1KoningNebukadnezarlieteengoudenbeeldmaken, zestigelhoogenzeselbreed.Hijliethetplaatseninde vlaktevanDura,inhetgewestBabel.
2ToengafkoningNebukadnezaropdrachtdevorsten,de landvoogden,dehoofdmannen,derechters,de schatbewaarders,deraadsheren,delandvoogdenenalle bestuurdersvandegewestenbijeenteroepenomtekomen naardeinwijdingvanhetbeelddatkoningNebukadnezar hadlatenoprichten
3Toenkwamendevorsten,delandvoogden,de hoofdmannen,derechters,deschatbewaarders,de raadsheren,delandvoogdenenallebestuurdersvande gewestenbijeenbijdeinwijdingvanhetbeelddatkoning Nebukadnezarhadopgericht.Zestondenvoorhetbeelddat Nebukadnezarhadopgericht
4Toenriepeenherautluid:Aanuwordtbevolen,ovolken, natiënentalen,
5Zodrauhetgeluidvandebazuin,defluit,deharp,de harp,deluit,deluit,dehakkebordenallerleiandere muziekinstrumentenhoort,valtuneerenaanbidtuhet goudenbeelddatkoningNebukadnezarheeftopgericht
6Eniederdienietneervaltenaanbidt,zalophetzelfde momentinhetmiddenvandebrandendevuuroven geworpenworden
7Toenhetvolkopdatmomenthetgeluidvandebazuin, defluit,deciter,deluit,deluitenalleandere muziekinstrumentenhoorde,vielenallevolken,natiënen talenopdegrondenaanbadenhetgoudenbeelddatkoning Nebukadnezarhadlatenoprichten.
8ToenkwameneropdatmomentenigeChaldeeënnaar hentoeenbeschuldigdendeJoden
9ZijsprakentotkoningNebukadnezarenzeiden:O koning,leefineeuwigheid
10Gij,okoning,hebteenbeveluitgevaardigd,datieder diehetgeluidvandebazuin,defluit,deharp,deharp,de luit,deluit,dehakkebordenalleanderesoorten muziekinstrumentenhoort,zichteraardemoetwerpenen hetgoudenbeeldmoetaanbidden.
11Enalsiemandnietneervaltenaanbidt,wordthijinhet middenvandebrandendevuurovengeworpen
12ErzijnJodendieuoverhetbestuurvanhetgewest Babelhebtaangesteld:Sadrach,MesachenAbednego Dezemannen,okoning,hebbengeenachtopugeslagen Zijhebbenuwgodennietvereerdenhetgoudenbeelddat uhebtopgericht,nietaanbeden
13ToengafNebukadnezarinwoedeenrazernijbevel Sadrach,MesachenAbednegotehalen,enzijbrachten dezemannenvoordekoning
14Nebukadnezarnamhetwoordenzeidetothen:Ishet waar,Sadrach,MesachenAbednego,datgijmijngoden nietvereertenhetgoudenbeeld,datikhebopgericht,niet aanbidt?
15Alsunubereidbentom,zodrauhetgeluidvande bazuin,defluit,deharp,deharp,deluit,deluit,deharp, dedulcimerenallerleianderemuziekinstrumentenhoort, neertevallenenhetbeeldteaanbiddendatIkgemaaktheb, danisdatgoedMaaralsuhetnietaanbidt,zultuop hetzelfdemomentindebrandendevuurovengeworpen wordenWieisdandeGoddieuuitmijnhandenzal verlossen?
16Sadrach,MesachenAbednegoantwoorddendekoning: Nebukadnezar,wijachtenhetnietnodiguhierovereen antwoordtegeven
17Alshetzois,dankanonzeGod,diewijvereren,ons verlossenuitdebrandendevuuroven,enHijzalonsuituw hand,okoning,verlossen
18Maarzelfsindienditniethetgevalis,danzijhetu bekend,okoning,datwijuwgodennietzullenvererenen hetgoudenbeelddatuhebtopgericht,nietzullen aanbidden
19ToenontstakNebukadnezarinwoede,enzijn gelaatsuitdrukkingveranderdetenopzichtevanSadrach, MesachenAbednego.Daaromgafhijbeveldatzijdeoven zevenmaalhetermoestenstokendangewoonlijk
20Enhijgafbevelaandemachtigstemannenvanzijn leger,datzijSadrach,MesachenAbednegomoesten bindenenindebrandendevuurovenmoestenwerpen
21Toenwerdendiemannengebonden,methunmantels, broeken,mutsenenoverigekledingaan,eninhetmidden vandebrandendevuurovengeworpen
22Omdathetbevelvandekoningzodringendwasende ovenbuitengewoonheetwas,werdendemannendie Sadrach,MesachenAbednegonaarbovenbrachten,door devlammenvanhetvuurgedood
23Toenvielendezedriemannen,Sadrach,Mesachen Abednego,gebondeninhetmiddenvandebrandende vuuroven
24ToenwerdkoningNebukadnezarzeerverbaasd.Hij stondsnelop,sprakenzeitegenzijnraadsheren:Hebben wijnietdriemannengebondeninhetvuurgeworpen?Zij antwoorddenenzeidentegendekoning:Zeker,okoning. 25Hijantwoorddeenzei:Zie,ikzieviermannenvrij rondlopenmiddeninhetvuur,enzijhebbengeenletsel,en hetuiterlijkvandevierdelijktopdatvandeZoonvanGod. 26ToenkwamNebukadnezarbijdeopeningvande brandendevuurovenenzei:Sadrach,MesachenAbednego, dienarenvandeallerhoogsteGod,komtnaarbuitenen komthier!ToenkwamenSadrach,MesachenAbednego uithetmiddenvanhetvuur
27Toendevorsten,landvoogden,stadhoudersen raadsherenvandekoningbijeenwaren,zagenzijdeze mannenHetvuurhadgeenmachtoverhunlichamen gehad,hunhoofdhaarwasnietverbrand,hunklerenwaren nietveranderdenerwasgeenbrandluchtaanhengekomen 28ToennamNebukadnezarhetwoordenzei:Geprezenzij deGodvanSadrach,MesachenAbednego,diezijnengel gezondenheeftenzijndienarenverlostheeftZijhebben ophemvertrouwdenhetbevelvandekoningveranderden hunlichamenovergegeven,zodatzijgeenenkelegod kondendienenofaanbidden,behalvehuneigenGod 29Daaromgeefikbeveldatallevolken,natiesentalendie kwaadsprekentegendeGodvanSadrach,Mesachen Abednego,instukkengehaktzullenwordenHunhuizen zullentoteenmesthoopwordengemaakt,wanterisgeen anderegoddiezoiemandkanredden
30ToenbevorderdedekoningSadrach,Mesachen AbednegoindeprovincieBabel.
HOOFDSTUK4
1KoningNebukadnezar,aanallevolken,natiënentalen dieopdeheleaardewonen:vredezijuvermenigvuldigd
2Daniëlantwoorddeenzeide:Ikzaginmijnnachtelijk visioen,enzie,devierwindendeshemelsdrevenopde grotezee
3Enuitdezeerezenviergrotedierenop,dievanelkaar verschilden.
4Heteerstedierleekopeenleeuwenhadarendsvleugels Ikbleeftoekijkentotdatzijnvleugelsuitgeruktwerdenen hetvandeaardewerdopgehevenenopzijnvoetenwerd gezetalseenmens,enhetwerdeenmensenhartgegeven 5Enzie,eenanderdier,eentweede,leekopeenbeer;het richttezichopdeenezijdeop,enhethaddrieribbenin zijnmuil,tussenzijntandenEnmenzeidealdustothem: Staop,eetveelvlees.
6Daarnazagik,enzie,erwasnogeendierdatleekopeen luipaardHethadopzijnrugviervleugelsvaneenvogel Hetdierhadookvierkoppen,enaanhetdierwerdde heerschappijgegeven
7Hiernazagikindenachtvisioenen,enzie,eenvierdedier, vreselijk,vreselijkenbuitengewoonsterk;enhethadgrote ijzerentanden;hetatenverbrijzelde,enhetoverige vertraptehetmetzijnpoten;enhetwasverschillendvanal dedierendieervóórgeweestwaren;enhethadtienhorens. 8Ikletteopdehorens,enzie,daartussenreeseenandere kleinehorenopDrievandeeerstehorenswerdendaarvoor uitgerukt.Enzie,indiehorenwarenogenalsmensenogen eneenmonddiegrotewoordensprak
9Ikbleeftoekijkentotdatertronenwerdenneergezetende Oudevandagenzichzette.Zijnkleedwaswitalssneeuw enhethaaropZijnhoofdwasalszuiverewolZijntroon wasalseenvuurvlamenZijnwielenwarenalslaaiend vuur.
10ErweldeeenvurigerivieropengingvoorHemuit DuizendmaalduizendendiendenHementienduizendmaal tienduizendenstondenvoorHem.Hetgerichtwerd gehoudenendeboekenwerdengeopend
11Toenkeekiktoevanwegedegrotewoordendiede horensprak,totdathetbeestgedoodwerdenzijnlichaam werdvernietigdenaandevlammenwerdprijsgegeven 12Watdeoverigedierenbetreft,hunwerddeheerschappij ontnomen;maarhunlevenwerdvooreenbepaaldetijd verlengd
13Ikkeektoeindenachtvisioenen,enzie,erkwammet dewolkenvandehemelIemandgelijkeenmensenzoon. HijgingnaardeOudevandagen,enmenleiddeHemvoor Hem
14EnHemwerdheerschappijgegeven,eneer,eneen koninkrijk,enallevolken,natiënentalenmoestenHem dienen.Zijnheerschappijiseeneeuwigeheerschappij,die nietzalvergaan,enZijnkoningschapzalniettegronde gaan
15Ik,Daniël,wasdiepbedroefdinmijngeest,inhet binnenstevanmijnlichaam,endegezichtendieikvoor ogenhad,verontrusttenmij
16Ikgingnaareenvandemensendieerbijstondenen vroeghemnaardewaarheidvanditallesHijverteldehet meengafmedeuitlegvandedingen
17Dezeviergrotedierenzijnvierkoningendieuitde aardezullenopkomen
18MaardeheiligenvandeAllerhoogstezullenhet koningschapontvangen,enzijzullenhetkoningschapin eeuwigheidbezitten,ja,vooreeuwigenaltijd
19Danwilikdewaarheidwetenoverhetvierdedier,dat verschildevanalleandere,hetwaszeerverschrikkelijk. ZijntandenwarenvanijzerenzijnklauwenvankoperHet at,verbrakenvertraptederestmetzijnpoten.
20Envandetienhorensopzijnkop,envandeanderedie opkwam,envoorwieerdrieafvielen,envandehorenmet ogeneneenmonddiegrotewoordensprak,envandie horenmeteengroteruiterlijkdandeandere.
21Ikzag,datdiehoornoorlogvoerdetegendeheiligenen henovermeesterde,
22TotdatdeOudevanDagenkwamenhetrechtgegeven werdaandeheiligenvandeAllerhoogste,endetijd aanbrakdatdeheiligenhetkoningschapinbezitnamen.
23Hijzeide:Hetvierdedierzalhetvierdekoninkrijkop aardezijn,hetzalverschillenvanalleanderekoninkrijken Hetzaldeheleaardeverslinden,hetzalhaarvertrappenen haarverbrijzelen
24Endetienhorensuitdatkoninkrijk,datzijntien koningendiezullenopstaan,ennahenzaleenander opstaan,dievandeeerstezalverschillenendriekoningen zalonderwerpen
25EnhijzalwoordensprekentegendeAllerhoogste,en hijzaldeheiligenvandeAllerhoogstetegronderichten, enhijzaldenkentijdenenwettenteveranderen,enzij zulleninzijnhandovergegevenwordenvooreentijd, tijdeneneenhalvetijd
26Maarhetoordeelzalzittenenmenzalzijnheerschappij wegnemenomhemteverdelgenentevernietigentothet eindetoe
27Enhetkoningschap,deheerschappijendegrootheid vandekoninkrijkenonderdegansehemelzullengegeven wordenaanhetvolkvandeheiligenvandeAllerhoogste Zijnkoningschapiseeneeuwigkoningschap,enalle machtenzullenHemdienenengehoorzamen.
28TothiertoeisheteindevandezaakWatmij,Daniël, betreft,mijngedachtenverontrusttenmijzeerenmijn gelaatveranderde,maarikbewaardedezaakinmijnhart.
HOOFDSTUK8
1InhetderdejaarvanderegeringvankoningBelsazar kreegik,Daniël,eenvisioen,naheteerstedatikhad gezien.
2IkzageenvisioenHetgebeurde,toenikdatzag,datik teSusanwas,indehof,datinhetgewestElamligtIkzag eenvisioenenikwasaanderivierdeUlai.
3Toensloegikmijnogenopenzag,enzie,daarstondeen ramvoorderivier,mettweehorens.Detweehorenswaren hoog,maardeenewashogerdandeandere,endehoogste kwamhetlaatstop
4Ikzagderamnaarhetwesten,naarhetnoordenennaar hetzuidenstoten,zodatgeenenkeldiertegenhemstand konhoudenenerniemandwasdiehemuitzijnhandkon reddenMaarhijdeednaarzijnwilenwerdgroot
5Terwijlikoplette,zie,daarkwameengeitenbokuithet westenoverdeheleaarde,maarhijraaktedegrondniet aan.Debokhadeenopvallendehoorntussenzijnogen.
6Toenkwamhijbijderammetdetweehorens,dieik voordeNijlhadzienstaan,enhijrendeinzijngrimmige machtophemaf.
7Enikzaghemdichtbijderamkomen,enhijwerdmet woedetegenhemaangezet,enhijsloegderamenbrakzijn
isrechtvaardiginaldewerkendieHijdoet,omdatwijnaar Hemniethebbengeluisterd.
15Nudan,HEERE,onzeGod,DieUwvolkmetsterke handuithetlandEgyptehebtgeleidenUnaamhebt gemaakt,zoalsopdezedag,wijhebbengezondigden goddeloosgehandeld
16HEERE,laattoch,overeenkomstigalUwgerechtigheid, UwtoornenUwgrimmigheidafwendenvanUwstad Jeruzalem,UwheiligebergWantomonzezondenenom deongerechtighedenvanonzevaderenzijnJeruzalemen Uwvolkeensmaadgewordenvoorallendierondomons zijn
17Nudan,onzeGod,luisternaarhetgebedvanuw dienaarennaarzijnsmekingenLaatuwgelaatlichtenover uwverwoesteheiligdom,omwillevandeHEERE
18MijnGod,neigtochUwoorenhoor,openUwogenen zieonzeverwoestingenendestadwaaroverUwNaam genoemdisWantnietvanwegeonzegerechtigheidstorten wijonzesmeekbedenvoorUuit,maarvanwegeUwgrote barmhartigheden
19HEERE,hoor,HEERE,vergeef;HEERE,luisterendoe, weesnietterughoudend,omwillevanUzelf,mijnGod, wantUwstadenUwvolkzijnnaarUwNaamgenoemd
20Terwijliknogsprakenbadenmijnzondeendezonde vanmijnvolkIsraëlbeleed,enmijnsmeekbedeuitstortte voorhetaangezichtvandeHEERE,mijnGod,overde heiligebergvanmijnGod,
21Terwijliknogaanhetbiddenwas,raaktedeman Gabriël,dieikinhetbegininhetvisioenhadgezien,mij aan,omdathijsnelvloog,enwelopdetijdvanhet avondoffer.
22Enhijbrachthetmijterkennisensprakmetmijenzei: ODaniël,nubenikgekomenomuinzichteninzichtte geven.
23Aanhetbeginvanuwsmekingenishetgeboduitgegaan, enikbengekomenomhetutelatenweten,wantubent zeergeliefd.Begrijpdaaromdezaakenletophetvisioen. 24Zeventigwekenzijnerbepaaldoveruwvolkenover uwheiligestad,omdeovertredingtebeëindigen,de zondenaftesluiten,deongerechtigheidteverzoenenen eeneeuwigegerechtigheidaantebrengen,hetvisioenen deprofeetteverzegelenendeAllerheiligstedingente zalven.
25Weetdanenversta:vanafdetijddathetwoorduitging omJeruzalemteherstellenenteherbouwentotopMessias, deVorst,zijnerzevenwekenentweeënzestigweken;de stratenendegrachtenzullenopnieuwgebouwdworden, maarwelinbenauwdetijden.
26EnnadietweeënzestigwekenzaldeMessiasuitgeroeid worden,maarhetzalnietvoorHemzelfzijnEneenvolk vaneenvorst,datkomenzal,zaldestadenhetheiligdom verwoesten,enzijneindezalzijnineenoverstromende vloed,entotheteindetoezaleroorlogzijn,verwoestingen dievastbeslotenzijn
27Enhijzalhetverbondvoorvelenversterken,éénweek lang;eninhetmiddenvandeweekzalhijhetslachtoffer enhetgraanofferdoenophouden,enoverdegruweldaden heenzalhijhetverwoesten,ja,totaandevoleindingtoe, enhetgeenvastbeslotenis,zaloverdeverwoeste uitgegotenworden.
HOOFDSTUK10
1InhetderdejaarvanKores,dekoningvanPerzië,werd aanDaniël,dieBeltsazarheette,eenzaakgeopenbaard.De zaakwerdwerkelijkheid,maardevastgesteldetijdwas langHijbegreepdezaakenkreeginzichtinhetvisioen 2Indiedagenbrachtik,Daniël,drievollewekendoormet rouw.
3Ikhebgeensmakelijkbroodgegeten,erkwamgeen vleesofwijninmijnmondenikhebmijnietgezalfd, totdaterdrievollewekenvoorbijwaren
4Enopdevierentwintigstedagvandeeerstemaand,toen ikaandeoevervandegroterivier,dieHiddekelheet,was, 5Toensloegikmijnogenopenzag,enzie,erwaseen mangekleedinlinnen,enzijnlendenenwarenomgordmet fijngoudvanUfaz.
6Zijnlichaamwasalsturkoois,zijngezichtleekopde bliksem,zijnogenwarenalsvurigefakkels,zijnarmenen voetenwarenglanzendalsgepolijstkoperenhetgeluid vanzijnwoordenwasalshetgeluidvaneenmenigte
7Enik,Daniël,zagalleenhetvisioenDemannendiebij mijwaren,zagenhetniet.Erkwameenzwareaardbeving overhen,zodatzijvluchttenenzichverborgen
8Daarombleefikalleenachterenzagditgrotevisioen,en erbleefgeenkrachtmeerinmijover.Wantmijn schoonheidveranderdeinvergankelijkheid,enerbleef geenkrachtmeerinmijover
9Ikhoordedestemvanzijnwoorden.Toenikdestemvan zijnwoordenhoorde,vielikineendiepeslaap,metmijn gezichtnaardegrondgericht
10Enzie,eenhandraaktemijaan,diemijopmijnknieën enopmijnhandpalmenzette
11EnHijzeitotmij:Daniël,zeergeliefdman,begrijpde woordendieIktotuspreekenstarechtop,wanttotuben IknugezondenEntoenHijditwoordtotmijgesproken had,stondikbevendop
12Toenzeihijtegenmij:Weesnietbang,Daniël,want vanafdeeerstedagdatjejeharteropzetteominzichtte krijgenenjevoorjeGodteverootmoedigen,zijnje woordengehoord,envanwegejewoordenbenikgekomen. 13MaardevorstvanhetkoninkrijkPerziëhieldzich twintigdagentegenmijopEnzie,Michaël,eenvande voornaamstevorsten,kwammijtehulp.Enikbleefdaar bijdekoningenvanPerzië
14Nubenikgekomenomutelatenwetenwatuwvolkin delaatstedagenzaloverkomen.Wanthetvisioenduurt nogveledagen
15ToenHijzulkewoordentotmijgesprokenhad,richtte ikmijngezichtnaardegrondenwerdstom
16Enzie,iemandalsvandemensenkinderenraaktemijn lippenaan;toenopendeikmijnmond,sprakenzeitegen hemdievoormijstond:Mijnheer,doorhetgezichtzijn mijnsmartenopmijgevallen,enikhebgeenkrachtmeer overgehouden
17Wanthoekandedienaarvandeze,mijnheer,metdeze, mijnheer,spreken?Wantikhebterstondgeenkrachtmeer over,enookgeenademmeer.
18Toenkwamerweeriemanddieeruitzagalseenmens endiemijversterkte
19Enhijzei:O,zeergeliefdeman,vreesniet;vredeziju, weessterk,ja,weessterkEntoenhijtotmijgesproken
had,werdikversterktenzei:Laatmijnheerspreken,want uhebtmijversterkt.
20Toenzeihij:Weetuwaaromiknaarutoekom?Nudan, ikzalterugkerenomtegendevorstvanPerziëtestrijden. Enzodraikbenuitgetrokken,zie,daarzaldevorstvan Griekenlandkomen
21IkzalulatenwetenwatgeschrevenstaatindeSchrift vandewaarheid.Erisniemanddiehetindezedingenmet mijeensis,behalveMichaël,uwvorst
HOOFDSTUK11
1OokikhebinheteerstejaarvanDariusdeMeder gestaanomhemteversterkenentesterken
2Ennuzalikudewaarheidverkondigen:Zie,erzullen nogdriekoningeninPerziëopstaan,endevierdezalveel rijkerzijndanzijallen;endoorzijnkrachtenrijkdomzal hijallentegenhetkoninkrijkvanGriekenlandophitsen
3Enerzaleenheldhaftigekoningopstaan,diemetgrote heerschappijzalregerenennaarzijnwilzalhandelen
4Enwanneerhijopstaat,zalzijnkoninkrijkverbroken wordenenverdeeldwordennaardevierwindstrekenvan dehemel,ennietaanzijnnakomelingen,noch overeenkomstigdeheerschappijdiehijgeheerstheeft Wantzijnkoninkrijkzalweggeruktworden,enwelvoor anderendandezen
5EndekoningvanhetZuidenzalsterkzijn,eneenvan zijnvorstenzalsterkzijnenhemoverweldigen;zijn heerschappijzaleengroteheerschappijzijn
6Enaanheteindevandejarenzullenzijzichbijelkaar voegen,wantdedochtervandekoningvanhetZuidenzal naardekoningvanhetNoordenkomenomeenverdragte sluitenMaarzijzaldekrachtvanhaarmachtniet behouden.Nochhij,nochzijnmachtzullenstandhouden. Zijzalwordenovergeleverd,evenalsdegenendiehaar brachten,enhijdiehaarverwektheeft,enhijdiehaarin dietijdenversterktheeft.
7Maaruiteentelguithaarwortelszaliemandopstaanin zijnwoonplaats,diemethetlegerzaloptrekken,ende vestingvandekoningvanhetNoordenzalbinnentrekken, entegenhenzaloptredenendemachtzalbezitten 8Ookzalhijhungoden,hunvorstenenhunkostbare voorwerpenvanzilverengoud,gevangennemennaar EgypteHijzallangerblijvendandekoningvanhet Noorden
9DanzaldekoningvanhetZuideninzijnkoninkrijk komenennaarzijnlandterugkeren
10Maarzijnzonenzulleninopstandkomeneneengrote menigtevangrotelegersopdebeenbrengenErzalereen komen,diedestadoverspoeltenerdoorheentrektDanzal hijterugkereneninopstandkomennaarzijnvesting
11EndekoningvanhetZuidenzaldoordestorm bewogenworden,enhijzaluittrekkenentegenhem,tegen dekoningvanhetNoorden,strijdenHijzaleengrote menigteopdebeenbrengen,maardemenigtezalinzijn handovergegevenworden
12WanneerHijdemenigteheeftweggenomen,zalZijn hartzichverheffenenHijzalveletienduizenden neerwerpen,maarHijzalergeenkrachtdoorkrijgen
13WantdekoningvanhetNoordenzalterugkereneneen groteremenigteopdebeenbrengendandeeerste,enna
verloopvantijdzalhijzekerkomenmeteengrootlegeren metgroterijkdommen.
14Indiedagenzullenervelenopstaantegendekoning vanhetZuiden.Ookzullenderoversvanuwvolkzich verheffenomhetvisioenwerkelijkheidtelatenworden, maarzijzullenvallen
15DanzaldekoningvanhetNoordenkomen,eenheuvel opwerpenendestevigstestedeninnemen.Dearmenvan hetZuidenzullengeenstandhouden,nochzijnuitverkoren volk,enerzalgeenkrachtzijnomstandtehouden
16Maarwietegenhemoptrekt,zaldoennaarzijnwil,en niemandzalvoorhemstandhouden;enhijzalstandhouden inhetSieraadland,datdoorzijnhandverteerdzalworden.
17Hijzalzijnaangezichteroprichtenombinnentekomen metdekrachtvanheelzijnkoninkrijk,enmetdeoprechten diemethemzijn.Alduszalhijhandelen:hijzalhemde dochterdervrouwengeven,enhaarverleiden;maarzijzal nietaanzijnzijdestaan,enzalnietvoorhemzijn
18Daarnazalhijzijnblikopdeeilandenrichtenenervele veroverenMaareenvorstzaldesmaaddiehijzelfheeft aangericht,doenophoudenZonderzijneigensmaadzalhij desmaadopzichzelflatenkeren.
19Danzalhijzijnblikrichtenopdevestingvanzijnland, maarhijzalstruikelenenvallen,ennietgevondenworden
20Danzalerinzijnplaatseenbelastinginneropstaaninde glorievanhetkoninkrijk,maarbinnenenkeledagenzalhij vernietigdworden,nietdoortoorn,ennietindestrijd 21Eninzijnplaatszaleenverachtelijkmanopstaan,aan wiemendekoninklijkewaardigheidnietzalgeven;maar hijzalinallestiltekomenenhetkoningschapdoor vleierijenverkrijgen.
22Endoordearmenvandevloedzullenzijvoorzijn aangezichtweggespoeldenverbrokenworden;ja,ookde Vorstvanhetverbond.
23Ennadathetverbondmethemgeslotenis,zalhij bedrogplegenWanthijzaloptrekkenenmachtigworden ondereenkleinvolk.
24Hijzalmetvredeindevruchtbaarsteplaatsenvanhet landkomen,enhijzaldoenwatzijnvaderenendevaderen vanzijnvaderennietgedaanhebben;roof,buiten rijkdommenzalhijonderhenuitstrooien;ja,tegende vestingenzalhijzijnplannenbedenken,vooreentijd 25Enhijzalzijnkrachtenzijnmoedopwekkentegende koningvanhetZuidenmeteengrootlegerEndekoning vanhetZuidenzaltenstrijdetrekkenmeteenzeergrooten machtigleger,maarhijzalgeenstandhouden,wantmen zalplannentegenhembedenken
26Ja,zijdievanzijnspijzeeten,zullenhemvernietigen, enzijnlegerzaldestadoverspoelen,enerzullenvele verslagenenvallen
27Enhethartvandezebeidekoningenzaleropgericht zijnomkwaadtedoen,enaanééntafelzullenzijleugen spreken,maarhetzalnietgelukken,wantheteindezal komenopdevastgesteldetijd
28Danzalhijmetgroterijkdommennaarzijnland terugkeren,maarzijnhartzaltegenhetheiligverbondzijn; hijzaldadenverrichtenennaarzijnlandterugkeren.
29Opdevastgesteldetijdzalhijterugkerenennaarhet zuidenkomen,maarhetzalnietzijnalsheteerste,nochals hetlaatste.
30WantdeschepenvanKittimzullentegenhemkomen; daaromzalhijbedroefdzijn,enhijzalterugkeren,en
verbolgenzijnoverhetheiligverbondZozalhijdoen,ja, hijzalterugkomen,engedagvaardhebbenmethen,diehet heiligverbondverlaten
31Enerzullenwapensvanzijnkantkomen,diehet heiligdom,desterkte,ontheiligen,hetdagelijksoffer wegnemeneneenverwoestendegruweloprichten
32Endegenendiekwaaddoentegenhetverbond,zalhij doorvleierijentotbedarenbrengen,maarhetvolkdatzijn Godkent,zalsterkzijnendadendoen
33Endeverstandigenonderhetvolkzullenervelen onderwijzen,maarzijzullenvallendoorhetzwaarden doorvuur,doorgevangenschapendoorbuit,veledagen lang.
34Maaralszijvallen,zullenzijmeteenkleinehulp geholpenworden,maarvelenzullenzichmetvleierijenaan henvastklampen.
35Enerzulleneronderhendieverstandigzijn,vallen,om hentebeproeven,tereinigenenwittemaken,totdetijd vanheteinde,wanthetisnogtoteenvastgesteldetijd.
36Endekoningzaldoennaarzijnwil;enhijzalzich verheffenenzichgrootmakenbovenelkegod,enhijzal wonderlijkedingensprekentegendeGoddergoden,enhij zalvoorspoedigzijn,totdatdegramschapvoltrokkenis; wantwatbeslotenis,zalgebeuren
37Hijzalgeenachtslaanopdegodenvanzijnvaderen,en ooknietophetverlangenvandevrouwenHijzalopgeen enkelegodachtslaan,wantbovenalleszalhijzichgroot maken.
38MaarinzijnhofzalhijdeGodvandemachtenvereren; endegoddiezijnvaderennietgekendhebben,zalhij vererenmetgoudenzilverenmetedelgesteentenen kostbaarheden
39Zozalhijindeallersterkstevestingenhandelenmeteen vreemdegod,diehijzalerkennenenmetmeereerzal vermeerderen;hijzalhenovervelenlatenheersenenhij zalhetlanduitdelenalsbeloning
40EnindetijdvanheteindezaldekoningvanhetZuiden methemstotenEndekoningvanhetNoordenzalophem aanstormenmetwagensenmetruitersenmetveleschepen Hijzaldelandenbinnentrekken,zeoverspoelenen erdoorheentrekken
41HijzalookinhetSieraadlandkomen,envelelanden zullenstruikelen.Maardezezullenaanzijnhandontkomen: Edom,MoabendevoornaamstenvandeAmmonieten
42Hijzalzijnhanduitstrekkentegendelanden,ookzal hetlandEgyptenietontkomen.
43Maarhijzalheersenoverdeverborgenschattenvan goudenzilverenoveraldekostbaarhedenvanEgypte.De LibiërsendeEthiopiërszulleninzijnvoetsporentreden
44Maardegeruchtenuithetoostenenuithetnoorden zullenhemschrikaanjagen;daaromzalhijingrote grimmigheiduittrekkenomvelenteverdelgenenmetde banteslaan
45Hijzaldetentenvanzijnpaleistussendezeeënplanten, opdebergvanhetheiligsieraadTochzalhijaanzijn eindekomen,enniemandzalhemhelpen
HOOFDSTUK12
1IndietijdzalMichaëlopstaan,degrotevorst,dieuw volksgenotenbijstaatHetzaleenbenauwdetijdzijn,zoals ernietgeweestissindsereenvolkisgeweesttotopdie
tijdIndietijdzaluwvolkverlostworden,alwieinhet boekgeschrevenstaat.
2Envelenvanhendieslapeninhetstofvandeaarde, zullenontwaken,sommigentoteeuwigleven,anderentot versmading,toteeuwigeafgrijzen.
3Endeverstandigenzullenblinkenalsdeglansvanhet uitspansel,enzijdievelentotgerechtigheidbrengen,alsde sterren,vooreeuwigenaltijd.
4Maarjij,Daniël,houddewoordengeheimenverzegel hetboektotdetijdvanheteinde;velenzullenhet onderzoekenendekenniszaltoenemen
5Toenkeekik,Daniël,enzie,daarstondenernogtwee, deeneaandezekantvandeoevervanderivier,ende andereaandeoverkantvandeoevervanderivier
6EniemandzeitegendeMangekleedinlinnen,DieZich bovenhetwatervanderivierbevond:Hoelangzalhet durenvoordatereeneindekomtaandezewonderlijke dingen?
7EnikhoordedeMangekleedinlinnen,Diezichboven hetwatervanderivierbevond,terwijlHijZijnrechter-en Zijnlinkerhandophiefnaardehemel,enHijzwoerbij HemDieeeuwigleeft:Hetzalzijnvooreentijd,tijdenen eenhalvetijd,enwanneerHijereeneindeaanzalmaken demachtvanhetheiligevolkteverbrijzelen,zullenaldeze dingenvolbrachtzijn.
8Ikhoordehetwel,maarikbegreephetnietToenzeiik: MijnHeer,watzalheteindevandezedingenzijn?
9EnHijzeide:Gaheen,Daniël,wantdezewoorden blijvengeheimenverzegeldtotdetijdvanheteinde
10Velenzullengereinigd,witgemaaktengelouterd worden,maardegoddelozenzullengoddelooshandelen, engeenvandegoddelozenzalhetverstaan,maarde verstandigenzullenhetverstaan
11Envandetijdafdathetdagelijksofferzalworden weggenomenendeverwoestendegruwelzalworden opgericht,zullenerduizendtweehonderdnegentigdagen zijn.
12Welzaligishijdieblijftverwachtenenduizend driehonderdvijfendertigdagenbereikt
13Maargajijjewegtotheteinde,wantjezultrustenen opstaantotjebestemmingaanheteindevandedagen