9789401402521

Page 1

Voor

Leen, Babette, Ella en Michel

D/2024/45/63 – ISBN 978 94 014 0252 1 – NUR 660, 669

© Jeroen D’hoe & Uitgeverij Lannoo nv, Tielt, 2024.

Vormgeving omslag en binnenwerk: Hein van Putten (Hendrikdetiende.nl)

Uitgeverij LannooCampus maakt deel uit van Lannoo Uitgeverij, de boeken- en multimediadivisie van Uitgeverij Lannoo nv. Alle rechten voorbehouden.

Niets van deze uitgave mag verveelvoudigd worden en/of openbaar gemaakt, door middel van druk, fotokopie, microfilm, of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Uitgeverij LannooCampus

Vaartkom 41 bus 01.02

3000 Leuven

België

www.lannoocampus.com

Postbus 23202

1100 DS Amsterdam

Nederland

Masters of POP

10 iconische muziekalbums die de wereld veranderden

Jeroen D’hoe

INLEIDING DE POPGESCHIEDENIS DOOR DE LENS VAN 10 ICONISCHE ALBUMS 11 deel 1 van work song tot great american songbook (1865−1960) 25 INLEIDING: Musical en blues: bakermat van de moderne popmuziek 26 Great American Songbook: de kiem van de latere popsongstructuur 27 Tin Pan Alley en Broadway de creatie van ‘standards’ 29 Musicalsongs: simpel én uniek - toegankelijk en geniaal! 31 De wortels van de Broadwaymusical 31 De wortels van de blues: van worksong tot Mississippidelta-blues 38 Schokeffect én openbaring bij de première van Show Boat 46 Show Boat als gamechanger 50 INTERLUDIUM 1 OORSPRONG VAN POPSONGWRITING 74 De Tin Pan Alleysongstructuur 74 Songanalyse 80 De impact op het musicalgenre 86 Concurrentie voor de musical vanaf midden jaren 1950: opkomst van rock-’n-roll! 92 Maatschappelijke relevantie 93 ALBUM 1 SHOW BOAT (1927) JEROME KERN & OSCAR HAMMERSTEIN II Musical 45
Inhoud

deel 2

(1955−1970)

Een elektrische schok in het blues-landschap 98 Hoe Muddy Waters de bluesgeschiedenis deed kantelen 98 Debuut-compilatiealbum The Best of Muddy Waters: terugblik én doorstart 108 Songanalyse 109 De impact van Muddy Waters en blues op de popmuziek 113 ‘Rocking through barriers’ 153 Schokeffect vanuit twee richtingen 155 Elvis Presley: rockabilly – vroege rock-’n-roll vanuit de witte countrytraditie 159 Chuck Berry: vroege rock-’n-roll vanuit de zwarte rhythm-and-blues-traditie 175 Album: Chuck Berry Is on Top 179 Impact 190 ALBUM 2 the best of muddy waters (1958) muddy waters Blues 97
3 dubbelportret elvis presley elvis presley (1956) CHUCK BERRY IS ON TOP chuck berry (1959) Rock-’n-roll 151 127 INLEIDING: Het ontstaan van rock-’n-roll en de moderne popsong 128 Race music: zwarte muziek-genres als voorlopers van rock-’n-roll 130 Hillbilly music en country: witte muziekgenres als voorlopers van rock-’n-roll 135 Rock-’n-roll: symbiose van zwarte rhythmand-blues en witte ritmische country 137 De opkomst van rock-’n-roll in het Verenigd Koninkrijk 146 Great American Songbook: kiem van de latere popsongstructuur 147 De transformatie van rock-’n-roll naar rock 148
ALBUM
als tsunami en het ontstaan van de moderne popsong
Rock-’n-roll

deel 3

ALBUM 4 SGT. PEPPER’S LONELY HEARTS CLUB BAND (1967) the beatles Rock 195 Het ontstaan van het legendarische experimentele album 198 Sgt. Pepper: product en symbool van de ‘tegencultuur’ 208 ‘I get high with a little help from my friends’ 215 Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band: een caleidoscoop van klanken en genres 218 Elektronische innovaties stelden The Beatles in staat om ‘anders’ te klinken 225 INTERLUDIUM 2 MODERNISERING VAN POPSONGWRITING 233 Transformatie van AA’BA” naar moderne ‘strofe-refreinbridge’ popsong in Beatles-songs 246 Songanalyses 256 De impact: muzikale én socio-culturele revolutie 272
VISIONAIRE SINGERSONGWRITERS BRENGEN FOLK, COUNTRY EN WORLD/GLOBAL POP INLEIDING : De essentie van het profiel singer-songwriter 290 Het veelzijdige spectrum van de singer-songwriter: drie casestudy’s 299 De voorgeschiedenis van de actuele singer-songwriter 300 ALBUM 5 THE FREEWHEELIN’ BOB DYLAN (1963) bob dylan Folk 307 (1940−1990) 289 NAAR Controverse: een onconventionele Nobelprijs voor literatuur! 308 ‘The most important thing I know I learned from Woody Guthrie’ 313 Bob Dylan (1962): emulatie van Woody Guthries invloed 323 Dylans eigen stem als volwassen singer-songwriter 331 Songanalyse 350 Bringing it All Back Home 354 Impact 358 Dylan als wegbereider 360 De invloed op latere generaties artiesten 362
‘A glorious sound!’ 368 Dolly Parton, Linda Ronstadt & Emmylou Harris: een iconisch country-trio! 371 De ontstaansgeschiedenis van het Trio-album 387 Songanalyse 413 Sequels 416 Impact 418 Disgraceland: de schaduw van apartheid 426 Van The Moondog Show tot de The Gershwin Prize for Popular Song 431 Hearts and Bones: een doodlopend spoor 440 Graceland (1986): een nieuw begin 444 INTERLUDIUM 3 MODULAIRE COMPOSITIEEN PRODUCTIETECHNIEKEN 455 Songanalyses 455 Impact 462 ALBUM 7 graceland (1986) paul simon World/Global 424 ALBUM 6 trio (1987) DOLLY PARTON, LINDA RONSTADT & EMMYLOU HARRIS Country 367

EXTASE VAN DE KERK NAAR DE DANSVLOER: VAN

GOSPEL TOT HIPHOP (1950 tot nu)

INLEIDING: Spirituals en gospel: bakermat van soul tot hiphop

Verzet en hoop in spirituals: ontstaan en invloed van AfroAmerikaanse religieuze songs (17de tot 19de eeuw)

Van spirituals tot gospel: de evolutie van Afro-Amerikaanse religieuze songs (1850-1950)

Vocal harmony groups en doowop: de cruciale schakel tussen gospel en soul (jaren 1940)

Soul: een innovatieve synthese

van religieuze gospel en seculiere R&B (late jaren 1950 en jaren 1960) 483

Van soul tot hiphop: invloed op wereldwijde trends (sinds jaren 1960) 485

Het veelzijdige spectrum van genres die op gospel zijn gebaseerd: drie casestudy’s

Dubbel schokeffect 492 Van gospelwonderkind tot ‘Queen of Soul’ 497 De Columbia-jaren: artistieke miscasting als ‘pop-crooner’: een dood spoor 508 De Atlantic-jaren: Aretha’s artistieke bevrijding en echte missie als soulartieste 512 Songanalyse: Aretha’s sociale bewustzijn en activisme in Respect en Think 521 Impact 526 ALBUM 8 I NEVER LOVED A MAN THE WAY I LOVE YOU (1967) aretha franklin Soul 491 deel 4
469
470
471
474
477
487
Opwinding in London: import van housemuziek uit Chicago 532 Electronic Dance Music (EDM) 535 New York: disco 537 Chicago: house 545 Detroit: techno 555 Verdere ontwikkeling en de impact van EDM 563 ALBUM 9 THE HOUSE SOUND OF CHICAGO (1986) Dance / EDM 531 Het fenomeen Lauryn Hill 573 ‘The Miseducation of Lauryn Hill’: een kritisch … én kwetsbaar statement 582 Van The Tranzlator Crew tot Lauryn Hill solo 588 Songanalyse 594 ‘Female empowerment’: vrouwelijke rolmodellen van Lauryn Hill in hiphop en rap 597 INTERLUDIUM 4 MODULAIRE COMPOSITIEEN PRODUCTIETECHNIEKEN IN R&B/HIPHOP 600 Songanalyse: Doo Wop (That Thing) 604 Impact 624 EINDNOTEN & BIBLIOGRAFIE 634 INDEX 656 DANKWOORD 660 credits 664 ALBUM 10 THE MISEDUCATION OF LAURYN HILL (1998) LAURYN HILL R&B / Hiphop 569

‘Talk about pop muzik

Talk about pop muzik

Shoobie, doobie, do wop

I wanna dedicate it

Pop, pop, shoo wop

Everybody made it

Shoobie, doobie, do wop

Infiltrate it

Pop, pop, shoo wop

Activate it

New York, London, Paris, Munich

Everybody talk about pop muzik’

M, Pop Muzik, 1979

spotify

Inleiding De popgeschiedenis door de lens van 10 iconische albums

Dit boek schetst de ontwikkeling van de belangrijkste popstromingen aan de hand van tien iconische albums die de koers en geschiedenis van popmuziek ingrijpend veranderden. Elk van deze tien albums herschreef de code van een popgenre, hetzij door een radicaal-innovatieve breuklijn te creëren, hetzij door een vernieuwende synthese of originele cross-over tussen genres te realiseren. Zo bieden tien album-casestudy’s (één album per hoofdstuk) inzicht in tien significante kantelmomenten in de popgeschiedenis: wat voorafging, de vernieuwing die een album teweegbracht en de invloed die het had op latere generaties popartiesten. Zo ontstaat een overzicht van tien popgenres die de veelkleurige evolutie van popmuziek aantonen. Tien albums – stuk voor stuk gamechangers binnen hun genre – staan op deze manier voor tien doorbraakmomenten en stijlvernieuwingen in popmuziek sinds de vroege twintigste eeuw.

In dit boek is gestreefd naar een genderevenwicht en een gelijkmatige representatie van witte artiesten en artiesten van kleur. Daarbij is ook aandacht besteed aan opinies en initiatieven van de artiesten die deze evenwichten en standpunten (bijvoorbeeld vanuit minderheden) expliciet bepleit en bevorderd hebben.

Roadmap van de popgeschiedenis

Album voor album wordt de pop-puzzel gelegd en ontstaat geleidelijk aan een roadmap die de lezer wegwijs maakt in de ontstaansgeschiedenis van de centrale popgenres:

∞ blues

∞ Tin Pan Alley

∞ rock-’n-roll

∞ rock

∞ folk

∞ country

∞ world/global1

∞ soul

∞ dance (EDM, electronic dance music)

∞ hiphop.

Deze roadmap stelt de lezer óók in staat om verrassende, originele – en soms tegendraadse – afslagen van begane paden te herkennen én verkennen: de ‘uitzonderingen op de regel’ die popmuziek telkens opnieuw in staat stellen om zichzelf (her)uit te vinden. Zo biedt dit boek vanuit verschillende perspectieven een dynamische inkijk in hoe pop zich de voorbije eeuw écht heeft ontwikkeld. Niet via een

Deel 2 1955-1970 rock-’n-roll & rock Inleiding Deel 1 1865-1960 musical & blues 12
Tien iconische popalbums

eendimensionale historische lijn, maar langs een steeds bewegende en evoluerende caleidoscoop van diverse dynamische historische lijnen, die voortdurend dialogen aangaan en in interactie zijn met elkaar.

Zo zou bijvoorbeeld de rock-’n-roll vanaf midden de jaren 1950 en tijdens vroege jaren 1960 simpelweg niet bestaan zonder het menggenre rockabilly, dat in de jaren 1950 ontstond door een kruisbestuiving tussen rhythm-and-blues (de elektrische, stedelijke opvolger van de akoestische delta-blues) en ritmische country (de elektrische opvolger van de akoestische country, de hillbilly).

De ‘vocal harmony groups’ van R&B vormen een verlengstuk van de spirituals en gospelmuziektradities en zijn een cruciale schakel naar latere genres zoals soul, funk, disco, house, techno, EDM, neo-soul en rap/hiphop

Rhythm-and-blues (R&B), ontstaan in de jaren 1940-1950, vertegenwoordigt een spectrum van muziekgenres die oorspronkelijk als ‘race music’ bekend stonden, maar door Billboard Magazine en mede door toedoen van R&B-producer Jerry Wexler in 1949 hernoemd werden tot R&B. R&B was niet alleen significant in de context van urban blues, zoals die door Muddy Waters werd vertegenwoordigd, en de overgang van akoestische rurale deltablues naar elektrische stedelijke blues markeert. R&B vormt bovendien een kruispunt tussen blues- en gospeltradities, waarbij deze twee pijlers elkaar ontmoeten en een genre creëren dat zowel bluesals gospelinvloeden kan omvatten. Dit maakt R&B niet alleen tot een verzamelterm, maar – precies daardoor – ook tot een hybride overgangsfase in de popgeschiedenis, die zowel de transitie van deltablues naar rock-’n-roll als van gospel naar soul markeert. R&B heeft daardoor dus een dubbele rol gespeeld: als een cruciaal genre in de ontwikkeling van twee belangrijke stilistische pijlers van de popmuziek. Hedendaags wordt de term R&B ook nog steeds gebruikt als een verzamelterm voor diverse genres die historisch van gospel en ‘vocal harmony groups’ afstammen. Deze ‘vocal harmony groups’ van R&B vormen een verlengstuk van de spirituals en gospelmuziek-tradities en zijn een cruciale schakel naar latere genres zoals soul, funk, disco, house, techno, EDM, neo-soul en rap/hiphop.

Met dit boek zal de lezer niet enkel een ontdekkingstocht van grote historische en stilistische evoluties en kruisbestuivingen in de popmuziek maken, maar ook (over de grenzen van popgenres heen) een aantal fascinerende sub-thema’s ontdekken zoals:

Deel 3 1960-1990 Deel 4 1950-nu Folk, country & world soul, dance/emd & hiphop 1960-1990 Deel 4 Masters of Pop

∞ de diverse transformaties van het Tin Pan Alley-songformat naar de moderne ‘strofe-refrein-bridge’ popsong;

∞ het fenomeen ‘songfabriek’ (Tin Pan Alley, Brill Building, Motown, Stock, Aitken & Waterman, The Song Machine2);

∞ de ‘modulaire popsong’ door toedoen van modulaire compositie- en productietechnieken: songs uit Paul Simons album Graceland en de songs Move Your Body – The House Music Anthem van Marshall Jefferson en Doo Wop (That Thing) van Lauryn Hill;

∞ de rol van (radio-)dj’s: Alan Freed, Pete Tong, Steve Dahl, Frankie Knuckles, Ron Hardy, ‘The Electrifying Mojo’, DJ Spinderella;

∞ en de rol van producers: Phil en Leonard Chess, Sam Phillips, Steve Sholes, John Hammond, George Martin, Van Dyke Parks, Terry Melcher, Tom Wilson, Phil Spector, Hilton Rosenthal, Roy Halee, Chet Atkins, George Massenburg, ‘Youth’, Jerry Wexler, Tom Moulton, Steve ‘Silk’ Hurley, Joe Smooth, het techno-dj-producers-collectief ‘The Belleville Three’, Moby, Lee ‘Scratch’ Perry, Lauryn Hill, Quincy Jones, Nile Rodgers, Rick Rubin, Mark Ronson, etc.);

∞ de ‘studio als instrument’ en de rol van technologische innovaties.

Zo ontwikkelt de lezer een geëigend pop-jargon dat een begrippenkader biedt om de belangrijkste ontwikkelingen binnen de popmuziek (en de ruime populaire cultuur) chronologisch en stilistisch te ordenen, te contextualiseren en te begrijpen. De

Vanuit deze mindset leert de lezer niet alleen hoe popmuziek werkt maar ook dat popgenres – generatie na generatie – voortdurend in ontwikkeling zijn. Dit geeft met name ook aan jonge lezers het gevoel dat ‘hun’ actuele popmuziek ertoe doet!

Deel 2 1955-1970 rock-’n-roll & rock 14 Inleiding Deel 1 1865-1960 musical & blues
actuele popmuziek doet ertoe! ‘Every generation throws a hero up the pop charts’ Paul Simon, The Boy in the Bubble, 1986

Zij herkennen en begrijpen op hun beurt de eigentijdse popgenres (hiphop, R&B, dance) als logische, innovatieve en dus relevante uitkomsten van historische ontwikkelingen en kruisbestuivingen. De actuele popmuziek zou immers ondenkbaar zijn zonder de talloze creatieve innovaties van opeenvolgende generaties popmusici, dj’s en producers uit de vorige generaties.

Zo creëerden dj-producers hiphop in de jaren 1970 in de South Bronx (New York City) door te experimenteren met nieuwe mengvormen van dj’en en turntablism, rap, beats/grooves en jazz-samples. Hun opvolgers produceerden tijdens de jaren 1980 funk en disco tot house en techno, genres die later zouden uitmonden in EDM.

En als je beseft dat funk en disco hun oorsprong hadden in de soulmuziek van de jaren 1950 en 1960, die op haar beurt uit de zwarte kerkmuziek (gospel en spirituals) is ontstaan, dan is het niet gek om de link te horen tussen de extatische religieuze solo- en koorzangstijl in gospel en het geëxalteerde trancegevoel in de actuele dancemuziek die tijdens raves een soortgelijk spiritueel effect én universele aantrekkingskracht lijkt te hebben.

De hoofdpijlers van de popmuziek: Tin Pan Alley, blues, folk, country en gospel

‘They’ve been going in and out of style But they’re guaranteed to raise a smile’

In dit boek worden de hoofdpijlers van de popmuziek behandeld (Tin Pan Alley, blues, folk, country en gospel/soul) die de raamstructuur voor de tien album-casestudy’s bieden. Deel 1 (1865-1960) behandelt de eerste twee hoofdpijlers (Tin Pan Alley en blues) en onderzoekt de vroegste oorsprong en fundamenten

Deel 3 1960-1990 Deel 4 1950-nu Folk, country & world soul, dance/emd & hiphop 1960-1990 Deel 4 15 Masters of Pop
The Beatles, Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band, 1967

van de popmuziek. Enerzijds via het ontstaan van de Tin Pan Alley songwriting-cultuur, de Broadway-musical en het Great American Songbook; en anderzijds via worksongs, delta-blues en rhythm-and-blues met respectievelijke casestudy’s over Show Boat (musical) en Muddy Waters (blues).

‘Come, all you good workers

Good news to you

I’ll tell

Deel 2 (1955-1970) bouwt hierop verder en focust op de transformatie van rhythm-and-blues naar rock-’n-roll (Chuck Berry en Elvis Presley) en naar rock (The Beatles). Daarbij ontdek je tegelijk de fascinerende metamorfose van het standaard songformat AA’BA” van Tin Pan Alley naar de moderne ‘versechorus-bridge’-popsong (in het Nederlands: de ‘strofe-refreinbridge’-popsong).

Of how the good old union

Has come in here to dwell

Which side are you on, boys?

Which side are you on?’

Florence Reese,

Which Side Are You On?, 1931

Deel 3 stelt singer-songwriters in folk, country en world/global centraal met albums van Bob Dylan (folk), Dolly Parton, Emmylou Harris & Linda Rondstadt (country) en Paul Simon (world/global).

Deel 4 volgt de ontwikkeling van gospel en soul naar dance en R&B/hiphop met casestudy’s over Aretha Franklin (soul), het compilatie-album The House Sound of Chicago (dance) en Lauryn Hill (R&B/hiphop).

Delen 1 en 2 beschrijven in twee fasen de ontwikkelingen van de eerste twee hoofdpijlers (Tin Pan Alley en blues). Ook wordt er het ontstaan van de moderne popsong vanuit het Tin Pan Alley-songformat belicht.

Delen 3 en 4 richten zich op andere hoofdpijlers van de popmuziek: de witte genres folk en country (deel 3) en de zwarte genres gospel, soul, R&B en hiphop (deel 4). Daarmee behandelen delen 3 en 4 muziektradities waarvan de oorsprong teruggaat tot de late negentiende eeuw (en zelfs nóg eerder, zoals de eeuwenoude folksongs of de gedichten en liederen van de middeleeuwse Troubadours, eigenlijk de vroegste voorlopers van de twintigste-eeuwse singer-songwriters). Delen 3 en 4 vormen geen chronologisch vervolg op delen 1 en 2. Ze vertegenwoordigen telkens andere, lange tradities, die een centrale plaats in de ontwikkeling van popmuziek innemen.

In dit boek worden ook via vier ‘interludia’ (gespreid over de vier delen van het boek) evoluties in songwriting geschetst, doorheen verschillende perioden en stij-

Deel 2 1955-1970 rock-’n-roll & rock 16 Inleiding Deel 1 1865-1960 musical & blues

len. Het eerste interludium (deel 1) behandelt de oorsprong van pop-songwriting, belicht vanuit de Tin Pan Alley AA’BA”-songstructuur. Dat legt de basis voor de overgang naar het tweede interludium (deel 2), waarin de modernisering van pop-songwriting wordt besproken, met een transformatie van de Tin Pan Alley AA’BA”-songstructuur naar de hedendaagse ‘strofe-refrein-bridge’ popsongstructuur. Het derde interludium (deel 3) duikt in de wereld van ‘modulaire compositie- en productietechnieken’, die een nieuwe dimensie toevoegen aan de creatie van popmuziek. Tot slot, in het vierde interludium (deel 4), wordt de (geactualiseerde) toepassing van deze modulaire technieken specifiek in de context van R&B en hiphop belicht. Deze interludia geven samen een inkijk in de ontwikkeling van songwriting, en tonen de veelzijdigheid en de evolutie van het componeren en producen van popmuziek.

Een boeiend extra perspectief bij bovenvermelde structuur kan gevonden worden in de opeenvolgende golven van dominante popstromingen die Jeremy Yudkin in de populaire muziek sinds 1850 onderscheidt. Op die manier schetst hij, hoewel zeer generaliserend (en daardoor onvermijdelijk onvolledig), niettemin een interessante globale tijdslijn van popmuziek:

∞ minstrelsy (1850-1880);

∞ vaudeville en Tin Pan Alley (jaren 1880 tot en met jaren 1910);

∞ American Songbook (jaren 1920 tot en met jaren 1940);

∞ vroege rock-’n-roll (jaren 1950);

∞ pop/rock (jaren 1960);

∞ heavy metal, punk, disco, dance-pop (jaren 1970 en jaren 1980);

∞ rap/R&B (jaren 1990 tot nu).3

Deze tijdslijn komt – grosso modo – overeen met de tien albums van dit boek. Daarbij dient opgemerkt dat sommige popgenres vaak ook na hun fase van prominentie invloedrijk bleven. Yudkins opeenvolgende golven van dominante popstromingen bieden inzicht in een globale evolutie, waarbinnen tegelijk heel wat historische nuances en genre-kruisbestuivingen spelen, die in dit boek aan bod komen.

Popgenres zijn voortdurend in beweging

Veranderingen kunnen ontstaan door diverse factoren. Vaak speelt nieuwsgierigheid van popartiesten een centrale rol (naar nieuwe compositiestructuren, types songteksten, innovatieve melodische en harmonische idiomen, arrangementen en productietechnieken). Maar ook persoonlijke ervaringen en sociaal-politieke overtuigingen kunnen urgente, doorslaggevende factoren vormen. Popmuziek is daardoor vaak een barometer van wat op tal van domeinen binnen de maatschappij in evolutie is.

Deel 3 1960-1990 Deel 4 1950-nu Folk, country & world soul, dance/emd & hiphop 1960-1990 Deel 4 17 Masters of Pop

‘Come mothers and fathers throughout the land

And don’t criticize what you can’t understand

Your sons and your daughters are beyond your command

Your old road is rapidly aging

Please get out of the new one if you can’t lend your hand

For the times, they are a-changin’‘

Bob Dylan, The Times They Are A-Changin’ , 1964

Popartiesten kunnen daarbij rolmodellen zijn; door hun politiek engagement Which Side Are You On? van Florence Reese, Waist Deep in the Big Muddy van Pete Seeger, Give Peace a Chance en Imagine van John Lennon, Sunday Bloody Sunday en Miss Sarajevo van U2, American Idiot van Green Day, Formation van Beyoncé), maatschappelijke betrokkenheid (The Times They Are A-Changin’ van Bob Dylan, Born in the U.S.A. en My Hometown van Bruce Springsteen, Fight the Power van Public Enemy, Alright van Kendrick Lamar), seksuele emancipatie (Papa Don’t Preach en Express Yourself van Madonna), experimenten met genderaspecten (David Bowie poseerde in een jurk op de cover van zijn album The Man Who Sold the World) of door het doorbreken van psychologische en emotionele taboes (Manic Depression van Jimi Hendrix, Vincent van Don McLean, Hurt van Nine Inch Nails, Xanny van Billie Eilish over het kalmeermiddel Xanax).

‘I don’t need a Xanny to feel better

On designated drives home

Only one who’s not stoned Don’t give me a Xanny, now or ever’

Billie Eilish, Xanny, 2019

Deel 2 1955-1970 rock-’n-roll & rock 18 Inleiding Deel 1 1865-1960 musical & blues

Soms komen evoluties ook tot stand door serendipiteit. De invloedrijke ‘fuzz-tone’ distortion-sound van de gitaar in You Really Got Me van The Kinks, ontstond toen gitarist Dave Davies bij wijze van experiment de luidsprekerconus van zijn gitaarversterker met een scheermesje doorsneed en met pinnen doorprikte. En een per vergissing achterwaarts afgespeelde opnametape zou – dankzij de alertheid en onophoudelijke creatieve nieuwsgierigheid van The Beatles en hun producer George Martin – de revolutionaire klanktextuur van Tomorrow Never Knows worden: een achterwaartse tape-loop soundscape als arrangement.

Zo kunnen onvermoede nieuwe – en soms revolutionaire – klankmogelijkheden ontstaan, die de creativiteit van popartiesten triggeren en hen inspireren om nieuwe wegen in te slaan. Heel vaak worden veranderingen ook ingegeven door technologische en media-evoluties. Ontwikkelingen van muziekinstrumenten, opnametechnologie en geluidsdragers hebben in de evolutie van popmuziek steeds een centrale rol gespeeld. Door de uitvinding van de elektrische gitaar kon akoestische delta-blues zich transformeren tot elektrische rhythm-and-blues, waaruit later –door een synergie met (eveneens elektrische) ritmische country – rockabilly en vervolgens rock-’n-roll ontstonden.

De uitvinding van synthesizers, samples en drumcomputers gaf dan weer aanleiding tot het ontstaan van elektropop, dance/EDM en hiphop. Ook verbeteringen op vlak van opnamekwaliteit, klankbewerking (editing) en mixing creëerde nieuwe, inspirerende creatieve mogelijkheden voor popartiesten en producers. Het aantal opnamesporen evolueerde in enkele decennia van één opnamespoor naar een virtueel onbeperkt aantal! Zo deed de opnamestudio tijdens het creatieproces van Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band (1967) zelfs dienst als een essentiële, volledig in het maakproces geïntegreerde creatieve tool, als een bijkomend ‘instrument’ dat The Beatles en hun producer George Martin in staat stelde om unieke en ongeziene creatieve klankproductiemogelijkheden te ontginnen en te realiseren. Ook de ontwikkeling van geluidsdragers heeft de evolutie van popmuziek verregaand bepaald. Deze fungeren immers niet alleen als een medium om muziek naar een publiek brengen, maar als medium zijn ze ook bepalend voor de manier waarop muziek geproduceerd wordt, precies om het publiek optimaal te kunnen bereiken. Zo was de partituur van een song eerst de norm. Die was strikt genomen nog geen geluidsdrager (in de actuele betekenis), maar deed wél al dienst als muziekdrager die – door middel van een live-uitvoering – klinkende muziek kon worden. Vervolgens werden de vinyl-single en lp, en de muziekcassette de dominante dragers, waarna de cd deze rol overnam, tot digitale geluidsdragers (mp3-speler, smartphone) en actuele digitale mediaspelers (zoals iTunes, in 2001 geïntroduceerd door Apple) en muziekstreaming-platforms en webplayers (zoals Spotify) de norm werden.

Deel 3 1960-1990 Deel 4 1950-nu Folk, country & world soul, dance/emd & hiphop 1960-1990 Deel 4 19 Masters of Pop

Pop als levende wetenschap

Dit boek is ontstaan vanuit een dubbele interesse. Ten eerste vanuit het musicolo gisch perspectief, waarbij significante evoluties en kruisbestuivingen binnen de popmuziek op een wetenschappelijke manier geduid worden (muziekhistorisch, esthetisch en analytisch). Ten tweede vanuit de creatief-artistieke invalshoek, waar bij de muzikale praktijk centraal staat (en daarbij vooral het creatieve maakproces van songs en albums), met aandacht voor compositorische en productionele dimensies.

Aangezien popmuziek integraal deel uitmaakt – en een product of exponent vormt – van de brede popcultuur, waarvan populaire bronnen (popmagazines, interviews met popartiesten, documentaires, podcasts, etc.) ontegensprekelijk een eerste getuige zijn, is een diepgaande immersie in deze popcultuur – precies via haar eigen kanalen – van cruciale waarde om popmuziek te bestuderen. Deze hebben nu eenmaal de vinger aan de pols en bieden een onmisbare aanvulling ten aanzien van academische bronnen (cultuurhistorische en musicologische analyses). Een academische benadering biedt dan weer een meerwaarde omdat deze de waan van de dag en door de muziekindustrie gehypete artiesten en releases als de ‘nieuw ste sensaties’ (in het kader van uitgekiende verkoopstrategieën!) in een langeter mijn historisch-stilistisch kader plaatst. Daarom verwijst dit boek voortdurend en op een gelijkwaardige manier naar academische én naar populaire bronnen.

Om de leeservaring zo aangenaam en vlot mogelijk te maken, wordt niet in de tekst zelf naar deze bronnen verwezen, maar in eindnoten die verwijzen naar een bijge voegde selectieve bibliografie (per hoofdstuk). Dat het daarmee laagdrempelig wordt voor niet-gespecialiseerde lezers toont de kernopzet van dit boek: het is namelijk tegelijk bedoeld als syllabus voor de cursus ‘Pop Music’ aan de KU Leuven (Musicologie en Culturele Studies), én als luistergids en naslagwerk voor de door snee-popliefhebber die graag een dieper inzicht wil verwerven in de historische evoluties van popgenres en daarmee nóg meer wil genieten van zijn popcollectie en playlists.

In dit boek nodigen de met geel gemarkeerde tekstgedeelten, vergezeld van het oogjesicoon, de lezer uit tot een dieper begrip van de maatschappelijke dimen sies en relevantie van de besproken popartiesten en popsongs. Deze unieke visu ele cues benadrukken niet alleen het belang van de culturele context, maar nodi gen ook uit tot een bewuste reflectie op hoe muziek de spiegel is van onze samenleving.

En uiteindelijk heeft de muziek het laatste woord en spreekt ze voor zichzelf:

rock-’n-roll & rock 20 Inleiding Deel 1 1865-1960 musical & blues

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.