


Digitale innovatie: Overheid op zoek naar marktkennis



















Private 5G: Onstuitbare opmars in het mkb

























![]()



Digitale innovatie: Overheid op zoek naar marktkennis



















Private 5G: Onstuitbare opmars in het mkb






















































ChannelConnect Spotlight is een rubriek waarin we personen, diensten of bedrijven die recent in het nieuws zijn geweest, extra in de schijnwerper zetten. De rubriek biedt ze een platform om dieper in te gaan op hun verhalen, prestaties en visies.



































ChannelConnect Spotlight – de propositie


» Deelnemers aan Spotlight zijn 1 week lang zichtbaar op een prominente plek op de homepage van ChannelConnect,


» Een artikel van 300 – 400 woorden geschreven door onze redactie,
» 1 week lang een vermelding in de ChannelConnect-nieuwsbrief,
» Een post op de LinkedIn-pagina van ChannelConnect met link naar het artikel,


» Interviewtekst is ook beschikbaar voor eigen website en socials.






VOORWOORD | ARNOLD LE FÈBRE
Arnold is hoofdredacteur van ChannelConnect
Reageren? Mail naar arnold.lefebre@imediate.nl
Iedere dag krijg ik honderden mails. Gelukkig bestaat het merendeel uit persberichten en reclame, maar het blijft een fikse klus om iedere dag de stortvloed aan mailtjes te beteugelen. In tijden van drukte – zoals tijdens een deadline van ChannelConnect – houd ik mijn inbox alleen met een scheef oog in de gaten, klaar om in actie te schieten bij dringende mails.
Toen ik dus een bericht ontving van het marketingsysteem ActiveCampaign (‘Issue detected in your recent campaign’) stond ik op het punt om op de link klikken om het ‘probleem’ te bekijken. Een seconde later drong het tot me door: dit klopte niet. De mail zag er weliswaar levensecht uit, maar de afzender had een vreemde naam en toen ik mijn muiscursor over de link liet zweven, verscheen er een compleet andere url. Even later kreeg ik een mail van mijn collega Marcel Debets, die waarschuwde voor ActiveCampaignphishingberichten die er bedrieglijk echt uitzagen. Bovendien was de site tot in de kleinste details nagebouwd.
Het was een confronterend moment. Ik realiseerde me hoe reflexmatig we klikken zodra iets lijkt op onze dagelijkse tools. Het is verleidelijk om de hulp in te roepen van software en AIhulpmiddelen om ons te wapenen tegen phishingvallen. Digitale weerbaarheid ontstaat echter niet door een digitale slotgracht te graven en cyberridders te laten patrouilleren, maar door beter inzicht. Uit verschillende onderzoeken blijkt bijvoorbeeld dat meer dan de helft van alle securityalerts buiten kantooruren binnenkomt en dat 72 procent te maken heeft met gecompromitteerde accounts. Identiteit is de nieuwe frontlinie. AI helpt om patronen te herkennen, maar de interpretatie blijft mensenwerk.
Bovendien maakt de toenemende rol van wetgeving het speelveld complexer. De NIS2richtlijn, die op 17 oktober is ingegaan, eist ‘aantoonbare zorgplicht’. Dat klinkt als iets uit de verzekeringswereld, maar het betekent simpelweg dat je niet alleen veilig bént, maar dat ook moet kunnen bewijzen. BOEM Cybersecurity (zie pagina 64) speelt hier bijvoorbeeld op in met het programma Trusted & Resilient, speciaal voor ITdienstverleners die hun klanten willen begeleiden in governance, risk en compliance. Tegelijkertijd schuift de rol van cloudpartners op. De cloud is niet langer een plek om data te parkeren, maar een zenuwstelsel dat data, AI en security met elkaar verbindt. Bedrijven als Arctic Wolf (zie pagina 58) en Comstor (zie pagina 60) bouwen ecosystemen waarin monitoring, analyse en respons geïntegreerd zijn. Cloud en security zijn twee kanten van dezelfde munt geworden.
Wat we nu zien, is de opkomst van predictive security: systemen die aanvallen voorspellen vóór ze plaatsvinden. Niet meer alleen detecteren, maar anticiperen. Machine learningalgoritmes analyseren logbestanden, emailgedrag, gebruikerspatronen en zelfs fysieke toegang tot gebouwen. En dat alles in realtime. Maar let op: wie AI vertrouwt zonder menselijk toezicht, bouwt een glazen muurtransparant, maar breekbaar.
De laatste trend? Continuous compliance. Organisaties willen dashboards die continu laten zien hoe veilig ze zijn, en NIS2 versnelt die ontwikkeling. Security is een doorlopend proces geworden, net als gezondheid: je kunt niet één keer naar de sportschool en verwachten dat je fit blijft.
Veel leesplezier!

PS Het team van ChannelConnect is de komende tijd onder meer aanwezig bij de Cloud Expo 2025, op 3 en 4 december in EXPO Houten. Zien we elkaar daar?

De internationale IT-distributeur Exertis Enterprise gaat verder als Hammer Distribution. Dat is een bekende naam uit het verleden die nu door hetzelfde bedrijf weer wordt omarmd. “We zijn terug, met veel kennis om te delen, waarmee we ook afnemers willen helpen groeien.”

De vierde editie van Cloud Expo opent begin december opnieuw zijn deuren in Expo Houten. Wat begon als een compacte vakbeurs is uitgegroeid tot een ontmoetingsplek voor iedereen die actief is in de wereld van cloud, AI, security en datacenters. Organisator Jeroen de Kam blikt alvast vooruit.

In de cybersecuritywereld vervallen we snel in het praten over technologische oplossingen. Volgens Arctic Wolf gaat het niet altijd om meer technologie, maar draait het vaak om het slim inzetten wat je al hebt. “Bij security gaat het erom dat je de risico’s minimaliseert om je bedrijf draaiende te houden.”

CISCO 360 PARTNERPROGRAMMA
Cisco zet een grote stap in de modernisering van zijn wereldwijde partnermodel. Na veertig jaar komt het bedrijf met een volledig vernieuwde aanpak: het Cisco 360 Partnerprogramma, dat op 1 februari 2026 o cieel live gaat. Judy Lempersz, 360 Ambassador bij Comstor, vertelt hier meer over.


Scan de QR-code om je aan te melden voor de nieuwsbrief of ga naar onze website. Volg ons ook op:
Scan de QR-code om je aan te melden voor de nieuwsbrief of ga naar onze website. Volg ons ook op:
SPECIAL NETWORK & INFRASTRUCTURE
MKB – IT EXPERT PANEL
CISCO & COMSTOR
RNT RAUSCH
NAAS-MODEL STEEDS
POPULAIRDER
VERTIV
WATCHGUARD & CYGLASS
ChannelConnect is hét platform voor de IT-dienstverlener met focus op het mkb. ChannelConnect informeert zijn lezers dagelijks via het magazine, de Dossiers, de website ChannelConnect.nl, de e-mailnieuwsbrief en via de sociale mediakanalen.
ChannelConnect is hét platform voor de IT-dienstverlener met focus op het mkb. ChannelConnect informeert zijn lezers dagelijks via het magazine, de Dossiers, de website ChannelConnect.nl, de e-mailnieuwsbrief en via de sociale mediakanalen.
In 2024 verschijnt het magazine vier keer. Daarnaast brengen we vier keer een Dossier uit met de onderwerpen Datacenter & Cloud, Telecom & UC, Security & Privacy en Cloudtransformatie. Rond deze onderwerpen worden de zogenoemde Grotetafelgesprekken georganiseerd.
In 2025 verschijnt het magazine zes keer, waarvan drie Dossiers met de onderwerpen Telecom & UC, Security & Privacy en Datacenter & Cloud. Rond deze onderwerpen worden de zogenoemde Grotetafelgesprekken georganiseerd.
ADRES iMediate BV
Arendstraat 49
ADRES iMediate BV
1223 RE Hilversum
Arendstraat 33b 1223 RE Hilversum
Telefoon: 035 646 5800 redactie@channelconnect.nl
Telefoon: 035 646 5800 redactie@channelconnect.nl
UITGEVER
Joost Driessen
UITGEVER
Joost Driessen
HOOFDREDACTEUR
Arnold le Fèbre
HOOFDREDACTEUR
Arnold le Fèbre
EINDREDACTIE
Marcel Debets
EINDREDACTIE
Marcel Debets
WEBREDACTIE
WEBREDACTIE
Arnold le Fèbre, Cas Spiertz
Arnold le Fèbre, Marcel Debets
REDACTIE & MEDEWERKERS
REDACTIE & MEDEWERKERS
Mels Dees, Cas Spiertz, Marcel Debets, Martijn Vet
Michiel van Blommestein, Eric Cordes, Mels Dees, Cas Spiertz, Hans Steeman, Martijn Vet
VORMGEVING & DTP
MANAGER CLIENT SERVICES
Tim van den Berg
Laura Vermeulen
COVER FOTOGRAFIE
ART DIRECTION
Steven van Kooijk
Rik van den Berg
ADVERTENTIE- EXPLOITATIE
Tarik Lahri tarik.lahri@imediate.nl
VORMGEVING & DTP
Tim van den Berg, Martin Wolber
COVER FOTOGRAFIE
Mitchel van der Heide mitchel.vanderheide@imediate.nl
Jasper Bosman
DRUK
ADVERTENTIE- EXPLOITATIE
Vellendrukkerij BDU, Barneveld
Tarik Lahri (tarik.lahri@imediate.nl)
Mitchel van der Heide (mitchel.vanderheide@imediate.nl)
DRUK
Vellendrukkerij BDU, Barneveld
CHANNELCONNECT IS EEN UITGAVE VAN:
CHANNELCONNECT IS EEN UITGAVE VAN:
ChannelConnect mag niet worden gereproduceerd, geheel noch gedeeltelijk, zonder schriftelijke toestemming vooraf van de uitgever. ChannelConnect is niet aansprakelijk voor eventuele onjuistheden in deze uitgave. ChannelConnect is niet verantwoordelijk voor handelingen van derden, welke mogelijkerwijs voortvloeien uit het lezen van deze uitgave. ChannelConnect behoudt zich het recht voor om ingezonden materiaal zonder kennisgeving vooraf geheel of gedeeltelijk te publiceren. Lezersservice
ChannelConnect mag niet worden gereproduceerd, geheel noch gedeeltelijk, zonder schriftelijke toestemming vooraf van de uitgever. ChannelConnect is niet aansprakelijk voor eventuele onjuistheden in deze uitgave. ChannelConnect is niet verantwoordelijk voor handelingen van derden, welke mogelijkerwijs voortvloeien uit het lezen van deze uitgave. ChannelConnect behoudt zich het recht voor om ingezonden materiaal zonder kennisgeving vooraf geheel of gedeeltelijk te publiceren.
Lezersservice
Voor onze wekelijkse e-mail nieuwsbrief kunt u zich (gratis) aanmelden via de website: www.channelconnect.nl Hier kunt u dagelijks terecht voor nieuws, achtergronden, marktcijfers, opinie en video-interviews. Voor het wijzigen van adresgegevens en/of overige vragen kunt u contact opnemen met onze abonnementen-administratie via: redactie@channelconnect.nl of 035 646 5800 ChannelConnect, ISSN 2211-825X
Voor onze wekelijkse e-mail nieuwsbrief kunt u zich (gratis) aanmelden via de website: www.channelconnect.nl Hier kunt u dagelijks terecht voor nieuws, achtergronden, marktcijfers, opinie en video-interviews. Voor het wijzigen van adresgegevens en/of overige vragen kunt u contact opnemen met onze abonnementen-administratie via: redactie@channelconnect.nl of 035 646 5800 ChannelConnect, ISSN 2211-825X
Elke werkdag is op channelconnect.nl het actuele nieuws uit het IT-kanaal te lezen. Schrijf je daar ook in voor onze gratis nieuwsbrief.
16%
Mobiel dataverbruik stijgt met 16% in tweede kwartaal
In het tweede kwartaal van 2025 verbruikten Nederlanders gezamenlijk 719 miljoen gigabyte aan mobiele data, een stijging van ruim 16% ten opzichte van het eerste kwartaal. Dat blijkt uit de Telecommonitor van de Autoriteit Consument & Markt (ACM), gepubliceerd op 7 oktober.
De stijging is de grootste sinds het tweede kwartaal van 2023, toen het dataverbruik met ruim 20% toenam. Op langere termijn verdubbelt het mobiele dataverbruik in Nederland ongeveer elke drie jaar. Ondanks een eerdere daling in bellen en sms’en, nam ook dat gebruik in het afgelopen kwartaal licht toe.
KPN en Odido blijven de dominante spelers op de mobiele markt, maar het marktaandeel van Mobile Virtual Network Operators (MVNO’s) groeit verder. Het aantal MVNO-simkaarten steeg van 4,93 naar 5,38 miljoen. Daarmee ligt hun marktaandeel nu op 20–25%, tegenover 15–20% in het voorgaande kwartaal.
Volgens de Telecommonitor zijn inmiddels 8,6 miljoen glasvezelverbindingen aangelegd, waarvan 3,36 miljoen ook daadwerkelijk in gebruik zijn. Dat is een stijging van 2,8% ten opzichte van het eerste kwartaal.


Digitale economie groeit in Q2
De Nederlandse digitale economie heeft in het tweede kwartaal van 2025 een duidelijk herstel laten zien. Dat blijkt uit de nieuwste Kwartaalmonitor
Digitale Economie, opgesteld door Pb7 Research in samenwerking met Rabobank, Dutch Cloud Community en de Dutch Data Center Association.
De Digitale Economie Index Nederland (DEIN) steeg met vijf punten naar 116, waarmee de neerwaartse trend van eerder dit jaar is doorbroken. De groei werd vooral gedragen door digitalisering en de digitale sector, terwijl de digitale infrastructuur achterblijft.
Cloud en AI vormen belangrijke aanjagers. De zakelijke uitgaven aan publieke cloud stegen met 13 procent tot 2,6 miljard euro. Binnen dat segment groeide IaaS met 20 procent naar bijna 900 miljoen euro. Ook AI krijgt steeds meer een vaste plek in werk en studie: inmiddels gebruikt 36 procent van de Nederlanders AI dagelijks.
De werkgelegenheid nam met 3,8 procent toe, vooral door een forse toename van zelfstandigen (+38%), terwijl het aantal werknemers licht daalde. Vooruitkijkend verwachten bedrijven een groeisaldo van bijna 10 procent.
Tegelijkertijd hapert de digitale infrastructuur.
Het dataverkeer via AMS-IX groeide nog slechts 5 procent, terwijl de colocatiecapaciteit op jaarbasis vrijwel gelijk bleef (+0,5%). Factoren zoals netcongestie, vergunningstrajecten en beperkt maatschappelijk draagvlak remmen verdere uitbreiding.
Steeds meer organisaties keren terug naar kantoor Bijna de helft van de organisaties die momenteel nog hybride of deels op afstand werken, wil binnen twee jaar volledig terug naar kantoor. Dat blijkt uit onderzoek van Unit4 onder dienstverlenende organisaties. Momenteel werkt nog dertig procent van de organisaties hybride, tegenover 45 procent in 2023. Het aantal bedrijven dat volledig remote werkt, daalde van 22 naar zeven procent. Daarmee lijkt de coronaperiode, waarin thuiswerken de norm werd, definitief voorbij. De verschuiving heeft ook gevolgen voor de arbeidsmarkt. Bijna een kwart van de organisaties (23 procent) geeft aan moeite te hebben met werving door de strengere kantoor- of locatievoorschriften. Slechts 21 procent weet via hybride of remote werken personeel uit een breder geografisch gebied aan te trekken. Naast personeelskwesties spelen kostenoverwegingen een rol. Het leeg laten staan van kantoorruimte blijkt voor veel organisaties te duur. Eén op de vier (24 procent) kiest ervoor om gebouwen te verkopen of te sluiten, een stijging ten opzichte van 2023 (19 procent). Ook experimenteert 31 procent met kortere werkweken om loonkosten te verlagen.


‘Nederland steeds vaker doelwit van cyberaanvallen’
Het aantal cyberaanvallen op Nederland blijft sterk toenemen. Dat blijkt uit het Microsoft Digital Defense Report 2025. Aanvallen worden volgens Microsoft niet alleen complexer en grootschaliger, maar ook steeds gerichter op vitale sectoren en publieke diensten. Nederland staat inmiddels wereldwijd op de 18e plaats en Europees op de 7e plaats wat betreft het aantal geregistreerde cyberaanvallen. Vooral ziekenhuizen, scholen en overheidsinstanties zijn een geliefd doelwit, met grote maatschappelijke gevolgen: van verstoorde zorgprocessen tot uitval van essentiële administratieve systemen. Het rapport laat zien dat ransomware nog altijd de meest voorkomende aanvalsvorm is. In de periode juli 2024 tot juni 2025 was meer dan de helft van alle aanvallen wereldwijd (52 procent) gericht op afpersing. Daarnaast had zo’n vier procent van de incidenten een spionagedoel, vaak in opdracht van statelijke actoren. Volgens Microsoft gebruiken landen als China, Iran, Rusland en NoordKorea cyberaanvallen steeds vaker voor spionage, beïnvloeding en destabilisatie, waardoor de grens tussen klassieke criminaliteit en geopolitieke machtsstrijd vervaagt.
Kunstmatige intelligentie speelt een dubbelrol in deze nieuwe realiteit. Cybercriminelen gebruiken AI om misleiding en phishing te automatiseren, maar tegelijkertijd vormt dezelfde technologie een belangrijk onderdeel van de verdediging.
Ondanks de groei van de IT- en AIsector blijft de genderloonkloof hardnekkig bestaan. Mannen verdienen in Nederland gemiddeld 17% meer dan vrouwen in technische en datagerichte functies. Dat blijkt uit het State of Global Compensation-rapport van HRplatform Deel, gebaseerd op meer dan 1 miljoen arbeidscontracten wereldwijd. Volgens Deel komt de loonkloof in vrijwel alle technologische sectoren voor. In engineering- en datarollen verdienen vrouwen gemiddeld 88.000 dollar (76.174 euro) per jaar, tegenover 107.000 dollar (92.620 euro) voor mannen – een verschil van 22%. Ook in product- en designfuncties ontvangen vrouwen gemiddeld 7% minder.
De kloof is het grootst in sales en marketing binnen de IT-sector, waar vrouwen 70.000 dollar verdienen tegenover 86.000 dollar voor mannen, een verschil van 23%.
Deel constateert dat Nederlandse ITsalarissen stabiel blijven ten opzichte van vorig jaar. Het mediane inkomen voor technische functies ligt op 100.000 dollar (87.427 euro), vergelijkbaar met Duitsland (101.000 dollar) en lager dan in het Verenigd Koninkrijk (117.000 dollar).
Voor product- en designfuncties bedraagt het mediane salaris 90.000 dollar, terwijl sales- en marketingrollen gemiddeld 72.000 dollar opleveren. Ook is het aantal fulltime IT-contracten in Nederland verder gestegen: 92% van de engineers werkt nu in vaste dienst, tegenover 83% een jaar eerder.

Microsoft breidt Copilot uit
Microsoft heeft tijdens de Copilot Fall Release twaalf nieuwe functies aangekondigd die de AI-assistent persoonlijker en bruikbaarder moeten maken. De update richt zich sterk op samenwerking en contextbewust werken, zowel op Windows als in de browser en cloudservices. De meest opvallende toevoeging is Copilot Groups, waarmee gebruikers in realtime kunnen samenwerken met maximaal 32 personen.
Binnen zo’n groep kunnen deelnemers samen brainstormen, schrijven of plannen, waarbij Copilot de context bewaart en suggesties doet op basis van de gedeelde input.
Ook nieuw is Mico, een visuele companion die via expressieve animaties reageert op gesprekken. Mico is ontworpen om de interactie met Copilot natuurlijker te laten aanvoelen, bijvoorbeeld door kleurveranderingen en gezichtsuitdrukkingen die de toon van een gesprek weerspiegelen.
De nieuwe functies worden de komende maanden gefaseerd uitgerold. Volgens Microsoft moeten ze Copilot omvormen tot een meer mensgerichte assistent die zich aanpast aan de gebruiker in plaats van andersom.
AI-paradox: groeiende budgetten, vertraagde opbrengsten
Grote ondernemingen investeren fors in AI, maar het rendement laat vaak jaren op zich wachten.
Dat blijkt uit het onderzoek AI ROI: The paradox of rising investment and elusive returns van Deloitte. Ondanks groeiend vertrouwen in de technologie, worstelen veel organisaties nog met de meetbaarheid en opschaling van hun AI-initiatieven.
Het onderzoek werd uitgevoerd onder 1854 senior executives in 14 landen in Europa en het Midden-Oosten, waaronder 100 Nederlandse respondenten. Maar liefst 85 procent van de organisaties verhoogde het afgelopen jaar de AI-uitgaven, en 91 procent is van plan dat opnieuw te doen. Toch blijkt de terugverdientijd vaak langer dan verwacht. Voor veel gangbare toepassingen duurt het twee tot vier jaar voordat investeringen rendement opleveren. Slechts zes procent realiseert dat binnen twaalf maanden.
Generatieve AI scoort beter: vijftien procent van de bedrijven ziet nu al duidelijke financiële opbrengsten, en 38 procent verwacht die binnen een jaar. Bij agentic AI, waarin systemen zelfstandig beslissingen nemen, ligt het tempo lager. Daar ziet ongeveer tien procent van de bedrijven momenteel rendement, terwijl de meerderheid pas binnen één tot vijf jaar resultaat verwacht.
Technische beperkingen vormen een rem op het tempo van opschaling. Veel organisaties kampen nog met gefragmenteerde data, verouderde infrastructuren en een gebrek aan interoperabiliteit tussen platforms. Daardoor blijven veel Proof-ofConcepts steken in de pilotfase.
Europese AI-fabriek in Groningen
De Europese organisatie EuroHPC Joint Undertaking heeft de financiering toegekend voor de bouw van een Europese AI-fabriek in Groningen. Het project krijgt in totaal €200 miljoen aan investeringen en moet in 2027 volledig operationeel zijn.
Het project is een initiatief van de Stichting Nederlandse AI Fabriek, SURF, TNO, de Nederlandse AI Coalitie (AIC4NL) en Samenwerking Noord.
De AI-fabriek wordt een expertisecentrum, datacenter en AI-supercomputer inéén. De faciliteit moet laagdrempelige toegang bieden tot een krachtige rekeninfrastructuur en kennis op het gebied van kunstmatige intelligentie. Daarmee wil het consortium zowel publieke als private partijen ondersteunen bij de ontwikkeling
van geavanceerde AI-modellen en -toepassingen. De totale investering in het project bedraagt €200 miljoen. EuroHPC JU levert een bijdrage van €70 miljoen. Het kabinet stelt eveneens €70 miljoen beschikbaar, terwijl de resterende €60 miljoen afkomstig is uit de regionale Nij Begun-middelen van Groningen en Noord-Drenthe.
De AI-fabriek moet in 2026 van start gaan als expertisecentrum. De supercomputer zal naar verwachting in 2027 op volle kracht draaien. De faciliteit zal worden ingezet voor onderzoek en toepassingen in sectoren als zorg, mobiliteit en veiligheid. Met de toekenning wordt Groningen onderdeel van een breder Europees netwerk van AI-fabrieken dat door het Europese samenwerkingsverband EuroHPC wordt ondersteund.

Nederlandse bedrijven controleren toeleveringsketen nauwelijks
Nederlandse bedrijven overschatten hun vermogen om te reageren op supply chain cyberaanvallen en hun inzicht in toeleveranciers. Uit het ‘State of Supply Chain Security’-rapport van NCC Group, het moederbedrijf van Fox-IT, blijkt dat 94% van de Nederlandse organisaties er vertrouwen in heeft een aanval op de supply chain het hoofd te kunnen bieden.
Dat vertrouwen staat in schril contrast met de realiteit: meer dan de helft (53%) kreeg in de afgelopen twaalf maanden daadwerkelijk te maken met een cyberinbraak – het hoogste percentage van alle onderzochte landen. Voor het onderzoek werden 1.010 cybersecuritybeslissers wereldwijd ondervraagd, van wie 200 uit Nederland.
Veel organisaties zijn sterk afhankelijk van externe leveranciers en dienstverleners. Daardoor kan één enkele kwetsbare schakel de hele keten in gevaar brengen.
Zo geeft 87% van de Nederlandse bedrijven aan dat het wegvallen van een toeleverancier gedurende 24 uur al invloed zou hebben op de dagelijkse bedrijfsvoering.
Driekwart werknemers omarmt refurbished
75% van de Nederlandse werknemers staat (onder voorwaarden) open voor het gebruik van refurbished IT-apparatuur. Toch blijkt uit de IT-indicator 2025 van Aces Direct dat slechts een derde (31%) van de organisaties daadwerkelijk beschikt over een concreet lifecyclebeleid voor IT-devices. Er heerst een overwegend positief sentiment rondom het duurzaam gebruik van IT-apparatuur. Zo gaat 37 procent van de Nederlandse werkenden zonder voorwaarden akkoord met een refurbished apparaat, terwijl 38 procent dit wel wil overwegen, mits er bijvoorbeeld garantie op zit. Ook geeft twee derde (63%) aan bereid te zijn apparaten langer te gebruiken zolang deze goed functioneren. Ruim de helft (53%) vindt het belangrijk dat zjin organisatie technologie hergebruikt.
Tegelijkertijd is er binnen organisaties weinig structuur of transparantie op dit vlak. Bij zeven op de tien (69%) bedrijven ontbreekt een lifecyclebeleid. Daarbij heeft slechts 38 procent van de organisaties beleid voor duurzaam devicegebruik, waarvan veertien procent dit actief communiceert naar medewerkers. Opvallend is ook dat meer dan een derde (34%) van de medewerkers niet weet wat er gebeurt met oude apparaten die niet meer in gebruik zijn. 75%

NTT DATA, Cisco en Brainport openen innovatielab
NTT DATA, Cisco en Brainport Industries hebben het Factory of the Future Experience Center gelanceerd: een innovatieomgeving op de Brainport Industries Campus (BIC) in Eindhoven. Het lab richt zich op de ontwikkeling van Industry 5.0-oplossingen die bedrijven helpen slimmer, duurzamer en flexibeler te produceren. De samenwerking brengt technologie, kennis en talent samen in één ecosysteem. Doel is om de Nederlandse maakindustrie te versterken en tegelijkertijd het tekort aan technisch geschoolde medewerkers aan te pakken.
Het Experience Center biedt ruimte voor experimenten met digital twintechnologie voor real-time procesoptimalisatie, geavanceerde robotica voor logistieke automatisering en augmented reality (AR) voor training en bijscholing van medewerkers. Cisco levert de technologische basis met private 5G, edge computing en beveiligde AI-infrastructuur. NTT DATA richt zich op systeemintegratie en slimme productieprocessen.
De Brainport Industries Campus huisvest meer dan vijftig hightech maakbedrijven en meerdere onderwijsinstellingen. Studenten krijgen in het lab de kans om te werken met technologieën als AI, private 5G en robotica. Ook mkb-bedrijven en start-ups krijgen toegang tot gedeelde faciliteiten, kennis en testomgevingen.

Cisco zet een grote stap in de modernisering van zijn wereldwijde partnermodel. Na veertig jaar komt het bedrijf met een volledig vernieuwde aanpak: het Cisco 360 Partnerprogramma, dat op 1 februari 2026 officieel live gaat. De veranderingen raken vrijwel alle partners die met Cisco werken. Comstor speelt in de Benelux een sleutelrol in de begeleiding en voorbereiding van partners op deze transitie. Judy Lempersz, 360 Ambassador bij Comstor, vertelt hoe dat traject eruitziet en waarom het nieuwe programma meer is dan een administratieve vernieuwing.
Tekst: Marcel Debets
Cisco wil met het nieuwe 360 Partnerprogramma afrekenen met de complexiteit die in de loop der jaren is ontstaan. De huidige structuur met vier partnerniveaus – Registered, Select, Premier en Gold – verdwijnt. Daarvoor in de plaats komen twee duidelijke categorieën: Cisco Partner en Cisco Preferred Partner. De status van een partner wordt bepaald aan de hand van een score tussen nul en tien. “Een score van 7,5 of hoger betekent dat je als Preferred Partner wordt erkend,” legt Lempersz uit. “Die score geeft dus niet alleen de omvang van de samenwerking weer, maar ook de mate waarin een partner actief werkt aan lifecycle management, klanttevredenheid en diensten.”
Dat laatste vormt meteen de kern van het nieuwe programma. Cisco wil partners stimuleren om verder te kijken dan productverkoop. Lifecycle selling en managed services staan centraal: partners worden aangemoedigd om de volledige levenscyclus van een oplossing te beheren en te optimaliseren. Lempersz: “Het gaat er niet meer om dat je iets verkoopt, maar dat je klanten helpt om het ook daadwerkelijk te benutten. Als ze meer waarde halen uit hun oplossingen, leidt dat vaak vanzelf tot verlengingen of uitbreidingen.”
PXP als spil in de samenwerking
De introductie van het Cisco Partner Experience Portal (PXP) is onlosmakelijk verbonden met het nieuwe programma. In dit platform worden

alle partneractiviteiten, scores en data samengebracht. Waar Cisco voorheen met meerdere portals en tools werkte, is PXP bedoeld als het centrale toegangspunt. “Het is echt een one-stop-shop geworden,” zegt Lempersz. “Alle informatie over prestaties, trainingen en certificeringen is daar te vinden. Zonder PXP kun je als partner eigenlijk niet meer goed functioneren binnen Cisco 360.”
Comstor helpt partners om het platform effectief te gebruiken. De distributeur kan – met toestemming van de partner – via de zogenoemde DPV-verbinding (Distributor Partner View) meekijken in het PXP-dashboard. “Daardoor kunnen we partners proactief begeleiden,” vertelt Lempersz. “We zien
bijvoorbeeld welke onderdelen nog aandacht vragen en kunnen helpen met prioriteiten stellen. Zo bouwen we samen aan een plan van aanpak richting die Preferred-status. 98 procent van de partners vindt dat prettig, juist omdat het de voortgang inzichtelijk maakt.”
Volgens haar is dat ook nodig, want de lat ligt hoog. “Cisco vraagt echt commitment van partners. Daarom werken we stapsgewijs, met concrete acties per fase. Partners krijgen van ons een duidelijk stappenplan waarmee ze gericht kunnen toewerken naar de go-live in februari.”
Trainingen en certificeringen
Een belangrijk onderdeel van het programma is de Customer Experience (CX) Specialisation. Partners
die deze kwalificatie behalen, tonen aan dat ze lifecycle management in de praktijk brengen. Daarvoor zijn onder meer examens en trainingen vereist, waaronder die voor de rol van Customer Success Manager (CSM). Comstor heeft deze trainingen inmiddels in huis gehaald via opleider Global Knowledge. “Eind oktober zijn we gestart met de eerste tweedaagse training inclusief examen,” vertelt Lempersz. “We begonnen met een selecte groep van vier partners, maar het doel is om dit structureel uit te rollen zodat meer partners CX-gecertificeerd kunnen worden.”
De CX-specialisatie vormt volgens haar de start van de hele 360-reis. “Zonder deze basis is het lastig om de vereiste score van 7,5 te halen. De training helpt partners niet alleen aan kennis, maar ook aan inzicht in de klantrelatie. Dat past bij de koers die Cisco wil varen.”
Ook op het gebied van licentiemodellen verandert er veel. Enterprise Agreements (EA’s) – raamcontracten waarin licenties en services worden gebundeld – worden nadrukkelijk onderdeel van het programma. “Wie met EA’s werkt, verdient extra punten binnen Cisco 360,” legt Lempersz uit. “Daarom hebben wij bij Comstor een gespecialiseerd team dat partners hierbij ondersteunt. Het gaat niet alleen om verkoop, maar vooral om het goed inrichten van die contracten voor de lange termijn.”
Data als kompas
Het PXP-portaal biedt partners toegang tot een schat aan gegevens over hun klanten en prestaties. Zo kunnen ze hun zogeheten ‘wallet share’ analyseren: welk deel van de Cisco-omzet van hun klanten via hen loopt, en welk deel via andere partners. “Dat geeft waardevolle inzichten,” zegt Lempersz. “Part-

ners kunnen zien waar kansen liggen of waar klanten mogelijk weglekken. Wij helpen hen om die data te vertalen naar concrete acties.” Comstor gebruikt de inzichten uit PXP ook om partners te herinneren aan verlopende contracten of licenties. “We sturen proactief lijsten met aankomende renewals, zodat ze op tijd contact kunnen opnemen met klanten,” vertelt ze. “Daarnaast bespreken we vaak of een partner kan overstappen op een Enterprise Agreement, omdat dat meer stabiliteit biedt. Alles draait om voorspelbaarheid en continuïteit.”
Onderdeel van de onboarding Het Cisco 360 Partnerprogramma geldt niet alleen voor bestaande partners. Ook nieuwe partners worden vanaf hun onboarding meegenomen in het traject. “Wanneer een bedrijf zich aansluit bij Comstor, nemen we ze direct mee in de 360-werkwijze,” zegt Lempersz.
“Het gaat niet alleen om verkoop, maar ook om het goed inrichten van contracten”

“We leggen uit wat het programma inhoudt, hoe PXP werkt en welke trainingen nodig zijn. Zo weten ze vanaf het begin hoe ze hun score kunnen opbouwen.”
Lempersz fungeert daarbij als vast aanspreekpunt. “Ik doe uitsluitend Cisco 360. Daardoor kan ik partners continu begeleiden, bijvoorbeeld bij het plannen van trainingen of het regelen van toegangsrechten in PXP. Soms organiseren we aparte Teams-sessies voor complete teams, of helpen we bij de voorbereiding op audits. Het is eigenlijk een heel breed traject waarin we partners stap voor stap meenemen.”
Blijvende ondersteuning
Cisco heeft zijn partners volgens Lempersz ruim de tijd gegeven om zich op de verandering voor te bereiden. “Sinds begin dit jaar zijn onderdelen van het programma gefaseerd ingevoerd, zodat iedereen kon wennen en feedback kon geven. Cisco heeft daar echt naar geluisterd. Ze hebben aanpassingen gedaan op basis van partnerinput en veel webinars en livesessies georganiseerd. In Amsterdam was bij-

voorbeeld een grote sessie met het Cisco-team waar partners direct vragen konden stellen.”
Comstor organiseert zelf ook regelmatig bijeenkomsten. Zo vond eind september in Maarssen het Cisco 360 Partner Event plaats, met presentaties van zowel Cisco als Comstor. “Het was goed bezocht en de reacties waren positief,” zegt Lempersz. “Partners willen op de hoogte blijven, want de veranderingen zijn ingrijpend en raken hun hele bedrijfsvoering.”
De samenwerking tussen Cisco en Comstor krijgt bovendien een extra dimensie op het gebied van managed services. Lempersz verwijst naar de nieuwe white label SOCoplossing die Comstor aanbiedt aan partners. “Voor partners die managed securitydiensten leveren, is dat een waardevolle uitbreiding. Bovendien telt het gebruik van zo’n dienst mee in de 360-score. Het laat zien dat een partner actief inzet op service en security.”
Nieuwe kansen voor partners en klanten Het vernieuwde partnerprogramma
“Het programma dwingt tot professionalisering, maar levert daar ook veel voor terug”
biedt volgens Lempersz kansen op meerdere niveaus. Voor partners betekent het vooral meer inzicht en structuur. “Ze worden gestimuleerd om beter gebruik te maken van data, om actief met hun klanten in gesprek te blijven en om trainingen te volgen die hun dienstverlening versterken,” zegt ze. “Het programma dwingt tot professionalisering, maar levert daar ook veel voor terug.”
Voor eindklanten ziet ze indirect ook voordelen. “Omdat partners meer aandacht besteden aan de hele customer journey, krijgen klanten beter inzicht in wat hun Ciscooplossingen allemaal kunnen. Vaak ontdekken ze functies die ze nog niet gebruikten. Daardoor stijgt de tevredenheid en de waarde die ze uit hun investering halen. Bovendien maakt het programma duidelijk welke partners echt gespecialiseerd zijn in bepaalde domeinen, zoals security of collaboration. Dat
helpt eindklanten om gerichter te kiezen.”
Een gezamenlijke reis
Met het Cisco 360 Partnerprogramma maakt het bedrijf een duidelijke beweging richting eenvoud, transparantie en langdurige samenwerking. Comstor ziet het als haar rol om partners daarin te begeleiden, niet als eenmalige actie, maar als doorlopend proces. “Het stopt niet bij de go-live,” zegt Lempersz. “Het is een reis die doorgaat. De technologie verandert, de markt verandert, en partners groeien mee. Wij willen zorgen dat ze dat stap voor stap kunnen doen.”
Ze glimlacht: “Sommigen vinden het in het begin best veel, dat geef ik eerlijk toe. Maar als ze eenmaal zien wat het oplevert, ontstaat er enthousiasme. Dat is misschien wel het mooiste van dit hele traject: partners zien weer nieuwe kansen. En precies dat is wat Cisco met 360 voor ogen had.” ◾
Het demissionaire kabinet Schoof heeft vorig jaar een plan bedacht om overheidsdiensten beter en sneller te digitaliseren. De strategie daarvoor is net voor de verkiezingen bekendgemaakt. Uit de informatie daarover blijkt dat voor de uitrol wordt gezocht naar samenwerking met marktpartijen. Wie o wie helpt ons land (eindelijk) richting toekomst? Tekst: Wally Cartigny
In september 2024 werd door de regering Schoof digitalisering genoemd als voorwaarde voor goed bestuur en een toekomstgerichte economie. Om de digitalisering binnen de overheid te ondersteunen is de Nederlandse Digitaliseringsstrategie (NDS) bedacht. Deze strategie moet zorgen voor meer samenhang, centrale regie en versnelling van digitale vernieuwing bij overheidsorganisaties. De dienst Digitalisering en Overheidsorganisatie van het het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koningsrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor de uitrol. Daarbij wordt kennis en hulp gezocht van ITpartijen in de markt.
Gezamenlijke regie
De NDS is ontstaan uit de constatering dat de digitalisering van de overheid te traag en chaotisch verliep. Overheidsorganisaties ontwikkelden eigen systemen en cloudstrategieën, maar stemden die onderling niet goed af. Daardoor ontstonden gescheiden datasilo’s en een ongelijke kwaliteit van digitale dienstverlening. Het nu demissionaire kabinet vond die werkwijze niet langer houdbaar en wilde sturen op een gezamenlijke regie
voor digitalisering. De NDS is bedoeld om die regie te organiseren via samenwerking tussen rijksoverheid, provincies, gemeenten, waterschappen en dienstverleners. Het uitvoeringsprogramma van de NDS is in september van dit jaar gestart. “De noodzaak en urgentie om gezamenlijk als één overheid te versnellen in de digitale wereld wordt breed gedeeld,” zegt Eddie van Marum, staatssecretaris van BZK. Hij is verantwoordelijk voor digitalisering. “Digitalisering raakt inmiddels elk
meer digitale weerbaarheid. De strategie richt zich op structurele verbeteringen in vijf gebieden: een robuustere digitale infrastructuur, betere publieke dienstverlening, meer digitale autonomie en veiligheid, versterking van digitaal vakmanschap binnen de overheid en een nauwere samenwerking met marktpartijen en kennisinstellingen.
Zes prioriteiten
Om de NDS op gang te krijgen zijn zes samenhangende prioritei
“De urgentie om als één overheid te versnellen wordt breed gedeeld”
aspect van onze samenleving. Het is een onmisbare voorziening geworden, net als voedsel, energie, water en onderwijs. Nederlanders moeten erop kunnen vertrouwen dat overheidsdiensten eenvoudig werken en goed blijven functioneren.”
Doelen en uitgangspunten
De NDS heeft het versterken van de digitale basis van de overheid als voornaamste doel. Dit moet leiden tot efficiëntere dienstverlening, betere gegevensuitwisseling en
ten gesteld waarop de overheid wil versnellen. De eerste betreft cloudtechnologie. Er wordt gestreefd naar een overheidsbrede, soevereine clouddienst. Doel is het vergroten van de controle over cruciale data en het beperken van afhankelijkheid van commerciële aanbieders. De tweede prioriteit betreft de data zelf. De overheid streeft naar een dienstenoverkoepelend datastelsel met bindende afspraken over het delen en gebruiken van gegevens. Ook AI vormt

een prioriteit. De overheid wil voor de inzet daarvan één gezamenlijke aanpak ontwikkelen, met aandacht voor betrouwbare datasets, open taalmodellen en voldoende rekenkracht. Een vierde speerpunt is het verbeteren van de dienstverlening aan burgers en ondernemers. De overheid wil daarvoor digitale loketten eenvoudiger, consistenter en proactiever inrichten. De vijfde prioriteit betreft digitale weerbaarheid en autonomie. De bedoeling is dat alle overheidsorganisaties gaan werken vanuit één gezamenlijke aanpak voor cyberveiligheid. Tot slot richt de NDS zich op digitaal vakmanschap binnen de overheid. Daarvoor worden opleidingsprogramma’s ontwikkeld en kennisnetwerken ingericht.
Samenwerking IT-branche
In de communicatie vanuit de overheid over de NDS wordt benadrukt dat de uitvoering van de strategie alleen kan slagen als publieke en private partijen nauwer samenwerken. Bedrijven beschikken volgens de overheid over expertise op het gebied van cloud, dataanalyse, AI en cybersecurity die nodig is om de doelen van de strategie te realiseren. Tegelijkertijd bestaat de
wens om binnen overheidsinstellingen meer eigen grip te houden op kritieke processen en data. De samenwerking met het bedrijfsleven richt zich daarom onder meer op de ontwikkeling van veilige clouddiensten, de toepassing van AI binnen de publieke sector en de opleiding van digitaal geschoold personeel. Op die manier wil het kabinet de innovatiekracht van de markt benutten zonder de eigen autonomie te verliezen.
Afname innovaties
Op het moment van schrijven wordt de innovatiekracht van de markt door de overheid nog flink gemist. Uit de Innovatie Barometer Overheid die eind september werd samengesteld door ICTU, de ITorganisatie van de overheid, blijkt dat het aantal digitale innovaties namelijk juist is afgenomen. In 2021 voerde nog 86% van de overheidsorganisaties er minimaal een door. In 2025 is dit gedaald naar 76%.
Bij de meeste vernieuwingen gaat het om procesinnovaties, zoals het digitaliseren en automatiseren van werkprocessen en de inzet van AI voor dataanalyse en besluitvorming. De afname zit vooral in innovaties gericht op interactie en
“Uit de Innovatie Barometer van eind september blijkt dat digitale innovatie is afgenomen”
communicatie met de samenleving. ICTU heeft daar vooralsnog geen duidelijke verklaring voor. Wel signaleren de onderzoekers dat veel innovaties lokaal of organisatiegebonden zijn en dat kansen voor opschaling en gezamenlijke vernieuwing onvoldoende worden benut.
Hoogste tijd
De geconstateerde afname van digitale innovaties binnen de overheidsdiensten is precies wat niet wordt beoogd vanuit de NDS. Is dat dan aanleiding om wat haast achter de uitvoering van de plannen te zetten in samenwerking met de ITbranche? Eva Heijblom, directeurgeneraal Digitalisering en Overheidsorganisatie bij het ministerie van Binnenlandse Zaken, denkt van wel. “De Innovatie Barometer toont dat er weliswaar veel activiteit is, maar dat de innovatiekracht binnen de overheid te versnipperd en gefragmenteerd blijft. Het is hoog tijd om de losse eindjes te verbinden en te komen tot één krachtige, gezamenlijke en toekomstgerichte innovatieagenda.” ◾
ChannelConnect heeft aan de projectorganisatie van de NDS gevraagd aan welke specifieke
IT-kennis vanuit de markt er behoefte bestaat en in hoeverre daarvoor al wordt samengewerkt met externe partijen. Het antwoord daarop was op het moment van publicatie van dit magazine niet binnen.
Nog geen drie jaar na de eerste editie is MSP Global uitgegroeid tot het grootste internationale platform voor managed service providers. In het Catalaanse PortAventura kwamen dit jaar bijna drieduizend bezoekers samen, afkomstig uit 86 landen. Christian Jäger, CEO van de organisatie achter MSP Global en CloudFest, ziet de groei als een signaal dat de sector behoefte heeft aan een onafhankelijk ontmoetingspunt – los van individuele leveranciers, maar juist mét hun ecosystemen. Tekst: Marcel Debets
Tijdens de True Security Summit, het onderdeel dat we voor Acronis organiseren, zagen we al meer dan duizend bezoekers, 25 procent meer dan vorig jaar,” vertelt Jäger. “Over de hele week kwamen we uit op bijna drieduizend unieke deelnemers. De belangstelling heeft zelfs onze interne prognoses met zo’n 20 procent overtroffen.”
De groei is ook zichtbaar op de beursvloer: 80 exposanten en nog eens 100 bedrijven die als partner betrokken waren. “De hallen zaten vol, maar er is nog ruimte om verder te groeien,” zegt hij. “Het complex kan tot tienduizend bezoekers aan, dus we hoeven niet meteen te verhuizen.”
Nederland in de top vijf Opvallend is de sterke Nederlandse aanwezigheid. Ons land staat in de top vijf van deelnemende landen, naast Spanje, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en de VS. De samenwerking met de Dutch Cloud Community leverde zelfs een eigen netwerkdiner op. “Nederland heeft een bijzonder actieve cloud- en

msp-scene,” zegt Jäger. “We kennen ze ook goed via CloudFest en de Dutch Data Center Association. Ze houden van die combinatie van kennis, netwerken en plezier – dat past perfect bij wat we hier willen neerzetten.”
Balanceren tussen vendor-event en onafhankelijkheid
Een belangrijk onderwerp tijdens het gesprek is de zichtbaarheid van grote sponsors. Acronis is een van de hoofdpartners, maar MSP Global presenteert zich nadrukkelijk als onafhankelijk platform. “Er is een duidelijke reden om vendor-
gedreven events te organiseren,” legt Jäger uit. “Merken als Acronis, Microsoft, AWS of Pax8 hebben een grote klantenbasis die wil weten wat de nieuwste updates en certificeringen zijn. Tegelijkertijd is er behoefte aan een leverancier-onafhankelijk event waar ook hun concurrenten aanwezig zijn. Dat is precies wat MSP Global biedt.”
Dat evenwicht vraagt om precisie. “We moeten een vendor-event benutten zonder onze onafhankelijkheid op te geven. Dat is de reden dat we de True Security Summit bewust hebben losgetrokken van de msp-dagen. Het werkt goed: voor de bezoeker voelt het als één week waarin je zowel de diepte in kunt met een specifieke leverancier, als breder kunt kijken naar wat de markt te bieden heeft.”
Leren, niet luisteren
Volgens Jäger is het succes van MSP Global te danken aan de inhoudelijke opzet. Naast keynotes en productnieuws lag de nadruk op kennisdeling en praktijktrainingen. “We hebben bijvoorbeeld het Elevator Stage-concept getest,

een kleine interactieve setting waar sprekers letterlijk via een liftdeur het podium opkomen. Dat werkte verrassend goed – de energie in de zaal was enorm.”
De zogenoemde expertsessies, zonder verkooppraatjes maar met technische of educatieve inhoud, bleken de grote trekkers. “Sommige masterclasses zaten zó vol dat er geen stoelen meer over waren. Dat zegt veel over waar deze community behoefte aan heeft: echte verdieping, niet marketing.”
Veel msp’s zijn kleine of middelgrote bedrijven, merkt Jäger. “De eigenaar is vaak tegelijk financieel directeur, hrmanager en verkoper. Als zij naar een event komen, willen ze weten hoe ze hun bedrijf beter kunnen runnen. Daar spelen we op in. Productupdates zijn belangrijk, maar uiteindelijk draait het om groei en professionalisering.”
Van pretpark tot filmstudio
De keuze voor opvallende locaties is geen toeval. Zowel CloudFest als MSP Global vinden plaats op plekken die meer zijn dan een congrescentrum. “Een thema of filmpark haalt mensen even uit hun dagelijkse context,” zegt Jäger. “In Miami organiseren we volgend jaar een editie in een voormalig filmstudiocomplex, midden in de kunstwijk Wynwood Walls. Dat creatieve karakter hoort bij onze aanpak: we willen deel
“Expertsessies zonder verkooppraatjes bleken de grote publiekstrekkers”
nemers niet alleen informeren, maar ook inspireren.”
Het speelse element helpt volgens hem om een ‘festivalgevoel’ te creeren. “We investeren veel tijd in de beleving. De setting moet mensen even in een andere wereld brengen. Als dat lukt, ontstaat er meer openheid, en juist dan ontstaan de beste gesprekken.”
Groei zonder kannibalisatie
Met de snelle groei van MSP Global rijst de vraag of er plannen zijn voor meer regionale edities. “We kijken naar markten als Duitsland, Italië en Scandinavië,” zegt Jäger. “De Nordics zijn klein, maar technologisch vergevorderd. Daar ligt potentie.” Tegelijk wil hij voorkomen dat evenementen elkaar beconcurreren. “Als we uitbreiden, doen we dat met een duidelijk onderscheid in doel en timing. Een lokaal event kan zich richten op educatie en certificering, terwijl MSP Global een internationaal ‘destination event’ blijft voor management en besluitvormers. Zo houd je de balans.”
Ook de overlap met CloudFest blijkt beperkt. “Slechts vijf procent van de bezoekers komt op beide events. Dat laat zien dat ze elkaar eerder aan
vullen dan verdringen. CloudFest is sterker gericht op infrastructuur en cloud providers, MSP Global op software, security en kanaalpartners.”
Van stagiair tot CEO Jägers eigen loopbaan weerspiegelt de dynamiek van de sector. Hij begon in 2010 als stagiair bij World Hosting Days, de voorloper van CloudFest. Na de overname door GoDaddy verliet hij het bedrijf en werkte hij in sales en M&A binnen de hostingwereld. Tijdens de COVIDperiode kreeg hij de kans om terug te keren. “Toen GoDaddy de evenementenactiviteiten afstootte, hebben we het bedrijf teruggekocht,” vertelt Jäger. “Ze zijn een uitstekend hostingbedrijf, maar geen eventorganisator. Voor ons was het het juiste moment om opnieuw te bouwen.”
Die herstart leidde direct tot vernieuwing: nieuwe formats, nieuwe locaties en een sterke focus op community. “Een deel is timing en geluk,” zegt hij nuchter. “Maar wat echt telt, is luisteren naar wat de markt wil. De internationale mspgemeenschap groeit snel, maar zoekt ook verbinding. Dat is wat we hier proberen te bieden.” ◾
Met het naderende einde van Windows 10-ondersteuning gaan veel mkbbedrijven hun hardware vervangen. In een markt waarin devices sterk op elkaar lijken, kan het lastig zijn om een keuze te maken. Toch zijn er nog onderscheidende producten. Tekst: Martijn Vet
Het is de vraag van de dag voor veel IT-dienstverleners:
wanneer raden zij hun mkbklanten aan over te stappen naar nieuwe hardware? Natuurlijk als bestaande hardware end-of-life is.
Maar er speelt momenteel nog een belangrijke factor: het einde van de ondersteuning van Windows 10. Voor veel bedrijven is dit een natuurlijk moment om de overstap te maken. “Windows 10 draait op heel wat bedrijfscomputers. Wanneer de ondersteuning stopt, moeten bedrijven een keuze maken,” zegt Gijs van Osch, Business Unit Manager bij MSI. “Ga je Windows 11 installeren op bestaande, vaak oudere hardware? Of is dit het moment om direct te upgraden naar nieuwe apparatuur?
Steeds meer bedrijven kiezen voor het laatste.”
Keuzes
De vraag is dan natuurlijk: welke hardware kies je? Voor IT-dienstverleners is het niet gemakkelijk om zich hier te onderscheiden. De meeste desktopcomputers lijken sterk op elkaar en bieden vergelijkbare prestaties. Je kunt wel proberen het verschil te maken met extra aansluitingen zoals USB-poorten, Thunderbolt-connectoren of betere koeling. Ook de toevoeging van AI-functies, zoals een speciale Copilot-knop, wordt door klanten zeker gewaar-

deerd, al is de actieve vraag daarnaar nog beperkt.
“In die markt zie je zeker dat veel aanbieders ongeveer dezelfde apparatuur leveren,” vertelt Van Osch. “Toch is er een segment waarin duidelijk verschil in aanbod is: de markt voor small form factor pc’s, ofwel mini-pc’s.”
Deze compacte computers hebben een aantal voordelen voor het mkb. Door hun kleine formaat nemen ze nauwelijks ruimte in op of onder het bureau. Ze zijn zelfs achter een monitor te monteren, wat zorgt voor een opgeruimd bureau. Daarnaast zijn ze energiezuiniger dan traditionele desktops.
Deze mini-pc’s beschikken ondanks hun kleine formaat over de nodige aansluitingsmogelijkheden. Ze kunnen meerdere monitoren aansturen, hebben dubbele netwerkaansluitingen en beschikken over snelle USB- en Thunderbolt-poorten. Van Osch: “Met de juiste processor en voldoende werkgeheugen zijn ze krachtig genoeg voor vrijwel alle kantoortoepassingen.”
NUC-systemen, het gat in de markt In de wereld van mini-pc’s heeft zich een interessante ontwikkeling voorgedaan. Intel, dat met zijn NUCsystemen (Next Unit of Computing) jarenlang een belangrijke speler was in deze markt, besloot begin 2023 te

stoppen met deze productlijn voor consumenten.
“Intel heeft zich teruggetrokken uit deze markt, maar de behoefte aan dit type apparaten is alleen maar toegenomen,” vertelt Van Osch. ‘Veel bedrijven die gewend waren aan de Intel NUC-systemen zoeken nu naar alternatieven.”
Intel heeft het NUC-ontwerp en de merkrechten verkocht aan ASUS, maar ook andere fabrikanten zagen het gat in de markt. MSI, van oudsher vooral bekend van gaminghardware en moederborden, sprong in dit gat met zijn eigen Cubi NUC-lijn. Deze
2024 veel nadrukkelijker te focussen op de zakelijke markt. Voorheen deden we dat er een beetje bij, nu krijgt het onze volledige aandacht.” Die gamingachtergrond biedt volgens het bedrijf vooral veel voordelen. “Onze ervaring met hoge prestaties, goede koeling en betrouwbaarheid in gaminghardware komt nu goed van pas in onze zakelijke producten,” legt Van Osch uit. “Gamers stellen hoge eisen aan hun hardware, en die kennis en technologie kunnen we nu toepassen in onze zakelijke producten.”
Maar MSI heeft niet alleen high-
“Onze ervaring in de gamingmarkt komt ons nu goed van pas”
mini-pc’s bieden vergelijkbare prestaties en formfactor als de originele Intel NUC-apparaten, maar dan met de nieuwste technologieën, zegt Van Osch. “Zo is de Cubi NUC AI 1UMG een energiezuinig model dat klaar is voor AI-toepassingen.”
Van gaming naar zakelijk MSI is al sinds de oprichting in 1986 actief in de computerwereld, maar stond vooral bekend om zijn gamingproducten. “Gaming zit in ons DNA,” zegt Van Osch, “maar we hebben besloten om sinds eind
end apparaten voor zware toepassingen. De Cubi NUC-systemen zijn er in verschillende uitvoeringen, van de instap-processor Intel Core 3 (100U) tot de Core 7 (150U). Begin 2026 komen daar ook modellen met AMD Ryzen-processors bij, onder de naam Cubi Z-serie. Daarnaast biedt MSI ook traditionele tower-pc’s, all-in-ones en monitoren voor de zakelijke markt.
Ondersteuning voor partners
Voorheen deed MSI vooral zaken met consumentgerichte partijen
zoals Bol.com, MediaMarkt en Coolblue. Die relaties blijven belangrijk, maar de focus verschuift nu ook naar de zakelijke markt en de IT-dienstverleners die die markt bedienen.
“Wij ondersteunen onze partners actief met de juiste producten, goede voorraadbeschikbaarheid, duidelijke specificaties en concurrerende prijzen,” vertelt Van Osch. “Daarnaast bieden we on-site service, zodat IT-dienstverleners hun klanten snel kunnen helpen bij eventuele problemen.”
Ook op het gebied van certificeringen speelt de leverancier in op de zakelijke behoefte. “Steeds meer zakelijke klanten vragen om EPEAT-certificering.” EPEAT (Electronic Product Environmental Assessment Tool) is een internationaal erkend duurzaamheidskeurmerk voor elektronische producten. Het beoordeelt producten op milieuvriendelijkheid gedurende de hele levenscyclus, van materiaalkeuze tot recycling aan het einde van de levensduur.
Bouwen op bestelling
De overstap naar de zakelijke markt blijkt een succes. “Het gaat goed, vooral met onze NUC-producten. Veel bedrijven die op zoek waren naar vervanging van hun Intel NUC-systemen komen nu bij ons uit.”
Een belangrijk voordeel dat MSI naar eigen zeggen kan bieden, is de flexibiliteit in het productieproces. “Wij kunnen het model bouwen dat de klant nodig heeft,” legt Van Osch uit. “Er hoeven niet direct duizend stuks te worden geproduceerd; we kunnen al vanaf kleinere aantallen maatwerk leveren. Dat is een groot voordeel voor IT-dienstverleners die specifieke oplossingen voor hun klanten zoeken.” ◾
Het energieverbruik van AI groeit sneller dan ooit – en juist daarover praten de datacenter- en fiberwereld op 5 november in de Jaarbeurs. Tijdens de Green Data Center Conference en de Fiber Vakdag, die gelijktijdig plaatsvinden, komen alle schakels van de digitale infrastructuur samen: van netbeheer tot hardware en van connectiviteit tot regelgeving. De combinatie van beide evenementen laat zien hoe sterk die werelden inmiddels met elkaar verweven zijn. Tekst: Marcel Debets
Het is inmiddels de derde keer dat we deze twee vakdagen bundelen,” zegt Andrew van der Haar, directeur van de Fiber Carrier Association (FCA) en senior adviseur bij de Dutch Data Center Association (DDA). “We hebben dit jaar de twee mooiste zalen van Nederland – Polar en Supernova –naast elkaar in gebruik, waardoor er letterlijk een betere overloop ontstaat tussen connectiviteit en datacenters. Zo brengen we de digitale infrastructuur in zijn volle breedte bij elkaar.”
De ‘digital chain’ als rode draad De organisatie spreekt over de digital chain: de aaneenschakeling van alle disciplines die samen de digitale economie draaiende houden. Van der Haar: “De Green Data Center Conference richt zich traditioneel op restwarmte en energie-efficiëntie binnen datacenters, terwijl de Fiber Vakdag draait om connectiviteit, van zeekabels tot toegang in woningen en bedrijven. Door die werelden samen te brengen, ontstaat een compleet beeld van hoe data, energie en connectiviteit elkaar versterken.”
ChannelConnect mediapartner
ChannelConnect is dit jaar mediapartner van de Green Data Center Conference en Fiber Vakdag. Voor lezers in het IT-kanaal biedt dat een directe ingang in de wereld van digitale infrastructuur. “Veel msp’s en IT-dienstverleners zijn zelf afnemer van datacenter- en connectiviteitsdiensten,” zegt Van der Haar. “Op deze dagen kunnen ze in gesprek met de mensen die dat mogelijk maken – en zien hoeveel innovatie daarachter schuilgaat.”
Een opvallende toevoeging dit jaar is de samenwerking met de Data Science Conference, een internationale bijeenkomst gericht op AI. “Daarmee hebben we ook de brains aan boord,” zegt Van der Haar. “Als je het beeld doortrekt: de datacenters zijn het hart, de fiber vormt het zenuwstelsel en AI is het brein dat het geheel aanstuurt.”
Balanceren tussen groei en duurzaamheid
De vraag naar rekenkracht stijgt explosief door de opmars van AI. Datacenters verbruiken daardoor meer stroom, terwijl de roep om verduurzaming sterker wordt. “Het is een wapenwedloop,” erkent Van der Haar. “Aan de ene kant groeit het energieverbruik, aan de andere kant zorgt innovatie ervoor dat het niet nog veel hoger is. Als we de afgelopen decennia niet hadden geïnvesteerd in efficiëntere technologie – van ledverlichting tot nieuwe koelmethodes – was het elektriciteitsnet allang overbelast.”
Ook binnen de sector zelf is veel gaande om de impact van die groei te beperken. De DDA werkt met het ministerie van Economische Zaken

en netbeheerders aan zogenoemde slimme stroomconvenanten. “Daarin kijken we hoe datacenters kunnen helpen bij het verminderen van netcongestie,” legt Van der Haar uit. “Een datacenter beschikt bijvoorbeeld over noodstroomaggregaten die tijdelijk kunnen bijspringen wanneer het net zwaar belast is. Zo kunnen we pieken opvangen in plaats van extra capaciteit te bouwen die de rest van het jaar ongebruikt blijft.”
ook bijdragen aan verduurzaming. “De producenten van chips, zoals NVIDIA, zijn bezig met efficiëntere architecturen die meer performance leveren bij lager energieverbruik. En als we de restwarmte die vrijkomt uit AIsystemen goed kunnen hergebruiken in warmtenetten, krijgt die energie een tweede leven. Wat nu nog een bijproduct is, kan straks een energiebron worden.”
De DDA vertegenwoordigt zowel hyperscalers als regionale data
“De sector wil laten zien dat ze niet achter de feiten aanloopt, maar actief meedenkt”
Daarnaast wordt gezocht naar manieren om overtollige energie tijdelijk op te slaan of om te zetten. “Dat kan via batterijen, zouthoudende accu’s of elektrolysers die waterstof produceren. Daarmee kun je het overschot gebruiken op momenten dat er schaarste is aan elektriciteit op het net. Slimme buffering wordt essentieel.”
AI als deel van de oplossing
AI zelf kan volgens Van der Haar
centers. Die combinatie zorgt volgens Van der Haar voor een gezonde dynamiek. “De hyperscalers hebben schaal en innovatiekracht, terwijl regionale datacenters dichter bij de gebruiker staan. Een ziekenhuis of gemeente wil zijn data niet aan de andere kant van Europa hebben. Lokale verwerking blijft belangrijk, juist door de opkomst van edgetoepassingen.”
Die verschuiving is ook zichtbaar aan de netwerkzijde. “De vraag naar
directe verbindingen naar datacenters en cloudomgevingen – via cloudconnect en datacenterconnect – groeit snel. Organisaties willen niet meer afhankelijk zijn van het publieke internet, maar kiezen voor private, beheersbare verbindingen. Dat geeft meer controle over latency en beveiliging,” zegt Van der Haar. “Eigenlijk is het een snelweg die exclusief voor jou loopt.”
Ook traditionele dark fiber blijft bestaan, al is de markt veranderd. “De glasvezel wordt nog steeds gebruikt, maar vaak niet meer als losse dienst verkocht. Providers gebruiken die capaciteit zelf om hogere lagen van hun netwerk te ondersteunen en extra diensten aan te bieden.”
Verbinding als thema
De combinatie van Green Data Center Conference en Fiber Vakdag maakt volgens Van der Haar zichtbaar hoe integraal de digitale keten inmiddels is. “Bij veel andere events is de focus of te breed of juist te specialistisch. Hier zie je de hele keten, maar dan wel met diepgang binnen elk vakgebied. De raakvlakken zorgen voor nieuwe verbindingen tussen bedrijven, kennis en beleid.”
Die verbinding is ook fysiek voelbaar in de Jaarbeurs, waar beide conferenties op 5 november plaatsvinden. “De bezoekers kunnen vrij heen en weer lopen tussen de zalen. Zo krijg je vanzelf gesprekken tussen datacenteroperators, netwerkleveranciers, beleidsmakers en AIspecialisten. Dat is precies de bedoeling.”
Naast techniek is er aandacht voor beleid en regelgeving. “Ondernemers krijgen te maken met strengere eisen op het gebied van duurzaamheid en veiligheid,” zegt Van der Haar. “We hebben daarom aparte sessies over onderwerpen als NIS2 en de Europese duurzaamheidsrapportages (CSRD).
De sector wil laten zien dat ze niet achter de feiten aanloopt, maar actief meedenkt in oplossingen.” ◾
De vierde editie van Cloud Expo opent begin december opnieuw zijn deuren in Expo Houten. Wat begon als een compacte vakbeurs is uitgegroeid tot een ontmoetingsplek voor iedereen die actief is in de wereld van cloud, AI, security en datacenters. Organisator Jeroen de Kam ziet dat succes vooral in de mix van inhoud, laagdrempeligheid en herkenbaarheid. ChannelConnect is dit jaar mediapartner van het evenement.
De eerste editie trok zo’n drieduizend bezoekers, vorig jaar waren dat er al meer dan zevenduizend,” vertelt De Kam. “We hebben nu twee grote hallen met ruim tweehonderd exposanten. Het is een beurs die bewust dicht bij de praktijk blijft: herkenbare thema’s, concrete oplossingen en gesprekken tussen mensen die elkaar écht iets te vertellen hebben.”
Van Microsoft tot msp
De beursvloer toont de volle breedte van het IT-landschap: van hyperscalers en hardwarefabrikanten tot distributeurs, vendoren en msp’s.



Grote namen als Microsoft, Dell, Nvidia en Fortinet zijn aanwezig, maar ook dienstverleners die de vertaalslag naar de eindklant maken. Dat maakt Cloud Expo interessant voor zowel resellers als eindgebruikers.
“Bij ons draait het niet om wie de grootste stand heeft, maar om inhoud,” zegt De Kam. “We werken met uniforme standbouw en gelijke voorwaarden voor iedereen.
Dat maakt deelname betaalbaar en overzichtelijk. Voor bezoekers is het bovendien prettig dat elke stand dezelfde uitstraling heeft, zodat de focus ligt op de oplossingen.”
Thema: Changing Innovation
Het thema van dit jaar – Changing Innovation – verwijst naar de razendsnelle technologische ontwikkelingen, vooral op het gebied van AI, security en soevereiniteit. Cloud Expo pakt dat breed aan, met elf theatersessies op de beursvloer. Daar komen onderwerpen voorbij als digitale autonomie, AI in bedrijfsprocessen, datacenteroplossingen en moderne werkplekomgevingen. Een van de hoogtepunten is het grote soevereiniteitsdebat, waarin experts en bezoekers in gesprek gaan over de balans tussen

innovatie, veiligheid en regie over data. “We willen bezoekers aan het denken zetten,” zegt De Kam. “Niet door te roepen dat alles per se soeverein moet zijn, maar door te laten zien welke keuzes er zijn – en wat die betekenen voor je organisatie.”
Netwerken met impact
Naast de inhoudelijke sessies is er veel aandacht voor ontmoeting. Nieuw dit jaar is het MSP AI Roulette-programma: een interactieve matchmakingtool die msp’s koppelt aan leveranciers op basis van hun interesses en vraagstukken. “In drie kwartier voer je drie of vier gesprekken die echt ergens over gaan,” legt De Kam uit. “Dat levert vaak verrassende nieuwe contacten op.”
De Cloud Expo-app speelt hierin een centrale rol. Bezoekers en exposanten kunnen via een swipefunctie matches maken – een soort ‘Tinder voor IT’ – en afspraken inplannen tijdens de beurs. Zo wordt het beursbezoek minder toevallig en meer gericht.
Ook de main stage heeft een nieuwe opzet: centraal op de beursvloer,
met ruimte rondom voor publiek en netwerken. Daar vinden keynotes plaats van onder meer Ben van der Burg, bekend van zijn podcasts over technologie en innovatie. Op donderdag verzorgt Raymond Mens een sessie over de geopolitieke context van technologie en de relatie tussen Europa en de VS.
Meer dan alleen IT
Cloud Expo ziet zichzelf als katalysator voor het gesprek over digitalisering in de samenleving. Dit jaar is er bijvoorbeeld een samenwerking met HackShield, een educatieve organisatie die kinderen leert veilig omgaan met internet. “We praten veel over innovatie en security, maar dat begint eigenlijk al bij digitale opvoeding,” zegt De Kam. “Kinderen brengen een groot deel van hun leven online door. Met HackShield willen we laten zien hoe belangrijk het is dat ook zij leren zich verantwoord te bewegen in die digitale wereld.”
Volgens De Kam is het succes van Cloud Expo niet alleen te danken aan de groei van de IT-sector, maar ook aan de nuchtere manier waar-
Dat blijkt te werken: steeds meer bedrijven keren jaarlijks terug en nemen collega’s of partners mee. “Er hangt een soort ‘Nederlandse’ sfeer van doe-maar-gewoon. We waarderen het als exposanten met ons meedenken. En bezoekers merken dat. Ze voelen dat het oprechte gesprekken zijn, niet alleen marketing.” ◾
Cloud Expo 2025
Datum: 3 en 4 december 2025
Locatie: Expo Houten
Website en aanmelden: www.cloudexpo.nl
ChannelConnect is mediapartner van Cloud Expo op de beurs is opgezet. “We komen zelf uit de branche, we weten hoe het is om als exposant op een beurs te staan. Veel beurzen werden ooit te duur en te log, waardoor innovatieve bedrijven afhaakten. Wij hebben het teruggebracht naar de kern: gelijk speelveld, redelijke prijzen en een prettige sfeer. Iedereen hoort erbij.”
De Amsterdamse integratiespecialist Enable U zorgt ervoor dat organisaties hun systemen veilig en efficiënt met elkaar laten praten. In een tijd waarin applicaties, data en AI aan elkaar gelinkt zijn en complexiteit snel toeneemt, wordt die verbindende schakel steeds crucialer voor overheid, onderwijs en bedrijfsleven. Tekst: Mels Dees
Enable U is gespecialiseerd in het verbinden van systemen, applicaties en databronnen.
Het bedrijf richt zich vooral op de overheid, waar het inmiddels de grootste integrator van Nederland is. Binnen de gemeentelijke sector levert Enable U koppelingen voor uiteenlopende toepassingen, van persoonsdata tot berichtenboxen. Marcel den Hartog, Trend & Development Expert bij Enable U: “Bij veel gemeenten die iets met persoonsdata doen, of met een berichtenbox, leveren wij de integraties. We hebben er zo’n 3500 draaien bij de overheid.”
Naast standaardkoppelingen biedt het bedrijf ook ondersteuning voor oudere protocollen, zoals STUF, waarmee veel overheden nog altijd werken. Waar gemeenten vroeger eigen servers beheerden, levert Enable U die functionaliteit steeds vaker als dienst. Daarmee kunnen organisaties hun data veilig uitwisselen met zaaksystemen: landelijke systemen van de overheid, maar ook regionale belastingsamenwerkingsverbanden en veiligheidsregio’s. Hoewel ook partijen als Centric en PinkRoccade integraties aanbieden, ziet Den Hartog een wezenlijk verschil in benadering. Hij wijst erop dat veel leveranciers hun koppelingen
“De valkuil is de strategie baseren op technologie in plaats van andersom”
beperken tot hun eigen systemen. Enable U streeft juist naar onafhankelijkheid: “Als je in je applicatie en alle koppelingen naar buiten ook maar één leverancier neerlegt, dan word je wel heel erg afhankelijk.” Juist door koppelingen los te trekken van applicaties kunnen organisaties flexibeler overstappen of uitbreiden, zonder dat dat direct miljoenen kost.
Die benadering blijkt ook in andere sectoren succesvol. Naast de overheid bedient Enable U het onderwijs en grotere commerciële partijen, zoals verzekeraars en telecombedrijven. Daar levert het bedrijf oplossingen voor APImanagement en integratieplatforms zoals Boomi.
Het partnernetwerk speelt een belangrijke rol in de groei van Enable U. De organisatie werkt intensief samen met Nederlandse ISV’s die zelf applicaties bouwen, maar integratie liever uitbesteden. Die samenwerking met collegapartners past in een breder beeld waarin specialisatie belangrijker wordt dan bezit. “Je kunt niet alles meer zelf. Je moet niet alles in je eigen huis willen houden.”
Enable U bestaat inmiddels twintig jaar. De oprichters zijn nog altijd

nauw betrokken, vertelt Den Hartog. “Frank Arts, een van de oprichters, werkt nog steeds bij ons. Hij houdt zich nu meer met mergers & acquisitions bezig. We hebben vorig jaar twee bedrijven overgenomen, voor de daar aanwezige kennis en omdat zij markten bedienden waar wij nog niet, of nauwelijks, bekend waren.” Dat past in een strategie waarbij het bedrijf zich voorbereidt op de volgende golf van integratievraagstukken, bijvoorbeeld rond AI en data-distributie.
Silo’s wegwerken
De kern van Enable U’s missie is in twintig jaar hetzelfde gebleven: organisaties helpen hun systemen op een veilige en flexibele manier met elkaar te laten communiceren. Den Hartog: “De grootste valkuil van
organisaties is dat ze hun strategie baseren op technologie, in plaats van andersom. En dat ze niet in staat zijn om silo’s weg te werken.” Daarmee raakt hij aan een ontwikkeling die veel IT-afdelingen herkennen. Bedrijven migreren massaal naar de cloud, maar zelden met een duidelijk plan. Den Hartog waarschuwt voor de valkuil van technologische reflexen. “Als het een oudere applicatie is, zet hem buiten de deur in een datacenter. Zorg dat de applicatie opengemaakt wordt met API’s, zodat die cloudapplicaties die eromheen gebouwd worden, die data kunnen gebruiken.” De nadruk ligt op flexibiliteit in plaats van mode. “Als je alleen maar naar de cloud gaat omdat je naar de cloud wilt, dan gaat het vaak heel veel pijn doen in je portemonnee.”
“Nieuwe mensen vinden is een uitdaging; de kwaliteit van opleidingen gaat achteruit”
Het bedrijf telt inmiddels zo’n 175 medewerkers. Nieuwe mensen aantrekken blijft een uitdaging, zeker nu de kwaliteit van IT-opleidingen volgens Den Hartog achteruitgaat. Toch heeft Enable U creatieve manieren gevonden om talent te werven. “We hebben samengewerkt met organisaties die mensen met een andere achtergrond, geschiedenis, psychologie, screenden op IT-affiniteit. Die kregen dan een half jaar opleiding, en als het klikte, namen we ze in dienst.”
Gevaarlijke naïviteit
Als trendwatcher ziet Den Hartog met enige zorg hoe de komst van AI nieuwe risico’s met zich meebrengt. Steeds meer mensen vertrouwen op automatisch gegenereerde code of op tools die zonder toezicht koppelingen maken. “Het aantal API’s groeit echt exponentieel,” zegt hij. “En het begint een beetje een drama te worden bij bedrijven.” Volgens hem ontstaat een gevaarlijke naïviteit: “De kwaliteit van de ITstudies gaat naar beneden. Mensen komen van school en zeggen: daar heb ik toch AI voor? Nou, ik dacht het niet.”
De verleiding om AI overal in te zetten noemt hij een risico voor de stabiliteit en veiligheid van organisaties. “De naïviteit vind ik verbijsterend. En dat vind ik wel eng, moet ik eerlijk zeggen.” Enable U ziet voor zichzelf daarom ook een rol als hoeder van structuur in een steeds chaotischer digitaal landschap. ◾
“Wacht niet af!” Zo zette Rob Augustinus, inspecteur bij de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI), de toon tijdens de een kennislunch van Dutch Cloud Community (DCC). Er volgde een kennisoverdracht over wetgeving, zorgplicht en de centrale rol van msp’s in de digitale keten. Tekst: Mels Dees
Augustinus begon met een korte schets van de RDI. De organisatie stond vroeger bekend als Agentschap Telecom, het orgaan dat onder meer zendamateurs en etherpiraten opspoorde. “Tegenwoordig doen we een heleboel meer,” zei hij. Het toezicht strekt zich uit van clouddiensten tot marktplaatsen en van routers tot kritieke netwerken. Voor een zaal vol msp’s en mssp’s lag de nadruk op de komende Cyberbeveiligingswet (Cbw). Dat is het wetsvoorstel dat de Europese NIS2-richtlijn in Nederland omzet. De richtlijn, die sinds oktober 2024 van kracht is, schrijft voor hoe organisaties hun digitale weerbaarheid moeten organiseren: dreigingen weerstaan, snel herstellen na incidenten en processen voor respons en beveiliging op orde brengen. “Het gaat altijd om people, technology en processes,” aldus Augustinus. Hij wees de aanwezige msp’s op hun bijzondere positie. “Als msp heb je de sleutels van het digitale koninkrijk in handen.” Msp’s beheren immers back-ups, hebben systeemtoegang en regelen netwerkbeheer. Dat maakt msp’s zowel doelwit als cruciale schakel in de beveiliging. De risico’s verschillen per sector, maar de verantwoordelijkheid blijft gelijk: breng ze in kaart, en handel ernaar.
Compliance alleen is niet genoeg. “Het is niet: vinkjes zetten zonder na te denken waarom je het doet,” benadrukte hij. Het gaat om bewustwording en risicodenken, en basismaatregelen zoals toegangsbeheer, patchmanagement en security awareness. Incidentrespons en business continuity management moeten structureel geregeld zijn. Het tweede deel van zijn verhaal ging over de groeiende rol van Europese regelgeving. De Cyber-
geldt, zullen organisaties met hun hoofdkantoor in Nederland incidenten bij de RDI moeten melden. De precieze regels voor internationale meldingen worden nog uitgewerkt in het Cyberbeveiligingsbesluit. Bestuurders van organisaties spelen een sleutelrol. Cybersecurity is volgens Augustinus net zo goed een bedrijfs- als een cashflowrisico. Voor msp’s heeft de wet ook consequenties: zelfs als zij niet rechtstreeks onder de Cbw vallen, zullen
“Compliance is niet: vinkjes zetten zonder na te denken waarom je het doet”
security Act, de Cyber Resilience Act en de NIS2-richtlijn zijn allemaal van invloed op de bedrijfsvoering van msp’s.
De Cybersecurity Act introduceert EU-brede certificeringsschema’s voor producten, diensten en processen op drie assurance-niveaus: basis, substantieel en hoog. Deze schema’s worden stapsgewijs ingevoerd; voor veel producten is certificering nog vrijwillig.
De Cyberbeveiligingswet (Cbw), die medio 2025 bij de Tweede Kamer is ingediend en naar verwachting in 2026 in werking treedt, legt concrete beveiligingsmaatregelen en meldcriteria vast. Zodra de wet
klanten eisen dat zij aantoonbaar aan dezelfde normen voldoen.
Zorgplicht als norm en vangnet
De tweede spreker, jurist Elfahmi El Bouazati van ICTRecht, ging in op de zorgplicht van IT-dienstverleners. “Mensen denken dat het nieuw is, maar dat is het niet,” begon hij. In de medische sector en arbeidsrelaties is het al lang ingeburgerd dat er een plicht tot zorg bestaat. In IT voelt het nieuw, omdat de zorgplicht nu expliciet verankerd wordt in wetgeving, zoals de Cbw. El Bouazati haalde de zaak Broadcom tegen Rijkswaterstaat aan, waarin de rechter oordeelde dat

Broadcom zorgvuldiger te werk had moeten gaan bij het wijzigen van contractvoorwaarden. “Dat kwam in de kern neer op zorgplicht,” zei hij. Zorgplicht is een normatief kader dat ruimte laat voor professionele afwegingen, in tegenstelling tot rigide regels die enkel afgevinkt worden. Juist in de snel veranderende IT-wereld is die ruimte nodig.
De zorgplicht is extra belangrijk vanwege de kennisasymmetrie tussen msp’s en hun klanten, en vanwege het maatschappelijke belang van digitale continuïteit. “Daarom hoort de zorgplicht bij de professionele standaard van msp’s,” aldus El Bouazati.
Praktisch betekent dit een informatie-, advies- en waarschuwingsplicht, inclusief het actief bijstellen van verwachtingen. Heldere contractafspraken en transparantie zijn essentieel om achteraf discussie over aansprakelijkheid te voorkomen.
Waar Augustinus de nadruk legde op de strategische en wettelijke verantwoordelijkheid van ms(s)p’s, benadrukte El Bouazati de juridische en ethische dimensie. Samen schetsten zij een beeld van een sector in transitie: van louter technische uitvoerder naar volwaardig strategisch partner met bestuurlijke, juridische en maatschappelijke verantwoordelijkheden. ◾
1. Cyberbeveiligingswet (Cbw)
Actie / aandachtspunt Status wetgeving
Volg voortgang wetsvoorstel (ingediend juni 2025). Bereid beleid en processen voor alsof de wet medio 2026 ingaat.
2. Risicobeheer Documenteer risicobeoordeling, patchmanagement, toegangsbeheer, back-up-beleid en incidentrespons.
3. Meldplicht incidenten
4. Bestuurlijke verantwoordelijkheid
5. Leveranciersketen (supply chain)
6. Contractuele zorgplicht
7. Certificering (Cybersecurity Act)
8. Cyber Resilience Act (CRA)
9. Bewustwording & training
10. Documentatie & audit trail
Oefen meldprocedures (24u early warning / 72u volledige melding).
Leg intern vast wie verantwoordelijk is.
Zorg dat bestuur/directie aantoonbaar betrokken is bij cybersecuritybeleid.
Controleer beveiligingsniveaus van leveranciers, documenteer afspraken in contracten.
Neem advies- en waarschuwingsplicht op in offertes en SLA’s. Wees transparant over beperkingen en risico’s.
Volg ontwikkelingen rond EUCC en andere schema’s; overweeg certificering bij klanten- of marktdruk.
Controleer of eigen software- of hardwareproducten onder de CRA vallen; stel planning op richting 2027-compliance.
Wetsvoorstel in behandeling bij Tweede Kamer
Verplicht onder NIS2, straks onder Cbw
Richtlijnniveau al van kracht; nationale uitvoering volgt
Wordt expliciet verplicht onder Cbw
Kernonderdeel van NIS2
Reeds geldend via civiel recht; versterkt onder Cbw
Gedeeltelijk vrijwillig, uitrol 2025-2027
CRA in werking sinds dec 2024; verplichtingen vanaf dec 2027
Investeer in security awareness voor medewerkers en klanten. Continu aandachtspunt; past binnen NIS2-maatregelen
Leg alles aantoonbaar vast: beleid, procedures, incidenten, verbetermaatregelen.
Nodig voor Cbw-compliance en audits

Vrijwel alle leveranciers in het kanaal kennen een partnerprogramma. In iedere editie van ChannelConnect zetten we recente veranderingen binnen de verschillende programma’s op een rij.
Microsoft heeft per 1 oktober zijn wereldwijde partnerprogramma grondig herzien met strengere financiële drempels voor partners. Indirecte resellers moeten nu minimaal 1.000 dollar per jaar omzet halen via het Microsoft-platform, en voor directe facturatiepartners is de ondergrens verhoogd naar 1 miljoen dollar. Distributeurs moeten zelfs 30 miljoen dollar omzet per regio aantonen. Dit leidt wereldwijd tot een forse daling van het aantal Microsoft-distributeurs en heeft stevige gevolgen voor vooral kleinere partners. De aankondiging roept belangrijke vragen op over de toekomst van het partnerlandschap. Is het verstandig om met financiële drempels de ‘long-tail’ partners te beperken, die in het huidige, post-transactionele tijdperk steeds meer de nadruk leggen op samenwerking in plaats van enkel wederverkoop?
DataCore introduceert het Freedom360 Partner Program, een nieuw initiatief dat resellers, distributeurs en systeemintegrators ondersteunt binnen de channel-first strategie van het bedrijf. Het programma biedt een drielagige structuur — Base, Specialist en Excellence — waarmee partners worden beloond voor hun inzet en groei.
Centraal staat het uitgebreide portfolio van DataCore, gebaseerd op de DataCore.NEXTvisie, met oplossingen voor block-, file-, objecten containerstorage, aangevuld met hyperconverged infrastructuren via de overname van StarWind. Hiermee kunnen partners inspelen op use cases zoals business continuity, cyber resilience en AI-omgevingen.
Westcon-Comstor en Proofpoint hebben hun samenwerking uitgebreid met een nieuw AWS Marketplace-akkoord. Daarmee kunnen Europese partners Proofpoint-oplossingen rechtstreeks via de cloudmarktplaats inkopen en aanbieden aan klanten. Met de overeenkomst wordt Proofpoint toegevoegd aan het AWS Marketplace-programma van Westcon-Comstor, waar al softwareleveranciers als Cisco, Palo Alto Networks, Zscaler en CrowdStrike deel van uitmaken. Het programma biedt partners ondersteuning bij transacties op AWS Marketplace, inclusief adviesdiensten en begeleiding door een gespecialiseerd team van de distributeur. De samenwerking bouwt voort op eerdere stappen tussen beide bedrijven. Eerder dit jaar werd Westcon-Comstor de eerste Proofpoint Authorised Training Partner (ATP) in Europa, waardoor het bedrijf gecertificeerde Proofpoint-trainingen en enablement-diensten mag verzorgen voor partners en eindgebruikers.
Private 5G bereikt het mkb. Waar de technologie eerst vooral was voorbehouden aan grote industriële spelers, verschijnen nu de eerste concrete toepassingen bij middelgrote organisaties. Pilots in logistiek, zorg en industrie laten zien hoe 5G de stap vormt naar nieuwe netwerkdiensten en lokale autonomie, met betrouwbare dekking, eigen beheer en ruimte voor innovatie op de werkvloer. Tekst: Marcel Debets
Wat jarenlang een speeltuin leek voor telecomreuzen en industrieconcerns, begint nu door te sijpelen naar het middenbedrijf.
Private 5Gnetwerken – gesloten mobiele netwerken op eigen terrein, met gegarandeerde bandbreedte en lage latency – worden steeds toegankelijker. Apparatuur wordt betaalbaarder, spectrumbeleid versoepelt, en system integrators bieden kantenklare pakketten aan. De belofte is dat de klant maximale controle over het draadloze netwerk krijgt zonder afhankelijk te zijn van publieke operators.
Van industrie naar mkb
De eerste private 5Gnetwerken werden gebouwd in omgevingen waar downtime kostbaar is: productiehallen, havens en luchthavens. Denk aan bedrijven als Tata Steel en Shell, die testlocaties inrichten waar autonome voertuigen, camera’s en robots onder één netwerk draaien. Inmiddels schuiven ook mkb+ organisaties aan. Een van de aanjagers is het Nederlandse 3,5 GHzspectrumbesluit, dat lokale licenties voor private

netwerken mogelijk maakt. Daarmee kunnen bedrijven op hun eigen terrein een volledig gescheiden 5Gnetwerk draaien, zonder afhankelijkheid van operators als KPN of Odido. Dat opent deuren voor sectoren die tot nu toe aangewezen waren op wifi of 4Grouters.
Nieuwe use cases in zicht
“De kern van private 5G is autonomie”
In de logistiek duiken de eerste voorbeelden op van distributiecentra die hun interne communicatie en voertuigtracking via private 5G laten lopen. De combinatie van hoge betrouwbaarheid en lage latency maakt het mogelijk om AGV’s (automated guided vehicles) en sensoren te koppelen aan realtime dashboards, zonder dat storingen van buitenaf roet in het eten gooien. Ook in de zorg wordt geëxperimenteerd. Een ziekenhuis in het oosten van het land test een lokaal 5Gnetwerk voor medische apparatuur en draadloze monitoring van patiënten. Dit biedt prioriteit voor kritieke data en gegarandeerde dekking in afgeschermde ruimtes waar wifi niet betrouwbaar genoeg is.
Ook in de industrie groeit de interesse snel. Fabrieken die over

stappen op smart manufacturing willen hun OT- en IT-omgevingen strikt scheiden, maar wel verbonden houden. Met private 5G kan dat, terwijl het beheer via slicing of edge computing flexibel blijft.
Lokale autonomie
De kern van private 5G is autonomie. Bedrijven bepalen zelf wie toegang krijgt, hoe het netwerk wordt geconfigureerd en welke data het terrein verlaat. Dat past bij een bredere trend waarin organisaties meer regie nemen over hun digitale infrastructuur.
Voor het mkb+ betekent het dat zij niet langer hoeven te leunen op de SLA’s en prioriteiten van telecomproviders. Ze kunnen hun eigen kwaliteitseisen stellen, bijvoorbeeld voor latency of uptime, en deze direct koppelen aan hun bedrijfsprocessen. In sectoren waar iedere seconde telt – denk aan orderpicking, gezondheidsmonitoring of machinebesturing – kan dat het verschil maken tussen continuïteit en stilstand.
Nieuwe rol voor system integrators
De adoptie van private 5G vraagt
“System integrators en netwerkdienstverleners spelen een sleutelrol bij de adoptie van private 5G”
wel om kennis die in het mkb+ niet vanzelfsprekend aanwezig is. System integrators en netwerkdienstverleners spelen daarom een sleutelrol. Zij leveren niet alleen de infrastructuur, maar ook het beheer, de beveiliging en de koppeling met bestaande IT-systemen.
Een interessant model dat nu opkomt, is 5G-as-a-service: een volledig beheerd privénetwerk dat als abonnement wordt afgenomen. Zo blijft de investering voorspelbaar en kan de oplossing meegroeien met de organisatie. Dat verlaagt de drempel, vooral voor bedrijven die nog experimenteren met IoT of edge computing.
Beveiliging als prioriteit
Een voordeel van private 5G is de ingebouwde beveiliging. Het netwerk draait geïsoleerd van publieke netwerken, waardoor de kans op afluisteren of interferentie klein is.
Toch betekent dat niet dat het risico nul is. Bedrijven moeten hun beveiligingsarchitectuur blijven afstemmen op de 5G-omgeving, inclusief segmentatie, authenticatie en logging.
Voor system integrators ligt hier een kans om security-diensten te koppelen aan private 5G-oplossingen. Denk aan geautomatiseerde threat detection, netwerkmonitoring en compliance met ISO 27001 of NIS2.
De praktijk: eenvoud komt eraan
De grootste drempel voor mkb+ bedrijven was tot nu toe de complexiteit. Een 5G-core, antennes, SIM’s, slicing-configuraties – het klinkt als een project voor multinationals. Maar fabrikanten als Nokia, Ericsson en Celona brengen nu compacte, beheerde pakketten op de markt die binnen enkele dagen operationeel kunnen zijn. Combineer dat met managed

















Thuis net zo werken als op het klantcontactcenter
Met Xelion werk je moeiteloos door. Waar je ook bent: onderweg of gewoon aan je keukentafel.
De was draait, de soep pruttelt, de robotstofzuiger zoeft rond je voeten. En jij helpt je klanten en collega’s alsof je op kantoor zit. Met Xelion blijf je bereikbaar en professioneel, waar je ook werkt. Alles wat je nodig hebt, vind je in de Xelion-app. Zo werk je efficiënt én flexibel, en blijf je altijd in control. Ook vanaf je kookeiland.
Ervaar thuiswerken zonder concessies. Kijk op xelion.com



services van lokale integrators, en de technologie wordt ineens bereikbaar. Waar een paar jaar geleden nog miljoenen werden geïnvesteerd, kan een middelgroot bedrijf vandaag voor een fractie van dat bedrag een eigen netwerk draaien, met dezelfde garanties als de grote spelers.
Slimme netwerken als katalysator
Private 5G is natuurlijk geen doel op zich. De echte waarde zit in wat het mogelijk maakt: autonoom opererende machines, realtime videoanalyse, en lokale AI-toepassingen. In de maakindustrie bijvoorbeeld, waar camera’s productielijnen inspecteren op afwijkingen, kan de analyse direct op locatie plaatsvinden, zonder dat data via de cloud hoeft.
Ook voor het mkb+ met meerdere vestigingen opent dat nieuwe mogelijkheden. Een logistieke hub kan zijn eigen private 5G-netwerk koppelen aan de cloud voor centrale analyse, terwijl de operatie lokaal blijft draaien bij een storing. Dat vergroot de veerkracht en vermindert afhankelijkheid van internetverbindingen.
“Private 5G kan uitgroeien tot een vaste bouwsteen in de digitale infrastructuur van middelgrote bedrijven”
Europese context en toekomstverwachting
In Duitsland, Finland en het Verenigd Koninkrijk is de adoptie van private 5G al verder gevorderd. Nederlandse bedrijven kunnen daarvan leren. De verwachting is dat de vraag de komende twee jaar zal versnellen, mede door het vrijkomen van meer spectrum en de integratie van 5G in bestaande IT-platforms. Volgens analisten van IDC zal het aantal private 5G-netwerken in Europa tegen 2027 verdrievoudigen, waarbij vooral middelgrote bedrijven de groeimotor vormen. De investeringen verplaatsen zich van proof-of-concepts naar operationele netwerken die bedrijfskritische processen ondersteunen.
De rol van partners
Voor telecomoperators en netwerkpartners verschuift de rol naar
advies en co-creatie. Het mkb+ verwacht maatwerk, met aandacht voor beveiliging, integratie en support. Daarmee wordt 5G een verbindende technologie tussen IT en OT, tussen de werkvloer en de cloud. Wie die brug weet te slaan, heeft een sterke positie in het nieuwe netwerklandschap.
De komende jaren zal blijken hoe breed private 5G aanslaat in het mkb+. De technische voordelen zijn overtuigend, maar succes hangt af van eenvoud, ondersteuning en bewezen meerwaarde. Als die puzzelstukken op hun plaats vallen, kan private 5G uitgroeien tot een vaste bouwsteen in de digitale infrastructuur van middelgrote bedrijven. Voorlopig is één ding duidelijk: de stap van wifi naar 5G is niet langer voorbehouden aan de grootindustrie. De autonomie die het oplevert, is ook fijn voor het mkb+. ◾
In moderne organisaties zijn vergaderruimtes het kloppend hart van samenwerking geworden. Met hybride werkmodellen en steeds meer videomeetings is de druk op deze digitale omgevingen groter dan ooit. Maar waar de techniek steeds geavanceerder wordt, nemen ook de risico’s toe. Datalekken, ongeautoriseerde toegang en onveilige netwerken kunnen gevoelige informatie in gevaar brengen. Veiligheid in vergaderruimtes is daarom niet langer optioneel, maar een essentieel onderdeel van de digitale werkplek.
Volgens het recente IDCrapport Securing Collaboration:
A Strategic Roadmap for Modern Workspaces is beveiliging tegenwoordig de belangrijkste aankoopfactor bij unified communication en collaboratieoplossingen.
Meer dan de helft van de organisaties (50,8%) noemt security als topprioriteit bij de keuze voor vergadertechnologie, tegenover nog geen 40% enkele jaren geleden. Die verschuiving is begrijpelijk. Een moderne vergaderomgeving bestaat uit een samenspel van hardware, software, netwerkverbindingen en persoonlijke apparaten. Elk onderdeel kan een potentiële ingang vormen voor hackers. Zeker nu hybride werkvormen grenzen doen vervagen tussen kantoor en thuisnetwerk, groeit de noodzaak voor geïntegreerde beveiliging.
Kwetsbaarheden in het hybride landschap
Cybercriminelen richten zich steeds vaker op collaboratieplatforms. Onveilige wifinetwerken, verouderde firmware en ongepatchte apparatuur vormen laagdrempelige doel
witten. Ook menselijk gedrag speelt mee: zodra beveiliging als hinderlijk wordt ervaren, zoeken medewerkers creatieve maar onveilige omwegen om de corporate tools te omzeilen. IDC noemt ‘blootstelling aan hackers’ de grootste zorg binnen flexibele werkmodellen, gevolgd door ontbrekende updates en onveilige persoonlijke apparaten. Het is een indicatie dat beveiliging niet kan worden overgelaten aan gebruikersdiscipline alleen. Technologie moet bescherming standaard meeleveren.
Secure-by-design als basisprincipe De oplossing ligt volgens het rapport in een securebydesign benadering. Daarbij wordt beveiliging niet als losse laag toegevoegd, maar vanaf het begin geïntegreerd in het ontwerp van systemen en processen. Denk aan ingebouwde encryptie, multifactorauthenticatie, automatische updates en instellingen die passen binnen de zerotrustprincipes. Zo’n aanpak voorkomt dat gebruikers zelf ingewikkelde maatregelen moeten nemen en minimaliseert de kans dat iemand bewust of onbewust beveiligingscontroles omzeilt. Het
resultaat is een veilige, maar tegelijk soepele samenwerkingservaring. Leveranciers als Barco, bekend van de ClickSharesystemen, volgen dat principe door beveiliging standaard op te nemen in het productontwerp. ISO 27001certificering, regelmatige firmwareupdates en dataversleuteling zijn voorbeelden van hoe securebydesign in de praktijk vorm krijgt.
Compliance als graadmeter voor vertrouwen
Veiligheid gaat verder dan techniek alleen. Organisaties moeten kunnen aantonen dat hun werkomgeving voldoet aan internationale normen en regelgeving, van AVG tot ISO/IEC 27001. IDC benadrukt dat compliance niet alleen een verplichting is, maar ook een concurrentievoordeel kan opleveren. Bedrijven die hun beveiliging en privacy aantoonbaar op orde hebben, bouwen sneller vertrouwen op bij klanten en partners. Daarom kiezen steeds meer organisaties voor oplossingen die certificering en regelmatige audits standaard meenemen. Het voorkomt juridische risico’s en helpt om consistent te

blijven in beleid, zeker bij hybride of internationale samenwerking.
Een opvallende bevinding uit het onderzoek is dat beveiligingsbeslissingen rond vergaderruimtes vaak niet door IT-teams worden genomen, maar door facility- of procurementafdelingen. Terwijl nu juist IT-specialisten de kennis hebben om risico’s goed te beoordelen en integratie met bestaande infrastructuur te waarborgen.
Daar komt bij dat veel organisaties moeite hebben om gekwalificeerd securityexperts te vinden. Vooral grotere bedrijven rapporteren een tekort aan cybersecurity-talent.
Dat maakt het extra belangrijk om samen te werken met technologiepartners die veiligheid niet als bijzaak zien, maar als onderdeel van het product-DNA.
Gelaagde bescherming in de praktijk Een veilige vergaderruimte vraagt om een combinatie van maatregelen. IDC onderscheidt onder meer:
• Authenticatie en encryptie: sterke verificatie en end-to-endencryptie voorkomen dat ongeautoriseerde partijen toegang krijgen.
• Regelmatige updates: automatische firmware- en software-updates dichten bekende kwetsbaarheden.
• Data-bescherming: gegevens moeten veilig zijn, zowel tijdens verzending als in opslag.
• Privacy-by-design: metadata en gebruikersinformatie blijven binnen de gecontroleerde bedrijfsomgeving.
• Zero trust: er wordt nooit blind vertrouwd op gebruikers of apparaten, elk verzoek tot toegang wordt gecontroleerd.
Door deze lagen te combineren ontstaat een robuust geheel dat bestand is tegen zowel technische als menselijke fouten.
Van risico naar continu proces Beveiliging is geen eenmalig project, maar een voortdurend proces van meten, verbeteren en aanpassen. IDC adviseert organisaties om hun risico’s systematisch in kaart te brengen: waar zitten de zwakke plekken in apparaten, netwerken en datastromen? Vervolgens kunnen bedreigingen worden geprioriteerd en kan beleid worden afgestemd op veranderende omstandigheden. Daarbij helpt het om duidelijke verantwoordelijkheden vast te leggen. Security is niet uitsluitend een taak van IT, maar een gedeelde verantwoordelijkheid van technologiepartners, leveranciers en gebruikers. Regelmatige audits en bewustwordingsprogramma’s versterken die gezamenlijke aanpak. Een belangrijk uitgangspunt van beveiliging in vergaderruimtes is dat het gebruiksgemak niet mag lijden onder extra maatregelen. Zodra beveiliging de workflow hindert, zoeken medewerkers uitwegen die juist risico’s vergroten.
Secure-by-design oplossingen nemen die frictie weg. Ze bieden één veilige en gestroomlijnde manier van werken, waardoor gebruikers niet in de verleiding komen om beveiliging te omzeilen. Zo blijft
productiviteit behouden zonder concessies aan veiligheid.
Vooruitdenken in een veranderend landschap
De regelgeving rond digitale veiligheid evolueert snel. Naast Europese kaders als NIS2 en de AI-wet komen er wereldwijd nieuwe normen bij voor dataprivacy en digitale verantwoordelijkheden. Organisaties die hun meeting-infrastructuur hier nu al op afstemmen, voorkomen dure aanpassingen in de toekomst. Investeren in toekomstbestendige oplossingen loont dus dubbel: het verkleint de kans op incidenten én versterkt de reputatie als betrouwbare partner.
Vergaderruimtes zijn uitgegroeid tot strategische hubs binnen de digitale werkplek. Ze verbinden teams, klanten en partners, maar kunnen ook een zwakke schakel worden als beveiliging niet structureel wordt meegenomen.
Wie inzet op security-first technologie, regelmatige updates en duidelijke governance, creëert een omgeving waarin samenwerking veilig én efficiënt blijft. De vraag is dan ook niet meer of meeting-room-security belangrijk is, maar hoe volwassen de beveiliging van de eigen vergaderruimtes werkelijk is. ◾
Scan de QRcode voor meer informatie over de oplossingen van Barco.
Bedrijven rekenen op een stabiele internetverbinding voor hun dagelijkse werkzaamheden, maar die zekerheid is niet overal vanzelfsprekend. In buitengebieden ligt vaak geen glasvezelverbinding, en komt die er ook niet. Ook op bedrijventerreinen en tijdelijke locaties is een vaste verbinding niet altijd aanwezig. De aanleg van een vaste lijn is vaak duur en kan soms weken duren. Voor zulke situaties wordt 5G steeds vaker ingezet als alternatief.
Met een vaste draadloze verbinding via het mobiele netwerk, ook wel Fixed Wireless Access (FWA) genoemd, is snel en betrouwbaar internet mogelijk zonder fysieke bekabeling.
IT-dienstverlener DetaQu uit Putten gebruikt deze techniek inmiddels structureel bij klanten die flexibiliteit nodig hebben.
DetaQu is een jong IT-bedrijf dat in korte tijd een duidelijke koers heeft gevonden. Oprichters Jurgen van Beek en Dave Verhagen werkten eerder samen bij verschillende organisaties, de een als IT-architect, de ander als projectmanager. In 2023 besloten ze hun ervaring te bundelen. Hun uitgangspunt: IT-oplossingen moeten vooral betrouwbaar en eenvoudig zijn in gebruik.
Hun klantenkring varieert van mkb-bedrijven tot campings en zorginstellingen, vaak op locaties waar de infrastructuur niet ideaal is.
Daar liepen ze al snel tegen hetzelfde probleem aan: stabiel internet is niet overal vanzelfsprekend.
“Organisaties willen geen discussie over kabels of providers, maar zekerheid dat ze verbonden blijven”

Waar glasvezel stopt
Veel bedrijven rekenen op een vaste glasvezelverbinding, maar in de praktijk is die dekking nog verre van compleet. Zelfs in stedelijke gebieden, zoals Ede, treffen Van Beek en Verhagen soms alleen DSL-lijnen aan. Op campings en in buitengebieden ontbreekt elke vaste aansluiting.
“Onze oplossingen vragen om een stevige verbinding,” zegt Verhagen.
“Als die er niet is, moeten we creatief worden.” Zo kwam DetaQu terecht bij 5G Internet voor Bedrijven: de FWA-oplossing van Odido Business De technologie werd voor het eerst getest bij een camping die haar gasten een stabiel netwerk wilde bieden in vakantiehuisjes en stacaravans. Glasvezel aanleggen was geen optie, dus koos DetaQu voor een 5G-oplossing.
“De afstand tot de zendmast bleek iets groter dan gedacht,” vertelt Van Beek. “Daarom hebben we 5G Internet voor Bedrijven getest met een buitenmodem met een krachtig antennesignaal. Dat werkte

verrassend goed. De verbinding bleef stabiel, ook bij vol gebruik.”
De succesvolle proef liet zien dat deze 5G-oplossing niet alleen geschikt is voor tijdelijke projecten, maar ook als structurele verbinding kan dienen.
Tijdelijke en vaste inzet
Sinds die test past DetaQu de draadloze verbinding breder toe. Bedrijven die tijdelijk op een bouwlocatie werken of een nieuw kantoor openen zonder glasvezel, kunnen zo toch snel online. “We hebben klanten die binnen een paar dagen operationeel willen zijn,” zegt Verhagen. “Met 5G Internet voor Bedrijven kunnen we dat waarmaken zonder te wachten op graafwerk of aansluitingen.”
Daarnaast onderzoekt het bedrijf toepassingen bij mantelzorgwoningen, waar de afstand tot een modem in het hoofdgebouw vaak te groot is voor stabiele wifi. “Met 5G kun je die chalets voorzien van een eigen verbinding zonder kabels
te trekken,” legt Van Beek uit. DetaQu gebruikt 5G ook als backup voor vaste lijnen. Redundantie is volgens Van Beek essentieel: “We bouwen onze oplossingen standaard met twee verbindingen. Als de hoofdverbinding uitvalt, neemt de 5G het over. Zo blijft de klant online.”
Voor campings en vakantieparken betekent dat dat gasten internet kunnen blijven gebruiken tijdens een storing. In de zorg en zakelijke dienstverlening speelt dezelfde behoefte aan continuïteit. “Een betrouwbare back-up voorkomt dat bedrijfsprocessen stilvallen,” zegt Verhagen.
Samenwerking met Odido
De samenwerking met Odido Business kwam pragmatisch tot stand. “We belden een paar providers met de vraag naar een tijdelijke verbinding,” herinnert Van Beek zich. “Odido reageerde snel en leverde binnen drie dagen een werkende oplossing. Sindsdien gebruiken we
5G Internet voor Bedrijven standaard in onze ontwerpen.”
Beide partijen zien die samenwerking als praktisch en gelijkwaardig. “Er is goed contact met de accountmanager,” zegt Verhagen. “Als we een vraag hebben, wordt die snel opgepakt. Dat helpt, zeker bij klantenprojecten waar timing belangrijk is.”
Wat begon als noodoplossing is inmiddels een vast onderdeel van DetaQu’s aanbod. Het bedrijf ziet vaste draadloze verbindingen als logische aanvulling op glasvezel. “FWA is geen vervanging, maar een nuttige schakel,” zegt Van Beek. “We kunnen klanten sneller helpen, zeker op plekken waar de infrastructuur achterloopt.”
De IT-dienstverlener onderzoekt nu hoe 5G Internet voor Bedrijven kan worden geïntegreerd in bredere netwerkomgevingen, bijvoorbeeld met load balancing tussen vaste en draadloze lijnen. Ook kijkt het bedrijf naar monitoring en beheer op afstand, zodat de prestaties van beide verbindingen continu zichtbaar blijven.
De meerwaarde zit in de eenvoud Wat DetaQu opvalt aan de praktijk van FWA-toepassingen, is vooral de voorspelbaarheid ervan. Het bedrijf richt netwerken zoveel mogelijk op dezelfde manier in, zodat beheer en monitoring overzichtelijk blijven. “We werken met een vaste technische basis die we per locatie kunnen bijstellen,” zegt Verhagen. “Dat maakt het eenvoudiger om storingen te voorkomen en om op afstand in te grijpen als dat nodig is.”
Voor klanten betekent die aanpak dat hun verbinding stabiel blijft, ongeacht de situatie ter plekke. Volgens Van Beek laat dat zien dat 5G niet alleen een noodoplossing is, maar een volwaardig alternatief voor traditionele verbindingen. Voor veel organisaties geldt volgens Van Beek hetzelfde: “Ze willen geen discussie over kabels of providers, maar zekerheid dat ze verbonden blijven. 5G Internet voor Bedrijven helpt ons die belofte waar te maken, zonder afhankelijk te zijn van wat er toevallig in de grond ligt.” ◾
De kracht van Customer Experience Automation (CXA) zorgt voor een golf van innovatie in de contactcenterwereld in Nederland. Bedrijven kunnen hierdoor meer waarde leveren en klanten beter bedienen.
Dat zegt Joran Klarenbeek, Business Development Manager bij Evolve IP. Volgens hem veranderen technologie en klantverwachtingen razendsnel in een markt die voortdurend in beweging is. “Tegenwoordig verwachten mkb’s en middelgrote organisaties voordelen die vroeger alleen waren weggelegd voor grote ondernemingen,” zegt hij. “Als sector leveren we nu meer waarde voor dezelfde prijs, met omnichanneloplossingen en AIgedreven tools. Goedkopere alternatieven bestaan, maar die gaan vaak ten koste van kwaliteit, stabiliteit en gebruikerservaring. Door versnipperde workflows te vervangen door gecoördineerde, multiagent orchestration kunnen contactcenters sneller vragen afhandelen, meer verkoopkansen benutten en de klantwaarde op de lange termijn vergroten.”
Strategischer werken
Volgens Joran is er veel vraag naar specifieke functies en mogelijkheden. “Bedrijven denken strategischer na over waar hun doelgroepen actief zijn en hoe ze daar relevant kunnen blijven. De tijd van een

“De tijd van eenzijdige communicatie is voorbij: het draait nu om gericht inspelen op hoe en waar mensen willen communiceren”
zijdige communicatie is voorbij: het draait nu om gericht inspelen op hoe en waar mensen willen communiceren. Websitechatbots vormen daarin vaak de eerste stap, maar deze tools worden nu beter toegankelijk en betaalbaarder.”
Hij vervolgt: “De ervaringen van mensen – positief én negatief –bepalen hoe ze AI binnen hun eigen organisatie zien. Daarom is het belangrijk om te laten zien wat de voordelen zijn van een cloud-first, AI-gericht productaanbod zoals dat van Evolve IP. Dat levert een natuurlijker en aantrekkelijker gebruikerservaring op, omdat het van meet af aan in de cloud is ontwikkeld en niet achteraf is toegevoegd aan bestaande systemen.”
Onderscheidend vermogen
“Alle grote leveranciers proberen elkaar bij te houden,” zegt hij. “Het onderscheid zit in gebruiksvriendelijkheid, marktbenadering en integratie met andere producten. Ook prijs en waarde lopen sterk uiteen. Evolve IP kan zeer lage transactiekosten aanbieden, wat het makkelijker maakt om waarde te berekenen binnen bredere AI-proposities.”
Hoe kunnen resellers en msp’s nieuwe kansen vinden in de wereld van call- en contactcenters?
Joran: “Elke reseller of msp zou een echte managed service moeten leveren om klanten en hun processen echt te begrijpen. Hoeveel oproepen worden gemist, en wanneer zijn de piekmomenten?
Dat zijn simpele manieren om te

Alex Finn
Naast de samenwerking met Talkdesk heeft Evolve IP Alex Finn aangesteld als nieuwe Global Sales Director. “Door versnipperde workflows te vervangen door gecoördineerde, multiagent orchestration kunnen contactcenters sneller vragen afhandelen, meer verkoopkansen benutten en de klantwaarde op de lange termijn vergroten, zonder de complexiteit van traditionele systemen,” zegt Finn. Hij benadrukt dat resellerpartners toegang krijgen tot het volledige Talkdeskportfolio: “Talkdesk CXA is volledig geïntegreerd in het Evolve IPplatform, waaronder drie belangrijke AIcomponenten: Talkdesk Navigator, Autopilot en Copilot. AI is de toekomst, en Talkdesk biedt een compleet portfolio van AIgedreven oplossingen voor klantinteractie. Dit is het moment om aan boord te stappen.”
laten zien wat een modern, AI-gestuurd omnichannelcontactcenter kan betekenen. En dat is nog maar het begin. Op dit moment maken we AI efficiënter om het aantal oproepen te verminderen en medewerkers meer tijd te geven voor complexere vragen. Uitein-
delijk kan AI vrijwel alle oproepen afhandelen, terwijl mensen het systeem op de achtergrond bijsturen. Standaardvragen en eenvoudige interacties kunnen al veel sneller worden afgehandeld. De toekomst wordt slimmer en dynamischer, met AI als kern.” ◾
Na Wi-Fi 6 en de uitbreiding met 6E staat nu de zevende generatie draadloze netwerktechnologie op de drempel van adoptie: Wi-Fi 7, oftewel IEEE 802.11be. Deze nieuwe standaard belooft snellere verbindingen, minder vertraging en een hogere capaciteit. Maar hoe relevant is dit in de praktijk voor organisaties met enkele tientallen tot honderden werkplekken? En is het de moeite waard om je klanten nu al te helpen met de overstap? Tekst: Marcel Debets
Wi-Fi 7 bouwt voort op de verbeteringen van zijn voorgangers, maar voegt daar enkele belangrijke nieuwe functies aan toe die vooral in drukbezette werkomgevingen tot hun recht komen.
Zo wordt de kanaalbreedte in de 6 GHz-band verdubbeld naar 320 MHz. Dit betekent dat er aanzienlijk meer data tegelijk kan worden ver-
Wi-Fi 7 vs. private 5G – concurrenten of complementair?
Nu Wi-Fi 7 aan de vooravond van adoptie staat, duikt ook de vraag op of private 5G niet een aantrekkelijker alternatief is (zie ook pagina 36). Zeker in sectoren waar mobiliteit, bereik of betrouwbaarheid centraal staan, worden beide technologieën vaak naast elkaar genoemd. Maar hoe verhouden ze zich tot elkaar?
Private 5G is vooral interessant voor omgevingen waar hoge betrouwbaarheid, lage latency en dekking over grotere afstanden belangrijk zijn. Denk aan industriële omgevingen, logistieke centra of buitenterreinen. Het vraagt echter om licenties, een aparte infrastructuur en vaak ook ondersteuning van gespecialiseerde partijen.
Wi-Fi 7 daarentegen is eenvoudiger te implementeren, maakt gebruik van bestaande netwerkinfrastructuur, en is goedkoper in beheer en onderhoud. Dat maakt het beter geschikt voor kantooromgevingen, onderwijsinstellingen, zorglocaties of kleinere bedrijfspanden. In de praktijk vullen beide technologieën elkaar eerder aan dan dat ze elkaar vervangen. Voor organisaties tot 250 werkplekken is Wi-Fi 7 in de meeste gevallen de logische keuze, tenzij er hele specifieke eisen zijn rond mobiliteit of beschikbaarheid onder zware omstandigheden.
werkt, waardoor congestie wordt verminderd. Dankzij 4K QAM – een efficiëntere modulatiemethode –kan elke datapuls meer informatie bevatten, wat resulteert in hogere snelheden.
Een van de opvallendste innovaties is de zogeheten Multi-Link Operation (MLO). Daarmee kunnen apparaten tegelijkertijd meerdere frequentiebanden gebruiken, zoals 2.4, 5 en 6 GHz. Dat maakt het netwerk sneller en robuuster: als één band overbelast is, wordt automatisch een andere gebruikt.
Verder is de latency bij Wi-Fi 7 lager dan bij eerdere standaarden. In de praktijk betekent dit dat toepassingen zoals videobellen, online samenwerken of realtime cloudgebruik soepeler verlopen. De maximale bruto datasnelheid ligt op papier op 46 Gbps – aanzienlijk hoger dan de 10 Gbps die bij Wi-Fi 6 mogelijk was – al zullen die snelheden in realistische omgevingen meestal lager uitvallen.
Wanneer biedt Wi-Fi 7 echt voordeel?
Voor organisaties met zo’n 50 tot 250 werkplekken zijn snelheid en capaciteit belangrijk, maar stabiliteit en betrouwbaarheid minstens zo relevant. Wi-Fi 7 komt dan vooral van

pas in situaties waarin veel medewerkers tegelijkertijd online zijn, waarbij het netwerk meerdere applicaties moet ondersteunen.
Denk aan kantoren waar werknemers intensief gebruikmaken van Microsoft 365, cloudgebaseerde boekhoud of CRMsystemen, en regelmatig videocalls houden via Teams of Zoom. Ook als er regelmatig gasten of flexwerkers inloggen op het netwerk, of als er veel mobiele apparaten (laptops, tablets, smartphones) in omloop zijn, levert een WiFi 7netwerk voordelen op. De verbeterde bandbreedteverdeling en lagere latency helpen ook om vertragingen of haperingen te voorkomen, bijvoorbeeld bij het openen van grote bestanden vanuit de cloud of bij het bewerken van gedeelde documenten.
Is het al beschikbaar?
Ja, maar beperkt. Verschillende fabrikanten hebben inmiddels access points op de markt gebracht die WiFi 7 ondersteunen. Bekende voorbeelden zijn modellen uit de reeksen TPLink Omada, Ubiquiti UniFi, Cisco Meraki Go en Aruba Instant On. Dit zijn oplossingen die specifiek bedoeld zijn voor kleinere en middelgrote organisaties. Aan de gebruikerskant is onder
steuning nog schaars. Alleen de nieuwste smartphones, tablets en laptops zijn op dit moment compatibel met WiFi 7. Maar omdat de meeste access points ook oudere standaarden ondersteunen, kunnen bestaande apparaten voorlopig gewoon blijven werken. Je kunt dus al investeren in een WiFi 7infrastructuur, zonder dat je direct al je devices hoeft te vervangen.
Wat betekent dit voor het netwerk?
Klanten die nu al nadenken over vernieuwing van het draadloze netwerk, doen er goed aan een paar randvoorwaarden mee te nemen. Allereerst moet de bekabelde infrastructuur krachtig genoeg zijn om de hogere snelheden aan te kunnen. Access points die WiFi 7 ondersteunen, leveren vaak meer dan 1 Gbps door, waardoor het verstandig is om te kiezen voor switches met 2.5G of zelfs 10Guplinks. Ook de stroomvoorziening kan een aandachtspunt zijn. Veel WiFi 7apparaten vragen meer vermogen dan eerdere generaties. PoE++ (de 802.3btstandaard) is dan een vereiste om access points via de netwerkkabel van voldoende stroom te voorzien.
Daarnaast loont het om te kijken naar het beheerplatform. Zeker als
er meerdere vestigingen zijn, of als je als organisatie geen eigen ITafdeling hebt, is het handig als je netwerk eenvoudig te beheren is via een centrale cloudomgeving of mobiele app.
En de beveiliging?
Net als WiFi 6 maakt WiFi 7 standaard gebruik van WPA3versleuteling. Die beschermen verbindingen beter tegen afluisteren en brute forceaanvallen. In moderne oplossingen is het bovendien vaak mogelijk om extra beveiligingsopties te activeren, zoals netwerksegmentatie (bijvoorbeeld aparte netwerken voor personeel en gasten), toegangsregels per apparaattype of tijdslot, en realtime monitoring via dashboards. Juist in kleinere organisaties, waar ITbeheer niet altijd prioriteit heeft, biedt dit type beheeromgeving meer overzicht en controle zonder dat het complex wordt.
Is overstappen verstandig?
Bij klanten waar je recent een upgrade naar WiFi 6 hebt gedaan, is het niet nodig om direct actie te ondernemen. De stap van WiFi 6 naar 7 is wel technisch relevant, maar niet zo fundamenteel als de overgang van WiFi 4 of 5 naar WiFi 6 was. Merk je dat het netwerk regelmatig traag aanvoelt, of staat er binnenkort toch al een vervanging op de planning, dan doe je er goed aan om WiFi 7 nu al mee te nemen in de overweging. Want nieuwe access points zijn ook geschikt voor oudere apparaten, en zorgen ervoor dat toekomstige uitbreidingen geen bottleneck vormen.
Voor organisaties die volop inzetten op cloud, hybride werken en digitale samenwerking, kan WiFi 7 bijdragen aan een merkbaar betere netwerkervaring – zeker op piekmomenten. ◾






































































































































































NETGEAR Business verandert zijn naam in NETGEAR Enterprise en richt zijn blik nadrukkelijk op groei in het mid-enterprise segment. Met het nieuwe NETGEAR Drive Partnerprogramma wil het bedrijf partners helpen om hun dienstverlening eenvoudiger en winstgevender te maken. Tegelijkertijd breidt het zijn portfolio voor msp’s uit met geïntegreerde security-oplossingen binnen het beheerplatform Insight Pro.
Volgens Arend Karssies, Regional Director Benelux bij NETGEAR, past het moment van de lancering goed bij de fase waarin het bedrijf zich bevindt. “We zijn al dertig jaar actief in het IT-kanaal en hebben een sterke positie bij het mkb, maar we zien dat steeds meer partners ons weten te vinden in de mid-enterprise markt. Dat is een logische volgende stap.”
Drive-programma in drie niveaus
Het nieuwe partnerprogramma bestaat uit drie niveaus – Ignite, Apex en Apex MSP – die elk een toenemende mate van ondersteuning en voordelen bieden. Partners kunnen onder meer rekenen op dealregistratie, trainingsportalen, marketingmateriaal en toegang tot MDFbudgetten. “We hebben het programma ontworpen met eenvoud als uitgangspunt,” zegt Karssies. “Veel partnerprogramma’s zijn complex, met allerlei voorwaarden en uitzonderingen. Wij willen dat partners snel kunnen schakelen, zonder ingewikkelde licentie- of contractstructuren.”
Het programma wordt begin november o cieel gelanceerd tijdens een webinar. Karssies hoopt dat veel bestaande en nieuwe partners daar aansluiten: “Het webinar geeft een goed beeld van wat NETGEAR Drive concreet biedt. Partners kunnen zich daarna direct aanmelden of contact opnemen met hun accountmanager voor een persoonlijk gesprek.”

Meer weten over NETGEAR Drive?
Op dinsdag 5 november om 16.00 uur organiseert NETGEAR Enterprise een webinar over het nieuwe NETGEAR Drive Partnerprogramma. Tijdens deze sessie krijgen partners een volledig overzicht van de opzet, voordelen en voorwaarden van het programma.
Security toegevoegd aan NETGEAR Insight Pro Naast het nieuwe partnerprogramma breidt NETGEAR Enterprise zijn Insight Pro-platform uit met geavanceerde securityfuncties.
De basis daarvoor is de overname van de Amerikaanse softwarepartij Exium, waarmee het bedrijf security-as-a-service (SASE) toevoegt aan zijn bestaande netwerk- en wifioplossingen. “Voor veel msp’s is security nog altijd een ontbrekende schakel in hun portfolio,” legt Karssies uit. “Met Exium voegen we zero-trust en cloudgebaseerde beveiliging toe aan Insight Pro. Partners kunnen zo hun klanten 24/7 bescherming bieden, geïntegreerd binnen dezelfde omgeving waarin ze al switches, routers en access points beheren.”
De combinatie van networking en security maakt de propositie volgens Karssies aantrekkelijk voor msp’s die actief zijn in het mkb en mid-enterprise segment. “Veel organisaties in die groep zijn te klein voor enterprisecontracten, maar willen wel enterprisekwaliteit. Met één platform, zonder overbodige complexiteit, kunnen partners nu een complete infrastructuur aanbieden die schaalbaar en beheersbaar blijft.”
NETGEAR Enterprise verwacht met Drive en de uitbreiding van Insight Pro zowel nieuwe partners aan te trekken als bestaande relaties te versterken. “We willen hun business versterken,” zegt Karssies. “Waarde toevoegen, niet wegnemen. Dat is waar het ons om gaat.” ◾



Telco’s zijn niet langer uitsluitend leveranciers van verbindingen. Ze ontwikkelen zich tot digitale platformbedrijven die connectiviteit aanbieden als onderdeel van een breder geheel van diensten. Dat bleek tijdens Capacity Europe in Londen, waar leiders uit de sector tijdens een paneldiscussie met elkaar in gesprek gingen.
Tekst: Mels Dees
De scheidslijn tussen netwerk, cloud en IT vervaagt, concludeerde de panelleden tijdens Capacity Europe. Bedrijven willen geen losse infrastructuur, maar geïntegreerde oplossingen die direct aansluiten op hun bedrijfsprocessen.
“Ondernemingen willen geen bits en bytes, ze willen transparantie en eenvoud,” zei Fánan Henriques, Director of Product & International Business bij Vodafone Business. “Ze willen iets dat ze direct kunnen integreren in hun ERP of cloudomgeving.” Waar de waarde ooit lag in het leveren van lijnen, ligt die nu in het samenstellen van complete digitale oplossingen.
MSP’s en resellers kunnen daarin een sleutelrol spelen door netwerkdiensten te combineren met beveiliging, databeheer en cloudintegratie.
Kunstmatige intelligentie werd door de panelleden niet gepresenteerd als een plotselinge breuk, maar als een versneller van bestaande trends. Dimitrios Rizoulis, Senior Vice President Global Connectivity bij T WHOLESALE (Deutsche Telekom), noemde het een ‘turbocharge’ van de processen
die al aan de gang waren. Netwerken worden ontkoppeld van hun fysieke laag en ontwikkeld tot programmeerbare omgevingen die zichzelf aansturen.
Volgens Henriques is het idee van het zelflerende, zero-touch netwerk geen toekomstmuziek meer. “Elke keer dat een industrie wordt losgekoppeld, ontstaan er nieuwe kansen. Degenen die zich goed positioneren in het ecosysteem zullen daarvan profiteren.”
Voor msp’s en VAR’s betekent dit dat de nadruk verschuift van onderhoud naar orkestratie. Wie begrijpt hoe netwerken, beveiliging en applicaties met elkaar praten via API’s, kan klanten helpen hun infrastructuur slimmer en veiliger te maken.
De nieuwe klantrelatie
Een opvallend thema in het panel was de manier waarop zakelijke klanten hun rol herdefiniëren. Volgens Annette Murphy, Chief Commercial O cer bij Colt Technology Services, willen klanten niet langer alleen afnemen, maar meewerken
aan de ontwikkeling van diensten. “Ze willen met ons co-creëren.”
Valerie Cussac, Chief Executive O cer bij Orange Wholesale International, vertelde hoe haar organisatie met klanten samenwerkt aan de ontwikkeling van een 5G-core als dienst. Technici, verkopers en eindgebruikers zitten daarbij letterlijk in dezelfde ruimte. “Dat is een totaal andere manier van werken, maar het is de enige manier om relevant te blijven.”
Die samenwerking vraagt om partners die de taal van zowel IT als telecom spreken. Zij kunnen de brug slaan tussen technische netwerkinfrastructuur en de bedrijfsdoelen van de klant.
Het idee dat telecomdiensten als afzonderlijke producten worden verkocht, maakt plaats voor platformdenken. Telco’s bouwen digitale portalen waarop netwerkfuncties on-demand kunnen worden afgenomen. Cussac gaf een concreet voorbeeld: Orange koppelde haar eigen on-demand Ethernet-portaal aan dat van Colt, zodat partners

met één klik toegang hebben tot beide netwerken. Het vraagt van partners wel kennis van automatisering, beveiliging en compliance.
Nieuwe manieren van werken
De veranderingen in technologie en klantverwachting hebben hun weerslag op de manier waarop telecombedrijven georganiseerd zijn.
Bij Colt werd na een overname gekozen voor een tweedeling tussen infrastructuur en enterpriseoplossingen. Volgens Murphy maakt die focus de organisatie wendbaarder en klantgerichter. Cussac beschreef hoe Orange agile teams heeft gevormd waarin technici, verkopers
samenwerking altijd in het DNA van de telecomsector heeft gezeten, maar dat de schaal van investeringen die AI vraagt dit nog belangrijker maakt. “De hoeveelheid kapitaal die nodig is, kan niemand alleen dragen,” zei hij. “AI creëert ook nieuwe eisen aan netwerken: soms veel volume met weinig latency, soms juist het omgekeerde.”
Mohammed AlAbbadi, Group Chief Carrier & Wholesale Officer bij STC, wees erop dat operators al decennia manieren vinden om samen te werken, bijvoorbeeld via gedeelde infrastructuur. “Met AI wordt dat alleen maar belangrijker,” zei hij. “Institutionele investeerders tonen
“Connectiviteit is niet langer een laag onder de IT-infrastructuur, maar een integraal onderdeel van digitale transformatie”
en klanten samenwerken. “Dat vraagt nieuwe vaardigheden en een andere manier van denken.”
Deze open, flexibele manier van werken creëert ook nieuwe ruimte voor samenwerking met gespecialiseerde partners. Telco’s zoeken actief naar complementaire expertise in het kanaal.
Enrico Bagnasco, Chief Executive Officer bij Sparkle, wees erop dat
bovendien steeds meer interesse in bijvoorbeeld datacenterassets, omdat ze het rendement zien.”
Voor MSP’s en VAR’s opent dit de deur naar een ecosysteem waarin samenwerking tussen carriers, hyperscalers en partners de norm wordt. Waar deze werelden elkaar raken, ontstaan kansen voor partners die waarde kunnen toevoegen in integratie, monitoring, beveiliging en innovatie.
Volgens Henriques draait de toekomst van telecom om data. “Je moet de data volgen, want waar de data heen gaan, daar gaat het geld heen.” Operators proberen te voorspellen waar datastromen zich ontwikkelen en bouwen hun infrastructuur daar omheen.
Rizoulis wees op drie duidelijke groeigebieden: infrastructuur voor AI, premium interconnectie tussen AIsystemen en nieuwe APIgedreven diensten zoals fraudepreventie en locatieverificatie. Ook nietterrestrische netwerken, zoals satellietverbindingen, spelen daarbij een rol. Cussac benadrukte dat de vraag waar rekenkracht zich zal concentreren bepalend is voor de netwerken van morgen. “Zal die aan de rand, de edges, staan of in het datacenter? Dat bepaalt de topologie van de toekomst.” Voor MSP’s en resellers is dit relevant omdat edgediensten, lokale datacenters en private 5Gnetwerken kansen bieden voor nieuwe serviceconcepten.
Voor partners is de boodschap van het panel helder. Connectiviteit is niet langer een laag onder de ITinfrastructuur, maar een integraal onderdeel van digitale transformatie. Wie begrijpt hoe AI, automatisering en netwerkdiensten samenkomen, kan de rol van strategische partner claimen in plaats van die van leverancier. ◾
In een wereld waarin data exponentieel groeit en de vraag naar veilige, schaalbare en duurzame storage-oplossingen toeneemt, biedt Seagate een krachtig antwoord: het Seagate Partner Program. Dit programma is ontworpen om partners te ondersteunen bij het benutten van kansen in cloud, AI en edge computing, en hen te versterken als waardevolle kennispartners in het storage-landschap.
Ons programma is meer dan alleen een incentive-structuur,” zegt Emir Amri, Seagate Partner Program Manager
EMEA. “Het is een strategisch platform dat partners in staat stelt om hun expertise te verdiepen, hun klanten beter te bedienen en hun business verder te ontwikkelen.”
Gebouwd op vertrouwen, innovatie en samenwerking
Al meer dan 45 jaar is Seagate een pionier in dataopslag. Het Partner Program weerspiegelt deze ervaring en biedt een geïntegreerde aanpak met toonaangevende technologie, training en ondersteuning. Partners krijgen toegang tot een breed portfolio van oplossingen –van personal storage tot enterprise systems en cloud services – en kunnen deze flexibel inzetten op basis van klantbehoeften.
“We luisteren actief naar onze partners en hebben het programma vernieuwd om beter aan te sluiten op de huidige marktbehoeften,” aldus Emir. “Met ons nieuwe competency framework en aanvullende commerciële voordelen stellen we partners in staat om hun positie in de markt te versterken.”

Diamond – elk met eigen voordelen zoals:
• Special pricing en rebates
• Deal registration en MDF-aanvragen
• Toegang tot demo units en evaluatie-apparatuur
• Trainingen en competencies met digitale badges
• Co-marketing en demand generation support
Training en competencies: kennis als sleutel tot succes Via het partner portal biedt Seagate gepersonaliseerde leertrajecten aan, afgestemd op marktfocus en rol binnen de organisatie. Technische professionals kunnen hun kennis van system architecture verdiepen, terwijl sales-teams leren hoe ze Seagate-oplossingen effectief kunnen positioneren. Na afronding van een training ontvangen partners een digitale badge die hun expertise onderstreept.
“We willen dat onze partners niet alleen oplossingen leveren, maar ook waarde toevoegen,” zegt Emir. “Daarom investeren we in hun ontwikkeling en geven we hen de tools om zich te onderscheiden.”
Het Seagate Partner Program is dé springplank voor resellers, system integrators en managed service providers die willen excelleren in de data-economie. Of het nu gaat om het moderniseren van back-upstrategieën, het ondersteunen van AI-workloads of het vereenvoudigen van kostenstructuren – Seagate staat klaar om samen te bouwen aan de toekomst van dataopslag. “
Drie niveaus, één doel: gezamenlijke impact
Het programma kent drie partnerniveaus – Partner, Emerald en
Diamond-partners genieten bovendien van toegewijde sales- en marketingmanagers, uitnodigingen voor partner summits en deelname aan het Partner Advisory Board.
Word onderdeel van een sterk netwerk


Nederlandse bedrijven en instellingen staan voor een groeiende uitdaging: hoe ga je efficiënt en veilig om met de explosieve toename van data? Van zorginstellingen tot cloudproviders en van onderwijs tot industrie — de behoefte aan schaalbare, betrouwbare en energieefficiënte opslagoplossingen is urgenter dan ooit. Seagate ondersteunt organisaties met oplossingen die aansluiten op hun infrastructuur, ambities en toekomstvisie.
De Nederlandse markt is innovatief en pragmatisch,” zegt Dick Potton, Sales Manager Seagate Solutions BNLX. “Onze klanten zoeken oplossingen die niet alleen technisch sterk zijn, maar ook passen binnen hun operationele en duurzaamheidsdoelstellingen. Met Exos CORVAULT en Exos AP 5U84 bieden we precies dat: schaalbare systemen met lage TCO en hoge betrouwbaarheid.” Deze systemen zijn ontworpen voor maximale uptime en minimale complexiteit. Ze ondersteunen selfhealing drives, geavanceerde monitoring en ingebouwde beveiliging, waardoor ze ideaal zijn voor zowel enterpriseomgevingen als MSP’s en regionale datacenters. Potton wijst daarnaast op een onderbelicht aspect binnen de AIrevolutie: “Storage is de vergeten motor achter AI. De afgelopen jaren lag de focus op GPU’s, compute en infrastructuur, maar zonder betrouwbare opslag is er geen inzicht. Veel organisaties hebben hun computeomgeving fors uitgebreid, terwijl hun storagecapaciteit achterblijft. Dat is een risico, zeker nu de hoeveelheid data — aangedreven door AI, machine learning,
video, analytics en IoT — exponentieel groeit.”
Voor organisaties die hun onpremise opslagcapaciteit willen uitbreiden, biedt Seagate een reeks highdensity systemen die maximale capaciteit combineren met betrouwbaarheid, energieefficiëntie en lage operationele kosten. “Onze oplossingen zijn ideaal voor hosting en cloudproviders, enterpriseomgevingen met groeiende dataarchieven en AI of HPCclusters die enorme hoeveelheden trainingsdata verwerken,” aldus Potton. “Met configuraties tot meerdere petabytes per systeem leveren de Exos en CORVAULTseries een ongeëvenaard kostperTBvoordeel, korte levertijden en enterpriseclass performance.”
Technologie die meegroeit
De opkomst van AI, edge computing en hybride cloud vraagt om opslagoplossingen die flexibel en toekomstbestendig zijn. “Nederlandse organisaties willen technologie die meebeweegt met hun groei
en ambities,” aldus Vincent Oostlander, Director Seagate Solutions Sales EMEA. “Onze HAMRtechnologie en modulaire architectuur zorgen voor schaalbaarheid zonder concessies aan prestaties of duurzaamheid.”
Met innovaties zoals heatassisted magnetic recording (HAMR) en multitier caching biedt Seagate oplossingen die klaar zijn voor workloads van morgen — van deep learning tot realtime analytics. Marketing als motor voor adoptie in Nederland “Technologie moet niet alleen beschikbaar zijn, maar ook relevant zijn voor de projecten en klanten van onze partners,” zegt Emir Amri, Channel Marketing Manager Solutions EMEA. “Daarom investeren we in gerichte campagnes en cobranded events in Nederland, waarmee we samen met onze partners de kracht van Seagateoplossingen onder de aandacht brengen.”
Seagate is actief betrokken bij initiatieven zoals CloudExpo Nederland, waar het samen met partners de nieuwste innovaties op het gebied van datacenteropslag en AIready infrastructuur presenteert. ◾
LANCOM Systems, onderdeel van het Duitse Rohde & Schwarz, positioneert zich als leverancier van netwerkoplossingen die in Europa worden ontwikkeld en getest.
Co-CEO Robert Mallinson ziet een groeiende aandacht voor digitale soevereiniteit. “Organisaties zijn zich meer bewust van de risico’s van afhankelijkheid van nietEuropese partijen.”
Tekst: Marcel Debets
Rohde & Schwarz is een familiebedrijf met wereldwijd ongeveer 15 duizend medewerkers en een jaaromzet van zo’n drie miljard euro. De groep levert onder meer meetapparatuur, communicatiesystemen voor defensie en cybersecurityoplossingen. LANCOM valt binnen de divisie Networking & Cybersecurity, waar ook Rohde & Schwarz Cybersecurity en het Duitse encryptiebedrijf SIT onder vallen. “Die combinatie maakt het mogelijk netwerk- en beveiligingsoplossingen in samenhang aan te bieden,” zegt Mallinson.
LANCOM werkt vrijwel volledig via het kanaal en telt wereldwijd 1.800 actieve partners, waarvan veel al tientallen jaren met het bedrijf samenwerken. De vraag naar veilige netwerken groeit en kennisoverdracht is een belangrijk speerpunt. “We willen dat partners zelfstandig implementaties kunnen uitvoeren en storingen oplossen,” zegt Mallinson. Online trainingen en productgebonden AI-chatbots moeten hen daarbij ondersteunen.
Licentiemodel
In tegenstelling tot leveranciers die volledig overstappen op strikte abonnementsmodellen, kiest LANCOM voor een flexibeler benadering. Apparatuur blijft functioneren als

een licentie afloopt, al vervallen dan centrale beheerfuncties via de LANCOM Management Cloud. Partners kunnen via het Service Provider License Agreementmodel licenties maandelijks afnemen. “Dat geeft organisaties ruimte om hun licenties aan te passen aan hun actuele situatie,” licht Mallinson toe.
Het portfolio bestaat uit routers, firewalls, wifi-oplossingen en switches tot 6,4TBps, waarmee ook grote campusomgevingen bediend kunnen worden. Nieuwe Wifi 7-accesspoints worden uit recyclebaar materiaal zonder gelijmde onderdelen vervaardigd en bevatten energiebesparende functies. Via de LANCOM Management Cloud is het mogelijk het energieverbruik van netwerkapparatuur te monitoren en te optimaliseren.
“Waarom zou een winkel ’s nachts wifi aan hebben staan? Door slim te schakelen besparen organisaties kosten en energie,” zegt Mallinson. Ook in de gezondheidszorg ziet LANCOM mogelijkheden, bijvoorbeeld door het integreren van IoT-functies in wifi-infrastructuur. In ziekenhuizen kan zo apparatuur worden gevolgd en beheerd, variërend van bedden tot medische meetinstrumenten.
Mallinson verwacht dat de vraag naar veilige en beheersbare netwerkoplossingen de komende jaren verder zal toenemen, vooral in sectoren met kritieke infrastructuur zoals zorg, energie en transport. “Met de combinatie van Europese ontwikkeling, aandacht voor security en een sterke partnerbasis willen we daar een relevante bijdrage aan leveren.” ◾
De internationale IT-distributeur Exertis Enterprise gaat verder als Hammer Distribution. Dat is een bekende naam uit het verleden die nu door hetzelfde bedrijf weer wordt omarmd. “We zijn terug, met veel kennis om te delen, waarmee we ook afnemers willen helpen groeien.” Tekst: Wally Cartigny
De rebrandingcampagne die in Nederland en andere Europese vestigingslanden is gestart, is onderdeel van een strategische herpositionering van Hammer Distribution binnen moederbedrijf DCC. De focus ligt op herkenbaarheid en groei.
Herintroductie
“De naam Hammer heeft een lange geschiedenis in onze branche,” vertelt Sebastiaan Reijman Hinze, General Manager Netherlands van Hammer Distribution. ”In 1991 begon het bedrijf onder die naam, later zijn we Exertis Enterprise gaan heten. Verkoop van het onderdeel Exertis UK door DCC is gekozen als moment om Hammer Distribution in andere landen te herintroduceren. Veel klanten uit het verleden kennen die naam nog en associëren die met betrouwbaarheid, kennis en service. Door die identiteit terug te brengen, kunnen we bouwen aan een toekomst als onafhankelijke distributeur.”
Meedenken met klant
De rebranding is voorafgegaan door vernieuwing binnen de organisatie. Zo is het Nederlandse team volgens Reijman Hinze gegroeid en verdeeld over drie gespecialiseerde business units. “Het gaat om componenten, solution selling (servers, storage en power solutions) en networking & cybersecurity. Vanuit die units kunnen we beter inspelen op specifieke behoeften van klanten. We begeven ons in een markt met meerdere grote distributeurs. Wij willen ons daarin onderscheiden als partij met inhoudelijke kennis. Hammer Distribution is geen ge-

Cloud Expo
Hammer Distribution neemt deel aan
Cloud Expo op 3 en 4 december in Houten.
Onder meer de merken
Micron, AMD Gigabyte en A10 Networks zijn op de stand vertegenwoordigd.
IT-dienstverleners
kunnen daar het team persoonlijk ontmoeten. Afspraken kunnen worden ingepland na registratie voor de beurs.
nerieke distributeur, maar een bedrijf dat wil meedenken, op maat adviseren en samen met de klant bouwen aan oplossingen.”
Technologisch onderscheidend
De marktfocus van Hammer Distribution ligt bij oplossingen op het gebied van storage, networking en security. Naast grote bedrijven behoren mkb-organisaties, scholen en instellingen tot de afnemers. Daarvoor worden technologische middelen ingezet van tier-1-merken als Seagate, Toshiba, Western Digital, Supermicro en Gigabyte. Reijman Hinze: “We houden daarnaast nieuwe ontwikkelingen in de gaten en van zich onderscheidende merken. Die zijn soms minder bekend, maar leveren vooruitstrevende oplossingen die prijstechnisch interessant kunnen zijn.” Om altijd goed werkende IT-oplossingen te kunnen bieden, heeft Hammer Distribution in het Verenigd Koninkrijk onder andere een nieuw testcentrum gebouwd. Hard- en software worden daar volgens Reijman Hinze samengesteld en getest, om ze plug & play aan afnemers te kunnen leveren.
Samen groeien
Naast fabrikanten werkt Hammer
Distribution ook samen met resellers en IT-dienstverleners, waarbij het bedrijf zichzelf positioneert als verbindende schakel. Reijman Hinze: “Wij willen investeren in relaties en doen dat onder meer door kennis te delen en trainingen aan te bieden. Zo willen we ervoor zorgen dat expertise niet op één plek in de keten blijft hangen en we samen kunnen optrekken en groeien.” ◾





AIGP Certified AI Governance Professional
CNIS2 Certified NIS2 Professional
BIO Certified Bio Professional Foundation/Practitioner
OSCP OffSec PEN-200
OSEE OffSec EXP-401
CEH Certified Ethical Hacker v13 AI
TSTC is een gerenommeerd IT opleidingsinstituut en erkend specialist in informatiebeveiliging en cybersecurity trainingen.
TECHNICAL SECURITY TRAININGEN
CEH Certified Ethical Hacker
CHFI Computer Hacking Forensic Investigator
CPENT Certified Penetration Testing Professional
SSCP Systems Security Certified Professional
OSCP Offensive Security Certified Professional
SECURITY MANAGEMENT TRAININGEN
CISSP Certified Information Systems Security Professional
CISM Certified Information Security Manager
CISA Certified Information Systems Auditor
CRISC Certified In Risk And Information Systems Control
C|CISO Certified Chief Information Security Officer
PRIVACY TRAININGEN
CIPP/E Certified Information Privacy Professional / Europe
CIPM Certified Information Privacy Manager
CIPT Certified Information Privacy Technologist
CDPO Certified Data Protection Offi cer
CLOUD SECURITY TRAININGEN
CCSP Certified Cloud Security Professional
ISO TRAININGEN
ISO 27001 Foundation
ISO 27001 Lead Implementer
ISO 27001 Lead Auditor
ISO 27005 Risk Manager
ISO 27001 Privacy Management










De Europese NIS2-richtlijn trad op 17 oktober 2025 officieel in werking. Organisaties in vitale sectoren, maar ook een groeiend aantal leveranciers en dienstverleners, moeten nu kunnen aantonen dat zij hun digitale weerbaarheid op orde hebben. Niet alleen door maatregelen te nemen, maar ook door ze te documenteren, monitoren en rapporteren. De term ‘aantoonbare zorgplicht’ blijkt in dat opzicht de kern van de nieuwe wetgeving te raken. Tekst: Marcel Debets
Waar de oorspronkelijke
NIS-richtlijn vooral verplichtingen oplegt aan aanbieders van essentiële diensten, breidt NIS2 de scope flink uit. Ook middelgrote organisaties in sectoren als energie, transport, gezondheidszorg, cloud en digitale infrastructuur vallen onder de nieuwe regels. Zelfs hun leveranciers kunnen in beeld komen, zodra zij een rol spelen in de levering van kritieke processen of IT-diensten. De zorgplicht is niet nieuw, maar wordt onder NIS2 concreter en strenger. Organisaties moeten risico’s systematisch in kaart brengen, passende technische en organisatorische maatregelen treffen en incidenten binnen 24 uur melden. Dat lijkt overzichtelijk, maar de échte uitdaging zit in het aantonen daarvan.
“De toezichthouder zal niet alleen kijken naar de aanwezigheid van beleid of een firewall, maar vooral naar de onderbouwing,” zegt een securityconsultant die veel mkb-organisaties begeleidt bij complianceprojecten. “Kun je laten zien dat je risicoanalyse recent is uitgevoerd, dat kwetsbaarheden zijn opgevolgd, en dat leveranciers daadwerkelijk worden gemonitord? Dat is wat met aantoonbare zorgplicht wordt bedoeld.”
Audits en rapportageplicht
De meeste organisaties onderschatten volgens experts vooral de omvang van
“Wie de richtlijn slim benadert, kan de investeringen in compliance gebruiken om securityprocessen te professionaliseren”
de audit- en rapportageverplichtingen. NIS2 verplicht bedrijven tot periodieke evaluaties van hun beveiligingsmaatregelen en het kunnen overleggen van bewijsstukken. Denk aan logbestanden, changelog-rapporten, testresultaten of bewijs van awareness-trainingen.
Daarvoor is tooling essentieel. Veel securitypartners spelen hierop in met platforms die complianceprocessen automatiseren. “Waar je vroeger een Excel-lijst had met maatregelen, wil je nu een dashboard dat continu inzicht geeft in de status van je controls,” zegt een leverancier van managed securitydiensten. “Tooling maakt het verschil tussen reageren op incidenten en proactief aantonen dat je grip hebt op risico’s.”
Voor partners betekent dit ook een kans. Managed SOC’s en MDR-providers kunnen hun diensten uitbreiden met compliance-monitoring en rapportages die aansluiten op de eisen van NIS2. Auditors en consultants zien dat de vraag naar ‘continuous compliance’oplossingen groeit, vooral bij klanten die al met ISO 27001 of NEN 7510 werken.
Van vinklijst naar risicomanagement
Een belangrijk verschil met eerdere regelgeving is dat NIS2 risicogebaseerd is. Niet alle bedrijven hoeven dezelfde maatregelen te treffen; de zwaarte hangt af van de dreigingen en de aard van de dienstverlening.

Securitypartners helpen organisaties daarom steeds vaker met frameworks die risico’s meetbaar maken. Veelgebruikte modellen zijn het CIS Controls Framework of NIST CSF, die koppelingen bieden naar de vereisten van NIS2. Door deze kaders te gebruiken, kunnen bedrijven aantonen dat hun keuzes onderbouwd zijn.
Ook governance krijgt een zwaardere rol. Bestuurders zijn persoonlijk verantwoordelijk voor het naleven van de zorgplicht. Zij moeten kunnen aantonen dat ze toezicht houden op het cybersecuritybeleid, inclusief leveranciersmanagement.
Dat vraagt om gestructureerde rapportagelijnen richting directie en raad van bestuur.
Samenwerking in de keten
De ketenafhankelijkheid vormt een tweede pijnpunt. Organisaties zijn niet alleen verantwoordelijk voor hun eigen beveiliging, maar ook voor de risico’s die ontstaan via leveranciers. Dat leidt tot meer contractuele eisen, securityassessments en het uitwisselen van auditrapporten.
Je kunt als securitypartners de rol van coördinator aannemen binnen die keten. Door leveranciersbeoor-
delingen, pentests of patchmanagement centraal te organiseren, kun je klanten ontzorgen en tegelijkertijd aantoonbare rapportages opleveren. Sommige mssp’s ontwikkelen inmiddels portals waar klanten, leveranciers en auditors samenwerken aan één gedeeld risicoprofiel.
Toch waarschuwen experts dat technologie niet alles oplost. “Compliance is niet hetzelfde als veiligheid,” zegt een auditor die betrokken is bij meerdere NIS2-trajecten. “Je kunt perfect rapporteren en nog steeds kwetsbaar zijn. Het gaat erom dat je de data uit die tooling gebruikt om beter te worden.”
Voorbereiden in fasen
Veel organisaties zijn nu bezig met de eerste inventarisatie: vallen we onder NIS2, en zo ja, in welke categorie? Daarna volgt een nulmeting en een plan van aanpak. Securitypartners adviseren vaak om de implementatie gefaseerd aan te pakken:
1. Scope bepalen: breng processen, systemen en leveranciers in kaart die onder de richtlijn vallen.
2. Risicoanalyse uitvoeren: identificeer bedreigingen en bepaal de impact.
3. Maatregelen en beleid: leg vast welke controls gelden en wie verantwoordelijk is.
4. Monitoring en rapportage: zorg voor continue controle en bewijsvoering.
Met die laatste stap komt de zorgplicht tot uiting. Zonder aantoonbaarheid blijft security een papieren tijger.
Tooling als katalysator
De markt voor compliance-ondersteunende tools groeit snel. Van platforms die incidentmeldingen en risicoregisters automatiseren tot dashboards die de status van beveiligingsmaatregelen visualiseren. Bekende namen als Arctic Wolf, SentinelOne, Vanta, Tenable en Drata voegen specifieke NIS2-functionaliteit toe, terwijl ook Europese partijen zoals Secior en Outflank frameworks bieden voor auditing en rapportage. Veel partners combineren die tools met eigen diensten. Die leveren niet alleen monitoring, maar helpen klanten ook om rapportages te interpreteren, prioriteiten te stellen en verbeteringen door te voeren. Daarmee ontstaat een hybride model waarin technologie de basis legt en expertise het verschil maakt.
Meer dan compliance
NIS2 is bedoeld om digitale weerbaarheid te versterken, niet om extra administratie te creëren. Wie de richtlijn slim benadert, kan de investeringen in compliance gebruiken om securityprocessen te professionaliseren. Organisaties die nu al voldoen aan ISO 27001 of SOC 2 hebben een voorsprong: hun bestaande rapportagestructuren sluiten grotendeels aan.
Voor partners is het moment nu om klanten daarop te wijzen. De aantoonbare zorgplicht betekent niet dat alles perfect moet zijn, maar wel dat je kunt uitleggen waarom iets is zoals het is en dat je verbeteringen kunt aantonen. ◾
In de cybersecuritywereld vervallen we snel in het praten over technologische oplossingen. Daar moeten we van af. Het gaat niet altijd om meer technologie, maar vaak draait het om het slim inzetten wat je al hebt. Technologie is een middel, geen doel op zich. Tekst: Martijn Vet
Honderd procent veiligheid bestaat niet. Dat besef dringt steeds meer door bij organisaties, van mkb tot corporates. “Bij security gaat het erom dat je de risico’s minimaliseert om je bedrijf draaiende te houden,” zegt Ashley Schut, Channel Account Manager bij Arctic Wolf.
Digitale weerbaarheid vraagt om meer dan investeren in tools. Het begint bij inzicht: welke risico’s loop je als organisatie, waar zitten blinde vlekken zoals shadow-IT? Pas daarna volgt het inrichten van beveiliging, het detecteren van bedreigingen en het snel kunnen reageren bij incidenten. Daarmee raakt digitale weerbaarheid niet alleen IT, maar ook de kern van je bedrijfsvoering: continuïteit, klantvertrouwen en reputatie.
Voorbereid op het onbekende
Daarbij wordt de vraag steeds belangrijker: wat gebeurt er als het toch misgaat? Zijn de back-ups betrouwbaar? Is er een recovery-plan en ligt er een incident response plan klaar? “Security mag geen vinkje op een checklist zijn,” zegt Schut. “Het draait om vooruitdenken, risico’s inschatten en je beveiliging continu verbeteren.”
Wil je met Arctic Wolf in gesprek? Ga langs op standnummer 406 op Cloud Expo.
Cijfers tonen aan waarom die proactieve aanpak noodzakelijk is. Uit het jaarlijkse Security Operations-rapport van Arctic Wolf blijkt dat 51 procent van alle security alerts buiten kantoortijden binnenkomt. Dat maakt 24/7 monitoring geen luxe meer, maar pure noodzaak. Bovendien gaat 72 procent van alle response-acties over gecompromitteerde accounts. Identiteit is daarmee een belangrijke aanvalsvector geworden. Tegelijk groeit de kloof tussen wat organisaties investeren in security-tools en de effectiviteit ervan. Niet omdat de technologie tekortschiet, maar omdat het aan mensen, tijd en kennis ontbreekt. “Vaak hebben bedrijven niet de resources of skills om de juiste tools te configureren,” constateert Schut. “Het is allang geen install and forget meer, niet een kwestie van vinkjes zetten. Vaak kopen mensen heel dure tools, maar om die op de juiste manier te implementeren en te zorgen dat ze doen wat ze moeten doen, is niet meer zo eenvoudig.”
IT-dienstverlener als strategisch adviseur
Die ontwikkeling biedt kansen voor msp’s en resellers. “De rol van msp’s gaat steeds meer naar die van security

integrator, waarin ze adviseren over de risico’s van organisaties en bekijken wat het best bij de organisatie past,” legt Schut uit. “Tools zijn daarbij belangrijk, maar in plaats van meer tools toevoegen, kun je beter bekijken of je de juiste tools hebt en of die goed integreren met elkaar. Optimaliseer ze, zet de juiste mensen erachter of zoek een partner.”
In de snel veranderende digitale
rol. “De msp is strategische denker en adviseur die past bij de groei die klanten voor ogen hebben. Ook IT-dienstverleners van elke soort bewegen steeds meer naar een strategische rol in het advies dat ze kunnen geven.”
Wetgeving als extra impuls
Ook wet- en regelgeving speelt een rol in het belang van digitale weerbaarheid. NIS2 verplicht steeds
“De msp is de strategische denker en adviseur die past bij de klanten”
wereld mag security geen obstakel zijn, het moet juist een voorwaarde voor groei worden. Msp’s zitten diep in de organisatie van hun klanten en kennen de businesscontext. Die positie maakt hen bij uitstek geschikt om die strategische adviserende rol te pakken. Waar wil je als organisatie heen? Hoe groeit IT daarin mee?
Hebben we de security op de juiste manier ingericht voor die groei?
“Je kunt ze zien als strategische gids,” zegt Schut over die nieuwe
meer organisaties om hun beveiliging op orde te hebben. Dat vraagt om een structurele aanpak over vijf assen: Govern, Identify, Detect, Response & Recover. Voor msp’s ligt daar een belangrijke taak om klanten te begeleiden. Niet door simpelweg meer te verkopen, maar door te adviseren over risico’s en de beste aanpak voor de specifieke situatie van de klant.
De menselijke factor blijft daarbij onmisbaar. AI kan helpen bij de
analyse van enorme hoeveelheden data, maar de expertise om die data te duiden en de juiste beslissingen te nemen, komt van mensen, benadrukt Schut.
Gedeelde verantwoordelijkheid
Voor security-aanbieders betekent dit samenwerken met IT-dienstverleners om een ecosysteem te bouwen waarin digitale weerbaarheid centraal staat. Dat begint bij 24/7 monitoring van de omgeving, maar in het geval van Arctic Wolf levert het bedrijf naar eigen zeggen een security operations propositie. “Naast het triage-team dat 24 uur per dag het Security Operating Center vormt, bieden we een passend security conciërge-team: specialisten die je kunt zien als security coach. Zij kunnen ondersteunen bij het aanpassen van het securitylandschap van de eindklant, door onder andere Cyber Resilience Assesments en Security Posture in Depth Reviews, afgestemd op het groeitempo en de wensen van de klant. Daarbij pushen we niet onze oplossingen, maar kijken we naar de bestaande tech-stack. Dus geen dubbele kosten en geen vendor lock-in.”
Mocht het toch mis gaan, dan biedt Arctic Wolf Incident Response Retainers die hulp garanderen bij een security-incident. “Als het misgaat, telt elke minuut,” benadrukt Schut. De retainers zijn op verschillende niveaus beschikbaar en werken niet zoals traditionele retainers met vooraf afgesproken uren die mogelijk ongebruikt blijven. Die aanpak sluit aan bij waar digitale weerbaarheid werkelijk om draait: het verankeren van security in de organisatie, met de juiste mix van technologie, processen en menselijke expertise. Niet als eenmalig project, maar als continu verbeterproces dat risico’s minimaliseert en organisaties beter voorbereidt op cyberaanvallen. ◾
De spanning tussen ontwikkelaars die ruimte nodig hebben om te experimenteren en security-teams die systemen strikt willen beveiligen, blijft een bekend probleem. Veel organisaties worstelen met het vinden van de juiste balans: geef je te veel vrijheid, dan ontstaan risico’s; leg je te veel beperkingen op, dan verlies je innovatiekracht.
In veel bedrijven zijn ontwikkelteams jarenlang in een soort technisch isolement beland. Ze kregen andere regels, andere infrastructuur, soms zelfs een apart netwerk. Die scheiding zorgde er weliswaar voor dat risico’s beperkt bleven, maar leidde tegelijk tot frustratie, inefficiëntie en de opkomst van schaduw-IT. Zodra medewerkers buiten de officiële IT-kaders gaan werken, raakt een organisatie het overzicht kwijt. Dat is niet alleen een operationeel risico, maar ook een compliance-probleem.
Secure by design
macOS heeft door zijn ontwerp een andere balans gevonden tussen vrijheid en beveiliging dan veel andere platformen. De integratie tussen hardware en software maakt het systeem minder kwetsbaar. Waar Windows-omgevingen vaak sterk beperkt worden om risico’s te vermijden en Linux veel vrijheid geeft maar moeilijk centraal te beheren is, biedt macOS een middenweg. In combinatie met Mobile Device Management (MDM) via oplossingen zoals Jamf kunnen instellingen automatisch worden bewaakt en hersteld. Als een gebruiker bijvoorbeeld een firewall wijzigt of uitschakelt, wordt die instelling direct gecorrigeerd. Dat maakt het mogelijk om gerichte beveiligingsmaatregelen te nemen zonder de productiviteit van ontwikkelaars te belemmeren. Security hoeft daardoor geen rem te
“Security kan onderdeel worden van een flexibele werkomgeving”
zijn, maar kan onderdeel worden van een flexibele werkomgeving.
Vrijheid met kaders De flexibiliteit begint bij het beheer van de apparaten zelf. Met Apple Business Manager kunnen organisaties nieuwe hardware direct aan hun beheersysteem koppelen, nog vóórdat medewerkers ermee aan de slag gaan. Apparaten blijven traceerbaar en beheerd, ook bij hybride werkvormen of externe projecten. Daarbinnen is veel ruimte voor differentiatie. Ontwikkelaars kunnen bijvoorbeeld extra rechten krijgen om lokale testomgevingen te draaien of netwerkpoorten open te zetten die voor applicatieontwikkeling nodig zijn. Andere gebruikersgroepen werken juist binnen striktere beleidsregels. Door per profiel te bepalen welke vrijheden nodig zijn, ontstaat een beheermodel waarin veiligheid en autonomie elkaar niet uitsluiten.
Cultuur en compliance
Technologie alleen is niet genoeg. Een open cultuur is minstens zo belangrijk om schaduw-IT te voorkomen. Teams die in dialoog kunnen aangeven welke tools ze nodig hebben, zijn minder geneigd om buiten het beleid te werken. Sommige organisaties kiezen ervoor om nieuwe software gezamenlijk te toetsen aan compliance-criteria. Zo blijft het overzicht behouden en wordt innovatie niet afgeremd door bureaucratie.

Die aanpak werkt ook bij updates. Ontwikkelteams testen nieuwe releases eerst, waarna IT de bevindingen gebruikt om de bredere uitrol te plannen. Problemen worden zo vroeg opgevangen, terwijl de organisatie toch voldoet aan beleidseisen en certificeringsstandaarden.
Klaar voor strengere regels
De toename van regelgeving rond digitale weerbaarheid, zoals NIS2 en DORA, vergroot de druk op security-afdelingen. Veel organisaties zoeken naar een technische basis die voldoet aan de nieuwe normen zonder de werkprocessen te verstoren. macOS biedt hiervoor het nodige aan tools: functies als encryptie, sandboxing, Gatekeeper en automatische verificatie zijn standaard ingebouwd. Voor organisaties in sterk gereguleerde sectoren, zoals financiële instellingen of overheidsdiensten, kan het platform helpen om audits en compliance-controles efficiënter te laten verlopen. Tegelijk biedt het ontwikkelaars in minder gereguleerde omgevingen, zoals creatieve bureaus of start-ups, een flexibele basis om snel te werken. De onderliggende infrastructuur is veelzijdig
genoeg om uiteenlopende werkvormen te ondersteunen, mits het beleid goed is ingericht.
De rol van beheersoftware
Beheeroplossingen als Jamf zijn een sleutelcomponent in deze strategie. Ze maken het mogelijk om centraal te monitoren of apparaten voldoen aan de ingestelde policies en om afwijkingen automatisch te herstellen. Rapportages geven inzicht in het nalevingsniveau, wat essentieel is voor ISO- of SOCcertificeringen. Ook kunnen beheerders via MDM-profielen software distribueren, wachtwoordbeleid afdwingen en encryptie-statussen controleren, zonder handmatig in te grijpen. Voor ontwikkelaars betekent dit dat ze binnen gecontroleerde kaders kunnen werken aan hun projecten, terwijl de IT-afdeling de zekerheid heeft dat compliance niet in gevaar komt. Vrijheid waar het kan, begrenzing waar het moet.
Strategisch voordeel
Bedrijven die security en ontwikkelingsvrijheid weten te verenigen, creëren meer dan alleen rust in hun IT-omgeving. Ze bouwen aan een cultuur waarin innovatie en naleving
Beheer en naleving automatiseren
Met Mobile Device Management (MDM) kunnen organisaties de configuratie en beveiliging van hun Apple-omgeving centraal beheren. Instellingen worden automatisch gecontroleerd en afwijkingen hersteld, waardoor systemen consistent blijven zonder dat gebruikers worden beperkt in hun werk. In combinatie met Apple Business Manager komen apparaten direct onder beheer zodra ze in gebruik worden genomen. Deze aanpak verkleint de kans op menselijke fouten en maakt het eenvoudiger om te voldoen aan regelgeving zoals NIS2 en DORA, zonder de ontwikkelvrijheid onnodig in te perken.
Meer informatie over veiligheid en de Mac: www.prowarehouse.nl
elkaar versterken. macOS kan daarin fungeren als basis waarop beleid en processen kunnen worden afgestemd, in plaats van een systeem dat voortdurend uitzonderingen nodig heeft.
Voor veel organisaties verandert die balans in een strategisch voordeel. Teams kunnen sneller nieuwe diensten ontwikkelen, voldoen eenvoudiger aan regelgeving en verkleinen tegelijkertijd hun risico’s. In een markt waar security en compliance steeds zwaarder wegen, kan dat verschil bepalend zijn. ◾
De komende jaren stijgt naar verwachting de vraag van bedrijven naar netwerkoptimalisatie en gecentraliseerd IT-beheer. Specialist Unica ICT Solutions heeft daar het nodige voor in huis, maar weet dat het daar niet per se om draait. “Partnerschap met klanten en distributeurs om van elkaar te leren is het belangrijkste.”
Tekst: Wally Cartigny
Steeds meer bedrijven zoeken naar oplossingen om verschillende netwerken binnen hun werkomgeving vanuit één slim platform te kunnen bedienen. Voor organisaties die daar werk van willen maken, positioneert Unica ICT Solutions zich als partner. “De moderne werkomgeving vraagt om één infrastructuur die alles met elkaar verbindt,” zegt Frank Dammers, manager marketing & communicatie van Unica ICT Solutions. “Wij leveren daarvoor netwerkoplossingen die passend zijn voor de omgeving waarin wordt gewerkt.”
Integrale IT-benadering Unica is een gevestigde naam in de Nederlandse installatiebranche, met ruim vijftig bedrijven onder één paraplu. Een daarvan is Unica ICT Solutions. Met zo’n 350 specialisten voor advies, levering, implementatie, beheer en onderhoud bestrijkt het bedrijf naar eigen zeggen de hele IT-keten. Dat is ook nodig volgens Hendry Scholing, Business Manager Digital Security & Networking. “We zien dat de scheidslijn tussen IT en gebouwbeheer verdwijnt. Sensoren, camera’s, verlichting, HVAC-systemen en datanetwerken communiceren allemaal via IP. Dat vraagt om
een integrale benadering. Wij leveren daarom niet alleen het netwerk, maar zorgen dat het hele gebouw er intelligent gebruik van maakt en dat alles blijft functioneren.”
Samenwerking Comstor
Unica ICT Solutions richt zich op het ontwerpen, realiseren en beheren van de IT- en datanetwerkinfrastructuur die nodig is voor de integratie zoals beschreven door Scholing. Daarbij werkt het bedrijf nauw samen met Comstor, distributeur van Cisco-technologie. Com-
stor levert apparatuur, en vult dit aan met kennis en ondersteuning in samenspraak met de leverancier. Scholing: “Wij zien Comstor als een verlengstuk van ons kennis- en supportteam. De specialisten van de distributeur ondersteunen ons met productselectie, engineering en training. Ook bieden ze marktkennis en toegang tot Cisco’s innovaties. Zo fungeert Comstor als schakel tussen Cisco en ons, wat ervoor zorgt dat we snel oplossingen kunCOMSTOR-PARTNER
nen implementeren die aansluiten bij de behoeften van onze klanten.”
Centrale aansturing
Het instellen van één gestandaardiseerde infrastructuur waarin alle systemen samenkomen, biedt enorme voordelen volgens Dammers. “Het betekent minder bekabeling, minder apparatuur, eenvoudiger beheer en een veel beter overzicht van wat er in het gebouw gebeurt. Bovendien is het veiliger en duurzamer, omdat alles centraal kan worden aangestuurd.”
“De moderne werkomgeving vraagt om één infrastructuur”
Volgens Scholing kan Unica een infrastructuur ontwerpen die “robuust, schaalbaar en veilig is en segmentatie en toegangsbeheer mogelijk maakt tot op sensorniveau.” Beveiliging is hierbij een essentieel item, benadrukt hij. “Zodra OT en IT elkaar raken, moet je als IT-partner garanderen dat een netwerk bestand is tegen dreigingen van buitenaf. De oplossingen van Cisco zijn daarin toonaangevend, vandaar dat we die vaak adviseren en inzetten.”


Voorspellende technologie IT-systeemintegratie leidt in het ideale geval tot een slimme werkomgeving. Sensoren en controllers in een gebouw verzamelen continu informatie over aanwezigheid van mensen, luchtkwaliteit, temperatuur, verlichting en energieverbruik. Die data wordt via het netwerk beschikbaar gesteld aan gebouwbeheersystemen en AI-algoritmes, die op hun beurt weer optimalisaties kunnen voorstellen of doorvoeren. “Een slim gebouw leert van zijn gebruikers,” zegt Scholing. “Het weet wanneer ruimtes leeg zijn, wanneer het buiten warmer wordt of wanneer de luchtkwaliteit afneemt. Het netwerk is het zenuwstelsel dat al die signalen verwerkt. Daarin werken we steeds meer met voorspellende technologie op basis van gebruiksdata. Sommige aanpassingen kunnen daarmee geautomatiseerd worden. Belangrijke voorspellingen voor bijvoorbeeld beheer en onderhoud worden eerst door een systeembeheerder gecheckt voor er een beslissing op volgt.”
“We zorgen dat het gebouw intelligent gebruik maakt van het netwerk”
Geen techniek maar oplossing
Unica probeert de techniek zoveel mogelijk af te schermen van de afnemers. Scholing: “Techniek is nooit een doel op zichzelf. Het gaat erom dat de mensen die in een gebouw werken zich prettig voelen en efficiënt en veilig met elkaar kunnen samenwerken, ter plekke en op afstand. Een goed ontworpen netwerk levert daarvoor de gewenste waarden en mogelijkheden. Daarom begint elk project met een gesprek waarin wij vooral luisteren. Wat wil de klant bereiken? Wat zijn de problemen of ambities? Pas als die zaken duidelijk zijn, vertalen wij dat naar technologische oplossingen. Onze voorkeuren zijn daarbij niet leidend, we zoeken naar een oplossing die voor de afnemer het beste resultaat biedt.”
Keuzes voor de toekomst
Vanuit de gedachte dat de mens de belangrijkste factor is, richt Unica
ICT Solutions zich op blijvende relaties waarin partijen van elkaar leren. “Wij verkopen geen dozen met spullen, wij bouwen partnerships,” zegt Dammers. De focus van het bedrijf ligt daarbij op kwaliteit en betrouwbaarheid, want dat is waar afnemers het meest behoefte aan hebben. Scholing: “Een netwerk in een groot gebouw gaat vijftien tot twintig jaar mee. Het is een langjarige investering en daar moet je op basis van kennis en met een vooruitziende blik keuzes in maken. De komende jaren verwachten we een sterke toename van systeemintegraties. Onder meer AI, edge computing en IoT zullen daarbij een groeiende rol spelen. Dat vraagt om een infrastructuur die dat aankan. Wat daarvoor nodig is, bepalen we samen met klanten en partners. Partijen als Comstor en Cisco delen onze visie. Samen willen we kennis delen, innoveren en waarde toevoegen voor bedrijven met IT-vraagstukken.” ◾
Cybersecurity is niet langer iets dat je ‘er even bij doet’. Het draait om inzicht, samenwerking en vooral vertrouwen, zowel binnen als buiten de IT-afdeling. Tekst: Martijn Vet
Waar cybersecurity vroeger vooral ging om het installeren van de juiste software, komt er nu veel meer bij kijken. Het gaat niet alleen om het voorkomen van incidenten, maar ook om het beperken van schade als er toch iets misgaat. Welke systemen zijn het meest kwetsbaar? Waar zit de meeste waarde? En hoe voorkom je dat een incident in het ene systeem doorwerkt in andere onderdelen van de organisatie? Die vragen zijn even belangrijk geworden als de technologie zelf.
Europese bedrijven
Ook soevereiniteit krijgt de laatste tijd flink wat aandacht. Veel bedrijven werken met (cloud)oplossingen van Amerikaanse leveranciers. “Dat is heel begrijpelijk,” zegt Milan Voogt sales manager bij ESET Nederland. “Die oplossingen werken vaak gewoon bijzonder goed. Je hoeft echt niet alles uit de Verenigde Staten te mijden, maar het is de kunst om het beste van alle werelden te kiezen. Niet alles bij één leverancier, maar security apart, bij voorkeur bij een gespecialiseerde partij die dichtbij is en Europees opereert.”
Securitybedrijven doen in de basis

allemaal hetzelfde: endpoints beschermen, dreigingen detecteren, incident response leveren. Toch kun je daar een bewuste keuze in maken, zegt Voogt. “Bedrijven willen partners die niet alleen technologie leveren, maar ook meedenken in compliance, risicomanagement en soevereiniteit.”
“Het is de kunst om het beste van alle werelden te kiezen”
AI voordat AI booming was Een lokale partij met eigen software en diensten heeft daarbij voordelen. Threat intelligence die vanuit de EU wordt geleverd bijvoorbeeld, of ontwikkelcentra die onder Europese regelgeving vallen. “Daar ligt onze kracht,” zegt Voogt stellig. “We hebben ruim dertig jaar ervaring met security en maakten al gebruik van AI toen het nog helemaal niet booming was.” De oplossingen worden ontwikkeld en beheerd in de EU. Daarbij wordt het bedrijf ondersteund door negen Europese R&D-centra en werkt het rechtstreeks samen met instanties die wetten handhaven zoals Europol EC3. “De combinatie van eigen technologie, threat intelligence en end-to-end diensten vormt één verdedigingssysteem. Organisaties die kiezen voor ESET hechten waarden aan compliance en soevereini-

teit en maken daarom een bewuste keuze voor Europese oplossingen en diensten.”
Geautomatiseerd met menselijke expertise
Met ESET PROTECT MDR, de beheerde detectie- en responsdienst, biedt het bedrijf naar eigen zeggen een schaalbare oplossing voor organisaties die niet over een eigen securityteam beschikken. De dienst combineert geautomatiseerde dreigingsanalyse met menselijke expertise vanuit het eigen Security Operations Center.
“Op deze manier nemen we de bewaking en incidentafhandeling volledig over,” legt Voogt uit “We monitoren 24 uur per dag, reageren
direct op verdachte activiteiten en helpen klanten aan duidelijke rapportages. Zo kunnen zij aantonen dat ze voldoen aan hun verplichtingen, zonder dat ze daar zelf een compleet team voor hoeven op te bouwen.”
Kennispartner
Voor IT-dienstverleners en msp’s wil het bedrijf ook nadrukkelijk als kennispartner fungeren. “We ondersteunen hen op securityvlak met advies voor partners en hun klanten. We geven bijvoorbeeld een NIS2 boardroom-training, zodat bedrijven het verder de organisatie in kunnen pushen.”
Voor msp’s betekent dat een nieuwe rol. Hun klanten verwachten niet
langer alleen bescherming tegen aanvallen, maar ook begeleiding bij compliance en risicomanagement. En hoewel de invoering van NIS2 in veel sectoren al op de agenda staat, is de aanpak vaak nog versnipperd. Sommige bedrijven zijn goed voorbereid, andere wachten af. “We zien dat het bewustzijn groeit, maar niet iedereen weet precies wat er straks van hen verwacht wordt,” zegt Voogt. “De impact zal voor sommige organisaties pas later voelbaar worden. Bedrijven hebben echt inzicht nodig in hun risico’s en zullen die structureel moeten aanpakken.”
Daarnaast introduceerde ESET recent de Cybersecurity Awareness Training, gericht op medewerkers van mkb-bedrijven. “De nadruk ligt niet op het testen van medewerkers met bijvoorbeeld phishingmails, maar op het creëren van een veilige meldcultuur en het nemen van de juiste vervolgstappen wanneer iets misgaat.”
Dit jaar is ESET voor het eerst aanwezig op Cloud Expo, de beurs waar cloud en security samenkomen. Voor het bedrijf is dat een logisch moment. “Cloud Expo is dé plek om te laten zien dat Europese technologie en cloudbeveiliging prima samengaan,” zegt Voogt. Op de stand kunnen bezoekers op het scherm zien hoe de beheerconsole eruitziet en hoe threat intelligence te werk gaat om incidenten te voorkomen.
Volgens Voogt is het doel om bezoekers te laten ervaren dat cybersecurity overzichtelijk kan zijn. “Beveiliging hoeft niet ingewikkeld te zijn als je kiest voor een partner die het proces van begin tot eind beheerst. We willen laten zien hoe je met de juiste inzichten en samenwerking een stevige basis legt voor digitale weerbaarheid.” ◾
BOEM Cybersecurity heeft een nieuwe partnerpropositie geïntroduceerd onder de naam Trusted & Resilient. Het programma is ontwikkeld voor IT-dienstverleners die hun klanten willen ondersteunen bij de groeiende vraag naar aantoonbare digitale weerbaarheid en compliance. Tekst: Marcel Debets
Volgens CEO Christian Boertje sluit de aanpak aan op de verschuiving binnen de sector. “IT-dienstverleners krijgen steeds vaker vragen over governance, risk en compliance. Niet iedere organisatie heeft de middelen om die expertise op te bouwen. Trusted & Resilient is bedoeld om hen te helpen dat onderdeel in te vullen. We leggen de basis voor een breder programma waarin ook privacy en AI-governance een rol krijgen. Organisaties moeten niet alleen veilig en compliant zijn, maar ook verantwoord omgaan met data en technologie.”
Combinatie van security en compliance
De nieuwe propositie richt zich op het combineren van technische beveiliging met beleidsmatige maatregelen. Clayton Inge, Field CISO en Business Development Manager bij BOEM: “Een veilige omgeving is niet per definitie compliant, en andersom evenmin. Wij ondersteunen partners bij de beleidsmatige kant van
“IT-dienstverleners krijgen steeds vaker vragen over governance, risk en compliance”
informatiebeveiliging, terwijl zij verantwoordelijk blijven voor de technische uitvoering. Zo ontstaat een compleet aanbod richting de eindklant.”
Trusted & Resilient omvat onder meer ISO 27001- en NIS2-implementaties, CISO-as-a-Service en directietrainingen. BOEM levert deze diensten met eigen consultants en werkt daarbij samen met bestaande partners van de IT-dienstverlener.
NIS2 zet keten in beweging
Met de komst van de NIS2-richtlijn komt er meer nadruk op aantoonbare beveiliging binnen de gehele leveringsketen. Volgens schattingen van Samen Digitaal Veilig vallen 8.000 tot 10.000 organisaties rechtstreeks onder de richtlijn, met daarachter tienduizenden toeleveranciers. Veel van die bedrijven zijn afhankelijk van hun IT-partner voor naleving. Inge ziet dat dit gevolgen heeft voor de rol van IT-dienstverleners. “De vraag gaat verder dan alleen

Christian Boertje en Clayton Inge techniek. Organisaties moeten ook kunnen aantonen dat hun processen en beleid op orde zijn. Dat vraagt om samenwerking tussen partijen die elk hun eigen expertise meebrengen.”
Focus op samenwerking
Het Trusted & Resilient-programma is opgebouwd rond die samenwerking. BOEM werkt onder eigen naam met de eindklant, terwijl de IT-dienstverlener het vaste aanspreekpunt blijft. Het bedrijf biedt partners binnen de propositie Trusted & Resilient een marge bij gezamenlijke klanttrajecten.
Boertje: “Wij positioneren ons als aanvulling op het ecosysteem van de IT-dienstverlener. Waar zij zorgen voor technische beveiliging, leveren wij ondersteuning bij governance, risk en compliance. Samen ontstaat een organisatie die zowel vertrouwd (‘trusted’) als weerbaar (‘resilient’) is. Samen met onze IT-partners bouwen we aan duurzame klantrelaties. Dankzij deze samenwerking kunnen zij hun
“Wij positioneren ons als aanvulling op het ecosysteem van de ITdienstverlener”
klanten proactief begeleiden richting NIS2-compliance. In onze partnerovereenkomst leggen we heldere afspraken vast over klantbenadering en verantwoordelijkheden. IT-partners blijven strategisch betrokken en behouden daarmee hun positie richting de klant.”
Nieuwe stap in volwassenwording Volgens BOEM markeert deze samenwerking een volgende stap in de ontwikkeling van de sector. De transitie van reseller naar managed service provider heeft zich inmiddels voltrokken; de volgende stap is die naar een rol waarin GRC-ondersteuning vanzelfsprekend onderdeel uitmaakt van de dienstverlening.
“De echte uitdaging van NIS2 zit niet in techniek, maar in ketenverantwoordelijkheid. Digitale weerbaarheid vraagt om samenwerking, vertrouwen en transparantie tussen partners. Daar willen we met Trusted & Resilient aan bouwen. We nodigen IT-dienstverleners uit om samen de volgende stap te zetten,” besluit Christian Boertje. ◾

Ga
naar ChannelConnect.nl en blijf op de hoogte van de laatste transfers en vacatures in het ICT-kanaal.
Vorige functie: diverse internationale salesleiderschapsrollen bij Dell Technologies Nieuwe functie: Senior Vice President Sales Europe, Westcon-Comstor
Westcon-Comstor heeft Stéphane Reboud per direct aangesteld als Senior Vice President Sales voor Europa. Met deze stap brengt de distributeur zijn Europese salesorganisatie onder één leiding, om meer consistentie te creëren richting partners en leveranciers. Reboud trad begin dit jaar in dienst na ruim twintig jaar bij Dell Technologies, waar hij wereldwijd verantwoordelijk was voor de midmarket-activiteiten. In zijn nieuwe functie krijgt hij de leiding over alle Westcon- en Comstorsalesteams in Europa en rapporteert hij aan René Klein, Executive Vice President Europe. Vanuit Frankrijk richt hij zich op verdere partner enablement en het benutten van het volledige dienstenaanbod van beide merken.

Vorige functie (Liang): Chief Technology O cer, Vertiv
Nieuwe functie (Armul): Chief
Product and Technology Ocer, Vertiv
Vertiv heeft aangekondigd dat Chief Technology O cer Stephen Liang op 1 januari 2026 met pensioen gaat, na meer dan dertig jaar dienst. Hij wordt opgevolgd door Scott Armul, die de nieuwe gecombineerde functie van Chief Product and Technology O cer (CPTO) op zich neemt. Liang begon zijn loopbaan bij Emerson, de voorloper van Vertiv. CEO Giordano Albertazzi benadrukt zijn invloed: “Stephens bijdragen hebben onze technologiestrategie blijvend gevormd.” Armul werkt sinds 2009 bij Vertiv en was recent Executive Vice President global portfolio and business units. In zijn nieuwe functie wordt hij verantwoordelijk voor engineering, research & development en de business units binnen het oplossingenportfolio.

Vorige functie: Director of Strategic Partnerships & Alliances, ESET Nederland
Nieuwe functie: Field CISO & Business Development Manager, BOEM Cybersecurity
BOEM Cybersecurity heeft Clayton Inge aangesteld als Field CISO & Business Development Manager. Vanuit Rotterdam richt hij zich op de uitbreiding van het partnernetwerk, met een focus op IT-dienstverleners en msp’s. Hij zal partners en hun klanten begeleiden bij implementaties van ISO 27001, ISO 42001 en NIS2 en bijdragen aan de ontwikkeling van directietrainingen en de CISO-as-a-Service-propositie.
Volgens eigenaar Christian Boertje versterkt zijn komst de strategische koers van het bedrijf: “Zijn technische achtergrond en commerciële ervaring zijn van grote waarde voor zowel klanten als partners.”

ASHLEY SCHUT
Vorige functie: Channel
Account Manager, ESET
Nederland
Nieuwe functie: Channel
Account Manager Nederland, Arctic Wolf
Arctic Wolf heeft Ashley Schut aangesteld als Channel Account Manager voor de Nederlandse markt. Schut heeft zeven jaar ervaring in het partnerkanaal binnen de cybersecuritysector en werkte eerder bij ESET, waar zij groeistrategieën met IT-partners ontwikkelde. Bij Arctic Wolf richt zij zich op de verdere uitbreiding van het channel-ecosysteem in Nederland, met nadruk op partnerondersteuning en strategische samenwerking. “Alleen door échte samenwerking met partners bouwen we aan duurzame digitale weerbaarheid,” zegt Schut. “Mijn missie is om een trusted advisor te zijn en samen stappen te zetten richting ons gezamenlijke doel: end cyberrisk.”
Op ChannelConnect Personalia deel jij je carrièrestap met de rest van Nederland. Heb jij een nieuwe functie? Mail dan je gegevens, inclusief foto in hoge resolutie naar redactie@channelconnect.nl Zie voor meer personalia onze website channelconnect.nl








Verschijning: 18 december





Deze uitgave zal prominent zichtbaar zijn op Kickstart Europe (3 en 4 februari, RAI Amsterdam)



Er zijn ook nog enkele plekken beschikbaar voor het Datacenter & Cloud Grotetafelgesprek op donderdag 13 november!
Geïntereseerd om deel te nemen in het dossier? Of aan te schuiven bij het Grotetafelgesprek? Mail dan snel naar: sales@channelconnect.nl







