Bijzondere bevindingen
App: serotype 13 of serotype 7
Eind vorig jaar werden op een SPF-bedrijf zeugen in de kraamstal ziek. Zeugen hadden koorts, aten niet en er gingen enkele zeugen dood. De zeugen werden opgestuurd voor pathologisch onderzoek naar GD. Macroscopisch werd door de patholoog een fibrineuze pleuropneumonie beschreven, passend bij infectie met Actinobacillus pleuropneumoniae (App). Dit is een zeldzame bevinding in deze diergroep, en specifiek wanneer er geen respiratoire verschijnselen worden benoemd in de anamnese. De dierenarts is direct gecontacteerd om meer achtergrondinformatie over deze casus te verkrijgen. Omdat het om een bedrijf ging dat eigenlijk vrij zou moeten zijn van App is besloten om de stam op te slaan voor mogelijk vervolgonderzoek en te laten serotyperen. Serotyperen van App-isolaten gebeurt normaal gesproken met monoclonale antistoffen tegen referentiestammen van serotypes. GD besteedt dit onderzoek uit. Uit het regulier bacteriologisch onderzoek bleek dat het ging om App biotype 1, die voor groei afhankelijk is van NAD. Uit serotypering met antistoffen bleek er een positieve reactie voor App serotype 13 te zijn, welke normaal tot biotype 2 (NAD onafhankelijke groei) behoort. Van deze variant van App serotype 13 zijn in het verleden nooit meldingen in Europa geweest.
Om de vermeende klassificering als App serotype 13 biotype 1 te bevestigen, is het isolaat opgestuurd voor een andere typeringsbepaling via PCR. Opvallend genoeg bleek bij dit vervolgonderzoek de test voor App serotype 13 negatief en voor serotype 7 positief. Na terugkoppeling van dit resultaat naar het eerste lab is daar de serotypering herhaald, met hetzelfde resultaat. Er blijft daarbij dus een incongruentie tussen de uitslagen van de twee externe laboratoria. Deze incongruentie is erg spijtig, maar op dit moment niet direct op te lossen. Voor Nederland is het relevant dat beide varianten van App relatief weinig voorkomen en daarmee zal de impact van deze matige diagnostiek relatief beperkt zijn. De dierenarts heeft met een andere expert de gezondheidssituatie en de verspreiding van App op het bedrijf nader in kaart gebracht. De App-bacterie heeft zich in het bedrijf breed verspreid en daarmee bleek er geen mogelijkheid meer te zijn om de App-vrijstatus terug te krijgen. Er wordt inmiddels gevaccineerd om de klinische impact bij zowel de fokdieren als bij de gespeende biggen en vleesvarkens te verminderen. De casus is een voorbeeld van hoe de diergezondheidsmonitoring bijdraagt aan twee doelen dat zicht houdt op bekende aandoeningen en mogelijke introductie van bekende aandoeningen die nog niet in Nederland voorkomen.
Toltrazuril-resistente coccidiën
In juni 2024 werd contact opgenomen met de Veekijker vanwege coccidiose problematiek bij biggen ondanks behandeling met toltrazuril. Er werd besproken om de uitvoeren van de behandeling en de dosering eens heel goed na te kijken. Hierna is wederom contact geweest en omdat de manier van behandelen en de dosering in orde was op dit bedrijf, maar nog altijd cocciodiose problematiek ondanks behandeling bleef bestaan, is men verder gaan kijken wat er aan de hand kan zijn. Er is contact gezocht met een veterinair parasitoloog met veel ervaring met coccidiën. Deze heeft een resistentie van de op het bedrijf voorkomende coccidiën tegen toltrazuril vastgesteld.
Toltrazuril is de enige werkzame stof die we ter beschikking hebben om coccidiose bij biggen te behandelen. Er wordt op een groot deel van de Nederlandse zeugenbedrijven toltrazuril ingezet. Op dit bedrijf wordt nu ingezet op gebruik van een desinfectans met cresolen om het aantal infectieuze oocysten zo laag mogelijk te houden. De resistentie is volgens procedure door de dierenarts gemeld bij CBG-Meb. In Nederland is eerder een casus beschreven in 2017 (Shrestha A, Freudenschuss B, Jansen R, Hinney B, Ruttkowski B, Joachim A. Experimentally confirmed toltrazuril resistance in a field isolate of Cystoisospora suis. Parasit Vectors. 2017 Jun 29;10(1):317.). Bij gebrek aan effectieve alternatieven voor toltrazuril is een herhaalde bevinding van resistentie reden voor toegenomen alertheid en mogelijk vervolgonderzoek.
Bel de Veekijker



Op werkdagen kunt u rechtstreeks contact opnemen met de Veekijker: 088 20 25 555. Via het keuzemenu kiest u de diersoort waar u informatie over wilt hebben. Het Veekijkerteam varken is bereikbaar op werkdagen tussen: 08.30-12.00 uur en 12.45-17.00 uur.
Royal GD
Arnsbergstraat 7
Postbus 9, 7400 AA Deventer
T. 088 20 25 500
info@gddiergezondheid.nl www.gddiergezondheid.nl
Varkensgezondheid
Ziekte/aandoening/ gezondheidskenmerk





