9789401485272

Page 1

JULIE JAEKEN / JULIJA’S SHOP GEBREIDE ACCESSOIRES EN TRUIEN VOOR HET HELE GEZIN BasicsJULES & JULIE FOTOGRAFIE CLAIR OBSCUR

2

Ik hoop dat ik jullie met dit boek opnieuw warm kan maken om de breinaalden vast te nemen. Ik ben heel benieuwd naar jullie breiprojecten. Delen mag op Facebook of Instagram met de #julijasshop of #julesenjulie5 Vergeet ons zeker niet te taggen @julijasshop_breit

JULIE JAEKEN

In dit boek vind je een verzameling basismodellen voor sjaals, mutsen, wanten, truien, debardeurs… allemaal gebreid in natuurlijke materialen. Want mooie natuurlijke wol maakt het breiproces alleen maar plezieriger. Toen ik in 2009 van mijn passie mijn beroep maakte en een wolwinkel opende in Antwerpen, Julija’s shop, koos is bewust voor kleine wolmerken. Lokale spinnerijen die werken met natuurlijke materialen zoals wol en katoen. Elk bolletje wol is met veel liefde en hard labeur gemaakt. Een klein nadeel aan werken met deze lokale spinnerijen is dat er niet elk seizoen een nieuwe catalogus met breipatroontjes meegeleverd wordt. Die patroontjes moet je zelf bij elkaar zoeken of schrijven. Elk breiwerkje schrijf ik neer in een breipatroon. In dit boek gebruik ik voornamelijk wol van Fonty, Kremke, Cowgirlblues en onze eigen wollijn, Julija verft. Alle wol voor dit boek is gesponsord door Julija’s shop (Nationalestraat 118, Antwerpen).

3 Woord vooraf Acht jaar geleden schreef ik mijn eerste breiboek. Een verzameling van de eerste baby- en kindertruitjes voor Moo, Flor en Jos. Allemaal heel eenvoudige breipatroontjes waar iedereen mee van start kan gaan. Na een eerste boek kwam er een tweede, een derde, een vierde en vorig jaar zelfs een verzamelboek met de meest gebreide truitjes. In dit boek ligt de nadruk op accessoires zoals sjaals, mutsen, wanten. Sinds vorig jaar is een mouwloze trui of vest niet meer weg te denken uit het straatbeeld. Je zult in dit boek dan ook verschillende mouwloze stuks vinden. Heerlijk om te breien, niet meer twee keer diezelfde mouw... Ik herinner me nog goed dat iemand me enkele jaren geleden vroeg waarom er geen debardeurpatroontjes in onze boeken staan. Een debardeur associeerde ik met een oud bompaatje. Nooit had ik gedacht dat mijn tienerdochter naar een debardeur zou vragen.

Nog steeds verkies ik heel eenvoudige ontwerpen boven de erg gecompliceerde breiwerken. Ik houd ervan om te breien terwijl de kindjes in de tuin spelen of hun huiswerk maken. Eén oog gericht op mijn breiwerk, het andere op de kindjes. Soms kan ik maar een paar rijen of steken breien en heeft iemand mij nodig. Wanneer ik me toch nog eens aan een moeilijker ajourproject waag, dan brei ik eerder achteruit dan vooruit. Met deze eenvoudige brei-ontwerpen hoop ik nog meer mensen het plezier van breien te leren kennen.

Babykleertjes AccessoiresDekentjes Hugo p. 34 Boris p. 36 Bob p. 32 Martha p. 20 Wallie p. 18 Nova p. 52 Cil p. 40 Coco p. 22 Vic p. 23 Marie p. 38 Panda p. 126 Selma p. 72 Korneel p. 98 Juliette p. 16 Lara p. 26 Eleonore p. 28 Bas p. 24 Leon #2 p. 124

Mutsen en SjaalshaarbandVio p. 94 Vio p. 96 Anna #1 p. 60 Anna #2 p. 64 Anna #3 p. 65 Matthis p. 97 Llama p. 104 Selma #1 p. 66 Selma #2 p. 68 Selma #3 p. 70 Mateo p. 99 Lavender p. 110 Rainbow p. 108Toffee p. 100 Powder p. 118 Bo p. 120

Truien Jutta p. 50Jara p. 48 Tess p. 54 Gus p. 56 Vince (ronde hals) p. 76 Vince (V-hals) p. 76 Lucas p. 86 Lea p. 102 Lore p. 106 Merel p. 58 Ward p. 82 Free p. 84Pola p. 80 Mia p. 91 Aurore p. 92 Hygge p. 114 Gabrielle p. Leon116#1 p. 122Olaf p. 88Bas p. 78 Noah p. 112Fidel p. 42

• een hulpnaald om steken in wacht te zetten. Ik gebruik hiervoor ook vaak een extra breinaald, maar je kunt hiervoor ook een grote veiligheidsspeld of een restje wol gebruiken

• een haaknaald om gevallen steken op te rapen GEBRUIKTE STEKEN Alle steken die gebruikt worden in het pa troon worden hier beschreven.

Ribbelsteek: alle naalden recht breien.

Boordsteek 2/2: R1: *2 steken recht, 2 ste ken averecht*, herhaal van * tot * en ein dig met 2 steken recht, R2: *2 steken ave recht, 2 steken recht*, herhaal van * tot * en eindig met 2 st. averecht.

HOE LEES JE EEN PATROON Moeilijkheidsgraad De moeilijkheidsgraad wordt aangegeven met een sterretje. Het zijn allemaal begin nerswerkjes. Er zijn geen moeilijke pro jectjes bij, maar om toch een idee te geven welk patroontje iets eenvoudiger is dan een ander, heb ik elk patroontje een * ge *geven.Voor deze patroontjes moet je enkel recht kunnen breien, opzetten en afzetten.

• een maasnaald met botte punt

• een lintmeter

• open en gesloten markeerringen

8 past en vergelijk de afmetingen. Ik brei meestal een maatje groter. Voor een kindje van 3 maanden zal ik een maatje 6 maan den breien, voor een kindje van 12 maan den zal ik eerder 18 maanden breien.

Bij elk patroon worden meestal 2 verschil lende breinaalden aangegeven. De kleine re maat wordt gebruikt voor de boordjes, de grootste maat voor het werkje. Deze breinaalden kunnen nog aangepast wor den als je eerder los of vast breit. Hierover meer bij het proeflapje.

• een schaartje

Tricotsteek: R1: alle steken recht breien, R2: alle steken averecht breien. Averechte tricotsteek: R1: alle steken ave recht breien, R2: alle steken recht breien.

Boordsteek 1/1: R1: *1 steek recht, 1 steek averecht*, herhaal van * tot * en eindig met 1 steek recht, R2: *1 steek averecht, 1 steek recht*, herhaal van * tot * en eindig met 1 steek averecht.

PROEFLAPJE Maak steeds een proeflapje voordat je aan je werk begint. Een juist proeflapje is de start van een mooi werkje. Neem de voorgestelde breinaalden. Staan

De hoeveelheid wol wordt weergegeven in het aantal bolletjes. Dit is een richtlijn, want iedereen breit een beetje anders, dus de hoeveelheid kan altijd een bolletje af wijken. Op een bolletje wol zit meestal 50 gram (soms 100 gram ). Afhankelijk van het type wol zal het aantal meter per 50 gram lichtjes afwijken. Bijvoorbeeld een bolletje Fonty Tartan 3 bevat 140 meter voor 50 gram en een bolletje Fonty Guéret bevat slechts 125 meter. Beide kwaliteiten zijn even dik en je mag ze voor dezelfde patroontjes gebruiken. Het zou kunnen dat je een bolletje extra nodig hebt van de kwaliteit Guéret. Heb je bijvoorbeeld 4 bol letjes Tartan 3 nodig, dat is hetzelfde als 560 meter, wat dan weer gelijk is aan 4,66 of 5 bolletjes Guéret.

BENODIGDHEDEN Kies de juiste wol voor het patroon. Je kunt gelijkaardige wol kiezen van dezelf de dikte. Het is hierbij heel belangrijk dat het voorgestelde proeflapje op het wolla bel overeenkomt met het proeflapje uit het patroon. Het is niet aangeraden om een veel dunnere of dikkere draad te ge bruiken dan die welke in het patroon wordt voorgesteld. De maten van je afge werkte stuk zullen afwijken en het pa troon zal niet meer kloppen.

** Voor deze patroontjes moet je naast recht ook averecht kunnen breien. Naast opzetten en afzetten moet je ook kunnen minderen en meerderen. *** Deze patroontjes bevatten een extraatje zoals een figuurtje mazen, een gaatje brei en, verschillende steken combineren. Maten Kies de juiste maat. Een patroon is steeds uitgewerkt voor ver schillende maten. In het patroon worden die verschillende maten gescheiden door een koppelteken. Bijvoorbeeld: het pa troon is uitgewerkt voor maten 0-3-6-1218 maanden. In het patroon staan er dus steeds 5 cijfer tjes. Het eerste cijfer komt overeen met maat 0 maand, het tweede cijfer met 3 maanden enz. TIP: Omcirkel het cijfer dat overeenkomt met jouw maat het hele patroon door. Zo kun je vergissingen vermijden. Staat er maar 1 cijfer, dan geldt dit cijfer voor alle maten. Bij elk patroon vind je een tekening met de afmetingen. Neem een truitje dat goed Naast wol en breinaalden zijn er nog en kele dingen die erg handig zijn:

Parelboordsteek: R1: recht breien, R2: *1 steek recht, 1 steek averecht onderin*, her haal van * tot *.

Rijstpapsteek: R1: *1 steek recht, 1 steek averecht*, herhaal van * tot *, R2: *1 steek averecht, 1 steek recht*, herhaal van * tot *.

Stap voor stap

Af en toe gebeurt het dat je moet minde ren in elke 4de naald. Je moet minderen in rij 1, rij 5, rij 9… Dan is er steeds een terug kerende, een heengaande en nog een te rugkerende naald waarin er niet gemin derd moet worden.

• Je proeflapje is correct. Je mag beginnen breien.

• Je proeflapje is te klein. Je hebt meer steken voor 10 cm. Je neemt het best een dikkere naald, bijv. 4,5 i.p.v. 4 en maakt opnieuw een proeflapje.

9 er in het patroon 2 paar breinaalden, dan neem je die waarmee het grootste deel van het truitje wordt gebreid, meestal is dit de dikste naald. In dit boekje zijn verschil lende projecten gemaakt met breinaalden nr. 3,5 en 4. Het proeflapje wordt dan ge breid met breinaalden nr. 4. Maak steeds een proeflapje dat groot ge noeg is. In het patroon staat: InProeflapjetricotsteek: 10 × 10 cm = 23 st. en 30 nld. Zet dan iets meer dan 23 steken op. Ik zou dan 30 steken opzetten en 12 cm breien in tricotsteek. Je haalt vervolgens je proeflap je van de naalden. Je neemt er een latje bij en legt dit in het midden van het proeflap je. Je telt hoeveel steken er zijn voor 10 cm.

Een mindering maak je meestal in elke 2de naald, dit wil zeggen in alle rechte naalden. Je mindert dus in alle oneven naalden (rij 1, rij 3, rij 5…).

MINDEREN Enkelvoudige overhaling: 1 steek afhalen (overnemen van de linker- naar de rech terbreinaald zonder te breien), de volgen de steek breien, de afgehaalde steek af kanten op de gebreide steek. 2 st. samen breien of 2 steken samen brei en: steek de rechternaald door 2 steken op de linkernaald en brei deze 2 steken sa men alsof ze 1 steek zijn.

Omslag: draai de draad van voren naar achteren over de naald en brei deze lus in de volgende naald. Wil je een gaatje, dan brei je de lus gewoon. Wil je geen gaatje, dan brei je de lus verdraaid.

komen.vaaktechniekenverschillendededieterug-

• Je proeflapje is te groot. Je hebt minder steken voor 10 cm. Je neemt het best een kleinere naald, bijv. 3,5 i.p.v. 4 en maakt opnieuw een proeflapje.

Twee of meer steken afkanten: brei 2 ste ken, haal de eerste steek over de tweede steek, *brei een volgende steek, haal op nieuw de eerste steek op de breinaald over de tweede steek*. Herhaal van * tot *.

Afkanten kun je alleen aan het begin van een naald doen, nooit aan het einde van een naald. Wanneer je aan beide kanten moet afkanten, zul je dus steken afkanten aan het begin van de heengaande naald en aan het begin van de terugkerende naald.

MEERDEREN Er zijn verschillende soorten meerderin gen. Ik gebruik normaal de tussenliggen de meerdering tenzij anders vermeld.

AFKANTEN Een steek afkanten: brei 2 steken, haal de eerste steek over de tweede steek.

Een raglanmindering maak je dus steeds in de heengaande naald en nooit in de te ruggaande naald. Je breit de rechte naald als volgt: 2 steken recht breien, 1 enkelvou dige overhaling, brei de naald verder tot er nog 4 steken op de breinaald staan, 2 ste ken samen breien, 2 steken recht breien.

Wanneer gebruik je deze minderingen? Minderen doe je normaal aan de goede kant van je werk (tenzij expliciet vermeld is om het aan de averechte kant van je werk te doen.). Aan het begin van de naald gebruik je meestal een enkelvoudige min dering. Aan het einde van de naald ge bruik je meestal 2 st. samen breien.

Nu kun je van start gaan. Veel breiplezier! Hieronder vind je nog wat extra uitleg over

Intercalaire of tussenliggende meerde ring: neem de draad op tussen 2 steken uit de vorige naald en brei deze verdraaid.

12 BENODIGDHEDEN • Breigaren: 100% merinos, Fonty Aubusson: 1 × 50 g (80 m) van 5 verschillende kleuren en 5 × 50 g (80 m) van de hoofdkleur • Breinaalden: nr. 5 mm • Maasnaald GEBRUIKTE STEKEN • Ribbelsteek: alle nld. recht breien. PROEFLAPJE In ribbelsteek: 10 × 10 cm = 17 st. en 34 nld. Elk vlakje is 16,5 × 16,5 cm. WERKWIJZE Het dekentje wordt gebreid in 4 stroken van 5 vlakken. Begin met breinaalden nr. 5 en zet 30 st. op. Brei een strook van 5 vlakken. Brei 16,5 cm (of 54 nld.) per kleur. Stroken 1 en 3: wit-donkerroze-wit-don Strokenkerblauw-wit;2en 4: lichtblauw-wit-geel-witKantlichtroze.desteken af. AFWERKING Naai de 4 stroken aan elkaar met de ma drassteek. Werk de draadjes weg. TIP: Wanneer je van kleur verandert aan de zijkant van je werk, kan het zijn dat je een grote steek hebt. Daarom heb ik steeds van kleur veranderd op 1 steek van de kant. Dit doe je als volgt: brei het vlak in je eerste kleur. Knip de draad af Vlakjesdekentje Juliette * MATEN 68 × 78 cm en verander van kleur. Brei vervolgens nog 1 st. in de eerste kleur en brei dan de overige 29 steken in de nieuwe kleur. Brei verder met de nieuwe kleur. Je kunt nu een knoopje maken en de draadjes wegwerken.

• Maasnaald • Knopen: 4 of 5 × 15 mm

14

34)(222528313739

Breigaren: 50% wol, 50% alpaca, Fonty Polaire: (4-4-5-5-6) 6-7 × 50 g (100 m)

• Breinaalden: nr. 4,5 mm

• Ribbelsteek: alle nld. recht breien.

GEBRUIKTE

PROEFLAPJE In ribbelsteek: 10 × 10 cm = 20 st. en 38 nld. WERKWIJZE Rugpand Begin met breinaalden nr. 4,5 en zet (4650-54-58-62) 66-70 st. op. Brei in ribbel steek. Kant op (12-14-16-18-20) 22-24 cm tot. hoogte voor de armsgaten aan beide hoogte de resterende steken af. Rechtervoorpand Begin met breinaalden nr. 4,5 en zet (2830-32-34-36) 38-40 st. op. Brei in ribbel steek. Kant op (12-14-16-18-20) 22-24 cm tot. hoogte voor de armsgaten rechts 2 st. af = (26-28-30-32-34) 36-38 st. Vorm op (18-21-23-26-29) 31-33 cm tot. hoogte de hals. Maak de hals als volgt: kant links de eerste (7-8-9-10-11) 12-13 st. af. Kant ver volgens links in elke 2de nld. 1 st. af (5-56-6-6) 7-7 × = (14-15-15-16-17) 17-18 st. Kant op (22-25-28-31-34) 37-39 cm tot. hoogte de resterende steken af. Aan de rechterkant afkanten doe je aan het begin van de rechte nld., aan de linkerkant afkanten doe je aan het begin van de averechte nld. Linkervoorpand Begin met breinaalden nr. 4,5 en zet (2830-32-34-36) 38-40 st. op. Brei in ribbel steek. Maak 4 of 5 knoopsgaten als volgt: 2 st. r breien, 2 st. samen breien, 1 omslag, brei de naald verder. Kant op (12-14-16-1820) 22-24 cm tot. hoogte voor de armsga ten links 2 st. af = (26-28-30-32-34) 36-38 st. Vorm op (18-21-23-26-29) 31-33 cm tot. hoogte de hals. Maak de hals als volgt: kant rechts de eerste (7-8-9-10-11) 12-13 st. af. Kant vervolgens rechts in elke 2de nld. 1 st. af (5-5-6-6-6) 7-7 × = (14-15-15-16-17) 17-18 st. Kant op (22-25-28-31-34) 37-39 cm tot. hoogte de resterende steken af. TIP: Hoe bepaal je de plaats van de knoopsgaten? Neem je rechtervoorpand. Neem er enkele markeerringen bij om de plaats te bepalen. Het eerste knoopsgat is op 1 cm van de onderkant. Het laatste knoopsgat is op 1 cm van de bovenkant. Meet de afstand tussen deze 2 markeerringen en deel door 3 (of 4 voor de grote maatjes). Nu kun je de andere markeer ringen plaatsen. Mouwen Begin met breinaalden nr. 4,5 en zet (3032-34-36-38) 40-42 st. op. Brei in ribbel steek. Meerder in elke 8ste nld. aan beide kanten 1 st. (3-3-4-4-5-5-6 ×) = (36-38-4244-48) 50-54 st. Kant op (12-14-16-18) 2022 cm tot. hoogte de steken af. MATEN (0-3-6-12-18) maanden, 2-4 jaar 20)(121416182224 (24-26-28-31-33) 35-37 cm

STEKEN

TIP: Meerderen bij de mouw doe ik op 1 steek van de kant door middel van een tussenliggende meerdering. Neem de draad op tussen 2 steken uit de vorige naald en brei deze verdraaid. Kap Begin met breinaalden nr. 4,5 en zet (6062-64-68-70) 72-74 st. op. Brei (16-17-18-1919) 20-22 cm in ribbelsteek en kant de steken af. AFWERKING Naai de schoudernaden dicht. Naai de mouwen in. Naai de ondernaden van de mouwen en de zijnaden dicht. Plooi de kap toe en naai de afzetkant aan elkaar. Naai de kap in. De opzetrand is de zicht bare rand. Naai de knopen aan.

18

Nationalestraat

patronen: © Julie Jaeken Fotografie: Clair Obscur – fotografieclairobscur.com

Visagie: Beauty by Ashley Vormgeving: Leen Depooter – quod. voor de vorm. Als u opmerkingen of vragen heeft, kunt u contact opnemen met onze redactie: ©redactielifestyle@lannoo.comJulieJaekenenUitgeverijLannoo nv, Tielt, 2022 D/2022/45/374 – NUR 460-474 ISBN: 978 94 014 8527 2 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, op geslagen in een geautomatiseerd gege vensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elek tronisch, mechanisch of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De auteursrechten voor alle modellen en patronen zijn beschermd en eigendom van Julie Jaeken. De modellen en patronen in dit boek mogen dan ook niet gekopi eerd worden of voor commerciële doel einden gebruikt worden. Indien u een workshop wilt organiseren rond deze mo dellen, dient u contact op te nemen met de auteur of redactielifestyle@lannoo.com.

Modellen,Instagramwww.julijasshop.blogspot.bewww.julijasshop.be@julijasshop_breitwerkbeschrijvingen,

22 www.lannoo.com

Registreer u op onze website en we sturen u regelmatig een nieuwsbrief met informatie over nieuwe boeken en met interessante, exclusieve aanbiedingen. shop 118, 2000 Antwerpen

Julija’s

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.