Dutch - The Book of Prophet Hosea

Page 1


Hosea

HOOFDSTUK1

1HetwoordvandeHEEREdattotHosea,dezoonvan Beëri,kwamindedagenvanUzzia,Jotham,Achazen Hizkia,koningenvanJuda,enindedagenvanJerobeam, dezoonvanJoas,koningvanIsraël.

2HetbeginvanhetwoordvandeHEEREdoorHoseaDe HEEREzeitegenHosea:Ga,neemeenvrouwuithoererij enkinderenuithoererij,wanthetlandheeftgrotehoererij gepleegdenisvandeHEEREafgeweken

3HijgingheenennamGomer,dedochtervanDiblaim,en zijwerdzwangerenbaardehemeenzoon.

4EndeHEEREzeidetothem:NoemhemJizreël,want nogeenkortetijd,enIkzalhetbloedvanJizreëlwreken aanhethuisvanJehu,enIkzalhetkoningschapvanhet huisvanIsraëldoenophouden

5Enhetzaltediendagegeschieden,datIkdeboogvan IsraëlinhetdalvanJizreëlzalverbreken.

6EnzijwerdopnieuwzwangerenbaardeeendochterEn Godzeitegenhem:GeefhaardenaamLoruchama,wantIk zalMijnietlangeroverhethuisvanIsraëlontfermen,maar Ikzalhenvolledigwegnemen

7MaarIkzalMijontfermenoverhethuisvanJudaenIk zalhenverlossendoordeHEERE,hunGod.Ikzalhenniet verlossendoorboog,nochdoorzwaard,nochdoorstrijd, doorpaarden,nochdoorruiters

8NadatzijLoruchamagespeendhad,werdzijzwangeren baardeeenzoon

9ToenzeiGod:GeefHemdenaamLoammi,wantubent mijnvolknietenIkzaluwGodnietzijn.

10MaarhetgetalvandeIsraëlietenzalzijnalshetzand aandezee,datnietgemetenofgeteldkanworden.Enhet zalgebeurendatopdeplaatswaartegenhengezegdwas: Julliezijnmijnvolkniet,tegenhengezegdzalworden: JulliezijnkinderenvandelevendeGod.

11DanzullendekinderenvanJudaendekinderenvan IsraëlbijeenkomenenéénhoofdvoorzichaanstellenZij zullenuithetlandoptrekken,wantdedagvanJizreëlzal grootzijn

HOOFDSTUK2

1Zegtotuwbroeders:Ammi,entotuwzusters:Ruchama 2Smeekuwmoeder,smeekhaar,wantzijisnietmijn vrouwenikbenhaarmanLaathaardaaromhaarhoererij uithaarogenwegdoenenhaaroverspeltussenhaarborsten; 3opdatIkhaarnietnaaktuitkleed,haarneerzetalsopde dagdatzijgeborenwerd,haarmaakalseenwoestijn,haar maakalseendorland,haardodevandorst

4EnIkzalMijnietoverhaarkinderenontfermen,wantzij zijnkinderenvanhoererij

5Wanthunmoederheefthoererijbedreven;zijdiehen ontving,heeftschandelijkgehandeld,wantzijzei:Ikzal achtermijnminnaarsaangaan,diemijmijnbroodenmijn water,mijnwolenmijnvlas,mijnolieenmijndrank geven.

6Daarom,zie,Ikzaluwwegmetdoornenversperrenen eenmuuroptrekken,zodatzijhaarpadennietkanvinden

7Zijzalhaarminnaarsachternagaan,maarhennietinhalen; zijzalhenzoeken,maarhennietvindenDanzalzij zeggen:Ikzalheengaanenterugkerennaarmijneerste man,wanthetwastoenbetermetmijdannu

8WantzijwistnietdatIkhaarkoren,mostenoliegafen haarveelzilverengoudverschafte,datzijvoordeBaäl bereidden

9DaaromzalIkterugkerenenMijnkorenopzijntijd wegnemen,enMijnmostopzijngezettetijd.OokzalIk MijnwolenMijnvlas,diegegevenwarenomhaar naaktheidtebedekken,terugnemen

10NuzalIkhaarontuchtopenbarenvoordeogenvanhaar minnaars,enniemandzalhaaruitMijnhandredden

11Ikzaleeneindmakenaanalhaarvreugden,haar feestdagen,haarnieuwemanen,haarsabbattenenalhaar hoogtijdagen

12Ikzalhaarwijnstokkenenvijgenbomenvernietigen, waarvanzijgezegdheeft:Ditzijndebeloningendiemijn minnaarsmijgegevenhebbenIkzalereenwoudvan maken,zodatdedierenvanhetveldzeopeten

13IkzalaanhaardedagenvandeBaälsbezoeken,toenzij voorhenwierookbrandde,haaroorringenensieraden droeg,haarminnaarsachternagingenMijvergat,spreekt deHEERE.

14Daarom,zie,Ikzalhaarlokkenenhaarindewoestijn brengenenmethaartroosten

15Ikzalhaarhaarwijngaardenvandaargeven,enhetdal vanAchortoteenpoortderhoop;enzijzaldaarzingen, alsindedagenvanhaarjeugd,enalsopdedagdatzijuit hetlandEgyptetrok

16Enhetzaltediendagegeschieden,spreektdeHEERE, datgijMijIsiszultnoemen,enMijnietmeerBaälzult noemen

17WantIkzaldenamenvandeBaälsuithaarmond wegnemen,enhunnaamzalnietmeerinherinnering wordengeroepen.

18TediendagezalIkvoorheneenverbondsluitenmetde wildedierenvanhetveld,metdevogelsindeluchtenmet dekruipendedierenopdeaardeIkzalboog,zwaarden strijdvandeaardeverbrekenenhenveiligdoenneerliggen

19EnIkzaluMijtotbruidnemenvooreeuwig;ja,Ikzalu Mijtotbruidnemeningerechtigheideninrecht,in goedertierenheideninbarmhartigheden

20IkzaluMijtotbruidwervenintrouw,enuzultde HEEREkennen

21Enhetzaltediendagegeschieden,datIkzalhoren, spreektdeHEERE.Ikzaldehemelhoren,endiezalde aardehoren;

22Endeaardezalhetkoren,dewijnendeoliehoren,en zijzullenJizreëlhoren.

23IkzalhaarvoorMijindeaardezaaien,enIkzalMij ontfermenoverhaardiegeenontfermingheeftontvangen Entothendiemijnvolknietzijn,zalIkzeggen:Ubent mijnvolkEnzijzullenzeggen:UbentmijnGod

HOOFDSTUK3

1ToenzeideHEEREtegenmij:Gatocheenvrouw beminnen,diedoorhaarvriendbemindwordten overspeligis,overeenkomstigdeliefdediedeHEERE heeftvoordeIsraëlieten,diezichtotanderegodenwenden endolzijnopkannenwijn.

2Ikkochthaardusvoorvijftienzilverlingen,envooreen homergersteneenhalvehomergerst.

3Enikzeidetothaar:Gijzultveledagenbijmijblijven; gijzultgeenhoererijbedrijven,engijzultnietvooreen anderemanzijn;zozalookikvooruzijn.

4WantdekinderenIsraëlszullenveledagenblijven zonderkoningenzondervorst,zonderslachtoffer,zonder gewijdestaf,zonderefodenzonderterafim.

5DaarnazullendeIsraëlietenzichbekerenendeHEERE, hunGod,enDavid,hunkoning,zoekenZijzullende HEEREenZijngoedheidvrezen,inlatertijd

HOOFDSTUK4

1HoorthetwoordvandeHEERE,kinderenvanIsraël! WantdeHEEREheefteenrechtszaakmetdebewonersvan hetland,omdatergeentrouw,geengoedertierenheiden geenkennisvanGodinhetlandis

2Doortevloeken,teliegen,temoorden,testelenen overspelteplegen,brekenzijlos;bloedbadvolgtop bloedbad

3Daaromzalhetlandtreuren,enalwieerinwoont,zal kwijnen,samenmetdedierenvanhetveldenmetde vogelsaandehemel;ookdevissenvandezeezullen weggenomenworden.

4Maarlaatniemandtwistenofeenanderbestraffen,want uwvolkisalshendiemetdepriestertwisten

5Daaromzultuoverdagvallen,enindenachtzalookdie profeetmetuvallen,enIkzaluwmoederombrengen

6Mijnvolkgaattegronde,omdathetgebrekaankennis heeft.Omdatudekennishebtverworpen,zalIku verwerpen,zodatugeenpriestermeervoorMijzultzijn OmdatudewetvanuwGodvergetenbent,zalIkookuw kinderenvergeten.

7Naarmatezijtalrijkerwerden,zondigdenzijtegenMij DaaromzalIkhuneerinschandeveranderen

8Zijetendezondevanmijnvolkop,enzijzettenhunhart ophunongerechtigheid

9Enzijzullenzijnzopriesterszovolk;enIkzalhun wegenbezoekenenhundadenvergelden.

10Wantzijzulleneten,maarnietverzadigdworden;zij zullenhoererijbedrijvenenniettoenemen,omdatzij hebbennagelatenachttegevenopdeHEERE.

11Hoererijenwijnenjongewijnnemenhethartweg 12Mijnvolkvraagtraadbijzijnstok,enzijnstokgeeft hunraad,wantdegeestvanhoererijheefthendoendwalen, enzijzijnhoererijgaanbedrijven,wegvanhunGod 13Zijofferenopdetoppenvandebergenenbranden wierookopdeheuvels,ondereiken,populiereneniepen, omdatdeschaduwdaarvangoedisDaaromzullenuw dochtershoererijbedrijvenenzullenuwechtgenoten overspelplegen.

14Ikzaluwdochtersnietstraffenalszijhoererijbedrijven, enookuwechtgenotennietalszijoverspelplegenWant zijzijnmetdehoerengescheidenenofferenmetdehoeren Daaromzalhetvolkdatnietbegrijpt,tenvalkomen 15Alzoudtgij,Israël,hoererijbedrijven,laatJudatoch nietzondigen;komnietnaarGilgal,ganietnaarBet-Aven enzweerniet:DeHEEREleeft

16WantIsraëlisteruggevallenalseenafkerigekoe;nuzal deHEEREhenweidenalseenlaminderuimte 17Efraïmisgehechtaanafgoden;laathemmetrust

18Hundrankiszuur,zijbedrijvenvoortdurendhoererij; haarheersershebbenmetschaamtelief,geeft.

19Dewindheefthaarinhaarvleugelsgebonden,enzij zullenbeschaamdwordenvanwegehunoffers.

HOOFDSTUK5

1Hoortdit,priesters,enluistert,huisvanIsraël,enschenk aandacht,huisvandekoning,wanthetoordeelzaluten deelvallen,omdatueenvalstrikopMispaeneennetopde Taborbentgeweest

2Endeopstandigenzijnzovergegaandatzeeenslachting aanrichtten,hoewelIkhenallenhebbestraft.

3IkkenEfraïmenIsraël,zijzijnvoorMijnietverborgen Wantnu,Efraïm,pleegtuhoererij,zodatIsraëlzich verontreinigt.

4Zijzullenhundadennietrichtenophetbekerenvanhun God,wantdegeestvanhoererijisinhetmiddenvanhen, enzijhebbendeHEEREnietgekend.

5EndehoogmoedvanIsraëlgetuigtinzijnaangezicht; daaromzullenIsraëlenEfraïmvallendoorhun ongerechtigheid;ookJudazalmethenvallen.

6Methunschapenenrunderenzullenzijgaanomde HEEREtezoeken,maarzijzullenHemnietvinden;Hij heeftZichaanhenonttrokken.

7ZijhebbentrouweloosgehandeldtegenoverdeHEERE, wantzijhebbenvreemdekinderenverwekt;nuzaleen maandhenmethundeelverteren.

8BlaasopdebazuininGibeaenopdetrompetinRama; roepluidkeelsinBet-Aven,achteruaan,Benjamin!

9Efraïmzaleenwoestenijwordenopdedagvande dreiging;onderdestammenvanIsraëlhebIk bekendgemaaktwatzekerzalgebeuren

10DevorstenvanJudawarenalshendiedeband verbreken;daaromzalIkMijngrimmigheidoverhen uitgietenalswater

11Efraïmwordtverdruktengebrokeninhetgericht, omdathijvrijwillighetgebodvolgde

12DaaromzalIkvoorEfraïmzijnalseenmot,envoorhet huisvanJudaalseenverrotting.

13ToenEfraïmzijnziektezag,enJudazijnwondzag, gingEfraïmnaarAssyriëenzondboodschappersnaar koningJareb.Maarhijkonunietgenezenenhijkonuw wondnietwegnemen

14WantIkzalvoorEfraïmzijnalseenleeuw,enalseen jongeleeuwvoorhethuisvanJuda;Ik,Ikzalverscheuren enweggaan,Ikzalwegnemen,enniemandzalhemredden 15Ikzalheengaanennaarmijnplaatsterugkeren,totdat zijhunovertredingbekennenenmijnaangezichtzoeken Inhunbenauwdheidzullenzijmijvroegzoeken

HOOFDSTUK6

1Kom,latenwijterugkerentotdeHEERE,wantHijheeft verscheurd,enHijzalonsgenezen;Hijheeftgeslagen,en Hijzalonsverbinden

2NatweedagenzalHijonsdoenherleven,opdederde dagzalHijonsoprichten,enwijzullenvoorZijn aangezichtleven

3Danzullenwijhetweten,alswijdeHEEREwillen kennenZijnopgangisbereidalsdemorgenstond,enHij

zaltotonskomenalsderegen,alsdelateenvroegeregen diehetlandbesproeit.

4WatzalIkuaandoen,Efraïm?WatzalIkuaandoen, Juda?Wantuwgoedheidisalseenmorgenwolk,enalsde dauwdievroegweggaat.

5DaaromhebIkhenuitgehouwendoordeprofeten,Ikheb hengedooddoordewoordenvanMijnmondUwoordelen zijnalshetlichtdatschijnt.

6WantIkhebbarmhartigheidverlangdengeenslachtoffer, endekennisvanGodmeerdanbrandoffers

7Maarzijhebbenalsmannenhetverbondovertreden;daar hebbenzijtrouweloosjegensMijgehandeld

8Gileadiseenstadvanwerkersvanonrechtenismet bloedbezoedeld

9Enzoalsroversbendesopiemandwachten,zomoorden priestersonderwegmetwederzijdseinstemming,wantzij plegenontucht

10IkhebietsafschuwelijksgezieninhethuisvanIsraël: dehoererijvanEfraïm,Israëlisverontreinigd.

11OokheeftHijvooru,Juda,eenoogstklaargezet,toenIk degevangenschapvanMijnvolkomkeerde

HOOFDSTUK7

1ToenIkIsraëlwildegenezen,werddeongerechtigheid vanEfraïmendeboosheidvanSamariaontdektZijplegen leugen,zodatereendiefbinnenkomteneenroversbende naarbuitenplundert.

2EnzijbeseffennietinhunhartdatIkaanalhunboosheid denk;nuzijnhethuneigendadendiehenomringen,enzij zijnvoorMijnaangezicht.

3Zijverheugendekoningmethunboosheid,endevorsten methunleugens

4Zijzijnallenoverspelers,zoalseenoven,diedooreen bakkerverhitwordt,die,nadathijhetdeeggekneedheeft, ophoudtmetrijzen,totdathetgerezenis

5Tentijdevanonzekoninghebbendevorstenhemziek gemaaktmetzakkenwijn;hijheeftzijnhanduitgestrekt naarspotters

6Wanthunharthebbenzijbereidalseenoven,terwijlzij opdeloerliggen;hunbakkerslaaptdehelenacht,inde morgenbrandthetalseenvlammendvuur

7Zijzijnallengloeiendheetalseenoven,enzijhebben hunrechtersverslonden;alhunkoningenzijngevallen;er isniemandonderhendietotMijroept

8Efraïm,hijheeftzichonderdevolkengemengd;Efraïm iseenkoek,dienietisomgekeerd

9Vreemdenhebbenzijnkrachtverslonden,enhijbeseft hetniet;ja,erzittengrijzeharenophem,hierendaar,maar hijbesefthetniet

10EndehoogmoedvanIsraëlgetuigtinzijnaangezicht, zodatzijzichnietbekerentotdeHEERE,hunGod,en Hemnietzoeken,ondanksditalles

11OokEfraïmisalseendommeduifzonderhart;zij roepennaarEgypte,zijgaannaarAssyrië 12Wanneerzijgaan,zalIkMijnnetoverhenuitspreiden; Ikzalhenneerhalenalsdevogelsindelucht;Ikzalhen tuchtigen,zoalshunvergaderinghetheeftgehoord 13Weehun,wantzijzijnvanMijgevlucht;verderfover hen,omdatzijtegenMijinovertredingzijngeweest. HoewelIkhenverlostheb,hebbenzijMijtochleugens verteld

14EnzijhebbenmethunhartniettotMijgeroepen,toen zijophunbeddenhuilden;zijverzameldenzichomhet korenendewijn,enzijkwamentegenMijinopstand 15HoewelIkhunarmenhebgebondenengesterkt,toch smedenzijkwaadtegenMij.

16Zijkerenterug,maarniettotdeAllerhoogste;zijzijn alseenbedrieglijkeboog;hunvorstenzullenvallendoor hetzwaard,vanwegedewoedevanhuntong;ditzalhun spotzijninhetlandEgypte

HOOFDSTUK8

1Steekdebazuinaanuwmond.Hijzalkomenalseen arendtegenhethuisvandeHEERE,omdatzijmijn verbondhebbenovertredenentegenmijnwetzijn overtreden.

2IsraëlzaltotMijroepen:MijnGod,wijkennenU 3Israëlheefthetgoedeverworpen;devijandzalhet achtervolgen.

4Zijhebbenkoningenaangesteld,maarnietdoormijn toedoen;zijhebbenvorstengemaakt,zonderdatikhetwist; vanhunzilverenhungoudhebbenzijzichafgoden gemaakt,diezijuitgeroeidzullenworden

5Uwkalf,oSamaria,heeftuverstoten;mijntoornistegen henontbrand:hoelangzalhetduren,voordatzijonschuld bereiken?

6WantookdatisuitIsraëlgekomen;dewerkmanheeft hetgemaakt;daaromishetgeenGod;maarhetkalfvan Samariazalverbrijzeldworden

7Wantwindhebbenzijgezaaid,maarstormzullenzij oogsten;dieheeftgeenhalm,deknopzalgeenmeel voortbrengen;indienhijtochvoortbrengt,zullenvreemden hemopslokken

8Israëlisverslonden;nuzullenzijonderdeheidenenzijn alseenvat,waaringeenwelbehagenis

9WantzijzijnopgetrokkennaarAssyrië,eenwildeezel eenzaamopzichzelf;Efraïmheeftminnaarsgehuurd.

10Ja,hoewelzijonderdeheidenvolkengehuurdhebben, zalIkhennubijeenbrengen,enzijzulleneenweinigrouw bedrijvenvanwegedelastvandekoningdervorsten.

11OmdatEfraïmvelealtarentotzondeheeftgemaakt, zullenervoorhemookaltarentotzondezijn

12Ikhebhemdebelangrijkebepalingenvanmijnwet opgeschreven,maarzewerdenalsvreemdbeschouwd

13ZijofferdenvleesalsslachtoffersvanMijenatenhet, maardeHEEREnamhungeenaannemingaan.NuzalHij hunongerechtigheidgedenkenenhunzondenbezoeken; zijzullenterugkerennaarEgypte.

14WantIsraëlvergeetzijnMakerenbouwttempels,en JudamaaktveelvastestedenMaarIkzendvuurinzijn steden,enhetzalhunpaleizenverteren

HOOFDSTUK9

1Verheuguniet,Israël,overdevreugdevandeandere volken,wantuhebthoererijbedreven,wegvanuwGod,u hebteenbeloninggewildopdehelekorenvloer.

2Dorsvloerenperskuipzullenhennietvoeden,ende jongewijnzalhaarontbreken

3ZijzullennietinhetlandvandeHEEREblijven;maar EfraïmzalnaarEgypteterugkereneninAssyriëzullenzij onreinedingeneten

4ZijmogendeHEEREgeenwijnoffersbrengen,dieHem nietaangenaamzijn.Hunslachtofferszullenhunzijnals broodvoorrouwAllendiedaarvaneten,zullenonrein worden.Wanthetbrooddatzijvoorhunleveneten,zalhet huisvandeHEEREnietbinnenkomen.

5Watzultudoenopdiefeestdagenopdedagvanhet feestvandeHEERE?

6Wantzie,zijzijnweggegaanvanwegedeverwoesting; Egyptezalhenverzamelen,Memphiszalhenbegraven;de kostelijkeplaatsenvoorhunzilver,brandnetelszullenhen inbezitnemen;doornenzulleninhuntentenzijn

7Dedagenvanbezoekingzijngekomen,dedagenvan vergeldingzijngekomen;Israëlzalhetweten:deprofeetis eendwaas,degeestelijkemanisdol,vanwegedegrootheid vanuwongerechtigheidendegrotehaat

8DewachtervanEfraïmwasbijmijnGod,maarde profeetiseenvalstrikvooreenvogelvangeropalzijn wegen,eneenbronvanhaatinhethuisvanzijnGod

9Zijhebbenzichdiepverdorven,zoalsindedagenvan Gibea;daaromzalHijhunongerechtigheidgedenken,hun zondenbezoeken

10IkvondIsraëlalsdruivenindewoestijn.Ikzaguw vaderenalsdeeerstevruchtenvandevijgenboom,toenhij voorheteerstrijpwasZijgingennaarBaäl-Peoren zonderdenzichaftotdieschande.Hungruweldadenwaren zoalszijzegraagdeden

11EnwatEfraïmbetreft,zijnmajesteitvliegtwegalseen vogel,vanafdegeboorte,vanafdeschootenvanafde ontvangenis

12Alzoudenzijhunkinderenopvoeden,Ikzouzetoch beroven,zodatergeenmanoverbleef.Ja,weehun, wanneerIkvanhenheenga!

13Efraïm,zoalsikTyruszag,isgeplantopeenaangename plaats;maarEfraïmzalzijnkinderennaardemoordenaar brengen

14Geefhun,HEER!WatzultUgeven?Geefhuneen misdragendeschootendorreborsten.

15AlhunboosheidisinGilgal,wantdaarhebIkhen gehaatOmdeboosheidvanhundadenzalIkhenuitMijn huisverdrijvenenzalIkhennietmeerliefhebben.Alhun vorstenzijnopstandigemensen

16Efraïmisgeslagen,hunwortelisverdord,zijdragen geenvrucht;ja,alwerpenzij,tochzalIkdegeliefdevrucht vanhunschootdoden

17MijnGodzalhenverstoten,omdatzijnietnaarHem geluisterdhebben;enzijzullendwalenonderde heidenvolken

HOOFDSTUK10

1Israëliseenlegewijnstok,hijbrengtvruchtvoortvoor zichzelf;overeenkomstigdeveelheidvanzijnvruchtheeft hijzijnaltarenvermeerderd;overeenkomstigdegoedheid vanzijnlandheefthijprachtigebeeldengemaakt 2Hunhartisverdeeld;nuzullenzijschuldigbevonden worden;Hijzalhunaltarenafbreken,hungewijdestenen verwoesten.

3Wantnuzullenzijzeggen:Wijhebbengeenkoning, omdatwijdeHEEREniethebbengevreesdWatzoudan eenkoningonsdoen?

4Zijhebbenwoordengesproken,valseeedgezworen,en eenverbondgesloten;zoschiethetrechtopalsde gifscheutenindevorenvanhetveld

5DeinwonersvanSamariazullenbevreesdzijnvanwege dekalverenvanBet-Aven,wantzijnbevolkingenzijn priesters,diezicheroververheugden,zullenerovertreuren omzijnheerlijkheid,wanthetiservangeweken

6EnhetzalnaarAssyriëwordengebrachtalseen geschenkvoorkoningJareb;Efraïmzalschandeontvangen, enIsraëlzalbeschaamdwordenvanwegezijnraad

7EnSamaria,haarkoningisweggevaagdalshetschuim ophetwater

8OokdehoogtenvanAven,dezondevanIsraël,zullen verwoestworden;doornenendistelenzullenopschietenop hunaltaren,enmenzaltotdebergenzeggen:Bedekons! Entotdeheuvels:Valopons!

9Israël,uhebtgezondigdsindsdedagenvanGibea!Daar blevenzijstaanDestrijdteGibeategendezonenvan ongerechtigheidheefthennietbereikt.

10Ikhebhetverlangenomhentetuchtigen,endevolken zullentegenhensamenspannen,wanneerzijzichzelfin huntweevorenbinden.

11Efraïmisalseengetemdejongekoe,diegaarnedorst; maarIkhebhaarschonehalsvoorbijgezienIkzalEfraïm latenrijden,JudazalploegenenJakobzalzijnkluiten breken

12Zaaivooruzelfingerechtigheid,oogstin goedertierenheid,breekhetbraakliggendelandom,want hetistijdomdeHEEREtezoeken,totdatHijkomten gerechtigheidoverulaatregenen

13Gijhebtgoddeloosheidgeploegd,onrechtgeoogst;de vruchtvanleugenhebtgijgegeten,omdatgijopuweigen weghebtvertrouwd,opdemenigtevanuwhelden

14Daaromzalereenoproerontstaanonderuwvolk,enal uwvestingplaatsenzullenverwoestworden,zoalsSalman Bet-harbelverwoestteopdedagvandestrijd;moeders werdenverpletterdbovenhaarkinderen.

15ZozalBetheluaandoenvanwegeuwgroteboosheid: opdemorgenzaldekoningvanIsraëlvollediguitgeroeid worden.

HOOFDSTUK11

1ToenIsraëlnogeenkindwas,hadikhemlief,enikheb mijnzoonuitEgyptegeroepen

2Zijgingenvanhenweg,zoalszijhenriepen;zijofferden aandeBaälsenbranddenwierookaangesnedenbeelden

3OokEfraïmhebIkgeleerdtegaan,enIkhebhenbijde armengenomen,maarzijwistennietdatIkhengenas 4Iktrokhenmetmensentouwen,metbandenvanliefde; enIkwasvoorhenalsiemanddiehetjukvanzijnkaken afwerpt,enIkgafhunvoedsel.

5HijzalnietnaarhetlandEgypteterugkeren,maarde Assyriërzalzijnkoningzijn,omdatzijweigerdenterugte keren

6Enhetzwaardzalopzijnstedenblijven,enzijntakken verterenenverslinden,vanwegehunraadslagen.

7MijnvolkisgeneigdzichvanMijaftekerenHoewelzij hentotdeAllerhoogstegeroepenhebben,heeftniemand Hemverhoogd.

8HoezouIkuoverleveren,Efraïm?HoezouIku verlossen,Israël?HoezouIkumakenalsAdama?Hoezou

IkustellenalsSeboïm?Mijnhartkeertzichinmijom, mijnberouwistezamenontbrand.

9IkzaldehittevanMijntoornniettenuitvoerbrengen,Ik zalnietterugkomenomEfraïmteverwoesten,wantIkben Godengeenmens,deHeiligeinuwmidden;enIkzalde stadnietbinnengaan

10ZijzullendeHEEREachternalopen;Hijzalbrullenals eenleeuw;wanneerHijbrult,zullendekinderenvanhet westenbeven

11ZijzullenbevenalseenvogeluitEgypte,enalseenduif uithetlandvanAssyrië;enIkzalheneenplaatsgevenin hunhuizen,spreektdeHEERE

12EfraïmomsingeltMijmetleugen,enhethuisvanIsraël metbedrog,maarJudaheerstmetGodenisgetrouwmet deheiligen

HOOFDSTUK12

1Efraïmweidtdewindenjaagtdeoostenwindna; dagelijksvermeerderthijleugenenverwoesting;daarom sluitenzijeenverbondmetAssyrië,enerwordtolienaar Egyptegebracht.

2DeHEEREheefteenrechtsgedingmetJudaHijzal Jakobstraffennaarzijnwegen;Hijzalhemvergeldennaar zijndaden.

3Hijgreepzijnbroerbijdehielindemoederschoot,en doorzijnkrachthadhijmachtbijGod

4Enhijhadmachtoverdeengelenhaddeoverhand;hij weendeenbadtothem;hijvondhemteBethel,ensprak daarmetons

5DeHEEREisdeGodvandehemelsemachten;de HEEREiszijngedenkteken

6WendudaaromtotuwGod,houduaangoedertierenheid enrecht,enwachtvoortdurendopuwGod.

7Hijiseenkoopman,deweegschalenvanbedrogzijnin zijnhand;hijhoudtervanteonderdrukken

8EnEfraïmzeide:Tochbenikrijkgeworden,ikhebmijn vermogengevonden;inalmijnarbeidzullenzijgeen ongerechtigheidinmijvinden,diezondewas

9EnIk,deHEERE,uwGod,zaluuithetlandEgypte opnieuwintentenlatenwonen,zoalstentijdevanhetfeest 10Ikhebookgesprokendoordeprofeten,enIkheb visioenenveelvuldiggegevenengelijkenissengebruikt, doordebedieningvandeprofeten

11IseronrechtinGilead?Voorwaar,zijzijnijdelheid!Zij offerenstiereninGilgal,ja,hunaltarenzijnalshopeninde vorenvandevelden

12ToenvluchtteJakobnaarhetlandSyrië,enIsraël diendealsvrouw,enalsvrouwhoeddehijschapen

13DooreenprofeetleiddedeHEEREIsraëluitEgypte,en dooreenprofeetwerdhijbehouden

14EfraïmheeftHemzeerbitterintoorngeprikkeld; daaromzalhijzijnbloedophemlatenrusten,enzijnHeer zalophemterugkomenvoorzijnsmaad

HOOFDSTUK13

1ToenEfraïmbevendsprak,verhiefhijzichinIsraël; maartoenhijzondigdetegenBaäl,stierfhij

2Ennuzondigenzijsteedsmeerenmakenzijgegoten beeldenvanzilverenafgodennaarhuneigeninzicht,alles

hetwerkvandeambachtsliedenZijzeggenvanhen:De mannendieofferen,moetendekalverenkussen.

3Daaromzullenzijzijnalseenmorgenwolkenalsde dauwdievroegwegvliegt,alskafdatdoordestormvande dorsvloerwordtweggeblazenenalsrookuitde schoorsteen

4TochbenIk,deHEERE,uwGod,vanhetlandEgypteaf UzultgeenanderegodkennendanMij,wantbehalveMij isergeenVerlosser

5Ikhebugekendindewoestijn,inhetlandvangrote droogte

6Zijwerdenverzadigdovereenkomstighunweide,zij werdenverzadigdenhunhartverhiefzich;daaromzijnzij Mijvergeten

7DaaromzalIkvoorhenzijnalseenleeuw,alseen luipaardopdewegzalIkophenletten.

8Ikzalhentegemoettredenalseenbeerdiehaarjongen verliest,enhetnetvanhunhartzalIkverscheurenDaar zalIkhenverslindenalseenleeuw;dewildedierenzullen henverscheuren

9Israël,uhebtuzelfvernietigd,maarinMijisuwHelper 10Ikzaluwkoningzijn.Waarisereenanderdieukan reddeninaluwsteden?Enuwrechtersvanwieugezegd hebt:Geefmijeenkoningenvorsten?

11InmijntoornhebIkueenkoninggegeven,inmijn grimmigheidhebIkhemweggenomen

12DeongerechtigheidvanEfraïmissamengebonden,zijn zondeisverborgen.

13Desmartenvaneenbarendevrouwzullenhem overkomen;hijiseenonverstandigkind,wanthijzalniet langblijvenindeplaatswaarkinderengeborenworden.

14Ikzalhenloskopenuitdemachtvanhetgraf,vande doodzalIkhenverlossenDood,Ikzaluwplagenzijn, graf,Ikzaluwverderfzijn;berouwzalvoorMijnogen verborgenzijn

15Alishijvruchtbaaronderzijnbroeders,tochzalereen oostenwindopsteken,dewindvandeHEEREzalopsteken uitdewoestijn;zijnbronzalopdrogenenzijnbronzal verdrogen;deschatvanalzijnkostbarevoorwerpenzalhij verwoesten.

16Samariazaleenwoestenijworden,wantzijistegen haarGodinopstandgekomen;zijzullendoorhetzwaard vallen,hunkinderenzullenverpletterdwordenenhun zwangerevrouwenzullenwordenopengereten

HOOFDSTUK14

1Bekeeru,Israël,totdeHEERE,uwGod,wantdooruw ongerechtigheidbentugevallen

2NeemuwwoordenmeeenkeerutotdeHEEREZegtot Hem:Neemwegalleongerechtigheidenontvangons genadig.Zozullenwijbetalendekalverenvanonzelippen.

3Assurzalonsnietredden;wijzullennietmeerop paardenrijden,entothetwerkvanonzehandenzullenwij nietmeerzeggen:Gijzijtonzegoden,wantbijUvindtde weesbarmhartigheid

4Ikzalhunafkerigheidgenezen,Ikzalhenvrijelijk liefhebben,wantMijntoornisvanhenafgewend

5IkzalvoorIsraëlzijnalsdedauw;hetzalopschietenals eenlelieenzijnwortelsuitschietenalsdeLibanon.

6Zijntakkenzullenuitdijenenzijnschoonheidzalzijnals dievaneenolijfboom,enzijngeuralsdievandeLibanon

7Dieinzijnschaduwwonen,zullenterugkeren;zijzullen oplevenalshetkorenenopschietenalsdewijnstok;hun geurzalzijnalsdewijnvandeLibanon 8Efraïmzalzeggen:Wathebiknogmetafgodentemaken? Ikhebhemgehoordenhemgadegeslagen;ikbenalseen groenedennenboomAanmijisuwvruchttedanken 9Wieiswijs,enwiezaldezedingenverstaan?Wie verstandigis,enwiezalzekennen?Wantdewegenvande HEEREzijnrecht,enderechtvaardigenzullenerin wandelen,maardeovertrederszullenerinvallen

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.