gelezen. Of dat de spaghettisaus van mama de beste van de wereld was. Ze was altijd behoorlijk onder de indruk van mensen die zeer persoonlijke informatie deelden met hun Facebookvrienden. Dat ze een hoofdhuidinfectie hadden of dat ze zich verslikt hadden in hun telefoonrekening. Het kon nog erger. Sommigen telden af tot hun welverdiende vakantie en zetten zo onbewust de deur figuurlijk wagenwijd open voor dieven. Onvoorstelbaar dom vond ze dat. Anderen zetten dan weer vakantiefoto’s van henzelf en hun kinderen in schaarse zwemkledij op hun openbare profiel, waar iedereen toegang toe had. Collega-speurder Reynders kon zich daar mateloos aan ergeren en reageerde daar consequent op. Fred Reynders was trouwens een fervente Facebookfan. Dat hoefde niemand te verbazen, hij was altijd al een gadget- en computerfreak geweest. Meer dan duizend zogenaamde vrienden had hij; Mieke vroeg zich af waar hij ze vandaan haalde. Hij schepte er soms zelfs over op. Zelf vond ze virtuele vriendschappen niets om trots op te zijn. Wat stelden die vrienden uiteindelijk voor? Reynders wuifde dat argument steevast weg. ‘Ik leer ook veel van wat ze op hun profielpagina schrijven’, antwoordde hij dan met een air alsof hij hierdoor zijn speurderskwaliteiten enorm aanscherpte.
Ze klikte op de groep waar Reynders lid van was geworden. Wraak is de enige uitweg, het zal weer wat zijn, dacht ze. Maar even later verslikte ze zich toen ze las wat er op de pagina stond.
De confrontatie was enorm. Een klap in mijn gezicht. Derdegraadsbrandwonden heeft ze veroorzaakt. Blijvende letsels.
Op deze pagina zal ik jullie op de hoogte houden van wat ik eraan wil doen. Kan doen.
Wraak nemen. Dat staat vast.
Hoe en waar?
Op welke manier?
Ik zal het met jullie delen.
Omdat jullie ook mogen delen in mijn frustratie.
Omdat ik vurig verlang dat jullie weten dat het brandt in mij.
En dat in mij geen toorts van liefde brandt, maar een allesverterend vuur dat zal vernielen wat me tot in het diepst van mijn ziel heeft geraakt.
Er stond niet bij wie de auteur was achter die woorden. De groep telde voorlopig zeven leden. Onder wie Fred Reynders. Hij moest dus op de een of andere manier op de hoogte zijn gebracht van deze nieuwe groep. Dit beschouwen als het zoveelste flauwe spelletje leek niet aan de orde. Mieke Van Cattendyck voelde dat er meer aan de hand was. Hoog tijd om zich aan te kleden en Reynders te bellen. Hij zou wel meer weten.
dat was voldoende. Voorlopig tenminste. Niet overhaasten. Zorgvuldig voorbereiden. Niet slordig worden. Controle houden. En toeslaan op het juiste moment. Op het moment dat níémand het verwacht.
Hij grijnsde. Twaalf mensen hadden zijn pagina al gevonden. Het zouden er spoedig meer worden. De kracht van sociale netwerken was onvoorstelbaar. Mensen lieten zich meeslepen door woorden, foto’s, spelletjes. Mensen lieten zich verleiden, triggeren, uitdagen. Wraak is de enige uitweg klonk mysterieus en gevaarlijk. Voldoende vaag om spannend te zijn. Voldoende duidelijk om te teasen. De zin zou mensen lokken, hun voyeurisme zou de overhand krijgen. Hij moest dus regelmatig voor nieuwtjes zorgen. Stukje bij beetje. Brandend actueel blijven. Zoals een seriemoordenaar bewust heel langzaam stukjes van zijn puzzel prijsgeeft. Om in de actualiteit te blijven. Om van de aandacht te genieten. Als hij meteen alles blootgaf, zouden zijn bekentenissen na twee dagen oud nieuws zijn. Voer voor de zevende of dertiende pagina van de krant. Weggestopt in de rubriek ‘hier hadden we nog wat plaats’. Door zijn speurders te laten wachten, met hen te spelen, karig te zijn met de informatie die hij vrijgeeft, weet de seriemoordenaar wekenlang, soms maandenlang hoofdpaginanieuws te blijven. Breaking news.
Dat wilde hij ook. Breaking news zijn. In alle betekenissen van het woord.
Hij had werk. Veel werk. En het was zondag vandaag. Alle tijd dus om research te doen. Brainstormen over zijn doel, zijn plan, zijn modus operandi. Grappig, grinnikte hij. Hij voelde zich goed met deze pet op. Alles moest hij te weten komen om op een gestructureerde manier te werk te kunnen gaan. Zonder sporen. Vooral zonder sporen. Want die waren er toen ook niet. Helaas. Vermoedens, dat wel. Voldoende om maatregelen te nemen. Onvoldoende om het kwaad uit te roeien.
Ilse en de kinderen sliepen uit. Deden ze elke zondag. Tot ’s middags als het kon. Hij niet. Hij wilde de zon voelen, of de wind, de regen desnoods. De natuurelementen, allemaal wilde hij ze trotseren. Hij ging naar boven, glipte de slaapkamer binnen en ging op de rand van het bed zitten. De regelmatige ademhaling van Ilse maakte hem rustig. Ze lag half op haar buik, haar ene voet op, de andere onder het dekbed.
‘Slaap maar’, fluisterde hij. ‘Ik ben even weg.’
Ze kreunde.
‘Heb je niet geslapen vannacht?’ vroeg ze. Ze deed een poging om haar ogen te openen, maar kneep ze meteen weer dicht.
‘Ik heb naar de snookerfinale gekeken op Eurosport.’
‘Snooker? Midden in de nacht?’
‘Ja’, zei hij zo enthousiast mogelijk. ’De herhaling natuurlijk. Ronnie O’Sullivan heeft gewonnen. Schitterende wedstrijd. Daarna ben ik in de zetel in slaap gesukkeld.’
‘Je bent gek’, kreunde ze.
‘Ik weet het. Ik weet het.’
‘Kom je dan nu slapen?’
Hij aarzelde even. Of deed alsof. Wilde haar een prettig gevoel geven.
‘Ik zou wel willen, schat. Maar je weet dat ik zondagmorgen graag fiets. Ik heb dat nodig.’
‘Ben je dan niet moe?’
‘Ik zal straks wel een middagslaapje doen. Ga jij met Isa en Amy naar de manege?’
‘Mmmm.’
‘Goed’, zei hij en hij zoende haar. Haar adem rook naar slaap. Haar haar naar dansen en zweten. Zij had niets gemerkt van de confrontatie gisteravond. Gelukkig maar. Ze had zich te pletter gedanst. ‘Heerlijk,’ riep ze om de haverklap, ‘kom toch meedansen.’ Zijn wuifhandje was meestal een voldoende duidelijk antwoord. Een enkel keertje had ze geprobeerd hem van zijn stoel te trekken. Bijna was ze daarin geslaagd, maar net toen vielen alle lichten uit en was ze in paniek op zijn schoot gekropen. Kortsluiting, heel even maar. Hij had van de gelegenheid gebruikgemaakt om haar te zeggen dat het bijna tijd was om te vertrekken. De babysit moest hooguit om één uur thuis zijn. Om kwart voor één waren ze thuis. Ilse was ontgoocheld. ‘Ik amuseerde me net zo goed’, had ze tegen de babysit gezegd, op een toon die het schuldgevoel van het arme kind alleen maar kon aanwakkeren.
Toen Ilse in bed lag en hij de babysit naar huis had gereden, was hij meteen begonnen. Impulsief, maar toch berekenend. Een uurtje later was hij bezig met de aanmaak van zijn Facebookpagina. En nu, nauwelijks enkele uren later, had de nieuwsgierigheid haar werk al gedaan.
Hij stond op en verliet de slaapkamer. Naast de laptop lag het papiertje met het adres waar hij naartoe wilde. Met de fiets, helemaal in tenue. Zo goed als onherkenbaar. Om ter plaatse een lekke band te ensceneren. Hij was trots op zichzelf. Wat heb ik dit goed voorbereid, dacht hij. Hij raapte het papiertje op en stak het in zijn borstzakje.
Kom regelmatig een kijkje nemen op deze site, als je mee wilt proeven hoe zoet wraak smaakt, postte hij nog snel. Benieuwd hoe vlug dit vuurtje zich zal verspreiden, grinnikte hij. Binnen enkele uren wist hij wellicht meer.
‘ niKs om je tijdens het weekend druk over te maken.’ Dat had Reynders gezegd. ‘Waarom ben je dan lid geworden van die Facebookgroep?’ had ze opgeworpen. ‘Een van mijn gemeenschappelijke vrienden was lid geworden. Die melding kwam voorbij op mijn tijdlijn. Toen ik de groepsnaam zag, werd ik nieuwsgierig. Een echte speurder, hé’, had hij geantwoord, op een slepend toontje. Typisch Reynders. Toen ze was blijven doorvragen wat hij ervan vond, had hij gezegd dat ze niet moest drammen. Het zou wel het werk zijn van een of andere imbeciel. In het oog houden, dat wel, maar niet neurotisch worden bij het idee dat er iets zou kunnen gebeuren. En of ze hem nu met rust zou willen laten, hij moest de hele week al tegen haar brutale snoet aankijken.
‘Pipo’, mompelde ze. Ze keek naar de digitale klok op de oven. Halftwaalf ondertussen. Was Joris van plan nog lang in bed te blijven? Even speelde ze met het idee hem wakker te gaan kietelen. Maar de wetenschap dat hij het haatte om wakker gemaakt te worden, weerhield haar ervan. In plaats daarvan klikte ze F5 op haar laptop aan. Meteen zag ze dat er een nieuw berichtje was toegevoegd aan de Facebookgroep.
Kom regelmatig een kijkje nemen op deze site, als je mee wilt proeven hoe zoet wraak smaakt.