Amos
HOOFDSTUK1
1DewoordenvanAmos,dieonderdeherdersvanTekoa was,diehijoverIsraëlzagindedagenvanUzzia,de koningvanJuda,enindedagenvanJerobeam,dezoon vanJoas,dekoningvanIsraël,tweejaarvóórde aardbeving
2Enhijzeide:DeHEEREzaluitSionbrullenenuit JeruzalemZijnstemverheffen;danzullendewoningender herderstreuren,endetopvandeKarmelzalverdorren
3ZozegtdeHEERE:Omdrieovertredingenvan Damascus,jaomvier,zalIkdestrafdaaraannietafwenden, omdatzijGileadgedorsthebbenmetijzerendorssleden
4MaarIkzaleenvuurzendeninhethuisvanHazaël,dat depaleizenvanBenhadadzalverteren.
5IkzaldegrendelvanDamascusverbrekenende inwonersvandevlaktevanAvenuitroeien,enhemdiede scepterhoudtuithethuisvanEden.DeinwonersvanSyrië zulleningevangenschapgaannaarKir,spreektdeHEERE 6ZozegtdeHEERE:OmdrieovertredingenvanGaza,ja omvier,zalIkdestrafdaaraannietafwenden,omdatzijde heleballingschapgevangenhebbengenomenomdieaan Edomoverteleveren
7MaarIkzaleenvuurzendenopdemuurvanGaza,dat zijnpaleizenzalverteren
8IkzaldeinwonersvanAsdoduitroeien,enhemdiede scepterhanteertuitAskelon.IkzalMijnhandkerentegen Ekron,zodathetoverblijfselvandeFilistijnentegronde zalgaan,spreektdeHeereHEERE
9ZozegtdeHEERE:OmdrieovertredingenvanTyrus,ja omvier,zalIkdestrafdaaraannietafwenden,omdatzijde geheleballingschapaanEdomhebbenovergeleverdenniet aanhetbroederverbondgedachthebben.
10MaarIkzaleenvuurzendenopdemuurvanTyrus,dat zijnpaleizenzalverteren.
11ZozegtdeHEERE:OmdrieovertredingenvanEdom, jaomvier,zalIkdestrafdaaraannietafwenden,omdathij zijnbroedermethetzwaardvervolgdeenallemedelijden verwierp,enzijntoornvooreeuwigverscheurdeenzijn grimmigheidvooreeuwigbewaarde
12MaarIkzaleenvuuroverTemanzenden,datde paleizenvanBosrazalverteren
13ZozegtdeHEERE:Omdrieovertredingenvande kinderenAmmons,jaomvier,zalIkhetvonnisniet herroepen,omdatzijdezwangerevrouwenvanGilead hebbenverscheurd,omhungebiedtevergroten
14MaarIkzaleenvuuraanstekenopdewalvanRabba,en hetzalzijnpaleizenverteren,metgeschreeuwtendagevan destrijd,metstormtendagevandewervelwind
15Enhunkoningzalingevangenschapgaan,hijenzijn vorstentezamen,spreektdeHEERE
HOOFDSTUK2
1ZozegtdeHEERE:OmdrieovertredingenvanMoab,ja omvier,zalIkdestrafdaaraannietafwenden,omdathijde beenderenvandekoningvanEdomtotkalkverbrandheeft
2MaarIkzaleenvuurzendenoverMoab,datdepaleizen vanKeriothzalverteren,enMoabzalstervenonder geschreeuw,onderbazuingeschal.
3EnIkzalderechteruithetmiddendaarvanuitroeienen alzijnvorstenmethemdoden,spreektdeHEERE
4ZozegtdeHEERE:OmdrieovertredingenvanJuda,ja omvier,zalIkdestrafdaaraannietafwendenOmdatzij dewetvandeHEEREhebbenverachtenzijngebodenniet hebbengehouden,enomdathunleugenshenhebbendoen dwalen,zoalshunvaderengewandeldhebben
5MaarIkzaleenvuurzendeninJuda,datdepaleizenvan Jeruzalemzalverteren.
6ZozegtdeHEERE:OmdrieovertredingenvanIsraël,ja omvier,zalIkdestrafdaaraannietafwenden:omdatzijde rechtvaardigevoorzilververkochtenendearmevooreen paarschoenen,
7Dienaarhetstofderaardesnakkenophethoofdder ellendige,endewegderzachtmoedigenafbuigen;endie manenzijnvaderbijhetzelfdemeisjekomen,omMijn heiligeNaamteontheiligen;
8Enzijleggenzichneeropdeklederendiezijals onderpandbijelkaltaarhebbenneergelegd,enzijdrinken dewijnvandeveroordeeldeninhethuisvanhungod.
9MaarIkhebdeAmorietvoorhunogenuitgeroeid.Hij waszohoogalsdeceders,zosterkalsdeeiken;zijnvrucht hebIkvanbovenuitgeroeidenzijnwortelsvanonderen 10OokhebIkuuithetlandEgyptegeleidenveertigjaar doordewoestijngeleidomhetlandvandeAmorietenin bezittenemen
11EnIkverwekteuituwzonenprofetenenuituw jongemannenNazireeërsIshetnietzo,Israëlieten?spreekt deHEERE.
12MaarjulliehebbendeNazireeërswijntedrinken gegevenendeprofetengeboden:Profeteerniet
13Zie,Ikwordonderuverdrukt,zoalseenwagenwordt verdrukt,volschoven.
14Daaromzaldesnellenietvluchten,endesterkezalzijn krachtnietkunnenversterken,endeheldzalzichzelfniet kunnenredden
15Wiedebooghanteert,zalnietstandhouden;wiesnel vanvoetis,zalzichzelfnietredden;enwieopeenpaard rijdt,zalzichzelfnietredden
16Enwiedeheldis,zalopdiedagnaaktvluchten,spreekt deHEERE.
HOOFDSTUK3
1HoortditwoorddatdeHEEREtegenugesprokenheeft, kinderenvanIsraël,tegenhethelegeslachtdatIkuithet landEgyptehebgeleid,zeggende:
2AlleenuhebIkgekenduitallegeslachtenvande aardbodem;daaromzalIkaluwongerechtighedenaanu vergelden.
3Kunnenertweesamenwandelen,alszehetnietmet elkaareenszijn?
4Zoueenleeuwbrulleninhetbos,alshijgeenprooiheeft? Zoueenjongeleeuwuitzijnholschreeuwen,alshijniets gevangenheeft?
5Kaneenvogelineenvalstrikopdeaardevallen,waar geennetvoorhemis?Zalmeneenvalstrikvandeaarde opnemen,zonderietstevangen?
6Wordterindestadopdetrompetgeblazen,zonderdatde inwonerssidderen?Gebeurterkwaadindestad,zonderdat deHEEREhetdoet?
7DeHeereHEEREdoetniets,tenzijHijZijngeheim openbaartaanZijndienaren,deprofeten.
8Deleeuwheeftgebruld,wiezounietvrezen?DeHeere HEEREheeftgesproken,wiezounietprofeteren?
9MaakbekendindepaleizenvanAsdodenindepaleizen inhetlandvanEgypteenzeg:Verzameltuopdebergen vanSamariaenziethoegrootdeopstandendaarzijnen hoeverdruktzijzijn
10Wantzijwetennietwatrechtis,spreektdeHEERE,die inhunpaleizengeweldenroofopstapelen.
11Daarom,zozegtdeHeereHEERE:Erzaleenvijand rondomhetlandzijn,dieuwsterktevanuzalwegnemen, enuwpaleizenzullengeplunderdworden.
12ZozegtdeHEERE:Zoalseenherdertweeschenkelsof eenstukooruitdemuilvaneenleeuwhaalt,zozullende Israëlietengeredworden,dieinSamariaopdehoekvan eenbedwoneneninDamascusopeenrustbed
13HoortengetuigtinhethuisvanJakob,spreektdeHeere HEERE,deGodderheerscharen.
14OpdedagdatIkdeovertredingenvanIsraëlaanhem bezoek,zalIkookdealtarenvanBethelbezoekenDe hoornenvanhetaltaarzullenafgehouwenwordenenopde grondvallen
15Ikzalhetwinterhuismethetzomerhuisslaan;deivoren huizenzullentegrondegaanendegrotehuizenzullenhun eindevinden,spreektdeHEERE
HOOFDSTUK4
1Hoortditwoord,koeienvanBasan,dieophetgebergte vanSamariawoont,diedearmenonderdruktendearmen verdrukt,dietothunherenzegt:Brenghetaan,dankunnen wijdrinken
2DeHeereHEEREheeftbijZijnheiligheidgezworen:Zie, erzullendagenoverukomen,datHijumethakenzal wegnemenenuwnageslachtmetvishaken
3Engijzultbijdebressenuitgaan,elkekoe,bijwatvoor haaris;engijzultzeinhetpaleiswerpen,spreektde HEERE
4KomnaarBethelenpleegovertredingen;pleeggrote overtredingenteGilgal;brengelkemorgenuwoffersenna driejaaruwtienden
5Enoffereendankoffermetzuurdeeg,enverkondigen maakdevrijegavenbekend;wantditzalugoeddunken,o kinderenvanIsraël,spreektdeHeereHEERE.
6DaaromhebIkuookinaluwstedenschonetanden gegeveneninaluwwoonplaatsengebrekaanbroodToch hebtuzichniettotMijbekeerd,spreektdeHEERE
7OokhebIkuderegenonthouden,toendeoogsttijdnog driemaandenverwijderdwasIkliethetregenenopdeene stad,maarliethetnietregenenopdeanderestadOphet enestuklandvielregen,maarhetstuklandwaaropgeen regenviel,verdorde
8Zodwaaldentweeofdriestedennaaréénstadomwater tedrinken,maarzijwerdennietverzadigdTochhebtu zichniettotMijbekeerd,spreektdeHEERE
9Ikhebugeslagenmetbrandenmeeldauw;uwtuinen, wijngaarden,vijgenbomenenolijfbomenzijntalrijk
geworden,enderupsheeftzeopgevretenTochhebtuzich niettotMijbekeerd,spreektdeHEERE.
10Ikhebdepestonderugezonden,zoalsinEgypte;uw jongemannenhebIkmethetzwaardgedoodenuwpaarden hebIkbuitgemaakt.Ikhebdestankvanuwlegerkampen inuwneuslatenopstijgenTochhebtuzichniettotMij bekeerd,spreektdeHEERE
11Ikhebsommigenvanuonderstebovengekeerd,zoals GodSodomenGomorraonderstebovenkeerdeUwerdals eenstukbrandhoutuitdevlammengeruktTochhebtu zichniettotMijbekeerd,spreektdeHEERE
12DaaromzalIkualdusaandoen,Israël!Daarom,omdat Ikuditzalaandoen,maakugereedomuwGodte ontmoeten,Israël
13Wantzie,Hij,Diedebergenformeert,endewind schept,enaandemensverkondigt,watzijngedachtenzijn, Diededageraadtotduisternismaaktentreedtopde hoogtenderaarde;HEERE,Godderheerscharen,isZijn Naam.
HOOFDSTUK5
1HoortditwoorddatIkoveruaanhef,eenklaagzang,huis vanIsraël
2DejonkvrouwvanIsraëlisgevallen,zijzalnietmeer opstaan;zijisverlateninhaarland,erisniemanddiehaar opricht
3WantzozegtdeHeereHEERE:Destad,diemetduizend uitging,zalerhonderdoverlaten,endiemethonderd uitging,zalertienoverlatenvoorhethuisvanIsraël 4WantzozegtdeHEEREtothethuisvanIsraël:ZoekMij, enuzultleven
5MaarzoekBethelnietop,komnietnaarGilgalenganiet naarBerseba.WantGilgalzalzekerinballingschapgaan enBethelzaltegrondegaan
6ZoekdeHEERE,danzultuleven,opdatHijniet uitbarsttealseenvuurinhethuisvanJozefenhet verteerde,enerniemandzouzijnomhetinBethelte blussen
7Julliediehetrechtinalsemveranderenende gerechtigheidopaardeachterlaten,
8ZoekHemDiedezevensterrenenOrionmaakt,Diede schaduwvandedoodindemorgenstondverandertende dagindenachtverduistert;Diedewaterenvandezee roeptenzeuitgietoverdeaardbodemHEEREisZijn Naam.
9Diedeberoofdeversterkttegendesterke,zodatde beroofdetegendevestingzaloptrekken.
10Wieindepoortterechtwijst,hatenzij,enwieoprecht spreekt,verafschuwenzij
11Omdatudandearmevertraptenhemzwarelasten tarweafneemt,hebtuhuizenvangehouwensteengebouwd, maaruzulternietinwonen;hebtukostelijkewijngaarden geplant,maaruzulterdewijnnietvandrinken
12WantIkweethoetalrijkuwovertredingenzijnenhoe zwaaruwzondenzijn:zijkwellenderechtvaardige,zij nemengeschenkenaanenstotendearmenindepoortvan hunrechterhandaf
13Daarommoetdeverstandigeindietijdzwijgen,want hetiseenkwadetijd.
14Zoekhetgoedeenniethetkwade,opdatuleeft;endan zaldeHEERE,deGodvandehemelsemachten,metuzijn, zoalsugesprokenhebt
15Haathetkwadeenhebhetgoedeliefenhoudhetrecht hoogindepoort;misschienzaldeHEERE,deGodvande hemelsemachten,genadigzijnoverhetoverblijfselvan Jozef
16DaaromzegtdeHEERE,deGodvandehemelse machten,deHEERE:Opallepleinenzalgeweeklaagzijn, enopallewegenzalmenroepen:Wee,wee!Enmenzalde landbouweroproepentotrouw,enwieklaagzangenkunnen zingentotweeklagen
17Eninallewijngaardenzalgeweeklaagzijn,omdatIk dooruheenga,spreektdeHEERE
18Weeu,dieverlangtnaardedagvandeHEERE! Waartoedientdievooru?Duisternisisdedagvande HEEREengeenlicht
19Hetisalsofiemandvluchtvooreenleeuwenwordt geconfronteerdmeteenbeer,ofalshijhethuisbinnengaat enmetzijnhandtegendemuurleuntenwordtgebeten dooreenslang
20ZaldedagvandeHEEREnietduisterniszijnengeen licht?Donkereduisternis,zodatergeenglansis?
21Ikhaatenverachtuwfeesten,enuwsamenkomstenwil iknietstinken.
22AlbrengtuMijbrandoffersengraanoffers,Ikzaler geenwelgevallenaanhebbenEnookdedankoffersvan uwvettedierenzalIknietwaarderen.
23Neemhetgeluidvanuwgezangvanmijweg,wantde melodieënvanuwmuziekinstrumentenkanikniethoren
24Laathetrechtstromenalswater,endegerechtigheidals eenkolkendebeek
25HebtuMijveertigjaarlangindewoestijnslachtoffers engraanoffersgebracht,huisvanIsraël?
26Maarjulliehebbendetentgedragenvanjullie afgodsbeeldenMolochenChiun,destervanjulliegod,die jullievoorjezelfgemaakthebben.
27DaaromzalIkuingevangenschapbrengen,nogverder danDamascus,spreektdeHEERE,wiensNaamis:God vandehemelsemachten.
HOOFDSTUK6
1WeehundiezichonbezorgdvoeleninSionen vertrouwenopdebergvanSamaria,diedevoornaamste dervolkengenoemdworden,naarwiehethuisvanIsraël gekomenis!
2GanaarKalneenbekijkhet.Gavandaarnaarhetgrote HamathendaalafnaarGath,eengebiedvandeFilistijnen Zoudenzijbeterzijndandezekoninkrijken,ofzouhun gebiedgroterzijndanhetuwe?
3Julliediedebozedagverwegdoen,endezetelvanhet gewelddichtbijbrengen;
4Dieopivorenbeddenliggenenzichuitstrekkenophun rustbanken,endelammerenuitdekuddeopetenende kalverenuithetmiddenvandestal;
5Diezingenbijdeklankvandeviool,envoorzichzelf muziekinstrumentenuitvinden,zoalsDavid;
6Zijdrinkenwijnuitschalenenzalvenzichmetdebeste olie,maarzijnnietbedroefdoverdeellendevanJozef.
7Daaromzullenzijnuingevangenschapgaan,samenmet deeerstendieingevangenschapgaan,enhetfeestmaalvan hendiezichuitstrekten,zalwordenweggenomen
8DeHeereHEEREheeftbijZichzelfgezworen,spreektde HEERE,deGodvandelegermachten:Ikverafschuwde heerlijkheidvanJakobenhaatzijnpaleizen;daaromzalIk destadovergevenmetalwaterinis
9Enhetzalgebeuren,indienertienmanneninéénhuis overblijven,datdiezullensterven
10Danzaliemandsoomhemmeenemen,endegenedie hemverbrandheeft,omdebeenderenuithethuistehalen, enzaltotdegenediebijhethuisstaat,zeggen:Isernog iemandbiju?Enhijzalzeggen:Nee.Danzalhijzeggen: Zwijg,wantwijmogendeNaamvandeHEEREniet noemen
11Wantzie,deHEEREgeeftbevel,datHijhetgrotehuis metbreukenzalslaan,enhetkleinehuismetspleten
12Zoudenpaardenrennenopeenrots?Zoumendaarmet ossenploegen?Wantgijhebthetrechtingalveranderden devruchtdergerechtigheidingif
13Julliediejeverheugenoverietsnutteloos,diezegt: Hebbenwijnietdooronzeeigenkrachtdehoorns opgenomen?
14Maarzie,Ikgategenueenvolkoprichten,huisvan Israël,spreektdeHEERE,deGodvandelegermachten;en zijzullenuonderdrukken,vandeingangvanHemathaftot aanderiviervandewoestijn
HOOFDSTUK7
1AldusheeftdeHeereHEEREmijlatenzien:Ziet,Hij heeftsprinkhanengevormdinhetbeginvanhetopschieten vanhetjongegewas;enzie,hetwashetjongegewasna hetmaaienvandekoning.
2Toenzijklaarwarenmethetopetenvanhetgrasvanhet land,zeiik:HeereHEERE,vergeeftoch!Doorwiezou Jakobopstaan?Hijisimmersklein.
3ToenkreegdeHEERberouwHetzalnietgebeuren, spreektdeHEER
4AldusheeftdeHeereHEEREaanmijgetoond:Enzie,de HeereHEEREriepomtetwistendoorhetvuur,enhet verteerdedegrotediepteenverteerdeeendeelervan
5Toenzeiik:HeereHEERE,houdtochop!Doorwiezou Jakobopstaan?Hijisimmersklein
6ToenkreegdeHEERberouwOokditzalnietgebeuren, spreektdeHeereHEERE.
7Aldusliethijmijzien:enzie,deHEEREstondopeen muur,diemeteenpasloodgemaaktwas,meteenpaslood inZijnhand
8ToenzeideHEEREtotmij:Amos,watzietu?Enik antwoordde:EenpasloodToenzeideHEERE:Zie,Ikzal eenpasloodplaatseninhetmiddenvanMijnvolkIsraël;Ik zalhetvoortaannietmeervoorbijgaan
9DehoogtenvanIzakzullenverwoestwordenende heiligdommenvanIsraëlzullenverwoestwordenDaarom zalIktegenhethuisvanJerobeamopstaanmethetzwaard 10ToenzondAmazia,depriestervanBethel,een boodschapnaarJerobeam,dekoningvanIsraël,omte latenweten:Amosheefteensamenzweringtegenu gesmeed,temiddenvanhethuisvanIsraël;hetlandzalal zijnwoordennietkunnenverdragen
11WantzozegtAmos:Jerobeamzaldoorhetzwaard sterven,enIsraëlzalzekerinballingschapuitzijnland wordenweggevoerd
12EnAmaziazeidetotAmos:Gijziener,gaheen,vlucht naarhetlandvanJuda,eetdaarbroodenprofeteerdaar.
13MaarprofeteernietlangerteBethel,wanthetisde tempelvandekoningenhetishetpaleisvandekoning
14ToenantwoorddeAmosenzeidetotAmazia:Ikwas geenprofeet,enikwasookgeenprofetenzoon,maarik waseenherdereneenverzamelaarvanwildevijgen
15ToennamdeHEEREmijaan,terwijlikachterdekudde liep,endeHEEREzeitegenmij:Gaheenenprofeteer tegenMijnvolkIsraël.
16Nudan,hoorhetwoordvandeHEERE:Gijzegt: ProfeteerniettegenIsraël,enlaatuwwoordnietvallen tegenhethuisvanIzak.
17Daarom,zozegtdeHEERE:Uwvrouwzalzichalseen hoergedragenindestad,enuwzonenenuwdochters zullendoorhetzwaardvallen,enuwlandzalmethet meetlintverdeeldworden,enuzultstervenopeenonrein landEnIsraëlzalzekerinballingschapweggaan,weguit zijnland.
HOOFDSTUK8
1AldusheeftdeHeereHEEREmijlatenzien:Zie,daaris eenkorfmetzomerfruit
2Enhijzei:Amos,watzieje?Enikzei:Eenmandmet zomerfruitToenzeideHEEREtegenmij:Heteindeis gekomenoverMijnvolkIsraël;Ikzalhetvoortaanniet meervoorbijgaan.
3Endetempelliederenzullentediendagegehuilzijn, spreektdeHeereHEERE;lijkenzullenoveralzijn;menzal zestilzwijgendwegwerpen.
4Hoortdit,gijdiedebehoeftigenverslindt,ja,dearmen deslandsverwaarloost,
5Zijzeiden:Wanneerisdenieuwemaanvoorbij,zodatwij korenkunnenverkopen?Endesabbat,zodatwijtarwe kunnenuitstallen?Wijmakendeefakleinerendesikkel groterenvervalsendeweegschaalmetbedrog.
6Datwijdearmenvoorzilverkunnenkopen,ende behoeftigenvooreenpaarschoenen,ja,enhetafvalvande tarwekunnenverkopen?
7DeHEEREheeftgezworenbijdeheerlijkheidvanJakob: NooitzalIkeenvanhundadenvergeten
8Zouhetlanddaaromnietbevenenzoudenalzijn bewonerstreuren?Danzouhetlandalseenvloed overstromen,weggeslingerdenverdronkenworden,zoals bijdevloedvanEgypte
9Enhetzaltediendagegeschieden,spreektdeHeere HEERE,datIkdezonopdemiddagzaldoenondergaanen hetlandopdehelderedagzalverduisteren.
10Ikzaluwfeestenverandereninrouw,enaluw gezangeninklaagzangenIkzalzakkenbrengenoveralle lendenenenkaalheidoverallehoofdenIkzalhetmaken alsderouwovereenenigkind,enheteindeervanalseen bitteredag.
11Zie,dedagenkomen,spreektdeHeereHEERE,datIk eenhongerinhetlandzalzenden;geenhongernaarbrood, engeendorstnaarwater,maaromtehorendewoorden vandeHEERE
12Zijzullendwalenvanzeetotzee,envanhetnoordentot hetoosten,zijzullenronddolenenheenenweertrekken, omhetwoordvandeHEEREtezoeken,maarzijzullenhet nietvinden.
13Opdiedagzullendeschonemeisjesendejonge mannenbezwijkenvandorst
14DiezwerenbijdezondevanSamaria,enzeggen:Uw god,Dan,leeft!en:DemaniervanBersebaleeft!Die zullenvallenennietmeeropstaan
HOOFDSTUK9
1IkzagdeHEEREophetaltaarstaan,enHijzei:Slaop debovendorpelvandedeur,zodatdedeurpostenschudden; enslahenallemaalindekop,enIkzaldelaatstevanhen methetzwaarddoden.Wievanhenvlucht,zalniet vluchten,enwievanhenontkomt,zalnietgeredworden
2Algravenzijindehel,Mijnhandzalhenvandaarhalen; alklimmenzijopnaardehemel,Ikzalhenvandaar neerhalen
3EnalzoudenzijzichverbergenopdetopvandeKarmel, Ikzalhenzoekenenvandaarweghalen;enalzoudenzij voorMijnogenverborgenzijnopdebodemvandezee, vandaarzalIkdeslangbevelen,enhijzalhenbijten
4Enalgaanzijingevangenschapvoorhetaangezichtvan hunvijanden,tochzalIkhetzwaardbevelen,enhetzal hendoden;enIkzalMijnogenophenrichtentenkwade, enniettengoede.
5EndeHEERE,deHEEREderheerscharen,isHij,Die hetlandaanraakt,zodathetsmelt,enalzijnbewoners treuren;hetzalgeheeloprijzenalseenvloed,enverdrinken, zoalsbijdevloedvanEgypte
6Hijishet,diezijnverhalenindehemelbouwtenzijn legeropaardevestigt;Hijroepthetwatervandezeeen giethetuitoverdeaardbodemHEEREiszijnnaam 7BentuvoorMijnietalsdekinderenvandeEthiopiërs, Israëlieten?spreektdeHEERE.HebIkIsraëlnietuit Egyptegeleid,deFilistijnenuitKaftorendeSyriërsuitKir? 8Zie,deogenvandeHeereHEEREzijnophetzondige koninkrijk,enIkzalhetvandeaardbodemverdelgen,maar IkzalhethuisvanJakobnietgeheelverdelgen,spreektde HEERE
9Wantzie,Ikgeefbevel,enIkzalhethuisvanIsraël ziftenonderallevolken,zoalsmenhetkorenziftmeteen zeef;tochzalernietéénkorreltjeopdeaardevallen
10Doorhetzwaardzullenallezondaarsvanmijnvolk sterven,diezeggen:Hetkwaadzalonsniettreffenenniet verhinderen.
11OpdiedagzalIkdevervallenhutvanDavidweer oprichten,Ikzalzijnscheurendichten,enwateraanpuin isgevallen,zalIkweeroprichten,enIkzalhemherbouwen zoalsindedagenvanouds.
12opdatzijhetoverblijfselvanEdominbezitnemen,en vanaldeheidenvolkendienaarmijnnaamgenoemdzijn, spreektdeHEERE,dieditdoet
13Zie,dedagenkomen,spreektdeHEERE,datdeploeger demaaierzalontmoetenendedruiventrederdegenediehet zaadzaait;danzullendebergenvanjongewijndruipenen aldeheuvelszullensmelten
14Ikzaleenommekeerbrengenindegevangenschapvan mijnvolkIsraël,enzijzullendeverwoestesteden herbouwenenbewonen,zijzullenwijngaardenplantenen
dewijndaarvandrinken,zijzullentuinenaanleggenende vruchtervaneten.
15Ikzalheninhunlandplanten,enzijzullennietmeer weggeruktwordenuithetlanddatIkhungegevenheb, spreektdeHEERE,uwGod.