Kanaaleilanden: een kennismaking
De Fransen noemen ze Îles Anglo-Normandes, de Britten spreken van hun Channel Islands. En eigenlijk is die Franse benaming meer to the point dan de Engelse: de Kanaaleilanden liggen immers helemaal niet in het Kanaal, maar in de Golf van Saint-Malo. Geografisch gezien dus dicht bij Normandië, maar historisch gezien bij Engeland. Al bijna 8 eeuwen geleden kozen de Kanaaleilanden ervoor trouw te blijven aan de Engelse Kroon. Of, om Victor Hugo’s veel geciteerde uitspraak ook maar eens aan te halen: ‘De Kanaaleilanden zijn kleine stukjes Frankrijk die in zee zijn gevallen en door Engeland opgevist.’
< Zicht op St. Peter Port, de hoofdstad van Guernsey.
? NATUUR
In totaal beslaan de Kanaaleilanden 259 km 2 , wat ongeveer overeenkomt met een kwart van de oppervlakte van de Waddeneilanden. Het grootste is Jersey (118 km2). Daarna volgen Guernsey (65 km 2), Alderney (8 km 2), Sark (5 km2) en Herm (1,3 km2), en de eilandvlekken Jethou en Lihou. Jersey ligt 45 km ten zuidoosten van Guernsey. Lihou ligt ten westen en Jethou, Herm en Sark liggen ten oosten van Guernsey, Alderney ten noorden daarvan. Zowel Jersey als Guernsey wordt omringd door tientallen rotseilandjes, waarvan het merendeel alleen bij laag water boven de zeespiegel uitsteekt. Alle eilanden rijzen als rotsplateaus uit de zee omhoog; de kusten hebben baaien, stranden, klippen, badplaatsen en vissershaventjes.
In het voorjaar en de vroege zomer groeien en bloeien er overal fuchsia’s en hortensia’s, camelia’s, mimosa en tamarisk, fresia’s en narcissen, anemonen en gladiolen, tulpen en anjers en ontelbare rozen. Langs de wegen staan grote berenklauwen, viooltjes, sleutelbloemen, irissen, lupinen, boterbloemen, zuring, margrieten en madeliefjes. Op moerassige plaatsen komen ook verschillende soorten orchideeën voor. In de zomermaanden groeien op de rotsen de gele stekelbrem en in de weiden allerlei klaversoorten.
Fauna
In het wild leven konijnen, veldmuizen en egels, maar de meest in het oog springende dieren zijn de zeevogels in de moerassen en weiden, op de rotsen en aan de kust. Op het eilandje Lihou komen de bruine zandoogjes voor.
De rotseilanden herbergen aalscholvers, papegaaiduikers (puffins), zeekoeten, meeuwen en scholeksters, en in het binnenland leven mussen, spreeuwen, eksters, tuinfluiters en Vlaamse gaaien. De wateren rond de eilanden zijn rijk aan verschillende vissoorten: zeepaling, brasem, vleet, schol, zeebaars, pollak, rog en rode poon. In de reservoirs van Jersey zit voorn, ruisvoorn, karper, zeelt, baars en brasem.
GUERNSEY EN JERSEY LILY
De Guernsey Lily (Nerine sarniensis) is een van oorsprong Zuid-Afrikaanse bloem die op Guernsey goed ingeburgerd raakte. Het verhaal gaat dat er in de 17de eeuw een Nederlands schip op de klippen liep op de westkust van Guernsey, waarna een lading bollen op het eiland aanspoelde.
Hoewel eveneens van origine uit Zuid-Afrika, moet de Guernsey Lily niet worden verward met de Jersey Lily of Belladonnalelie ( Amaryllis belladonna). Hoe deze soort op Jersey verzeild raakte, is onbekend.
Klimaat
In het algemeen zijn de weersomstandigheden op de Kanaaleilanden gunstiger dan in Nederland en België. Jersey is in de zomer iets warmer dan Guernsey door de beschermende hoge rotswand in het noorden, en in de winter wat kouder door de invloed van het nabije vasteland. Sark en Herm verschillen heel weinig van Guernsey, maar Alderney is wat koeler door de noordelijker ligging.
‘Tegen het subtropische aan’, wordt vaak van dit klimaat gezegd, maar daar moet je je niet op verkijken. Het is er aangenaam doordat de Kanaaleilanden omspoeld worden door de warme Golfstroom uit het Caribisch gebied en beschut worden tegen de koude landwind door de Normandische westkust. Op tal van plaatsen toont de natuur zich daardoor op haar best, soms zelfs met wat kleine palmbomen. De gemiddelde jaarlijkse regenval bedraagt echter 700 tot 800 mm.
Het voorjaar is in het algemeen droog en zonnig. Een nadeel is dan wel dat er plotseling zeemist kan opzetten. De zomer – juni tot september – heeft lange, lichte avonden. Wie per vliegtuig op Guernsey arriveert, ziet de Juli en augustus zijn de warmste en kassen bij helder weer al van verre glinsteren. droogste maanden. Alleen augustus heeft soms wat onbestendig weer na een onweersbui. De zomer is dé tijd voor de liefhebbers van stranden en baaien. De zachte herfst loopt over in het winterseizoen, dat door de Golfstroom bijna altijd gevrijwaard blijft van vorst en sneeuw. Maar in de winter komen er nauwelijks toeristen. Dan zijn de eilanden weer het domein van de echte liefhebbers van rust.
Flora en fauna van de Kanaaleilanden worden regelmatig afgebeeld op de eigen postzegels.

Niettemin oogstten twee locals die in 1999 een beeld van een ezel bij de haven van St. Peter Port wilden oprichten, onvoldoende bijval. Ingewikkelder is het antwoord op de vraag waarom Jersey bewoond wordt door padden. Het verhaal gaat dat St. George en St. Patrick tegelijkertijd hun bekomst hadden van de vijandige ontvangst op Jersey en besloten Guernsey in te palmen. Maar twee heiligen zou wat veel van het goede zijn. Als echte heiligen besloten ze niet te redetwisten: op Guernsey zouden ze geen van beiden aanspraak maken, maar ze zouden wel ieder nog een goede daad doen voor de vriendelijke eilandbevolking. St. George zegende een riviertje dat daardoor geneeskrachtige werking kreeg. St. Patrick bracht vervelende beesten – slangen, padden – naar Jersey, dat daardoor plotseling met twee keer zoveel ongedierte werd opgezadeld. Tegenwoordig zou het met de onderlinge rivaliteit wel meevallen. Maar wat dan te denken van het soms nog gebezigde gezegde: ‘ Qui épouse Jerriais ou Jerriaise, jamais vivra à son aise’ (Wie met iemand van Jersey trouwt, zal nooit een rustig leven leiden)? En terwijl op Jersey een grapje over het weer de ronde doet, ‘If you can see Guernsey it’s going to rain and if you can’t see Guernsey it’s raining already’, hanteren ze op Guernsey een pinnige parodie: ‘It’s a lovely day when you can’t see Jersey.’ Op Jersey wonen tegenwoordig zo’n 103.000 mensen, op Guernsey 67.000, op Alderney 2100, op Sark 560 en op Herm 60. De oorspronkelijke bevolking van de Kanaaleilanden is van Normandische afkomst, maar in de loop
der tijden zijn er nogal wat vluchtelingen neergestreken. Uit Frankrijk kwamen na de bloederige Bartholomeusnacht (23–24 augustus 1572) bijvoorbeeld de nodige hugenoten en aan het eind van de 18de eeuw volgde een stroom vluchtelingen voor de Franse Revolutie. Tegenwoordig zijn er op Jersey en Guernsey ook enkele duizenden gastarbeiders uit Portugal, die voornamelijk actief zijn in de horeca en in minder betaalde banen. Opvallend is dat een groot aantal van hen afkomstig is van het eiland Madeira. ‘ Eilanders voelen zich blijkbaar aangetrokken tot eilanders,’ verklaren ze zelf hun voorkeur. Voor het overige voert de plaatselijke overheid een tamelijk restrictief immigratiebeleid.
Religie
Jersey telt 12 kerkgemeenten of parochies en Guernsey 10. Iedere parochie heeft een eigen anglicaanse parochiekerk (parish church) en gewoonlijk een groot parochiehuis (parish hall, salle paroissiale) voor bijeenkomsten en de kerkadministratie. De indeling in parochies dateert uit de middeleeuwen, toen de grenzen werden bepaald door heuvels en riviertjes, maar ook door de geestelijken uit die tijd.
Ieder parochiedorp grenst gedeeltelijk aan zee, behalve St. Andrew op Guernsey. De parochies zijn onderhorig geweest aan de bisdommen Coutances, Exeter en Salisbury; sinds 1568 behoren ze tot het anglicaanse bisdom Winchester.
Daarnaast zijn er op de Kanaaleilanden nog kerken van talloze andere denominaties: methodistenkerken, Church of Scotland, onafhankelijke evangelische kerk, New Church van Swedenborch, United Reformed Church, baptistenkerk, Leger des Heils, Pinkstergemeente en roomskatholieken (zowel Frans als Engels).
In The Book of Ebenezer Le Page (1981), dat zich op Guernsey afspeelt, wijst de auteur G.B. Edwards erop dat religie omstreeks 1900 een veel belangrijker rol speelde dan tegenwoordig, simpelweg omdat er verder niet veel te beleven viel. Men ging nog niet naar het strand; er werd alleen op
Op lokale markten vind je vaak kramen met de traditionele gâche, een soort krentenbrood.
De parochiekerk van St. Martin op Guernsey.
CLAMEUR DE HARO
Van de Noorman Rollo stamt de excentrieke Clameur de Haro: een roep om gerechtigheid. Dit oude en merkwaardige Normandische recht werd al in de 16de eeuw in Normandië afgeschaft, maar op sommige Kanaaleilanden bleef het bestaan, hoewel er zelden gebruik van wordt gemaakt.
Iemand kan een inbreuk op zijn recht of eigendom door een medeeilandbewoner doen stoppen door in het bijzijn van twee getuigen op zijn knieën te vallen en uit te roepen: ‘Haro, Haro, Haro! A l’aide mon prince. On me fait tort!’ en door het onzevader in het Frans op te zeggen. Hierdoor wordt zijn recht of eigendom onder de bescherming van de vorst gesteld. Het protest moet binnen 6 uur ingeschreven worden op de griffie, waarna het geschil verder voor de rechtbank wordt uitgevochten. Iedere tussentijdse actie wordt bestraft. Ook volgt een straf als de clameur zonder voldoende reden wordt gedaan.
> Meer over deze bijzondere gewoonte: clameur.gg.
geven: het latere Normandië. Rollo’s zoon breidde die gift in 933 uit met de Kanaaleilanden.
Opmerkelijk is dat de voormalige plunderaars zich als nieuwbakken landeigenaren ontpopten tot toegewijde christenen die bijzonder nauwgezet met de wetgeving omgingen. De huidige bewoners van Jersey schijnen daar nog een tic van overgehouden te hebben, getuige het spreekwoord: ‘They will go to law almost for a potato.’
De Scandinavische namen van verschillende kustplaatsen zijn nog restanten uit de periode van de invallen van de Noormannen. L’Etac komt bijvoorbeeld van stakh , een hoge rots. Verschillende plaatsen in het binnenland kregen echter ook Franse namen.
? LATE MIDDELEEUWEN
Keuze voor Engeland
In 1066 versloeg de Normandische hertog Guillaume le Conquérant (Willem de Veroveraar) bij Hastings de Engelse koning Harold II, waardoor Engeland voor het laatst door een vreemde mogendheid werd bezet. Ka -
naaleilanders mogen graag aan dat jaartal refereren als ‘het jaar waarin wij Engeland veroverden’.
Het bleek echter moeilijk vanuit Londen het verbrokkelde rijk (Engeland, Normandië en een stuk van Bretagne) adequaat te besturen. Jan zonder Land (John Lackland), die in 1199 zijn broer Richard Leeuwenhart was opgevolgd, kon de eenheid niet langer bewaren. Hij verloor Normandië aan Frankrijk. De Kanaaleilanden stonden toen voor de keuze: ook overstappen naar Frankrijk of trouw blijven aan de Engelse Kroon. Ze prefereerden het laatste, omdat Jan zonder Land beloofde hun eigen wetten en gebruiken te zullen eerbiedigen en dat in 1213 bevestigde door het verlenen van een constitutie. Deze rechten werden door volgende koningen bij koninklijke charters bekrachtigd en de meeste zijn nu nog steeds van kracht. Daarmee werd de basis gelegd voor het zelfbestuur.
Een grappige verwijzing naar die Normandische inlijving vinden we nog altijd in de nationale toost: ‘The Queen, Our Duke!’
Aanvallen van Frankrijk
De Kanaaleilanden hadden nu weliswaar de nodige zelfstandigheid afgedwongen, maar daarmee hadden zij zich ook een eeuwenlange belangstelling van Frankrijk op de hals gehaald. Vooral tijdens de Honderdjarige Oorlog tussen Engeland en Frankrijk (1337–1453) werden ze keer op keer aangevallen. Om daartegen enig verweer te bieden, werden er vestingen, kastelen en torens opgetrokken en steden met muren omgeven. Ondanks die inspanningen deden de Fransen nog verwoede pogingen de eilanden in te palmen, daarbij onder andere gebruikmakend van de politieke en sociale
De Clameur de Haro komt ook voor op het Guernsey Tapestry.
Castle Cornet in de 17de eeuw.
Jersey
‘Het eiland is charmant en schitterend,’ schrijft Victor Hugo in september 1852 in een brief. ‘Aan de horizon zie je Frankrijk als een wolk en de toekomst als een droom.’ De schrijver (zie ook kader p. 94) heeft zich dan net enkele weken tevoren op Jersey gevestigd na zijn verbanning uit Frankrijk, waar het jaar daarvoor Lodewijk Napoleon via een staatsgreep aan de macht is gekomen. Ook in andere epistels is hij uitbundig over zijn toevluchtsoord: Jersey is magnifiek, superbe en fantastisch. Hoewel veel van wat Victor Hugo in verrukking bracht nog steeds aanwezig is, heeft het toerisme ook het nodige bedorven. Vooral in de zomermaanden, als slierten huurauto’s over de smalle wegen kruipen, is de rust van weleer ver te zoeken. De bezienswaardigheden op Jersey worden per parochie besproken, beginnend met St. Helier en vervolgens met de wijzers van de klok mee.
< Drooggevallen boten in de haven van St. Aubin.
Landschap
Op Jersey (119 km2) wonen nu bijna 103.000 mensen, van wie ruim een derde in de hoofdstad St. Helier. Onder hen bevindt zich een grote groep gepensioneerde Britten die hier – aan de ‘Engelse Rivièra’, zoals een van de talrijke bijnamen van Jersey luidt – hun tweede vaderland hebben gevonden.
Het eiland, ook wel Queen of the Channel of Honeymoon Island genoemd, ligt tussen Bretagne en Normandië. Vanaf de steile noordkust, waarvan de rotsen met heide en brem zijn begroeid, daalt het eiland af naar het zuiden. Daar zorgt de St. Aubin’s Bay, waaraan St. Helier ligt, voor een flinke deuk in de kust. Het hoogteverschil tussen noord en zuid bedraagt ongeveer 150 m. Langs de noordkust strekken zich granieten kliffen uit. De westkust wordt gevormd door een duinlandschap en zandstranden en langs de zuidkust liggen brede stranden. Achter de oostkust doemt een groen landschap op. Het binnenland bestaat grotendeels uit zachtglooiende heuvels en uit dalen die zijn bebost en in cultuur gebracht.
De belangrijkste wegen lopen van zuid (vanuit St. Helier) naar noord en zijn verbonden door zijweggetjes, waaraan de boerderijen en landhuizen liggen. Opvallend zijn de leafy lanes of green lanes , holle weggetjes waarvan de bovenste begroeiing een afdak vormt waardoor de hemel vaak niet is te zien.
Op deze weggetjes geldt een maximumsnelheid van 15 mph (24 km/uur) om het wandelaars en fietsers naar de zin te maken.
Hier en daar wordt het landschap doorsneden door een dal, zoals de Grands Vaux ten noorden van St. Helier, en, in het westen, de St. Lawrence Valley en de St. Peter’s Valley.
De kust is 72 km lang en telt 22 baaien. De meeste stranden, die zeer goed schoon worden gehouden, lopen glooiend af in zee, andere zijn terrasvormig.
? ST. HELIER
De hoofdstad (36.000 inw.) van het eiland ligt aan de St. Aubin’s Bay, een grote halfronde baai meBij eb brengt een bijzonder voertuig de bezoekers naar Elizabeth Castle. in het oosten, ter bewaking van de haven, en het St. Aubin’s Fort in het westen, ter bewaking van de vroeger belangrijke haven van St. Aubin.
Een kale vierbaansweg, die niet alleen langs de baai loopt maar ook door St. Helier (onder het dominerende Fort Regent door), geeft de hoofdstad een niet bepaald uitnodigende uitstraling. Ook de uitbreiding en opknapbeurt van the waterfront heeft daarin weinig verandering gebracht. Van de hoogte van de nieuwbouw gaat bij binnenkomst van de stad een zekere barrièrewerking uit. Maar wie zich daar niet door laat afschrikken, zal ontdekken dat het havengebied ook zeker aantrekkelijke kanten heeft. Neem
St. Helier
The Harbour Gallery
Guernsey
‘Au rocher d’hospitalité et de liberté, à ce coin de vieille terre Normande où vit le noble petit peuple de la mer, à l’isle de Guernesey, sévère et douce.’ (Aan deze rots van gastvrijheid en vrijheid, deze hoek van oude Normandische grond, waar het edele kleine zeevolk leeft, aan het eiland Guernsey, streng en zachtmoedig). Dit is de opdracht die Victor Hugo in zijn Les Travailleurs de la mer (1866) schreef. Diezelfde woorden zijn ook te lezen op het standbeeld van Hugo, dat in de Candie Gardens staat. Leunend op een stok en met een wapperende mantel kijkt hij uit over St. Peter Port, waar hij 15 jaar lang, van 1855 tot 1870, als balling woonde. Streng en zachtmoedig, twee woorden die met een beetje fantasie ook het landschap van Guernsey, het meest westelijk gelegen Kanaaleiland, aardig typeren. ‘Streng’ is de grillige zuidkust, waar de steile kliffen oplopen tot 80 m hoogte. Zacht(moedig) is een passend predikaat voor de zachtglooiende valleien in het binnenland, met lommerrijke weggetjes, glinsterende beekjes en, in het seizoen, kleurige bloemen.
< Havenhoofd in St. Peter Port.
Tot 1969 had Herm een eigen postkantoor dat verscheidene eigen postzegels uitbracht. En toen Woods postzegelvoorraad op een keer uitgeput raakte, besliste hij simpelweg de nog aanwezige zegels doormidden te snijden en beide helften rechtsgeldig te verklaren. Tegenwoordig vallen de posterijen onder Guernsey. Herm heeft nog wel een eigen poststempel, maar de zegels zijn collector’s items geworden.
Landschappelijke variëteit
Het noorden van Herm is tamelijk vlak, met wat duinlandschap, zandstranden, beschutte baaien en wandelpaden langs de zee. Het zuiden wordt gekenmerkt door beboste, zachtglooiende heuvels, moerasland, heidegrond en, langs de kust, rotsen, kliffen en twaalf strandjes. Het binnenland is, waar mogelijk, in cultuur gebracht. Op Herm kun je genieten van de verscheidenheid aan vogels, zoals torenvalken, scholeksters, steenlopers en zilvermeeuwen. In de verschillende jaargetijden komen daar nog eens talrijke soorten bij die het eilandje als tussenstop gebruiken op weg naar warmere of koudere contreien. Denk aan rotganzen, papegaaiduikers en jan-van-genten. Je kunt er ook de geur opsnuiven van brem, kamperfoelie en dennennaalden, of genieten van grasklokjes, narcissen, wilde hyacinthen, koningsvaren, vingerhoedskruid en wilde iris. In het najaar is het fijn bramen eten op Herm. Bloemen plukken is er trouwens, net als naar de radio luisteren op het strand, verboden.
Een greep uit de bewoners In de 16de en 17de eeuw was Herm jachtterrein voor de gouverneurs van Guernsey, die hun ‘speeltuintje’ vanuit hun residentie, Castle Cornet, uitstekend konden zien liggen.
Thomas Leighton, die gouverneur was tussen 1570 en 1609, liet er zelfs fazanten, patrijzen en konijnen uitzetten.
Het was gouverneur Richard Sutton die in 1737 niet langer prijs stelde op een privé-jachtgebied. Hij adviseerde koning George II het eiland te leasen aan personen die ervoor voelden het te cultiveren. Dat idee sprak de koning wel aan. Peter Carey, een boer van Guernsey, werd nog hetzelfde jaar de eerste pachter van Herm.
Prins Blücher von Wahlstatt, pachter van Herm vóór de Eerste Wereldoorlog, op een olieverfdoek van Richard Lauchert (1812–1869).
Was het Carey nog om agrarische bedrijvigheid te doen, een halve eeuw later bestond Herms aantrekkingskracht uit de winning van graniet. De eerste steengroeve ontstond om er een havenuitbreiding op Guernsey mee te construeren.
De eerste helft van de 19de eeuw zou steenwinning de dienst uitmaken op Herm. Rond 1840 verdienden zo’n 400 man daarmee hun boterham. Het steen werd onder andere geëxporteerd naar Londen, waar het bijvoorbeeld in 1856 werd gebruikt om London Bridge te verstevigen. De tweede helft van die eeuw nam de bedrijvigheid af door de opkomende concurrentie van andere bouwmaterialen.
Vanaf dat moment werd Herm meer een retraiteoord voor de rijken. Onder hen was Joseph Feilden, die er in 1867 als eerste naar streefde het eiland ook attractief te maken voor bezoekers; zo was hij verantwoordelijk voor de bouw van een hotel en de originele Rosière Steps.
Vanaf 1890 stak prins Blücher von Wahlstatt veel geld in de herbouw van verschillende oudere gebouwen, aanleg van wegen, beplanting met groen (pijnboom, eucalyptus) en invoer van enkele diersoorten, waaronder kleine kangoeroes! Naar verluidt werd zijn plan om leeuwen onderdak te bieden in de verlaten steengroeve vroegtijdig gedwarsboomd. Aan zijn ‘heerschappij’ kwam een einde met het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.
Het lieflijke landschap van Herm.
voetstuk voor zijn beeld van de hertog van York, dat de Pall Mall in Londen siert. De plaatselijke schippers waren daar niet blij mee, omdat ze de granieten kolos als baken hadden gebruikt. Ter compensatie verrees daarom de obelisk.
Oost- en zuidkust
Vanaf hier kun je in oostelijke richting wandelen naar Shell Beach, dat natuurlijk niet toevallig zo heet: het is er bezaaid met miljoenen schelpjes. Zonaanbidders kunnen ook wat in zuidelijke richting afzakken naar de Belvoir Bay. Beide stranden beschikken over strandtenten, waar je onder andere ijs, koffie, frisdrank, sandwiches en snacks kunt krijgen. De naam van een rotspunt aan de zuidzijde van het eiland, Barbara’s Leap, moet letterlijk worden opgevat: ene Barbara sprong hier in de jaren vijftig uit liefdesverdriet naar beneden. Dood was ze echter niet. Ze heeft nog jaren op het eiland geleefd, maar of ze gelukkig was?
TOP 3 – NIET TE MISSEN OP HERM
1 Ga schelpjes rapen op het schitterende Shell Beach
2 Geniet simpelweg van de rust op dit autovrije eilandje
3 Maak een rondwandeling vanaf Picadilly Circus
TIPS EN ADRESSEN
VERVOER
Boot
• Herm (herm.com) heeft geen vliegveld, maar is per boot bereikbaar vanaf Guernsey. Bij de haven van St. Peter Port is een kiosk waar je boottickets kunt kopen. De overtocht duurt ca. 20 minuten.
• Travel Trident (traveltrident.com) met een kiosk nabij de Weighbridge Clock Tower, vaart ’s zomers dagelijks naar Herm en terug, indien de weersomstandigheden het toelaten. Travel Trident biedt ook een (bij locals populair) retourtje aan om ’s avonds in het White House Hotel of bij de Mermaid Tavern op Herm te kunnen dineren. Deze Dinner Boat vaart om 19 uur heen en om 22.45 uur terug (reservations@herm.com).
Vervoer op Herm
Op Herm rijden geen auto’s en er zijn geen fietsen te huur. Alleen bij de plaatselijke bevolking zijn er enkele quads in gebruik. Je kunt er uitsluitend wandelen. In 2 uur loop je het eiland rond.
OVERNACHTEN
Er is maar één hotel (met 40 kamers), The White House Hotel. Om volledig tot rust te kunnen komen, hebben de kamers hier geen tv en geen klok. Daarnaast zijn er 20 self-catering cottages voor 2 tot 8 personen. En er is een camping, The Seagull Campsite, midden op het eiland. Deze biedt tal van aantrekkelijke plekjes. Je kunt er een compleet uitgeruste tent huren of je eigen exemplaar opzetten. Voor informatie en boekingen van alle beschikbare accommodatie herm.com.
ETEN EN DRINKEN
Voor een drankje, lunch of diner kun je op Herm terecht bij The Mermaid Tavern, The Ship Inn (informeel) of The Conservatory (formeel) in het White House Hotel. Daarnaast zijn er in het seizoen strandtenten bij Belvoir Bay en Shell Beach.
ACTIVITEITEN
Herm is vooral aantrekkelijk op, in en aan zee. Wie houdt van zwemmen, zonnen, snorkelen, varen, vissen, kanoën en duiken, kan zich hier uitstekend vermaken. Verder is het er heerlijk wandelen. Bij het hotel zijn een tennisbaan en een verwarmd zwembad.
Op Shell Beach – de naam zegt het al – kun je goed schelpjes verzamelen.
Marais Square
Aan Marais Square, een plein aan de rand van het stadje, staat de Marais Hall , de oudste pub van Alderney. Op de gevel prijkt een afbeelding van een vrouw en een koe met daarboven twee handen en een hart. Zoals de bijbehorende tekst uitlegt, kwamen hier veehandelaren uit tal van landen bijeen om er de legendarische, maar nu uitgestorven raskoeien van Alderney te kopen. Dit bijzondere ras zou het product zijn van een kruising tussen de Normandische Isigny en de Froment de Léon uit Bretagne, die door monniken uit Cherbourg en St. Michel al in de 12de eeuw werd geïmporteerd. Overigens zijn er ook deskundigen die het bestaan van een apart ras ontkennen. De Guernsey-soort zou precies hetzelfde zijn. Op Marais Square herinnert ook een lange granieten drinkbak voor het vee aan de hier ooit levendige koehandel.
Alderney Museum
Vanaf Marais Square loopt La Bourgage in noordoostelijke richting naar High Street. Daar staat het Alderney Museum, ondergebracht in een openbare school, die in 1790 werd gesticht door gouverneur Jean Le Mesurier. Hoewel de inrichting met zijn hoge vitrinekasten nogal suffig oogt, is de verzameling echt de moeite waard.
De collectie omvat archeologische en geologische vondsten en geeft een beeld van de geschiedenis van Alderney, met aandacht voor zowel dagelijks
AURIGNY AIR SERVICE
Van groot belang bij het naoorlogse herstel van Alderney was de succesvolle introductie, in 1968, van een eigen airborne bus service: de gele vliegtuigjes van Aurigny Air Service. Sindsdien zijn er miljoenen passagiers vervoerd. Doordat het bedrijf intussen verschillende sponsors heeft, hebben de machines overigens niet allemaal meer de vertrouwde gele kleur. Het grootste vliegtuig kan maximaal 122 passagiers vervoeren. Spannend is vooral een vlucht met een Dornier (rond de 18 passagiers): wie voorin zit, kan over de schouder van de piloot meekijken. Zonder zelf al gevlogen te hebben, kunnen de kinderen van de Kanaaleilanden trouwens meestal uitstekend vertellen hoe leuk het is. Een van de gele vliegtuigjes, ‘Joey’, is namelijk hoofdpersoon in een serie grappig geschreven en getekende kinderboekjes.
leven als de maritieme en militaire aspecten. Vanzelfsprekend wordt ook het uitgestorven koeienras uitvoerig onder de loep genomen. De trots van het museum vormen tegenwoordig de opgedoken overblijfselen van het 16deeeuwse wrak (zie kader p. 155), waarbij bovendien de nodige uitleg over de moeilijkheden bij het duiken wordt verschaft.
> ALDERNEY MUSEUM, alderneymuseum.org
Op de hoek van High Street, bij het museum, herinnert een plaat tegen de muur aan het bezoek van koningin Elizabeth II en prins Philip op 27 juli 1957. Naast het museum ligt de groene hoogte Le Huret, waar recht werd gesproken totdat men daarvoor een courthouse gebruikte (1770).
Straatje in St. Anne.