�essaLinea
Erkend pijncentrum voor kinderen

Minder angst dankzij VR
Neuromodulatie bij migraine
Medisch informatieblad
Jessa Ziekenhuis nr. 50 september 2025

Erkend pijncentrum voor kinderen
Minder angst dankzij VR
Neuromodulatie bij migraine
Medisch informatieblad
Jessa Ziekenhuis nr. 50 september 2025
RSV vormt traditioneel een grote belasting voor jonge kinderen en hun families. Tot voor kort leidde het virus jaarlijks tot zo’n 10.000 ziekenhuisopnames bij kinderen jonger dan vier jaar. Dankzij immunisatie daalde het aantal RSV-opnames spectaculair.
Vorig seizoen kreeg bijna 90 % van de pasgeborenen in België nirsevimab (Beyfortus®), een monoklonaal antilichaam dat beschermt tegen RSV en sinds juni 2024 wordt terugbetaald. Bij zuigelingen jonger dan zes maanden lag de vaccinatiegraad rond de 60 %. De resultaten waren opvallend: volgens Sciensano daalde het aantal ziekenhuisopnames bij kinderen jonger dan vijf jaar met 35 à 45 %. Bij Jessa ging het zelfs om een daling van 78 % in de jongste leeftijdsgroep (0 tot 6 maanden).
Wat verandert dit najaar?
Sinds januari 2025 wordt ook het maternale vaccin Abrysvo® terugbetaald. Gynaecologen raden vaccinatie aan tussen 28 en 36 weken zwangerschap,
met voorkeur vanaf 32 weken. De keuze tussen Beyfortus® en Abrysvo® gebeurt in overleg met ouders en arts. Kind en Gezin informeert de ouders, terwijl pediaters, huisartsen en gynaecologen instaan voor het voorschrift en de toediening.
“De cijfers tonen zwart op het wit het nut van deze preventiestrategie”, zegt dr. Marc Raes, kinderarts en coördinator van de nationale RSV-taskforce. “We vermijden niet alleen ziekenhuisopnames, maar ontlasten ook de eerste lijn én besparen jonge kinderen en families heel wat leed.”
Let wel: immunisatie is seizoensgebonden. De bescherming houdt vijf à zes maanden aan. Kinderen jonger dan 13 maanden die na het vorige seizoen geboren zijn, komen in aanmerking voor Beyfortus® (indien de moeder niet werd gevaccineerd).
Immunisatie moet voor of kort na de officiële start van het RSV-seizoen (meestal oktober) gebeuren.
Een kinderboek over stamceltransplantatie maken is geen evidentie. Al hield dat klinisch psycholoog Cherine Govaerts en klinisch kinderpsycholoog Sofie Vanstraelen – beiden werkzaam bij Jessa – niet tegen. In ‘Stamcellen voor Beer’ krijgt Beer, de beste vriend van Lea, kanker. De Tovenaar legt op een kindvriendelijke manier uit wat er Beer te wachten staat.
“Mensen worstelen vaak met de vraag hoe je met kinderen in gesprek kan gaan over moeilijke onderwerpen zoals kanker, angst, verdriet en pijn”, vertelt Sofie Vanstraelen. “Omdat daar nauwelijks geschikt literair materiaal over bestaat, besloten we zelf in onze pen te kruipen”, vult Cherine Govaerts aan. Het moedige verhaal van Beer werd knap geïllustreerd door Carlyn De Roeck.
Jessa mocht de eerste 100 exemplaren in ontvangst nemen via een gift van een patiënt en is trots dat geëngageerde medewerkers zoiets moois op eigen initiatief realiseerden.
Sinds april 2025 erkent het RIZIV een nieuwe therapie voor diabetespatiënten met een pijnlijke diabetische polyneuropathie (PDPN). Onder strikte criteria wordt er tijdens een ingreep een elektrode in de rug van de patiënt geplaatst. Tijdens de proefperiode, de eerste tien dagen na de operatie, krijgt de patiënt een tijdelijke uitwendige batterij. Die vervangt de chirurg daarna door een kleine, inwendige en herlaadbare IPG (Internal Pulse Generator).
De opgewekte impulsen verstoren de prikkeloverdracht van de zenuwvezels en maken de patiënt zo nagenoeg pijnvrij. De methode moet de diabetespatiënt voor de komende tien tot twintig jaar ontzorgen en het levenscomfort enorm verbeteren. De behandeling mag enkel uitgevoerd worden in een ziekenhuis dat door de overheid erkend is als multidisciplinair pijncentrum voor de behandeling van chronische pijn (MCCP), zoals Jessa.
Tijdens een testperiode – van 1 mei tot 9 juni –versoepelde de dienst intensieve zorgen het bezoekbeleid: van twee keer 45 minuten naar een doorlopend bezoekmoment. “Zo spelen we in op feedback uit de patiëntenbevraging”, vertelt coördinerend leidinggevende Sigrid Nijssen.
“Bovendien is zo’n openbezoekbeleid vaak gunstig voor het herstel, want de aanwezigheid van een familielid, vriend of mantelzorger kan geruststellend werken. Op lange termijn kan het zelfs het risico op post-ICU-klachten verkleinen.”
Het beperkte bezoekbeleid op de dienst intensieve zorgen is historisch gegroeid, vooral uit bezorgdheid over infecties. Intussen zijn de inzichten echter geëvolueerd: bezoek van naasten blijkt ook voordelen te hebben, zowel voor de patiënt als de familie én de zorgverleners.
“Patiënten kampen na hun opname soms met lichamelijke, cognitieve of psychische klachten, zoals concentratiestoornissen of angstaanvallen. Dat noemen we het post-ICU-syndroom”, legt Sigrid uit. “Een opname is immers een ingrijpende ervaring die z’n sporen nalaat. Om die impact te beperken, introduceerden we eerder al het patiëntendagboek en hondenbezoeken. Naasten meer betrekken bij het zorgtraject was de logische volgende stap.”
Evaluatie
Waar bezoek vroeger welkom was van 14.30 tot 15.15 uur en van 19 tot 19.45 uur, hanteerde de dienst zes weken lang een openbezoekbeleid. “Per patiënt kregen twee mantelzorgers een QR-code die toegang gaf tussen 11 en
18 uur. Van 18 tot 19 uur konden nog drie andere bezoekers langskomen. Of die regeling werkbaar is, wordt volop geëvalueerd. Een openbezoekbeleid heeft namelijk ook impact op de medewerkers. Bovendien heeft niet elke patiënt er baat bij, ook rust is belangrijk. We zitten nu samen rond de tafel om verbeterpunten aan te pakken en de juiste balans te zoeken.”
Sinds april 2025 is er in zo goed als heel Limburg ook een weekwacht bereikbaar tussen 18 uur en 8 uur. Die verandering is het resultaat van een intensievere samenwerking in duo’s. Huisartsenwachtpost Mijn-Wachtpost ging in 2023 al in zee met Herkenrode en wachtpost Maasland met GAOZ. Sinds dit jaar is er ook een nachtelijke samenwerking tussen Sint-Truiden en Bilzen-Hoeselt.
Van 18 tot 23 uur kunnen patiënten telkens in beide wachtposten terecht. Van 23 tot 8 uur worden patiënten
uitsluitend doorgestuurd naar Herkenrode, GAOZ en Bilzen. Noord-Limburg doet voorlopig nog niet mee aan de weekwacht. Huisarts en lid van CELL (Centrum Eerste Lijn Limburg) dr. Luc Hendrix is enthousiast over de nieuwe kwalitatieve wachtregeling mét administratieve ondersteuning en chauffeur. “Hierdoor krijgen huisartsen de kans om een betere work-lifebalance op te bouwen. Ze doen nog wachtdiensten, maar veel minder uren, waardoor de druk lager ligt. Nu enkel nog het triagenummer 1733 verder uitrollen.”
In het kader van een pilootproject brengen de geriaters van Jessa afwisselend een bezoek aan een woonzorgcentrum. Op vraag van de behandelende huisarts verlenen ze ter plaatse gericht advies bij complexe geriatrische problematieken, zoals een onverklaarde algemene achteruitgang, moeilijk regelbare diabetes, polyfarmacie, vragen rond opname of euthanasie ...
“Dankzij deze outreach-aanpak kunnen we opnames vermijden, sneller schakelen naar het dagziekenhuis en de afstemming tussen het liaison- en WZC-team bevorderen”, vertelt dr. Charlotte De Clercq. “Patiënten blijven in hun vertrouwde omgeving en voor ons is het net interessant om hen in een rusthuiscontext te zien. Bovendien versterken we zo de banden met de eerstelijnszorg en dragen we bij
aan een betere transmurale werking. We hopen na het pilootproject deze zorg ook aan te bieden in andere woonzorgcentra en zo nog meer tips en trucs uit te wisselen.”
Cardio-oncologie
Zorgpad alcohol
VERANTWOORDELIJKE UITGEVER: vzw Jessa Ziekenhuis, Salvatorstraat 20, 3500 Hasselt
EINDREDACTIE EN GRAFIEK:
dienst communicatie Jessa Ziekenhuis, Salvatorstraat 20, 3500 Hasselt tel. 011 33 53 50 in samenwerking met ZINNIG
Dit magazine is gedrukt op gerecycleerd papier.
www.jessazh.be info@jessazh.be
www.facebook.com/jessaziekenhuis
Dubbelinterview
Uitgelicht: Jessa in beeld 50x JessaLinea Handige telefoonnummers
Ik ben ontzettend dankbaar voor de geboden kansen en de koers die ik jarenlang mee mocht bepalen.
dr. Jos Vandekerkhof
Het eerste exemplaar van JessaLinea kwam uit in september 2010, het jaar waarin het toenmalige Virga Jesse, Salvator en Sint-Ursula fuseerden tot het huidige Jessa. Op dit moment blader je door de vijftigste editie.
In die vijftien jaar heeft niet alleen Jessa, maar ook dit magazine een ware transformatie ondergaan. Jessa groeide uit tot een van de meest toonaangevende ziekenhuizen in Vlaanderen en fungeert daarbij vaak als een motor voor innovatie en trendsetting. JessaLinea groeide uit tot een gesmaakt en veelgelezen infoblad voor de artsen van Jessa en de eerstelijnszorg. Het is geschreven in een vlotte, herkenbare stijl, waardoor het magazine ook aantrekkelijk is voor mensen zonder medische achtergrond.
Voor de samenstelling van het blad zetelen er huisartsen mee in de redactieraad: een knap voorbeeld van de integratie en samenwerking tussen de eerste en tweede lijn. Dit voorwoord is dan ook een oprecht dankwoord aan de volledige redactieraad voor de vlotte en aangename samenwerking. En zeker ook aan alle medewerkers en artsen die met hun woorden hebben
bijgedragen aan deze feesteditie én alle vorige magazines.
Niet lang na deze jubileumeditie zet ik een punt achter mijn eigen verhaal bij Jessa. Op 1 december neem ik met gepaste fierheid afscheid van een zorginstelling die 43 jaar lang het allerbeste uit mezelf naar boven bracht. Ik startte in 1986 als vaatchirurg, was 28 jaar lid van de medische raad en droeg daarbij 18 jaar de titel van voorzitter. Na vier jaar als hoofdarts sla ik het Jessaboek binnenkort definitief dicht.
Vol verbazing kijk ik naar de snelheid waarmee de jaren voorbijvlogen. De drukte en diversiteit van de job hebben daar ongetwijfeld iets mee te maken. Het was een loopbaan vol uitdagingen, successen en soms ook moeilijke momenten. Ik ben ontzettend dankbaar voor de geboden kansen en de koers die ik jarenlang mee mocht bepalen. Wie mij kent weet dat ik heel erg trots ben op het merk Jessa. Ik hoop dan ook dat ik een steentje heb verlegd in de rivier die ooit begon als een klein beekje.
dr. Jos Vandekerkhof
Van telemonitoring tot smart glasses
Technologie in de zorg: de mogelijkheden zijn erg breed. Maar die technologie is pas relevant wanneer het de zorg versterkt op een menselijke manier. Daarom wordt de patiënt bewust betrokken bij het uittekenen van zorgprocessen en neemt Jessa deel aan meerdere pilootprojecten die technologische innovaties in verschillende zorgfacetten testen.
“De volgende jaren komen veel toestellen en toepassingen samen onder de koepel smart health. Het AI-luik wordt daarin ook steeds sterker”, zegt Jan Jansen, ICT Manager Applicaties. “De FOD Volksgezondheid onderzoekt welke innovaties zinvol zijn. Jessa tekende onder andere in op innovatieprojecten rond smart glasses en telemonitoring en werkt zelf een structurele methodiek uit om de ervaring van de patiënt te optimaliseren.”
“Met de smart glasses kunnen we live meekijken wanneer een PIT of MUG uitrijdt.”
Smart glasses op spoedgevallen
“Met de smart glasses kunnen we live meekijken wanneer een PIT of MUG uitrijdt”, vertelt dr. Fabian Dhondt, urgentiearts. “Zo krijgen we een beter beeld van de situatie ter plaatse en kunnen we gerichter advies geven. Voor prehospitale zorgverleners betekent dit een extra steun, zeker in complexe of kritieke situaties.” Dat bevestigt ook Christine Nollet, adjunct-hoofdverpleegkundige spoedgevallen “Terwijl de PIT-verpleegkundige of MUGarts de patiënt verzorgt, zoekt de ‘meekijkende’ arts in het ziekenhuis meteen de voorgeschiedenis van de patiënt op. Zo kunnen we sneller schakelen. De arts krijgt ook
letterlijk het klinische beeld mee dat de zorgverlener anders via telefoon beschrijft. We schatten de situatie veel beter in en dat helpt ons om het vervolg in het ziekenhuis voor te bereiden. Bij de MUG gaat er vaak een assistent-arts mee, samen met één van onze urgentieartsen. Nu kan de urgentiearts op afstand volgen en beschikbaar blijven op de spoedafdeling.”
“Onze collega’s werken vandaag in complexe ICT-omgevingen. Daarom hebben we dit project bewust laagdrempelig gehouden”, zegt Andy Meers, applicatieverantwoordelijke ICT. “De smart glasses hebben heel wat technische mogelijkheden. Je kunt bijvoorbeeld documenten op de bril tonen. Technologie moet in deze situaties vooral het zorgproces ondersteunen, het mag zeker niet afleiden.”
Christine Nollet: “Medewerkers en patiënten moesten even wennen aan de bril en aan het feit dat
iemand meekijkt. We kaderen trouwens duidelijk dat de bril enkel beeld en geluid doorstuurt. We nemen niets op en bewaren geen gegevens.”
“De centrale vraag van dit onderzoek is ‘in welke zorgsetting bieden smart glasses een meerwaarde?’”, gaat Christine Nollet verder. “Ze worden ook elders in België getest bij wondzorg binnen de thuisverpleging en door een rapid response team voor CVA’s. Ons onderzoek is intussen bijna afgelopen. We hebben vijftien casussen gedaan en zijn nu bezig met de controlegroep. De eerste feedback is alvast positief. Dit zal vooral een verschil maken in zorgkwaliteit en opleiding. Onze artsen vinden het een grote meerwaarde en bekijken of dit systeem behouden kan worden.”
Jessa stapte eerder dit jaar ook in het pilootproject Transmurale Opvolging door TeleMonitoring (TOTeM). “Dit is een gamechanger voor onze postoperatieve zorg”, zegt Kim Vanbrabant, hoofdverpleegkundige abdominale heelkunde. “We verkorten het ziekenhuisverblijf zonder in te boeten aan veiligheid en kwaliteit. De patiënt krijgt thuis hoogwaardige zorg en neemt een actievere rol op tijdens de revalidatie. Binnen dit project gaan patiënten na een distale pancreatectomie al na vier dagen naar huis in plaats
van na zes dagen. Bij een antirefluxingreep vermindert de opname van drie dagen naar één dag. Dit project loopt intussen bij 40 patiënten. Ze worden thuis nog zo’n twee weken opgevolgd.”
Dagelijks contact
“De pancreasverpleegkundige installeert de app en legt uit hoe die werkt. Vervolgens krijgt de patiënt een thermometer, bloeddrukmeter, saturatiemeter en een dockingstation mee naar huis. Na ontslag neemt de zorgcentrale (Z+) contact op om de eerste stappen te doorlopen. Patiënten registreren elke dag hun parameters en vullen uitgebreide vragenlijsten in. De zorgcentrale monitort die data dag en nacht. De gegevens worden automatisch doorgestuurd naar het patiëntendossier en gedeeld met de huisarts. Bij afwijkingen contacteert
de centrale de patiënt en schakelt de dienst indien nodig de verpleegkundige of chirurg van wacht in.”
“In dit onderzoek beoordelen we verschillende facetten van telemonitoring. Is het handiger? Zien we een verschil in heropnames? Hoeveel werklast verschuift er naar de eerste lijn? Uit de eerste reacties leren we dat mensen zich veilig voelen en het fijn vinden dat de zorgcentrale hen opbelt om te vragen hoe het gaat. Al zijn er af en toe ook wat moeilijkheden met de toestellen. Die proberen we op te lossen met heldere instructiefilmpjes”, vertelt Kim Vanbrabant.
Gestructureerd medische gegevens uitwisselen
Telemonitoring valt of staat met goede datastromen. Binnen dit
TOTeM-project zet Jessa samen met een aantal partners de eerste stappen naar een FHIRgebaseerde gegevensuitwisseling. Ingevulde vragenlijsten, patiëntgegevens, data van telemonitoringtoestellen … worden gestructureerd en veilig gedeeld met de betrokken partijen en digitale toepassingen.
FHIR (Fast Healthcare Interoperability Resources) biedt daarvoor een moderne, webgebaseerde standaard die straks ook helpt om de impact van telemonitoring op zorguitkomsten en zorgprocessen te meten.
“Jessa maakt van een kwalitatieve patiëntervaring een trategische prioriteit”, vult Lotte Daniels, Patient Experience Officer, aan. “Zorgprocessen worden vaak opgesteld vanuit de bril van de medewerker, wij leggen de visie van de patiënt ernaast. Mensen worden soms overspoeld met informatie. Daarom bepalen we nu de juiste methodiek om de patiëntervaringen structureel in kaart te brengen en te integreren in de werking van het ziekenhuis. Hoe ervaren patiënten hun contacten met Jessa? Op welk moment en via welke weg willen ze benaderd worden? Voor het borstcentrum hebben we intussen samen met patiënten een zogenoemde patient journey opgesteld die alle contactmomenten samenvat.”
“Als bijkomend proefproject digitaliseren we nu het volledige hartkatheterisatiezorgtraject tegen einde 2025”, verduidelijkt Erwin François, EPD Manager. “Elke fase wordt digitaal ondersteund, zodat patiënten op het juiste moment de gepaste info ontvangen. Denk hierbij aan online vragenlijsten, afspraakherinneringen of brochures via e-mail of via de mynexuzhealth-app op je telefoon. Doel is om meer transparantie, minder onzekerheid en een vlottere ervaring te creëren.”
“We bekijken de rol van digitale toepassingen met een brede blik. We weten immers uit patiëntbevragingen dat we best parallel via verschillende media communiceren”, zegt Lotte Daniels. “Het gaat voornamelijk om het juiste evenwicht. Daarnaast bestuderen we ook hoe we patiënten kunnen ondersteunen, bijvoorbeeld via een digipunt – waar we mensen helpen met hun digitale problemen – of een intuïtieve Q&A-webpagina. Het is cruciaal dat technologie warme en menselijke zorg ondersteunt.”
Jezelf dialyseren in het ziekenhuis wanneer het jou uitkomt. Dat is het doel van de nieuwe selfcare dialyse in Jessa. “We willen onze patiënten zoveel mogelijk opties geven om hun dialyse flexibel te organiseren. Zelfs ’s nachts. Daarmee zijn we de eerste in België.”
Dag en nacht
De nieuwe selfcare-optie geldt enkel voor hemodialyse, niet voor peritoneale dialyse. Patiënten kunnen de klok rond terecht in het nieuwe dialyselokaal op campus Salvator. Yvan Bollen, adjunct-hoofdverpleegkundige: “Patiënten gaan hier zelf aan de slag, maar een gespecialiseerde verpleegkundige staat 24/7 klaar via telefoon. Patiënten die thuis dialyseren komen in principe in aanmerking. We willen onze patiënten zoveel mogelijk niervervangende therapieën aanbieden. Deze nieuwe optie helpt ook om het aandeel thuisdialysepatiënten op termijn te verhogen van 10 naar 25 %.”
Meer flexibiliteit
Dr. Tom Cornelis, nefroloog: “Je hangt niet meer vast aan het schema van het dialysecentrum. Verjaardagsfeestje of files ontwijken? Patiënten bepalen zelf hun agenda. Het is ook een handige optie wanneer je je huurwoning of appartement niet kunt aanpassen aan thuisdialyse. Of voor mensen die hun leefruimte liever niet inrichten als ‘ziekenhuis’. Daarmee valt ook het extra waterverbruik weg, goed voor een jaarlijkse besparing van 500 tot 1000 euro. Natuurlijk moet je nu naar het ziekenhuis rijden, maar daarvoor ontvang je wel een kilometervergoeding.”
Grondige opleiding
“Uiteraard maken we duidelijke afspraken, zoals over het aantal dialyses per week. We selecteren enkel patiënten
met een betrouwbaar medisch verloop, mentale stabiliteit en een goede vaattoegang. Ons thuisdialyseteam geeft een grondige opleiding en in het begin volgen we hen via de raadpleging frequenter op. En bij problemen kunnen patiënten snel weer naar het centrum.”
Na haar opleiding als arts-specialist in de oftalmologie aan de KU Leuven, specialiseerde dr. Heleen Nicolai zich verder in retinale aandoeningen in UZ Leuven. Daarna volgde ze een fellowship medische retina in Het Oogziekenhuis Rotterdam. Sinds 2018 werkt ze in Oogartsenpraktijk Alken en Oogcentrum Zie in Bilzen.
Haar specifieke interessegebieden zijn medische retina – van diabetes en vasculaire aandoeningen tot systeemaandoeningen en leeftijdsgebonden maculadegeneratie – en laserbehandelingen. Om haar vaardigheid in het combineren van technische handelingen en duidelijke patiëntencommunicatie verder aan te scherpen, vervoegt Heleen Nicolai Oogkliniek Hasselt als deeltijds oftalmoloog.
Dr. Heleen Nicolai vervoegt het team van de oogkliniek sinds januari 2025.
Dr. Bert Dessers
Urgentiearts
Dr. Bert Dessers is afkomstig uit Hasselt en genoot zijn opleiding voornamelijk in Gent. Na het behalen van zijn master Geneeskunde aan de UGent volgde hij een specialisatieopleiding in de Urgentiegeneeskunde via UZ Gent. Hierbij deed Bert Dessers ervaring op in verschillende zorginstellingen, van het Jan Yperman Ziekenhuis in Ieper tot ZAS Middelheim in Antwerpen.
De urgentiearts ontwikkelde daarbij een bijzondere interesse in de toxicologie. Voor zijn laatste jaar trok hij naar Australië. Daar kon hij zijn opleiding in 2024 vervolledigden op de spoedgevallendienst van The Austin Hospital in Melbourne. Vandaag is Bert Dessers terug op Belgische bodem en vervoegt hij met veel enthousiasme het urgentieteam van Jessa.
Dr. Bert Dessers werkt sinds 1 mei 2025 bij het urgentieteam van Jessa.
Urgentiearts
Dr. Joren Vanderstukken is geen onbekende bij Jessa. Tijdens zijn assistentschappen roteerde hij enkele jaren in het ziekenhuis, naast leerplekken in o.a. ZOL Genk en UZ Leuven. Na het behalen van zijn master-na-master in de Urgentiegeneeskunde aan de KU Leuven, trok hij richting RZ Tienen om relevante ervaring op te doen.
Om zijn leerhonger te stillen behaalde de urgentiearts ook diploma’s in Tropische ziekteleer en Biomedische ontwikkelingssamenwerking én een postgraduaat EKG. Als teamspeler staan collegialiteit, probleemoplossend denken en een groot verantwoordelijkheidsgevoel voorop. Met zijn ambitie om kwaliteitsvolle zorg af te leveren in een goede werkomgeving, gaat hij in Jessa aan de slag.
Dr. Joren Vanderstukken versterkt de spoedgevallendienst sinds 1 juli 2025.
“Wat me boeit? Diepe kennis van een klein stukje lichaam”
Al twee jaar versterkt dr. Viktor Verplaetse het team van de Oogkliniek. Hij volgde zijn opleiding aan de KU Leuven en specialiseerde zich daarna in Antwerpen en Rotterdam tot vitreoretinaal chirurg. “Bij oogheelkunde werk je heel grondig aan een klein deel van het lichaam. Dat ligt me.”
“Problemen met het glasvocht en netvlies kunnen onschuldig zijn, zoals storende glasvochttroebelingen. Maar er zijn ook ernstigere aandoeningen: problemen met de gele vlek, loslating van het netvlies … Wanneer we opereren, proberen we het zicht zoveel mogelijk te herstellen of minstens te behouden.”
Minder invasief
“De instrumenten voor oogchirurgie verbeteren continu, waardoor incisies kleiner worden. Een ingreep kan nu ook
vaker onder lokale verdoving, wat vooral goed is voor mensen met een zwakkere gezondheid. Patiënten zijn meestal opgelucht dat ze dezelfde dag weer naar huis mogen.”
“De instrumenten
voor oogchirurgie verbeteren continu, waardoor incisies kleiner worden.”
Sterke permanentie voor acute netvliesproblemen
“Na mijn opleiding deed ik een fellowship vitreoretinale chirurgie in Het Oogziekenhuis Rotterdam. Dat is een groot centrum met veel expertise. Daar werk ik nu nog twee dagen per week, maar vanaf volgend jaar kom ik voltijds naar België. Ik waardeer hier in Jessa de mooi uitgebouwde oogkliniek en de menselijke aanpak. We zijn met twee vitreoretinale chirurgen, zo versterken we de permanentie voor acute problemen.”
Alarmsymptomen
“Vertellen mensen dat ze plots lichtflitsen of vlekken zien? Dan kan dat wijzen op een scheur in het netvlies. Het is dan raadzaam om binnen 24 uur een oogarts te raadplegen. In een vroeg stadium kunnen we zo’n scheur vrij eenvoudig behandelen met de laser, maar wanneer je enkele dagen wacht, kan het netvlies al beginnen los te laten. Dan is een operatie noodzakelijk.”
Viktor Verplaetse promoveerde in 2018 als arts aan de KU Leuven. In 2022 behaalde hij er ook de graad van oogarts-specialist. Tijdens zijn opleiding deed hij stages in UZ Leuven, ZNA Middelheim en Het Oogziekenhuis Rotterdam. Hij publiceerde ook wetenschappelijke literatuur en werd laureaat op de European Board of Ophthalmology.
Dringend doorverwijzen?
Bel 011 33 99 40 (Oogkliniek) of verwijs door naar spoed
Medische inzichten evolueren continu, ook op het gebied van materniteit. Denk aan een vroegere suikertest bij vrouwen met risicofactoren en een minder intense epidurale verdoving tijdens de bevalling of bij een keizersnede. Het zijn verbeteringen die bouwen op een stevige samenwerking over afdelingen heen.
Screenen en motiveren
Dr. Mieke Vanoppen, gynaecoloog: “Onze herwerkte diabetesprocedure is nu afgestemd op de nieuwe Vlaamse Consensus. Concreet: een nuchtere plasmaglucose van 95 tot 125 mg/dL wijst op vroege zwangerschapsdiabetes. Bij risicopatiënten raden we een vroege OGTT aan tussen 6 en 20 weken. Via vroege diagnose en behandeling kunnen we het risico op neonatale complicaties verminderen. Anderzijds merkten we dat patiënten hun suikerwaarden vaak onvoldoende opvolgen. Samen met de dienst endocrinologie pakken we dat nu gestructureerder aan. De opvolging binnen Zoet Zwanger blijft hetzelfde.”
Leefstijladvies door gespecialiseerde vroedvrouw “Een op de tien heeft zwangerschapsdiabetes. We nemen dan extra groei-echo’s, maar een minderheid heeft insuline nodig. Die vrouwen volgen we nu korter op: tweewekelijks bij de gynaecoloog en endocrinoloog. Vanaf 32 weken komen ze ook elke week naar de gespecialiseerde vroedvrouw. Dat is nieuw. De vroedvrouw neemt de tijd om de ouders te informeren en te motiveren. Toekomstige mama’s zijn daardoor geruster en begrijpen hun zwanger-
schapsdiabetes beter. We bereiden hen ook voor op de bevalling, die vaak ingeleid moet worden. De kans is groot dat hun zoon of dochter daarna nog even in het ziekenhuis blijft. Daarom nemen we de toekomstige ouders al eens mee naar de dienst neonatologie.”
“Vanaf 32 weken komen vrouwen met zwangerschapsdiabetes elke week naar de gespecialiseerde vroedvrouw.”
Suikertest na de bevalling
“Risico’s op lange termijn? Een kans op twee om diabetes type 2 te ontwikkelen en een hoger risico op cardiovasculaire problemen of obesitas. Daarom dringen we nu écht aan op de uitgebreide suikertest drie maanden na de bevalling, een onderzoek dat mensen vaak ‘ontlopen’. De vroedvrouw polst dan ook hoe we gezond eten en beweging realistisch kunnen integreren in het gezinsleven. Voor hun algemene gezondheid, maar ook voor eventuele volgende zwangerschappen. De Consensus raadt trouwens ook aan om de nuchtere glycemie te controleren wanneer
mensen zwanger willen worden. Zo kunnen we de suikergevoeligheid op voorhand verminderen.”
Verdoven met minder krachtverlies
Dr. Bram Keunen, anesthesist: “Veel mensen kiezen voor epidurale pijnstilling tijdens de bevalling. Vroeger gebeurde dat met een traaglopende continue oplossing. Nu geven we één keer per uur een bolus met lage concentratie in een groter volume, de zogenaamde walking epidural. Door het grotere volume verspreidt de medicatie zich beter over de verschillende ruggenmergsegmenten. Vrouwen ervaren minder krachtverlies, waardoor ze beter persen en bijvoorbeeld op een bal kunnen zitten. Maar het gevoel naar de benen kan toch verhinderd zijn. Daarom is walking epidural een foute term. Beter is: een epidurale die amper krachtverlies geeft.”
Sneller uit bed na keizersnede
“Zo’n 20 % van de vrouwen bevalt via keizersnede. Ook hier stappen we steeds meer af van epidurale via pijnpomp en kiezen we eerder voor multimodale analgesie met onder andere paracetamol, ibuprofen, corticosteroïden en zenuwverdoving in de wonde. Zo voelen vrouwen weinig tot niets van hun buikwand en kunnen ze veel vroeger uit bed om voor hun baby te zorgen.”
Evenwicht vinden
“Deze aanpassingen stimuleren ook een meer natuurlijk verloop van de bevalling. We proberen de beweeglijkheid van een zwangere vrouw maximaal te behouden, maar de pijn toch weg te nemen. We zoeken altijd naar het ideale evenwicht. Dat is een continu proces waarbij samenwerking tussen afdelingen belangrijk is.”
Betrokken bij aangepast pijnbeleid: dr. Annick Schreurs (gynaecoloog), dr. Mieke Vanoppen (gynaecoloog), Terry Slootmaekers (adjunct-hoofdvroedvrouw) en Sandra Kerkhofs (vroedvrouw).
dr. Mieke Vanoppen
Een opname in het ziekenhuis kan behoorlijk stressvol zijn, en de procedures die daarbij komen kijken veroorzaken mogelijk pijn en/of ongemak. Niet in het minst voor kinderen. Uitspraken als ‘het is maar een prikje’ werken vaak allesbehalve kalmerend; soms vergroten ze juist de angst bij jonge patiënten. Als enige ziekenhuis in Limburg dat erkend en gesubsidieerd wordt als pijncentrum voor kinderen, zet Jessa concrete stappen om de pijnbehandeling te optimaliseren.
Jessa biedt evidencebased pijndiagnostiek en -bestrijding voor kinderen, van premature baby’s tot adolescenten, op verschillende afdelingen. “Vanuit ons centrum bieden we ook ondersteuning en opleiding aan andere ziekenhuizen”, vertelt pijnverpleegkundige Kinny Seron.
“Dat doen we via een regionale pijnwerkgroep, waarbij wij als referentiepersonen optreden”, vult kinderneuroloog dr. Marlies Potoms aan. “Daarnaast zijn we op nationaal niveau vertegenwoordigd in de Belgian Pediatric Pain Association (BePPA),
waarbij we allebei een rol opnemen in de Raad van Bestuur. Kinny Seron neemt het voorzitterschap op zich. Daarnaast werken we momenteel achter de schermen aan een nieuwe versie van de pocket ‘Pijn bij kinderen’.”
Pijnbeleid
Een effectief pijnbeleid is gebaseerd op verschillende pijlers:
> Respect, verbinding en vertrouwen tussen de zorgverleners, het kind en de ouders
> De procedures gebeuren met comfort en in vertrouwen
> Een individuele benadering met een plan op maat
> De aanwezigheid van een ouder of andere vertrouwde volwassene
> Een grondige voorbereiding van ouder en kind, afgestemd op het ontwikkelingsniveau
> Het behoud van een controlegevoel bij het kind
> Een positieve bekrachtiging
> Een multidisciplinaire samenwerking
“Op de Jessa-website geven we tips per leeftijdscategorie. Zo kunnen ouders hun kind het best voorbereiden op een ziekenhuisbezoek. Elke leeftijd vereist immers een specifieke aanpak. Peuters hebben bijvoorbeeld een rijke fantasiewereld. Daarom is het beter om hen pas enkele dagen voor het onderzoek voor te bereiden, zodat die fantasie niet de bovenhand neemt.”
“Op de Jessa-website geven we tips per leeftijdscategorie. Zo kunnen ouders hun kind het best voorbereiden op een ziekenhuisbezoek.”
Prikraadpleging
Wanneer een kind niet voorbereid wordt, kan een onderzoek of prik als een totale verrassing komen. Dat kan de angst vergroten en de pijnbeleving versterken. “Om de prikangst bij kinderen te verbeteren, zijn we recent gestart met een speciale prikraadpleging”, klinkt het.
Intakegesprek
Tijdens het eerste bezoek nemen we uitgebreid de tijd om te luisteren waar de angst vandaan komt en bespreken we eventuele zorgen. Zo kunnen we samen een aanpak op maat uitwerken. We geven ook uitleg over het verloop van het prikmoment, zodat iedereen goed voorbereid is en weet wat te verwachten.
Praktische tips en ondersteuning
We reiken zowel de ouder(s) als het kind handvaten en bruikbare tips aan om de prikangst stap voor stap aan te pakken. Denk aan ademhalingsoefeningen, afleidingstechnieken of speelse hulpmiddelen.
Comfortzorg tijdens het prikken
Op het moment van de prik zorgen we voor een rustige, veilige en kindvriendelijke sfeer. Via verdovende crèmes, afleiding met speelgoed of het vertellen van een verhaal maken we de ervaring zo aangenaam mogelijk. Alles draait om de geruststelling van het kind.
Op die manier willen we de angst en pijn zoveel mogelijk verminderen en kinderen een positieve ervaring meegeven. Met de juiste begeleiding kunnen kinderen hun prikangst overwinnen en met meer vertrouwen naar een volgende afspraak komen.
Maak een afspraak bij de prikraadpleging van Jessa of stuur een mailtje naar kinny.seron@jessazh.be voor meer informatie.
JESSA, CENTRUM VOOR WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK!
Jessa werkt mee aan de eerste internationale gerandomiseerde studie die neuromodulatie bij migraine onderzoekt. Een implantaat met flinterdunne elektrodes stimuleert specifieke zenuwen in het hoofd die een rol spelen bij hoofdpijn. Zo is er straks misschien een nieuwe optie voor mensen met chronische en therapieresistente migraine.
Gerichte behandeling bij chronische migraine
Dr. Koen Delmotte, neuroloog: “Migraine wordt nog vaak onderschat. Zo’n 12 % van de Belgische bevolking lijdt eraan. En dat ‘lijden’ mag je letterlijk nemen, want migraine blijft invaliderend. Tot een paar jaar geleden bestonden therapieën enkel uit geneesmiddelen die eigenlijk ontwikkeld waren voor andere aandoeningen, maar die toevallig ook een gunstig effect hadden op migraine. Nu zien we veel evolutie, zoals deze neuromodulatietherapie, ontwikkeld door Salvia BioElectronics.”
Zenuwstimulatie via flinterdun implantaat
Prof. dr. Mark Plazier, neurochirurg: “We plaatsen de elektrode net onder de hoofdhuid, nagenoeg zonder gevaar voor kwetsbare weefsels. Omdat hij zo dun is, zie je er uitwendig quasi niets van. De elektrode stimuleert de zenuwen die een rol spelen bij migraine. En dat kan de patiënt eenvoudig zelf regelen via een externe magneetstimulator die achter de oren vastklikt, dus zonder batterijtjes en bekabeling in het lichaam. De patiënt gebruikt het een paar uur per dag als onderhoudstherapie en in specifieke gevallen wanneer die een aanval voelt opkomen. Zo kan de patiënt de migraine mee controleren.”
Positieve verwachtingen
“De voorgaande pilootstudie toonde voorzichtig aan dat het aantal aanvallen verminderde, net zoals de ernst van de pijn. En dat patiënten dankzij de zenuwstimulatie de aanval kunnen tegenhouden. Binnen deze studie volgen we mensen twee jaar op. We hebben de eerste implantaten in 2024 geplaatst en verwachten binnen Jessa zo’n tien patiënten te includeren.”
Jessa en de UHasselt gingen op zoek naar het effect van virtual reality (VR) op de patiëntenbeleving tijdens een electieve handoperatie. De resultaten zijn intussen gepubliceerd in het toonaangevende Regional Anesthesia & Pain Medicine.
Voor dit onderzoek kregen 60 patiënten tijdens de toediening van regionale verdoving en de daaropvolgende handoperatie een rustgevende 3D-ervaring met onderwaterbeelden en meditatiegeluiden. Evenveel patiënten ondergingen de ingreep zonder VR-headset. Vervolgens werd de pijn, angst en – indien van toepassing – kwaliteit van de VR-beleving beoordeeld. De resultaten toonden aan dat VR geen significant effect had op de pijn tijdens de anesthesie of de ingreep. De peroperatieve angst lag bij de VR-groep wél significant lager.
Patiënten ontspannen beter
De resultaten tonen aan dat er een toekomst is voor VR in de operatiezaal. Enkele patiënten hadden klachten zoals duizeligheid, maar die werden snel verholpen. De meeste patiënten waren tevreden en gaven hun VR-ervaring een score van 9 op 10. “We merken dat patiënten beter kunnen ontspannen dankzij VR, zonder extra medicatie”, zeggen dr. Kristof Nijs en prof. dr. Björn Stessel. “Zeker voor ingrepen onder locoregionale verdoving biedt dit meer comfort.”
De onderzoekers benadrukken dat deze resultaten nieuwe perspectieven openen voor bredere VR-toepassingen bij ingrepen die vaak angst uitlokken. “De studie bewijst dat innovatieve technologieën zoals VR klinisch relevant én werkbaar zijn in een dagelijkse ziekenhuis-
setting”, zegt Björn Stessel. “Het is een voorbeeld van hoe academisch onderzoek vanuit een supraregionaal ziekenhuis een concrete meerwaarde kan bieden aan patiëntenzorg.”
Lees het volledige onderzoek hier: https://rapm.bmj.com/content/early/2025/05/31/ rapm-2025-106418.
dr. Kristof Nijs en prof. dr. Björn Stessel
Ondervoeding door ziekte heeft een negatieve impact op therapie en herstel. Het gewicht van de patiënt is een belangrijke parameter, maar een klassieke weegschaal die geen rekening houdt met de lichaamssamenstelling kan het beeld vertekenen.
“De uitgebreide Bio-elektrische Impedantie Vectoranalyse (BIVA) bezorgt ons veel meer details, waardoor we patiënten beter in hun kracht kunnen houden”, vertelt Kristien Ballet, klinisch diëtist. “We plaatsen een elektrode op de hand en een tweede op de voet, terwijl de patiënt ligt. Zo analyseren we het volledige lichaam en kunnen we ook niet-mobiele patiënten meten. Op die manier kunnen we beter inschatten hoe goed de patiënt het doet.”
Tijdens een BIVA wordt het vocht gemeten, net zoals de hoeveelheid én de kwaliteit van de cellen. “Dat laatste geeft ons belangrijke info over de spiermassa. Tijdens het prehabilitatietraject verliest een patiënt weleens gewicht, ondanks inspanningen om stabiel te blijven. De BIVA-meting toont dan dat de patiënt vooral extracellulair vocht verliest en dat de kwaliteit van de cellen stijgt. Dat plaatst de verloren kilo’s meteen in een ander kader. We gebruiken de BIVA al enkele maanden op de dienst oncologie en in onze nutritieraadpleging. Patiënten vinden vooral de BIA-vector interessant. Zo zien ze zelf welke richting ze het best uitgaan en dat motiveert.”
Meer inzicht
“Sarcopenie en obesitas komen geregeld samen voor,
maar dat zie je niet meteen op een gewone weegschaal.
De redenering ‘die patiënt mag gerust wat minder eten’ gaat dus niet altijd op. Anderzijds kun je een cachectisch persoon niet snel laten bijkomen op korte termijn. Gezond aansterken is een traag proces. Gewichtsbeheersing vraagt om een goede klinische opvolging en de BIVA helpt daarbij. Daarom trekken we met het toestel in de rugzak naar verschillende ziekenhuisafdelingen.”
Er is hoopvol nieuws vanuit Jessa voor de patiënten met de ziekte van Parkinson. Sinds het begin van de zomer implanteren neurochirurgen een nieuwe herlaadbare batterij voor diepe hersenstimulatie (DBS) bij deze patiëntengroep. Het doel? Meer comfort en een betere levenskwaliteit bieden.
Niet alleen parkinsonpatiënten komen in aanmerking voor de nieuwe, herlaadbare technologie. Ook patiënten met een essentiële tremor en dystonie halen er hun voordeel uit. Het is belangrijk om de therapie tijdig te starten om de best mogelijke resultaten te behalen via diepe hersenstimulatie.
Herlaad- en programmeerbaar
Om de klachten van parkinson grotendeels te onderdrukken, plaatst de chirurg onder volledige narcose twee elektrodes in de hersenen. Dat is een vrij nieuw gegeven binnen dit chirurgisch domein en levert meer comfort op voor de
patiënt. De geplaatste elektroden worden vervolgens aangesloten op een kleine, onder de huid geïmplanteerde pulsgenerator (IPG), een batterij die volledig herlaadbaar én op afstand programmeerbaar is. De onderhuidse generator of batterij is zo klein dat de patiënt er nauwelijks iets van voelt.
De innovatieve procedure zorgt voor meer vrijheid voor de patiënt, die het kleine apparaatje zelf kan opladen – wekelijks een halfuurtje of maandelijks een tweetal uur –via een draagbare lader over de schouders. Maar ook voor de arts, die van op afstand de therapie en de instellingen kan aanpassen in een applicatie. De patiënt zelf is ook in de mogelijkheid om bepaalde instellingen in een beveiligd kader aan te passen. De app werkt met audio- en videofeedback om de behandeling zo vlot mogelijk aan te passen aan de noden van de patiënt. Een grote stap voorwaarts voor het comfort én de levenskwaliteit van patiënten met parkinson.
In elke editie van JessaLinea stelt een huisarts vragen. Deze keer is dr. Sanne Put uit Alken aan de beurt. De arts wil graag meer weten over de meerwaarde van een HPV-vaccinatie bij niet-gevaccineerde vrouwen die positief testen. Daarnaast vraagt ze zich af wanneer het zinvol is om in de eerste lijn te screenen op een monoklonale gammopathie en wat de aanbevolen aanpak van BPPD is.
Heeft HPV-vaccinatie nog een meerwaarde bij nietgevaccineerde vrouwen die HPV-positief zijn? Wat zeggen de huidige richtlijnen over timing en vaccinkeuze? En welke bijkomende adviezen kunnen we als huisarts meegeven?
Dr. Siel Olbrecht, gynaecoloog
“Het humaan papillomavirus (HPV) veroorzaakt 90 % van de baarmoederhalskankers en wordt overgedragen via seksueel contact. Sinds 2007 is vaccinatie vóór de eerste blootstelling aan HPV de hoeksteen van de preventie van baarmoederhalskanker met een risicoreductie rond 85 %.
Het nut van vaccinatie van niet-gevaccineerde vrouwen die al in contact gekomen zijn met HPV – secundaire preventie – is minder eenduidig. Er geldt vandaag dan ook nog geen duidelijke richtlijn. Hoewel retrospectieve data een bijkomende risicoreductie van secundaire vaccinatie suggereren, wordt dit tot op heden niet bevestigd. Bovendien beschermt het vaccin je enkel tegen de virustypes waar je op het moment van vaccinatie nog niet mee in contact bent gekomen. Bijgevolg is de effectiviteit van deze secundaire vaccinatie lager.
Er zijn drie injecties van Gardasil 9® aangewezen (kostprijs: 132,34 euro per vaccin). Het is dus belangrijk om een individuele kosten-batenanalyse uit te voeren en per patiënt te oordelen of secundaire vaccinatie zinvol is. Bij vrouwen met wisselende bedpartners, een verminderd immuunsysteem en een doorgemaakte HPV-infectie type non 16/18, is vaccinatie waarschijnlijk meer zinvol dan bij een vrouw in een vaste relatie en/of met een voorgeschiedenis van HPV 16-infectie. Gezien de klaring van HPV aangewezen is op het eigen immuunsysteem, geldt rookstop als algemeen advies voor alle vrouwen.”
Wanneer is het zinvol om in de eerste lijn te screenen op een monoklonale gammopathie? Bij welke afwijkingen verwijs ik best door naar de tweede lijn? Wat is het aangewezen follow-upbeleid bij MGUS?
Dr. Koen Theunissen, hematoloog
“Screening op monoklonale gammopathie is aangewezen bij klinische symptomen of bij laboratoriumafwijkingen die kunnen wijzen op een onderliggende plasmacelof lymfoproliferatieve aandoening, zoals multipel myeloom, amyloïdose of macroglobulinemie van Waldenström. Indicaties omvatten onverklaarde anemie, hypercalciëmie, verhoogde bezinking, nierfunctiestoornissen, botpijn, pathologische fracturen, neuropathie en tekenen van systemische amyloïdose zoals hartfalen, nefrotisch syndroom of hepatomegalie.
Diagnostiek bestaat uit serum eiwitelektroforese en eventueel immunofixatie of vrije lichte ketens, en Bence Jones-proteïnurie. Interpretatie vereist de beoordeling van het type en de concentratie van M-proteïne in combinatie met klinische context. Bij afwezigheid van klachten en een M-proteïne <30 g/L zonder CRAB-criteria is MGUS waarschijnlijk en volstaat monitoring. De CRAB-criteria (hypercalciëmie, renale insufficiëntie, anemie, botlaesies) duiden op orgaanschade door multipel myeloom. Bij aanwezigheid van klachten of afwijkingen is verwijzing naar hematologie noodzakelijk.
Specifieke M-proteïnes kunnen wijzen op aandoeningen zoals lichte keten-myeloom, AL-amyloïdose of POEMSsyndroom. Routinematige screening bij asymptomatische jonge patiënten zonder afwijkingen is niet zinvol.”
Wat is de aanbevolen aanpak van BPPD in de huisartsenpraktijk? Heeft Betahistine of Arlevertan een plaats in de acute fase of bij chronisch gebruik? En wanneer is doorverwijzing aangewezen?
Dr. Laure Poels, NKO-arts
“Benigne paroxismale positieduizeligheid (BPPD) is een goedaardige aandoening van het evenwichtsorgaan. De aanvallen van draaiduizeligheid zijn hevig en kort, en worden uitgelokt door een plotse hoofdbeweging.
Bij de meest voorkomende vorm is er een probleem in het posterieure semicirculaire kanaal. Minder frequent zijn er problemen in het horizontale semicirculaire kanaal. We diagnosticeren beide vormen aan de hand van diverse tests en behandelen ze met verschillende repositiemanoeuvres.
Voer bij elke patiënt met duizeligheid en/of balansproblemen een Dix-Hallpike-manoeuvre uit. Heb ook aandacht voor het voorkomen van BPPD bij een bejaarde patiënt zonder typische BPPD-klachten, maar enkel met instabiliteit.
In het geval van een zeer suggestieve anamnese maar een negatieve Dix-Hallpike kun je een Supine Roll-manoeuvre
uitvoeren. Zo kun je een BPPD in het horizontale kanaal uitlokken.
Een klassieke BPPD in het posterieure kanaal behandel je met een Epley-manoeuvre. Thuisoefeningen (type Brandt-Daroff) hebben geen meerwaarde. Door thuisoefeningen of incorrect uitgevoerde repositiemanoeuvres door de patiënt zelf, zien we in de praktijk regelmatig een conversie van een gemakkelijk te behandelen BPPD in het posterieure kanaal naar een moeilijker te behandelen BPPD in het horizontale kanaal.
Er is geen plaats voor medicatie in de behandeling van BPPD. Een klassieke BPPD los je in 90 % van de gevallen met een correct uitgevoerde Epley vrijwel onmiddellijk op. In ongeveer 30 % van de gevallen kunnen de klachten vroeg of laat terugkomen. Hoe langer de patiënt met een onbehandelde BPPD rondloopt, hoe groter de kans op persisterende klachten.
Patiënten met aanhoudende klachten na een repositiemanoeuvre of een niet-klassieke vorm, verwijs je best door voor verder nazicht bij een neus- keel-oorarts.”
Steeds meer mensen leven langer met kanker dankzij adequatere behandelingen. Maar welke impact hebben die therapieën op langere termijn? Recente inzichten tonen aan dat cardiovasculaire ziekten de tweede belangrijkste mortaliteits- en morbiditeitsoorzaak worden. Daarom startte Jessa begin dit jaar met een gespecialiseerde raadpleging.
Cardio-oncologie is een nieuw vakgebied dat zich volop ontwikkelt. Het bewaakt de cardiovasculaire gezondheid voor, tijdens en na de kankerbehandeling. In België werd recent het Council on Cardio-Oncology opgericht om de kennis hierrond te verruimen. Dr. Ruta Jasaityte, cardioloog: “We integreren deze inzichten progressief in de praktijk via nauwe communicatie tussen cardiologen, oncologen en hematologen en via de gespecialiseerde raadpleging voor patiënten met een hoog risico op of tekenen van ‘cancer therapy related cardiovascular toxicity’ (CTR-CVT).”
Focus op risicopatiënten
“Ons doel? Patiënten de best mogelijke antitumorale
therapie geven zonder het hart te zwaar te belasten. We focussen enerzijds op mensen die behandelingen ondergaan met een verhoogd risico op cardiotoxiciteit, zoals anthracycline chemotherapie, trastuzumab, immuuntherapie en bepaalde targeted therapieën. Anderzijds volgen we patiënten met een cardiovasculaire voorgeschiedenis nauwer op.”
Lange termijn
“Hormoontherapie bij prostaat- of borstkanker loopt vaak jarenlang, maar heeft een ongunstig effect op het cardiovasculaire risicoprofiel. Dat geldt ook voor patiënten die hoge dosissen anthracycline chemotherapie of bestraling kregen op de borstkas. Een strikte opvolging en behandeling van die cardiovasculaire risicofactoren is daarom cruciaal. We zien de patiënten idealiter één jaar na hun behandeling en daarna elke twee tot vijf jaar.”
Doorverwijzen?
Secretariaat Hartcentrum: 011 37 35 65
“1 op de 5 ziekenhuispatiënten
Een levercirrose, alcoholintoxicatie, een beenbreuk … Heel wat mensen belanden in het ziekenhuis door overmatige alcoholconsumptie. Het nieuwe ziekenhuisbrede zorgpad rond alcoholmisbruik bezorgt patiënten de juiste hulp en ondersteunt hulpverleners om correct te reageren.
Katrien Boulanger, clustermanager psychiatrie: “Op de PAAZ-afdeling hebben we al jaren een sterk uitgewerkte aanpak rond alcoholmisbruik, maar patiënten met een verslaving komen ook vaak op andere afdelingen terecht, zoals spoed of gastro-enterologie. Daarom startte de FOD Volksgezondheid in 2009 met dit project. Veertien ziekenhuizen fungeerden al als piloot, wij sluiten nu aan.”
Juiste zorg op het juiste moment
Annabel Dewael, projectmanager: “Cijfers van andere ziekenhuizen leren ons dat zo’n 20 % van de patiënten mogelijk een onderliggend alcoholprobleem heeft. Dat is een groot maatschappelijk probleem met een hoge kost. Met dit zorgpad vermijden we dat mensen op verkeerde momenten – tijdens een spoedopname bijvoorbeeld – te veel of onaangepaste info krijgen. Onderschat ook niet hoeveel mensen geen contact willen of durven op te nemen met professionele hulpverleners. Dat is immers een flinke drempel. Wanneer we die patiënten gestructureerd opvolgen – ongeacht de afdeling waar ze liggen – bouwen we toch een vangnet. Zijn ze straks fysiek hersteld en willen ze aan hun probleem werken? Dan kunnen ze op de PAAZafdeling terecht.”
Houvast voor zorgverleners
“Hoe reageer je correct en waar let je op? Alcoholproblematiek is vaak niet de corebusiness van artsen en hulpverleners op andere afdelingen. Daarom helpen we hen om de juiste stappen te zetten, zowel op medisch vlak als op het gebied van begeleiding. Door hen te sensibiliseren, op te leiden en te ondersteunen. Alle lokale projectcoördinatoren werken trouwens ook nationaal samen. Zo bouwen we op de ervaringen van andere ziekenhuizen.”
Over een periode van acht jaar
“We hebben al heel wat expertise in huis: een liaisonpsychiater en verschillende psychiaters op de PAAZ, een grote spoedgevallendienst en uitgebouwde afdelingen neurologie en gastro-enterologie. We rollen dit zorgpad uit over een periode van acht jaar. Eerst optimaliseren we de
leidraad van het Vlaams expertisecentrum Alcohol- en andere Drugs voor de specifieke situatie hier in Jessa. Dan gaan we aan de slag op enkele pilootafdelingen en daarna implementeren we het pad in het hele ziekenhuis. De laatste vier jaar focussen we op de echte integratie met blijvende aandacht voor alcoholproblematiek.”
Dr. Bas van den Berg, gespecialiseerd in verslavingsgeneeskunde: “Veel mensen met alcoholproblemen belanden ooit in het ziekenhuis, vooral op spoed. Maar daar heeft het personeel vaak niet de tijd om dieper op de problematiek in te gaan. Bovendien onderrapporteren patiënten hun alcoholgebruik enorm. Een ziekenhuisbreed zorgpad is daarom erg relevant. Uit vergelijkbare projecten weten we dat sensibilisering van artsen en verpleegkundigen de alertheid sterk verhoogt. Veel hulpverleners zijn immers niet onderlegd in verslavingsproblematiek. Zo’n zorgpad geeft praktische tools waardoor ze de aanzet van gepaste hulp kunnen bieden. Alcoholmisbruik neemt trouwens toe: er zijn meer mensen verslaafd en ze drinken grotere hoeveelheden. Het is vaak een ‘makkelijke’ verdovende oplossing voor onderliggende psychische problemen. Daarom is het belangrijk om er open over te spreken, al is het voor een huisarts – onder andere door de lange wachtlijsten – niet evident om dan gepaste hulp te vinden.”
Na een loopbaan van zo’n veertig jaar gaan medisch directeur dr. Jos Vandekerkhof en huisarts dr. Marc Van den Broeck aan het einde van het jaar met pensioen. Ze blikken met voldoening terug op een loopbaan vol (r)evoluties. “We moeten blijven inzetten op mensen en kennis om ook in de toekomst goede zorg te garanderen.”
“Verandering is misschien wel dé rode draad in onze carrière”, zegt Jos Vandekerkhof. “We zagen de geneeskunde, maar ook ons beroep en de maatschappij, flink evolueren. Ik ben bijvoorbeeld openchirurgisch opgeleid, maar grotendeels minimaal invasief gestopt.” Marc Van den Broeck knikt. “De grootste evolutie zag ik in de toename van de administratieve taken. De centrale rol van de huisarts wordt anders ingevuld, mede omdat patiënten vandaag door meerdere disciplines intensief worden opgevolgd. Het is een uitdaging om het overzicht te behouden en verantwoordelijkheid te dragen.”
Blijven samenwerken
“De samenwerking tussen de eerste en tweede lijn is in die veertig jaar enorm uitgebouwd”, gaat Jos Vandekerkhof verder. “De huisartsenkring speelt daarin een mooie rol. Ons ziekenhuis heeft ook bijgedragen aan de uitbouw van de huisartsenwachtpost, die nu niet enkel weekenddiensten aanbiedt, maar ook permanentie tijdens weekavonden en -nachten. Bovendien komt er een enorme vergrijzing op ons af. We moeten voldoende aandacht hebben voor geïntegreerde zorg, want patiënten verlaten het ziekenhuis steeds sneller. Heel wat taken verschuiven naar de eerste lijn, ook door de evolutie naar kortverblijven en ambulante behandelingen in de tweede lijn. Daarom is het erg belangrijk dat we die eerste lijn voldoende versterken. Met mensen én met kennis.”
Psychische problematiek
Marc Van den Broeck: “We zien ook steeds meer depressies en burn-outs. Dat is een vrij nieuw fenomeen. We moeten nu allemaal efficiënter werken, maar na verloop van tijd loop je tegen de muur. Hierin draagt de hele maatschappij een belangrijke verantwoordelijkheid. Jammer genoeg zien we ook collega-huisartsen die het beroep vroegtijdig verlaten en die uitstroom wordt niet gecompenseerd door de instroom.”
Ziekte voorkomen
“Sinds mijn start als huisarts steeg de gemiddelde levens-
verwachting met 15 jaar”, legt Marc Van den Broeck uit. “Alleen al hierdoor verhoogt de druk op de zorg.” Jos Vandekerkhof: “Om die groeiende groep goed te blijven behandelen, moeten we vooral ziektes voorkomen. Vandaag is vaatchirurgie jammer genoeg vaak herstelwerk. Primaire en secundaire preventie verdienen nog meer aandacht. Patiënten hebben rechten, maar ook plichten. In eerste instantie naar zichzelf.”
Een steen in de rivier
Marc Van den Broeck sluit zijn loopbaan naar eigen zeggen af met een warm gevoel en veel voldoening. “Ik ben dankbaar voor de mooie carrière die ik dankzij velen kon doorlopen. Ik zal altijd dokter blijven en me ten dienste stellen van de gemeenschap.” Jos Vandekerkhof: “Ik wilde arts worden en na mijn stage heelkunde wist ik zeker dat het chirurgie werd. Ik blik met veel positiviteit terug op mijn carrière. Samen met alle Jessamedewerkers hebben we mooie dingen gerealiseerd. We konden iets betekenen voor mensen, we hebben een spreekwoordelijke steen in de rivier verlegd.”
Dr. Marc Van den Broeck, huisarts
In 1979 startte hij een duopraktijk, samen met dr. Marc Fabry. Later nam hij taken op binnen de huisartsenkring, waarvan vier jaar als voorzitter. Hij sluit zijn loopbaan af bij de groepspraktijk Huisartsen Lutselus (Diepenbeek).
Dr. Jos Vandekerkhof, medisch directeur Jessa In 1986 startte hij als vaatchirurg bij het toenmalige Virga Jesse. Hij was 18 jaar lang voorzitter van de medische raad en vier jaar hoofdarts en gaf zo mee vorm aan het ziekenhuis van vandaag. Op 1 december gaat hij met pensioen.
08/05 – Op Wereldeierstokkankerdag informeert een enthousiast team van het Kankercentrum van Jessa passanten over het belang van een vroege diagnose.
03/06 - Zo’n 200 Jessa-medewerkers begeleiden onze stagiairs. Op onze mentorendag voor vroedkundige, zorg- en verpleegkundigen, geeft Frans Goenee, inspiratiemanager bij de Efteling, een boeiende presentatie aan een 100-tal stagementoren.
14/05 - Felicitaties voor cardioloog dr. Jan Verwerft met het behalen van zijn uitzonderlijke doctoraatsthesis ‘Ontrafeld: kortademigheid bij een schijnbaar normale hartfunctie’. Onmiddellijk toepasbaar in de dagelijkse praktijk.
17-18/05 – Levensloop Hasselt haalt dit jaar 120.615 euro op. Het geld gaat naar kankeronderzoek en -preventie. Ook Jessa droeg haar steentje bij, dankzij verschillende deelnemende teams. Dikke merci voor jullie enthousiasme!
04/06 – Het team van het pediatrisch allergie- en astmacentrum (PeAACH) organiseerde voor het eerst een familiedag. Naast plezier maken konden ouders en kinderen ervaringen uitwisselen en mekaar leren kennen.
25/04 - 59 teams schreven zich in om te quizzen voor het goede doel. Dat leverde 2500 euro op voor het project ‘Intens (L)ieve zorgen’.
18/06 – De dienst hematologie organiseert ‘Allo’-infosessies voor posttransplant-patiënten en zet in op lotgenotencontact. “Het houdt me met de voeten op de grond. Hoe sterk sommige mensen kunnen zijn in hun zwakte is bewonderenswaardig”, aldus een tevreden deelnemer.
25/06 – Deze twee couveuses hebben hun tijd gediend op onze dienst neonatale zorgen. Omdat weggooien zonde is, schenkt het team ze aan het dierenasiel van Genk. Daar zullen ze ingezet worden voor jonge dieren die extra ondersteuning nodig hebben.
Exact 15 jaar geleden lanceerden we de allereerste JessaLinea. Ons medisch informatieblad zag in september 2010 het daglicht als opvolger van ‘t Virghaal.
We informeerden toen over de honderdste endoscopische hartklepoperatie en de gloednieuwe pediatriezone op de spoedgevallenafdeling. En we heetten o.a. dr. Ann Callewaert (fysische geneeskunde), dr. Wim Jacobs (gastro-enterologie), dr. Charlotte De Clercq (geriatrie) en dr. Sara Vijgen (serologie) welkom.
Wat begon als een compact informatieblad groeide uit tot een gerespecteerd magazine. De vormgeving evolueerde mee, nieuwe rubrieken zagen het licht en de actualiteit kreeg meer ruimte. De kern? Die bleef onaangetast: boeiende medische informatie specifiek gericht op huisartsen, met oog voor nuance en relevantie.
Deze vijftigste editie is er ook dankzij jou. Van harte bedankt voor je betrokkenheid, je kritische blik en waardevolle input.
Op naar de volgende 50!
Geef je mening over JessaLinea! Wat wil je graag in de volgende edities van JessaLinea lezen? Waaraan mogen we meer of minder aandacht spenderen? Scan de QR-code en laat het ons weten via een korte enquête.
Steeds meer
DBS-implantaten voor patiënten met parkinson
De meest voorkomende behandeling bij de ziekte van Parkinson is medicatie. Al worden er vandaag ook steeds meer DBS-implantaten geplaatst onder volledige narcose, vooral bij jongere patiënten. Zo’n implantaat met kleine herlaadbare batterij kan op afstand geprogrammeerd worden en zorgt voor een deep brain stimulation. De nieuwe batterij biedt een stuk meer comfort voor de patiënt. Jessa-neurochirurg dr. Sacha Meeuws werkt hiervoor regelmatig samen met de ervaren dr. Saman Vinke van het Radboudumc in Nijmegen, die in zijn carrière al meer dan 700 DBS-operaties uitvoerde.
Scan de QR-code en bekijk het filmpje
Callcenter medische beeldvorming 011 33 55 66
Callcenter (voor afspraken) 011 33 55 77
Abdominale heelkunde 011 33 75 00
Cardiologie 011 37 35 65
VKF adviescentrum 011 33 70 57 en 011 33 70 59
Cardiothoracale en vasculaire
heelkunde 011 33 71 00
Endocrinologie
011 33 72 80
Fysische geneeskunde 011 33 88 00
Gastro-enterologie 011 33 76 00
Geriatrie 011 33 78 00
Gynaecologie 011 22 82 19
Infectiologie 011 33 76 50
Klinisch laboratorium en ambulante bloedafname
Campus Virga Jesse: 011 33 82 00
Campus Salvator: 011 33 83 00
Materniteit/Kraamkliniek Balie verpleegafdeling: 011 33 93 20
Medische oncologie, hematologie en radiotherapie 011 33 79 79 (algemeen) 011 33 79 66 (enkel artsen, elke weekdag van 8 en 17u.)
Nefrologie 011 33 87 00
Neurochirurgie 011 33 75 70
Neurologie 011 33 78 70
Nucleaire geneeskunde 011 33 81 90
ORL 011 33 74 20
Orthopedie 011 33 77 40
Pneumologie 011 24 11 81 (privépraktijk)
Psychogeriatrie (enkel op maandag tussen 12 en 13 u.) 011 33 78 16
Slikcentrum 011 33 76 00 en 011 33 74 20 slikcentrum@jessazh.be
Travel Clinic 011 33 83 38 (tussen 9 en 16 u.)
Urologie 011 33 76 70
Specialismen die niet in deze lijst opgenomen zijn, bereik je via het secretariaat raadplegingen: 011 33 55 70
SYMPOSIUM ‘EEN NIEUWE KIJK OP CHRONISCHE NIERSCHADE’
DATUM: donderdag 9 oktober 2025
LOCATIE - Jessa Ziekenhuis, aula campus Virga Jesse
MEER INFO EN INSCHRIJVEN: https://www.jessazh.be/symposium-chronische-nierschade-
SYMPOSIUM ANDREAZ ‘HUIDIGE INZICHTEN IN DE VAATHEELKUNDE’
DATUM: zaterdag 25 oktober 2025
LOCATIE - Landcommanderij Alden Biesen, Bilzen-Hoeselt
MEER INFO: volgt later
SYMPOSIUM ‘PERCUTANE BEELDVORMINGSGELEIDE ABLATIE VAN TUMOREN’
DATUM: dinsdag 4 november 2025
LOCATIE - UHasselt, campus Oude Gevangenis
MEER INFO EN INSCHRIJVEN: https://www.jessazh.be/symposium-percutane-beeldvormingsgeleide-ablatie-van-tumoren-
SYMPOSIUM ‘EERSTE HULP BIJ PALLIATIEVE ZORG’
DATUM: zaterdag 22 november 2025
LOCATIE - Jessa Ziekenhuis, campus Salvator, aula schoolgebouw
MEER INFO EN INSCHRIJVEN: https://www.jessazh.be/symposium-eerste-hulp-bij-palliatieve-zorg-
SYMPOSIUM ANDREAZ ‘INFECTIEPREVENTIESYMPOSIUM 2025’
DATUM: zaterdag 29 november 2025
LOCATIE - UHasselt, campus Diepenbeek
MEER INFO EN INSCHRIJVEN: https://andreaz.be/events/host/
SYMPOSIUM ANDREAZ ‘HUISARTSENSYMPOSIUM: CARDIO 2026’
DATUM: zaterdag 6 december 2025
LOCATIE - UHasselt, campus Diepenbeek
MEER INFO: volgt later
SYMPOSIUM ‘PANCREATIC SURGERY: TOWARDS HIGHER STANDARDS FOR OUR PATIENTS’
DATUM: zaterdag 13 december 2025
LOCATIE - UHasselt, campus Oude Gevangenis
MEER INFO: volgt later
Een overzicht van de geplande symposia is ook te vinden via de website: www.jessazh.be/symposia-events
Rubriek