Kristine Jacobs, Katrien Slegers






























































































![]()
Kristine Jacobs, Katrien Slegers

















































































































Concept en lay-out: Diligentia Uitgeverij
Verantwoording beeldmateriaal
Grafieken en figuren: Diligentia Uitgeverij, Our World in Data (CC BY 4.0), PopulationPyramid (CC BY 3.0 IGO), GAPMINDER.ORG (CC-BY LICENSE)
Schema's: Diligentia Uitgeverij. Het overzichtsschema is gebaseerd op het schema van Manuel Sintubin, zoals weergegeven in het leerplan aardrijkskunde KOV.
Foto’s: Shutterstock en beeldarchief Diligentia Uitgeverij
Digitaal boek, video's, animaties en modules: e-ducate.me
1de druk 2025
© 2025 Diligentia Uitgeverij bvba Wondelgem
Wettelijk Depot D/2025/0067/16
ISBN 978 94 642 0555 8
NUR 126 -128
Werkmap Aardrijkskunde 4 - Dubbel en Doorstroom Leerwerkboek conform de nieuwe leerplannen 2023
Auteur: Kristine Jacobs
Verantwoordelijke uitgever: Diligentia Uitgeverij, Industrieweg 122 A5 9032 Wondelgem, België www.diligentia-uitgeverij.be
Alle rechten voorbehouden. Behoudens de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande en schriftelijke toestemming van de uitgever.
Bij de samenstelling van Werkmap Aardrijkskunde 4 - Dubbel en Doorstroom hebben wij beeldmateriaal ontleend waarvan wij de bron niet hebben kunnen achterhalen. Mogelijke rechthebbenden kunnen zich tot de uitgever wenden.

Doorstroom en dubbele finalitiet

Interesse en differentiatie
Na elk thema vind je extra opdrachten ter uitbreiding of verdieping.
Kruis het vakje aan als je de opdracht uitvoert.

Doorstroom finaliteit
Een oefening of leerstof voor de doorstroom finaliteit. Moet niet behandeld worden in de dubbele finaliteit.

Dubbele finaliteit
Een oefening of leerstof voor de dubbele finaliteit.
Moet niet behandeld worden in de doorstroom finaliteit.
Extra

Een oefening of leerstof die verdergaat dan de leerplannen voorschrijven.

Opgaven Opdrachten worden uitgevoerd met behulp van vragen, taken, oefeningen ...


Online materiaal Opdrachten worden vaak vergezeld van digitaal materiaal dat je kunt raadplegen via e-ducate.me
Landschappelijke veranderingen door menselijke activiteiten
Inleiding
1 Klik op de link op e-ducate.me. Bekijk het filmpje.
a Hoe evolueert het landgebruik door de mens? Vul aan.
b
Leerdoelen en terugblik
Welke doelen moet ik bereiken en hoe verliep mijn leerproces?

Wat weet je nog, wat weet je al? 1 Vindonzeplaatsinhetheelal.a Noteereengepastetitelbijelkeafbeelding. b Duidaanwaarwijonsbevinden.
Begrippen
Definieerdebegrippendiedeleerkrachtlaat aanduiden. Systeemaardebestaatuitsferen Desferenvanhetsysteemaardeherkennen
SysteemaarderegelthetklimaatDewerkingvanhetnatuurlijkbroeikaseffectomschrijven
regelingkennen
a
- De veranderingen in landgebruik gebeuren continu/in periodes



- De verspreiding van de mens over de aarde is waarneembaar: waar de mens komt, verdwijnt
- De impact van de mens op het landschap is in eerste instantie zichtbaar in Van hieruit spreidt de impact zich verder uit richting wordt pas de laatste 150 jaar duidelijk.
2 Maak in je woon- of in de schoolomgeving een foto van een vorm van vervuiling of andere impact op het milieu.

De mens laat zijn sporen na Naarmate de wereldbevolking en de consumptie toenemen, zorgt de mens voor ingrijpende veranderingen in het landschap. Waar eerst ongerepte natuur te vinden was, ontstonden nederzettingen, landbouwgebieden en eenvoudige ontginningsplaatsen. Door technologische vooruitgang, economische vooruitgang en bevolkingsgroei veranderen uitgestrekte natuurlandschappen in akkers, weides, groeves en mijnen. De mens legt wegen aan, bouwt steden en fabrieken. Bossen maken plaats voor velden, bergen worden doorboord voor mijnbouw. De evolutie van het landgebruik staat afgebeeld in figuur …
- Landbouw verandert grote delen van het landschap door en voor het verbouwen van gewassen en door veeteelt. Serres, stallen, monotone landschappen verschijnen, met soms bodemerosie en bodemdegradatie tot gevolg. Het gebruik van meststoffen en irrigatie laten ook hun sporen na in het landschap.
- Mijnbouw verandert gebieden ingrijpend door grondstoffen te ontginnen, wat vaak gepaard gaat met landschapsveranderingen zoals mountain top removal en open mijnen. Verlaten zandgroeves, verlaten steenkoolmijnen en bijbehorende verlaten bedrijfsgebouwen, terrils ... Eens de grondstof in een mijn uitgeput is of de activiteit geen economische toekomst meer heeft, blijven de gaten in het landschap achter. Over de hele wereld zijn er zo’n miljoen verlaten mijnen. Soms zijn het sterk vervuilde sites, soms is de ondergrond onstabiel.


Begrip De omschrijving van een vakterm als hij de eerste keer voorkomt.

bodemerosie het wegspoelen of wegwaaien van de bovenste bodemlaag.

- Industriële activiteiten dragen bij aan veranderingen in het landgebruik door de ontwikkeling van industriële zones en infrastructuur zoals fabrieken, magazijnen en transportnetwerken.
- Deze activiteiten trekken meer mensen aan, waardoor steden uitbreiden ten koste van landbouwgrond en natuurlijke landschappen, met de bouw van woningen, commerciële gebouwen en wegen.
De mens kwam en veranderde het landschap

bodemdegradatie het achteruitgaan van de kwaliteit van de bodem door erosie of uitspoeling.


Test om na te gaan in welke mate de basisleerstof gekend is.

Synthese beelden en teksten die het leerstofoverzicht geven

Dewerkingvandenatuurlijkekoolstofkringloopomschrijven
Defunctievandesferenbinnenhetnatuurlijkebroeikaseffectuitleggen
Defunctievandesferenbinnendenatuurlijkekoolstofkringloopuitleggen


2 Benoemdegetoondelandschapsvormendelagen.

Hoe goed beheers ik de leerdoelen van dit thema?
Hetbelangvanhetnatuurlijkbroeikaseffectendenatuurlijkekoolstfkringloopvoordeklimaat
Hetbelangvandebroeikasgassenvooronzeklimaatregelinguitleggen
Hetverbandtussenhetnatuurlijkbroeikaseffectendeklimaatzonesverklaren
Heteffectvanreflectieenabsorptievoorhetbroeikaseffectomschrijven
Eenpositieveennegatieveterugkoppelingsmechanismeopstellen

Vuldeontbrekendewoordenengetallenin. Hetnatuurlijkebroeikaseffectzorgtvooreenstabieletemperatuuropaarde,namelijk
doordetemperatuurgunstigisvoorhetlevenopaarde.


Zonderhetnatuurlijkebroeikaseffectzouhetopaarde Broeikasgassen zijngassenindeatmosfeer,dieeendeelvandewarmtediewordtuitge-
kaarten en referentiekaarten
straald door de aarde teruguitstralen.Opdiemanierhoudendezegassenwarmtevastwaar-
langereperiode(minstens30jaar).




Het weer is de weertoestand situatie diejewaarneemtalsjebuitenkomt:hetiskoudof
warm,regenachtigofdroog… Het klimaat ishetgemiddeldevandeweersomstandighedenineenbepaaldgebiedovereen
7



Synthese De mens verandert het landschap. De mens doet aan landbouw en bewerkt steeds grotere oppervlakten, ontgint grondstoffen en energiebronnen, bouwt wegen, steden en fabrieken. Sommige fabrieken worden op een later tijdstip gesloten of aangepast of verplaatst. De welvaart neemt toe en de honger naar meer welvaart blijft groeien. Hierdoor verdwijnt de natuurlijke vegetatie, worden er grote gaten in de grond gemaakt, wordt het landschap volgebouwd, versnipperd, vervuild, verlaagd, verdroogd, eentonig gemaakt ... Sinds de snelle toename van de bevolking en de toegenomen welvaart is de impact erg groot geworden, al zijn er regionale verschillen.




GEOSFEER ATMOSFEER
HYDROSFEER BIOSFEER





PLANETAIRE GRENZEN
KLIMAAT natuurlijkbroeikase ect koolstofkringloop verstedelijking industrie landbouw ontginning mondialisering
PLANEET AARDE BIEDT KANSEN




238 De mens kwam en veranderde het landschap 4 De mens kwam en veranderde het landschap.indd 238








De mens maakt gebruik van de planeet aarde en grijpt voortdurend in op de werking van het systeem aarde. Op welke manieren dit gebeurt en met welke gevolgen, is de leerstof voor dit jaar. De basisbegrippen en basisvaardigheden die in voorgaande jaren aan bod kwamen, zijn de fundamenten waarop nu wordt voortgebouwd en die verder worden uitgediept.


















Weet je dit nog?
In de voorgaande jaren maakte je kennis met enkele basisbegrippen. Ze blijven belangrijk. Daarom frissen
we ze eerst nog eens op.
1 Los dit kruiswoordraadsel op.
Horizontaal
1 alle levende organismen op aarde
2 het afbreken van gesteenten onder invloed van weer, klimaat of planten en dieren
4 het gemiddelde aantal inwoners in een gebied per km2
6 het lichtweerkaatsend vermogen van een oppervlak
8 een tot evenwicht gekomen leefgemeenschap, bestaande uit levende en niet-levende elementen die op elkaar inwerken
10 het loskomen van delen van de aardkorst en transporteren van het los materiaal
11 het verlaten van het geboorteland om zich in een ander land te vestigen
12 met veel inzet van arbeid en/of kapitaal
13 de gemiddelde toestand van de atmsofeer voor een lange duur en een groot gebied
14 beschrijft de processen waarbij water door het systeem aarde circuleert
17 de omschakeling, de herstructurering en het hergebruik van voornamelijk bestaande, afgeschreven gebouwen en terreinen, die daarvoor eventueel grondig moeten aangepast worden.
18 een deel van het aardoppervlak met een eigen uitzicht
Verticaal
1 de toe- of afname van de bevolking als gevolg van geboorten, overlijdens en migraties
3 de wereldwijde economische, politieke en culturele integratie, als gevolg van de wereldwijde productie en handel
4 het achteruitgaan van de kwaliteit van de bodem door erosie of uitspoeling
5 het gedeelte van de aarde dat bestaat uit gesteenten en mineralen
7 de bovenste laag van de grond waarin plantenwortels kunnen groeien
9 het verhuizen van mensen van de ene plek naar een andere
13 systeem dat meer koolstofhoudende verbindingen opneemt dan het afgeeft gedurende een lange tijd
15 door deze losse ondergrond sijpelt water moeilijk in 16 een getal dat de levensverwachting, de scholingsgraad en de levenstandaard in een land weergeeft (afkorting)
2 Het systeem aarde bestaat uit vier sferen die in wisselwerking staan met elkaar.
a Benoem de sferen in de vier cirkels.
b Plaats volgende begrippen in het schema van het systeem aarde: neerslag - drinken - fotosynthese - transpiratie - bron van rivieren - vulkaanuitbarsting - langdurige koolstofopslag - ademhaling - verdamping - verwering - leefomgeving - kortgolvige straling - verwering en erosie










3 Determineer deze klimatogrammen, de groeimaanden en de overeenkomstige plantengroei.

4 Zoek volgende informatie op met je atlas.
De afstand in vogelvlucht tussen Dhaka en Kolkata (werk tot op 10 km nauwkeurig)
Het klimaat in Mumbai
Het vegetatietype (globale biomen) in Nairobi
De jaarneerslag in Jakarta
De temperatuur in juli in Moskou
De levensverwachting in Canada
Het sterftecijfer in Mali
De officiële landstaal in Nigeria
Aandeel van de beroepsbevolking werkzaam in de tertiaire sector in Nieuw-Zeeland
De Human Development Index in Bolivia
Toegang tot drinkbaar water in Myanmar
5 Wereldgradennet
a Zoek deze steden in de atlas. Noteer hun coördinaten.
Murcia
Miami
Quito
Melbourne
b Plaats deze coördinaten op de wereldkaart met hun nummering. Zoek daarna de naam van de stad.
- Duid de nulmeridiaan aan in groen.
- Duid de evenaar aan in rood.
1 41°N 74°W
2 13°N 2°E
3 29°N 77°E
6 Werken met ArcGIS Online.
a Maak een kaart met volgende lagen:
• 'satellietbeelden' als basiskaart
• Aral_Sea (van de jaren 1974, 1989, 1999, 2004, 2009, 2015)
• Rivers world Natural Earth
• AralSeaWatershedDams
• IrrigatedLandsInAralWatershed
• AralSeaSources
• World Cities
• GlobalMethane EmissionsPerCapita2016
• Global Power Plants
• Map wild Fires
• Rice Yield
• Global Sea Level Rise 1Metre
• Change Precipitation 2050
• Change Temp2050
• Climate Models: 2040-2059 Analyses Low Emissions (RCP 2.6) - Precipitation
• Climate Models: 2040-2059 Analyses Low Emissions (RCP 2.6) - Temperature
• Climate Models: 2040-2059 Analyses Moderate Emissions (RCP 4.5) - Precipitation
• Climate Models: 2040-2059 Analyses Moderate Emissions (RCP 4.5) - Temperature
• Climate Models: 2040-2059 Analyses High Emissions (RCP 6.0) - Precipitation
• Climate Models: 2040-2059 Analyses High Emissions (RCP 6.0) - Temperature
b Schik de lagen: bovenaan de puntenlagen, daaronder de lijnenlagen en dan de vlakkenlagen.
c Markeer volgende plaatsen met een bladwijzer.
• mijn woonplaats
• mijn schoolgemeente
• Brussel
• Miami
• São Paulo
• Bangalore
• Moskou
• Mexico-Stad
• Aralmeer (zorg ervoor dat het Aralmeer en de stad Almaty in het kaartvenster zichtbaar zijn)
• Brugge
• Kaapstad
• La Paz (Bolivia)
• Saskatoo (Canada)
• Abadan (Iran)
d Bewaar je kaart onder de naam Klimaatverandering_Aralmeer voor verder gebruik tijdens het schooljaar.
Geregeld is er een opdracht die zelfstandig moet onderzocht en uitgevoerd worden. Gebruik daarvoor de (stappen)techniek van de OVUR-methode.
TECHNIEK OVUR-methode
1 Oriënteren: Wat moet ik doen?
• Wat is het doel van de opdracht?
• Waarover gaat het?
• In welke vorm moet het eindresultaat afgeleverd worden?
• Formuleer een onderzoeksvraag en een hypothese.
2 Voorbereiden: Hoe ga ik dit aanpakken?
• Verzamel gegevens en hulpmiddelen die bruikbaar zijn.
• Maak een werkplanning en bepaal de nodige tijd.
3 Uitvoeren: Ik werk het uit.
• Begin aan de concrete uitwerking in stappen en hou de tijd in de gaten.
• Zoek alternatieve oplossingen als een werkwijze vastloopt.
4 Reflecteren: Ik kijk het na.
• Is het gelukt om tot een resultaat te komen?
• Was de hypothese juist?
• Is het resultaat bevredigend of niet? Waarom? Wat kan er volgende keer beter?
• Kan deze werkwijze nog gebruikt worden? Bedenk wat je moet bijsturen.
Wanneer in de loop van het schooljaar een nieuwe regio wordt verkend, kan de wereldreferentiekaart aangevuld worden. Het is een manier om geleidelijk een mentale kaart op te bouwen die levenslang bijblijft en waaraan nieuwe gebeurtenissen kunnen worden gekoppeld.
Lokaliseer de volgende landen, agglomeraties, reliëfeenheden en rivieren op de wereldreferentiekaart. Je leerkracht kan de lijsten laten aanvullen.
NR RIVIER NR RIVIER
1 Nijl 5 Huang He
2 Amazone 6 Niger
3 Mississippi-Missouri 7 Oeralrivier
4 Chang Jiang 8 LETTER RELIËF
A Himalaya J Amazonebekken
B Hoogland van Tibet K Atlas
C Andes L Oeralgebergte
D Rocky Mountains M Pyreneeën
E Hoogland van Iran N
F Alpen
G Oost-Afrikaans Hoogland
H Appalachen
I Hoogland van Brazilië
1 Brussel 11 São Paulo
2 Parijs 12 Rio de Janeiro
3 Londen 13 La Paz
4 Moskou 14 Sydney
5 Tokio 15 Niamey
6 Mexico-Stad 16 Beijing
7 Kaapstad 17 Jakarta
8 Shanghai 18 Dhaka
9 New York 19
10 Los Angeles 20
LETTER LAND
LETTER LAND
A België K Bolivia
B Frankrijk L Brazilië
C Duitsland M Canada
D Verenigd Koninkrijk N Rusland
E Verenigde Staten O Australië
F China P Indonesië
G Japan Q Bangladesh
H India R Kazachstan
I Zuid-Afrika S Soedan
J Niger T





















7 Link de actualiteit aan de leerstof. Aardrijkskunde is niet weg te denken uit de actualiteit. Het volgen van nieuwsberichten helpt om de leerstof gemakkelijker te kunnen plaatsen en verwerken. Noteer hieronder de artikels uit de actualiteit die verband houden met de leerstof. Je vindt een sjabloon van de tabel hieronder op e-ducate.me
- Noteer de titel en verschijningsdatum.
- Onderlijn de kernwoorden in het artikel.
- Vat het artikel samen in enkele zinnen.
- Voeg het artikel toe of noteer de bron.










- Lokaliseer de besproken plaats op de wereldreferentiekaart door het volgnummer op de kaart plaatsen.










Samenvatting:
Samenvatting:
Bron:
Het landschap verandert voortdurend, ook in onze eigen leefomgeving. De huidige omgeving van de school wordt onderzocht tijdens een excursie en we proberen te weten te komen hoe die door de jaren heen is veranderd.
Zorg voor een goede rolverdeling in de klas, zodat iedereen een taak heeft. Voorbeeld van een taakverdeling: organisator (route, opdrachten ...), verslaggever (vragen en antwoorden bijhouden), materiaalmeester (kaarten, meetinstrumenten), tijdbewaker.
Ter voorbereiding van de excursie
Noteer hier welke excursiepunten je zal bezoeken.
excursiepunt 1:
excursiepunt 2: excursiepunt 3:
excursiepunt 4:
Excursiepunt 1
1 Onderzoek de omgeving van dit excursiepunt.
a Wat was de vroegere functie van deze locatie? Zoek op het internet. Je kunt o.a. gebruik maken van geopunt.be. Gebruik de reis-door-de-tijd-functie.
b Je beantwoordt de vorige vraag waarschijnlijk op basis van kaartmateriaal. Hoe kan je de vroegere functie van een gebied afleiden van een kaart? Waaraan merk je dat?
c Wat is de huidige functie van deze locatie? Zoek informatie op het internet.
d Zoek of en waarom deze site de laatste jaren in het nieuws is gekomen. Vul in de tabel de bronnen, datum en onderwerpen aan. Voeg de krantenartikels toe.
BRON
DATUM
e Zoek foto’s van de vroegere invulling van deze site.
ONDERWERP
f Waarop wijzen je bevindingen?
2 Op welke manieren krijgt de gemeente ( ) te kampen met klimaatverandering? Zoek het antwoord via de link in e-ducate.me Bestudeer in het tabblad klimaat de evolutie van de temperatuur en de neerslag in deze gemeente. Vul aan met de passende cijfers.
NU 2050 2075 2100
gemiddelde jaartemperatuur gemiddelde zomertemperatuur gemiddelde wintertemperatuur
totale jaarneerslag (mm/j)
totale zomerneerslag (mm/j)
totale winterneerslag (mm/j)
Besluit
3 Bestudeer in het tabblad droogte de evolutie van de droogte voor de schoolgemeente. Vul aan met de passende cijfers.
TOESTAND NU 2050 2075 2100 droogteduur (meteorologisch) aantal droge dagen per jaar relatief bodemvocht (%)
Besluit
4 Op welke manieren kan het gemeentebestuur zorgen voor meer water in de bodem en minder overlast bij overvloedige regenbuien?
5 Op welke manier kan het gemeentebestuur zorgen voor minder overlast door hitte?
6 Waaraan moet een leefomgeving voor jou voldoen om aangenaam en leefbaar te zijn?
7 Wat zijn duurzame bronnen van energie?
8 Print een kaart van de gemeente. Situeer de omgeving van de excursie op de kaart.
9 Print een detailkaart waarop de school en de excursiepunten staan. Stippel een veilige wandel-/fietsroute uit.
10 Stel onderzoeksvragen op op basis van de voorgaande informatie.
11 Stel enkele korte vragen op die kunnen gesteld worden aan voorbijgangers en die dienstig zijn om de onderzoeksvragen te beantwoorden.
De dag van de excursie
Zoek onderweg naar het excursiepunt een antwoord op de vragen. Maak zo mogelijk foto's. Respecteer de privacy van de bewoners.
1 Hoeveel windmolens tel je?
2 Hoeveel daken met zonnepanelen tel je?
3 Welke methodes tref je aan om regenwater te bufferen?
4 Wat doet de gemeente om … - gemotoriseerd verkeer uit het centrum te weren?
- het centrum aantrekkelijk te maken voor trage weggebruikers?
5 Let onderweg ook op het aantal oudere mensen tegenover het aandeel jonge mensen in het landschap (je klas uiteraard niet meegerekend). Er zijn meer oudere/jongere mensen in het straatbeeld.
Excursiepunt 1:
1 Welke veranderingen zijn er op deze plaats gebeurd? Duid ze aan op de luchtfoto’s.
Markeer de plaatsen waar je nog restanten aantreft van de vroegere functie met groen.
2 Bekijk de omgeving en vul de kenmerken van de omgeving aan.
Welke landschapsvormende lagen tref je aan?
aandeel bebouwde tegenover open (niet-bebouwde) ruimte.
Functies van de omgeving
Weggebruikers
hoog / laag
trage weggebruikers: veel / weinig personenwagens: veel / weinig openbaar vervoer: veel / weinig vrachtverkeer: veel / weinig
Geluidshinder
veel / weinig geluidshinder
Type omgeving stedelijk/landelijk
Waar in de gemeente situeren we ons? centrum / rand / platteland
Hoe ervaar je deze plaats? Ik vind het ...
onaangenaam heel aangenaam
3 Op welke manier houdt men bij de reconversie van deze site rekening met de leefbaarheid?
4 Zijn er nog aanwijzingen van de vroegere functies op deze locatie?
Excursiepunt 2:
1 Vergelijk de functie van de gebouwen in deze straat. Zijn er veranderingen in functie of aanbod opgetreden? Op welk huisnummer is dit te merken?
HUISNUMMER
2 Onderzoek de verkeersdrukte. Tel gedurende 10 minuten het aantal … vrachtwagens bussen brommers
fietsen auto’s
(bv. treinen, trams …)
3 Spreek beleefd enkele afzonderlijke mensen op straat aan en stel een vraag over klimaatverandering, de leefbaarheid in de gemeente, het openbaar vervoer ...
Vul onderstaand vragenlijstje aan met je vooraf bedachte vragen.
a Weet u met hoeveel graden de aarde al is opgewarmd sinds 1950?
b Wat is volgens u de oorzaak van klimaatverandering?
c Wat doet u zelf om klimaatverandering te helpen tegengaan?
d Wat kan er volgens u aan deze winkelstraat veranderen om ze aangenamer/leefbaarder te maken?
e Gebruikt u het openbaar vervoer vaak?
f Bent u tevreden over het aanbod openbaar vervoer in de gemeente?
• Wat kan er beter?
• Zou u vaker gebruik maken van het openbaar vervoer?
• Gebruikt u vaak de fiets? Waarom wel/niet?
g Hoeveel wagens heeft u thuis?
h Met hoeveel personen woont u samen?
i Woont u in een vrijstaande woning, rijwoning of appartement?
j k l
persoon 1
VRAAG
ANTWOORD
persoon 2
VRAAG ANTWOORD
a b c d e f g h i j k l persoon 3
VRAAG ANTWOORD
a b c d e f g h i j k l persoon 4
VRAAG ANTWOORD
a b c d e f g h i j k l
a b c d e f g h i j k l
Excursiepunt 3:
Voer een temperatuurmeting uit tussen het dichtbebouwde deel van de gemeente en een stukje natuur in de gemeente. Meet verschillende keren de temperatuur, zodat je een gemiddelde kan berekenen.
• Metingen tussen het dichtbebouwde deel:
• Metingen in de natuur:
1 Wat stel je vast?
2 Waaraan ligt het temperatuurverschil?
Excursiepunt 4:
Welke verbeteringen zijn hier mogelijk om de leefbaarheid en klimaatbestendigheid te vergroten?
Naverwerking
1 Breng de tellingen van windmolens, daken met zonnepanelen, vergrijzing en verkeerstellingen samen.
2 Bundel de bevindingen en formuleer een besluit met betrekking tot de maatregelen om water te beheersen, verkeersarm maken van het centrum, vergroting van leefbaarheid, beter openbaar vervoer ... Formuleer een besluit.
3 Vergelijk de temperatuurmetingen. Formuleer een besluit.
4 Bundel de functies in de winkelstraat.
5 Voeg de resultaten van de interviews samen. Maak een kort besluit per vraag.
6 Maak een samenvattende fotocollage met onderweg gemaakte foto's. De poster moet het antwoord bevatten op de onderzoeksvragen.
Dit schema bevat in een notendop de leerstof die je tijdens de tweede graad behandelt. Op het einde van elk thema wordt dit schema telkens herhaald. Zo kan je goed volgen waar in het verhaal van het systeem aarde je je bevindt.
GEOSFEER ATMOSFEER
KLIMAAT
natuurlijk broeikase ect koolstofkringloop
HYDROSFEER BIOSFEER

PLANETAIRE GRENZEN

PLANEET AARDE BIEDT KANSEN


DEMOGRAFIE
verstedelijking industrie landbouw ontginning mondialisering
KLIMAATVERANDERING
MENS HEEFT IMPACT

MILIEUDEGRADATIE
LANDBESLAG
UITPUTTING GRONDSTOFFEN








TRANSITIE NAAR DUURZAAMHEID
Het systeem aarde bestaat uit vier sferen die in wisselwerking staan met elkaar: de atmosfeer, de hydrosfeer, de biosfeer en de geosfeer. De mens maakt gretig gebruik van dit systeem en alles wat het oplevert, maar hij zet de werking ervan ook onder druk door zijn activiteiten. In dit thema wordt onderzocht hoe de mens de aarde onder druk zet, hoe we dit kunnen meten en of de druk overal even groot is.












Begrippen
Definieer de begrippen die de leerkracht laat aanduiden.
De aarde geeft
Met voorbeelden aantonen dat het systeem aarde onder druk staat.
Met voorbeelden aantonen dat de biocapaciteit van de aarde niet statisch is.
De betekenis van het Eerlijk Aarde-aandeel toelichten.
Het verband tussen biocapaciteit, draagkracht van de aarde en het Eerlijk Aarde-aandeel uitleggen.
Druk op het systeem aarde
De verschillende soorten land van de Ecologische Voetafdruk benoemen.
De ecologische voetafdruk in verband brengen met landbeslag.
De impact van een levensstijl in verband brengen met de soorten land van de ecologische voetafdruk.
De ecologische voetafdruk in verband brengen met de uitputting van grondstoffen.
De evolutie van de ecologische voetafdruk in verband brengen met de levenswijze van de mens.
De impact van een levensstijl beoordelen.
Uitleggen dat de druk op de draagkracht van het systeem aarde niet overal even groot is.
De ongelijke druk op het systeem aarde in verband brengen met demografische en socio-economische indicatoren. Hoe goed beheers ik de leerdoelen van dit thema?
Draagkracht (maximale belasting die het systeem aarde aankan)
DRAAGKRACHT VAN HET SYSTEEM AARDE
SYSTEEM AARDE
Earth overshoot day (moment in een jaar dat de draagkracht wordt overschreden)
bepaalt
LEVEN levert
biocapaciteit (natuurlijke productie en herstelvermogen)
ecosysteemdiensten:
• Producerend
• Regulerend
vergelijk overschreden
vergelijk meet druk
Ecologische voetafdruk (menselijk verbruik van ruimte en hulpbronnen)
• Cultureel
Eerlijk aarde aandeel: wat elke persoon “mag’’ gebruiken als de biocapaciteit eerlijk wordt verdeeld
Niet overal even groot: regionale economische en demografische verschillen
Inleiding
1 Lees de artikels en voer de opgaven onder de artikels uit.
12.02.23 - Meer dan een vijfde van de rondtrekkende diersoorten in de wereld dreigt uit te sterven. En bijna de helft van de soorten gaat achteruit. Die alarmerende boodschap staat in een nieuw VNrapport, het eerste dat specifiek de toekomst onderzocht van migrerende soorten zoals walvissen, trekvogels en zeeschildpadden. De menselijke impact is groot, maar er zijn oplossingen.
- VRT
25.09.24 - De kans op extreme neerslag, die aan de basis lag van de overstromingen in Centraal-Europa de voorbije weken, is verdubbeld door de klimaatverandering. Dat blijkt woensdag uit een snelle attributiestudie van 24 wetenschappers van World Weather Attribution (WWA)
- De Morgen
21.05.24 Het Amazonewoud krijgt almaar vaker te kampen met grote periodes van droogte. Bovendien herstelt het daar ook moeilijker van dan vroeger. Dat zijn de conclusies van een internationaal klimaatonderzoek dat die droogte onder de loep heeft genomen.
- VRT
06.09.24 - De voorbije zomer was wereldwijd de warmste ooit gemeten op aarde. Dat blijkt uit een nieuw rapport van de Europese klimaatdienst Copernicus. Ook voor Europa zijn de cijfers duidelijk. Het was de warmste zomer ooit, al was er een duidelijke opdeling tussen het westen en noorden enerzijds, en de rest van het continent anderzijds.
- VRT
31.06.24 UAntwerpen heeft een nieuwe berekeningsmethode ontwikkeld om te weten hoe PFASveilig eieren uit de eigen tuin zijn. Onder meer het type bodem speelt een rol, net als de hoeveelheid organisch materiaal en het water dat de kippen drinken. De Vlaamse overheid zal het model gebruiken om het risico in heel Vlaanderen te evalueren.
- VRT
23.10.17 De verhoogde uitstoot van CO2 is nefast voor het leven onder water. Hoe meer CO2 in de lucht, hoe zuurder de oceanen, met alle gevolgen van dien. Alle leven in de oceanen zal erdoor beïnvloed worden, is het niet rechtstreeks, dan wel onrecht-
a Welke sferen worden beïnvloed?
streeks, zeggen wetenschappers. Volgende maand presenteren ze een rapport over de verzuring van oceanen op de klimaatconferentie in Bonn.
- VRT
14.01.20 Verstedelijking doet de soortenrijkdom sterk dalen en decimeert de populaties. Dat is de conclusie van een vergelijking van een waaier aan ongewervelde diersoorten in verstedelijkte en landelijke gebieden. Zo zijn er in dicht bebouwde gebieden tot 85 procent minder vlinders dan in landelijk gebied. 'Steeds meer landelijk gebied bebouwen is nefast voor de fauna', zeggen de onderzoekers, die ervoor pleiten om de groene ruimtes in de stad met elkaar te verbinden.
- VRT
06.07.22 Wanneer pesticiden en zware metalen de bodem aantasten, verhoogt dat mogelijk het risico op hart- en vaatziekten voor de lokale bevolking, blijkt uit nieuw onderzoek van de Europese Vereniging voor Cardiologie (ESC).
Plaats bij elke artikel een B voor biosfeer, A voor atmosfeer, H voor hydrosfeer en/of G voor Geosfeer.
b Welke signalen geeft de aarde ons?
Draagkracht van de aarde
Het systeem aarde is één groot dynamisch systeem dat allerlei diensten levert. Deze diensten in de vorm van lucht, water, grondstoffen en vruchtbare bodem, worden ecosysteemdiensten genoemd. De componenten van het systeem hebben ieder een eigen werking, maar staan in wisselwerking met elkaar. Met allerlei terugkoppelingsmechanismen reguleert het systeem aarde deze diensten op eigen kracht.
bescherming
bestuiving ongediertebestrijding
ontspanning
religie onderwijs eigenheid
gewassen
2.1 ecosysteemdiensten
Het vermogen van de aarde om de diensten die ze aanbiedt ook aan te vullen na gebruik door de mens, is niet onbeperkt. De biocapaciteit is de hoeveelheid grondstoffen en voedsel die de aarde binnen één jaar kan produceren en de uitstoot die oceanen en bossen kunnen absorberen. De biocapaciteit wordt uitgedrukt in globale hectare (gha), de oppervlakte land en water die voor gebruik door de mens in aanmerking komt.











biocapaciteit alle biologische materialen die de aarde kan voortbrengen en al het afval dat de aarde kan verwerken of absorberen in één jaar tijd














2.2 biocapaciteit van de aarde versus de wereld




De mogelijkheden van het systeem aarde om de mens te voorzien van zijn levensnoodzakelijke behoeften (lucht, water, voedsel, woning, grondstoffen ... ) zijn begrensd. Ook het vermogen van de aarde om te herstellen wat de mens consumeert en vervuilt, is begrensd. Terwijl de mens de ecosysteemdiensten gebruikt (of verbruikt), is het systeem aarde bezig deze diensten terug aan te vullen, te vernieuwen en te herstellen na vervuiling. Dat gebeurt meestal in de loop van trage, langdurende processen. Verbruik en vernieuwing verlopen gelijktijdig.
In de natuur geeft het begrip draagkracht aan hoe groot de populatie van een soort kan worden in een bepaalde omgeving. De berekening gebeurt op basis van de noden van een soort en gaat uit van een evenwicht tussen populatie en omgeving. Voor de mens (als soort) is de draagkracht van zijn omgeving moeilijk te berekenen. De habitat van de mens kent een grote variatie aan landschappen en manieren waarop de omgeving wordt gebruikt. Om die reden worden schattingen gemaakt voor toekomstig gebruik van hulpbronnen, de levensstandaard, productiviteit van de biosfeer, de technologische vooruitgang en de 'wensen' in plaats van de 'noden' van de mens.
Het begrip draagkracht van de aarde geeft aan in welke mate de aarde de groeiende bevolking, het bijhorende verbruik en de vervuiling aankan, zonder daardoor evenwichten te verstoren en andere soorten te bedreigen.
De biocapaciteit helpt de draagkracht van de aarde te bepalen.
Alle mensen op aarde rekenen op de beschikbare diensten van onze planeet.

draagkracht van de aarde het vermogen van de aarde om het voortbestaan van de mens en andere soorten te verzekeren zonder evenwichten te verstoren
De draagkracht van de aarde wordt daarom sterk beïnvloed door het aantal mensen op aarde of de bevolkingsdichtheid in een gebied. Als we de biocapaciteit van de aarde eerlijk verdelen onder alle mensen, kennen we de oppervlakte die we maximaal tot onze beschikking hebben om in onze levensbehoefte te voorzien. Dit is het Eerlijk Aarde-aandeel (EAA). Het wordt uitgedrukt in globale hectare per persoon (gha).
Om de huidige levensstijl van de gemiddelde wereldburger voort te zetten, zouden we over 1,7 aardes moeten beschikken.

Eerlijk Aarde-aandeel (EAA) de biocapaciteit van de aarde, eerlijk verdeeld over alle mensen
Vraag Wat is het verband tussen biocapaciteit, de draagkracht van de aarde en het 1 Eerlijk Aarde-aandeel?
1 Geef enkele voorbeelden van niet-bioproductief land.
2 De biocapaciteit en de draagkracht van de aarde zijn niet statisch. Welke van deze activiteiten verhogen de biocapaciteit en welke verlagen de biocapaciteit?




3 Geef nog twee voorbeelden van de manier waarop mensen de draagkracht van de aarde ...
• vergroten:
• verkleinen:
4 Bereken het huidige Eerlijk Aarde-aandeel, uitgaande van dezelfde biocapaciteit als in 2017 (bij benadering 12,2 miljard gha). Het huidige bevolkingscijfer vind je via de link in e-ducate.me
Formuleer aan de hand van de gegeven kernwoorden een antwoord op de onderzoeksvraag. biocapaciteit - Eerlijk Aarde-aandeel - draagkracht (2x)
De geeft aan hoeveel land bruikbaar is voor de mens, de geeft aan in hoeverre de mens dit land gebruikt zonder evenwichten uit balans te brengen. Het geeft een indicatie hoeveel we mogen gebruiken zonder de te overschrijden.
Inleiding
Vorig jaar bestudeerde je hoe de mens veranderingen aanbrengt in het landschap om gebruik te maken van het systeem aarde
1 Noteer bij elke foto in één woord de oorzaak van de ingrijpende verandering in het landschap.




2 Brainstorm over de impact op het systeem aarde van volgende activiteiten (bv. wat heb je nodig, welke gevolgen heeft het....):
• Je organiseert een 'avondje gamen onder vrienden'.
• Je maakt een korte citytrip naar Barcelona. Om tijd uit te sparen neem je het vliegtuig.
• Je gaat een nachtje wildkamperen in het bos.
Ecologische voetafdruk
Klik op de link in e-ducate.me om op te frissen hoe het landgebruik in de wereld evolueerde sinds 10 000 v.Chr.
De Ecologische Voetafdruk (EVA) is een maat voor de oppervlakte aarde die gebruikt wordt door de mens om een bepaalde levensstijl aan te houden, om te eten, om producten te kunnen maken, om te wonen ...
De Ecologische Voetafdruk wordt berekend op basis van zes soorten land: akkerland (voeding, vezels, energiegewassen), graasland (vlees, zuivel, leder, wol), visgrond (visvangst), bosland (brandhout, papier, karton), energieland (land nodig om de CO2-uitstoot door fossiele brandstoffen te absorberen) en bebouwd land (wegen, fabrieken, steden). Het gebruik van deze soorten land wordt landbeslag genoemd.

Ecologische Voetafdruk (EVA) de oppervlakte aarde die nodig is om te voorzien in de levensstijl van een persoon, stad of land, uitgedrukt in globale hectares.

landbeslag inname van land door menselijke activiteiten
De Ecologische Voetafdruk wordt uitgedrukt in globale hectares (gha). Dat is de oppervlakte land en water die voor gebruik door de mens in aanmerking komt. Een globale hectare wordt berekend aan de hand van een gemiddelde productiviteit omdat niet elk stukje land of water even vruchtbaar of rijk aan grondstoffen is.



2.11 soorten land van de Ecologische Voetafdruk

De oppervlakte land en water die voor gebruik door de mens in aanmerking komt, wordt bioproductief genoemd, m.a.w. geschikt om te gebruiken en biomassa voort te brengen.
De bioproductieve delen van de aarde die niet gebruikt worden, zijn in staat om het afval dat mensen produceren en hun CO2-uitstoot te absorberen. Om de aarde niet overdreven te belasten, is het aangewezen dat een deel van de bioproductieve gronden buiten gebruik blijft, als het ware op een spaarrekening geplaatst, zodat ecosystemen niet uit evenwicht raken en de biodiversiteit in stand wordt gehouden.
In 2019 bedroeg de Ecologische Voetafdruk van elke wereldburger gemiddeld 2,64 gha.
Reeds in de jaren 1970 ontstond het besef dat de overconsumptie in de westerse samenlevingen tegen 2070 grote problemen zou opleveren door de groei van de wereldbevolking en de toenemende industriële productie. De uitputting van de grondstoffen zou al na vijftig jaar voor problemen zorgen. Dit leidde tot het inzicht dat een duurzame omgang met de aarde noodzakelijk is om toekomstige generaties een leefbare planeet te garanderen. Het besef dat de planeet eindig is en begrensd, deed heel wat stof opwaaien. Dat werd in de jaren daarna steeds vaker bevestigd.

bioproductief land en water het deel van het aardoppervlak dat de natuurlijke hulpbronnen voortbrengt voor gebruik door de mens

duurzaam kunnen voorzien in de behoeften van de huidige generatie, zonder het vermogen in gevaar te brengen van toekomstige generaties om in hun behoeften te voorzien
Onderstaande grafieken tonen de evolutie van de Ecologische Voetafdruk, biocapaciteit en Earth Overshoot Day.
miljard gha energieland visgrond akkerland bebouwd land bosland graasland
2.12 ecologische Voetafdruk wereldwijd, ingedeeld volgens soorten land
miljard gha
2.13 wereldwijde evolutie van de biocapaciteit tegenover de EVA (1961-2017)


Earth Overshoot Day wordt berekend door de biocapaciteit van de planeet (de hoeveelheid ecologische hulpbronnen die de aarde dat jaar kan genereren) te delen door de ecologische voetafdruk van de mensheid (de vraag van de mensheid voor dat jaar) en te vermenigvuldigen met 365 (het aantal dagen in een jaar, voor een schrikkeljaar wordt 366 gebruikt).
Hoewel deze dag een globaal gemiddelde weergeeft, is het belangrijk om te beseffen dat niet elk land evenveel bijdraagt aan die wereldwijde voetafdruk.
Technologische groei, verstedelijking, demografie ... verlopen niet overal aan hetzelfde tempo. Dat vertaalt zich in verschillen in grootte van de Ecologische Voetafdruk.
Ook de verschillen in de biocapaciteit van een land zijn erg uiteenlopend. Sommige landen verbruiken meer van die capaciteit dan het land oplevert, andere minder. Een nationaal ecologisch tekort betekent dat het land biocapaciteit importeert uit een andere regio door handel, de eigen natuurlijke reserves opgebruikt en/ of meer CO2-uitstoot dan de ecosystemen kunnen absorberen. Een ecologisch overschot treedt op wanneer de biocapaciteit van een land groter is dan de Ecologische Voetafdruk van het land.
EVA pp vs. biocapaciteit pp
■ bebouwd land ■ visgrond
■ energieland ■ bosland
■ akkerland ■ graasland
Als de Ecologische Voetafdruk in verband wordt gebracht met de ontwikkelingsgraad (HDI) van een regio (Fig. 2.16), dan worden de wereldwijde verschillen erg duidelijk. hoge HDI

Afrika


Midden-Oosten / Centraal-Azië

Zuidoost-Azië en Oceanië
Zuid-Amerika
Centraal-Amerika / Caraïben
Noord-Amerika
EU-28
Niet-EU Europa
Wereldbiocapaciteit











ontwikkelingsgraad



2.16 relatie tussen Human Development Index (HDI) en Ecologische Voetafdruk (EVA), per land (2025)
Televisiezender Canvas introduceerde in 2018 het begrip Grey Day om aan te geven wanneer de hoeveelheid hernieuwbare energie die een land kan produceren in een jaar is opgebruikt. Vanaf die symbolische dag wordt energie verbruikt die is opgewekt in kerncentrales en uit fossiele brandstoffen. Gerekend vanaf 1 januari viel in ons land Grey Day in 2020 op 5 februari.
Sinds het gebruik van de Ecologische Voetafdruk om de druk op het milieu te meten, worden ook gedeeltelijke voetafdrukken gebruikt. Zo drukt de watervoetafdruk uit hoeveel zoet water gebruikt wordt om alle of bepaalde goederen en diensten te produceren die worden geconsumeerd door een persoon, een regio of een bedrijf. De koolstofvoetafdruk of 'carbon footprint' is een weergave van de hoeveelheid CO2 die een persoon, bedrijf of regio uitstoot door zijn activiteiten. Een kleine 60% van de Ecologische Voetafdruk is koolstof. De voedselvoetafdruk berekent de impact van de voedselproductie op het milieu. Ook voor huisdieren wordt de Ecologische Voetafdruk berekend.
Wetenschappers gebruiken ook de Kaya-identiteit om de impact van menselijke activiteiten op het milieu en klimaat te berekenen. Het is een model dat gebruik maakt van vier factoren die samen de uitstoot van broeikasgassen (F), vnl. koolstofdioxide, bepalen:
- Bevolking (P): Hoe meer mensen er zijn, hoe meer energie er nodig is.
- Welvaart (BBP per persoon) (G/P of het inkomen per persoon): Hoe rijker een land is, hoe meer energie mensen meestal gebruiken voor hun levensstijl.
- Energie-intensiteit (E/G of het energieverbruik per € 1000 inkomen, uitgedrukt in kWh): Dit is de hoeveelheid energie die nodig is om iets te maken of een dienst te leveren. Als een land energiezuiniger wordt, neemt deze factor af.
- Koolstofintensiteit (F/E of de uitstoot per kWh): Dit geeft aan hoeveel broeikasgassen vrijkomen bij de productie van energie. Als een land overstapt op groene energie, daalt deze factor.
De Kaya-identiteit laat zien hoe veranderingen in de bevolking, economie, energieverbruik en de manier waarop we energie opwekken de totale CO2-uitstoot beïnvloeden. Het model maakt het makkelijker om te begrijpen wat we kunnen veranderen om klimaatverandering tegen te gaan.

F = totale CO2-uitstoot, P = totale bevolking, G = totale welvaart, E = totale energieverbruik
Vraag Hoe wordt de impact van de mens op het systeem aarde berekend?
1 De mens beïnvloedt door zijn activiteiten de verschillende soorten land van de Ecologische Voetafdruk. a Wat is het gevolg van de stijgende bevolking op het bioproductieve land?
b Noteer bij elke afbeelding welke soorten land door de menselijke activiteit in gebruik worden genomen. De totale CO2-uitstoot is het product van de totale bevolking, bbp per hoofd van de bevolking, energie-intensiteit en de koolstofintensiteit.











2 Bereken je eigen EVA. Klik op de link in e-ducate.me voor de nodige hulpmiddelen.
3 De gemiddelde Belg had in 2019 een ecologische voetafdruk van 7,2 gha per persoon. Het Eerlijk Aarde aandeel bedroeg 1,55 gha per persoon.
a Over hoeveel aardes zouden we moeten beschikken wanneer elke wereldburger de levensstijl van de gemiddelde Belg zou aannemen? Kleur het aantal aardes.
b Hoeveel aardes zijn er nodig, mocht iedereen jouw levensstijl aannemen? Kleur dit hieronder.
4 Zoek enkele voorbeelden hoe jij zelf je ecologische voetafdruk kan verkleinen.
5 Een land heeft een bevolking van 11,5 miljoen mensen. Het gemiddelde inkomen per persoon per jaar is € 40.000. Voor elke € 1.000 inkomen verbruikt dat land 1.500 kWh energie. Deze energie veroorzaakt een CO2uitstoot van 0,4 kg per kWh. Tip: gebruik de formule voor de Kaya-identiteit of klik op de link in e-ducate.me. a Bereken de totale CO2-uitstoot van dat land in een jaar.
b Stel dat dat land de hoeveelheid energie die nodig is om de economie draaiende te houden met 20% kan verminderen, zonder dat het inkomen daalt. Hoeveel minder CO2 zou er dan worden uitgestoten?
Formuleer aan de hand van de gegeven kernwoorden een antwoord op de onderzoeksvraag. druk - systeem aarde - Ecologische Voetafdruk
De impact van de mens op het systeem aarde wordt uitgedrukt met de .
Dit is een maat voor de die de mens uitoefent op het . Het is een synthese van ons landgebruik: alles wat we doen en gebruiken verbruikt één of meerdere pijlers van de EVA.
Vraag Hoe evolueert de impact van de mens op aarde?
Tip bij de oefening: Maak gebruik van Fig. 2.12, 2.13, 2.14
1 Welke trend stel je vast in de evolutie van de gemiddelde Ecologische Voetafdruk van de wereldburger?
2 Welke twee soorten land zijn vooral verantwoordelijk voor de toename van de Ecologische Voetafdruk?
3 Wanneer valt Earth Overshoot Day dit jaar? Dag: jaar: Zoek het antwoord achter de link in e-ducate.me
4 Bekijk de evolutie van Earth Overshoot Day doorheen de tijd. Wat stel je vast voor de natuurlijke hulpbronnen op aarde?
5 Sinds wanneer verbruikt de mens meer van de biocapaciteit dan de aarde aankan?
6 Verklaar waarom Overshoot Day in 2020 later viel.
7 Wat is het verband tussen Earth Overshoot Day en de draagkracht van de aarde?
Formuleer aan de hand van de gegeven kernwoorden een antwoord op de onderzoeksvraag. 1970 - toe - draagkracht - natuurlijke hulpbronnen
De impact van de mens op de aarde neemt . Dit houdt in dat de mens steeds meer van de aarde verbruikt. Sinds overschrijdt de mens de van de aarde.
1 Onderzoek de druk op de aarde in de verschillende wereldregio's.
Globale hectaren per persoon
Noord-Amerika Latijns-Amerika
(miljoen)
Midden-Oosten / Centraal-Azië beschikbare biocapaciteit per persoon Europa (niet-EU)
Noot: De hoogte van de gekleurde staaf geeft de gemiddelde Ecologische Voetafdruk per persoon weer. De breedte van de gekleurde staaf staat voor de bevolking in die regio. De hoogte van de zwarte kaders stelt de biocapaciteit per persoon van die regio voor.
a Welke wereldregio’s oefenen de grootste druk uit op de planeet?
b Welke wereldregio verbruikt minder dan hij zou mogen gebruiken?
c Welke wereldregio’s overschrijden hun biocapaciteit?
d Staat de druk die een regio uitoefent op de aarde in verhouding tot het aandeel van haar bevolking in de totale wereldbevolking?
2 Klik op de link in e-ducate.me en onderzoek de verschillende kaarten.
a In welke twee wereldblokken zijn de laagste waarden van de EVA per persoon te vinden?
b Noem de vijf landen met de hoogste totale biocapaciteit.
c Welke regio’s hebben een nationaal ecologisch tekort op de biocapaciteit?
d Hoeveel bedraagt/bedroeg de biocapaciteit per persoon in België, in het jaar ?
Hoeveel bedraagt/bedroeg de Ecologische Voetafdruk per persoon in België, in het jaar ? België heeft dus een ecologisch tekort / ecologisch overschot.
Op welke plaats staat België in de ranglijst van de EVA per persoon, in het jaar ?
e Bestudeer de landen met het grootste ecologische overschot. Klik er enkele aan. Wat valt op?
3 Bestudeer de figuren. Beantwoord dan de vragen:

2.22 ecologische voetafdruk van diverse landen
a Welk van deze landen heeft de grootste ecologische voetafdruk (uitgedrukt in aantal aardes)?
b Welk van deze landen heeft een levensstijl die de aarde (nog) niet uitput?
c Welk van deze landen overschreed de draagkracht van de aarde het eerst?
4 Breng de vaststellingen uit vorige opgaven in verband met de HDI.
a Welke globale trend kan afgeleid worden uit Fig. 2.16?
b Markeer op Fig. 2.16 waar een land zich bevindt als het een hoge welvaart heeft en een lage belasting van de aarde. Een land in deze situatie handelt duurzaam. Leg dit uit.
Elk jaar wordt op Country Overshoot Day de datum gemarkeerd waarop het jaarlijkse biocapaciteitsbudget van de planeet zou zijn uitgeput als iedereen op aarde hetzelfde consumptieniveau zou hebben als de inwoners van dat specifieke land.
Dec 17 | Uruguay
Nov 18 | Indonesia
Nov 11 | Nicaragua
Sep 22 | Iraq Okt 25 | Ghana Okt 28 | Tunisia Okt 31 | Ecuador
Sep 16 | Guatemala
Sep 13 | Albania
Sep 10 | Azerbaijan
Sep 9 | Dominican Republic
Sep 6 | Colombia
Aug 25 | El Uzbekistan, Gabon
Aug 21 | El Salvador
Aug 14 | Algeria, Thailand Aug 16 | Peru
Aug 1 | Brazil
Juli 30 | Mexico
Juli 21 | Costa Rica
Juli 20 | Viet Nam, Paraguay
Juli 12 | Bolivia
Juli 10 | Lebanon
Juli 3 | Armenia, Argentina
2.23 Country Overshoot Day 2025
Juli 1 | Eswatini
Juli 2 | South Africa
Feb 6 | Qatar
Feb 17 | Luxembourg
Feb 26 | Singapore
Mar 2 | Mongolia
Mar 4 | Estonia
Mar 7 | Kuwait, Latvia
Mar 9 | Bahrain
Mar 13 | United States
Mar 15 | Oman
Mar 16 | United Arab Emirates
Mar 19 | Denmark, Australia
Mar 26 | Canada
Mar 27 | Belgium
Mar 28 | Lithuania
Mar 29 | Austria
Apr 6 | Russian Federation, Finland
Apr 8 | Saudi Arabia, Slovenia
Apr 9 | South Korea
Apr 10 | Czech Republic, Sweden
Apr 16 | Norway April 19 | France
April 23 | Kazakhstan
April 24 | Montenegro
April 27 | Croatia
April 29 | Israel
April 30 | New Zealand
Mei 1 | Bulgaria
Mei 3 | Germany, Poland
Mei 5 | Netherlands, Portugal
Mei 6 | Italy
Mei 7 | Switzerland, Turkmenistan
Mei 8 | Japan, Serbia
Mei 9 | Malaysia
Mei 10 | Slovakia
Mei 13 | Belarus
Mei 17 | Bosnia and Herzegovina, Ireland, Chile
Mei 20 | United Kingdom
Mei 23 | China, Spain
Mei 25 | Greece
Mei 31 | Romania
Juni 2 | Hungary
Juni 13 | Iran
Juni 17 | Georgia Juni 18 | Türkiye
5 Rangschik de landen volgens de plaats die ze innemen in de rangorde van Country Overshoot Day: plaats de landen met de vroegste Country Overshoot Day eerst.
België - Niger - Zuid-Afrika - Bolivia - Brazilië - Rusland - Japan - VS - China
Formuleer aan de hand van de gegeven kernwoorden een antwoord op de onderzoeksvraag.
biocapaciteit - lage - hoge - hogere - Country Overshoot Day
De druk op de aarde is niet overal even groot. De ecologische voetafdruk is groot in landen met een ontwikkelingsgraad en klein in landen met een ontwikkelingsgraad. Landen met een EVA hebben een vroegere : zij verbruiken de voorraden die de aarde levert sneller en overschrijden de .
ID 1 Hoeveel aardes hebben we nodig voor verschillende levensstijlen?
Klik op de link op e-ducate.me
1 Zoek voor ieder land de gemiddelde Ecologische Voetafdruk per persoon en de biocapaciteit per persoon.
2 Bereken hoeveel aardes nodig zijn als de hele wereld de gemiddelde levensstijl van het land zou aannemen.
3 Bereken hoeveel keer ze hun eigen land nodig hebben om hun gemiddelde druk op de planeet aarde te kunnen opvangen. Er is plaats gelaten om enkele landen naar keuze te bestuderen.
BELGIË VS LUXEMBURG
NIGER
JAPAN
ZUID-AFRIKA
CHINA
BOLIVIA
INDIA
ID 2 Demografische en economische indicatoren
De druk op het systeem aarde is niet overal even groot. Verschillende factoren beïnvloeden de Ecologische Voetafdruk.
1 Enkele sociale en economische factoren beïnvloeden de ecologische voetafdruk:
a Landen met een grote EVA pp zijn meestal rijke/arme landen.
b Landen met een grote EVA pp zijn meestal landen met een grote/matige/kleine natuurlijke aangroei.
2 Vergelijk de EVA, biocapaciteit en ecologische tekorten tussen Canada en Luxemburg. Zoek de gegevens op de verschillende kaarten via de link in e-ducate.me
a De EVA van Canada is groter / gelijk / kleiner dan die van Luxemburg.
b De biocapaciteit van Canada is groter / gelijk / kleiner dan die van Luxemburg.
c Canada kent een ecologisch tekort / overschot.
d Licht de conclusies toe door ze in verband te brengen met de bevolkingsdichtheid, de oppervlakte en de welvaart van deze landen: • Canada
• Luxemburg
3 Vergelijk het landgebruik in landen met een grote en kleine voetafdruk per persoon op Fig. 2.15. Verklaar dit door de spreiding van de voetafdrukken in verband te brengen met bevolkingsgroei, vleesconsumptie, productie, energieverbruik. Denk ook aan de leerstof van vorig jaar.
Sinds 1970 overschrijden vooral de landen met een hogere ontwikkelingsgraad de draagkracht van het systeem aarde door hun levensstijl. De consumptie van de mens put de natuurlijke rijkdommen van de aarde uit, systemen worden uit evenwicht gebracht. Earth Overshoot Day, de dag dat de mens alle natuurlijke rijkdommen die de aarde kan leveren tijdens een jaar heeft opgebruikt, valt steeds vroeger. De individuele impact van een plaats, regio of persoon kan worden ingeschat op basis van de Ecologische Voetafdruk (EVA). Deze voetafdruk is opgebouwd uit zes verschillende soorten land. Hoeveel land bruikbaar is voor de mens wordt uitgedrukt aan de hand van de biocapaciteit. Het Eerlijk Aarde-aandeel (EAA) geeft aan hoeveel land elke wereldburger zou mogen gebruiken zonder met zijn levensstijl de draagkracht van de Aarde te overschrijden.
GEOSFEER ATMOSFEER
KLIMAAT natuurlijk broeikase ect koolstofkringloop
HYDROSFEER BIOSFEER


PLANEET AARDE BIEDT KANSEN


DEMOGRAFIE
verstedelijking industrie landbouw ontginning
KLIMAATVERANDERING

MILIEUDEGRADATIE LANDBESLAG





1 Los dit kruiswoordraadsel op.
Verticaal
1. Inname van land door menselijke activiteiten
2. Alle biologische materialen die de aarde kan produceren en alle afval dat de aarde kan verwerken in één jaar tijd
3. De dag in een jaar waarop de mens de draagkracht van de aarde overschrijdt, is de Earth ... Day
4. Vermogen van de aarde om het voortbestaan van biologische soorten te verzekeren binnen hun habitat
6. Land nodig om de CO2-uitstoot verbonden aan het energieverbruik te absorberen
7. Manier van voorzien in de behoeften van de huidige generatie zonder dat vermogen voor toekomstige generaties in gevaar te brengen
Horizontaal
5. Alle bioproductieve oppervlakte op aarde eerlijk verdeeld over alle mensen, noemt men het Eerlijk
8. De oppervlakte aarde die nodig is om te voorzien in de levensstijl van een persoon, stad of land, uitgedrukt in globale hectares, is de ecologische
2 Verklaar hoe het mogelijk is om te leven met een Ecologische Voetafdruk die groter is dan het Eerlijke Aardeaandeel.
3 Welke levensstijl heeft de grootste impact op de planeet? Verklaar dit door drie verschillen in levensstijl te noemen.


4 Welke soorten land van de Ecologische Voetafdruk worden gebruikt vooraleer je deze diepvriesmaaltijd met een stuk vlees kunt eten?


5 Juist of fout?
• Landen met een grote Ecologische Voetafdruk hebben doorgaans een kleine HDI. juist / fout
• De mens verbruikt wereldwijd gemiddeld meer natuurlijke hulpbronnen dan de aarde jaarlijks kan leveren. juist / fout
• De biocapaciteit van België is groot. juist / fout
• Het moment waarop de mens de natuurlijke hulpbronnen die de aarde levert heeft opgebruikt, verschuift naar een later moment in het jaar. juist / fout
6 Zoek in de atlas de verstedelijksgraad en de industriële productie van Ethiopië en Tsjechië. Welk effect hebben deze indicatoren op de Ecologische Voetafdruk van deze landen?














Ontbossing, verstedelijking, landbouw, mijnbouw, industrie, globalisering ... de uitoefent is zo groot dat de systemen die het leven mogelijk maken, drastisch veranderen. Het overschrijden van planetaire grenzen brengt de aarde in een zeer kwetsbare toestand waardoor het vervullen







In dit thema wordt onderzocht welke de grenzen zijn van de planeet, welke invloed de mens hierop heeft, hoe blijvend de impact is en hoe hij veilig en duur-











Begrippen
Definieer de begrippen die de leerkracht laat aanduiden.
Grenzen aan het systeem aarde
De verschillende planetaire grenzen benoemen.
Hoe goed beheers ik de leerdoelen van dit thema?
Afleiden/beargumenteren dat socio-economische trends planetaire grenzen onder druk zetten.
Met voorbeelden aantonen dat het overschrijven van planetaire grenzen sociaal-economische gevolgen kan hebben.
De mens als geologische kracht
Uitleggen dat menselijk handelen een impact heeft op het systeem aarde.
Tropisch regenwoud in de wereld situeren.
Het tropisch regenwoud beschrijven.
Oorzaken van ontbossing onderzoeken.
Uitleggen dat menselijk handelen een impact heeft op het systeem "tropisch regenwoud".
Verband leggen tussen ontbossing enerzijds en lokale en wereldwijde klimaatverandering anderzijds.
Verband leggen tussen ontbossing enerzijds en bodemerosie en bodemdegradatie anderzijds.
Verband leggen tussen ontbossing en de afname van biodiversiteit.
Uitleggen/onderzoeken dat verschillende planetaire grenzen een impact hebben op elkaar.
Uitleggen waarom de mens een geologische kracht wordt genoemd.
Duurzaam door het leven
De duurzaamheid inschatten/beoordelen aan de hand van het donutmodel van Raworth.
De duurzaamheid inschatten/beoordelen aan de hand van de duurzame ontwikkelingsdoelen.
Uitleggen wat er nodig is voor de transitie naar een duurzame wereld.
Aantonen dat de duurzame ontwikkelingsdoelen een belangrijke rol spelen in de transitie naar een duurzame wereld.
Aantonen dat er regionale verschillen zijn in duurzaam leven.
De rol van technologie in de transitie naar duurzame landbouw onderzoeken.
Aantonen dat landbouw kan helpen bij het verduurzamen van de wereld.
Aantonen dat verduurzamen het tropisch regenwoud kan helpen redden.
De rol van technologie in de transitie naar duurzaam grondstoffenverbruik onderzoeken.
Met voorbeelden toelichten dat elk individu een verantwoordelijkheid heeft in de transitie naar een duurzame wereld.
Een onderbouwde mening geven of een technologie al dan niet duurzaam is.
Zelf voorstellen voor een duurzame aanpak formuleren.
De demografische transitie in verband brengen met de transitie naar een duurzame wereld.
De mogelijkheden van het Globale Zuiden in de transitie naar een duurzame wereld uitleggen/ motiveren.
Aantonen dat welvaart een invloed heeft op het afremmen van economische ongelijkheid, milieudegradatie en bevolkingsgroei.
GRENZEN VOOR MENS EN PLANEET
duurzame wereld
• donutmodel Raworth (veilige en rechtvaardige zone)
• duurzame ontwikkelingsdoelen
landbouw
grondstoffenverbruik
overschreden transitie
mens is geologische kracht
planetaire grenzen (Rockström) duurzaam en veilig leven
case tropisch regenwoud
• lokale en wereldwijde klimaatverandering
• bodemdegradatie en -erosie
• afname biodiversiteit
Inleiding
1 In onderstaande tabel staan enkele uittreksels uit artikels. Geef voor elk uittreksel aan welk proces hierdoor het meest wordt beïnvloed. Kies daarvoor één van volgende termen: 1) Klimaatverandering - 2) zoetwatergebruik - 3) biodiversiteit - 4) vervuiling (water, lucht, bodem)5) oceaanverzuring - 6) ozonlaag
Onderzoekers ontdekten dat sinds 2001 tussen de 40.000 en 73.400 vierkante mijl van het Amazoneregenwoud is aangetast door branden. 95% van alle soorten in het Amazonegebied en maar liefst 85% van de soorten die als bedreigd worden beschouwd in de regio werden hierdoor getroffen. 1/9/21
Naarmate AI geavanceerder wordt, heeft het meer energie nodig. In de VS komt het grootste deel van die energie uit het verbranden van fossiele brandstoffen zoals steenkool en gas.
12/7/24
Op een rivier in Guatemala is op amper één nacht tijd een berg plastic afval onderschept van ruim 1.400 ton, goed voor 272 volle vrachtwagens. Dat gebeurde met de interceptor 006 van het Ocean Cleanup-project dat zich toespitst op het verwijderen van plastic afval uit de oceanen en de rivieren.
20/4/24
In totaal 25 landen - goed voor een kwart van de wereldbevolking - hebben elk jaar te lijden onder extreem hoge waterstress. Dat betekent dat ze regelmatig bijna hun volledige beschikbare watervoorraad opgebruiken. Bahrein, Cyprus, Koeweit, Libanon en Oman staan helemaal bovenaan in de lijst. Maar ook België blijkt erin op te duiken.
16/8/23
Wordt een toastje garnaalsla binnenkort net zo exclusief als kaviaar? De prijzen van onze grijze vrienden uit de Noordzee scheren hoge toppen. Het gevolg van schaarste, zo rapporteren de vakspecialisten. Garnaalvangsten worden steeds kleiner, en dus is de verhouding tussen vraag en aanbod uit balans geslagen.
29/2/24
De toenemende verzuring van de oceanen van de planeet is te wijten aan de steeds toenemende uitstoot van koolstofdioxide die vrijkomt door het verbranden van fossiele brandstoffen, die de oceanen vervolgens absorberen. De oceanen van de wereld zijn bijna te zuur geworden om het zeeleven in stand te houden of het klimaat te stabiliseren.
23/9/24
De kans op extreem weer in Europa is enorm toegenomen en als de klimaatverandering blijft doorgaan blijft die kans ook toenemen. Waterbommen worden versterkt door de klimaatverandering via drie mechanismen. De atmosfeer is warmer, de lucht houdt meer vocht vast waardoor er meer neerslag op korte tijd uit de lucht kan vallen. Daarnaast is ook de zeetemperatuur gestegen, waardoor er ook meer vocht in de lucht aanwezig is. Tot slot blijven drukgebieden langer hangen boven een bepaald gebied, in plaats zich verder te bewegen”, gaat Thiery verder.
31/10/24
Klik op de link in e-ducate.me om de gemiddelde wereldtemperatuur gedurende de laatste 65 miljoen jaar te bekijken.
Fysische factoren zoals klimaatstabilisatie, vruchtbare grond, voedselbeschikbaarheid, water, vindplaatsen van gesteenten en mineralen ... maakten de globale spreiding van de mens over de aarde mogelijk.
De planeet kende sinds ongeveer 8000 v.Chr. een redelijk stabiele periode. In de dooitijd van de laatste ijstijd steeg het zeeniveau tot het huidige niveau en de gemiddelde wereldtemperatuur tot het huidige peil. Het zelfregulerend vermogen van de aarde hield ook de beschikbaarheid van water, de koolstofkringloop, stikstofkringloop en andere kringlopen redelijk stabiel.
Jagers-verzamelaars uit vroege nederzettingen zochten waterrijke gebieden op langs de grote stromen: de Nijl, Tigris, Eufraat in het Nabije Oosten, de Indus in India en aan de Gele Rivier in China. Daar ontstonden de eerste grote landbouwsamenlevingen. Het stabiele klimaat gaf en geeft de mens de kans om te evolueren als economisch en sociaal wezen en verbruikt daarvoor overvloedig wat het systeem aarde te bieden heeft: lucht, water, planten, dieren, bodem, gesteenten ... Jammer genoeg wordt datgene wat de Aarde biedt, steeds meer bedreigd door de mens. De mens oefent een zodanige invloed uit op het systeem aarde dat dit uit evenwicht dreigt te geraken.
In 2009 lanceerde Johan Rockström samen met een team van 28 internationale wetenschappers de resultaten van een onderzoek naar de processen die de stabiliteit en veerkracht van het systeem aarde reguleren. Het team maakte een inschatting waar de grens van deze processen ligt. Binnen deze negen grenzen kan de mens volgens het team duurzaam en veilig leven en zich verder ontwikkelen. Wanneer deze grenzen overschreden worden, vergroot het risico op plotse of onomkeerbare veranderingen aan onze omgeving. Er dreigt dan een point of no return, waardoor we in een toestand terechtkomen waarmee de mensheid nooit eerder geconfronteerd is. De planeet redt zich wel, maar of de mens in die nieuwe toestand kan gedijen, is onzeker.
Intussen worden de grenzen van Rockström in veel wetenschappelijke werken overgenomen en vormen ze een leidraad voor beleidsmakers en iedereen die de planeet een warm hart toedraagt. Het onderzoek van Rockström et al.* en de update ervan in 2024 tonen aan dat de mens niet meer binnen de veilige zone van het systeem aarde leeft, maar verschillende grenzen reeds heeft overschreden.
behoud van de biosfeer functionele variatie genetische variatie klimaatverandering nieuwe entiteiten (introductie van nieuwe sto en)
stralingsforcering co2concentratie




landbeslag fosfor stikstof
aantasting van de ozonlaag luchtvervuiling
zoetwatergebruik (blauw water) grens hoog risico grens verhoogd risico
zoetwaterconsumptie
groen water
oceaanverzuring biogeochemische stromen
De kringloop van atomen tussen levende organismen en de omgeving. Chemische elementen zoals o.a. koolstof, stikstof, waterstof, zuurstof, fosfor, zwavel stromen door ecologische systemen onder verschillende vormen, in allerlei verbindingen.
3.1 Grenzen aan onze planeet, Rockström et al.
De impact van de mens werkt niet op één planetaire grens omdat deze grenzen niet los van elkaar functioneren. Ze beïnvloeden elkaar zodat een verandering door de mens in gang gezet, een kettingreactie (door terugkoppeling tussen oorzaken en gevolgen) kan veroorzaken in het systeem aarde. Het is pas als alle grenzen terug gerespecteerd zullen worden, dat de aarde het min of meer stabiel systeem kan blijven waarin de vandaag levende planten- en diersoorten (en dus ook de mens) zich konden ontwikkelen en handhaven.
(Naar: mo.be, Planetaire grenzen overschrijden we niet straffeloos)
INFOTEKST Waarop baseren wetenschappers zich om de planetaire grenzen te bepalen?
Klik op de link in e-ducate.me voor een TED-talk over de planetaire grenzen.
Klimaatverandering de stralingsbalans aan de top van de atmosfeer, de concentratie CO2 in de atmosfeer
Behoud van de biosfeer of integriteit van de biosfeer de snelheid waaraan de biodiversiteit vermindert (enkel de genetische variatie is momenteel meetbaar)
Aantasting van de ozonlaag de ozon-concentratie in de stratosfeer (die beschermt tegen schadelijke ultraviolette zonnestralen)
Oceaanverzuring de mate waarin zeewater verzadigd raakt met aragoniet (CaCO3) en andere carbonaationen wat verzuring van het water veroorzaakt en het leven daarin bedreigt
Stikstof- en fosforverzadiging
Biogeochemische stromen de hoeveelheid fosfor (o.a. fosfaten) die via zoet water in de oceanen terechtkomt, de hoeveelheid stikstof die uit de atmosfeer gehaald wordt door de mens (o.a. kunstmest)
Landbeslag het aandeel bebost gebied t.o.v. het oorspronkelijk bebost gebied
Zoetwaterconsumptie het percentage onttrokken water uit meren, rivieren en grondwater t.o.v. de maximum hoeveelheid van bruikbaar zoet water (blauw water, max. wereldwijd gebruik van 4000 km³ per jaar), het beschikbare water voor planten: regen, bodemvocht in de wortelzone en verdamping (groen water)
Luchtvervuiling regionale indicator voor de hoeveelheid aërosolen in de atmosfeer (nog geen meting mogelijk)
Nieuwe entiteiten nieuwe vormen of verbindingen van bestaande stoffen die de mens maakt en mogelijk ongewilde geofysische en/of biologische effecten hebben, bv. radioactief afval, zware metalen ontstaan door menselijk toedoen, PFAS (forever chemicals) ...
Het onderzoek naar de planetaire grenzen is nog volop aan de gang. Wetenschappers verfijnen de methodes regelmatig en publiceren nieuwe inzichten. Klik op de link in e-ducate.me voor updates over de gezondheid van onze planeet.
De laatste 200 jaar van menselijke activiteit heeft het systeem aarde buiten de veilige zone gebracht. De grafieken van Fig. 3.2 illustreren de sociaal-economische trends en de veranderingen in het systeem aarde, die beide het hockeystickmodel volgen, met een lange periode van geleidelijke evolutie, gevolgd door een snelle en sterke toename in de recente tijd.
miljoen voertuigen
miljard

concentratie in de atmosfeer
miljard
totale bevolking
effectieve BBP
triljoem US dollars
jaar
stedelijke bevolking
duizend dammen
jaar
energieverbruik
exajoule (EJ)
jaar
grote dammen transport
jaar
jaar
watergebruik
duizend km 3
telefoon gebruikers
miljard
jaar
CO2
concentratie in de atmosfeer
jaar
stratosferisch ozon
% verlies
jaar
miljoen ton % verlies
visvangst uit de zee
triljoen US dollars miljoen ton
buitenlandse investering
meststof verbruik
jaar
jaar
papierproductie
miljoen ton
jaar
telecommunicatie
jaar
N2O
miljoen aankomsten
concentratie in de atmosfeer
jaar
afwijking in °C
oppervlaktetemperatuur
waterstof ioon, mmol kg -1
jaar
gekweekte garnaal
miljoen ton
jaar
verlies tropisch woud
% totaal landgebruik
jaar
landbeslag
Menselijk stikstof, Mton/jaar
jaar
internationaal toerisme
methaan
jaar

3.2
jaar
jaar
Socio-economische trends vs. systeem aarde
Grenzen voor mens
planeet
% afname diversiteit
oceaanverzuring
jaar
jaar
stikstof in kustzones
jaar
achteruitgang van de biosfeer
jaar
1 Bekijk de grafieken op Fig 3.2.
a Welk verband stel je vast tussen ...
het BBP en de uitstoot van broeikasgassen
bevolkingsgroei en visvangst
gebruik van kunstmeststoffen en stikstof in de kustzone
bevolkingsaantal en landgebruik
de aanleg van grote dammen, de papierproductie, het energieverbruik enerzijds en het verlies aan tropisch regenwoud anderzijds
b Wat kan je besluiten uit deze verbanden?
2 Welke grenzen hebben we volgens het team van Rockström overschreden?
3 Welke sferen gaan schuil achter de blauwe grafieken van Fig. 3.2?
4 Welke sferen van het systeem aarde komen in het model van Rockström aan bod?
5 Het overschrijden van een planetaire grens kan een invloed hebben op een andere planetaire grens. Welke planetaire grenzen worden in onderstaand artikel door 'landbeslag' beïnvloed?

Het afbranden van tropische bossen om bijvoorbeeld landbouwgronden uit te breiden, verhoogt de hoeveelheid CO2 en roetdeeltjes in de atmosfeer en vermindert de biodiversiteit en het beschikbare water in het regenwoud. De extra broeikasgassen dragen bij aan de wereldwijde temperatuurstijging. De temperatuurstijging kan op zijn beurt de stress op tropische bossen en voor de landbouw verder vergroten.
6 Lees de teksten hieronder.
a Over welke planetaire grens spreken de teksten?
b Benoem de sociale en economische gevolgen die dit met zich mee kan brengen.
De weerman of weervrouw waarschuwt af en toe voor een hoge UV-index. Een lange blootstelling aan de UV-straling van de zon kan schade aanrichten aan onze ooglens, doet de huid verbranden, tast de elasticiteit ervan aan en kan huidkanker veroorzaken. De ozonlaag houdt een groot gedeelte van de UV-stralen tegen.
PLANETAIRE GRENS
SOCIAAL-ECONOMISCHE GEVOLGEN
Klimaatverandering leidt tot extreme hitte en droogte, luchtvervuiling, zeespiegelstijging, ineenstorting van ecosystemen, verminderde voedselproductie en lagere voedselkwaliteit van belangrijke graangewassen. Deze gevolgen vormen directe en indirecte risicofactoren voor hart- en vaatziekten. Maar ook een toename van angst, depressie, verdriet en gevoelens van hulpeloosheid worden hieraan verbonden.
PLANETAIRE GRENS
SOCIAAL-ECONOMISCHE GEVOLGEN
Luchtvervuiling vormt een bedreiging voor de volksgezondheid. Het veroorzaakt ook maatschappelijke en economische kosten door bv. het verlies aan gezonde levensjaren, medische kosten en verminderde productiviteit op de arbeidsmarkt. Sociaal kwetsbare groepen wonen doorgaans in woningen met een lage woonkwaliteit en werken vaak in jobs die een hogere blootstelling aan luchtvervuiling in de hand werken. Dat zorgt voor een grotere impact van luchtvervuiling op deze kwetsbare groepen.
PLANETAIRE GRENS
SOCIAAL-ECONOMISCHE GEVOLGEN
'Wij zijn heel erg afhankelijk van natuurlijke bronnen. Denk aan voedsel, aan medicijnen. Ongeveer driekwart van alle gewassen heeft bestuivende insecten nodig. Als die verdwijnen, hebben we een groot probleem', zegt Eric Schouwenberg, hoofd van de adviesgroep natuur en biodiversiteit bij Arcadis. Ook bedrijven maken zich daar zorgen over, merkt hij. En terecht: 'Het bedrijfsleven is immers óók heel afhankelijk van natuurlijke hulpbronnen en grondstoffen. En als die verdwijnen, heeft dat bedrijfseconomische gevolgen. Ik zie de biodiversiteitscrisis als de grootste bedreiging voor het bedrijfsleven, groter dan klimaatverandering. Het bedrijfsleven heeft dan ook grote belangen bij het beschermen van natuur en biodiversiteit.'
PLANETAIRE GRENS
SOCIAAL-ECONOMISCHE GEVOLGEN
8 Formuleer aan de hand van de gegeven kernwoorden een antwoord op de onderzoeksvraag. zes - overschreden - negen - veilig - Rockström - grenzen
deelt de grenzen van het systeem aarde op in categorieën.
Voor elke categorie bakent hij de af waarbinnen de mens kan leven.
Voor categorieën hebben we intussen deze grens
De mens leeft dus niet meer binnen de veilige grenzen van onze planeet en dat heeft sociaal-economische gevolgen.
inleiding
1 Wat is de Great Acceleration?
2 Op welke manier is de Great Acceleration af te lezen uit figuur (3.3)?

pre-industriëel

De mens heeft een sterke impact op het systeem aarde en overschrijdt daarbij al zes planetaire grenzen. De invloed van de mens op het systeem aarde is zo groot geworden dat hij landschappen ingrijpend verandert, ecosystemen verstoort en de chemische samenstelling van de atmosfeer, oceanen en bodem beïnvloedt. Klimaatverandering, vervuiling en biodiversiteitsverlies verstoren het natuurlijk evenwicht. Omdat deze veranderingen blijvend deel uitmaken van het systeem aarde, kunnen we stellen dat de mens een geologische kracht is geworden. Daarom spreken sommige wetenschappers over het Antropoceen, het tijdperk van de mens. Sinds de jaren 1980 worden de tropische regenwouden aan een erg hoog tempo ontbost als gevolg van de menselijke vraag naar voedsel, grondstoffen en energiebronnen.
Daarnaast veroorzaken landbouw, verstedelijking en industrie bodemerosie, bodemdegradatie en waterschaarste, waardoor de planetaire grenzen steeds verder onder druk komen te staan.
‘Stel, je bezoekt deze planeet over een paar miljoen jaar. Kun je dan de sporen vinden die mensen nu achterlaten? Het is onze taak om dat te onderzoeken.’
Jan Zalasiewicz is het hoofd van de werkgroep die bepaalt of het Antropoceen een officieel stempel van erkenning krijgt. De tekenen moeten zichtbaar zijn in aardlagen, zegt hij. Zo werkt geologie.

geologie de wetenschap die zich bezighoudt met de studie van de aarde, haar geschiedenis en de processen die haar vormen en gevormd hebben


bodemerosie het wegspoelen of wegwaaien van de bovenste bodemlaag.

bodemdegradatie het achteruitgaan van de kwaliteit van de bodem door erosie of uitspoeling.
De impact van de mens op het tropisch regenwoud
Tropische regenwouden vervullen een belangrijke rol op aarde. Ze herbergen de grootste variëteit aan plant- en diersoorten. Veel van de moderne medicijnen zijn afgeleid van tropische planten en verschillende belangrijke voedselgewassen vonden hier hun oorsprong. Tropische regenwouden zijn de thuis van bevolkingsstammen die afgesloten leven van de rest van de wereld en de wouden vormen bovendien een belangrijke bron van zoet water. De bomen pompen dagelijks enorme hoeveelheden waterdamp in de atmosfeer en kunnen heel wat CO2 uit de atmosfeer absorberen. Ze matigen op die manier lokale temperaturen en beïnvloeden weerpatronen op regionale en wereldwijde schaal. Toch worden sinds de jaren 1980 de tropische regenwouden aan een erg hoog tempo ontbost, als gevolg van de menselijke vraag naar voedsel, grondstoffen en energiebronnen.
In 2019 ging ongeveer 3,8 miljoen ha van het oorspronkelijk tropisch regenwoud verloren. Dat is ongeveer een voetbalveld, elke zes seconden, gedurende het hele jaar.
Dit heeft ernstige gevolgen voor het milieu. Er verdwijnen nl. jaarlijks duizenden plant- en diersoorten, het lokale klimaat verandert en de ontbossing draagt bij aan de wereldwijde klimaatcrisis. Het regenwoud moet vaak plaats maken voor steden en infrastructuur, wat leidt tot het verdere verlies van biodiversiteit en leefgebieden voor dieren, maar ook van inheemse volkeren.

landbouw- en mijnbouwindustrie, infrastructuur (27%) nomadische landbouw, zwer andbouw (24%) houtkap (26%) bosbranden (23%) verstedelijking (0,6%)
3.6 Oorzaken van de wereldwijde ontbossing tussen 2001 en 2015

De planetaire grens behoud van biodiversiteit verwijst naar de biodiversiteit en het functioneren van het systeem aarde in zijn geheel. Een groot verlies aan biodiversiteit kan ecosystemen aantasten en de werking ervan veranderen. Het team van Rockström geeft de biodiversiteit daarom een centrale rol in het model van de planetaire grenzen. Biodiversiteit is belangrijk bij het reguleren van de andere grenzen en biedt belangrijke middelen aan de mens. In het verleden van de aarde zijn vijf golven van massaextinctie (het massaal uitsterven van veel verschillende soorten wereldwijd) opgetreden. De zesde massa-extinctie is in gang gezet. Dit massaal uitsterven van organismen vindt nu voor het eerst plaats als gevolg van menselijke activiteiten. Daarnaast leidt het verwijderen van vegetatie in het regenwoud tot bodemerosie. Zonder de bescherming van bomen en planten wordt de bodem blootgesteld aan wind en regen, wat erosie versnelt. Dit veroorzaakt bodemdegradatie, waarbij de vruchtbare bovenlaag van de bodem verdwijnt. Dit maakt het moeilijker om het land opnieuw te gebruiken voor landbouw of natuurherstel, wat de problemen op lange termijn verergert.
Te veel bos sneuvelt voor onze import
België importeert jaarlijks een hoeveelheid grondstoffen waarvoor 10,4 miljoen hectare landbouwgrond en bos nodig is. Dat is drie keer het eigen grondgebied. Het cijfer komt uit een studie van het Wereldnatuurfonds (WWF), dat de Belgische bijdrage aan de internationale ontbossing in kaart bracht.
Veertig procent van die grondstoffen is afkomstig uit risicogebied, uit landen waar al veel ontbost werd, zoals Brazilië, Rusland of Ivoorkust. ‘De toename van het Belgische aandeel is verontrustend. Het is ondertussen aanzienlijk’, zegt Sofie Luyten, directeur beleid van WWF België. ‘De overheid en de bedrijven moeten dringend inspanningen doen om de druk op de bossen en de lokale bevolking te verlichten. Ze hebben zich te lang passief opgesteld.’
De studie focust op de import van de belangrijkste zeven grondstoffen tussen 2013 en 2017: hout, soja, rundvlees, cacao, palmolie, koffie en rubber. ‘Sojabonen, cacao, hout en palmolie vertegenwoordigen 85 procent van de Belgische voetafdruk met een hoog risico op ontbossing.’ ( … ) ‘De grootste voetafdruk van België ligt in Brazilië, vooral door de import van soja.’
Naar: De Standaard (21.03.19)
In 2009 werd de grens van verandering in landgebruik bepaald als ‘niet meer dan 15 à 20% van het landoppervlak vrij van ijs mag omgezet worden in akkerland’. Sindsdien is het een belangrijk globaal onderwerp. Deze grens hangt nauw samen met andere planetaire grenzen. In 2015 werd een andere meetmethode voor het overschrijden van deze grens voorgesteld. Men stelde de grens op ‘we mogen niet onder 54-75% van de pre-industriële oorspronkelijke bosbedekking zakken’. In 2015 restte nog 62% van de pre-industriële bosbedekking, waarmee we wellicht de grens al hebben overschreden.
In 2016 plaatste een studie van het UNEP (United Nations Environment Programme) een label van hoogdringendheid bij de toename van zoönosen. Dat zijn ziektes of infecties die overgedragen worden van dieren op mensen. De studie toonde aan dat deze infecties nauw samenhangen met de gezondheid van ecosystemen. ‘Met COVID-19 heeft de wereld een zeer sterke waarschuwing gekregen dat de mensheid zijn gedrag moet veranderen’, zei de uitvoerend directeur van UNEP. Het verlies aan biodiversiteit blijkt volgens studies het risico op zoönosen te vergroten. De mens heeft dus een stevig plan nodig om de natuur te beschermen, zodat de natuur de mens kan beschermen. Om de gezondheid van ecosystemen onder de aandacht te brengen, riep de VN het decennium 2021-2030 uit tot het Decennium van het Ecosysteem Herstel
Vraag Wat kenmerkt een tropisch regenwoud?
2
1 Situeer het tropisch regenwoud in de wereld.
a Lokaliseer de steden van deze klimatogrammen met de eerste letter van de stad op kaart (Fig. 3.7).
b Determineer het klimaat van deze plaatsen aan de hand van de klimatogrammen.
c Bepaal het aantal groeimaanden.
d Kleur het tropisch regenwoud groen op de kaart (Fig. 3.7).
e Noem het grootste regenwoud op aarde.
3.7 situering tropisch regenwoud met de steden Manaus, Kisangani en Sandakan
■ Amazone
■ Congo
■ Australazië
■ Soendaland
■ Indo-Burma
■ Midden-Amerika
■ Wallacea
■ West-Afrika
■ Atlantisch Woud
■ Chocó-Darién
■ overige regenwouden
3.8 tropische regenwouden in de wereld
Gematigd regenwoud
Regenwouden komen niet alleen voor rond de evenaar. Ook op de gematigde breedtes vinden we regenwouden. Ze zijn eerder zeldzaam. Gematigde regenwouden groeien meestal langs bergachtige kusten waar een aanvoer is van warme, vochtige zeelucht. Hierdoor kan in deze regio’s veel neerslag ontstaan. Gematigde regenwouden komen voor in Noord-Amerika, Chili, het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen, Japan, Nieuw-Zeeland en het zuiden van Australië. Deze regenwouden kennen een duidelijke afwisseling tussen seizoenen. Temperaturen zijn hier mild (gemiddeld tussen 4 °C en 12 °C). Er valt gemiddeld meer dan 1500 mm neerslag per jaar. Ze zijn dan wel minder biodivers dan hun tropische tegenhangers, toch leven er veel verschillende soorten. De afbraak van organisch materiaal verloopt trager dan in het tropische woud, de bodem is daardoor rijker. Ze herbergen de oudste en grootste boomsoorten ter wereld.







De dominante planten zijn altijdgroene bomen met vaak gladde rechte stammen. Deze bomen verliezen permanent bladeren maar kunnen er het hele jaar door ook nieuwe maken.
Het tropisch regenwoud heeft verschillende etages om de beschikbare ruimte zo efficiënt mogelijk in te nemen.
De boomlaag vormt een aaneengesloten bladerdek. De bomen hebben brede dichte kruinen.
Ze kunnen een hoogte bereiken van 35 tot 50 meter. De bladeren zijn ellips- en spitsvormig. Dat zorgt ervoor dat het water vlot van het blad afloopt, waardoor de verdamping, de evaporatie, en daardoor de sapstroom beter verloopt.
Hier komen lianen, epifyten (orchideeën, varens en bromelia’s), mossen, korstmossen en algen voor.
Hierboven tot 80 m steken de woudreuzen uit. De kruinen zijn open en los en laten zo nog volop licht door. Ze zijn de enigen die vrij van zon en licht genieten.
Wortels zijn aan het oppervlak vaak verstevigd door in de hoogte uit te groeien. Zo ontstaan de karakteristieke plankwortels. Deze bomen worden heel erg oud. Zo oud dat slechts 20 generaties van deze bomen de hele tijd bestrijkt die verlopen is sinds het einde van de laatste ijstijd (10 000 jaar).
Hoe oud kan zulke boom dus worden?
De onderlaag ontvangt weinig licht (1 tot 3% zonlicht). Hier overleven bomen met grote bladeren, boomvarens, palmen en zaailingen. Deze laatste wachten en groeien pas uit tot bomen wanneer er een open plek komt. Bij storm valt er regelmatig een dode boom om. Via een domino-effect, en omdat de bomen met lianen verbonden zijn, ontstaat een grote open plek die snel weer dichtgroeit.
De afgevallen bladeren en ander dood materiaal wordt zeer snel afgebroken (60 x sneller dan in de taiga) door een netwerk van zwamdraden. Hierdoor is de strooisellaag zo goed als afwezig.
Door de overvloedige regenval worden de opgeslagen voedingsstoffen in de bodem er snel weer uitgespoeld.

2 Noteer in de kaders: onderlaag - boomlaag - woudreuzen - strooisellaag
3 Vul de hoogte van de etages aan.
4 Vul verder aan met de kenmerken van elke laag.
kruinen: bladerdek: bladvorm: groei van: blad: plantensoorten: netwerk van zorgt voor:



groei van:
















5 Vervolledig aan de hand van de gegeven kernwoorden het antwoord op de onderzoeksvraag.
Kies uit: warm - temperaturen - dicht - altijd groen - nat - verschillende etages - rijke biodiversiteit
Een tropisch regenwoud kenmerkt zich door een en altijd klimaat, met hoge gemiddelde en veel neerslag gedurende het hele jaar. Deze omstandigheden zorgen voor een , met een zeer grote verscheidenheid aan plant- en diersoorten. De vegetatie is en bestaat uit .
Vraag Waarvoor moet het tropisch regenwoud wijken? 3
1 Volgende producten hebben hun oorsprong in het tropisch regenwoud.
a Kruis aan welke van deze producten en grondstoffen ook bij jou thuis te vinden zijn. Kijk ook eens bij de ingrediënten op de cosmeticaproducten en op de verpakking van de voedingswaren.
O chocolade
O paranoten
O peper
O ananas
O mango
O teak
O kokosolie
O vanille
O kaneel
O banaan
O avocado
O rubber
O cashewnoten
O koffie
O kerrie
O papaya
O mahonie
O andere:
b Kijk in de provisiekast. In welke levensmiddelen is palmolie verwerkt?
Klik op de link op e-ducate.me voor meer informatie over het gebruik van palmolie.
2 Lees de tekst en beantwoord de vragen op de volgende pagina.
LEESTEKST Ontbossing van het Amazonewoud in Brazilië
De staat Rondônia in Zuid-Brazilië maakt deel uit van de zone waar het tropisch regenwoud snel verdwijnt. Het overheidsbeleid heeft hier een grote rol gespeeld in de ontbossing door het toelaten van economische activiteiten en nederzettingen in het Amazonewoud. In de jaren 1960-1970 werd het woud opengesteld door de aanleg van enkele grote wegen dwars door het woud. De overheid stimuleerde arme boeren om op daarvoor bestemde percelen in het Amazonewoud op kleinschalige manier aan landbouw te doen. Er was immers een ongelijke verdeling in het grondbezit: 2% van de landeigenaars hadden 60% van de grond in hun bezit. De overheid probeerde zo de armoede op te lossen en de trek naar de steden te verminderen. Dit bracht een stroom mensen op gang richting het Amazonewoud die stukken regenwoud afbrandden of kapten. Het volstond om een stuk woud te ontbossen en in cultuur te brengen om het als eigendom te verkrijgen. Door het afbranden van stukken woud voegen de assen tijdelijk extra voedingsstoffen toe aan de bodem. Deze techniek, die men ‘slash and burn’ noemt, verbergt daardoor voor enige tijd de arme woudbodem. In tegenstelling tot de indianen die aan zwerflandbouw doen, wordt de bodem intensiever bebouwd met bodemuitputting tot gevolg. Na enkele povere oogsten verlieten de kleine boeren hun grond om een ander stukje grond in gebruik te nemen. De wegen maakten het regenwoud echter ook toegankelijk voor houtkappers en mijnbouwers. Eind jaren 1970 werden grootschalige mijnbouwprojecten, de aanleg van grote dammen, industriële centra en grootschalige veehouderij toegelaten in het woud. Grondspeculanten kochten en verkochten stukken grond met veel winst.
Klik op de link op e-ducate.me om de ontbossing in Rondônia te bekijken.
a Welke regeringsmaatregel draagt bij tot ontbossing?
b Waarom moet men voortdurend nieuwe stukken woud afbranden?
3 Hieronder worden enkele oorzaken vermeld van ontbossing van tropisch regenwoud. Geef het geheel telkens een titel zodat de verandering in landgebruik duidelijk wordt.



• Voor palmolie is in verhouding minder land nodig dan voor zonnebloemolie of raapzaadolie.
• Palmolie kan erg veelzijdig gebruikt worden: als kookolie, voor cosmetica, als voedingsproduct, voor brood, margarine en zeep.
• Palmolie is een biobrandstof.


3.17 legale houtkap in het Braziliaanse Amazonewoud 3.18 stalen van tropische hardhoutsoorten



Het tropisch regenwoud moet wijken voor ontbossing voor landbouw, mijnbouw, industrie, verstedelijking, houtkap, energiewinning
1 Vervolledig het schema van de waterkringloop in het tropisch regenwoud door de vetgedrukte woorden in het schema te plaatsen. Je kunt er ook een filmpje over bekijken op e-ducate.me
De naam zegt het al: in het tropisch regenwoud valt veel regen. Door de hoge temperaturen verdampt er veel water. De waterdamp stijgt op in de atmosfeer, koelt daarna af en condenseert tot wolken. Later op de dag vinden hevige regenbuien plaats (neerslag).
Het dichte bladerdek vangt de neerslag op (tegenhouden). Het water op de bladeren verdampt (evaporatie), druppelt van het blad (drup) of loopt via de gladde rechte stam naar beneden, waar het in de bodem dringt (infiltratie) en door de wortels snel wordt opgenomen. Het water valt op deze manier met minder grote kracht op de bodem waardoor er minder bodemerosie optreedt. Een klein deel van het water verdampt op de bodem (evaporatie), een deel stroomt weg naar rivieren (oppervlakkige afstroming) en neemt mineralen mee.
Planten verliezen veel water via de huidmondjes tijdens fotosynthese (transpiratie), waardoor ze sneller meer water opnemen via hun ondiep wortelstelsel (opname).






















3.22 de waterkringloop in het intacte (links) en het ontboste (rechts) tropisch regenwoud
2 Wat is het lokale effect van ontbossing in het tropisch regenwoud op de waterkringloop?
a Welke processen van de waterkringloop houden water ter plaatse?
Bij welke pijlen zal er door ontbossing minder water aanwezig zijn?
b Bij welke processen komt er meer water samen?
c Wat gebeurt er wanneer de bodem verzadigd is met water?
3 Vul het terugkoppelingsschema aan.
a Plaats een + bij een versterkend effect, een – bij een verzwakkend effect.
ontbossing
b Dit is een positieve / negatieve terugkoppeling.
4 Welke invloed heeft de ontbossing van het tropisch regenwoud op het vochtgehalte van de wind die het tropisch regenwoud verlaat en wat is het gevolg voor gebieden die benedenwinds gelegen zijn?
Dit effect kan honderden tot duizenden kilometers verderop gevoeld worden.
5 Niet alleen de neerslag wordt in het tropisch regenwoud beïnvloed door ontbossing. Ontbossing heeft ook gevolgen voor de lokale temperatuur.
a Verdamping draagt bij aan de intense neerslag in het tropische regenwoud en de verdamping beïnvloedt de lokale temperatuur. Welk effect heeft verdamping op de lokale temperatuur?
b Het dichte bladerdek van het regenwoud verhindert instraling van de zon en zorgt voor schaduw. Hierdoor is de omgeving warm / koel
c Wat is dus het effect van ontbossing op de lokale temperatuur?
6 Verdamping draagt bij tot intense neerslag in het tropisch regenwoud. Daarnaast heeft verdamping ook een effect op de lokale temperatuur, verandert ontbossing het albedo en zijn er nog verscheidene effecten die de lokale temperatuur beïnvloeden.
a Wat is het effect van de transpiratie door de vegetatie op de omgevingstemperatuur?
b Het dichte bladerdek van het tropische regenwoud verhindert de instraling van de zon en houdt door dit schaduweffect zijn omgeving warm / koel.
c Gras en akkerland zorgen echter voor meer / minder evapotranspiratie dan regenwoud. Wat is het effect hiervan op de omgevingstemperatuur?
d Het albedo van grond die werd vrijgemaakt door branden is lager dan dat van regenwoud en zorgt dus voor meer / minder reflectie.
droogte insijpeling oppervlakkige afstroming tropisch regenwoud moeras grasland akkerland










3.23 verschil in evapotranspiratie voor verschillende soorten bodembedekking in het tropisch regenwoud
voor mens en planeet
7
Het effect van ontbossing op het klimaat blijft niet beperkt tot de omgeving van het regenwoud. Het is een wereldwijd effect.
LEESTEKST Amazonewoud en klimaatverandering
Recent onderzoek heeft aangetoond dat het Amazonewoud zich in de gevarenzone bevindt. Het bereikt een tipping point, een omslagpunt. Het gaat daarbij niet alleen om de uitstoot en opname van CO2. Het droogleggen van moerassen kan voor de uitstoot van N2O (lachgas) zorgen. Roetdeeltjes die vrijkomen bij het verbranden van bos absorberen zonlicht waardoor de lokale temperatuur toeneemt. De omgevingstemperatuur verandert als gevolg van ontbossing. Methaan komt vrij bij regelmatige overstromingen en het bouwen van dammen (bv. rottend materiaal op de bodem van het stuwmeer), maar ook bij de grootschalige veeteelt. Het verkoelende effect van de verdamping in het regenwoud wordt door een samenspel van deze processen teniet gedaan. Door ontbossing vermindert eveneens de capaciteit van het woud om de natuurlijke uitstoot van methaan teniet te doen. Verdere ontbossing van het Amazonewoud kan bovendien leiden tot een verandering in de neerslagpatronen. Grote delen van het Amazonewoud kunnen daardoor veranderen in droger savannegebied. (Naar: Eerste onderzoek ooit naar totaal broeikaseffect Amazone: regenwoud draagt bij aan klimaatverandering, National Geographic, 17.3.21)

De bodem verliest eeuwenoude koolstof wanneer het landgebruik wijzigt van bos naar landbouw. Bomen kappen maakt de bodem onstabiel, waardoor de oude en stabiele koolstof die daar was opgeslagen in de rivieren terecht komt. Daar zetten microben in het water de koolstof om naar CO2, die in de atmosfeer terechtkomt. (9.07.19)

Recent onderzoek onthult: Ontbossing aan de kust veroorzaakt meer stormen (West-Afrika)
Wanneer een gebied bedekt is met vegetatie is het verschil in temperatuur tussen land en zee overdag doorgaans relatief klein. Vegetatie heeft immers een verkoelend effect op zijn omgeving.

Door ontbossing wordt het temperatuurverschil tussen land en zee groter, waardoor sterkere zeewinden over het land blazen. Deze winden voeden stormen, die dan weer hevige neerslag, overstromingen en landverschuivingen kunnen veroorzaken. Dit fenomeen maakt de West-Afrikaanse kust en waarschijnlijk meer kustgebieden in een gelijkaardige situatie (bv. in Zuidoost-Azië) kwetsbaar en vaak onbewoonbaar.







koolstofkringloop in het tropisch regenwoud
a Welke processen waarbij koolstof wordt uitgewisseld, staan afgebeeld bij fig 3.24?
A: Opname van CO₂ door
B:
C: planten en dieren
D: bosbrand E
b Wat is het effect van ontbossing op de koolstofkringloop?
8 Op welke manieren zorgt ontbossing voor een hogere concentratie aan broeikasgassen in de atmosfeer?
a De concentratie aan broeikasgassen in de atmosfeer neemt toe door ...
b Wat is het wereldwijde gevolg van een hogere concentratie aan broeikasgassen in de atmosfeer?
10 Vervolledig aan de hand van de gegeven kernwoorden het antwoord op de onderzoeksvraag. Kies uit: algemene opwarming - veranderende klimaten - droger en warmer - extreme weerfenomenen
Ontbossing zorgt lokaal voor het worden van het tropisch regenwoud. Op wereldwijde schaal zorgt ontbossing voor , meer en een
Vraag Welk effect heeft ontbossing van het tropisch regenwoud op de 5 vruchtbaarheid van de bodem en de biodiversiteit?
1 Denk even na over deze veronderstelling: Je gaat naar de maan om een nieuw leven te starten. Welke organismen heb je nodig om het leven daar leefbaar en comfortabel te maken?
2 Wat is het effect van ontbossen van tropisch regenwoud op ...
Honderden diersoorten in Amazone met uitsterven bedreigd (12.12.19)
Een kwart van onze geneesmiddelen bevat plantaardige stoffen. De helft daarvan is afkomstig uit de tropische regenwouden. (3.04.19)
a de biodiversiteit in het tropisch regenwoud?
b onze geneesmiddelen?
3
Lees de tekst en beantwoord de vragen.
LEESTEKST Biodiversiteit en bodemvruchtbaarheid in het tropisch regenwoud
Planten kunnen door de opname van CO₂ uit de lucht, water uit de grond en onder invloed van zonlicht, energie voor zichzelf maken. Fosfor (P), stikstof (N) en kalium (K) helpen naast calcium (Ca), magnesium (Mg), zwavel (S), mineralen en sporenelementen, de plant om te groeien, te ademen, stevigheid op te bouwen, wortels, bladeren en bloemen te produceren. Deze voedingsstoffen worden in het tropisch regenwoud zeer snel opnieuw gerecycleerd. Dit resulteert in een arme bodem met een weelderige, altijd groene vegetatie vol leven.






Hoewel ze slechts 6% van de landoppervlakte van de aarde innemen, vind je in het tropische regenwouden meer dan 50% van de totale biodiversiteit. Twee derde van alle gekende plantensoorten groeien in het tropisch regenwoud. In het regenwoud komen bv. meer dan 480 boomsoorten voor op 1 ha of tienduizenden soorten insecten per vierkante kilometer. De verschillende lagen in het regenwoud zijn de leefomgeving voor allerlei verschillende diersoorten. Samen vormen ze een goed georganiseerd web.





3.26



energie van de zon CO2-O2-uitwisseling biodiversiteitsweb
Klik op de link op e-ducate.me om meer te weten te komen over het belang en de verwevenheid van biodiversiteit.
De wortels van de bomen en van de andere vegetatie in het tropisch regenwoud helpen de bodem vast te houden. Is de vegetatie weg, dan is er geen bescherming meer en wordt de bodem snel geërodeerd door de regen. Als de vruchtbare grond door oppervlakkige afvloeiing wordt weggespoeld, zien landbouwers hun opbrengst verminderen. Daarnaast lijden ook de vissen als de vegetatie verdwijnt omdat het afstromende (sedimentrijk) water in de rivieren terechtkomt en het water troebel maakt.

a Vervolledig het schema.
Plaats een + bij een positieve terugkoppeling, een – bij een negatieve terugkoppeling.


ontbossing
habitat en voedsel
en
dichtheid bomen en boomlaag
afspoeling van voedingssto en en bodem
tegenhouden neerslag
bodemerosie door wind en water
b Een doordenkertje: alle veranderingen door ontbossing, hebben ook een impact op andere planetaire grenzen. Zoek voor veranderend landgebruik, verlies aan biodiversiteit en oceaanverzuring een geschikte plaats in het voorgaande feedbackmechanisme. Beoordeel de terugkoppeling naar veranderend landgebruik door ook hier + of een - toe te voegen.
4 Bodemdegradatie is niet enkel het gevolg van het verwijderen van vegetatie. Bekijk het filmpje, de figuren en het diagram.
overgebruik 7%
Industriële activiteiten 1%
overbegrazing 34%
landbouw activiteiten 28%
verwijdering vegetatie 30%


waterstromingen











a Op welke manier kan ontbossing voor landbouw ook bodemdegradatie veroorzaken?
b Op welke manieren zorgt verstedelijking voor bodemdegradatie?
5 Formuleer aan de hand van de gegeven kernwoorden een antwoord op de onderzoeksvraag. Kies uit: biodiversiteit - bedomgradatie - bodemerosie - voedingsstoffen - habitats Door het ontbossen van het tropisch regenwoud wordt de bodem meer blootgesteld aan hevige regenval. Dit leidt tot en . verminderen en dreigen te verdwijnen. Dit leidt tot een verlies aan
6 Kom tot een besluit over de oorzaken en gevolgen van het ontbossen van het tropisch regenwoud door de feedbackloop aan te vullen.
7
vraag naar
Hoewel de verschillende planetaire grenzen telkens als apart proces worden voorgesteld, vormt het systeem aarde met negen planetaire grenzen een stevig web van processen die elkaar beïnvloeden. Veel van die processen kunnen positieve feedbackloops in gang zetten en de veranderingen versnellen. Het overschrijden van een grens kan daardoor als een domino-effect het overschrijden van één of meerdere andere grenzen uitlokken.
1 Bestudeer de leestekst en ga na hoe bosbranden een effect hebben op verschillende planetaire grenzen. Klik op de link in e-ducate.me voor een kaart over bosbranden.
a Onderlijn in de tekst de verschillende planetaire grenzen die besproken worden.
LEESTEKST Effecten van de bosbranden in Australië in 2019-2020
Australië wordt door klimaatverandering steeds vaker getroffen door droogtes, hittegolven en bosbranden. Tijdens de bosbranden die er einde 2019 tot begin 2020 wekenlang woedden, ging een gebied van meer 170 000 km² (ongeveer 5,5 keer de oppervlakte van België) in vlammen op. Hierdoor verdwenen waardevolle stukken regenwoud en andere unieke ecosystemen. Meer dan 5900 gebouwen, waarvan meer dan 2800 woningen, werden vernield. Meer dan 3000 mensen raakten al hun bezittingen kwijt. De rookontwikkeling en het fijnstof veroorzaakten ademhalingsproblemen en irritatie aan de ogen. Op langere termijn kan het inhaleren van rook ook leiden tot verminderde longfunctie, bronchitis … maar ook de mentale en economische impact mag niet worden vergeten. Naast de menselijke slachtoffers zijn ook zo’n drie miljard dieren door de brand gedood of op de vlucht gejaagd. Reptielen, vogels, zoogdieren, insecten, vleermuizen, dieren waaronder ook bedreigde diersoorten zoals koala’s, gingen mee op in de brand of stierven als gevolg van het verliezen van hun leefomgeving, voedsel- en waterbronnen
De roet- en fijnstofdeeltjes, die voortkwamen uit de bosbranden, reisden duizenden kilometers door de lucht. Gletsjers in Nieuw-Zeeland kleurden daardoor bruin. De rook bereikte zelfs Zuid-Amerika. De roet- en fijnstofdeeltjes kwamen ook in de hogere luchtlagen terecht die veel stabieler zijn dan de onderste luchtlagen en waardoor de stofdeeltjes daar maanden tot zelfs jaren blijven hangen. Zo krijgen ze de tijd om zich over de planeet te verspreiden.
Een deel van Australië is van nature heet en droog en kent dus altijd al een groot risico op bosbranden. Klimaatverandering heeft het risico op bosbranden en de intensiteit ervan echter vergroot. Daarnaast versterken deze bosbranden op hun beurt de klimaatverandering. De bosbranden van 2019-2020 veroorzaakten een CO2-uitstoot van 400 megaton. Dat is ongeveer evenveel uitstoot als de gemiddelde jaarlijkse uitstoot van Australië, schrijft het UN-klimaatprogramma in een rapport. Een positieve klimaat-feedbackloop wordt hierdoor in gang gezet. Lokaal kan het verminderen van verdamping door de afwezigheid van het bos voor een lokale opwarming zorgen. Bossen veranderen daardoor in grasland. Daar waar de bomen verdwijnen, wordt meer erosie vastgesteld op de hellingen. Hierdoor komt de stenige ondergrond bloot te liggen.
Bij de bosbranden in Australië kwamen ook kleine deeltjes ijzer en fosfor vrij die meegevoerd werden door de rook. Een grote hoeveelheid deeltjes is zo bijvoorbeeld terecht gekomen in de oceaan tussen Nieuw-Zeeland en Zuid-Amerika. IJzer en fosfor zijn voedingsstoffen voor fytoplankton. Het fytoplankton kon hierdoor weelderig tot bloei komen en dit op een moment dat daar onder normale omstandigheden een seizoensgebonden dieptepunt in de bloei van fytoplankton optreedt. Studies wezen uit dat dit fytoplankton in staat was om ongeveer even veel CO2 op te nemen, dan wat vrijkwam bij de bosbranden. Verder onderzoek moet nog uitwijzen hoeveel CO2 effectief is opgeslagen.
Wanneer bosbranden woeden, wordt CO2 uitgestoten als bijproduct van het verbranden. Oceanen nemen dit CO2 op, waar het reageert met water tot een zuur. Een hogere concentratie CO2 in de atmosfeer maakt de oceanen zuurder. Oceaanverzuring tast vervolgens koralen en schelpdieren aan.
In de studie over de effecten van bosbranden op het waterleven werd anderzijds gewaarschuwd voor de negatieve gevolgen van de plotse toevoer aan voedingsstoffen zoals fosfor en ijzer. De extreme bloei van algen verstoort namelijk het zuurstofgehalte in het water. Dit leidt tot massale vissterfte en vele andere veranderingen in het mariene ecosysteem
Door de regenbuien, volgend op de bosbranden, spoelde ten slotte heel wat verkoold materiaal mee in rivieren en de stuwmeren. Extreme algenbloei in stuwmeren bedreigde daardoor de watervoorziening van omliggende steden, die door de klimaatverandering sowieso al onder druk staat in Australië. Na 2 jaar zijn de littekens in Australië nog goed zichtbaar in het landschap. Het herstel gaat traag. De Australische overheid heeft intussen al heel wat geld voorzien voor herstelprojecten.

17.03.22 - De uitstoot van megabosbranden reikt zo hoog in de atmosfeer dat ze de chemische samenstelling van de ozonlaag beïnvloedt en daar
ozon afbreekt. Dat blijkt uit CanadeesAmerikaans onderzoek dat verschijnt in het wetenschappelijke tijdschrift Science. 'Het kan het herstel van het
gat in de ozonlaag uitstellen', waarschuwen de wetenschappers.- VRT.be
b De leestekst geeft een voorbeeld van hoe de verschillende planetaire grenzen elkaar beïnvloeden. Verbind op onderstaande figuur op de planetaire grenzen die in de tekst genoemd worden met elkaar. Een voorbeeld is al gegeven: klimaatverandering heeft ervoor gezorgd dat deze bosbranden extremer en heviger waren.
variatie
klimaatverandering functionele genetische
variatie
landbeslag
b l a u w water groen water fosfor stikstof oceaanververzuring
nieuweentiteiten
luchtvervuiling aant asti n g v a n d e o z no gaal
c Waaraan merk je in de tekst dat de gevolgen van bosbranden niet alleen regionaal spelen, maar ook op wereldwijde schaal effecten hebben?
variatie
klimaatverandering functionele genetische landbeslag
variatie
2 Vul de tekst aan met de sferen van het systeem aarde. Door menselijke activiteiten zoals ontbossing, verstedelijking, industrie, mijnbouw en landbouw veranderen de beschikbare hoeveelheid aan zoet water en de waterkringloop ( ).
De biodiversiteit ( ) is hierdoor sterk afgenomen. Veranderingen in deze sferen, kunnen op hun beurt een effect hebben op de (uitputting van grondstoffen).
b l a u w water groen water fosfor sti
luchtvervuiling aant asti n g v a n d e o z no gaal nieuweentiteiten
Ook klimaatverandering ( ) en bodemdegradatie zijn belangrijke gevolgen van menselijk ingrijpen. De mens heeft dus het vermogen om het systeem aarde te veranderen.
4 Formuleer aan de hand van de gegeven kernwoorden een antwoord op de onderzoeksvraag. Kies uit: overschreden - versterkt - onderlinge samenhang - levensstijl
Door zijn zet de mens de planeet onder druk en worden bepaalde planetaire grenzen . De van de verschillende grenzen maakt dat de invloed van de mens niet beperkt blijft tot één proces of één sfeer van het systeem aarde. De effecten zetten zich verder naar andere sferen.
Synthese hoofdstuk 1: Grenzen aan het systeem aarde en hoofdstuk 2: De mens als geologische kracht
Sinds 1950 is de invloed van de mens op de aarde enorm toegenomen. Dat wordt duidelijk in het hockeystickmodel, waarin heel wat grafieken (zoals CO₂-uitstoot, ontbossing, temperatuurstijging…) plots sterk omhooggaan. Door landbouw, mijnbouw, houtkap, energiegebruik en verstedelijking verandert de mens het systeem aarde ingrijpend. Terugkoppelingsmechanimsen worden in gang gezet, waardoor het systeem aarde zelf verandert.
De tropische regenwouden verdwijnen steeds sneller, vooral om plaats te maken voor menselijke activiteiten. Daardoor verliezen we biodiversiteit, vruchtbare bodems en belangrijke ecosystemen die ons klimaat helpen regelen. Lokaal en wereldwijd verandert ontbossing het klimaat.
Een groep wetenschappers onder leiding van Johan Rockström bracht de planetaire grenzen in kaart. Ze bepaalden voor 9 domeinen (zoals klimaat, biodiversiteit, stikstofkringloop...) de grenzen waarbinnen we veilig kunnen leven. Maar vandaag overschrijdt de mens zes grenzen. Het systeem aarde kan daardoor op een bepaald moment onomkeerbare veranderingen doormaken.
Inleiding
1 Ken je de 3P’s van duurzaamheid nog? Vul ze in op de juiste plaats.
Rekening houden met
Rekening houden met
3.28 3P's van duurzaamheid
2 Wat betekent duurzaam handelen voor jou?
3 Wat stelt dit model (fig. 3.29) voor?
geboortecijfer
sterftecijfer natuurlijke aangroei
Rekening houden met
totale bevolking
hoog-stationaire fase vroeg-expansieve fase laat-expansieve fase laag-stationaire fase teruglopende fase tijd geboorteen sterftecijfer (‰/jaar)
3.29 het demografische transitiemodel
Duurzaamheid
geboortecijfer
totale bevolking
De bevolkingsgroei en de levensstijl van de gemiddelde wereldburger hebben een enorme impact op het systeem aarde. Het is nagenoeg een zekerheid dat de verdere economische groei in de nabije toekomst nog ingrijpende veranderingen zal uitoefenen op de aarde. We moeten daarvoor dringend de menselijke voetafdruk verkleinen en de beperkte hulpbronnen en de ecologische ruimte van de aarde eerlijk verdelen. Het is van belang om duurzaam met de aarde te leren omgaan.
sterftecijfer natuurlijke aangroei
hoog-stationaire fase vroeg-expansieve fase laat-expansieve fase laag-stationaire fase teruglopende fase geboorteen sterftecijfer (‰/jaar)
Een waterdichte, objectieve en door iedereen aanvaarde definitie van duurzame ontwikkeling bestaat niet. Meestal is men het wel eens over de brede principes die aan de basis liggen van het concept, zoals het respecteren van de draagkracht van onze planeet en het streven naar een kwaliteitsvol leven voor iedereen. Maar behoeften, sociale rechtvaardigheid en ecologische draagkracht zijn niet eenduidig en objectief te definiëren. Deze begrippen worden anders ingevuld volgens de tijdsgeest, de plek op de wereld, iemands wereldbeeld of positie in de samenleving.

Econome en onderzoekster Kate Raworth vertaalde in 2012 het geneste 3P-model in een nieuw economisch model. Ze beschrijft wanneer een economie welvarend en duurzaam is. De planetaire grenzen van Rockström et al. vormen hiervoor het ecologische plafond. De basisbehoeften waar ieder mens recht op heeft en die leiden tot een goed en menswaardig bestaan, vormen het sociale fundament. Binnen de donut die hierdoor ontstaat, leeft de mens in een veilige en rechtvaardige sociale ruimte. Om ervoor te zorgen dat de economie binnen die grenzen functioneert, zegt Raworth dat het noodzakelijk is om de focus op economische groei los te laten en om de economie op een andere manier in te richten en te bekijken, met meer hergebruik van grondstoffen, minder sociaal-economische ongelijkheid en meer aandacht voor activiteiten die geen geld opbrengen.
3.30 het donutmodel met de planetaire en sociale grenzen (K. Raworth)
Duurzame ontwikkelingsdoelen
Een andere beschrijving van duurzaam leven en ontwikkelen, ontstond toen de Verenigde Naties in 2015 de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling lanceerden. Deze agenda is een overeenkomst die gedragen wordt door de193 landen van de Verenigde Naties. Het creëert het kompas om duurzame ontwikkeling om te zetten in acties in de vorm van 17 duurzame ontwikkelingsdoelen (of Sustainable Development Goals - SDG’s) en 169 subdoelstellingen. De ontwikkelingsdoelstellingen vormen een actieplan om tegen 2030 de mensheid te bevrijden van armoede, de planeet te beschermen en te verzekeren dat alle mensen vrede en welzijn ervaren. To leave no one behind is de slagzin van de SDG’s. De doelstellingen gelden dus voor iedereen en alle landen. De VN stelde een geheel van 242 globale indicatoren voor om de vooruitgang bij het behalen van de doelstellingen te kunnen meten.

3.31 de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen
Het 5P-model
Om een duurzame wereld te kunnen bereiken, is het van belang om na te denken over de sociale, economische en ecologische gevolgen van onze keuzes. Daarvoor breidde de VN het 3P-model uit naar het 5P-model van duurzaamheid. De vierde P is Partnership (samenwerking). Overheden, bedrijven en burgers moeten samenwerken en hun verantwoordelijkheid dragen. Bovendien kan er geen sprake zijn van (duurzame) ontwikkeling in een klimaat van oorlog, onveiligheid, vervolging, corruptie, misbruik. Daarom staat de vijfde P voor Peace (vrede).
3.32 het 5P-model van duurzaamheid
Indicatoren voor duurzaamheid
Onderstaande modellen worden gepubliceerd door de universiteit van Leeds. Ze zijn bedoeld om de vooruitgang die landen maken op vlak van ecologische en sociale grenzen te visualiseren en hierover discussie op gang te brengen. De onderzoekers gebruiken daarvoor niet dezelfde grenzen als Rockström en Raworth, maar ze hebben de grenzen afgeleid uit de indicatoren hiervoor.
VERKLARING AFKORTINGEN
LS - Life Satisfaction Levensvoldoening
LE - Healthy Life Expect. Verwachting gezond leven
NU - Nutrition Voeding
SA - Sanitation Sanitaire voorzieningen
IN - Income Inkomen
EN - Access to Energy Toegang tot energie

Veranderinglandgebruik Blauwwater
ED - Education Onderwijs
SS - Social Support Sociale steun
DQ - Democratic Quality Democratische kwaliteit
EQ - Equality Gelijkwaardigheid
EM - Employment Werkgelegenheid
CO2-uitstoot

Veranderinglandgebruik Blauwwater
3.33 duurzaamheidsscore voor de wereld op het donutmodel op twee tijdstippen



3.34 duurzaamheidsscore op het donutmodel voor België, Bolivia en Niger (2015)
VERKLARING AFKORTINGEN: LS - Life Satisfaction Levensvoldoening
Impact van economische groei
In de jaren 1950 stelde Simon Kuznets de hypothese op dat als een op landbouw gebaseerde economie groeit, de economische ongelijkheid toeneemt. Nieuwe investeringen creëren immers vooral kansen voor degenen die al kapitaal hebben. De toename van de ongelijkheid gaat door tot op een bepaald punt waarna de economie verder groeit, maar de verschillenden verkleinen doordat de welvaart doorsijpelt naar de gehele maatschappij.
De milieu-Kuznetscurve van Grossman en Krueger is gebaseerd op het economisch model van Kuznets. Beide hypothesen worden sterk bekritiseerd vermits er onvoldoende bewijs is. De dalende trend wordt niet altijd vastgesteld. Kuznets zelf schreef dat zijn curve voor 5% gebaseerd was op data en voor 95% op speculatie. Toch werd het model overgenomen als gewettigd. Wetenschappers leveren nu bewijzen en argumenten voor of tegen deze modellen.
pre-industriële economieën
ongelijkheid
Inkomen per hoofd
niveau aantasting milieu
industriële economie op postindustriële dienstensector gebaseerde economie
keerpunt
milieu-Kuznetscurve
BBP per hoofd (economische groei)
3.35 impact van economische groei op de economische ongelijkheid en op het milieu
De Happy Planet Index (HPI) brengt drie metingen bij elkaar, namelijk hoe tevreden mensen zijn met hun leven, de levensverwachting en de ecologische voetafdruk. De Happy Planet Index is een belangrijke maatstaf voor duurzaam welzijn in de wereld. Landen worden gerangschikt volgens de mate waarin ze met onze beperkte milieubronnen een lang en gelukkig leven leiden.
Landen die hoog scoren op de Happy Planet Index laten zien dat het mogelijk is om lang en gelukkig te leven met een veel kleinere ecologische voetafdruk dan in de landen met de hoogste consumptie. De HPI biedt een alternatief voor het Bruto Binnenlands Product (BBP) om aan te geven hoe welvarend een land is.


3.36 Happy Planet Index (2024)
Klik op de link in e-ducate.me om de kaart interactief te onderzoeken. Klik op de link in e-ducate.me voor een voorstelling van de HPI door de ontwerper ervan.
De technologische vooruitgang oefent een grote druk uit op het systeem aarde. Maar de technologie is ook in staat de mensheid op weg naar een duurzame wereld te helpen.
INFO Ontkoppelen van de natuur
Dat het mogelijk is om welvarender te worden terwijl het milieu verbetert, is te danken aan wat wetenschappers ontkoppeling noemen. Ontkoppeling houdt in dat landen zodanig welvarend worden dat ze de natuur en de grondstoffen die de aarde levert, steeds minder nodig hebben om economisch te groeien.
Hoe minder natuur we nodig hebben, hoe meer ruimte de natuur terug kan krijgen. Ontkoppeling gebeurde al aan het eind van de 19de eeuw met hout. Hout werd zo vaak gebruikt voor het opwekken van energie, dat Europa en Amerika hun voorraden zagen slinken. De ontdekking van fossiele brandstoffen redde de bossen. Ontkoppeling leidde bijvoorbeeld de terugkeer van de wolf in. Ook de Europese bizon en de bruine beer doen het goed op veel plaatsen in Europa.
Er zijn twee processen die ontkoppeling mogelijk maken: intensivering en vervanging. Door intensivering kunnen we steeds meer produceren met minder grondstoffen en op een kleiner gebied. Zo gaan we steeds efficiënter met de natuur en haar grondstoffen om en laten we haar daardoor meer met rust. De opbrengst per hectare van bijvoorbeeld maïs, rijst of tarwe steeg tussen 1870 en 1940 nauwelijks. Daarna verviervoudigde de opbrengst door de ontwikkeling van kunstmest en verdelgingsmiddelen, de mechanisatie van de landbouw en het creëren van betere gewassen met moderne veredelingstechnieken.
Een stapje verder is vervanging. Zo zorgde de ontwikkeling van synthetische materialen als nylon ervoor dat we minder afhankelijk zijn van katoen, leer of bont.
Het idee dat landen hun groei kunnen loskoppelen van de natuur vormt de basis van de milieu-Kuznetscurve.
Kansen voor het Globale Zuiden
De term Globale Zuiden wordt gebruikt voor landen in Afrika, Azië, Latijns-Amerika en Oceanië die vaak te maken hebben met armoede of minder economische macht. Die naam vervangt oudere termen zoals Derde Wereld of ontwikkelingslanden.
Steeds meer landen uit het Globale Zuiden proberen samen te werken via de Zuid-Zuidsamenwerking (SSC). Ze willen elkaar helpen op vlak van economie, politiek, technologie en ecologie, en tegelijk zorgen dat het wereldsysteem ook hún belangen weerspiegelt – niet enkel die van het rijke Globale Noorden. Toch blijft de ongelijkheid groot: een kwart van de wereldbevolking (het Noorden) heeft nog steeds toegang tot zo’n 80% van het wereldinkomen. Het Zuiden, met driekwart van de wereldbevolking, moet het stellen met de rest. Wanneer landen uit het Globale Zuiden economisch groeien, kunnen ze op termijn deel uitmaken van het Globale Noorden, ongeacht de geografische locatie.



In het Globale Zuiden dreigt een schuldencrisis. Het aandeel lage-inkomenslanden die een hoog risico lopen op of al in een schuldencrisis verkeren, is sinds 2015 verdubbeld van 30 tot 60%. Ook een groeiend aantal van de middeninkomenslanden lijdt onder hoge schuldenlasten. De hoge staatsschulden en gebrek aan financiële middelen bedreigen het herstel na de corona-pandemie en belemmeren de broodnodige investeringen in klimaatbestendigheid en Agenda 2030. (De kaarten fig. 3.38 en fig 3.39 tonen de afhankelijkheid van investeringen uit het Noorden.) Het gevaar bestaat dat deze kwetsbare landen in een vicieuze cirkel terecht komen waarin een grotere kwetsbaarheid voor het klimaat de schulden verhoogt en de ruimte om te investeren in klimaatbestendigheid verlaagt.
(Naar: 14.04.22, Think7)

lage rode score = investeerders, hoge scores = doellanden
3.38 handelsnetwerk: grondaankopen voor landbouw (2020)

lage rode score = investeerders, hoge scores = doellanden
3.39 handelsnetwerk: grondaankopen voor mijnbouw (2020)
Hoewel de ongelijkheid nog groot is, zijn er de voorbije decennia wel duidelijke verbeteringen opgetreden. De onderstaande grafieken (bron BBC) laten zien hoe de wereld een stuk beter is geworden vergeleken met een paar decennia geleden. De kloof met het Globale Noorden is nog niet verdwenen, maar de kansen op een eerlijker wereld worden groter, als er verder wordt geïnvesteerd in samenwerking en duurzame ontwikkeling.


Meer mensen leven in een democratie
Aandeel van de bevolking zonder formele opleiding

Scholingsgraad stijgt



Kindersterfte neemt af

Welvaart neemt toe

Levensverwachting neemt toe Vruchtbaarheidscijfer daalt
Extreme armoede loopt terug
jaren waarin de 'grote mogendheden' met elkaar vochten, 1500-2015

grote mogendheden’ waren in de hele periode Frankrijk en Engeland/Groot-Brittannië/UK
Sinds 1949: China

Sinds 1898: VS Sinds 1740: Duitsland/Pruisen
Sinds 1721: Rusland/USSR 1950 tot 1945: Japan 1861 tot 1943: Italië 17de en begin 18de eeuw: de Nederlanden en Zweden
Tot 1918: alle entiteiten geregeerd door de Habsburgse dynastie
Tot 1808: Spanje
Tot 1699: het Ottomaanse Rijk
Minder con icten
Je kunt deze evolutie ook interactief of op een kaart bekijken. Klik daarvoor op de links in e-ducate.me
LEESTEKST De dubbele last van het Globale Zuiden
Volgens berekeningen van het Internationaal Energieagentschap (IEA) in 2021 zal het gebruik van mineralen en zeldzame aardmetalen toenemen om de doelstellingen van het Klimaatakkoord van Parijs te halen.
Zo heeft de gemiddelde elektrische auto zes keer meer mineralen nodig dan een auto met een verbrandingsmotor. Vergeleken met een vergelijkbare gascentrale heeft een windcentrale negen keer zoveel mineralen nodig.
Een groot deel van de mineralen en metalen die in Europa worden gebruikt, komt uit Latijns-Amerika. De regio trekt momenteel de grootste investeringen in mijnbouw wereldwijd aan, omdat er grote afzettingen zijn van de metalen die cruciaal zijn voor de energietransitie en elektromobiliteit.
Met name de afzettingen in de zogenaamde Lithiumdriehoek van Bolivia, Chili en Argentinië – goed voor naar schatting 55% van de wereldwijde reserves – worden nu ontwikkeld. Volgens recente studies kan de winning in de Lithiumdriehoek ernstige negatieve gevolgen hebben.
Naast de grote vraag naar water die de grondwaterspiegel verlaagt, zal het grootste probleem de winddrift van droge chemische residuen zijn. Dit bedreigt niet alleen het milieu, maar ook de basis van het leven van de (vaak inheemse) mensen die in de Driehoek wonen en die voor een groot deel van de landbouw leven.
Hoewel er in alle landen milieuwetten zijn, schiet de naleving vaak tekort vanwege zwakke overheidsinstellingen en de hunkering van regeringen naar exploitatie van hulpbronnen. Ze geven verregaande vergunningen aan de meeste buitenlandse mijnbouwbedrijven. Overlegmechanismen voor inheemse groepen zijn vaak ontoereikend. Het gebrek aan 'gehoord worden', leidt in veel Latijns-Amerikaanse landen tot felle protesten en soms zelfs gewelddadige conflicten.
Over het algemeen profiteert de lokale bevolking niet van de materiële voordelen van de exploitatie van hulpbronnen. Ze worden blootgesteld aan de negatieve sociale, economische en milieueffecten. Juist de bevolkingsgroepen die het minst bijdragen aan de klimaatcrisis lijken dus het meest te lijden onder de gevolgen van de transitie naar zogenaamde duurzame technologieën.
Het Globale Noorden moet zijn verantwoordelijkheid dragen. De producerende landen moeten zich houden aan de relevante milieuregelgeving. Beslissingen over bijvoorbeeld de goedkeuring van projecten of productievoorwaarden mogen niet worden overgelaten aan de lokale overheid of investeerders. Ze moeten eerst worden besproken met de betrokkenen. Naleving van milieuregelgeving, mogelijke schade voor de lokale bevolking of compensatiebetalingen moeten vanaf het begin in de totale kosten van projecten worden meegerekend.
1 Lees de tekst. Onderlijn de vetgedrukte woorden die te maken hebben met de planeet in het groen, de samenleving in het rood en de economie in het blauw
LEESTEKST Duurzame smartphone
Het maken van nieuwe apparaten is enorm belastend voor het milieu. Mijnbouw is heel verontreinigend en gaat bovendien vaak gepaard met schendingen van mensenrechten. Bij het maken van een nieuw toestel wordt veel water en energie gebruikt en wordt veel elektronica weggegooid die perfect was geweest voor hergebruik. Er wordt jaarlijks 50 miljoen ton aan elektronica weggegooid. De concentratie goud in een ton e-afval is veertig tot vijftig keer groter dan in een ton erts. De gemiddelde gebruiksduur van een smartphone in Europa, ooit anderhalf jaar, is opgelopen tot bijna drie jaar. Dit, samen met het feit dat de smartphone almaar duurder wordt, maakt de aankoop van een tweedehandstoestel interessanter.Tenminste, wanneer de smartphone werkt als een nieuw toestel, er goed uitziet en er garantie op is. De markt van dergelijke refurbished apparaten is de laatste jaren exponentieel gestegen. De producten die refurbished (gereviseerd) worden, zijn veelal afkomstig uit het bedrijfsleven en inruilprogramma's. Ze worden uitgebreid manueel gecontroleerd, getest, schoongemaakt, gerepareerd, vervangen en geüpgraded waar nodig. Een Fins bedrijf neemt voor deze handelingen bijvoorbeeld vooral jongeren in dienst die afkomstig zijn van verschillende achtergronden. De consument krijgt een toestel dat net zo goed werkt als een nieuw toestel, maar dan voor een zacht prijsje. De levensduur van smartphones en andere elektronica met één jaar verlengen, kan de CO₂-uitstoot in de EU evenveel verminderen als 2 miljoen auto’s per jaar van de weg halen. De Europese Commissie werkt aan een ‘right to repair’-wetgeving
2 Waarom is het belangrijk dat de ecologische grenzen van de planeet worden opgenomen in onze denkwijze over de manier waarop we leven?
3 Waarom is het belangrijk dat de sociale grenzen worden opgenomen in onze denkwijze over de manier waarop we leven?
4 Aan welke
ontwikkelingsdoelen wordt niet voldaan in onderstaande voorbeelden?


De EU importeert jaarlijks voor ongeveer 50 miljard euro aan goederen die gelinkt worden aan kinderarbeid. De meeste door kinderen geproduceerde goederen komen uit China. Het rapport raamt de waarde op 37 miljard euro. Daarna komen Vietnam, Bangladesh, Turkije en India. De belangrijkste niet-Aziatische producent van door kinderen gemaakte goederen is Brazilië. Opgedeeld in categorieën is elektronica
in de EU het belangrijkste importproduct dat door kinderen wordt gemaakt, met 35 miljard euro. Op grote afstand volgen kleding, schoenen, koffie en speelgoed. ‘Uit mediabronnen, overheidsacties en meldingen door ngo’s blijkt dat er honderden gevallen van gedwongen kinderarbeid zijn gerapporteerd in fabrieken in de Chinese provincie Guangdong, met kinderen uit andere provincies’, aldus het USDOL. ‘Soms
worden de kinderen gedwongen om in elektronicafabrieken te werken via afspraken met scholen. De gedwongen arbeid wordt omschreven als leercontracten, maar de kinderen worden gedwongen ter plaatse te blijven en mogen hun ouders niet bezoeken. Sommige kinderen worden gevangen gehouden en moeten veel uren maken voor weinig geld.’ 12.6.21 - De Standaard


In 2013 deed Canopy, een ngo die zich wereldwijd inzet voor de bescherming van bossen, onderzoek naar Toba Pulp Lestari Mill, een producent van houtpulp en papier in Indonesië. Ze ontdekten dat het bedrijf zich illegaal land van locals toe-eigende.
De gemeenschap werd bedreigd, geïntimideerd en met geweld verdreven. Stella McCartney, een kledingbedrijf dat veel viscose gebruikt, reageerde geschokt op het feit dat hun stoffen van dergelijke bedrijven afkomstig zou zijn.
Zoek in de atlas hoe Niger, Zuid-Afrika en Japan scoren voor de indicatoren van het donutmodel. Wijs daarna het juiste donutmodel (volgende pagina) toe aan het land.
HDI laag/matig/hoog laag/matig/hoog laag/matig/hoog
BNP laag/matig/hoog laag/matig/hoog laag/matig/hoog
Analfabetisme laag/matig/hoog laag/matig/hoog laag/matig/hoog
Extreme armoede laag/matig/hoog laag/matig/hoog laag/matig/hoog
Toegang tot drinkwater laag/matig/hoog laag/matig/hoog laag/matig/hoog
Ondervoeding laag/matig/hoog laag/matig/hoog laag/matig/hoog levensverwachting laag/matig/hoog laag/matig/hoog laag/matig/hoog
EVA laag/matig/hoog laag/matig/hoog laag/matig/hoog
CO₂-uitstoot
Donutmodel nummer
laag/matig/hoog laag/matig/hoog laag/matig/hoog
oetafdruk
Veranderinglandgebruik Blauwwater


6 Bestudeer de grafiek en los de vragen op.
Veranderinglandgebruik Blauwwater

Veranderinglandgebruik Blauwwater
De grafiek toont de evolutie van de sociale prestaties en de ecologische duurzaamheid per land sinds de jaren 1990. De kleurcodes werden toegewezen op basis van hun startpositie in die periode. (geel: linksonder, groen: rechtsonder, paars rechts midden, roze: rechtsboven). De grootte komt overeen met het bevolkingsaantal. Bekijk de grafiek interactief
hoge overshoot lage overshoot
België hoge overshoot
België

overschreden biofysische grenzen
Costa Rica
Aantal overschreden ecologische grenzen Aantal bereikte sociale drempels
3.42 overshoot evolutie
a kruis de juiste uitspraken aan:
0 landen die veel ecologische grenzen overschrijden, behalen vaak veel sociale drempels
0 landen die veel ecologische grenzen overschrijden, behalen vaak weinig sociale drempels
0 landen die weinig ecologische grenzen overschrijden, behalen vaak weinig sociale drempels
0 landen die weinig ecologische grenzen overschrijden, behalen vaak veel sociale drempels
0 het overschrijden van de ecologische grenzen is in de meeste landen verminderd
0 wereldwijd worden meer ecologische grenzen overschreden
0 er is wereldwijd groei in het bereiken van sociale drempels
b Situeer met een kruisje waar de duurzame, veilige en rechtvaardige wereld zich bevindt op Fig. 3.42
c Zoek in de atlas een wereldkaart met het BNP. Wat stel je vast als je kijkt naar het BNP van een land en de overschreden planetaire grenzen en bereikte sociale doelen?
Klik op de link in e-ducate.me voor een interactieve kaart.
7 Bestudeer de Happy Planet Index (Fig. 3.36)
a In welke regio's is de Happy Planet Index het grootst?
b Hoe kan de HPI gelinkt worden aan het model van Raworth?
c Zijn de regio’s die goed scoren op de HPI ook de gebieden die het meest duurzaam leven volgens het model van Raworth?
8 Kan je stellen dat de mens binnen de veilige en rechtvaardige zone van de donut van Raworth leeft?
9 Formuleer aan de hand van de gegeven kernwoorden een antwoord op de onderzoeksvraag. Kies uit: weinig - veel - meer - lager inkomen - hoger inkomen - duurzaam leven - duurzame ontwikkelingen
betekent comfortabel leven binnen de ecologische grenzen van de planeet, op zo’n manier dat het voortbestaan van toekomstige generaties niet in gevaar wordt gebracht. De mensheid heeft dit nog niet bereikt. Landen met een hebben sociale drempels bereikt, maar overschrijden planetaire grenzen. Landen met een overschrijden doorgaans planetaire grenzen, maar bereiken de sociale drempels niet. De helpen bij het bereiken van een duurzame wereld.
Vraag Wat is het belang van de ontwikkeling van het Globale Zuiden in de 8 overgang naar een duurzame wereld?
1 Wat is jouw voorkennis over het Globale Zuiden? Vul de mindmap aan met woorden die je gedachten omschrijven.





Landschap





Via de links in e-ducate.me kan je meer toelichting hierover vinden.
2 Wat is de invloed van welvaart op milieudegradatie volgens de milieu-Kuznetscurve?
3 Wat betekent de evolutie die de milieu-Kuznetscurve voorstelt voor landen in ontwikkeling en hun impact op het milieu?
4 De milieu-Kuznetscurve is een model. Modellen stroken niet altijd met de realiteit. Bedenk een situatie waarin dit model niet zou uitkomen?
5 Is de indeling tussen Globale Noorden en Globale Zuiden gebaseerd op de geografische noord-zuid-verdeling?
6 Vergelijk de landen in het Globale Noorden met de landen in het Globale Zuiden. Onderzoek de kenmerken van beide regio’s.
Deel enkele landen in bij het Globale Noorden of het Globale Zuiden: België, Rusland, India, China, Japan, Bolivia, Brazilië, VS, Zuid-Afrika, Niger
GLOBALE ZUIDEN voorbeeldlanden
HDI
natuurlijke aangroei
inkomen
CO₂-emissie
hoger/lager
hoger/lager
hoger/lager
hoger/lager
hoger/lager
hoger/lager
hoger/lager
hoger/lager aandeel werkenden in de dienstensector
toegang tot drinkwater
hoger/lager
hoger/lager
hoger/lager
hoger/lager
stabiliteit van het politieke klimaat * meer/minder stabiliteit meer/minder stabiliteit
aandeel van de bevolking dat hoger onderwijs volgde
hoger/lager
hoger/lager
hoger/lager gebruik van fossiele energiebronnen
deelname aan globalisering
hoger/lager
hoger/lager
hoger/lager
* Je kunt deze indicator bekijken door op de link in e-ducate.me te klikken. Kies voor Single Map View en kies de indicator Political Stability and absence of violence/terrorism.
7 Schrijf Zuiden en Noorden op de juiste plaats in de legende van onderstaande figuur.
geboortecijfer
sterftecijfer
geboortecijfer
sterftecijfer een land uit het Globale
een land uit het Globale
3.43 demografische transitie in het Globale Noorden en Globale Zuiden
8 Link de donutmodellen aan het demografisch transitiemodel van figuur 3.43 door de eerste twee letters van elk land op de juiste plaats in de juiste demografische transitie te noteren. Gebruik de kleur van het demografisch transitiemodel dat het land volgt.
Materiëlevoetafdruk
E

ECOLOGISCH PLAFOND
SOCIALE FUNDERING
Veranderinglandgebruik Blauwwater
VERKLARING AFKORTINGEN:
ECOLOGISCH PLAFOND
SOCIALE FUNDERING
Veranderinglandgebruik Blauwwater

België Bolivia Niger

ECOLOGISCH PLAFOND
SOCIALE FUNDERING
Veranderinglandgebruik Blauwwater
EN - Access to Energy Toegang tot energie
9 Verloopt de demografische transitie in het Globale Zuiden overal even snel?
LS - Life Satisfaction Levensvoldoening
LE - Healthy Life Expect. Verwachting gezond leven
NU - Nutrition Voeding
SA - Sanitation Sanitaire voorzieningen
IN - Income Inkomen
ED - Education Onderwijs
SS - Social Support Sociale steun
DQ - Democratic Quality Democratische kwaliteit
EQ - Equality Gelijkwaardigheid
EM - Employment Werkgelegenheid
10 Wat zegt dit dan over de socio-economische ontwikkeling van landen in het Globale Zuiden?
11 Hoe kan de demografische transitie in het zuiden worden versneld?
12 Welke uitdaging staat het Globale Zuiden te wachten, rekening houdend met het demografisch transitiemodel, de milieu-Kuznetscurve en het donutmodel?
• Demografisch transitiemodel:
• Milieu-Kuznetscurve:
• Donutmodel:
13 Over welke belangrijke troeven beschikt het Globale Zuiden om dit te verwezenlijken?
Lees de artikels en bekijk de grafiek. Discussieer met je klasgenoten over enkele uitspraken.
Export van tarwe uit Oekraïne, Europa's graanschuur, is zo goed als onmogelijk door de oorlog. De Verenigde Staten en Frankrijk kampen met weersomstandigheden die het verbouwen van deze belangrijke graansoort bemoeilijken.
Na China is India de grootste tarweproducent ter wereld. India wilde in 2022 inspelen op de tekorten op de wereldmarkt en kondigde aan een record van 15 miljoen ton tarwe uit te voeren, dubbel zoveel als de ruim 7 miljoen ton van 2021. India richtte zich tot Europa, maar ook tot landen in Afrika en Azië.
Maar door een aanhoudende extreme hittegolf is de productie in India in 2022 beperkt. Daardoor, maar ook door wereldwijde prijsstijgingen, zijn de binnenlandse prijzen fors gestegen. Om die onder controle te houden en te voorkomen dat de voedselzekerheid in India gevaar loopt, verbiedt de Indiase regering met onmiddellijke ingang (mei 2022) de export van tarwe.
Door het Indiase exportverbod dreigen de prijzen voor graan – en dus voor brood – wereldwijd nog verder te stijgen. Vooral de bevolking van armere landen wordt zwaar getroffen door de hogere voedselprijzen (onder meer) ten gevolge van de oorlog in Oekraïne.
‘Tot 50 miljoen mensen, vooral in Afrika en het Midden-Oosten, dreigen de komende maanden te sterven’, zegt Annalena Baerbock, minister van Buitenlandse Zaken van Duitsland. De G7, de zeven rijkste industrielanden, waarschuwt voor een voedselcrisis en roept Rusland op om een einde te maken aan de blokkade van graan in de havens aan de Zwarte Zee in Oekraïne.
De ministers van Landbouw van de G7, die ook vandaag samenkomen bekritiseren ook het Indiase exportverbod. ‘Als iedereen begint dergelijke exportbeperkingen in te stellen of zelfs de markten te sluiten, dan zal dat de crisis alleen maar erger maken en ook India zelf en zijn eigen boeren schade toebrengen’, zegt de Duitse minister van Landbouw Cem Özdemir.
(Naar: Vrtnws.be, 14.05.22)
De wereldwijde voedselproductie en uitbreiding van landbouwgrond op plaatsen waar eerst natuur was, veroorzaakt ongeveer 25 tot 30% van de totale uitstoot van broeikasgassen. Maar ongeveer 33% van alle geproduceerde voeding belandt in de vuilnisbak.
Het Deense bedrijf Too Good To Go bedacht een gratis applicatie die je kan downloaden op je smartphone waarbij je voedseloverschotten kan redden van de lokale supermarkt, bakker, slager, landbouwer … 3,5 jaar na de opstart in maart 2018 zijn er zo in ons land alleen al vijf miljoen maaltijden gered dankzij de 1,5 miljoen gebruikers en ruim 4 500 horecazaken, supermarkten, voedselproducten en andere spelers op de markt. Die maaltijden, zo’n 4 000 maaltijden per dag, zijn goed voor zo’n 12,5 miljoen kilo geredde CO₂. Die uitstoot is het equivalent van 13 000 vluchten tussen Brussel en New York.
(Naar: Vrtnws.be, 12.08.21)
Zambiaanse vrouwen huren sterke stalen fietsen tegen een laag bedrag en worden na drie jaar eigenaar van de fiets. Ze lenen bij de bank een microkrediet. Zij investeren vijf euro per maand om een fiets te leasen. Daarmee worden zij niet alleen zelf eigenaar, maar sparen ze ook een tweede fiets bij elkaar voor een collega-onderneemster. 'In Afrika verplaatsen arme mensen zich bijna allemaal te voet', zegt Geert Kamps van de Nederlandse Stichting Flow & Go Foundation dat de fietsen ter beschikking stelt. 'Een fiets is een stap uit de armoede.'
(Naar: Krant van de Aarde, Een fiets is een stap uit de armoede)
De ecoscore meet niet alleen de CO₂-impact van de producten, maar ook hun impact op water, biodiversiteit en fijnstof. De ecoscore houdt rekening met 16 factoren. Grondstoffen, landbouwmethode, verwerking, transport, verkoop, gebruik, afval en eventuele recyclage zijn goed voor een score tussen 0 en 100 punten. Daar kunnen tot 25 bonuspunten bijkomen of strafpunten afgaan in functie van certificaten als fair trade, bio, gerecycleerde verpakking, herkomst van het product en impact op de biodiversiteit: ‘Doordat we de consumenten goed informeren, kunnen ze bewuster kiezen wat ze wel of niet kopen en een bijdrage leveren aan een beter milieu.’

3.45 de ecoscore
a Noteer mogelijke voor- en nadelen voor het Globale Noorden, Globale Zuiden of de planeet.
Vandaag kwam er bezoek. Er is nog wat eten over, dat gooien we weg, want morgen willen we dat toch niet meer opeten.
+ -
Migratie is de oplossing voor het arbeidstekort in het Globale Noorden.
Door het ecolabel koop ik bewuster.
Bedrijven uit het Noorden investeren in het Zuiden.
b Bestudeer de vraag naar energie. Klik daarvoor op de link in e-ducate.me Bestudeer de kaart en de grafiek.
Een kleine ondernemer uit het Globale Zuiden ... - Investeert het beste in een goedkopere machine die werkt op basis van fossiele brandstoffen. - Investeert het beste in een duurdere machine die werkt op basis van hernieuwbare brandstoffen. Welke uitspraak is de meest realistische? Welke uitspraak is de meest gewenste?
c Geef enkele factoren hoe het Globale Zuiden economische groei kan realiseren binnen de grenzen van de donut.
d Wat is de rol van het Globale Noorden hierin?
15 Formuleer aan de hand van de gegeven kernwoorden een antwoord op de onderzoeksvraag. Kies uit: het Globale Noorden - sociale drempels - condumindert - planetaire grenzen
Om in een duurzame wereld te leven, moet het Globale Zuiden de bereiken, zonder te overschrijden. Dit kan maar wanneer er mee voor zorgt dat het overschrijden van de planetaire grenzen wordt teruggedrongen, voldoende en de kans biedt aan het Globale Zuiden om te groeien.
Vraag
Wat moet er gebeuren om de duurzame ontwikkelingsdoelen te behalen? 9
Ontwikkelingsdoelen
700 miljoen mensen of 10% van de wereldbevolking leeft in extreme armoede (SDG 1) en bijna 690 miljoen mensen hebben honger (SDG 2). De aanpak van gezondheidsproblemen zoals de coronacrisis, kent grote verschillen over de hele wereld (SDG 3), maar ook economisch en sociaal bestaan er grote verschillen in de wereld (SDG 10 en 5). In 2018 gingen 260 miljoen kinderen niet naar school (SDG 4).

Wereldwijd heeft 1 op 3 mensen geen toegang tot veilig drinkwater (SDG 6) en moeten 3 miljard mensen de toegang krijgen tot propere en veilige energie om te koken (SDG 7). Meer dan de helft van de wereldbevolking woont in steden. Deze steden vormen de basis voor economische groei, maar ze zijn eveneens verantwoordelijk voor een groot deel van de uitstoot van broeikasgassen (SDG 11). De wereldwijde productie en consumptie belast
het systeem aarde (SDG 12) met klimaatverandering (SDG 13) en verlies aan biodiversiteit (SGD 14 en 15) tot gevolg. Oorlog en onrecht (SDG 16) en een gebrek aan samenwerking (SDG 17) bedreigen de verdere ontwikkeling. En dat in een wereld die bezig is aan de vierde industriële revolutie waar wetenschap, innovatie en technologie een hoofdrol kunnen spelen in economische en ecologische uitdagingen (SDG 9).
1 De uitwerking van de duurzame ontwikkelingsdoelen is moeilijk. Bekijk doelen 8 en 13. Waarom is de uitwerking van deze doelen moeilijk?
2 Waar zijn de landen gesitueerd die het beste scoren op de SDG-index of de vooruitgang in het behalen van de SDG’s? Klik op de link in e-ducate.me om dit op kaart te bekijken.
3 Klik op de link in e-ducate.me om te bekijken hoe België scoort op de afzonderlijke SDG’s.
a Waar staat België in de ranglijst van duurzame ontwikkeling?
b Welke SDG’s heeft België al gehaald?
c Voor welke SDG’s heeft België nog erg veel werk? Bekijk ook de indicatoren van de SDG’s om een idee te krijgen waarvoor België nog heel wat actie moet ondernemen.
4 Bestudeer de krantenartikelen. Los daarna de vragen op.
Tekort aan grondstoffen remt de weg naar een elektrische wereld (29.05.22, NRC.nl)

SDG:

De Europese Unie moet nog meer inzetten op een efficiënter energieverbruik, de spreiding van haar bevoorrading en de uitbouw van duurzame energiebronnen. Dat stelt de Europese Commissie. De oorlog in Oekraïne heeft de globale energiemarkt verstoord en doet Europa nu zijn klimaatambities aanscherpen. (18.05.22, Knack.be)
De Russische invasie in Oekraïne zet de wereldwijde voedselvoorziening onder druk. We kúnnen de hele wereld nog voeden, maar dan moeten we grote stappen zetten. Oekraïne en Rusland produceren samen 14% van de tarwe in de wereld. Ze zijn goed voor een derde van de globale export van tarwe
en voor liefst 60% van de zonnebloemolie. Bovendien is Rusland een belangrijke producent van kunstmeststoffen. Al die handel is grotendeels stilgevallen als gevolg van de Russische invasie in Oekraïne. Het kan niet anders dan dat de oorlog een impact heeft op het wereldwijde voedselsysteem. En dat stond al zwaar onder druk,
vooral door de gevolgen van de klimaatopwarming met haar extreme weersomstandigheden, zoals langdurige droogtes.
Niet alleen het dreigende tekort aan voedselvoorraden drijft de prijzen op. Ook de uit de pan rijzende energiekosten hebben een invloed op de voedselproductie, wat de prijzen extra doet stijgen.
SDG:

Rusland, en vooral China, behoren tot de grootste spelers van de wereld als het gaat om de winning van grondstoffen als pal- ladium en aluminium. Dat zijn grondstoffen die in Europa erg nodig zijn voor de productie van batterijen, elektrische auto’s, windturbines en andere innovatieve technieken die bijdragen aan een groene toekomst.

De ontwikkeling van nieuwe technologieën stimuleert onderzoek en innovatie. Dit speelt een belangrijke rol bij het behalen van de SDG-doelstellingen omdat het de efficiëntie

van nieuwe en duurzame manieren van ontwikkelen verbetert. Samenwerking en kennisdeling in zowel nationale als internationale context kan deze processen stimuleren.
SDG:
SDG:
SDG:
Steden warmen twee keer sneller op. We moeten ze leefbaar houden!

Duurzame mijnbouw op Europese bodem onmisbaar in energietransitie

Versnellen van transities nóg urgenter door oorlog in Oekraïne (31.03.22)
a Link de krantenkoppen aan SDG 2,8,9,11,12 of 13

SDG:
SDG:
SDG:
b Klik op de link in e-ducate.me en klik dan onder de kaart op de SDG-icoontjes om de wereldwijde scores en trends van SDG 2, 8, 9, 11, 12 en 13 te bestuderen. 2030 nadert snel, bereiken we wereldwijd deze duurzame ontwikkelingsdoelen al?
c Onderlijn aangereikte oplossingen in de knipsels
4 Formuleer aan de hand van de gegeven kernwoorden een antwoord op de onderzoeksvraag.
Kies uit: een goed beleid - leefbaar - versnellen - klimaatverandering - geschikte technologiën - geld
De transitie naar een duurzame wereld moet om de doelen tegen 2030 te halen.
Er is meer voedsel nodig en de mens heeft grondstoffen en energie nodig.
Dit mag niet verder leiden tot en de steden moeten zijn. Daarvoor zijn , en nodig.
Vraag Hoe kan nieuwe technologie in de landbouw het tropisch regenwoud 10 beschermen?
1 Formuleer een hypothese bij de onderzoeksvraag.
2 Hoe sta jij tegenover volgende stellingen?
Europa moet het gebruik van genetisch gemodificeerde landbouwgewassen (ggo’s) als voedsel toelaten.
ik ga ...
akkoord / niet akkoord
Genoomediting (snel en precies wijzigen van DNA van levende wezens ) in de geneeskunde mag, ons eten aanpassen niet. akkoord / niet akkoord
In het Globale Noorden moeten meer insecten op de menukaart gezet worden. akkoord / niet akkoord
De wereld heeft nood aan het in gebruik nemen van meer landbouwgrond. akkoord / niet akkoord


- krant van de toekomst -
sojaproductie




(miljoen ton) Wereld






Soja is een peulvrucht en een eenjarig gewas, dat een eetbare boon oplevert met een hoog gehalte aan eiwitten (35-40%) en vetten (18-19%). De boon die aan de sojaplant groeit wordt gescheiden in 3 delen: de sojahul, de sojaolie (grofweg 20% van de boon) en het sojameel (grofweg 80% van de boon). Klik op de link in e-ducate.me om te achterhalen waar het meeste soja geproduceerd wordt.


schapenvlees
biefstuk (vleeskoe)

kaas 39,8 m²
melk 27,1 m²
biefstuk (melkkoe) 21,9 m²
varkensvlees 10,7 m²
noten 7,9 m²
peulvruchten 7,3 m²
gevogelte 7,1 m²
eieren 5,7 m²
graan 4,6 m²
vis (gekweekt) 3,7 m²
pindanoten 3,5 m²
erwten 3,4 m²
soya 2,2 m² garnalen 2 m²













Stadslandbouw








Voedsel telen in de stad kan op verschillende manieren. Door het gebrek aan beschikbare ondergrond, gebeurt de productie op een ondergrond op verharde terreinen, op daken, in containers, in leegstaande gebouwen en kelders. Ondernemers onderzoeken de mogelijkheden met meerdere productielagen boven elkaar, waarbij kunstmatige verlichting het natuurlijk zonlicht vervangt.
Lokaal produceren en verkopen binnen een gecontroleerd ecosysteem, dat is het doel van de bedrijven die aan stadslandbouw doen.











In Ethiopië, Kenia en Somalië sterft zowat elke 48 seconden iemand de hongerdood, schatten hulporganisaties Oxfam Novib en Save the Children. Het aantal mensen dat bedreigd wordt door extreme hongersnood neemt in deze drie landen snel toe, van 10 miljoen vorig jaar tot 23 miljoen nu (mei 2022).

In 2020 en 2021 viel in de Hoorn van Afrika heel weinig regen. Door de droogte, de ergste in veertig jaar, zijn bijna 7 miljoen kinderen in de regio ondervoed. Een groot deel van de veestapel heeft de droogte niet overleefd. Voedsel wordt steeds duurder door de oorlog in Oekraïne. Oost-Afrikaanse landen importeren normaliter een groot deel van hun graan en zonnebloemolie uit Rusland en Oekraïne. Zo stegen in Ethiopië de voedselprijzen in de twee maanden na de invasie met 66%.


Voedselzekerheid


Het Deense bedrijf Too Good To Go bedacht een gratis applicatie die je kan downloaden op je smartphone waarbij je voedseloverschotten kan redden van de lokale supermarkt, bakker, slager, landbouwer … 3,5 jaar na de opstart in maart 2018 zijn er zo in ons land alleen al vijf miljoen maaltijden gered dankzij de 1,5 miljoen gebruikers en ruim 4500 horecazaken, supermarkten, voedselproducten en andere spelers op de markt. Die maaltijden, zo’n 4000 maaltijden per dag, zijn goed voor zo’n 12,5 miljoen kilo geredde CO₂. Die uitstoot is het equivalent van 13 000 vluchten tussen Brussel en New York. (Naar: VRTnws.be, 12.08.21)

Men schat dat de voedselproductie de komende 50 jaar zal moeten verdubbelen om gelijke tred te houden met de bevolkingsgroei. De focus op wereldwijde voedselzekerheid ligt meestal op zetmeelrijke granen en onderschat het belang van tuinbouwgewassen. Groenten en fruit zijn nodig voor een gezonde en welvarende bevolking. Naast de verliezen die het gevolg kunnen zijn van ziekte, droogte, extreme temperaturen en andere omgevingsstress, worden nog eens 25-40% (gemiddeld 33% - in sommige landen zelfs tot 75%) van alle groenten en fruit die wereldwijd worden geproduceerd na de oogst nooit gegeten omdat het snel bederft. De huidige wereldwijde productie van tuinbouwgewassen is onvoldoende om aan de menselijke voedingsbehoeften te voldoen. Het manipuleren van biologische processen door middel van genoombewerking is een veelbelovende nieuwe weg voor het verminderen van verliezen en afval na de oogst. De techniek is relatief goedkoop en gemakkelijk en heeft een minimale impact op het genoom. (Uit: Nature.com, 1.01.2021)
Plantenveredeling
Tot aan het begin van de 20ste eeuw bestond plantenveredeling vooral uit het selecteren van de beste planten of zaden uit de natuurlijke variatie binnen een bepaalde plantensoort. De eerste landbouwers hielden zich hier al mee bezig. Ze leerden dat het nuttig was om een deel van de oogst te bewaren en het volgende jaar opnieuw te zaaien of te planten. De planten die best groeiden onder de lokale omstandigheden, werden hiervoor gekozen.


Die variatie treedt van nature op wanneer sterk verwante planten elkaar bestuiven. Bij deze kruisbestuivingen worden de erfelijke eigenschappen van de planten gemengd en in nieuwe combinaties opgeslagen in het zaad. Het veranderen van een wilde plant in een goed landbouwgewas kost veel tijd en inspanning. De ontdekking van erfelijke eigenschappen en de mogelijkheid om nieuwe combinaties te maken door planten met verschillende eigenschappen onderling te kruisen, maakte het mogelijk om sneller en directer gunstige eigenschappen van verschillende ouderplanten bij elkaar te brengen in de nakomelingen. Gerichte kruisingen worden gemaakt door stuifmeel van de ene ouderplant aan te brengen op de stamper van een bloem van de andere ouderplant.

(ggo/gmo). In de jaren 1980 werd dit bekomen door bestraling van gewassen waardoor nieuwe varianten ontstonden. Later plantte men eigenschappen van een organisme over in een ander organisme.
Genoombewerking is een verzamelnaam voor een reeks revolutionaire technologieën om snel en precies veranderingen in het erfelijk materiaal van levende wezens aan te brengen. Wetenschappers kunnen met deze technologieën heel specifiek het erfelijk materiaal veranderen of een welbepaald gen aan- of uitschakelen. Er hoeft dus geen nieuw materiaal te worden toegevoegd dat niet eigen is aan het DNA van het organisme. Daarom oordelen wetenschappers dat de regelgeving rond genoombewerking anders zou moeten zijn dan die van ggo’s.

Wetenschappers ontwikkelden op deze manier al gewassen die minder water nodig hebben: maïs, katoen en soja die zelf insecticide aanmaken, appels die trager bruin worden, een schimmel-resistente banaan en rijst met een verhoogd gehalte bètacaroteen, de voorganger van vitamine A.
Met de ontdekking van de DNA-structuur in 1953 zagen nieuwe methoden het licht. Het werd mogelijk om de genetische structuur van levende cellen en organismen te wijzigen. Deze gentechnologie verandert het genetische materiaal om het een nieuwe eigenschap te geven, bijvoorbeeld een betere weerstand van een plant tegen een ziekte, insecten of droogte, de tolerantie tegen herbiciden, een verbeterde productiviteit. Het resultaat is een genetisch gemodificeerd organisme



Ook in de geneeskunde wordt biotechnologie ingezet in o.a. onderzoek naar kankerbestrijding, het voorkomen van de verspreiding van malaria en het maken van vaccins.
Genetische manipulatie en genoombewerking kennen veel tegenstanders. In de Europese Unie is het toepassen van genoombewerking voor landbouwgewassen meestal verboden. Dezelfde regels worden gevolgd als voor ggo’s. In de Verenigde Staten wordt genoombewerking toegestaan en geldt een andere regelgeving dan voor ggo’s.
Klik op de link in e-ducate.me om meer te weten te komen over de regelgeving omtrent het gebruik van genoombewerking in de wereld.



Andere voedselbronnen
Op de wereld zijn circa 2100 verschillende soorten insecten die eetbaar zijn. Omdat insecten zich snel kunnen vermenigvuldigen, liggen hier de grote kansen voor insecten als alternatieve eiwitbron. De voedingswaarde van insectenvlees is vergelijkbaar met die van gewoon vlees, terwijl voor de productie van één kilo eetbaar product de koudbloedige insecten veel minder voer nodig hebben dan warmbloedig vee. Ten slotte is de uitstoot van broeikasgassen wel honderd keer lager dan bij een varken of rund. Insecten vormen dus een duurzame en economisch interessante oplossing voor het wereldvoedselvraagstuk.


Ook de diervoederindustrie is geïnteresseerd in alternatieve eiwitbronnen. De voedingswaarde van insecten blijkt uit onderzoek op zijn minst vergelijkbaar met de voedingswaarde van sojabonen en vismeelproducten.

Landbouwmethodes die bodemverlies verminderen
Elk jaar verliest de wereld 24 miljard ton vruchtbare aarde. Het gehalte organische stof in de bodem moet terug omhoog, want die zorgt ervoor dat de bodem verandert in een spons. Hierdoor kan water beter infiltreren en beter vastgehouden worden.


Grasgangen, grasbufferstroken en groenbedekkers beschermen de bodem tegen regen en wind. Daarnaast is het ook een bron van organische stof in de bodem wat belangrijk is in verband met bewerkbaarheid, vochtvoorziening, mineralenhuishouding, structuur en bodemleven.

Door gewassen te planten volgens de hoogtelijnen wordt afstromend water geremd en is er minder bodemerosie. Dit noemt men contourbewerking.




Gewassen zaaien zonder eerst de bodem te ploegen wordt nietkerende bodembewerking genoemd. Hierdoor wordt het intensief mengen of keren van de grond vermeden en blijven meer gewasresten aan het oppervlak achter.
Het gebruik van brede tractorbanden wordt aanbevolen om het contactoppervlak te vergroten en het aanduwen van de bodem te voorkomen.

Hagen en bomenrijen tussen de akkers verminderen de kracht van de wind.
Wilde natuur
Om het verlies aan biodiversiteit, de klimaatverandering en de vervuiling van onze planeet te stoppen, moeten we een gebied van 10 miljoen vierkante kilometer (ongeveer de grootte van China of 300 keer België) teruggeven aan de natuur en opnieuw laten verwilderen. Alleen zo blijft de aarde leefbaar voor iedereen, zeggen de Verenigde Naties (VN) in een nieuw rapport. Er is dus veel meer nodig dan het beschermen van de huidige natuurgebieden.
Brits onderzoek wijst uit dat kale landbouwgrond, die aan zijn lot wordt overgelaten, na 15 jaar verandert in grasland dat rijk is aan biodiversiteit. Na 40 jaar verandert het in dicht inheems bos. Wat er gebeurde ging vanzelf, met behulp van de wind, de wildernis, wilde vogels en zoogdieren.


Agrobosbouw is de collectieve naam voor landgebruikssystemen en -technologieën waarbij houtige en vaste planten (bomen, struiken, kruiden) weloverwogen worden gebruikt op dezelfde percelen als landbouwkundige gewassen en/of dieren, in een bepaalde ruimtelijke indeling of in een bepaalde volgorde in tijd. In agrobosbouwsystemen vinden er zowel ecologische als economische interacties plaats tussen de verschillende onderdelen. (FAO) Klik op de link in e-ducate.me voor een voorbeeld van het succesvol toepassen van agrobosbouw.

3 De mens moet de ruimte teruggeven aan de natuur. Zo is er meer plaats voor herbebossing en worden gevolgen van ontbossing zoals klimaatverandering aangepakt. Wat is de belangrijkste stap in deze transitie?
4 Vergelijk de duurzaamheid van grootschalige veeteelt.
a Vergelijk wat er nodig is om vee te houden in stallen en het vee te laten grazen in de weide.
veevoeder nodig meer/minder meer/minder bouwmaterialen nodig meer/minder meer/minder transport nodig meer/minder meer/minder inname van ruimte door het vee meer/minder meer/minder deelname in koolstofkringloop meer/minder meer/minder
b Waarom wordt er vanuit klimaatstandpunt aangeraden minder rood vlees te eten?
5 Waarom worden beter geen nieuwe landbouwgronden meer in gebruik genomen?
6 Is herbebossen van akkerland een goed idee wanneer je over transport en uitstoot nadenkt?
7 Zoek op het internet naar voor- en tegenargumenten voor genetisch gemodificeerde gewassen. Soms zijn argumenten niet wetenschappelijk onderbouwd, maar zijn ze een persoonlijke mening of de overtuiging van een groep mensen.
Markeer de argumenten die jouw voorkeur hebben.
8 Verbeterde technieken kunnen landbouwopbrengsten verhogen maar ook bijdragen aan het behalen van verschillende duurzame ontwikkelingsdoelen. Teken pijlen tussen de SDG’s om de wisselwerkingen duidelijk te maken.












9 Herneem deze stellingen: ben je van idee veranderd na het bestuderen van de bronnen?
Europa moet het gebruik van genetisch gemodificeerde landbouwgewassen (ggo’s) als voedsel toelaten.
Genoomediting (snel en precies wijzigen van DNA van levende wezens ) in de geneeskunde mag, ons eten aanpassen niet.
Mijn mening is …
veranderd / niet veranderd
veranderd / niet veranderd
In het Globale Noorden moeten meer insecten op de menukaart gezet worden. veranderd / niet veranderd
De wereld heeft nood aan het in gebruik nemen van meer landbouwgrond. veranderd / niet veranderd
10 Formuleer aan de hand van de gegeven kernwoorden een antwoord op de onderzoeksvraag.
Kies uit: evenwichtiger - voedselverspilling - kleinere - hogere - opbrengsten - verticale - rood vleesduurzamer - ontbossing
Technologie kan helpen om meer zekerheden te creëren in de landbouw en voedselvoorziening.
Genetisch gewijzigde gewassen, insecten, landbouw, bomen op het veld, meerdere gewassen door elkaar zijn voorbeelden van technieken die een voedselproductie kunnen realiseren op een oppervlakte.
Het hoeven dus niet altijd hoogtechnologische ingrepen te zijn om de efficiëntie en dus de te verhogen.
De wetenschap probeert voortdurend met nieuwe technologie de bestaande technieken te verbeteren. omgaan met landbouwproducten kan ertoe leiden dat er minder van het tropisch regenwoud nodig is. Dit start bij minder en een dieet, bijvoorbeeld met minder .
Vraag Hoe kunnen (nieuwe) technieken om duurzamer om te gaan met grond10 stoffen het tropisch regenwoud helpen redden?


- krant van de toekomst -
grondstoffen









circulaire economie een economisch systeem van gesloten kringlopen waarbij bestaande materialen en producten zo lang mogelijk worden gedeeld, verhuurd, hergebruikt, hersteld, opgeknapt en gerecycleerd om meer waarde te creëren
In een circulaire economie worden producten zo gemaakt dat hun grondstoffen hergebruikt kunnen worden. Dan is er vrijwel geen afval meer, want afgedankte grondstoffen kunnen opnieuw van nut zijn in een volgende kringloop. Om richting circulariteit op te schuiven, moeten producten niet alleen volledig recycleerbaar of afbreekbaar zijn. Ze moeten ook zo worden ontworpen dat ze langer meegaan. Gebruiksvoorwerpen moeten herstelbaar zijn, een hoge tweedehandswaarde hebben, gemakkelijk geüpgraded of gedemonteerd worden, om vervolgens omgevormd te worden tot nieuwe producten.




Vanuit Urban Mining beschouwt men onze hele maatschappij als een grote mijn. Elektrische toestellen, voertuigen of schroot zijn uitstekende mijnen om materialen en producten te recupereren. Maar als het over hoeveelheden van materialen gaat, dan steekt de bouwsector er met kop en schouders bovenuit. Om er cijfers op te plakken: de bouwsector produceert in totaal 15 miljoen ton (dat is 40 keer The Empire State Building) of 8,3 miljoen m3 bouw- en sloopafval per jaar. Meer dan 90% van het materiaal op gewichtsbasis zijn steenachtige materialen (beton, baksteen, dakpannen). Vlaanderen recycleert vandaag 95% van deze fractie, voornamelijk in (onder)funderingen van wegen en gebouwen. Niet-steenachtige materialen daarentegen vormen een quasi onontgonnen mijn.
Ontdek wat cradle to cradle betekent. Klik daarvoor op de link in e-ducate.me


Reststromen van voedsel hergebruiken: bier brouwen van oud brood, soep maken van misvormde, dus quasi onverkoopbare groenten.
Afvaltextiel recyclen: de gerecyclede vezels hergebruiken voor de productie van nieuwe kleding, handdoeken of ander huishoudtextiel.
klassieke mijnbouw
• delfstoffen
• technieken om te exploiteren zijn gekend

urban mining
• antropogene grondstoffen


• technieken om grondstoffen te herkennen zijn in ontwikkeling
In de Gentse Sint-Lievenspoortstraat is een pleintje heraangelegd waarvan de zitbanken gemaakt zijn van duurzaam beton. De grondstoffen komen onder meer van restproducten van staalbedrijf ArcelorMittal. Het is een Europees project om het beton later op de markt te brengen.

• eindigheid afhankelijk van de natuurlijke voorraden
• bron van alle metalen
• kan inspelen op toenemende vraag
• slechts aanwezig op enkele specifieke locaties
• significante landschappelijke impact
• verliest de steun van de bevolking
• de mens is niet rechtstreeks betrokken in de exploitatie

• eindigheid afhankelijk van de hoeveelheid materialen die de mens in omloop heeft gebracht
• houdt metalen langer productief
• kan niet inspelen op toenemende vraag
• geconcentreerd in stedelijke omgeving (vooral in geïndustrialiseerde landen)
• meestal beperkte landschappelijke impact
• geniet meer steun van de bevolking
• de mens speelt een essentiële rol in het verzamelen van grondstoffen
Twee gram goud (trouwring) kan je halen uit 10 kg afgedankte mobiele toestellen of tot 10 000 kg gouderts.


Kiezen voor FSC-gecertificeerde bosproducten is een concrete manier om verantwoord bosbeheer wereldwijd te ondersteunen. De Forest Stewardship Council (FSC) promoot bosbeheer dat het ecosysteem respecteert, de biodiversiteit van het bos en de draagkracht van het bosecosysteem in stand houdt. Het bosbeheer houdt rekening met de lokale bevolking.

1 Zoek voorwerpen waarop het FSC-label te vinden is.
2 Hoeveel bos wordt er gecertificeerd? Klik op de link in e-ducate.me
Wereldwijd: in België?
3 Onderzoek de duurzaamheid van de vegan sneaker aan de hand van het donutmodel van Raworth.
Komrads is een producent en verkoper van sneakers. Het bedrijf is opgericht in 2015 door het echtpaar Mark Vandevelde (51) en Greet Goegebuer (40). ‘Het heeft ons veel zweet, geld en tranen gekost’, lacht Vandevelde. ‘We waren heel naïef : een duurzame schoen, hoe moeilijk kan dat zijn? Maar we hebben het onszelf heel moeilijk gemaakt. We wilden geen grondstoffen uit de grond halen, geen levende wezens doden, zo ver mogelijk van de plasticindustrie wegblijven en in Europa produceren. En de materialen moesten dicht bij de productie liggen.’
Via de Arteveldehogeschool lieten Vandevelde en Goegebuer onderzoeken of er een markt is voor ecologische schoenen. Het antwoord was ja. Vandevelde: ‘Maar er was een belangrijke voorwaarde: het design moest goed zitten. Een lelijke duurzame sneaker verkoopt niet. We gingen testen met gerecycleerd plastic en synthetisch leer, maar waren er niet echt tevreden mee. Tot we in 2017 in een tijdschrift lazen dat Philippe Starck een zetel had gemaakt in appelleer. Dat sprak ons aan en we begonnen te testen op schoenen. Vorig jaar waren de eerste prototypes klaar.’
Vandevelde toont enkele van zijn vegan sneakers. De zool is van gerecycleerd rubber, de binnenstof van gerecycleerd katoen, de buitenkant van appelleer. Leer, gemaakt van appelpulp van klokhuizen en schillen van Italiaanse appels waar compote van wordt gemaakt. De metalen veterringetjes van de sovjetsneaker zijn verdwenen. Wegens niet duurzaam. ‘Die aanpassing alleen al nam zes maanden in beslag.’ 50 procent van de schoen bestaat uit appelresidu, de rest uit hars en componenten om de schoen stevig te maken. Het design is Belgisch. De productie gebeurt in Portugal, waar veel ecologische producten worden gemaakt. Vandevelde en Goegebuer bekijken nu met de universiteiten van Hasselt en Utrecht hoe ze het ‘appelpercentage’ kunnen verhogen zonder de kwaliteit van de schoen aan te tasten. ( …) Vandevelde en Goegebuer zijn ook van plan om de oudere Komrads-modellen ecologischer te maken: met gerecycleerd katoen en afvalrubber en ook zonder ijzeren veterringetjes. In januari volgen testen met een nieuwe lijn uit gerecycleerd plasticafval uit de zee.
‘We willen ook een 100% circulaire schoen’, zegt Vandevelde. ‘We testen een systeem waarbij je onze sneaker via een maandelijkse storting least en hem na gebruik weer inlevert. In Portugal hebben we een fabriek gevonden om de ingezamelde schoenen te vershredderen. Dat afval gebruiken we opnieuw in onze nieuwe schoenen. PMV en Moonventures staan achter onze groeiplannen.’
(Naar: De Tijd - 7.11.2020)
a Geef twee planetaire grenzen en twee sociale grenzen waarmee de producent van deze sneakers rekening houdt.
• Planetaire grens:
• Sociale grens:
aantastingozonlaag
luchtvervuiling
klimaatverandering
deverzuringvan oceanen
gezondheid tekort teveel onderwijs
vervuilingchemische
biodiversiteitvermindering grondconversie zoetwateronttrekking
stikstof-en forsforverzadiging
b Onderzoek de duurzaamheid van deze sneaker aan de hand van de ladder van Lansink. Waar op de ladder van Lansink is de productie van deze sneaker te vinden?
4 Indaver investeerde 35 miljoen euro en opende in 2020 in Willebroek een nieuwe fabriek die 20 ton huishoudelijk PMD-afval per uur sorteert op 14 tot 16 fracties. De sorteerrobot combineert windzifters, magneten en sensortechnologie met robotica. Herkenningssoftware en lichtreflectie zorgen voor een nauwkeurige detectie van het afval. Aan het einde van de sorteerband staan mensen om de laatste fouten uit de afvalstroom te halen. Hier worden mensen ingezet die laaggeschoold zijn of een taalachterstand hebben. Zij leren de job al doende en dat gaat heel goed. De fabriek loopt op 100% hernieuwbare energie. Op het terrein wiekt een windturbine en er liggen zonnepanelen op de daken. Warmte wordt hergebruikt in de sorteerkamer.
a Op welke SDG’s (blz. 55) wordt door dit bedrijf ingezet?
b Toch is er ook een niet-duurzame kant aan dit verhaal. Leg uit. Denk na over energie en grondstoffen enerzijds en de hoeveelheid afval anderzijds.
• energie en grondstoffen:
• hoeveelheid afval:
5 Onderzoek de duurzaamheid van drie verschillende soorten draagtassen. Klik op de link in e-ducate.me en bekijk het filmpje.
a Vul de tabel aan en vergelijk de tassen.
DRAAGTAS PAPIEREN DRAAGTAS KATOENEN DRAAGTAS basismateriaal
CO₂-uitstoot per zak herbruikbaarheid afbreekbaarheid
b Welke tas is de meest duurzame?
6 Hoe kan de technologie bijdragen aan het behoud van het tropisch regenwoud?
7 Formuleer aan de hand van de gegeven kernwoorden een antwoord op de onderzoeksvraag. Kies uit: hergebruik - technologie - minder consumeren - (urban) mining
Duurzaam gebruik van grondstoffen begint bij . De heeft een ondersteunende functie in de transitie naar een duurzamere wereld. van grondstoffen en zijn voorbeelden waarin technologie een belangrijke rol speelt. De wetenschap wil de ontginningstechnieken verbeteren door nieuwe technologie.
1 Je krijgt enkele fragmenten uit reisverhalen. Onderlijn in de fragmenten de negatieve gevolgen van toerisme rood. Onderlijn de troeven voor de toerist of voor de plaatselijke bevolking met groen.
Ethiopië
Met de Dahlak Eilanden, een archipel en nationaal park in de Rode Zee, heeft Eritrea een toeristische troef van wereldformaat in handen. De onderwaterflora en -fauna van de Dahlaks kan met gemak de concurrentiestrijd aan met de koraalriffen van Cozumel (Mexico) en de Sinaï (Egypte). Eritrea heeft gekozen voor high value, low volume tourism, wat betekent dat duiktrips naar de Dahlak erg duur zijn. Het duiktoerisme naar de Dahlaks is nagenoeg geheel in handen van buitenlandse, Italiaanse ondernemers, die ondermeer het controversiële speervissen praktiseren.
Daarnaast heeft Eritrea een achterland met sympathieke bezienswaardigheden: traditionele kloosters op afgelegen bergtoppen, enkele ruïnes uit de oudheid en de merkwaardige stad Nakfa, voormalig centrum van het verzet en vroegere informele hoofdstad.
De Eritreërs gaan wat onhandig om met de ontwikkeling van het toerisme. De Dahlaks lijken min of meer al verkocht aan buitenlandse ondernemingen, zonder dat goed is nagedacht hoe het duiktoerisme inkomsten zou kunnen opleveren voor de eigen bevolking. Naar een enkel afgelegen klooster wil men botweg asfaltwegen aanleggen om deze eeuwenlang ‘verborgen’ bezienswaardigheid voor dagjesmensen te ontsluiten. Over de impact daarvan op de traditionele kloostergemeenschap bekommert men zich nauwelijks
(Naar: Fairtourism.nl)
Guatemala
Wie voor Guatemala kiest, kiest voor een boeiende bestemming, maar moet wel bereid zijn om te reizen, eten en slapen zoals de Guatemalteken dit doen. Met uitzondering van enkele plekken is Guatemala niet ingesteld op de toerist die luxe en comfort zoekt.
De reiziger die werkelijk geïnteresseerd is in de toekomst van Guatemala en de Guatemalteken wordt aangeraden om zich niet vast te klampen aan een reisgids, maar om zelf speurwerk te verrichten naar initiatieven die de lokale bevolking ondersteunen. Alleen op deze manier kunnen de inkomsten uit toerisme doordringen tot alle lagen van de bevolking.
De Quetzaltrekkers in de Casa Argentina in Quetzaltenango organiseren onder andere vulkaanwandelingen en een wandeling van Xela naar Lago Atitlán om geld in te zamelen voor een straatkinderenproject. In het nevelwoud rond Cobán kun je een trek maken met een lokale gids en een maaltijd delen met een lokale familie. De inkomsten gaan direct naar de betrokken mensen
De dorpen die een groep aan doet worden ondersteund op diverse manieren. De toeristen betalen uiteraard voor hun logies in de dorpen, maar er zijn ook projecten gericht op het schoonmaken van de omgeving en de aanleg van waterleidingen. Van tevoren wordt de toerist meegedeeld welk gedrag passend is tijdens de tocht: toon respect voor de mensen die je tegenkomt, vraag toestemming voordat je foto’s neemt en neem je afval mee in plaats van het rond te laten slingeren.
2
Welk aspect van duurzaamheid wordt telkens behandeld? Plaats in de juiste kolom + (positief) of - (negatief). economisch cultureel- maatschappelijk planetair

3.46 quadrijden in de Egyptische woestijn
Rome heeft bijzonder veel last van vandalen. Ondanks de aanwezigheid van ruim 1 200 beveiligingscamera’s worden de historische monumenten in de stad regelmatig beschadigd. Met name toeristen die een souvenir aan hun bezoek over willen houden vormen een groot probleem voor de Eeuwige Stad.
Bonaire neemt allerlei maatregelen om de koraalriffen te beschermen. Zo is het onderwaterleven rondom Bonaire beschermd gebied, waar duikers ieder $10 betalen om te mogen duiken. Dit geld wordt in een fonds gestopt, wat ten goede komt aan de bescherming van de koraalriffen.
Toerisme kan leiden tot uitbuiting van de inheemse volkeren, zeker als de toeristen alleen maar komen om wat foto’s te maken en snel weer weg zijn. Dit is meer een vorm van aapjes kijken, waarbij totaal geen contact plaatsvindt tussen ‘host’ en ‘guest’.
Alle opbrengsten van de reisorganisatie gaan, na aftrek van de kosten voor de trektochten, naar Edelac. Naast de school biedt Edelac een slaapzaal voor straatkinderen en een medische kliniek. Alle medewerkers van de reisorganisatie zijn vrijwilligers, die voor drie maanden of langer werkzaam zijn als gids. Hoewel de concurrentie op het gebied van trektochten groot is, geeft het non-profit karakter van de reisorganisatie vaak de doorslag voor toeristen om bij hen te boeken.
Uitstoot volgens transportwijze
CO2-uitstoot per passagier per mijl (pond)
vliegtuig
SUV (1 passagier)
kleine auto (1 passagier)
motor lijnbus trein reisbus veerboot


3.47 CO₂-uitstoot van de transportwijze met de gemiddelde score per SDG
3
Formuleer aan de hand van de gegeven kernwoorden een antwoord op de onderzoeksvraag.
Kies uit: schade - trein of bus - vliegtuig - eco-vriendelijke - lokale - dichter bij huis
Duurzaam reizen betekent dat je zo weinig mogelijk toebrengt aan het milieu, mens en natuur. Kies bij voorkeur voor in plaats van het , verblijf in accommodaties, werk samen met gidsen of organisaties en respecteer de plaatselijke cultuur en natuur. Reizen is vaak ook een duurzamer alternatief.
Synthese hoofdstuk 3: Duurzaam door het leven
Duurzaam leven betekent dat we vandaag zo leven dat we binnen de ecologische grenzen van onze planeet blijven, zonder het voortbestaan van toekomstige generaties in gevaar te brengen. Op dit moment leven we nog niet duurzaam: landen met een hoger inkomen bereiken wel sociale drempels zoals onderwijs en gezondheidszorg, maar overschrijden veel planetaire grenzen. Landen met een lager inkomen blijven vaker binnen die grenzen, maar slagen er nog niet in om basiswelzijn te garanderen.
De duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG’s) van de Verenigde Naties helpen landen op weg naar een leefbare en rechtvaardige toekomst, zonder planetaire grenzen te overschrijden. Het donutmodel van Raworth toont de veilige en rechtvaardige zone waarbinnen de mens duurzaam kan leven. Samenwerking en technologie zijn daarvoor belangrijk. Het Globale Zuiden moet sociale vooruitgang boeken zónder planetaire grenzen te overschrijden. Het Globale Noorden moet daarom ‘consuminderen’ en mee helpen om die planetaire grenzen te respecteren. Alleen zo kunnen we samen richting een duurzame wereld evolueren.
ID 1 SDG's
1 Figuur 3.31 bevat een opsomming van de SDG’s. De voorstellingswijze die hiervoor gebruikt werd, toont geen verband tussen de verschillende doelstellingen. Daarom worden de SDG's ook in taartvorm weergegeven.
a Benoem elk onderdeel van het 5P-model: sociaal -economisch- ecologisch - vrede - samenwerking
b Plaats de duurzame ontwikkelingsdoelen bij het juiste onderdeel van het 5P-model.
3.48 de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen gekoppeld aan het 5P-model
ID 2 duurzame ontwikkeling
1 Zoek op het internet naar de website van het bedrijf dat de volgende voorwerpen heeft gemaakt.
a Zoek op de website naar de duurzame ontwikkelingsdoelen waaraan het bedrijf werkt.
b Beoordeel de duurzaamheid van de bedrijven en daarna je eigen aankoopgedrag op basis van de resultaten.
SDG’S DUURZAAM?
Je sneakers
Je smartphone
Je broek/jurk/…
Je boekentas
Duurzaam / matig duurzaam / niet duurzaam
Duurzaam / matig duurzaam / niet duurzaam
Duurzaam / matig duurzaam / niet duurzaam
Duurzaam / matig duurzaam / niet duurzaam
c Mijn aankopen zijn erg duurzaam / matig duurzaam / niet duurzaam.
3 hoe kan ik meewerken aan een duurzame wereld
We rekenen op elkaar om de duurzame ontwikkelingsdoelen te bereiken.
1 Klik op de link in e-ducate.me
Ontdek wat je zelf kunt doen om bij te dragen aan het halen van de verschillende ontwikkelingsdoelen.
a Ontwerp je eigen Good-Life-Poster. Welke Good-Life-Goals, of goede levensdoelen, ga jij de komende maanden nastreven?
b Ontwerp met je klas een Good-Life-Poster. Welke Good-Life-Goals willen jullie op school benadrukken? Zoek een geschikte plaats om de poster op school uit te hangen.
Meer ideeën vind je via de links in e-ducate.me
2 Som op wat je zelf nog kunt doen of al doet voor een duurzame wereld.
Onderstreep de voorbeelden waarbij de technologie je helpt.
3 De ‘Internationale Dag van … ’ bestond al voor de oprichting van de Verenigde Naties. De Verenigde Naties ondersteunt deze bewustmakingsdagen al lange tijd en heeft ze verder uitgebreid om bepaalde onderwerpen onder de aandacht te brengen of te promoten. Met de ‘Internationale Dag van …’ wil de Verenigde Naties het grote publiek opvoeden en internationaal bewustzijn creëren rond belangrijke topics als de planetaire grenzen.
a Opdracht: Maak een leuke poster of kalender waarop je de internationale dagen/weken/jaren markeert waarmee je de grenzen van het systeem aarde onder de aandacht brengt. Vul aan met de internationale dagen die jij belangrijk vindt. Misschien heb je nog een goed idee voor een nieuwe ‘Dag van …’? Wanneer zou die dan doorgaan?
b Kan je ook een leuke actie bedenken die je samen met je school kan uitvoeren op een of meerdere internationale dagen van …? Hang de poster of kalender ergens op een centrale plaats op school.
ID 4 Hoe is het met de ozonlaag gesteld?
Ozon komt in de atmosfeer voor tussen het aardoppervlak en zo’n 50 km hoogte. De ozonconcentraties liggen het hoogst tussen 15 en 30 km boven het aardoppervlak. Dat noemt men de ozonlaag. De ozonlaag beschermt de aarde tegen schadelijke UV-stralen van de zon. De dikte van de ozonlaag wordt uitgedrukt in Dobson-eenheden (DU). Als de ozonconcentratie op een plaats 100 DU of minder bedraagt, spreekt men van een lage concentratie. Dit noemt men ook wel een ozongat. Het tekort aan ozon is het gevolg van een samenspel tussen factoren. In de jaren 1980 ontdekten wetenschappers dat het gebruik van chloorfluorkoolwaterstoffen of CFK’s (gebruikt in koelkasten en spuitbussen, uitgestoten door de industrie) de ozonlaag aantast. Voor de ontwikkeling van het ozongat moeten er op zo’n 20 km hoogte erg lage temperaturen heersen. Die zijn er tijdens de winter op de Zuidpool wanneer er geen zonlicht is. De CFK’s worden als het ware in wolken van ijsdruppeltjes opgesloten. Ze komen weer vrij wanneer het zonlicht invalt op deze wolken en breken dan het ozon af. Boven Antarctica daalt de concentratie ozon dan vanaf augustus, resulterend in het gat in de ozonlaag boven Antarctica, om in november weer te verdwijnen. Een gat in de ozonlaag kan onder gelijke omstandigheden boven de Noordpool ontstaan tijdens de wintermaanden.












Gemiddelde maandelijkse ozonconcentratie boven Antarctica (blauw en paars: minste ozon, geel en rood: grootste ozonconcentratie) telkens in de maand oktober.
Gemiddelde ozonconcentratie in de stratosfeer, zuidelijk halfrond
De internationale gemeenschap heeft in 1987 met het Montreal Protocol afspraken gemaakt ter bescherming van de ozonlaag. Het gebruik van ozonafbrekende stoffen werd hiermee geleidelijk afgeschaft.
Deze ozonafbrekende stoffen kunnen 50 tot 100 jaar of zelfs nog langer in de atmosfeer aanwezig blijven.
De NASA houdt de ozonconcentraties nauwlettend in de gaten via metingen met satellietinstrumenten. Noot: De voorspelling toont een gemiddelde, gebaseerd op verschillende modellen, de onderzoekers wijzen op de onzekerheden die hiermee gepaard gaan.
Evolutie van de uitstoot van ozonafbrekende stoffen
totale emissie* natuurlijke emissie
*Totale emissie is het totaal van menselijke en natuurlijke uitstoot.
Voorspelling evolutie ozonconcentratie in verhouding tot het ozonniveau in 1960 1960 2100 1980 2000 2020 2040 2060 2080 -140
Verricht een kort onderzoek naar de toestand van de ozonlaag.
1 Formuleer een onderzoeksvraag.
2 Formuleer een hypothese.
3 Geef enkele voorbeelden van ozonafbrekende stoffen en zeg waarvoor ze gebruikt werden/worden. Zoek voorbeelden op het internet.
4 Formuleer een antwoord op de onderzoeksvraag.
5 Waarom vinden wetenschappers deze vaststelling toch hoopvol nieuws?
ID 5 Ontwikkeling in het Globale Zuiden
Het Globale Zuiden vervangt de intussen achterhaalde en in onbruik geraakte, maar toch nog wel voorkomende term ontwikkelingslanden. Het Globale Zuiden omvat meer landen dan de landen van het zuidelijk halfrond. Tussen de landen die met deze gezamenlijke term worden aangeduid, bestaan nog grote verschillen.
1 Zoek voor elke indicator voorbeelden van landen binnen het Globale Zuiden waarvoor de waarden erg sterk uit elkaar liggen.
INDICATOR LAND MET EEN HOGE SCORE LAND MET EEN LAGE SCORE
vruchtbaarheidscijfer levensverwachting zuigelingensterfte ontwikkelingsgraad
CO₂-uitstoot ondervoeding economische sterkte minimumlonen verstedelijkingsgraad percentage van de bevolking dat geen toegang heeft tot drinkbaar water analfabetisme tewerkstelling in de dienstensector aandeel van de uitvoer industrieproducten t.o.v. de totale uitvoer aantal migranten politieke stabiliteit
2 Bekijk de landen met een lage score voor de indicator. Onderstreep de indicator met groen als die positief is voor het betreffende land en onderstreep met rood als die negatief is.
3 Zoek op het internet naar voorbeelden (artikels, foto’s …) waaruit duidelijk blijkt dat ook landen in het Globale Zuiden een grote technologische vooruitgang boeken.

Rwanda is Building Africa’s Very Own Silicon Valley - Known as Kigali Innovation City (KIC)
Hi-tech silk market will come up in Ranebennur (India) soon Known Chili wil op grote schaal groene waterstof produceren om het vervolgens te gaan exporteren


De mode kleurt groen: van echt groen tot greenwashing.
De mode wordt steeds duurzamer, een positieve kentering die ook noodzakelijk is om onze ecologische voetafdruk te verkleinen. Recycleren en minder consumeren, zo luidt de boodschap.
Nog niet zo lang geleden was ecologische mode een nicheproduct dat doorgaans enkel in ‘groene’ boetieks verkocht werd. Nu is duurzame mode doorgedrongen tot alle niveaus van de mode. Van de luxesector tot de ketens. Sommige fabrikanten kiezen voor een duurzame productie uit overtuiging en vanuit een maatschappelijk verantwoordelijkheidsgevoel, anderen doen het puur om imago-redenen. In die laatste categorie is er vaak sprake van greenwashing, zeg maar een mooi marketingverhaal dat niet of niet helemaal met de waarheid strookt. Zoals jurken die zouden gemaakt zijn van plastic uit de zee én bovendien belachelijk laag geprijsd zijn. Je hoeft geen geschoold biotechnicus te zijn om te beseffen dat half verweerd en vervuild plastic ongeschikt is als kwalitatieve grondstof om groene garens van te spinnen. En het is niet omdat een spotgoedkoop T-shirt van biokatoen gemaakt is, dat het kledingstuk daadwerkelijk
duurzaam is. De penibele werkomstandigheden, het verre transport en de korte levensduur van een dergelijk kledingstuk vallen moeilijk te rijmen met ecologisch en ethisch. Spotgoedkoop en groen gaan sowieso moeilijk samen. Tenzij je tweedehandskleren koopt. Kleren een tweede leven geven, is altijd een goed idee: je vermijdt extra productie en in bepaalde winkels steun je de sociale economie.
De confectie-industrie is erg afhankelijk van fossiele grondstoffen. De kunstvezels waarvan het merendeel van de kleding gemaakt is, bestaan uit polyester of aanverwante stoffen die aardolie als basisgrondstof hebben. Meer dan twee derde van de textielvezels waarvan kleding wordt gemaakt, is synthetisch en dus afkomstig van fossiele bronnen. Die vezels zijn goedkoper dan natuurlijke alternatieven zoals katoen, wol, linnen en zijde.
(Uit: De Standaard, 30.06.21)
Niets gaat verloren
Waarom nieuwe materialen produceren als er zoveel overschotten voorhanden zijn? Steeds meer, vooral kleinschalige, labels en ontwerpers maken gebruik van zogenaamde deadstock materi-
De bamboeplant groeit heel snel waardoor de opbrengst veel hoger is dan bij katoen. Bovendien zijn er geen pesticiden nodig om insecten, virussen, onkruid of schimmels te bestrijden. Het enige wat bamboeplantages nodig hebben, is zonlicht en water. Na de oogst blijft de plant staan en gaat de groei gewoon door. Hierdoor hoeven geen bossen gekapt te worden om aan de wereldwijde vraag te voldoen zoals bij katoen. Het gewas absorbeert meer CO2, wat een positief effect heeft op het klimaat. Tevens produceren de planten 30 tot 35% meer zuurstof dan andere bomen.
De verwerking gebeurt mechanisch. Dit omvat het verbrijzelen van het houtachtige deel van de plant en vervolgens het aanbrengen van natuurlijke enzymen
alen, overschotten zeg maar. (...) Ook op het vlak van accessoires wordt er volop met overschotten van stof en leder gewerkt. (...) Dat ‘restjesmode’ een echte trend is geworden, merk je ook aan de gevestigde commerciële merken die koketteren met ontwerpen, gemaakt van restmateriaal.
Minder, maar beter kopen
We kopen steeds meer kleren en we gooien ze ook sneller weg. Volgens het vakblad Retail Detail gooit de Belg gemiddeld 15 kilo textiel weg per jaar per persoon. Hij is hiermee koploper in Europa. Ruim 80 procent van het textiel belandt op de vuilnisbelt of in de verbrandingsoven. De laatste 15 jaar is het gemiddeld aantal keer dat we een kledingstuk dragen voor het gedumpt wordt, met 36 procent gedaald. Door datzelfde kledingstuk 9 maanden langer te dragen, verminder je de ecologische voetafdruk met 20 tot 30%. Ondanks het feit dat onze kleerkasten uitpuilen, dragen we slechts 12% ervan. Deze cijfers pleiten voor minder maar beter kopen. (...) Een jurk hoeft niet gedumpt te worden omdat de rits stuk is of de zoom los zit, wat vlot en goedkoop kan opgelost worden. Dit is niet alleen goed voor het milieu, maar ook voor je budget.
(27.02.2022 De Zondag Magazine)
om de celwanden van de bamboe te breken, waardoor een papperige massa ontstaat. De natuurlijke vezels kunnen dan mechanisch worden uitgekamd en tot garen worden gesponnen. Dit proces is heel arbeidsintensief en dus kostbaar. Minder duurzaam is de chemische verwerking van bamboe tot zogeheten bamboeviscose. Door dit proces wordt de bamboe gekookt in sterke chemische oplosmiddelen, waarna de resulterende vloeistof door kleine gaatjes in een chemisch bad met zwavelzuur geduwd wordt, waar het uithardt tot fijne strengen. Na wassen en bleken, vormen de strengen rayongaren. Er wordt volop onderzocht hoe het proces duurzamer kan verlopen door bijvoorbeeld de chemicaliën te hergebruiken of om te werken met minder giftige chemicaliën.
1 Leid uit de artikels aan de linkerkant af wat men bedoelt met ‘greenwashing’.
2 Leg uit op welke manier technologische vooruitgang de mode-industrie kan verduurzamen.
3 Leg uit waarom niet alle technologische vernieuwingen dé oplossing zijn om de modesector 100% duurzaam te maken.
4 Welke zijn duurzame manieren om met mode om te gaan?
Zwaveldioxide (SO2) komt vrij bij het verbranden van zwavelhoudende fossiele brandstoffen. Het is een belangrijke component van luchtvervuiling en smog. 2000 1900 1950



Noord-Amerika

Europa

Voormalige Sovjetunie
Oost-Azië

Zuidoost-Azië en Australië/Nieuw Zeeland

40 000
50 000 2 )
30 000


India

Zuid- en Centraal-Amerika
Midden-Oosten
Afrika

Internationale scheepvaart

20 000

10 000





3.49 uitstoot van antropogeen SO₂ (1850-2005)



1 Bekijk de trend van de CO2-uitstoot per persoon al naargelang van het inkomen voor België. Klik daarvoor op de link in e-ducate.me
Selecteer België en klik op ‘play’. Doe hetzelfde voor Frankrijk, Duitsland, Japan en de VS. Wat stel je vast?
2 Bekijk de trend van de zwaveluitstoot t.o.v. het inkomen in Noord-Amerika en Europa (Fig. 3.17). Je kunt ook de trend voor België, de VS en Japan voor de zwaveluitstoot bekijken door te klikken op de link in e-ducate.me Wat stel je vast?
3 Deze trend kun je uitbreiden naar andere vormen van milieudegradatie. Formuleer een verklaring voor deze trend. Maak gebruik van de begrippen Ecologische Voetafdruk, intensivering en industrialisatie.
4 Bekijk nu ook de trend in de CO2-uitstoot voor India en Bolivia. Breng je bevindingen in relatie met de milieuKuznetscurve en de werkzame bevolking in dienstensector en industriesector.
5 Zoek in de atlas een kaart waarop je de CO2-uitstoot van Sub-Sahara-Afrika kunt aflezen. Vergelijk dit met de werkzame bevolking in de dienstensector en de industriesector. Breng dit ook in verband met de milieuKuznetscurve.
6 De dalende trend in de milieu-Kuznetscurve betekent voor veel mensen een geruststelling. Nochtans is het kantelpunt nog niet bij alle vormen van milieudegradatie te zien. Critici stellen zich dan ook de vraag of de hypothese van Grossman en Krueger klopt. Als de hypothese van de milieu-Kuznetscurve klopt, wat is er dan nodig om verdere milieudegradatie tegen te gaan?
7 Waarom vormt dit geen geruststelling? Welke ongerustheid leeft hierdoor?
8 Sommige critici zeggen dat het verminderen van milieudegradatie maar schijn is. Gebruik de term 'globalisering' om dit toe te lichten.
ID 8 Hoe ver staan andere landen en regio’s met het behalen van de SDG’s?
Niet alle landen staan even ver met het behalen van de duurzame ontwikkelingsdoelen. Een opvolgingstool voor ranglijsten, kaarten en landprofielen vind je via de link in e-ducate.me.
1 Welk land heeft de hoogste SDG-score?
2 Onderzoek de SDG’s voor enkele landen. Klik daarvoor op de interactieve map. Klik op een land om het overzicht van SDG’s te bekijken. Er is plaats voorzien om een regio naar keuze te behandelen.
BEHAALDE SDG’S SDG’S MET UITDAGINGEN
SDG’S MET BELANGRIJKE UITDAGINGEN
SDG’S MET ZEER GROTE UITDAGINGEN
3 Zoek de SDG-score van jouw woon- en schoolgemeente via de link in e-ducate.me woongemeente: schoolgemeente:
Grondsto en in windturbines
WIEKEN
VERSNELLINGSBAK
GENERATOR
GONDEL
MAST
Neodymium: China
Het mijnen van een van de belangrijkste mineralen voor generatoren - het neodymium in de permanente magneet - vindt plaats in China. 90% van de wereldproductie van het zeldzame aardmetaal neodymium gebeurt in China. Om neodymium te winnen wordt het gemengd met uranium, thorium en andere giftige stoffen. Deze radioactieve elementen worden na gebruik niet opgeruimd. De lucht in de omgeving bevat hoge concentraties aan giftige stoffen. Het grondwater in het gebied is radioactief. Giftig water komt zo ook in de Gele Rivier terecht.
zeldzame aardmetalen*
* dysprosium, neodymium, praseodymium, terbium

FUNDERING
ONDERGRONDSE ZEEKABEL
Kobalt: Democratische Republiek Congo
Meer dan de helft van het totale aanbod van de delfstof kobalt komt uit de Democratische Republiek Congo. Naar schatting 20% van het door Congo geëxporteerde kobalt komt van ambachtelijke mijnwerkers in het zuidelijke deel van het land. Onder de mijnwerkers zijn er ook kinderen. Ze zoeken stenen met kobalt die ze daarna wassen en sorteren. Ze sleuren in en rond de kobaltmijnen 10 tot 12 uur per dag met zakken erts van 20 tot 40 kg.
De makers van windmolens (en zonnepanelen) moeten de turbines zo ontwerpen dat onderdelen ergens anders herbruikbaar zijn en niet in een verbrandingsoven terechtkomen. Alleen dan is duurzame energie ook in de toekomst echt duurzaam, zeggen Britse onderzoekers. Zij onderzochten of er voor duurzame energie wel langetermijnplannen zijn om de materialen efficiënt en duurzaam op te ruimen. Dat lijkt niet het geval: uit het onderzoek blijkt dat er weinig concrete voorbeelden zijn van circulaire windturbines of zonnepanelen.
Elektroapparaten bevatten metalen, vaak zeldzame aardmetalen zoals goud, zilver, kobalt, koper, nikkel, palladium ... Het meest tot de verbeelding sprekende voorbeeld is allicht de smartphone. In elk toestel vinden we tot 60 verschillende elementen. Als we weten dat veel mensen al na 3 of 4 jaar van smartphone wisselen, komen we per mensenleven al gauw tot zo’n 20 smartphones. Op wereldschaal is dat een onvoorstelbaar grote hoop aan potentieel waardevolle materialen! In Afrika alleen al spreekt men van 1 miljard afgedankte gsm’s per jaar.
1 Wind is een bron van duurzame energie. Toch is er kritiek op de duurzaamheid van windmolens. Waarom?
2 Hoe kunnen windmolens een duurzame alternatieve energiebron worden?
Sinds 1950 is de impact van de mens op de aarde sterk toegenomen. Door ontbossing, mijnbouw, landbouw en energieverbruik veranderen we het systeem aarde zó ingrijpend, dat we mogen stellen dat de mens een geologische kracht is geworden.
Tropische regenwouden verdwijnen snel, vaak om plaats te maken voor landbouw, mijnbouw, verstedelijking en zelfs industrie. Dit zorgt voor verlies aan biodiversiteit, voor bodemdegradatie en draagt bij aan de klimaatcrisis.
Om na te gaan wat de aarde aankan, ontwikkelden wetenschappers het model van de planetaire grenzen. We mogen die grenzen niet overschrijden als we het systeem aarde stabiel willen houden. Vandaag zijn al zes van de negen grenzen overschreden, waaronder klimaat, biodiversiteit en stikstof. Tegelijk zijn er sociale grenzen: mensen hebben recht op voedsel, gezondheid en onderwijs. Maar landen met een hoog inkomen overschrijden vaak planetaire grenzen, terwijl lage-inkomenslanden deze grenzen respecteren maar de sociale drempels niet halen.
Het Globale Zuiden moet sociaal kunnen groeien zónder ecologische schade. Het Globale Noorden moet minder verbruiken en ruimte geven. Alleen zo kunnen we samen binnen de veilige grenzen blijven.
Technologie kan daarbij helpen, bijvoorbeeld met efficiëntere landbouw, minder voedselverspilling en duurzamer gebruik van grondstoffen. Maar technologie alleen volstaat niet. Ook overheden en burgers moeten bewust kiezen voor minder verspilling, een rechtvaardiger systeem en duurzame oplossingen.
Duurzaam leven betekent dus: leven binnen de grenzen van wat de aarde aankan, zonder iemand achter te laten.


1 Welke planetaire grenzen worden door plastic onder druk gezet? Plaats bij deze uitspraken en beelden in verband met plastic de bijbehorende planetaire grens/grenzen.
Broeikasgassen methaan en ethyleen komen vrij uit zwerfplastic onder invloed van zonlicht.


We ademen onze kleren of meubels in. Microplastics blijven lange tijd in onze longen.
2 Benoem de planetaire grenzen die door de krantenkoppen bedoeld worden. a Kernafval komt niet alleen uit kerncentrales (De Standaard - 15.04.22)
b Watersnood van 2021 is de schuld van de ontwikkelende stad. ‘Er moet meer gedaan worden om voor veiligheid te zorgen’ (Trouw - 2.04.22)
c Help de uitstervende bij: zo maak je je tuin bijenvriendelijk (AvroTros - 25.04.21)
d Vlaanderen: bietenwater hergebruiken als drink- en irrigatiewater (H2O - 13.04.22)
3 Zijn de volgende uitspraken juist of fout. Indien fout, verbeter dan de zin.
a De globale Ecologische Voetafdruk van de wereld is groter dan het Eerlijke Aarde-aandeel. Dit betekent dat de draagkracht van de aarde nog niet overschreden is.
b De biocapaciteit van de aarde is dankzij verbeterde technieken steeds groter geworden.
c De groeiende wereldbevolking zorgt ervoor dat het Eerlijke Aarde-aandeel steeds groter wordt.
d Hoe hoger de HDI van een land, hoe meer sociale drempels bereikt worden.
e Hoe hoger de HDI van een land, hoe minder planetaire grenzen overschreden zijn.
4 Zijn deze uitspraken juist of fout? Leg kort uit.
a Het Globale Zuiden moet de klimaatcrisis oplossen.
b De ontwikkelingsgraad van landen in het Globale Zuiden is erg laag omdat er geen grondstoffen aanwezig zijn.
5 Het donutmodel geeft aan hoe de economie in de 21ste eeuw zou moeten zijn, wil men een duurzame levensstijl in acht nemen. Er moet worden rekening gehouden worden met twee typen grenzen: A en B. De toekomst zit binnen de twee ringen die staat voor een veilige en rechtvaardige ruimte waar de mens verder kan ontwikkelen.
a Benoem de grenzen A en B.
A =
B =
b Wat gebeurt er wanneer we grens A overschrijden?
Leg uit en geef een concreet voorbeeld.
c Wat gebeurt er wanneer we grens B overschrijden? Leg uit en geef een concreet voorbeeld.
d Hoe ziet het huidige donutmodel van België eruit? Maak een ruwe schets en leg uit.
6 Vergelijk de stand van zaken van de SDG’s in Oostenrijk en de Centraal-Afrikaanse Republiek.
3.50 gemiddelde score per SDG
a Beschrijf de verschillen aan de hand van het donutmodel van Raworth.
b Wat voorspelt de milieu-Kuznetscurve wanneer de Centraal-Afrikaanse Republiek economisch groeit?
c Herbekijk de score op de planetaire grenzen voor Oostenrijk. Denk je dat dit land planetaire grenzen overschrijdt of niet? Onderbouw je antwoord?
7 Op





Een andere supermarktketen pakt op zijn website uit met het logo van de SDG’s en bijhorende tekst:
'In ons jaarverslag rapporteren we aan de hand van de SDG’s over de impact die we realiseren. Qua materialiteit focussen we op de Sustainable Development Goals waarvan we geloven dat we er met onze organisatie de grootste impact op hebben.
Onze zeven materiële SDG’s:
• SDG 2 Geen honger
• SDG 3 Goede gezondheid en welzijn
• SDG 6 Schoon water en sanitair
• SDG 7 Betaalbare en duurzame energie
• SDG 8 Waardig werk en economische groei
• SDG 12 Verantwoorde consumptie en productie
• SDG 13 Klimaatactie
Uiteraard blijven we ook verder inzetten op de andere SDG’s. Zo beschouwen we Vrede, justitie en sterke publieke diensten (SDG 16) en Partnerschappen om doelstellingen te bereiken (SDG 17) als hefbomen om alle andere SDG’s te realiseren. We werken bijvoorbeeld nauw samen met onze partners en leveranciers, steeds met wederzijds respect en op basis van dialoog en vertrouwen.'
a Veel bedrijven communiceren over de SDG’s op hun website. Waarom is dat belangrijk?
b Hoe kunnen deze supermarktketens actief meewerken aan SDG 14 - leven onder water?


THE GLOBE AND INEQUALITY
9 Leg uit wat men bedoelt met de volgende cartoon.
I This document is a cartoon. There is a signature, but it’s blurred so I can’t read it. There is also no date.
D
The drawing is of a globe divided into two parts by the equator. In the top part, two men are having a loud party, they are drinking, eating, laughing and listening to music. In the bottom part a neighbour complains by tapping a broom on the ceiling.
A
The men at the top represent people from wealthier northern countries, and the man on the bottom represents people from the poorer south. So the aim of the cartoon is to make us think about the unfair relationship between the rich and poor, politically powerful and politically powerless
10 Leg uit hoe ontbossing een impact heeft op het klimaat en de bodem door in onderstaand schema te marke ren wat juist is en de ontbrekende delen in te vullen.
meer / minder neerslag van het meer / minder verdamping
H

stijging / daling temperatuur minder bomen meer / minder opslag CO₂
meer / minder vasthouden van de bodem
There is a lot to say about the details of this document. I think the most important detail is that fact that the cartoon isn’t just saying that people in the global south are suffering, it is saying that they are suffering and living in poverty directly because other people are rich and powerful - the man isn’t just being disturbed in the middle of the night, it is his neighbours who are waking him up. I believe this is related to the idea that rich and poor are not separate things, rather some people are rich because others are poor. For example, in the last 20 years, wealthy EU countries have become steadily wealthier and at the same time the poorest people in the world have become proportionally poorer. In other words, the poverty gap has gotten bigger. The second important detail is the fact that the man from the south is shouting and banging on the ceiling, but the party is so loud that no one can hear him. Here, I think the artist is trying to say that, even when people want to protest, they are ignored. Also, the fact that the artist represents rich and poor people as neighbours shows us that our actions do directly affect other people, and that really we all live in the same world and should be more equal.
O
I think that this document successfully highlights some aspects of the relationship between north and south. However, I think that in order to understand it properly, you would probably have to understand a bit about global politics. However, I imagine it was probably published in a newspaper, so its target audience would been people who are interested in politics. So although I like the cartoon, I don’t really think it can teach us anything new.
B In general, I think it is interesting that cartoons are often used to illustrate social and political problems. I suppose it’s because they can make complicated issues seem more simple and understandable. Also, cartoons are a good way of making something very serious into something entertaining, so maybe having cartoons helps newspapers sell more copies?
11 Waarom ben je mee verantwoordelijk voor de ontbossing van het tropisch regenwoud door het eten van een hamburger in een plaatselijk fastfoodrestaurant?
12 Leg uit wat deze beelden te maken hebben met ontbossing van het tropisch regenwoud. Benoem telkens één gevolg van ontbossing dat hieraan gelinkt is.


13 Bekijk onderstaande cartoon.
a Welk ecologisch probleem wordt voorgesteld op de cartoon?
b Welke planetaire grenzen worden bedreigd door dit probleem?
c Geef enkele oorzaken die tot dit probleem geleid hebben.

Lees de tekst en beantwoord daarna de vragen.
LEESTEKST Wat CRISPR betekent voor de landbouw
Dé wetenschappelijke doorbraak van 2015, zo wordt de CRISPR-Cas-technologie genoemd. CRISPR-Cas is een genoom bewerkingstechnologie die het mogelijk maakt om op een zeer nauwkeurige manier het DNA te wijzigen en een gen uit te schakelen. Hoewel de technologie nog maar enkele jaren geleden ontdekt werd, heeft het in de wetenschap een enorme impact gehad. De technologie heeft ook een gigantisch maatschappelijk potentieel. Denk aan kankeronderzoek, malaria die uit het DNA van muggen geknipt werd, HIV die bij muizen uitgeschakeld werd en de universiteit van Leuven is er al in geslaagd om een mucoviscidose-gen te herstellen in gekweekte cellen.
Vandaag kan dankzij CRISPR de schimmelziekte in graan een halt toegeroepen worden. De schimmel heeft de aanwezigheid van een het MLO-gen in de plant nodig. Met CRISPR heeft men de MLO-genen uitgeschakeld zodat de schimmel zich niet meer kan vestigen en het graan niet meer ziek wordt. In tomaten hebben wetenschappers het gen, dat verantwoordelijk is voor de rijping, aangepast waardoor tomaten langer houdbaar zijn.
Met de techniek kan je ook planten ziekteresistent en droogtetolerant maken. Dit betekent een revolutie in de plantenwereld als je weet dat een vierde van onze landbouwoogst verloren gaat aan ziektes. Of dat wetenschappers voorspellen dat binnen de 20 jaar een vijfde van onze gerst- en tarweoogst verloren zal gaan door de klimaatopwarming. Ook de voedingswaarde kan verhoogd worden door fruit te telen met meer vitamines. Of denk aan een hogere opbrengst door meer vruchten op dezelfde plant te krijgen, zodat je een kleinere oppervlakte nodig hebt voor dezelfde productie. Deze techniek kan dus ingezet worden om de uitdagingen van overbevolking en klimaatopwarming aan te gaan.
Dat de technologie niet altijd het nieuws op een positieve manier haalt, bewees de Chinese wetenschapper die begin dit jaar de eerste CRISPR-tweeling, of genetisch gemodificeerde baby’s, op de wereld zette. Vooral uit ethische hoek moest dat op enorm veel negatieve reacties rekenen. Ook het Europees Hof van Justitie zei dat het onder de strikte regels voor GGO’s moet vallen. De rechter achtte de techniek potentieel onveilig. (25.10.2019)
a Binnen welke technologie valt de CRISPR-techniek?
b Onderlijn in de tekst alle voordelen die CRISPR te bieden heeft voor de landbouw.
c Bedenk een punt van kritiek op ggo's vanuit …
• het evenwicht in ecosystemen:
• het resistenter maken van een plantensoort:
• het verschil tussen arme en rijke landen:
• de effecten op lange termijn:
d Bedenk enkele voorbeelden hoe deze techniek het tropisch regenwoud kan helpen beschermen.
15 Van welke landbouwtechniek geeft deze tekst een voorbeeld?
Kastanjebomen en linden staan tussen graan en quinoa, onder appel- en perenbomen worden bessen en rabarber gekweekt, ernaast meer dan zeventig soorten groenten en ook op het weiland staan bomen. Als je de bodem bewerkt onder de bomen, dwing je de wortels van de bomen om dieper te gaan. Die halen het water naar boven. Ze beschermen tegen de wind en het is vaak de wind die de bodem uitdroogt. Ze vangen meer zon, zonder in concurrentie te gaan met wat er onder wordt geproduceerd. Ze zijn ook belangrijk als beschutting en schaduw voor de dieren. En ze herbergen natuurlijke plaagbestrijders zoals insecten, die voedsel zijn voor de vogels, die op hun beurt de rupsen oppikken. Bomen leveren ook vruchten en hout. De combinatie van gewassen en bomen brengt meer op dan bomen en gewassen apart. Ze versterken elkaar.
16 Geef een duurzamer alternatief dan wat de foto/prent toont.
Leg uit waarom je alternatief duurzamer is. Gebruik daarvoor het donutmodel of de SDG’s

alternatief:

alternatief:

alternatief:

alternatief:
aantastingozonlaag
luchtvervuiling biodiversiteitvermindering
klimaatverandering
ECOLOGISCH PLAFOND
SOCIALE FUNDERING
gezondheid tekort teveel onderwijs
vervuilingchemische stikstof-en forsforverzadiging deverzuringvan oceanen
grondconversie zoetwateronttrekking
klimaatverandering aantastingozonlaag
ECOLOGISCH PLAFOND
SOCIALE FUNDERING
luchtvervuiling
biodiversiteitvermindering
gezondheid tekort teveel onderwijs
vervuilingchemische stikstof-en forsforverzadiging deverzuringvan oceanen
grondconversie zoetwateronttrekking
17 Breng de uitspraken en grafieken onder bij circulaire of niet-circulaire economie. tijd
functionaliteit materiaal tijd functionaliteit materiaal
Een gsm verliest na verloop van tijd zijn functionele waarde.
De fabrikant heeft een nieuwe aansluiting voor mijn lader ingebouwd, want het laden lukte niet meer.
Mijn gsm is stuk, ik breng deze naar het recyclagepark.
Mijn gsm is stuk, ik koop een nieuwe.
Mijn gsm is stuk, ik koop een refurbished.



































Klimaatverandering is van alle tijden. Doorheen de geschiedenis van de aarde veranderde de wereldwijde gemiddelde temperatuur voortdurend, gaande van extreem koud tot zeer warm. De laatste 10 000 jaar is ons klimaat veel stabieler geworden, maar sinds de tweede helft van de 20ste eeuw stijgt de temperatuur opnieuw en sneller dan ooit. De gevolgen hiervan zijn niet meer te negeren. Het klimaat verkeert in crisis. In dit thema worden de worden oorzaken, gevolgen en mogelijke oplossingen van de klimaatcrisis bestudeerd. Deze crisis is volop aan de gang, daarom is de impact ervan nog niet helemaal bekend.









1 Het klimaat verandert
Vraag 1 Waarom is de mens de oorzaak van de huidige klimaatverandering?
Vraag 2 Welke regio's zijn de grootste uitstoters van broeikasgassen?
2 Gevolgen van klimaatverandering
Vraag 3 Hoe veranderen temperatuur en neerslag door het versterkt broeikaseffect?
Vraag 4 Overspoeld door de zee?
Vraag 5 Wat is het effect van klimaatverandering op planten en dieren?
Vraag 6 Wat is het effect van het versterkt broeikaseffect op het wereldwijde voorkomen van extreme weerfenomenen?
Vraag 7 Welke rol speelt klimaatverandering in het migratiegedrag van de mens?
3
Vraag 8 Hoe kan technologie helpen bij de transitie naar duurzaam energieverbruik?
Vraag 9 Wat is de rol van technologie in de transitie naar duurzame en leefbare steden?
Vraag 10 Casus: Nusantara als nieuwe hoofdstad: uitspatting of noodzaak?
en Differentiatie
Hoe beïnvloeden klimaatverandering en ozon elkaar?
is het effect van klimaatverandering in België?
Begrippen
Definieer de begrippen die de leerkracht laat aanduiden.
Het klimaat verandert
De bijdrage van albedo en stralingsbalans tot het versterkt broeikaseffect uitleggen.
De rol van de mens in het versterkt broeikaseffect aantonen.
Verschillende antropogene bronnen van broeikasgassen benoemen.
De evolutie van de belangrijkste antropogene bronnen van broeikasgassen toelichten.
Hoe goed beheers ik de leerdoelen van dit thema?
Verschillende regio's onderling vergelijken op vlak van hun bijdrage van antropogene broeikasgassen tot het versterkt broeikaseffect.
Gevolgen van het klimaatverandering
De gevolgen van klimaatverandering afleiden.
Uitleggen/beredeneren welke de gevolgen zijn van het verschuiven van de klimaten.
De impact van klimaatverandering op de zeespiegel illustreren.
De gevolgen van het stijgen van de zeespiegel toelichten.
De gevolgen van klimaatverandering op de verspreidingsgebieden van planten, dieren en ziektes afleiden.
De gevolgen van klimaatverandering op de voedselzekerheid aantonen.
De impact van klimaatverandering op extreme weerfenomenen aantonen.
De gevolgen van extreme weerfenomenen uitleggen.
De ruimtelijke spreiding van migratiestromen verklaren/analyseren.
De drijfveren van migratie indelen bij push- of pullfactoren.
De drijfveren van migratie herkennen.
Uitleggen/onderzoeken in hoeverre klimaatverandering bijdraagt aan migratie.
Stop klimaatverandering
Uitleggen/aantonen dat de energietransitie bijdraagt aan het verduurzamen van de wereld.
De rol van de technologie in de transitie naar duurzaam energieverbruik onderzoeken/beoordelen.
Uitleggen/aantonen dat steden een belangrijke rol spelen in het verduurzamen van de wereld.
De rol van technologie in de transitie naar duurzame steden onderzoeken/beoordelen.
Uitleggen dat technologieën de stralingsbalans kunnen beïnvloeden.
Zelf duurzame voorstellen formuleren.
Een onderbouwde mening geven of een technologie al dan niet duurzaam is.
antropogene broeikasgassen:
• koolstofdioxide
• methaan
door
• distikstofoxide
BROEIKASEFFECT
VERSTERKT
HET
• fluorgassen
rijke landen = hogere uitstoot
• verschuiving van de evenaar naar de polen
• temperatuurstijgingen
• leefgebieden verschuiven
• nieuwe ziektes of verergeren bestaande ziektes
• soorten sterven uit
• voedselvoorraad kan positief of negatief evolueren
migratiefactoren:
• economisch
• politiek en maatschappelijk
• sociaal
• omgeving
• klimaatveranderingen
• zeespiegel stijgt, ijs smelt
• gevolgen voor plant en dieren
• migratie
• toename extreme weerfenomenen
gevolgen: stop klimaatverandering
klimaatmitigatie vs klimaatadaptie:
• nieuwe of aangepaste technologie (bv. geo-engineering, herbruikbare energie, ...)
• ingrijpen op de stralingsbalans
• mentaliteitsen gedragsverandering (minder verbruik)
Inleiding
1 Noem de vier belangrijkste natuurlijke broeikasgassen.
2 Geef enkele voorbeelden van natuurlijke bronnen van broeikasgassen.
3 Wat vertellen deze krantenkoppen over het klimaat wereldwijd?


Zoals we Venetië nu kennen, zullen onze kleinkinderen de stad niet meer kunnen bezoeken


Door de opwarming van de Alpen loopt de winter- sport gevaar. Italiaanse gletsjer afgedekt met speciale doeken om sneeuw te beschermen.
De moskee van Timboektoe, bijna geheel gebouwd uit modder, wordt moeilijker te beschermen: het wordt steeds warmer en de regenval in de regio wordt steeds heftiger.


Kiribati, een zeer afgelegen eilandengroep in de Stille Zuidzee, is, volgens een klimaatrapport van de VN, het eerste eiland dat zal verdwijnen in zee. Delen van het eiland die slechts twintig jaar geleden nog droog lagen, zijn inmiddels ingenomen door de oceaan.

Het versterkt broeikaseffect
Het weer is de toestand van de atmosfeer op een bepaalde plaats en een bepaald moment. Het is warm, het regent, de lucht is vochtig, er staat een sterke wind ... . Dit zijn allemaal kenmerken van het weer. Het wordt bepaald door land, oceanen en ijskappen. Het klimaat is het gemiddelde van de weersomstandigheden in een bepaald gebied, over een periode van 30 tot 40 jaar.
Al sinds het ontstaan van de aarde verandert het klimaat voortdurend onder invloed van natuurlijke factoren zoals variaties in zonneactiviteit, vulkaanuitbarstingen, veranderingen in de baan van de aarde en platentektoniek. Er is sprake van klimaatverandering als de gemiddelde weersomstandigheden over een langere periode (minstens 30 jaar) wijzigen.
Nu stellen we vast dat de klimaatverandering ongezien snel evolueert en zijn wetenschappers het erover eens dat de mens in belangrijke mate de versnelde klimaatverandering veroorzaakt.
Het meest opvallende signaal van de klimaatverandering dat we nu ervaren, is de toename van de globale gemiddelde temperatuur. Die ervaring werd eerst opwarming van de aarde genoemd, daarna klimaatverandering en nu wordt dit fenomeen als de klimaatcrisis omschreven.
Klimaatverandering heeft een grote impact op het functioneren van het systeem aarde. Daarom wordt deze planetaire grens (samen met de grens 'behoud van de biosfeer') tot kern-planetaire grens gerekend.
Sinds 2017 was de aarde voor het eerst 1 °C warmer dan tijdens de pre-industriële tijd. In 2024 was de aarde voor het eerst 1,5 °C warmer dan tijdens de pre-industriële tijd.
Het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change) is een organisatie van de VN waarin honderden experts van over de hele wereld de risico’s van klimaatverandering evalueren.
Door menselijke activiteiten (zoals industrie, verkeer en landbouw) komen er meer broeikasgassen, zoals CO₂ en methaan in de atmosfeer. Door deze verhoogde aanwezigheid van broeikasgassen in de atmosfeer, wordt meer warmte door de broeikasgassen naar de aarde teruggestraald en dus meer warmte bij de aarde vastgehouden. Dit is het versterkt broeikaseffect. Het leidt tot een globale toename van de temperatuur en klimaatverandering.
1,5
versterkt broeikaseffect toename van de gemiddelde wereldtemperatuur en globale klimaatverandering als gevolg van de verhoogde concentraties broeikasgassen in de atmosfeer door menselijk toedoen

aërsolen zon alle factoren landgebruik vulkanen broeikasgassen ozon
4.1 invloeden van natuurlijke en menselijke factoren op het globale temperatuurverloop

















4.2 versterkt broeikaseffect
































































Je kunt hierover ook een filmpje bekijken. Klik daarvoor op de link in e-ducate.me




















Bij het verbranden van fossiele brandstoffen komen roetdeeltjes vrij, black carbon of dieselroet genoemd. Roetdeeltjes blijven enkele dagen tot weken in de atmosfeer. De meeste roetdeeltjes hebben een koelend effect doordat ze meer reflectie veroorzaken. Onderzoek wijst uit dat zwarte roetdeeltjes net minder reflectie van zonlicht toelaten en op die manier opwarming in de hand werken. Enkel CO₂ en methaan hebben een grotere impact dan black carbon. Wanneer zwarte roetdeeltjes op ijs neervallen, versnellen ze het smelten ervan. Daarnaast veranderen roetdeeltjes de vorming, ontwikkeling en kenmerken van wolken. In sommige gevallen blijven er weinig lage wolken over waardoor er meer kortgolvige straling van de zon de aarde bereikt. In andere gevallen worden dikkere wolken gevormd die minder doorgankelijk zijn voor de langgolvige straling van de aarde, waardoor de warmte bij de aarde blijft. Samen veroorzaken ze een opwarming van 0,4 tot 0,5 °C. Als gevolg versnelt de waterkringloop en neemt de neerslag globaal toe (hogere temperatuur -> meer verdamping -> meer neerslag).
Antropogene bronnen van broeikasgassen
Antropogene bronnen van broeikasgassen zijn broeikasgassen die ontstaan door menselijke activiteiten, zoals industrie, transport, landbouw en ontbossing. Die uitstoot verstoort de natuurlijke kringlopen – bijvoorbeeld de koolstofkringloop –en zorgt voor een toename van de concentratie broeikasgassen in de atmosfeer, de bodem en de oceanen.

antropogene bron van broeikasgas broeikasgas afkomstig van menselijke activiteiten zoals verbranding van fossiele brandstoffen, landbouw, landgebruik, afvalverwerking en industrie
Wereldwijd zijn activiteiten op basis van fossiele brandstoffen verantwoordelijk voor ongeveer twee derde van de totale uitstoot van broeikasgassen, en zelfs meer dan 80% van de CO₂-uitstoot. Deze uitstoot is de afgelopen decennia blijven toenemen, vooral door de groei van de wereldbevolking, de toename van consumptie en de snelle economische groei in landen als China en India.
landgebruik en bosbouw afval industriële processen landbouw internationaal transport energie


landbouwgronden(4,1%)
verbrandinggewassen(3,5%)



rijstteelt(1,3%)
stortplaatsenontbossing(2,2%) (1,9%)



Vee & mest (5,8%)

ijzer & staal(7,2%)



non-ferro metalen (0,7%)




chemisch&petrochemisch(3,6%)


voedselentabak(1%)



akkerland(1,4%)



grasland(0,1%)
afvalwater (1,3%)

chemicaliën (2,2%)

cement (3%)





landbouw, bosbouw en landgebruik 18,4%afval3,2%


industrie 5,2%

energie in landbouw en visserij (1,7%)




energie 73,2%

vluchtigeemissies vanenergieproductie(5,8%)





niet-toegewezen brandstofverbranding(7,8%)




commercieel (6,6%)

Azië
energieverbruik in gebouwen(17,5%)


woningen(10,9%)






19 miljard ton CO2 53% van de globale uitstoot
papierpulp(0,6%)machines(0,5%)












trasnsport(16, 2%)






andereindustri e (10 ,6% )

energieverbruikindeindustri e(24%) wegtrasnsport (11, 9%)



pijpleidingspoorweg(0,4%) (0,3%)

scheepvaartluchtvaart(1,9%) (1,7%)




4.5 wereldwijde uitstoot van broeikasgassen per activiteit (de wereldwijde uitstoot bedroeg 49,4 miljard ton CO2 in 2016)
Hoewel sommige rijke landen, zoals de Verenigde Staten en veel Europese landen, hun binnenlandse uitstoot hebben verminderd door strengere milieuwetten, energie-efficiëntie en meer hernieuwbare energie, importeren ze wel steeds meer producten uit andere landen. Veel van die producten – zoals kleding, elektronica of staal – worden gemaakt in landen waar de energievoorziening nog sterk afhankelijk is van steenkool of andere fossiele brandstoffen. De wereldwijde uitstoot daalt dus niet echt, ze verplaatst zich vaak van het Globale Noorden naar het Globale Zuiden.
Noord-Amerika
6,5 miljard ton CO2 18% van de globale uitstoot
Europa
6,1 miljard ton CO2 17% van de globale uitstoot
Afrika
1,3 miljard ton CO2 3,7% van de globale uitstoot
Zuid-Amerika
1,1 miljard ton CO2 3,2% van de globale uitstoot
Oceanië 0,5 mil. ton CO2 0,5% van de globale uitstoot
Internationale luchtvaart en scheepvaart 1,15 miljard ton CO2 3,2% van de globale uitstoot
Het gebruik van internet is goed voor 3,7% van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen, d.w.z. het equivalent van al het luchtverkeer in de wereld. De uitstoot van een jaar lang 20 e-mails per dag sturen, komt overeen met de uitstoot die een auto produceert over een afstand van 1000 km.
koolstofdioxide
OORSPRONG
• verbranden van fossiele brandstoffen (olie, gas, steenkool, hout)
• productie van cement
• ontbossing
methaan
GEMIDDELDE LEVENSDUUR IN DE ATMOSFEER
• bodemdegradatie (*)
• uitgestoten tijdens de productie en het transport van olie, gas en steenkool
• landbouw (veeteelt, rijstteelt)
• verrotting van organisch afval 12,4 jaar
• gebruik van meststoffen en behandelen van de bodem
• rijstteelt
distikstofoxide (N2O of lachgas)
fluorgassen
(HFK, PFK, CFK, SF₆)
• verbranding van fossiele brandstoffen en (landbouw)afval
• uitgestoten tijdens het behandelen van afvalwater
• bijproduct van bepaalde chemische industrieën 121 jaar
• gebruikt in spuitbussen (drijfgas), airco’s en koelkasten
• SF₆ wordt gebruikt als isolatiegas in het elektriciteitsnet een paar weken tot duizenden jaren (*) de levensduur van koolstofdioxide kan niet met één waarde worden omschreven vermits het gas niet wordt vernietigd, maar beweegt doorheen de koolstofcyclus. Een deel van de CO₂ wordt snel opgenomen door bv. oceanen, een deel blijft duizenden jaren in de atmosfeer. Dat is gedeeltelijk toe te schrijven aan het feit dat de opname van CO₂ in sedimenten op de oceaanbodem erg lang duurt.
Methaan is een sterk broeikasgas. Een kilo methaan heeft hetzelfde effect als 28 kilo CO₂. Lachgas is een nog sterker broeikasgas. Een kilo lachgas heeft hetzelfde effect als 265 kilo CO₂. Fluorgassen zijn de sterkste broeikasgassen op aarde: ze kunnen duizenden keren zoveel opwarming veroorzaken als CO₂. Van alle broeikasgassen die de mens uitstoot, is CO₂ het belangrijkst. Ruim de helft van het versterkte broeikaseffect wordt veroorzaakt door CO₂. Methaan staat met 16% op de tweede plaats en lachgas maakt 6% van de uitstoot van broeikasgassen uit.
Stikstof is van levensbelang voor alle levende organismen. Het is een bouwsteen voor bv. DNA en eiwitten. 78% van de lucht die we inademen bestaat uit stikstofgas (N₂), maar het is onder deze vorm niet bruikbaar voor planten en dieren. Natuurbranden, bliksem en bacteriën in de bodem zorgen voor de vorming van bruikbare stikstofverbindingen zoals bv. nitraten en ammoniak. Stikstof kan zo in de bodem, het water en de lucht circuleren van het ene organisme naar het andere.
In de natte en zuurstofarme bodem van tropische regenwouden en mangrovebossen (kustmoerassen) breken bacteriën en schimmels tijdens het ontbindingsproces plantaardige en dierlijke resten af tot lachgas(N₂O), een broeikasgas dat bijna 300 keer sterker is dan CO₂.
Lachgas reageert niet met andere stoffen in de atmosfeer en lost niet op in water. Het wordt enkel uit de atmosfeer verwijderd door bepaalde bacteriën, door UV-straling van de zon of door bepaalde chemische reacties. De afbraak van lachgas in de atmosfeer gebeurt vooral op meer dan 20 km hoogte. Aangezien er nauwelijks uitwisseling plaatsvindt tussen luchtlagen op die hoogte en de lagere luchtlagen, duurt het meer dan 100 jaar vooraleer een molecule lachgas uit de atmosfeer is verdwenen.
Alle menselijke activiteiten die energie verbruiken op basis van fossiele brandstoffen zijn samen verantwoordelijk voor zowat 2/3 van de totale uitstoot van broeikasgassen (alle gassen samen), en zelfs voor meer dan 80% van de totale CO₂-uitstoot wereldwijd.
Hoe CO₂ zich verspreidt in de atmosfeer, waar hij wordt uitgestoten en hoe hij evolueert, vind je achter de links in e-ducate.me
Terwijl de VS en veel Europese landen hun binnenlandse emissies de afgelopen decennia hebben verminderd, werd een deel van deze vermindering gecompenseerd door toenemende invoer uit landen, zoals China, die een meer koolstofintensieve energiemix hebben.
Klik op de link in e-ducate.me om de evolutie van de CO₂-uitstoot (rekening houdend met handel) voor enkele landen in detail te bestuderen.
1000 jaar vóór vandaag (0 = 1950) CO 2 (deeltjes per miljoen)








4.7 wereldwijde evolutie van CO₂-concentratie in de atmosfeer
Evolutie methaan-concentratie (-800 000 tot 2019)















4.8 wereldwijde evolutie van methaanconcentratie in de atmosfeer (andere kleur = andere bron)
Evolutie N2O-concentratie (-800 000 tot 2019)
lachgasconcentratie (deeltjes per miljard)





4.9 wereldwijde evolutie van lachgas (N2O)-concentratie in de atmosfeer (andere kleur = andere bron)
Vraag Waarom is de mens de oorzaak van de huidige klimaatverandering?
1 Hoe is de gemiddelde wereldtemperatuur geëvolueerd sinds 1850? 1860 1880 1900 1920 1940 1960 1980 2000 2020























4.10 evolutie van de gemiddelde wereldtemperatuur per jaar t.o.v. de periode 1850-1900
2 Hoe evolueerde de concentratie aan broeikasgassen in de atmosfeer gedurende de laatste 800 000 jaar? (fig. 4.7 - 4.9)
3 Wat is de oorzaak van het stijgen van de gemiddelde wereldtemperatuur? (fig. 4.1)
4 Wat is het effect van een hogere concentratie broeikasgassen op de stralingsbalans? Meer broeikasgassen zorgen voor meer/minder terugstralen van kortgolvig lichtstralen/langgolvige warmtestralen naar de aarde. Hierdoor aan het aardoppervlak.
5 Waarom schrijven wetenschappers het versterkte broeikaseffect toe aan de mens?
6 Welke zijn de drie broeikasgassen die het meeste uitgestoten worden door menselijke activiteiten?
7 Welke menselijke activiteit zorgt voor de meeste uitstoot van broeikasgassen?
n Gebruik van meststoffen
n Verbranding van fossiele brandstoffen
n Productie van cement
n Ontbossing
8 Beoordeel de uitspraken. Plaats een kruisje in de juiste kolom.
De chemische industrie zorgt voor de grootste uitstoot van broeikasgassen.
Veeteelt is de tweede grootste producent van broeikasgassen.
Energieproductie, nodig voor grootschalige industriële activiteit
Wegtransport draagt weinig bij aan de toename van broeikasgassen.
Bijna driekwart van de broeikasgassen wordt door de industrie uitgestoten, bijna een vijfde door de landbouw en de rest door energie- en afvalproductie.
9 Hoe beïnvloedt het vrijkomen van zwarte roetdeeltjes (black carbon) tijdens het verbranden van fossiele brandstoffen de stralingsbalans?
Door de uitstoot van black carbon is er minder van zonnestralen en dus meer
Hierdoor wordt er minder / meer energie van de zon omgezet in . De uitgestraalde warmte wordt ook minder / meer teruggestraald naar de aarde door wolken.
10 Bestudeer het effect van de uitstoot van broeikasgassen aan de hand van twee feedbackmechanismen. a Wat is het effect van zwarte roetdeeltjes die op het ijs neerkomen?
Plaats een + voor een versterkend effect en een - voor een afzwakkend effect.
Voor elke graad Celsius opwarming kan de concentratie waterdamp met 7% toenemen. De toenemende hoeveelheid waterdamp in de atmosfeer veroorzaakt de huidige klimaatopwarming niet, het is eerder het gevolg van de opwarming die veroorzaakt wordt door andere broeikasgassen. zwarte roetdeeltjes
sneeuw- en ijsoppervlak temperatuur aan het aardoppervlak
albedo
absorptie zonne-energie
b Wat is het gevolg van de neerslag van roetdeeltjes op het ijs?
WIST JE DAT Waterdamp als broeikasgas
11
De uitstoot van broeikasgassen door menselijke activiteiten beïnvloedt de waterdampconcentratie.
a Plaats de volgende termen in de feedbackloop: verdamping – temperatuur – concentratie waterdamp – broeikasgassen
toename
toename warme lucht kan meer vocht bevatten
b Dit is een positieve/negatieve feedbackloop.
toename toename verdamping
Formuleer aan de hand van de gegeven kernwoorden een antwoord op de onderzoeksvraag. roetdeeltjes (black carbon) - teruggestraald - broeikasgassen - versterkt - waterdamp - toeneemt - absorberen - uitgestraalde warmte
De mens zorgt voor een toename van (CO₂, N₂O, methaan …) in de atmosfeer, wat het broeikaseffect . Wanneer er meer broeikasgassen in de atmosfeer aanwezig zijn, blijft er meer door de aarde in de atmosfeer en wordt meer warmte naar de aarde . Hierdoor komt er meer in de atmosfeer wat het effect versterkt. Daarnaast veroorzaakt de mens de uitstoot van die zonlicht en wolkenvorming beïnvloeden.
Het effect hiervan is dat de temperatuur wereldwijd .
Vraag Welke regio's zijn de grootste uitstoters van broeikasgassen? 2
1 Bestudeer de kaarten. fig. 4.11 en 4.12 (volgende blz.)
a Welke twee landen stoten (alles samen) het meest broeikasgassen uit?
b Stoten deze landen ook de meeste broeikasgassen per persoon uit? Verklaar.
2 Welke twee landen hebben de hoogste CO₂-uitstoot?
Je vindt het antwoord achter de link in e-ducate.me



Totale uitstoot broeikasgassen per land (ton CO2-equivalent, 2018)

geen gegevens
0 tot 10 miljoen ton
10 tot 50 miljoen ton
50 tot 100 miljoen ton
100 tot 500 miljoen ton
0,5 tot 1 miljard ton
1 tot 5 miljard ton vanaf 5 miljard ton













4.11 totale uitstoot broeikasgassen per land (2018)




Uitstoot van broeikasgassen per capita (ton CO2-equivalent, 2018)
tot 2,5 ton
2,5 tot 5 ton
5 tot 7,5 ton
7,5 tot 10 ton
10 tot 15 ton 15 tot 20 ton 20 tot 25 ton vanaf 25 ton geen gegevens



Klik op de link in e-ducate.me om de evolutie van de uitstoot van broeikasgassen te bekijken.




4.12 uitstoot van broeikasgassen per persoon (2018)








Klik op de link in e-ducate.me om de evolutie van de uitstoot van broeikasgassen per persoon per land te bekijken.


CO2-uitstoot verrekend met handel (%) (2022)
geen gegevens








4.13 CO₂-uitstoot verrekend met handel (2022)








Klik op de link in e-ducate.me om de evolutie van de CO2-uitstoot (rekening houdend met handel) voor enkele landen in detail te bestuderen.
a Zoek voor volgende landen of ze een netto-importeur of netto-exporteur zijn van CO₂. land
België
China
netto-import of netto-export van CO₂?
netto-import / netto-export
netto-import / netto-export
VS netto-import / netto-export
India netto-import / netto-export
Brazilië
netto-import / netto-export
Zuid-Afrika netto-import / netto-export
Japan netto-import / netto-export
Rusland netto-import / netto-export
Qatar netto-import / netto-export
Bolivia netto-import / netto-export
b Hoe verklaar je dat sommige landen netto-exporteur zijn van CO₂?
c ‘Op het Euraziatisch continent is een belangrijk oost-west-contrast in CO₂-emissie te zien.’
Verklaar deze stelling. (fig. 4.14)
4 Bestudeer de kaart en los de vragen op.

ux N2O g N/m² per jaar

4.14 Flux N₂O, g N/m² per jaar (1981-2010)
a Welke vier landen stoten wereldwijd het meeste N₂O uit? Klik op de link in e-ducate.me voor het antwoord.
b Verklaar de spreiding van de uitstoot van N₂O in de wereld. Vergelijk Fig. 4.14 met de GIS-kaart die je vindt via de link in e-ducate.me of die je maakte in thema 1. Denk even na welke atlaskaarten je kunnen helpen.
c Een kaart over de uitstoot van methaan, toont een hogere concentratie rond de evenaar. Deze hogere concentratie kan verklaard worden door de natuurlijke uitstoot vanuit het tropisch regenwoud. Maar ook in de buurt van de Perzische Golf en in Texas, worden verhoogde concentraties methaan geregistreerd. Deze zijn van menselijke oorsprong. Verklaar de hogere concentraties in de buurt van de Perzische Golf en Texas.
5 Hoe link je de uitstoot van broeikasgassen aan economische ontwikkeling? De link in e-ducate.me kan je helpen het antwoord te vinden. Denk aan industrie, huishoudelijk gebruik van elektriciteit, transport, landbouw. Maak er een eenvoudig stroomdiagram van.
meer inkomen
Formuleer aan de hand van de gegeven kernwoorden een antwoord op de onderzoeksvraag. rijkere landen - Afrikaanse landen - producerende landen - de VS - China
Overal in de wereld worden broeikasgassen uitgestoten. De uitstoot is het hoogste in en . In de meeste ligt de uitstoot een stuk lager dan in de rest van de wereld. zorgen door hun grote vraag naar consumptiegoederen voor een hogere uitstoot van broeikasgassen in
Synthese hoofdstuk 1: Het klimaat verandert
De aarde verkeert in een klimaatcrisis en de mens speelt hierin een grote rol. Door menselijke activiteiten zoals industrie, landbouw en transport komen er meer broeikasgassen zoals CO2, methaan en lachgas in de atmosfeer terecht. Deze gassen houden de warmte die de aarde uitstraalt vast en stralen die terug naar het aardoppervlak, waardoor de temperatuur stijgt. Het versterkt broeikaseffect werkt het verdampen van water in de hand, waardoor het broeikaseffect nog versterkt. Bovendien stoot de mens ook roetdeeltjes (black carbon) uit, die zonlicht absorberen en de vorming van wolken beïnvloeden. Dit heeft een bijkomend opwarmend effect.
De temperatuur op aarde stijgt wereldwijd, de uitstoot van broeikasgassen gebeurt ook wereldwijd, maar is ongelijk verdeeld. Vooral in landen zoals de Verenigde Staten en China is die uitstoot hoog. In Afrikaanse landen ligt de uitstoot veel lager. Rijke landen dragen vaak onrechtstreeks bij aan de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen door de import van goederen die elders worden geproduceerd.
Inleiding
1 Gevolgen van klimaatverandering komen regelmatig aan bod in het journaal. Welke gevolgen van klimaatverandering kwamen recent nog aan bod?
Gevolgen van het versterkt broeikaseffect
De afgelopen tien jaar (2015-2024) waren wereldwijd de warmste sinds het begin van de metingen. De Wereld Meteorologische Organisatie (WMO) bevestigt dat 2024 het eerste kalenderjaar is met een gemiddelde wereldtemperatuur die meer dan 1,5 °C boven het wereldgemiddelde van 1850-1900 lag.
Om klimaatverandering zichtbaar te maken, ontwikkelde klimaatwetenschapper Ed Hawkins in 2018 de klimaatstrepen: een eenvoudige maar krachtige streepjescode in blauwe en rode kleuren, waarbij elk streepje de gemiddelde temperatuur van een bepaald jaar voorstelt. Je ziet meteen hoe het wereldwijd steeds warmer wordt. Hawkins maakte ook de klimaatspiraal, die je ook kan bekijken via de link op e-ducate.me.


4.15 klimaatstrepen volgen de temperatuurvervanderingen
Klimaatverandering brengt overal ter wereld risico’s met zich mee: van droogte tot overstromingen, van hittegolven tot stijgende zeespiegels. In 2021 bracht het bedrijf FourTwentySeven (nu onderdeel van Moody’s) deze risico’s wereldwijd in kaart. De kaart toont voor elke regio het dominante klimaatrisico, al kunnen veel gebieden tegelijk door meerdere gevolgen getroffen worden. Het bedrijf baseerde zich op simulaties van percentages landbouwactiviteiten, mensen en economische activiteiten die blootgesteld worden aan de gevolgen van de opwarming van de aarde.

4.16 simulatie van dreigende klimaatrisico’s indien de broeikasgasuitstoot niet drastisch vermindert (2040)
Klimaatwetenschappers gebruiken allerhande klimaatmodellen om te begrijpen hoe het klimaat verandert. Die modellen simuleren de fysica, de chemie en de biologie van de atmosfeer, van het land en van de oceanen. Het zijn vaak ingewikkelde wiskundige vergelijkingen die door supercomputers opnieuw en opnieuw berekend worden. Klimaatmodellen worden permanent bijgestuurd, waarnemingen vullen de modellen verder aan. Op die manier slagen de wetenschappers erin de voorspellingen steeds nauwkeuriger te maken. Een factor van onzekerheid blijft evenwel steeds bestaan door de onvoorspelbare natuurverschijnselen, het gedrag van mensen ...
Het IPCC heeft vijf scenario’s opgesteld die tonen hoe de klimaatverandering evolueert, afhankelijk van onze uitstoot van broeikasgassen. De scenario’s bevatten naast de economische krachten die de broeikasgasemissies aandrijven, ook natuurlijke fenomenen zoals variaties in zonneactiviteit en vulkanisme. Met het akkoord van Parijs, afgesloten op 12 december 2015, zijn 195 landen overeengekomen dat de globale temperatuurstijging beperkt moet blijven tot ruim 2 °C, als het enigszins kan zelfs tot 1,5 °C in vergelijk met het preindustriële niveau. Op de VN-top in Glasgow in 2021 bevestigden 197 landen het doel van 1,5 °C.

Ongeveer 24% meer van de verwachte wereldbevolking zal tegen 2080 te maken krijgen met minder hernieuwbare grondwatervoorraden dan in de jaren 1980.
In de jaren 2080 zullen naar verwachting ongeveer 4 keer zoveel mensen per jaar worden blootgesteld aan de hoeveelheid water die gepaard gaat met een 100-jarige overstroming vergeleken met de jaren 1980.
Ongeveer 1/3 van de koraalri en in de wereld, leefgebieden en hulpbronnen voor meer dan 500 miljoen mensen, zal de komende decennia op lange termijn te maken krijgen met degradatie.
Australië levert meer dan 40% van de wereldwijde zuivelproducten. Met een opwarming van 1 °C tegen 2030 zal de zuivelproductie in heel Australië waarschijnlijk afnemen.

Ongeveer 32% meer van de verwachte wereldbevolking zal tegen 2080 te maken krijgen met minder hernieuwbare grondwatervoorraden dan in de jaren 1980.
In de jaren 2080 zullen naar verwachting ongeveer 7 keer zoveel mensen per jaar worden blootgesteld aan de hoeveelheid water die gepaard gaat met een 100-jarige overstroming vergeleken met de jaren 1980.
Het bereik van veel van 's werelds planten diersoorten zal tegen 2080 met meer dan 50 procent afnemen bij een opwarming van 3,5 °C.
Met temperatuurstijgingen van 3-4 °C kunnen de landbouwproductie en de wereldwijde voedselzekerheid negatieve e ecten ondervinden die zo grootschalig zijn dat ze niet kunnen worden aangepast.

Ongeveer 26% meer van de verwachte wereldbevolking zal tegen 2080 te maken krijgen met minder hernieuwbare grondwatervoorraden dan in de jaren 1980.
In de jaren 2080 zullen naar verwachting ongeveer 6 keer zoveel mensen per jaar worden blootgesteld aan de hoeveelheid water die gepaard gaat met een 100-jarige overstroming vergeleken met de jaren 1980.
Ongeveer twee derde van de koraalri en in de wereld zal de komende decennia op lange termijn te maken krijgen met degradatie.
De gevolgen van klimaatverandering, zoals hittestress, zullen naar verwachting een negatieve invloed hebben op werknemers en de wereldwijde productiviteit tegen 2100 met 20% verminderen.

Ongeveer 38% meer van de verwachte wereldbevolking zal tegen 2080 te maken krijgen met minder hernieuwbare grondwatervoorraden dan in de jaren 1980.
In de jaren 2080 zullen naar verwachting ongeveer 12 keer zoveel mensen per jaar worden blootgesteld aan de hoeveelheid water die gepaard gaat met een 100-jarige overstroming vergeleken met de jaren 1980.
Een temperatuurstijging van meer dan 4 °C zal waarschijnlijk leiden tot verminderde landbouwproductie, verlies van kritieke ecosystemen en het uitsterven van veel dier- en plantensoorten.
De opbrengst van sojabonen in het Amazonegebied zou tegen 2050 met 44% zijn gedaald. Met een grotere opwarming zou het verbouwen van ko e in het zuidoosten van Brazilië in 2100 vrijwel onmogelijk zijn.

- In het laagste uitstoot-scenario (SSP1-1.9) blijft de opwarming onder 1,5 °C dankzij strenge klimaatmaatregelen. De gevolgen, blijven beperkt.
- In het lage uitstoot-scenario (SSP1-2.6) warmt de aarde met ongeveer 2 °C op, wat leidt tot vaker extreme weersomstandigheden en smeltende ijskappen. Sommige diersoorten krijgen het moeilijk door veranderende leefomstandigheden en koraalriffen lijden onder verbleking.
- In het gemiddelde scenario (SSP2-4.5) stijgt de temperatuur met 2,5 tot 3 °C, waardoor droogtes, bosbranden en overstromingen veel vaker voorkomen. Het landijs op Groenland en Antarctica smelt sneller, wat bijdraagt aan een versnelde zeespiegelstijging.
- In het hoge scenario (SSP3-7.0) stijgt de temperatuur met 3 tot 4 °C, wat leidt tot grote watertekorten, mislukte oogsten en onbewoonbare regio’s. Het smelten van landijs versnelt, waardoor niet alleen de zeespiegel verder stijgt, maar ook het zoutgehalte in de oceanen verandert wat van invloed is op de oceaanstromingen en het wereldwijde klimaat. Gezondheidseffecten worden ernstiger en tropische ziekten komen voor in nieuwe gebieden.
- In het ergste scenario (SSP5-8.5) warmt de aarde met meer dan 4 °C op, wat catastrofale gevolgen heeft zoals enorme zeespiegelstijgingen, extreme stormen en het instorten van ecosystemen. Miljoenen mensen uit laaggelegen gebieden moeten vluchten, wat kan leiden tot economische instabiliteit en conflicten over grondstoffen, water en voedsel.
Extreme weerfenomenen, zoals droogtes en stormen, kwamen in het verleden gemiddeld om de 100 jaar voor.

Scenario’s van de evolutie van de
4.18 gemiddelde wereldtemperatuur tegen 2100

4.19 Netto CO₂-uitstootscenario’s (IPCC, 2021)
Dergelijke extreme weerfenomenen zijn intenser, langduriger en kennen een zwaardere impact op de omgeving in vergelijking met weerfenomen die wel veelvuldig voorkomen. Terugkoppelingsmechanismen kunnen een hele reeks veranderingen in gang zetten. De figuur hieronder toont enkele mogelijke terugkoppelingen naargelang de opwarmingsgraad.
Veel gevolgen van de huidige klimaatverandering zijn onomkeerbaar voor een periode van honderden of duizenden jaren, in het bijzonder wat de oceanen, de ijskappen en het zeeniveau betreft. (IPCC)
opwarmingsgraad













Alle levende wezens migreren. Mensen zijn wel de meest verwoede migranten. Ze trekken de wereld rond, op zoek naar een betere plek om te leven of op de vlucht voor geweld, honger of uitbuiting. Vaak worden mensen gedwongen te verhuizen onder druk van geologische of klimatologische omstandigheden. Gelukkig is de mens een echte overlever, want hij past zich steeds weer aan.
TOP 5 VERTREKLANDEN (AANTAL MIGRANTEN IN 2019)
India (18 miljoen)
Mexico (12 miljoen)
China (11 miljoen)
Rusland (10 miljoen)
Syrië (8 miljoen)
TOP 5 AANKOMSTLANDEN (AANTAL MIGRANTEN IN 2019)
VS: 51 miljoen
Duitsland: 13 miljoen
Saoedi-Arabië: 13 miljoen
Rusland: 12 miljoen
Verenigd Koninkrijk: 10 miljoen
4.20 Migratiesaldo
In 2020 woonden naar schatting 281 miljoen mensen (3,6% van de wereldbevolking) in een ander land dan waar ze geboren zijn. Mensen migreren om uiteenlopende redenen. Soms is het een vrije keuze (vrijwillige migratie), soms worden ze daartoe gedwongen, bijvoorbeeld door oorlog of honger. Migratie kan tijdelijk zijn – zoals bij seizoenarbeid – of blijvend.
De reden waarom mensen migreren bestaat uit een combinatie van aantrekkings- en afstotingsfactoren ofwel pull- en pushfactoren. Pushfactoren zijn meestal erg krachtig. Ze doen mensen beslissen om hun woonplaats te verlaten. Pullfactoren zijn de positieve aspecten die mensen aansporen om te immigreren in een nieuw land of een nieuwe regio.
De push- en pullfactoren kunnen worden ingedeeld als economische, politieke, sociale en omgevingsfactoren.
• Economische factoren: soms staan economische omstandigheden in een land een goede toekomst in de weg. De migrant ziet meer kansen in een ander land, zoals een (betere) job, een beter loon, betere levensomstandigheden of betere opleidingskansen. In dat geval spreekt men van arbeidsmigratie. Arbeidsmigratie kan tijdelijk of permanent zijn. Sommige migranten worden (tijdelijk) door hun bedrijf uitgezonden om in een ander land te gaan werken, seizoenarbeiders worden ingeschakeld voor arbeidsintensieve activiteiten tijdens een welbepaalde periode van het jaar (bv. het plukken van aardbeien). Massale migratie van hooggeschoolde werkkrachten leidt tot braindrain (kennisvlucht) uit het vertrekland en brain gain (kenniswinst) in het land van bestemming.
• Politieke en maatschappelijke factoren: factoren zoals politieke overtuiging, ras, geloof of oorlog doen mensen vluchten. Deze mensen zijn op de vlucht om van een gevaarlijke of onleefbare situatie in het land van herkomst.
• Sociale factoren: wanneer mensen migreren om dichter bij hun familie te gaan wonen of om hun gezin te herenigen.
• Omgevingsfactoren: als mensen migreren wegens natuurrampen, na mislukte oogsten, om de droogte ...
Een vluchteling is geen migrant. Een vluchteling wordt gedefinieerd als iemand die een internationale grens is overgegaan uit gegronde vrees voor vervolging wegens zijn ras, godsdienst, nationaliteit, het behoren tot een bepaalde sociale groep of zijn politieke overtuiging (Verdrag betreffende de Status van Vluchtelingen van 1951). In sommige contexten breidt de definitie zich uit tot personen die op de vlucht zijn voor ‘gebeurtenissen die de openbare orde ernstig verstoren’. (OAE-Verdrag van 1969, Verklaring van Cartagena van 1984)
De term klimaatvluchteling wordt niet onderschreven door UNHCR, de vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties. Het is nauwkeuriger om te verwijzen naar mensen die ontheemd zijn in de context van natuurrampen en klimaatverandering.
De impact van klimaatverandering op migratie wordt gevoed door twee soorten processen: traag verlopende veranderingen, zoals verzilting van landbouwgrond, woestijnvorming, toenemende waterschaarste, én plotselinge klimaatgebeurtenissen zoals overstromingen en stormen.
Ook niet-klimaatfactoren, zoals overheidsbeleid, bevolkingsgroei en de veerkracht van samenlevingen tegen natuurrampen, spelen een belangrijke rol. Al deze elementen beïnvloeden hoe kwetsbaar mensen zijn. Natuurrampen dwingen vaak grote groepen mensen tijdelijk te verhuizen. Dergelijke tijdelijke migratie, als vorm van aanpassing (adaptatie) aan klimaatstress, zien we vandaag al op verschillende plekken gebeuren. Langzame klimaatprocessen komen vaak voor in combinatie met andere push- en pullfactoren waardoor mensen permanent migreren. Of iemand kan migreren, hangt af van middelen zoals geld en een sociaal netwerk. Daarom migreren niet altijd de meest kwetsbaren.
Klimaatverandering test het aanpassingsvermogen van veel verschillende gemeenschappen, zeker waar die problemen zoals voedseltekorten en waterschaarste versterkt. Zodra de draagkracht van een gebied overschreden wordt, raken mensen onvermijdelijk op drift. Het kantelpunt is afhankelijk van plaats tot plaats en van persoon tot persoon.
(Gedwongen) klimaatmigratie verhoogt de druk op steden, ondermijnt economische groei en kan leiden tot conflicten en sociale problemen. De mate van migratiedruk verschilt per regio, afhankelijk van de lokale omstandigheden. (IPCC)
De toename van internationale migranten is in de loop der tijd duidelijk geworden – zowel in absolute aantallen als proportioneel – en verloopt iets sneller dan eerder werd verwacht. Hoewel internationale migranten nog steeds slechts een klein deel van de wereldbevolking uitmaken (3,6%), zijn de verschillen tussen landen groot. De meeste mensen migreren binnen hun land. In 2009 waren er naar schatting 740 miljoen interne migranten.
Veel migranten sturen geld terug naar hun familie in het land van herkomst. Die geldstromen zijn de voorbije jaren sterk gegroeid en vormen nu een belangrijke bron van buitenlandse inkomsten voor tal van landen in ontwikkeling. In sommige regio’s helpt dit om armoede te verminderen, al wordt voor de geldtransfers vaak een kost aangerekend.
4.23 geldstromen
Vraag Hoe veranderen temperatuur en neerslag door het versterkt broeikaseffect?
1 Welke zijn de gevolgen van de opwarming tegen 2080 als de samenleving ten volle gebruik blijft maken van fossiele brandstoffen (het scenario met de hoogste broeikasgasuitstoot)?
• temperatuur:
• plant- en diersoorten:
• landbouwproductie:
• bevolking:
2 Welke maatregelen moeten wereldwijd genomen worden om onder 1,5 °C opwarming, de ondergrens van het klimaatakkoord van Parijs, te blijven?
3 Bestudeer kaart 4.24
a Zoek op de kaarten bij fig. 4.24 de verschillen tussen de huidige wereldwijde spreiding van klimaattypes en de geschatte spreiding ervan in de toekomst. Omcirkel op de volgende pagina op kaart B (onder) de belangrijkste verschillen met kaart A (boven).
b Welke verandering is er te merken op het noordelijk halfrond?

legende
A = tropisch klimaat
f = altijd nat
m = moessonklimaat
s = met droge zomer
w = met droge winter
B = droog klimaat
W = woestijn
S = steppe
h = warm en droog
k = koud en droog
C = gematigd/maritiem klimaat
a = hete zomer
b = warme zomer
c = koele zomer
d = koude zomer
D = continentaal klimaat
a = hete zomer
b = warme zomer
c = koele zomer
d = koude zomer
4.24 huidige (1980-2016) en voorspelde klimaatindeling (2071-2100)
E = polair klimaat
T = toendra
F = ijskap
H = hooggebergteklimaat
4 Bestudeer de kaarten over de verwachte temperatuurverandering, de verwachte neerslagveranderingen en de link.
Waargenomen verandering bij 1 °C opwarming
Gesimuleerde verandering bij 1 °C opwarming


Gesimuleerde verandering bij 1,5 °C opwarming
Gesimuleerde verandering bij 2 °C opwarming
Gesimuleerde verandering bij 2,5 °C opwarming
Verandering (°C)
4.25 gesimuleerde verandering in gemiddelde oppervlaktetemperatuur tegenover de periode 1850-1900
Gesimuleerde verandering bij 1,5 °C opwarming
Gesimuleerde verandering bij 2 °C opwarming
Gesimuleerde verandering bij 2,5 °C opwarming

4.26 gesimuleerde verandering in neerslaghoeveelheid tegenover de periode 1850-1900
a Klik op de link in e-ducate.me en vergelijk de klimaatstrepen van de Noordelijke IJszee (Arctic Sea) en de Zuidelijke Grote Oceaan (South Pacific). Wat valt op?
b Wat stel je vast aan de temperatuurscenario’s van fig. 4.25?
• De grootste toename van de temperatuur vindt plaats
• De temperatuur stijgt meer
c Wat stel je vast op de neerslagscenario’s van fig. 4.26?
• De grootste neerslagtoename vindt plaats
• Er is een grote toename/afname van neerslag boven de Grote Oceaan aan de evenaar.
• Grote delen van de Sahara worden .
• Het Middellands Zeegebied wordt .
• Zuidwest-Azië krijgt meer/minder neerslag.
• Tropische regenwouden van Azië en Latijns-Amerika worden .
5 Onderlijn in de tekst de gevolgen van het opwarmen van de oceanen. Oceanen nemen meer dan 90% van de energie (warmte) op die geproduceerd wordt door de aanwezigheid van extra broeikasgassen in de atmosfeer. Ze spelen daardoor een bufferende rol bij klimaat opwarming door het versterkt broeikaseffect. De energie wordt door oceaanstromingen verspreid over de planeet. De bovenste meters van de oceanen slaan evenveel energie op als de hele atmosfeer. Een tijd lang kan de oceaan energie opnemen zonder het water op te warmen. Uit recent onderzoek blijkt dat de stroming van zeewater kan wijzigen als het opwarmt of zoeter wordt door de instroom van smeltwater van gletsjers. Koud en zout zeewater zinkt in het noordpoolgebied naar beneden en zet een complexe stroming in de oceanen in gang dat opgewarmd water richting onze contreien stuwt. Deze transportband van warmte voorziet West-Europa van zijn milde klimaat. Valt de transportband stil, dan wordt het opvallend kouder in Noordwest-Europa. Het opwarmen van het oceaanwater heeft ook een impact op het mariene leven. Als zeewater opwarmt, bevat het minder zuurstof met gevolgen voor de biodiversiteit, productiviteit van de oceanen en de voedingsstoffenkringloop. Het verbleken van koraalriffen is hiervan een voorbeeld. Koraalrif leeft samen met een soort algen. De algen voorzien het koraalrif van voedsel en verschaffen het hun kleur. Het koraalrif biedt de algen een beschermde leefomgeving. Wanneer de oceanen te warm worden, kunnen de algen niet meer aan fotosynthese doen en verdwijnt het voedsel voor het koraalrif. Het verbleekt, verzwakt en kan afsterven. Heel wat vissen en andere zeeorganismen verliezen op die manier heel wat gaatjes en hoekjes voor beschutting.
Naast het absorberen van warmte nemen de oceanen ook veel CO2 op. Te veel CO2 in het oceaanwater veroorzaakt echter verzuring van het water en kan schelpdieren aantasten. Koraalrif groeit daardoor trager. De gezondheid van koraalriffen is van essentieel belang voor veel ecosystemen. Het koraalrif werkt ook als een prima golfbreker tijdens stormen.
6 In de regio rond Jakoetsk (Rusland), Inuvik (Canada), Newtok (VS), Abisko (Zweden) en heel wat andere regio’s ontdooit de permafrost door de stijgende temperatuur en de neerslagtoename. Dat zorgt voor een positieve feedbackloop. Lees onderstaande tekst en vul de feedbackloop aan.
Een permafrostbodem is een bodem waarvan de temperatuur gedurende twee jaar of langer niet boven 0 °C komt. Gewoonlijk komen dergelijke bodems voor in gebieden waar de gemiddelde jaarlijkse luchttemperatuur onder 0 °C blijft. Enkel de bovenste 30 tot 100 cm van de bodem ontdooit tijdens de zomer. In de winter bevriest deze toplaag opnieuw: de bodemtemperatuur en de luchttemperatuur evolueren samen. De dikte van de permafrost varieert van enkele meters tot 150 meter. Bijna een 1/4 van het landoppervlak van het noordelijk halfrond bestaat uit permafrost.
Op de hogere breedtegraden komen permafrostbodems niet alleen voor op het land, maar ook in de oceanen en in het hooggebergte. Door klimaatverandering sneuvelt op de hogere breedtegraden het ene hitterecord na het andere. De permafrost ontdooit daardoor razendsnel. Daardoor treedt er meer bacteriële activiteit op, waardoor het organisch materiaal dat voorheen bevroren was, begint te rotten. Permafrost is harder dan beton wanneer het volledig bevroren is. Het ontdooien ervan doet wegen, woningen en zelfs hele steden verzakken en kusten instorten.
extra broeikasgassen verhogen de temperatuur
7 Welke veranderingen in temperatuur en neerslag worden voorspeld voor België?
4.27 temperatuurverandering Ukkel
a Welke temperatuurverandering valt op?
b Welke trend in neerslag lijkt ingezet in de winter (december - januari - februari)?
c Welke trend lijkt ingezet in het voorjaar?
d Sinds 1890 observeerde het KMI een stijging van de gemiddelde jaartemperatuur met 1,9 °C. Deze waargenomen opwarming ligt hoger dan de wereldwijde opwarming. Verklaar.
WIST JE DAT Palmbomen op Spitsbergen?
Wetenschappers vonden fossiele resten van palmbomen in de buurt van Spitsbergen. Deze resten dateren van zo’n 400 miljoen jaar geleden. De palmbomen behoren vermoedelijk tot de eerste bomen die op aarde groeiden. Ze zorgden waarschijnlijk voor een sterke temperatuurdaling. De stukken land die nu de eilanden- groep Spitsbergen vormen, lagen zo’n 400 miljoen jaar geleden rond de evenaar. Het verschuiven van de continenten heeft ook voor andere klimaten in onze streken gezorgd. Waar nu België ligt, groeide lang gele- den woud dat doet denken aan tropisch regenwoud. Zo'n 300 miljoen jaar geleden lag de landmassa die nu België is aan de evenaar.
Formuleer aan de hand van de gegeven kernwoorden een antwoord op de onderzoeksvraag. de polen - de evenaar - oceanen - opwarming - biosfeer - warmer - de evemaar - permafrost - warmer
De klimaatzones verschuiven van richting . Het wordt wereldwijd . Sommige regio's ontvangen meer neerslag, andere ervaren meer droogte. Het ontdooien
van versnelt de . Het opwarmen van de heeft gevolgen voor de oceaanstromingen en dus ook voor het klimaat, maar ook voor de . 821,7 837,1
1 Gebruik het bronnenmateriaal om een goede onderzoeksvraag te formuleren.
2 Formuleer een hypothese bij de onderzoeksvraag.
3 Bestudeer de bronnen en beantwoord de vragen.
watervoorraad op aarde







4.28 waterverdeling op Aarde
Het meeste water op aarde bevindt zich in de oceanen en in de ijskappen. De hoogte van de zeespiegel wordt vooral bepaald door de hoeveelheid water die in die ijskappen is opgeslagen. Doorheen de geschiedenis is de zeespiegel voortdurend veranderd als gevolg van natuurlijke cycli. Tijdens ijstijden zakte hij drastisch, terwijl hij tijdens erg warme periodes – toen er nauwelijks ijskappen waren – meters hoger lag. Tijdens de laatste ijstijd lag de zeespiegel ongeveer 120 meter lager. Toen die ijstijd eindigde, steeg het zeeniveau razendsnel, met meer dan 3 meter per eeuw. Zo’n 7000 jaar geleden stabiliseerde het klimaat en vertraagde de stijging. De laatste 2000 jaar bleef het zeeniveau relatief constant, dit is nu veranderd. Metingen via getijdemeters tonen aan dat de zeespiegel opnieuw snel stijgt, vooral door de toename van broeikasgassen in de atmosfeer. In 2016 werd de stijging geschat op 3,4 millimeter per jaar. Volgens het IPCC kan de zeespiegel tegen 2100 met 0,3 tot 1 meter stijgen. Per graad opwarming wordt zelfs een stijging van gemiddeld 2,3 meter verwacht.
Nieuw-Zeeland
Wellington en Auckland bedreigd
(HLN - 2.05.22)
Stijgende



(20.12.21)
zeespiegel doet meer dan de helft van het strand op Ibiza en Mallorca verdwijnen
De stijging van de zeespiegel kan lokaal variëren tegenover het wereldwijde gemiddelde (puntjes op kaart 4.29). Die variatie kan het gevolg zijn van allerlei factoren zoals verzakkingen, erosie of regionale oceaanstromingen. Ook de verticale bewegingen van het land die nog steeds het gevolg zijn van het smelten van de ijskappen uit de ijstijd kunnen de variatie in zeespiegelstijging verklaren. Vooral kuststeden en stedelijke omgevingen aan de kust zijn kwetsbaar. Wegen, metro’s, waterleidingen, riolen, woonwijken, bedrijven, energiecentrales, landbouwgronden en olie- en gasinstallaties lopen gevaar. De stijgende zee vergroot ook de impact van stormen, kusterosie en extreem hoogtij.



4.29 stijging van de zeespiegel in de periode 1993-2023 4.30 bijdrage aan de zeespiegelstijging
Verandering zeespiegel vergeleken met gemiddelde 1993-2008 (mm)






lichtblauwe metingen: schattingen donkerblauwe metingen: Universiteit van Hawaï
SSP5-8,5
SSP3-7,0
SSP2-4,5
4.31 wereldwijde verandering van de zeespiegel (1900 -2023) 4.32 zeespiegelstijging volgens emissiescenario's
In het scenario met de hoogste uitstoot (SSP5-8.5) zal tegen 2150 de zeespiegel met twee meter stijgen, maar een stijging met vijf meter is niet uit te sluiten door de onzekerheden als bv. het smelten van het ijs. Het zesde rapport van het IPCC voorziet een stijging van het zeeniveau in de komende 2000 jaar door verdere opwarming van de aarde: 2 à 3 meter als de opwarming beperkt blijft tot 1,5 °C, 2 à 6 meter als de gemiddelde wereldtemperatuur niet uitstijgt boven de 2 °C en 19 tot 22 meter als het wereldwijd 5 °C warmer wordt. Mocht al het ijs op aarde smelten, dan stijgt de zeespiegel met ongeveer 70 meter. Deze langetermijnvoorspellingen maken duidelijk hoe sterk de zeespiegelstijging samenhangt met het smelten van het wereldwijde ijs. Daarbij speelt niet elk gebied dezelfde rol. De Noordpool bestaat uit drijvend zee-ijs, terwijl Antarctica een continent is, bedekt met een dikke ijskap en omringd door bevroren oceaan. Antarctica is minder kwetsbaar voor smeltend ijs, omdat het minder blootstaat aan warm zeewater van onderuit.

SSP1-2,6 SSP1-1,9 4.33 evolutie van Arctisch en Antarctisch zee-ijs (1978-2020)








blauw = arctisch, rood = Antarctisch





4.34 evolutie van Arctisch en Antarctisch zee-ijs (1978-2020)
LEESTEKST Gevolgen van de zeespiegelstijging in Bangladesh
‘Bangladesh is het land waar klimaatverandering een smaak heeft: zout’, zegt Atiq Rahman, een vooraanstaand klimaatwetenschapper. 'We verwachten deze eeuw één meter zeespiegelstijging.' Bangladesh wordt ook wel het ground zero van klimaatverandering genoemd. Het bestaat voor een groot deel uit een delta van rivieren en die overstromen steeds vaker en steeds heftiger. Met grote gevolgen: jaarlijks moeten een miljoen mensen hun landbouwgronden verlaten, omdat die worden overspoeld door het zoute zeewater. 'Rijst kon niet meer groeien en alle riviervis ging dood. Er was geen werk meer. Ik kon daar niet langer blijven', zegt Morol. De riksja-rijder in Dhaka verliet zijn dorp in het kustgebied na de vernietigende cycloon Aila in 2009. 'Een langzaam werkend gif', noemt Khurshid Alam van de VN-ontwikkelingsorganisatie UNDP de verzilting. 'Mensen hebben geen drinkwater meer en gewassen groeien niet meer. Om te overleven is er geen andere keuze dan verhuizen naar de stad.' Cholera komt vaak voor na overstromingen: de cholerabacterie vindt in het zoute water een goede habitat. Door de sterke stroming en het zoute water groeit er steeds minder. Ook wordt het land jaarlijks door steeds heftiger orkanen getroffen. De krottenwijk in Dhaka waar riksja-rijder Morol nu woont, is ook niet futureproof. Het ligt pal naast een rivier die op termijn door toenemend smeltwater uit de Himalaya-gletsjers ook voor overstromingen gaat zorgen.
Cyclone shelters Bangladesh heeft geen geld om zeedijken te bouwen. Wel heeft de regering geïnvesteerd in honderden betonnen cyclone shelters, stevige gebouwen waarin met gemak 5000 mensen passen om de steeds zwaarder wordende stormen te kunnen overleven. Maar hoe effectief de schuilplaatsen ook zijn, over een paar decennia hebben ze geen functie meer. De cyclone shelter in Gabura bijvoorbeeld zal halverwege deze eeuw het enige bouwwerk zijn dat nog boven het zeewater uitsteekt. De bevolking is dan al lang weggetrokken.
Volledig verloren
Volgens deskundigen zal 1/5 van het Zuid-Aziatische Bangladesh onder water verdwenen zijn en 20 miljoen mensen zullen moeten verhuizen. Ook delta's in Vietnam en Egypte gaan een massale leegloop meemaken en eilanden als de Maldiven en Fiji zullen zelfs volledig in de golven verdwijnen.
Niet alleen Zuid-Azië
'De wereld moet begrijpen dat wat hier vandaag gebeurt, morgen gaat gebeuren in Florida en overmorgen in Amsterdam. Het verhaal zal hetzelfde zijn, alleen de timing zal verschillen', zegt klimaatwetenschapper Atiq Rahman. Miami in de Amerikaanse staat Florida kan zich niet goed beschermen tegen het stijgende water. Het is er dweilen met de kraan open omdat de stad gebouwd is op een ondergrond van koraal. Dat is als bouwen op een gatenkaas. Dijken bouwen heeft dan ook weinig zin: het water komt van onderen. De straten staan nu al vaak blank. En dat wordt alleen maar erger. In Engeland kampen ze met flashfloods, overstromingen die snel opzetten. Het is een combinatie van zware regenval en harde wind die het water op het land blaast. Daardoor lopen kustgebieden in het zuidwesten van Engeland onder water. De elektriciteit valt uit. De inwoners staan tot hun knieën in het water en ze kunnen geen kant meer op zonder boot.
De gletsjers in het Andesgebergte van Peru smelten in recordtempo weg. In 16 jaar tijd is al bijna een derde weggesmolten. Dit zorgt voor hele gevaarlijke situaties voor de steden in het gebied. Er zijn regelmatig modderstromen en lawines die veel schade toebrengen. Een stad kan zelfs worden weggevaagd door een meer van smeltwater.
Naar: NOS.nl (22.11.15) en milieudefensie.nl (17.11.20)
Historische zeespiegelstijging aan de Belgische kust
Tijdens de laatste ijstijd lag de zeespiegel zo’n 110 à 130 meter lager. De Noordzee stond grotendeels droog. Mens en dier bevolkten dat landschap. De opwarming na de laatste ijstijd deed de ijskappen afsmelten en de zeespiegel stijgen. Zo’n 9000 jaar geleden zag de Belgische kust eruit als de Nederlandse kust nu. Het was een waddenlandschap. Voor de kust lag een langwerpig wad, Testerep. Hierop ontstonden vanaf de 10de eeuw nederzettingen die uitgroeiden tot Westende, Middelkerke en Oostende. Tegen overstromingen werden dammen en dijken gebouwd. Door kusterosie en de zeespiegelstijging moest de stad Oostende na 120 jaar noodgedwongen meer landinwaarts worden herbouwd. Ook de stad Wulpen en de voorloper van Blankenberge zijn door de zeespiegelstijging in zee verdwenen.
4 Waar bevindt het ijs zich op onze planeet? Klik op de link in e-ducate.me voor meer informatie.
5 Op welke plaatsen komt het zee-ijs voor?
6 Hoeveel centimeter is de zeespiegel wereldwijd gestegen sinds 1900?
7 IJs bedekt zo’n 10 procent van het aardoppervlak, maar het verdwijnt nu snel door de klimaatverandering. Het smelten van ijs is de belangrijkste oorzaak van het stijgen van het waterniveau gedurende de afgelopen decennia, maar het is niet de enige oorzaak. Wat veroorzaakt - naast het afsmelten van ijs - ook nog een verhoging van het zeeniveau?
8 Is de zeespiegelstijging toe te schrijven aan het smelten van landijs of van zee-ijs?
9 De mens beïnvloedt het zeespiegelniveau door extra broeikasgassen in de atmosfeer te brengen. Hoe kan hij het zeeniveau nog beïnvloeden?
10 Plaats volgende woorden in een positieve feedbackloop die verklaart waarom de opwarming van de aarde vermoedelijk het grootst zal zijn aan de Noordpool: albedo – temperatuur – smelten ijs – absorptie
11 Waarom heeft Bangladesh erg veel last van de zeespiegelstijging? Raadpleeg ook de atlas.
12 De zeespiegelstijging in Bangladesh heeft grote gevolgen voor de bevolking. Geef voor elk van onderstaande gevolgen de oorzaak die gelinkt is aan de zeespiegelstijging.
GEVOLG
OORZAAK voedseltekorten ziektes en waterschaarste inwoners moeten verhuizen minder inkomsten
13 Dit zijn de 20 grootste steden ter wereld (naar inwoneraantal). In deze steden woont ongeveer 5% van de wereldbevolking. Schrap de steden die niet aan de kust gelegen zijn. Tokyo – Delhi – Shanghai – São Paulo – Mexico-Stad – Cairo – Dhaka – Mumbai – Beijing – Osaka –New York – Karachi – Chongquing – Istanboel – Buenos Aires – Calcutta – Lagos (Nigeria) – Kinshasa – Manila – Tanjin
14 Onderzoek voor volgende regio’s of ze risico lopen bij een stijging van het zeeniveau van 0,5 m, 2 m en 10 m. Klik daarvoor op de link in e-ducate.me
Rechtsboven vind je het zoekvenster, in de linkerkolom vind je een schuifbalk om het zeeniveau te simuleren. De inschatting houdt geen rekening met mogelijke (kust)beschermingsmaatregelen. Plaats een kruisje bij de effecten die je waarneemt.
0,5 m 2 m 10 m
geen of bijna geen effect deels overstroomd bijna geheel of geheel onder water geen of bijna geen effect deels overstroomd bijna geheel of geheel onder water geen of bijna geen effect deels overstroomd bijna geheel of geheel onder water
Vlaanderen
mijn schoolgemeente
mijn woongemeente
mijn favoriete vakantiebestemming
New York
Shanghai
Lagos (Nigeria)
Calcutta
Venetië
Osaka
15 Waarom zijn steden als Lagos en Calcutta extra kwetsbaar door zeespiegelstijging?
Vul het besluit aan om een antwoord te krijgen op de onderzoeksvraag.
De zeespiegel stijgt enerzijds door het van het oceaanwater. Anderzijds smelt door opwarming ook het waardoor het volume water toeneemt. Afhankelijk van het scenario van klimaatverandering zullen kustregio's over de hele wereld lijden onder de zeespiegelstijging door
1 In de onderstaande tabel staan verschillende ecosystemen met de mogelijke effecten van klimaatverandering. Vul de gevolgen in aan de hand van de gegeven tip.
ECOSYSTEEM
EFFECT VAN KLIMAATVERANDERING
Koraalriffen Stijgende temperatuur van het zeewater en verzuring van oceanen (schuilplaats)
Savanne Langere periodes van droogte en hogere temperaturen (olifanten)
Alpen Sneller smeltende gletsjers en kortere winters (edelweiss, sneeuwhaas)
Tropisch regenwoud Toenemende droogte
Gematigd bos Meer stormen, meer hittegolven, opschuivende klimaten (artikel over Vlaamse plantjes)
LEESTEKST Vlaamse plantjes moeten zich aanpassen
De groei van de vegetatie verandert tegenover vroeger. Enkele decennia geleden bevond de groeiperiode van de meeste planten zich tussen eind april en eind oktober. Tegenwoordig ligt die tussen februari en eind november. Eiken staan vroeger in blad, berken bloeien vroeger en verspreiden hun stuifmeel vroeger. Een studie aan de Afdeling Bos, Natuur en Landschap van de KU Leuven onderzocht aan de hand van statistische modellen de huidige en de toekomstige geografische verspreiding van 881 in Vlaanderen voorkomende plantensoorten. Uit het onderzoek blijkt dat voor 216 soorten binnen Vlaanderen het leefgebied zal verkleinen en dat voor 3% van de onderzochte soorten het leefgebied zelfs volledig dreigt te verdwijnen. Het versnellen van het verschuiven van de klimaten zorgt ervoor dat soorten zich steeds moeilijker kunnen aanpassen. Verschillende plantensoorten schuiven op naar noordelijker gebieden. In 2022 zou een plant jaarlijks 350 meter naar het noorden moeten opschuiven om dezelfde temperatuur te hebben. De universiteit van Gent volgt de boshyacint. Boshyacinten schuiven jaarlijks maar 2 centimeter op. Ze zijn dus 17 000 keer te traag. Gelukkig ligt de temperatuur op de bosbodem gemiddeld zo’n 4 °C lager. Een goed bosbeheer kan er dus voor zorgen dat de boshyacint niet verdwijnt.

2 Plaats bij de nieuwsberichten welk effect van klimaatverandering op fauna of flora wordt beschreven. Kies uit:
• A afname biodiversiteit/uitsterven van soorten
• B opschuiven van leefgebied
• C verlies van leefgebied
• D verstoring ecosysteem
• E positief effect
Keizerspinguïn zal opwarming van de aarde niet overleven (8.11.19, De Standaard)
Sardines worden door klimaatverandering almaar kleiner. (8.11.21, HLN)
Adéliepinguïn profiteert van opwarming van de aarde (19.11.15, De Standaard)
Eikenprocessierupsen komen vroeger uit hun ei door warm weer (15.04.21, weer.nl)
Amazonewoud kan binnen 50 jaar in een droge savanne veranderen (13.03.20, metrotime.be)
Nieuwe exotische steekmug (Culiseta longiareolata) duikt op in België (20.08.21, HLN)
De bestuivers in ons land staan momenteel onder zware druk door de vernietiging van hun habitat of door de klimaatverandering. Zo is meer dan een derde van de 381 soorten wilde bijen verdwenen of bedreigd. Ook zweefvliegen en nachtvlinders hebben het alsmaar moeilijker.
Volgens de werkgroep Bestuivers is dat echt niet goed: ‘Bestuiving is van levensbelang. Het is een fenomeen dat essentieel is voor de voortplanting van planten en houdt gezonde ecosystemen in stand. Zij spelen bovendien een sleutelrol bij de productie en de kwaliteit van levensmiddelen en zijn echte bondgenoten voor onze landbouwers.’ (3.03.22, HLN)
Een onderzoeksteam ontdekte dat boomzwaluwen de afgelopen dertig jaar per decennium drie dagen eerder beginnen broeden. De jongen, die dus ook vroeger uitkomen, lopen een groter risico op blootstelling aan slecht weer. Bovendien vermindert hierdoor de beschikbaarheid van vliegende insecten die ze nodig hebben om zich mee te voeden. De studie heeft de gevolgen voor vogels laten zien als ze hun gedrag aanpassen aan de klimaatverandering. Maar de resultaten kunnen ook een verklaring zijn waarom vooral vogels die zich met vliegende insecten voeden, zoals zwaluwen, gierzwaluwen en nachtzwaluwen, sneller achteruitgaan dan andere groepen in een groot deel van Noord-Amerika en Europa. Ander onderzoek toont aan dat trekvogels eerder aan de voorjaarstrek beginnen als de lente vroeg inzet. Deze studie baseerde zich op data afkomstig uit langlopend onderzoek naar bijna 200 vogelsoorten. In samenwerking met vrijwilligers werden de vogels vanaf 21 locaties in Noord-Europa en Canada over soms perioden van tientallen jaren zorgvuldig geobserveerd en bestudeerd. Vogels die korte afstanden afleggen en de winter doorbrengen binnen Europa of Noord-Amerika, vertoonden de grootste verschuivingen in hun trekgedrag. Zij blijven op hetzelfde continent en trekken relatief korte afstanden naar zuidelijker streken, maar vervroegden hun voorjaarstrek wel met zo’n 1,5 tot 2 dagen per 10 jaar. Vogels die lange afstanden trekken en bijvoorbeeld in de tropen overwinteren, vertrekken ook eerder, maar slechts 0,6 tot 1,2 dagen per decennium. Niet alle individuen van eenzelfde soort vertrekken even vroeg of laat. Vroege trekkers zijn de vogels die druk ervaren om een territorium te vinden en voor zichzelf ‘veilig te stellen’ om te kunnen broeden. Hun soortgenoten die nog niet gaan broeden, zoals jongere vogels, hebben minder haast om terug naar het noorden te trekken. Dat maakt dat de periode waarin vogels trekken niet alleen eerder begint, maar ook later eindigt. Een laatste opvallende conclusie uit het onderzoek is dat ook geografische verschillen in de klimaatverandering zichtbaar waren: ‘Vogels vervroegden hun migratiedata meer in Europa dan in Canada, omdat de temperaturen in de lente in Europa sneller stegen.’
(Naar: Knack.be en AnimalsToday.nl) (20.01.21 – Knack.be)
Van 1970 tot 2006 veranderde de visvangst in de subtropische en gematigde oceanen geleidelijk van minder soorten typisch voor koeler water naar meer soorten typisch voor warmer water. In de tropische zone veranderde de samenstelling van de visvangst tussen 1970 en 1980. Daarna stabiliseerde het aantal soorten omdat er geen andere soorten zijn die overleven (of gedijen) in het steeds warmer wordende water.


























































3 De effecten van klimaatverandering op fauna en flora blijven niet beperkt tot de dieren en de planten, maar hebben soms ook een effect op de volksgezondheid en de voedselvoorziening.
a Onderlijn in onderstaande teksten de effecten op de volksgezondheid met groen en op de voedselvoorziening met rood.

4.35 Tijgermug
De Aziatische tijgermug (Aedes albopictus), het beestje laat niet alleen pijnlijke beten achter, maar is ook de verspreider van de WestNijlkoorts, chikungunya, dengue (knokkelkoorts) en gele koorts. Elk jaar zien we steeds meer tijgermuggen in onze regio’s. Zij komen ons land binnen via goederen vanuit het zuiden. De aanwezigheid van enkele tijgermuggen en andere exotische steekmuggen in België betekent niet dat we ons aan virusuitbraken moeten verwachten. Ze kunnen virussen van mens op mens overdragen, maar hiervoor moet de steekmug eerst een besmet persoon steken, waarna de steekmug het virus in kwestie op een andere persoon kan overdragen. (Naar: itg.be en emis.vito.be)

4.36 Geschiktheid voor aanwezigheid van de tijgermug op basis van historische klimaatomstandigheden

4.37 Geschiktheid voor aanwezigheid van de tijgermug in het RCP 8.5-scenario
Ook de superteek verplaatst haar leefgebied naar onze streken. Dit kan leiden tot een toename van ziektes zoals de Krim-Congo-koorts en andere infecties.
LEGENDE
Landen en regio's niet zichtbaar op de kaart aanwezig geïntroduceerd afwezig onbekend
Malta
Monaco
San Marino
Gibraltar
Liechtenstein
Azoren (Portugal)
Canarische eilanden (E)
Madeira (PT)
Jan Mayen (NO)
4.38 Superteek rukt op (2019)
De superteek (hyalommateek) is wijd verspreid over Noord-Afrika en Azië. In Europa komt hij voor in Zuid- en Oost-Europa. Het kaartje geeft de gebieden aan waar de teek zich gevestigd heeft (rood) en waar hij geïntroduceerd is (oranje). Incidentele waarnemingen van de hyalommateek op geïmporteerde dieren, op mensen en op trekvogels zijn gemeld in Duitsland, Hongarije, Rusland, Finland en het Verenigd Koninkrijk.
Ongeveer 23 miljoen km² van het noordelijk halfrond wordt bedekt door permafrost. In het noordpoolgebied is de meeste permafrost zo’n miljoen jaar oud. Hoe dieper het zit, des te ouder is het. Microben en allerlei chemische bestanddelen zijn er over duizenden jaar heen deel van geworden door natuurlijke processen, per ongeluk of door opzettelijke opslag. Onderzoek van NASA en ESA onthult dat het dooien van de permafrost tot ernstige gezondheidsproblemen kan leiden.
Terwijl het noordpoolgebied door klimaatverandering sneller opwarmt dan de rest van de wereld komen naast CO2 en methaan ook antibioticaresistente bacteriën, onbekende virussen, radioactief afval en andere chemicaliën vrij. De onderzoekers beschrijven dat permafrost op drie meter diepte de enige omgeving is die nog niet blootgesteld werd aan de moderne antibiotica. De kans bestaat dat bacteriën tijdens het ontdooien vrijkomen, zich mengen met smeltwater en er nieuwe antibioticaresistente stammen vormen. Er is maar weinig geweten over microben die lange tijd in extreme omstandigheden overleven en wat ze zullen aanrichten als ze in onze ecosystemen vrijkomen. Ook vervuilende stoffen kunnen wijd verspreid raken na het ontdooien via water of de atmosfeer en zo een bedreiging vormen voor vogels en andere dieren, maar ook in de menselijke voedselketen terechtkomen.
Tussen 1982 en 2020 nam de wereldwijde fotosynthese met 12% toe terwijl het CO2-niveau met 17% toenam. Daardoor kunnen de opbrengsten van tarwe, rijst en sojabonen met 12 tot 14% stijgen. De groei van tropische en subtropische gewassen zoals maïs, sorghum, suikerriet en gierst wordt niet bevorderd door de toename van CO2. Onderzoekers stelden ook vast dat planten tijdens de verhoogde fotosynthese meer water vasthouden door hun huidmondjes minder ver te openen. Zo verliezen ze 5 tot 20% minder vocht.
Opwarming beïnvloedt ook het bacteriële leven in de bodem. Bacteriën zijn verantwoordelijk voor het verrijken van de bodem met mineralen zoals stikstof die nodig zijn voor de plantengroei. Bij hogere temperaturen kan de productie van stikstof, stikstoffixatie genoemd, vertragen. De versnelde plantengroei door de toename van CO2 kan daardoor van korte duur zijn. Meer onderzoek moet uitwijzen welke de meest optimale temperatuur is voor stikstoffixatie en hoe verschillende planten en voedselgewassen reageren op klimaatverandering.
b Een hogere CO₂-concentratie in de atmosfeer en een hogere temperatuur kunnen de voedselvoorziening positief of negatief beïnvloeden. Beoordeel de effecten met een kruisje in de juiste kolom. positief negatief
Gewassen kunnen meer aan fotosynthese doen en groeien goed.
Soorten schuiven op omdat de groeiomstandigheden veranderd zijn.
Bestuivers verdwijnen.
Dooien van permafrost doet allerlei stoffen en virussen vrijkomen.
c Welke gevolgen heeft klimaatverandering voor de volksgezondheid indien:
• Een grotere plant meer stuifmeel heeft.
• Soorten opschuiven omdat de groeiomstandigheden veranderd zijn.
d Klimaatverandering kan via fotosynthese een negatieve terugkoppeling veroorzaken.
Vul de feedbackloop aan: plaats een + voor een versterkend effect, een – voor een afzwakkend effect.
temperatuur
opname CO₂ fotosynthese
Formuleer aan de hand van de gegeven kernwoorden een antwoord op de onderzoeksvraag. ziektes - sterven soorten uit - noorden - voedselvoorraden
Door klimaatverandering schuiven de leefgebieden van planten en dieren op (op het noordelijk halfrond naar het ), volgen planten en dieren een ander ritme en worden we geconfronteerd met nieuwe die voordien eigen waren aan andere regio’s. Waar fauna en flora zich niet aanpassen aan de veranderde klimaatomstandigheden,
De kunnen hierdoor positief en negatief evolueren.
Vraag Wat is het effect van het versterkt broeikaseffect op het wereldwijde
6 voorkomen van extreme weerfenomenen?
1 Bestudeer de verschillende bronnen.
Regenbom treft drie Australische staten
27.04.22, Daily Mail
De meest verwoestende orkanen zouden tegen 2050 in bijna alle regio’s van de wereld kunnen verdubbelen, zeggen wetenschappers
27.04.22, CNN




8.04.22,



De aanhoudende droogte in Noord-Italië bedreigt de landbouwopbrengsten en de energieproductie




Zuid-Afrika zet meer dan 10 000 soldaten in na overstromingen waarbij meer dan 400 doden zijn gevallen
19.04.22, VRTnws
Clusters van extreme weersomstandigheden zullen de risico’s op misoogsten, bosbranden en andere gevaren voor de samenleving vergroten
26.04.22, NASA de EU Science Hub Minstens 10 miljoen kinderen kampen met ernstige droogte in de Hoorn van Afrika
22.04.22, Unicef



Aantal wereldwijde gevallen


Klimaatverandering zal leiden tot veel meer hevige, traag bewegende regenstormen in Europa22.07.21 - VRT NWS

4.39 wereldwijde evolutie van extreme weerfenomenen





4.40 aantal natuurrampen met economische verliezen
Meer dan 50 stormen
Overstromingen in Nigeria, Ghana, Burkina Faso, Turkije, Londen, Duitsland, België, Nederland
Extreme hitte en hitterecords in het noordelijk halfrond
Bosbranden in Siberië, het Middellands Zeegebied, NoordAmerika, Brazilië … Droogte

droogte hittegolf natuurbrand storm overstroming

4.41 kaart met natuurrampen met economische verliezen
Klik voor een interactieve kaart met historische gegevens op de link in e-ducate.me
De gemiddelde temperatuur in Europa lag in 2021 al zo’n 2 °C hoger dan tussen 1850 en 1900, terwijl in het klimaatakkoord van Parijs werd vastgesteld dat voor de wereld de gemiddelde opwarming van de aarde ver onder de 2 °C moet blijven. De temperatuur lag tijdens het jaar 2021 slechts 0,15-0,25 °C hoger dan de referentieperiode 1991-2020. Toch is de zomer van 2021 de warmste ooit in Europa. Het is een zomer van contrasten, zo stelde de Copernicus-dienst voor klimaatverandering van de EU vast in zijn Staat van het Klimaat 2021.
EXTREME WEERSOMSTANDIGHEDEN IN EUROPA zomer 2021





enkele van de laagste jaarlijkse windsnelheden ooit geregistreerd




record dagelijkse regenval op 14 juli
record hoge rivierafvoer, na hevige regenval in de zomer, extreme hitte en droogte in het Middellands Zeegebied hoge niveaus van hittestress aan de Middellandse Zee
volgt na warmteperiodes



juli


over 800 000 ha tijdens juli en augustus





De klimaatrisico-index (fig. 4.42 - 4.43) geeft aan in welke mate regio’s aangetast worden door extreme weerfenomenen. De onderzoekers van Germanwatch analyseren jaarlijks de impact op de mens en directe economische verliezen. De onderzoekers rangschikten enerzijds de landen die in 2019 het meest geleden 1 - 10 11 -
Wereldwijde klimaatrisico-index 2000-2019

4.42 klimaatrisico-index 2021 (2000-2019)

Wereldwijde klimaatrisico-index 2019
1 - 10 11 - 20 21 - 50 51 - 100 > 100 geen gegevens
4.43 klimaatrisico-index 2021 (2019)
Intensiteit

geobserveerd voorspeld en geprojecteerd negenjarig gemiddelde en ■ 2 modellen
Het is onzeker of klimaatverandering het aantal orkanen zal doen toenemen of verminderen.
Klimaatmodellen voorspellen wel dat de intensiteit van orkanen zal toenemen. Het warmere oceaanwater creëert krachtiger cyclonen. Het hogere zeeniveau maakt kustgebieden extra kwetsbaar voor overstromingen en schade door stormen.
Bovendien voorspelt men ook meer en hevige regenval, gelinkt aan de opwarming.
De regio waar cyclonen hun maximumsnelheid zullen bereiken, schuift op, waardoor ook andere regio’s zullen getroffen worden door orkanen.
4.44 geobserveerde en geschatte intensiteit van piekwindsnelheden van tyfoons
Noordelijk halfrond

4.45 evolutie van de gemiddelde afstand t.o.v. de evenaar waar stormen hun maximumintensiteit halen
a Sinds wanneer tekenen wetenschappers een duidelijke toename van extreme weerfenomenen op?
b Hoe evolueert het aantal extreme weerfenomenen dat economische verliezen veroorzaakt?
c De oorzaak van deze weerfenomenen met economische verliezen ligt niet enkel in de natuur. Geef enkele voorbeelden van menselijke oorzaken.
d Wat stel je vast in verband met de afstand tot de evenaar waar stormen hun hoogtepunt bereiken?
2 Klik op de link in e-ducate.me en zoek daar naar de klimaatrisico-index van 2020.
a Welke drie landen werden in 2018 het hardst getroffen door extreme weersomstandigheden (hittegolven en ernstige droogte enerzijds en de krachtigste tyfoon ter wereld anderzijds)?
b Zijn het alleen de armere landen die lijden onder extreme weersomstandigheden?
c Welke link kan worden gemaakt tussen de HDI en de kwetsbaarheid voor de gevolgen van extreme weerfenomenen?
3 Bestudeer Fig. 4.54
stijging temperatuur
vorig klimaat
nieuw klimaat
warm gemiddeld warm koud
4.46 statistische verdeling van het voorkomen van extreme temperaturen
a Een kleine stijging in de gemiddelde temperatuur leidt tot meer/minder extreme koudegolven en meer/minder hittegolven.
Verklaar dit door op Fig. 4.54 voor het nieuwe klimaat de waarschijnlijkheid op hittegolven in te kleuren met rood en de waarschijnlijkheid op koudegolven met blauw.
b Waarom is het belangrijk dat wetenschappers inschatten hoe waarschijnlijk hittegolven worden?
4 Lees de tekst.
LEESTEKST de grote oceaantransportband
De oceaan absorbeert de energie van de zon. Oceaanstromingen verspreiden dat warme water over de hele planeet. Warmte (samen met zout) is een belangrijke krachtbron voor deze stromingen die water en energie als snelwegen over de wereld transporteren. Koud water bij de Noord- en Zuidpool zinkt dieper in de oceaan. Water in de buurt van de evenaar neemt energie op van de zon, waardoor de temperatuur stijgt. Het warme water stroomt naar de polen, waar het afkoelt en weer zinkt. Het zoutgehalte in de oceaan speelt ook een rol. Zouter water is zwaarder dan minder zout water. Wanneer zeewater bevriest, blijft het zout achter in het water eronder, waardoor het water zouter en zwaarder wordt.
Maar als de aarde opwarmt kunnen oceaanstromingen vertragen of zelfs stilvallen. Hierdoor wordt de warmte niet meer gelijkmatig over de planeet verdeeld, wat grote gevolgen heeft voor het klimaat. Warmer oceaanwater kan krachtigere orkanen en stormen veroorzaken, omdat warme lucht meer vocht vasthoudt en zo hevigere neerslag brengt. Tegelijkertijd kunnen veranderde stromingen ervoor zorgen dat bepaalde gebieden minder regen krijgen, wat leidt tot langdurige droogtes. Andere regio’s kunnen juist te maken krijgen met extreme regenval en overstromingen.


a Welke twee eigenschappen zorgen ervoor dat water in de Noord-Atlantische Oceaan kan zinken?
b Hoe kan smeltend ijs de oceaanstromingen beïnvloeden?
c Verklaar waarom Europa een kouder klimaat krijgt als oceaanstromingen vertragen of stilvallen.
d Het verstoren van de oceaanstromingen leidt tot meer/minder extreme weerfenomenen.
WIST JE DAT Het waait, maar is het een storm, orkaan, cycloon of tornado?


Een orkaan is een groot gebied met erg slecht weer. Het is een supersterke storm met veel wind en vaak ook veel regen omdat de orkaan langzaam beweegt. Orkanen ontstaan boven warm zeewater waarboven koude bovenlucht hangt. Grote massa’s vochtige warme lucht stijgen met grote snelheid op. De kracht van de orkaan groeit zolang die boven de zee hangt, maar verzwakt snel wanneer hij aan land komt. Een orkaan kan enkele dagen tot soms wel twee weken duren. In de VS en het Caribisch gebied gebruikt men de term orkaan. In Azië spreekt men over een cycloon of een tyfoon. Soms bereiken restanten van orkanen West-Europa.
Een tornado is een draaikolk van lucht aan de onderkant van een onweerswolk, ook wervelwind of windhoos genoemd. Het is een klein, lokaal weerverschijnsel. Een tornado ontstaat boven het land als er warme, vochtige lucht onder koude droge lucht zit. Er ontstaat dan een opstijgende spiraal van warme lucht. De gemeten windsnelheden variëren tussen 120 en 250 km/u met uitschieters tot meer dan 400 km/u. De duur van een tornado gaat van enkele seconden tot maximaal een paar uur.
Vul het besluit aan om een antwoord te krijgen op de onderzoeksvraag.
Sinds komen extreme weerfenomenen zoals droogtes, hittegolven, stormen en extreme neerslag wereldwijd steeds vaker voor. Dit leidt tot een toename van overstromingen.
Landen met inkomsten zijn extra kwetsbaar voor deze veranderingen.
Vraag
Welke rol speelt klimaatverandering in het migratiegedrag van de mens? 7
1 Fris de begrippen over migratie op. Verbind omschrijving en begrip met elkaar.
Iemand die zich vestigt in een ander land/andere regio
Het verlaten van het geboorteland om zich in een ander land te vestigen
Het verschil tussen het aantal mensen dat zich in een land vestigt en het aantal mensen dat het land verlaat (uitgedrukt per 1000 inwoners)
Mensen verlaten het platteland en gaan in de steden wonen
Scheiding tussen mensengroepen. Dit kan tussen sociale groepen, geloofsgroepen of etnische groepen zijn. Het leidt tot gescheiden woonzones.
De wereldwijde economische, politieke en culturele integratie als gevolg van de wereldwijde productie en handel
Een interactieve versie van dit diagram kan je vinden achter de link in e-ducate.me
2 Naar welk land trekken de meeste mensen?
3 Vanuit welk land vertrekken de meeste mensen?
4 In welke regio’s situeren migraties zich hoofdzakelijk binnen de eigen regio?



migratiesaldo
immigrant
globalisering
plattelandsvlucht
emigratie
segregatie
5 Onderzoek de kenmerken van de vertrekregio’s en van de aankomstregio’s op economisch vlak en ontwikkelingsgraad. Wat is de globale trekrichting op wereldvlak? (zie fig. 4.20)
6 Welke vorm van migratie wordt omschreven?
De vissers van Guet N’Dar in Senegal reisden altijd al de vissen achterna. De laatste jaren moeten ze daarvoor steeds verder de zee opvaren. Omdat er overal minder vissen zijn, maar ook omdat de overgebleven vissen het warmerwordende kustwater mijden. ‘Als de vissen wegtrekken, trekken wij mee’, vertellen de mannen van Guet N’Dar.
Sam neemt een job aan als productiecoördinator in een grootwarenhuis in Singapore om snel meer geld te verdienen, zodat zijn familie in Bangladesh een groter en comfortabeler huis kan bouwen.
Michael was de eerste van de familie die uit Brazilië vertrok. Hij kreeg een job aangeboden na zijn stage in Florida en is nu een succesvol cardioloog.
Bijna 80 miljoen mensen zijn wereldwijd op de vlucht voor oorlog en conflict. (18.06.20)
Zijn hele gezicht straalde wanneer Emir zijn gezin zag aankomen op de luchthaven. Hij kwam aan in 2016, zijn geld was op. Zijn vrouw, dochter en zoon wonen sinds vier maanden in België.
GEDWONGEN/ VRIJWILLIG
7 Duid in volgende stukken uit artikels de pushfactoren aan in het rood, de pullfactoren in het groen. Onderlijn met blauw de factoren die de migratie bemoeilijken.
Voor veel Oost-Afrikaanse jongeren ligt in Saoedi-Arabië de hoop op een betere toekomst. Dat de realiteit anders is, weten ze vaak niet. En ook niet dat ze daarvoor eerst door het door oorlog verscheurde Jemen moeten.
Wie over de hoofdas van Jemens centrale provincie Shabwa reist, ziet hen sloffen naast het asfalt. Een voor een achter elkaar, op slippers, met rugzakje, pet op en flesje in de hand. Daags ervoor zijn ze aan land gezet aan de zuidkust van Jemen, na een zeereis van twaalf uur.
Na aankomst op Jemenitische bodem wandelen de migranten de tweehonderd kilometer naar de volgende migrantenhub, Ataq, in een week tijd. (...) ‘Zes dagen. Slapen in de berm. Soms kregen we eten van mensen.’ Het merendeel van hen komt uit Ethiopië en is op weg naar Saoedi-Arabië. In Ethiopië verdienen ze zeven keer minder dan in hun droombestemming Saoedi-Arabië. Headon, onderzoekster bij de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM), weet welk profiel ze doorgaans hebben. ‘Jongens die ergens in Ethiopië op het land werken. Op een dag komt iemand langs die hen vraagt of ze niet veel meer willen verdienen. Zoveel dat je een nieuw huis kunt laten bouwen, voor je moeder.’
(Naar: Migranten op weg naar droombestemming Saoedi-Arabië, MO.be)
Het huis van Ilapuram Thiruphirupathi valt meteen op bij aankomst in het dorp Thippaipalli, in de Zuid-Indiase deelstaat Telangana. De felblauwe verf op de muren is nog vers, net als de gele randen en roze bloemmotieven. Het gietijzeren hek naar de ruime binnenplaats staat open, zodat iedereen de gloednieuwe motor die er geparkeerd staat, kan zien.
De trotse eigenaar vertelt spontaan waar het geld vandaan kwam: ‘Ik heb vijftien jaar gewerkt in Oman. Daarvoor hadden we niets. Nu hebben we dit huis kunnen bouwen.’
Het loon voor ongeschoolde arbeid ligt in India een stuk lager dan in de Golf. In Oman kon Thiruphirupathi met schoonmaak werk langzaam maar zeker genoeg sparen. Zijn zoon van 22 en dochter van 21 haalden aan particuliere universiteiten een bachelorsdiploma en ook de bruidsschat van de dochter is veiliggesteld. 'Het was niet makkelijk. Ik was ver van huis, maar nu ben ik gelukkig en zonder schulden.'
In totaal werken er ongeveer 7,6 miljoen Indiërs in de Verenigde Arabische Emiraten, Saudi-Arabië, Koeweit, Oman, Bahrein en Qatar. Samen sturen ze jaarlijks 31 miljard euro naar huis, al heeft de pandemie de geldstroom tijdelijk onderbroken. Ondanks de aanhoudende verhalen over uitbuiting, hitte en onmenselijke woonomstandigheden blijft de Golf arbeiders aantrekken. Voor de 22-jarige Manupati Sai, die achter de laptop wacht op zijn jobinterview, maakt het allemaal niets uit. ‘Er zijn geen baankansen hier. Ik kan maximaal 215 euro per maand verdienen en daar het dubbele.’ Het is hem om het even naar welke Golfstaat hij gaat. Bang voor uitbuiting is hij sowieso niet. 'We zijn gewend aan hard werk in de hitte, dus ik weet zeker dat ik daar ook kan werken. Ik heb veel van mijn vrienden, familieleden en buren zien gaan en terugkeren met geld. Dat wil ik ook.'
(Naar: Hitte, uitbuiting, sterfgevallen; en toch willen Indiërs maar wat graag in Qatar werken, Trouw.nl)
8 Welke zijn de drie belangrijkste pull-factoren voor migranten om naar de EU te komen?
onderwijs
familie 28%
4.49 redenen om naar de Europese Unie te komen
9 Onderlijn pushfactoren in de tekst.
LEESTEKST Klimaatverandering stuwt migratie
(…) De migratie vanuit Latijns-Amerika en Centraal-Amerika in het bijzonder, een van de armste regio's ter wereld, piekt als nooit tevoren. Op de vlucht voor armoede, bendegeweld en een economische crisis versterkt door de coronapandemie, hopen miljoenen mensen op een beter leven in het noorden.
Alsof al die ellende nog niet genoeg is, komen daar sinds een aantal jaren ook de effecten van de klimaatverandering bovenop. Rapporten van het Klimaatpanel van de Verenigde Naties voorspellen dat, ondanks de relatief kleine bijdrage van de regio aan de klimaatverandering, Centraal-Amerika de gevolgen ervan sterk zal voelen.
Het is niet langer een sombere toekomstvoorspelling, de impact is nu al zichtbaar in grote delen van Centraal-Amerika en dat zet steeds meer mensen aan om hun regio of zelfs hun land te ontvluchten. Naar schatting een derde van de migranten die uit Centraal-Amerika vertrekken, geeft nu al als reden de gevolgen van de klimaatverandering aan. (…)
De gevolgen van de klimaatverandering uiten zich in Centraal-Amerika op uiteenlopende manieren. Het is een mix van zowel langdurige, extreme en op den duur onhoudbare omstandigheden als plots, brutaal natuurgeweld. Het gaat van extreme droogte tot overvloedige regen, zwaardere tropische stormen en overstromingen door de stijging van de zeespiegel
De hele regio lijdt daar op een of andere manier onder, maar de ernst van de situatie is toch vooral zichtbaar in landen als Honduras en Guatemala, landen die sowieso al straatarm, onveilig en politiek instabiel zijn. (…) Zo begon bijvoorbeeld door de extreme vochtigheid na de doortocht van de twee orkanen Eta en Iota in 2020, de koffieschimmel (opnieuw) te woekeren. Naar schatting 15 tot 25% van de koffieplanten in Centraal-Amerika werd erdoor aangetast. Dit leidde tot een enorme economische crisis in de koffiesector, een van de belangrijkste exportproducten van Honduras. Door de lage koffieprijs leeft een groot deel van de koffieboeren al onder de armoedegrens.
(Naar: VRTnws)
10 Bestudeer de bronnen en los de bijhorende opgaven op.

4.50 Koffieplantage (Honduras)
Tot 143 miljoen mensen in drie kwetsbare regio’s migreren vermoedelijk binnen hun eigen land als gevolg van klimaatverandering tegen 2050.
De Wereldbank voerde een onderzoek hoe klimaatverandering en de gevolgen ervan, mensen ook intern in deze regio’s kan doen migreren. Ze onderzochten hoe waterstress, misoogsten en zeespiegelstijging de bevolkingsspreiding kan beïnvloeden.
Sub-Sahara-Afrika

Pessimistisch (SSP4-8.5)
Zuid-Azië Latijns-Amerika 3 regio’s samen
Meer inclusieve ontwikkeling (SSP2-8.5) Klimaatvriendelijk (SSP4-2.6)
4.51 mogelijke interne klimaatmigratie tegen 2050 in drie regio’s
(˚C)

migratiestromen naar de rest van de wereld ontheemd door rampen getro en door natuurrampen temperatuurverandering t.o.v gemiddelde waarde
Zuid-Azië Filipijnen hittegolven tyfoon (duizend) (miljoen) (miljoen)
4.52 verband tussen migratie en natuurlijke verschijnselen
Totaal aantal ontheemden in 2020
Con icten en geweld
137 000 crimineel geweld
208 000 politiek geweld
694 000 gemeenschappelijk geweld 1,2m andere
m gewapende con icten
Rampen
655 000
Geofysisch weer gerelateerd
518 000 vulkaanuitbarstingen 137 000 aardbevingen
30,7 m 30 m
000 droogtes
m stormen
13,6 m cyclonen, orkanen, tyfoons
988 000 andere stormen
m overstromingen
4.53 aantal nieuwe intern ontheemden in 2020, ingedeeld naar type ramp en conflict (m: miljoen)

Irak Azerbeidzjan Iran Kazachstan Oezbekistan Afghanistan Pakistan Nepal

Canada
Verenigde Staten
Cuba
Mexico
Guatemala
El Salvador
Honduras
Nicaragua
Colombia
Haiti
Dominicaanse Republiek
Brazilië
ontheemden door rampen ontheemden door con icten
Syrië
Turkije
Kroatië
Libië
Soedan
Tsjaad
Mali
Burkina Faso
Niger Nigeria
Kameroen
Centr. Afrik. Rep.
Angola
Democr. Rep. Congo Burundi
Jemen
Somalië
Ethiopië
Kenia
Zuid-Soedan
Oeganda
Madagascar
Tanzania Malawi Mozmabique
4.54 verband tussen migratie en natuurlijke verschijnselen
In 2020 werden er naar schatting 40,5 miljoen mensen in hun eigen land ontheemd. In totaal werden 149 landen en gebieden getroffen.
China
India
Japan
Bangladesh
Myanmar
Vietnam
Cambodja
Filipijnen
Maleisië
Indonesië
Fiji
Vanatu
Australië
Klik op de link in e-ducate.me voor een interactieve wereldkaart over extreme weerfenomenen gelinkt aan klimaatverandering.
a Waar tref je in 2020 de meeste ontheemden door conflicten aan?
b Waar werden in 2020 vooral ontheemden door natuurrampen aangetroffen?
c Zijn alle natuurrampen die aanzetten tot migratie te herleiden naar (extreme) weerfenomenen?
d Welke regio is meest gevoelig voor interne migratie door klimaatverandering?
11 Het migratiesaldo in India is negatief. Zoek belangrijke drijfveren die dit verklaren De links in e-ducate.me kunnen je hierbij helpen.
12 Welk verband bestaat er tussen de globale migratiestromen en de migraties omwille van klimaatverandering?
13 Wat bedoelt men met ‘migratie als adaptatiemaatregel’?
Leg een verband met het effect van klimaatverandering op planten en dieren.
Formuleer aan de hand van de gegeven kernwoorden een antwoord op de onderzoeksvraag. economische - interne - buitenlandse - push/pull - politieke - armere - rijkere - etnische - sociale - intercontinentale - klimaatverandering
Overal in de wereld migreren mensen. De globale stroom verloopt van landen naar landen. is niet de enige reden waarom mensen migreren.
Er zijn ook , , en redenen waarom mensen beslissen hun land te verlaten. Klimaatverandering komt hier vaak als factor bovenop waarom mensen de knoop doorhakken en migreren. Net als alle andere factoren zorgt klimaatverandering voor , en migratie.
Synthese hoofdstuk 2: Gevolgen van klimaatverandering
Klimaatverandering zorgt niet alleen voor een stijging van de gemiddelde temperatuur op aarde, maar heeft ook ingrijpende gevolgen voor mens en milieu. Op het noordelijk halfrond schuiven klimaatgordels op naar het noorden, waardoor dieren en planten hun leefgebied moeten mee verplaatsen. Soorten die zich niet kunnen aanpassen, sterven uit. Dit bedreigt de biodiversiteit en zet de voedselvoorziening onder druk. Sinds 1950 komen extreme weerfenomenen – zoals hittegolven, overstromingen en droogtes – wereldwijd vaker voor. Vooral landen met een laag inkomen worden hierdoor economisch zwaarder getroffen. Tegelijkertijd stijgt de zeespiegel door het uitzetten van opgewarmd oceaanwater én het smelten van landijs. Dit brengt ernstige gevolgen met zich mee voor kustregio’s, zoals verzilting van de bodem, watertekorten, overstromingen en economische schade.
Bovendien kunnen oceaanstromingen, die het klimaat wereldwijd mee reguleren, vertragen of zelfs stilvallen door de opwarming. Dat kan leiden tot nog meer extreme weersomstandigheden in sommige delen van de wereld.
Klimaatverandering beïnvloedt ook migratie. Mensen verhuizen om allerlei redenen: economische, politieke of sociale. Klimaatverandering komt daar steeds vaker als extra duwende of aantrekkende factor bij. Daardoor ontstaat er meer binnenlandse, internationale en zelfs intercontinentale migratie.
Inleiding
1 Beoordeel volgende stellingen. mijn mening
Hoge inkomenslanden doen te weinig om klimaatverandering tegen te gaan. akkoord / niet akkoord
We moeten stoppen met vlees eten om onze broeikasgasuitstoot te verminderen. akkoord / niet akkoord
Vooral multinationals en overheden moeten zich inzetten om de transitie naar een duurzame wereld te realiseren. akkoord / niet akkoord
Meer mensen moeten in steden wonen zodat er meer plaats is voor natuur en open ruimte buiten de steden. akkoord / niet akkoord
2 Brainstorm met je klasgenoten over mogelijke oplossingen voor de klimaatcrisis.
Strijd tegen klimaatverandering
De mensheid bevindt zich door de klimaatcrisis in de gevarenzone. Overstromingen, langdurige droogtes, hittegolven en bosbranden zijn geen verre toekomstbeelden meer, maar realiteit op steeds meer plaatsen in de wereld. Niets doen is geen optie meer. De klok tikt om de uitstoot van broeikasgassen drastisch te verminderen en verdere opwarming van de aarde te voorkomen.
Tegelijk groeit het besef dat we niet alleen de oorzaken van de klimaatverandering moeten aanpakken (mitigatie), maar ook actief moeten inspelen op de gevolgen die zich nu al aandienen (adaptatie). Op het platteland, in de bergen, aan de kust en in de steden is actie broodnodig.
Gelukkig zijn er oplossingen. Van groene stadsplanning en schone energie tot innovatieve mobiliteit en waterbeheer: met slimme keuzes kunnen we onze leefomgeving omvormen tot gezonde, veerkrachtige en duurzame plekken om te leven.
WIST JE DAT De kostprijs van klimaatverandering
Tussen 1980 en 2020 zijn er in de EU meer dan 138 000 mensen overleden als gevolg van extreme weersomstandigheden en klimaatverschijnselen. Duitsland, Frankrijk en Italië werden het hardst getroffen. De financiële verliezen als gevolg van extreme weersomstandigheden en klimaatverschijnselen liepen in de 27 lidstaten in de afgelopen 40 jaar op tot meer dan € 487 miljard. De totale kosten waren het hoogst in Duitsland, Italië en Frankrijk. Denemarken, Oostenrijk en Luxemburg hadden het grootste verlies per hoofd van de bevolking.
- De economische kosten als gevolg van overstroomde rivieren in Europa bedragen gemiddeld meer dan 5 miljard euro per jaar.
- Bosbranden veroorzaken jaarlijks ongeveer 2 miljard euro aan economische schade.
De VN schatten de kosten van klimaatadaptatie op ongeveer 300 miljard dollar per jaar in 2030. Dat geld moet vooral door rijkere landen op tafel worden gelegd om de problemen op te lossen.
Schattingen geven aan dat – als er niets aan gedaan wordt – klimaatverandering de wereldeconomie de komende 50 jaar 178 biljoen (1012) dollar zou kunnen kosten.

- krant van de toekomst -
De Europese Commissie heeft een reeks aanpassingen van het klimaat-, energie-, vervoers- en belastingbeleid van de EU voorgesteld. Die moeten het mogelijk maken om in 2030 netto 55% minder broeikasgassen uit te stoten dan in 1990.
De Europese Green Deal wil de EU omvormen tot een moderne, grondstoffenefficiënte en concurrerende economie:

• een netto-uitstoot van broeikasgassen van nul tegen 2050
• economische groei zonder uitputting van grondstoffen
• geen mens of regio die aan zijn lot wordt overgelaten
Ondergrondse kernreactoren die energie opwekken uit kernafval, kleinere kernreactoren die goedkoper te bouwen zijn en minder kernafval produceren, kernreactoren op thorium in plaats van uranium, veiliger kernfusie, cement uit zeewater, een

Voedsel als klimaatoplossing
4.55
fabriek die CO2 uit de lucht haalt en in de grond pompt, CO2 stockeren in de Noordzee via pijpleidingen, waterstof dat jaren kan worden opgeslagen en in een oogwenk in elektriciteit kan worden omgezet, deeltjes die in de atmosfeer worden gebracht om zonlicht te reflecteren, het walvissenbestand vergroten door het bemesten van oceanen zodat er meer plankton groeit en walvissen meer CO2 opnemen, een vliegtuig dat vliegt op landbouwafval, labvis, kweekvlees en kunstmelk, industrieel geteelde groenten, drones die miljarden boomzaadjes verspreiden, koeien die zeewier eten en zo boeren laten met 80% minder methaan.
Het lijkt science fiction, maar wetenschappers onderzoeken de mogelijkheden van deze en veel meer methoden om de uitstoot van broeikasgassen te beperken. (Uit: GVA.be)

Technologie en klimaatverandering
Technologieën kunnen enerzijds helpen om klimaatverandering in te dijken. Dit noemen wetenschappers klimaatmitigatie. Anderzijds kan de technologie helpen bij het aanpassen aan klimaatverandering. Dit wordt klimaatadaptatie genoemd.

klimaatmitigatie maatregelen om de verdere klimaatverandering door uitstoot van broeikasgassen te verminderen

klimaatadaptatie de aanpassing aan de huidige en toekomstige gevolgen van klimaatverandering
Klik op de links in e-ducate.me om te bekijken hoe landbouw de uitstoot van CO2 kan helpen verminderen.
Uitstoot broeikasgassen per 100 gram proteïne


biefstuk (vleeskoe) kaas melk
schapenvlees
biefstuk (melkkoe) varkensvlees noten peulvruchten gevogelte eieren graan vis (gekweekt) pindanoten erwten soya garnalen


0,44 kg
0,26 kg

Een Australische bierbrouwerij vangt de CO2 op die tijdens het gistingsproces vrijkomt en leidt die af naar bioreactors met elk zo’n 400 liter water. In die reactoren leven micro-algen, die de CO2 verwerken door middel van fotosynthese. De algen worden verwerkt in het veevoeder dat uit de graanresten gewonnen wordt, zodat een volledig circulair systeem ontstaat. Algen kunnen 400 keer efficiënter CO2 opnemen dan een boom. Algen voor veevoeder kunnen ook gekweekt worden in een container met LED-verlichting. Dat bespaart heel wat oppervlakte aan landbouwland.




Handel in waterstof
Chili en Namibië zijn niet de eerste landen waar we aan denken als het over onze energiebevoorrading gaat. Maar de transitie naar een koolstofneutrale economie tegen 2050 – zoals Europa beoogt – zou daar weleens verandering in kunnen brengen. Eind 2021 sloot België met beide landen een samenwerkingsakkoord voor de handel in waterstof. Waterstof is een gas, een energiedrager die bij de verbranding ervan geen CO2 vrijgeeft. Het wordt geproduceerd door het splitsen van water in zuurstof en waterstof. Hier-

Geo-engineering of klimaatengineering is het bewust grootschalig ingrijpen op de systemen van de aarde om klimaatverandering tegen te gaan. Door de hoeveelheid binnenkomende straling te blokkeren (bv. door het kunstmatig reflecteren) of CO2 uit de atmosfeer te halen, tracht men de stralingsbalans terug in evenwicht te brengen. Het op grote schaal ingrijpen op aardse systemen is erg omstreden. Geo-engineering met zonnespiegels zou een heleboel geld kosten en er is nog geen land dat concrete plannen heeft. De studie is voorlopig nog niet toepasbaar. Meer ideeën vind je via de link in e-ducate.me
geo-engineering bewust grootschalig ingrijpen op de systemen van de aarde om klimaatverandering tegen te gaan
bij komt geen schadelijke uitstoot vrij, maar het kost wel veel elektriciteit. België heeft nood aan grote hoeveelheden groene waterstof voor een schone industrie en Namibië heeft overvloed aan zon. Met die overvloedige zon wil het Afrikaanse land, net als Chili, groene waterstof produceren. Die kan dan via schepen kan worden geëxporteerd naar landen als België, die te weinig groene stroom kunnen opwekken om het zelf op grote schaal te produceren. Zo hoopt ons land minder fossiele brandstoffen te moeten invoeren, zoals aardgas uit Qatar.

CO2 veranderen in groene methanol: een koolwaterstof die kan dienen als brandstof voor vliegtuigen, zeeschepen of als grondstof in de chemische industrie voor asfalt, plastic, cosmetica of kledij. Koolstofdioxide kan je uit de lucht halen of vanuit een fabrieksschouw opvangen. Via elektrolyse wordt CO2 gebonden aan groen waterstofgas. De aldus bekomen methanol heeft een neutrale of in het beste geval zelfs negatieve voetafdruk. CO2 oplossen in water: dit water wordt gebruikt om afvalstromen af te breken en een bodemverbeteraar te produceren waarmee de landbouwgrond beter bestand wordt tegen droogte en ziektes.




Gassen
Er zijn verschillende gasvormige energiebronnen. Iedereen kent fossiel aardgas, maar er is ook biogas en groen gas. Biogas wordt geproduceerd uit slib, afval van stortplaatsen, tuinafval, groenten- en fruitresten en dierlijke restproducten, zoals koeienmest. Vervolgens wordt het biogas gezuiverd en gedroogd en op dezelfde kwaliteit als aardgas gebracht. Na deze bewerking heet het groen gas en is het een duurzaam alternatief voor fossiel aardgas.


Bekijk een filmpje over ons energieverbruik, onze broeikasgasuitstoot en mogelijke oplossingen via de link in e-ducate.me


Emissiehandel regelt het recht om broeikasgassen uit te stoten. Met 1 emissierecht mag een bedrijf 1 ton koolstofdioxide (CO2) uitstoten. Het aantal beschikbare rechten is beperkt en daalt elk jaar, zodat het uiteindelijke CO2-doel wordt gehaald. Bedrijven kunnen samen dus steeds minder CO2 uitstoten. De prijs voor een emissierecht, de CO2-prijs, wordt bepaald door vraag en aanbod. De emissiehandel is een marktinstrument om klimaatverandering tegen te gaan. Het geeft bedrijven de keuze: ofwel betalen ze voor rechten om CO2 uit te stoten, ofwel investeren ze dat geld in schonere productiemethoden zodat de CO2-uitstoot voorgoed omlaag gaat.


160 000 TWh
140 000 TWh

120 000 TWh
100 000 TWh
80 000 TWh
60 000 TWh
40 000 TWh
20 000 TWh
TWh


wereld niet-OESO
OESO
China
Verenigde Staten
India
Brazilië
Energieverbruik op basis van hernieuwbare fossiele brandstoffen
120 000 TWh

100 000 TWh
80 000 TWh
60 000 TWh
40 000 TWh
20 000 TWh
TWh


Energieverbruik op basis van hernieuwbare energiebronnen


000 TWh 10 000 TWh 15 000 TWh
TWh


wereld niet-OESO
OESO
China
Verenigde Staten
India
Brazilië
wereld niet-OESO
OESO

China
Verenigde Staten
Brazilië
India
Noot: De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) is een organisatie van geïndustrialiseerde landen, gericht op het ondersteunen van economische ontwikkeling van de lidstaten. 38 landen, waaronder België en de VS, maken deel uit van de OESO. Klik op de link in e-ducate.me om andere regio’s of andere energiebronnen te bestuderen.











Tuin als opslag voor koolstof
Slimme hutten
In arme, meestal landelijke delen van Sub-Sahara-Afrika wonen heel wat mensen in hutten. Het ontbreekt deze hutten qua inrichting misschien wel aan basiscomfort, maar op technisch vlak en naar duurzaamheid toe zitten deze hutten zeer vernuftig in elkaar. Zo maakt men gebruik van lokale materialen om deze hutten te

bouwen. Dat zorgt ervoor dat geen materialen geïmporteerd moeten worden. Daarnaast blijft een huis met een rieten dak langer koel. 'Als je water uit een pot drinkt, is het zo koud als water uit de koelkast', zegt de voorzitter van de Oegandese Nationale Organisatie van Vakbonden. Dat er vandaag weer meer hutten gebouwd worden, is het gevolg van

‘Een goed beheerd grasland bergt soms meer koolstof dan een bos’, zegt Filip Meysman, coördinator van CurieuzeNeuzen in de Tuin. ‘Laat je gras langer groeien, zodat het kan investeren in wortels om koolstof in op te slaan. En als je het afrijdt, laat het liggen als mulch of houd het binnen je tuin. Composteer het, of leg het onder de struiken, net als bladeren en snoeiafval. Bewerk de bodem zo min mogelijk.’ Tuinen die koolstofslim beheerd worden, kunnen een gelijkaardig koolstofgehalte bereiken als een doorsnee natuurgebied.

Hitte-eilande ect


de stijgende temperatuur in Afrika als gevolg van de opwarming van de aarde. Om klanten aan te trekken, hebben nu ook steeds meer hotels en luxueuze pubs hun huisjes en bars bedekt met gras. Zowel klei als gras zijn goede isolatoren, maar ze zijn poreus en laten een vrije luchtstroom toe.
stedelijke canyons blokkeren de wind en houden warmte vast donkere oppervlakken absorberen energie en houden warmte vast antropogene warmtebronnen
warmte geproduceerd door industrie, gebouwen, voertuigen en airconditioning, verwarmt de lucht


Een smart city of slimme stad denkt na hoe het technologie kan gebruiken. Het gaat verder dan het gebruik van digitale technologieën voor een beter gebruik van hulpbronnen en minder uitstoot. Het betekent slimmere stedelijke vervoersnetwerken, verbeterde watervoorziening en af-


valverwerking en efficiëntere manieren om gebouwen te verlichten en te verwarmen. Het betekent ook een betere, kwaliteitsvolle digitale dienstverlening op maat van de burger.
Een Urban Digital Twin (Stedelijke of Lokale Digitale Tweeling) is een



virtuele kopie van de stad. Het biedt in de virtuele omgeving een actueel overzicht van de toestand van een stad. Dat laat toe om beleidsmaatregelen en andere geplande ingrepen te simuleren en te testen. Op die manier kan een stadsbestuur betere beslissingen nemen.


Airco voor de stad
De toenemende verstedelijking, de zeer dense bebouwing die voor lage windsnelheden zorgt en de vaak donkere verharding van het grondoppervlak hebben niet alleen gevolgen voor de watervoorraden, maar leiden in toenemende mate tot verhoging van de temperaturen en tot hittestress in de stad. Dit effect wordt versterkt door de klimaatverandering en de hierdoor veroorzaakte temperatuurstijging. Natuurgebieden als het Zoniënwoud bij Brussel zijn op warme dagen verschillende graden koeler dan hun stedelijke tegenhangers. Dat hebben ze te danken aan hun grootte en



Satellieten en drones worden ingezet voor het verzamelen van gegevens over mobiliteit en stedelijk onderhoud, drones bezorgen pakketjes ...
het ontbreken van verharding. (…) Door hun geïsoleerde ligging temidden van bebouwing hebben stadsparken veel sneller te kampen met droogtestress dan de niet-stedelijke of randstedelijke natuurgebieden. Het verkoelende effect van de vegetatie zal er eveneens sneller in kracht afnemen. Ondanks de verkoelende functie van deze stadsparken, kunnen we er niet omheen dat de airco's buiten de stad harder blazen. Door hindernissen voor de wind te verwijderen uit de stad, kan men de koelte van niet-stedelijke natuurgebieden tot in de stad brengen. Het is van groot belang om de grote groene randstedelijke gebieden te

verbinden met kleinere stedelijke groenstructuren zoals parken en straatbomen die de koele lucht zo diep mogelijk in de stad kunnen verspreiden. Als het slim aangepakt wordt, kunnen deze ventilatie-assen nog een ander doel dienen: de stadsbewoners op een duurzame, gezonde en koele manier tot bij de natuur brengen. Hoewel de groene zones in en rond een stad tijdens een hittegolf een beetje voor afkoeling zullen zorgen in de bebouwde zones, zullen de groene ruimtes zelf nog altijd koeler blijven dan de verharde gebieden. (Naar: Natuurpunt.be)


Daken en gevels worden gebruikt om te vergroenen. Groen op daken is belangrijk voor de biodiversiteit in de stad, voor bu ering van regenwater en voor de hitte-stress. Verticale tuinen nemen bijna geen plaats in, maar zorgen toch voor een tuingevoel.

Restwarmte van bedrijven wordt hergebruikt.


Aardwarmte of geothermie is de natuurlijke warmte onder het aardoppervlak. Die komt van de gloeiend hete kern van onze planeet.
Het Sigmaplan is een initiatief van de overheid om Vlaanderen te beschermen tegen overstromingen. Bij extreme weersomstandigheden kunnen de Schelde en haar zijrivieren gevaarlijk hoge waterstanden bereiken en zelfs overstromen. Daarom investeert het Sigmaplan in stevigere en hogere dijken en een reeks van natuurlijke overstromingsgebieden in de riviervalleien. Zulke gebieden kunnen op een gecontro-

Micro-algen groeien op de gevel van gebouwen. Ze helpen bij het regelen van de buiten- en binnentemperatuur, werken luchtzuiverend, nemen CO2 op en geven O2 af.

leerde manier overtollig rivierwater opvangen. Zo geven we de rivieren ruimte om te stromen én te overstromen.
In Antwerpen moet de 900 meter lange waterkeringsmuur aan de Scheldelaan de stad en de bedrijventerreinen in de haven beschermen tegen hoge waterpeilen van de Schelde. Bij de bouw van de waterkeringsmuur werd de mogelijkheid voorzien om transportleidingen
Regenwater wordt opgevangen en hergebruikt.

onder de grond langs de Scheldelaan te leggen. Zo kan wegtransport verminderd worden. De Vlaamse Waterweg en Havenbedrijf Antwerpen schakelden de hulp in van graffitikunstenaars om de muur van kleur te voorzien. Ook andere steden nemen acties om een leefbare stad te maken. Klik op de link in e-ducate.me om te achterhalen welke maatregelen Gent neemt.
Klik op de link in e-ducate.me om de evolutie van de stedelijke bevolking in de wereld te bekijken.


1 Bestudeer de evolutie van het totale energieverbruik, het gebruik van fossiele brandstoffen en van hernieuwbare brandstoffen (fig. 4.54 - 4.56).
a Vul de tabel aan.
totale energieverbruik energieverbruik o.b.v. fossiele brandstoffen energieverbruik o.b.v. hernieuwbare energiebronnen
Wereld
China OESO
b Waarop is het energieverbruik hoofdzakelijk gebaseerd?
c Energieverbruik op basis van fossiele brandstoffen / hernieuwbare energie kent de sterkste stijging.
2 Overstappen op schone energie is nodig om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen, maar wat is de belangrijkste stap in de energietransitie?
3 Figuur 4.59 toont verschillende geo-engineering-technieken die naar voor geschoven worden in de strijd tegen klimaatverandering.

a Wat is het doel van onderzoek naar mogelijkheden om aërosolen in de atmosfeer te injecteren en onderzoek naar genetische modificatie om bleke gewassen te kweken?
b Markeer op bovenstaande figuren de technieken met een gelijkaardige werking met groen. Biochar is een houtskoolachtige stof die verkregen wordt door organisch materiaal onder zuurstofloze omstandigheden te verhitten tot voorbij 350 °C. Dit is moeilijk afbreekbaar en verbetert zo de CO₂opslag in de bodem en vermindert de uitstoot van N₂O.
c Wat is het doel van onderzoek naar biochar en het planten van heel veel bomen in de woestijn?
d Markeer met blauw op bovenstaande figuren de technieken met dezelfde werking.
e Plaats de M van mitigatie of de A van adaptatie op de figuur bij de verschillende oplossingen door geo-engeenering.
4 Lees het artikel en beoordeel de duurzaamheid van de powerbank op zonne-energie. Kleur de delen van het donutmodel groen waarop de powerbank een positief effect heeft en kleur ze rood bij een negatief effect.

Niets heerlijker dan dagenlang ronddwalen over een weide om het ene na het andere concert mee te pikken. Toch kan het minder fijn worden wanneer je je vrienden wil zoeken en je smartphone zonder batterij valt. Een powerbank kan in dat geval een oplossing bieden, maar ook die wil je kunnen opladen en zonder stopcontact op de festivalweide of camping sta je nergens. Gelukkig is er een alternatief: powerbanks die werken op zonne-energie. (Uit: HLN.be)
5 Lees onderstaand artikel. Is dit een duurzame bron van energie? Welke is de belangrijkste grens uit het donutmodel van Raworth die je voor je argumentatie nodig hebt? In 1998 stond dit artikel in de krant:
In de modder op de bodem van de oceanen zit misschien wel genoeg energie opgeslagen om de gehele aarde in de nabije toekomst van brandstof te voorzien. Bevroren methaan, geproduceerd door diepzeebacteriën en opgebouwd gedurende duizen-

den jaren, geeft ons misschien de mogelijkheid van een nog nooit aangeboorde energiebron van enorme omvang. Misschien is deze energiebron dé oplossing voor onze oprakende voorraden aan olie en gas.
Formuleer aan de hand van de gegeven kernwoorden een antwoord op de onderzoeksvraag. de stralingsbalans - minder en schonere - minder - nieuwe - energieproducerende technieken - energie
Duurzaam gebruik van energiebronnen begint bij verbruiken van . Onderzoek naar technologieën kan ondersteunend werken in de transitie naar energie. De wetenschap zoekt tegelijk manieren om de bestaande te verbeteren en manieren om te beïnvloeden.
Vraag Wat is de rol van technologie in de transitie naar duurzame en leefbare steden? 9
1 Formuleer een hypothese bij de onderzoeksvraag.
2 Hoe ontstaat het hitte-eilandeffect? Verbind de termen in de feedbackloop. Plaats een + bij een versterkend effect, een - bij een verzwakkend effect.
stedelijke bevolking
bebouwing
verharding water
verkeer industrie
verdamping vegetatie + + +
temperatuur broeikasgassen antropogene warmtebronnen
3 Zowel op vlak van oorzaken als gevolgen worden steden hotspots van klimaatverandering genoemd. Tegelijk (of net daarom) vormen steden ook een cruciaal onderdeel in de oplossing van klimaatverandering. Verklaar dit door de uitspraken onder te brengen bij hotspot of oplossing.
Veel kuststeden zullen de gevolgen van de zeespiegelstijging ondergaan.
Door ingrijpende maatregelen te nemen zoals bv. groendaken, aanplanting van groen, emissie-arm openbaar en ander vervoer, gebruik van andere bouwmaterialen met een hoger albedo, aanleg van waterpartijen, stadsplanning in functie van de windrichting, waterkeringsmuren ... kan de broeikasgasuitstoot dalen, daalt de temperatuur verder en kunnen gevolgen van klimaatverandering teruggedrongen worden.
Vaak zijn innovatieve bedrijven in steden gevestigd: de kennis is er daarom vaak aanwezig.
Steden zijn warmer dan hun omgeving. Hittegolven treffen steden harder. Met vrij eenvoudige ingrepen zoals ontharding en vergroening kan de temperatuur al dalen.
In steden wonen veel mensen samen, daarom maken extreme weerfenomenen in steden veel slachtoffers.
Heel wat activiteiten zoals industrie stoten veel broeikasgassen uit.
4 Steden klimaatbestendig maken kan door maatregelen te nemen die ingrijpen op de stralingsbalans. a Licht aan de hand van de stralingsbalans toe welke keuzes de ontwerper van deze wijk maakte.

MAATREGEL
WAAROM? witte muren
gebouwen staan voldoende ver uit elkaar
Vegetatie aanplanten
b Welke wijzigingen zou je zelf nog aanbrengen om de opwarming in deze wijk zo beperkt mogelijk te houden?
5 Beoordeel of het in deze artikels en foto’s gaat om klimaatmitigatie of klimaatadaptatie.
Door over te stappen van aardgas naar geothermie kunnen huizen aanzienlijk minder CO2 uitstoten. Bij het winnen van aardwarmte komt er methaan en CO2 vrij, maar wel vele malen minder dan bij het verwarmen met aardgas. Geothermie kan de uitstoot van een warmtenet met bijna 60% verminderen.
Een gecontroleerd overstromingsgebied is een gebied naast een rivier, dat bij extreem hoge waterstanden in de rivier het overtollige water kan opvangen. Het water kan dan over een overloopdijk in het gebied stromen. Een hoge, stevige ringdijk beschermt de achterliggende regio tegen wateroverlast. Bij eb loopt het overstromingsgebied leeg via lage uitwateringssluizen. Zo is het weer klaar tegen een volgende stormvloed.

Coca-Cola herstelt dertien visvijvers in de Nederlandse provincie Brabant. In 2030 wil het bedrijf al het water dat het wereldwijd onttrekt voor het maken van frisdrank, teruggeven aan de natuur.
Een dijk van 25 km lang en zo'n 19 meter hoog voor de Nederlandse kust met aan beide kanten van de dijk een kilometersbreed duinengebied. Met dat idee speelt Nederland. De kosten voor zo'n nieuwe dijk zijn geraamd op zo'n 92 miljard euro. Dat bedrag kan over heel veel jaren worden uitgesmeerd. Dus per jaar betekent het maar één of twee miljard. 'Maar kijk eens naar ons huidige dijkonderhoud, dat kost ook een miljard euro', aldus Dick Butijn, lid van de Commissie Zeespiegelstijging van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat in Nederland.
6 Inzetten op luchtkwaliteit en uitstoot van broeikasgassen zijn onderdeel van de overgang naar een leefbare stad.
LEESTEKST Duurzaam in de ene regio, niet altijd in een andere
Terwijl steden als Antwerpen, Gent en Brussel hun lage-emissiezones uitbreiden of strenger maken, schafte Rotterdam de milieuzone vanaf 1 januari 2020 af.
‘De milieuzone levert Rotterdam nog zo weinig voordeel op dat we ze kunnen afschaffen. Behalve dan voor vrachtwagens, waarvoor strengere normen gelden’, zegt een woordvoerder van Rotterdams schepen van Mobiliteit Judith Bokhove (GroenLinks). Het wagenpark werd tijdens het vorige mobiliteitsplan (2015-2018) enorm vergroend. Door een stimulerende slooppremie zijn er in Nederland nog maar weinig vervuilende dieselwagens. In de stad Rotterdam zouden er op zo’n 250 000 wagens nog slechts 1700 vervuilende dieselwagens rondrijden. In Vlaanderen is het aandeel diesels 53%. ‘Een belangrijke reden voor de stad Rotterdam om de emissiezone op te heffen is dat de resultaten van de metingen van de
luchtkwaliteit voor en na het invoeren van de milieuzones best tegenvielen’, zegt Nils Hooftman, expert voertuigemissies aan de VUB-MOBI onderzoeksgroep. De milieuzone heeft zijn impact gehad en gaat nu dus op de schop. ‘De repressieve maatregel had parallel kunnen blijven lopen, maar het stadsbestuur geeft de voorkeur aan positieve prikkels’, klinkt het. Het stadsbestuur stapt over op nieuwe, meer structurele maatregelen. Zo zijn er afspraken met bedrijven en handelaren in de binnenstad om hun bevoorrading enkel met elektrische voertuigen te doen. Rotterdam zal ook experimenteren met infrastructuur: meer ruimte voor zwakke weggebruikers, openbaar vervoer, deelvervoer en schonere vervoersmodi.
a Hoe pakken Gent, Antwerpen en Brussel de emissie aan?
b Hoe pakt Rotterdam de emissie aan?
Formuleer aan de hand van de gegeven kernwoorden een antwoord op de onderzoeksvraag. anders inrichten - nieuwe technolgieën - overheden - hernieuwbare energiebronnen - individu - energieverbruik
Onderzoek naar kunnen ondersteunend werken bij de aanpak van de klimaatcrisis, maar we mogen er niet volledig op vertrouwen. Ook en moeten een (duurzame) bijdrage leveren in het verminderen van het , het gebruik van , het van steden en gebouwen ...
Vraag
Casus: Nusantara als nieuwe hoofdstad: uitspatting of noodzaak?
1 Lees de tekst
LEESTEKST Nusantara wordt de nieuwe hoofdstad van Indonesië
De overheid van Indonesië besliste in 2022 om de nieuwe hoofdstad Nusantara te bouwen. Het is niet de bedoeling om de 11 miljoen inwoners van de stad (of 30 miljoen van de agglomeratie) te verhuizen, wel om de overheidsinstanties naar een nieuwe plaats te brengen.
De wetgevers zeggen dat het de bedoeling is dat Nusantara een milieuvriendelijke stad wordt. Zo moet ze al haar energie uit hernieuwbare bronnen halen, 10 procent van haar oppervlakte aan voedselproductie wijden en ervoor zorgen dat 80 procent van de mobiliteit door openbaar vervoer wordt aangestuurd. De stad wordt ook groot in oppervlakte om veel groene ruimtes te kunnen laten tussen huizen, kantoren en andere infrastructuur.
4.62 ligging van de nieuwe hoofdstad Nusantara
Terwijl Jakarta het zakencentrum blijft, moet Nusantara volgens de regering van president Widodo een ‘slimme, moderne en internationaal erkende stad’ worden. Met daarin nieuwe gebouwen voor alle ministeries, het presidentieel paleis en huisvesting voor 900.000 tot 1,5 miljoen mensen, vooral overheidspersoneel en hun gezinnen.
Terwijl de problemen in Jakarta niet worden opgelost, geeft de regering gigantische bedragen uit aan het verhuizen van ambtenaren. De bouwkosten van de nieuwe hoofdstad worden geschat op 30 miljard euro. In 2024 zijn het presidentiële paleis, een paar flats en een voetbalterrein voor de nationale ploeg gebouwd. De lokale bewoners blijken 5 jaar na de beslissing tot het bouwen van de nieuwe hoofdstad uitgesloten van elke besluitvorming over de toekomstige stad. De officiële deadline is 2045, maar of de opvolger van Widodo zal blijven investeren in de nieuwe hoofdstad is een vraagteken.
(bron: Vrtnws, De Standaard)
Noord-Jakarta is de laatste 10 jaar met 2,5 meter gedaald en daalt verder aan een snelheid van 25 cm per jaar in sommige delen. Het is gebouwd op een moeras.

4.63 Jakarta zinkt weg
4.64 bevolking woonachtig in stedelijke en landelijke regio’s, Indonesië, 1700-2023
2 Vergelijk het natuurlijke kapitaal (biodiversiteit, bodem, water etc.) van Jakarta met de locatie voor de nieuwe hoofdstad Nusantara. Hoe groot is het risico op de bedreigingen voor het ecosysteem aarde zoals geformuleerd in de tabel. Klik daarvoor op de link in e-ducate.me.
a Vergelijk het natuurlijke kapitaal in Jakarta en Nusantara. Klik in de website op “hotspots”. Kies bij “natural capital hotspot layers” voor “terrestrial”. Onderzoek de verschillende lagen afzonderlijk voor beide locaties.
JAKARTA NUSANTARA
Uitputting van de atmosfeer (temperatuur en uitstoot van broeikasgassen) (laag = atmosphere depletion)
Uitputting van de biodiversiteit (laag = biodiversity depletion)
Uitputting van de bodem en sedimenten (bodemerosie, veranderingen in zoutgehalte en koolstofvoorraden) (laag = soil and sediments depletion)
Uitputting van water (laag = water depletion)
b Vergelijk de impact van volgende factoren op de ecosysteemdiensten in Jakarta en Nusantara. Klik daarvoor op het onderdeel “impacts”.
Lichtvervuiling (laag = disturbances (e.g noise, light) –kies ‘light pollution’)
Luchtvervuiling: fijnstof (laag = emissions of non-GHG air pollutants PM 2.5)
Vaste afvalstoffen (laag = generation and release of solid waste) – per land uitgedrukt
c Vergelijk het voorkomen van deze factoren (te vinden onder ‘dependencies’ – Kies voor de ecosysteemdienst ‘global climate regulation services’)
Aanwezigheid van oorspronkelijke soorten (habitat intactness onder het menu ‘structural and biotic integrity’)
Bodemdegradatie (soil degradation onder het menu soils and sediments)
Droogte (drought severity onder het menu droughts)
Overstromingen (flood occurence onder het menu flooding)
Meer grond voor landbouwactiviteiten (gain in agricultural area onder het menu land/freshwater/ seabed area modification)
Zeespiegelstijging (sea level rise onder het menu sea level rise
d Wat kan je besluiten over het natuurlijke kapitaal en de ecosysteemdiensten die het systeem aarde in Jakarta levert? Wat is het effect op landbouwopbrengsten, grondstoffen, de beschikbaarheid van zoet water etc?
3 Klik op de link in e-ducate.me om de interactieve atlas van het IPCC te openen. Onderzoek voor de regio rond Indonesië hoe de wetenschappers van het IPCC de veranderingen in extreme weerfenomenen in Indonesië en omgeving inschatten.
WELKE VERANDERINGEN IN INTENSITEIT OF FREQUENTIE ZIJN AL VASTGESTELD?
IS DIT GELINKT AAN KLIMAATVERANDERING? (WITH ATTRIBUTION)
WAT WORDT VERWACHT IN DE TOEKOMST? (PROJECTIONS)
Extreme hitte (extreme heat)
Hevige regenval met verstroming (heavy precipitation and pluvial flood)
(river flood)
Tyfoons (tropical cyclones)
Zeeniveau (relative sea level)
Overstromingen aan de kust (coastal flood)
Kusterosie (coastal erosion)
Maritieme hittegolf (marine heatwave)
Noot: De verwachtingen voor de toekomst zijn gebaseerd op het RCP8.5-scenario tegen 2050 en/of een globale opwarming van 2°C.
4 Bekijk de link in e-ducate.me. Hoe evolueerde de bebouwing in Jakarta?

5 Overstromingen treffen de bevolking hard. Welk sociaal fenomeen is nog zichtbaar op de foto?
6 Hoe is het gesteld met het beschikbare water in Jakarta? Klik op de link in e-ducate.me.
• Overall water risk (alle watergerelateerde risico’s zoals vervuiling, beschikbaarheid van water):
• Water stress (verhouding voor tussen het totale waterverbruik t.o.v. de beschikbare hernieuwbare oppervlakte- en grondwatervoorraden):
7 Welke factoren kunnen het wegzinken van Jakarta verklaren?
8 Bekijk de foto. Welk milieuprobleem ontstaat als gevolg van de mobiliteitsproblemen waarmee Jakarta kampt?

9 Zou jij het advies van de beleidsmakers om de hoofdstad te verplaatsen volgen op basis van het voorgaande onderzoek? Schrap wat niet past.
Deze gegevens zijn duidelijke/geen duidelijke pull/push-factoren.
10 Waarom is er toch ook veel verzet tegen de bouw van de nieuwe hoofdstad? Zoek het antwoord in de natuurlijke vegetatie. Zoek ‘Nusantara Capital City’ in Google Maps. Ga eens via ‘Street View’ kijken naar de vegetatie.
11 Wat is niet duurzaam aan de manier waarop de Indonesische regering de bouw van de stad Nusantara wil aanpakken?
12 Help de overheid van Indonesië van Nusantara een klimaatbestendige en duurzame stad te maken. Hoe moet Nusantara er voor jou uit zien? Noteer waarmee je zeker rekening moet en wil houden.
13 Denk na over en ontwerp een klimaatbestendige stad. Je kan het donutmodel van Raworth als leidraad gebruiken. Presenteer je werk.
Formuleer aan de hand van de gegeven kernwoorden een antwoord op de onderzoeksvraag.
ontbossing - moeten mogelijk verhuizen - millieuproblemen - energie - ongelijkheden - overbevolkinginfrastructuur - verkeersproblemen - biodiversiteitsverlies
De bouw van Nusantara als nieuwe hoofdstad van Indonesië kan zowel als een noodzaak als een uitspatting worden bekeken.
Noodzaak omwille van in Jakarta (wegzinken van de stad, , , nood aan duurzame en duurzame ). Uitspatting omwille van hoge kosten, milieu-impact ( en ), sociale gevolgen ( , lokale gemeenschappen )
Synthese hoofdstuk 3: Stop klimaatverandering
De strijd tegen de klimaatcrisis begint bij minder energie verbruiken. Duurzaam omgaan met energie betekent dus niet alleen overstappen op hernieuwbare bronnen, maar vooral ook: energie besparen.
Wetenschappers en ingenieurs ontwikkelen technologieën die deze overgang kunnen ondersteunen. Zo wordt er gezocht naar betere manieren om energie op te wekken, zoals efficiëntere zonnepanelen of windmolens. Daarnaast proberen onderzoekers ook de bestaande technologieën te verbeteren en zelfs de stralingsbalans van de aarde te beïnvloeden, bijvoorbeeld via technologieën die zonlicht terugkaatsen of technologieën en technieken die broeikasgassen uit de atmosfeer halen.
Maar technologie alleen is niet genoeg. Alle mensen en overheden op alle niveaus moeten hun steentje bijdragen. Minder energie gebruiken, meer hernieuwbare energie inzetten, en steden en gebouwen duurzamer inrichten zijn allemaal belangrijke stappen.
ID 1 Hoe beïnvloeden klimaatverandering en ozon elkaar?
Het gat in de ozonlaag en klimaatverandering zijn niet hetzelfde en geen directe oorzaak of gevolg van elkaar, maar toch zijn beide op een complexe manier aan elkaar gelinkt.
LEESTEKST Ozon en klimaatverandering
Ozon bevindt zich op verschillende niveaus in de atmosfeer. Ozon is aanwezig in de onderste luchtlagen (< 14 km, de troposfeer). Bij de vorming van ozon hier, ook ozonsmog genoemd, spelen een hoge temperatuur en veel zonnestraling een rol. Ook windpatronen spelen een rol bij de vorming. In België ontstaat ozonsmog gewoonlijk tijdens mooie, zonnige dagen waarop de vervuiling blijft hangen maar ook meer vervuilde luchtdeeltjes (afkomstig van uitlaatgassen, verf, insecticiden, maar ook bosbranden of moerassen) door een zwakke wind worden aangevoerd. Als deze omstandigheden vaker voorkomen, zal er ook vaker ozonsmog ontstaan.
Ozon gedraagt zich in de onderste luchtlaag als een broeikasgas. Recent onderzoek heeft uitgewezen dat ozonsmog hoofdzakelijk op het noordelijk halfrond ontstaat, maar 'lekt' naar de zuidelijke oceanen. Het veroorzaakt veranderingen in windpatronen waardoor oceaanstromingen veranderen en de verdeling van warmte in de zuidelijke oceanen verandert. Daarnaast ontstaan grotere contrasten in de concentraties aan zout en in temperatuur.
Vroeger was al geweten dat ozon in de onderste luchtlagen een negatief effect heeft op onze gezondheid. Ozon maakt de luchtwegen gevoeliger voor allergenen, wat kan leiden tot astma-aanvallen. Daar komt nu ook het negatieve effect van de klimaatverandering bij.
Ozon is ook aanwezig in hogere luchtlagen (14-50 km, de stratosfeer), waar het de ozonlaag vormt. Het ontstaat daar door het inwerken van zonlicht op zuurstofatomen en weert daardoor de schadelijke UV-straling van de zon. De ozonlaag heeft dus een beschermend effect op het leven.
Het gat in de ozonlaag bevindt zich boven de Zuidpool. Het wordt veroorzaakt door de menselijke uitstoot van CFK’s (drijfgas in spuitbussen) die een krachtig broeikasgas zijn. CFK's zijn in zodanig kleine concentraties aanwezig dat ze een kleine bijdrage leveren in het versterkt broeikaseffect.
Het gat in de ozonlaag heeft een licht koelend effect. Ozon in de stratosfeer absorbeert namelijk warmte die door gassen in lagere luchtlagen worden uitgestraald. Minder ozon in de stratosfeer ter hoogte van de Zuidpool zorgt ervoor dat er iets meer warmtestraling kan ontsnappen naar de ruimte. Hierdoor wordt het temperatuurverschil tussen de troposfeer en de stratosfeer groter, wat een invloed heeft op de wereldwijde weerpatronen zoals het ontstaan van stormen en de intensiteit van neerslag in de subtropen. Koudere temperaturen in de stratosfeer verhogen ook de kans op het vergroten van het gat in de ozonlaag.














1 Wat is het effect van een toename van de ozonconcentratie in de onderste laag van de atmosfeer?
2 Hoe beïnvloedt klimaatverandering de ozonconcentratie in de onderste laag van de atmosfeer? Zoek het verband tussen ozonsmog, klimaatverandering en bosbranden.
3 Wat is het effect van een afname van de ozonconcentratie in de hogere luchtlagen?
In 2021 is er voor het eerst sinds de start van de metingen in 1978 geen ozondag geweest in België. Dit wil zeggen dat de drempelwaarde (meer dan 180 microgram ozongas per kubieke meter lucht) nergens in België overschreden werd. In 2020 werden er nog 12 ozondagen geteld en werd de alarmdrempel overschreden. Het grote verschil is hoofdzakelijk toe te schrijven aan de warme, droge zomer van 2020 met een hittegolf in augustus en er volgde een regenachtige zomer zonder hittegolven in 2021.
ID 2 CO2-uitstoot in een historisch perspectief
Onderzoek via de link op e-ducate.me de evolutie van de CO2-uitstoot sinds het begin van de industriële revolutie.
1 Welk land stootte bij het begin van de industriële revolutie CO2 uit?
2 Sinds wanneer is het aandeel van Japan beginnen toenemen?
3 Vanaf wanneer vertonen de meeste landen een toename in uitstoot van CO2?
4 Welke continenten hebben sinds de industriële revolutie al de grootste bijdrage geleverd aan de uitstoot van CO₂?
5 Welke vijf landen zijn de grootste CO₂-uitstoters tot nu toe?
6 Wat is het effect van globalisering op de toename van de wereldwijde CO2-uitstoot?
Bekijk de links in e-ducate.me
Benodigdheden
leeg plastic flesje (best uit iets hardere plastic)
dop en/of stukje klei en/of lijmpistool
rietje
waterkoker, een warmtelamp of een plaats met direct zonlicht
emmertje
stift
Proefopstelling
Vul de fles met water (je kunt ook wat kleurstof toevoegen aan het water).
Plaats het rietje in de fles.

Sluit de fles af (maak een gaatje in de dop waar het rietje door kan, sluit verder af met een propje klei of lijm).
Plaats de fles in het emmertje.
Formuleer een onderzoeksvraag
Formuleer een hypothese
Proef
• Markeer de waterhoogte op het rietje.
• Giet warm water (max. 50 °C: plastic mag niet smelten) in het emmertje of plaats de fles in de zon of bij een warmtebron.
• Bekijk en noteer wat er gebeurt.
Waarneming
1 Wat stel je vast?
2 Waarom gebeurt dit?
3 Pas dit principe toe op de oceanen.
ID 4 Experiment 2: IJs en de zeespiegel
Benodigdheden
2 bakjes
water
ijsblokjes
klei (of iets dat in het water kan geplaatst worden)
meetlat
Proefopstelling
Plaats twee gelijke blokken klei in de bakjes. De klei stelt het land voor.
Leg ijsblokjes op de klei in bakje 1 en noteer op een stukje papier: landijs.

Leg in bakje 2 evenveel ijsblokjes op de bodem van het bakje en noteer op een stukje papier: drijvend ijs.
Proef
• Vul bakje 2 met water tot het ijs drijft.
• Vul bakje 1 met water tot hetzelfde niveau als dat met drijvend ijs. Gebruik een meetlat om de waterhoogte te bepalen en noteer de hoogte of trek een streepje op de bakjes.
Hoogte waterstand:
• Wacht tot de ijsblokjes gesmolten zijn, meet de waterhoogte in beide bakjes en noteer de waarden.
Hoogte waterstand bakje 1 (landijs):
Hoogte waterstand bakje 2 (drijvend ijs):
Waarneming
1 Wat stel je vast?
2 Verklaar het verschil in hoogte.
3 Pas dit verschijnsel toe op land- en zee-ijs en de zeespiegelstijging.
ID 5 Wat is het effect van klimaatverandering in België?
Het klimaat in België is gematigd, dus niet te warm, niet te koud. Dat komt grotendeels door de nabijheid van de zee. Het water warmt traag op, maar geeft ook traag de warmte weer af. Onze zomers zijn daardoor niet erg heet en onze winters niet erg koud. De warme Golfstroom die vanuit de Golf van Mexico WestEuropa bereikt, brengt een relatief warme stroom water mee. De overheersende zuidwestenwind in onze regio neemt die warmte over, wat ons klimaat mildert. Het opwarmende oceaanwater en het afsmelten van het ijs in Groenland zorgen voor het vertragen of op termijn zelfs het stilvallen van het warmtetransport. Het effect hiervan is nog niet helemaal duidelijk, maar we zien toch al aanwijzingen op de kaarten 4.56.

4.68 regenval in winter (links) en zomer rond 2085 volgens het RCP 8.5-scenario (het worst-case scenario)
1 Welke trend doet zich voor tegen 2085?
Onderzoekers verwachten dat de oceaanstroming tegen het einde van deze eeuw zo’n 34 tot 45% zwakker zal zijn. Naast veranderingen in het klimaat, resulteert dit ook in een regionale zeespiegelstijging in het noordoosten van de Atlantische Oceaan met 10-15 cm.
2 Klik op de link in e-ducate.me om de interactieve atlas van het IPCC te openen. Onderzoek voor onze regio hoe de wetenschappers van het IPCC de veranderingen in extreme weerfenomenen voor België inschatten.
Welke veranderingen in intensiteit of frequentie zijn al vastgesteld? (past trend)
Is dit gelinkt aan klimaatverandering? (with attribution)
Wat wordt verwacht in de toekomst? (projections)
Extreme hitte (extreme heat)
Koude periodes (cold spell)
Hevige regenval met overstroming (heavy precipitation and pluvial flood)
Droogte (hydrological drought)
Hevige storm (severe wind storm)
De verwachtingen voor de toekomst zijn gebaseerd op het RCP 8.5-scenario tegen 2050 en/of een globale opwarming van 2 °C.
14 Onderzoek de gevolgen van klimaatverandering voor je woongemeente voor enkele momenten in de toekomst en voor je schoolgemeente tegen 2100.
Klik daarvoor op de link in e-ducate.me
Vink in de rechterkolom (onderaan bij ‘kaart’) de gemeentegrenzen aan en klik vervolgens op de gemeente die je wilt onderzoeken.
Selecteer boven de kaart het tabblad met het gevolg van klimaatverandering dat je wil onderzoeken en klik vervolgens in de rechterkolom onder ‘kaart’ op de te onderzoeken indicator.
VLAANDEREN WOONGEMEENTE
Aantal hittegolfdagen
Aantal droge dagen (meteorologisch) per jaar
Relatief bodemvocht in % (jaargemiddelde)
Gemiddelde van de maximale waterdiepte bij overstroming (cm)
(2050)
Gemiddelde van de maximale waterdiepte bij wateroverlast (cm) 40 (2050)
Extreme neerslag eenmaal om de 20 jaar (mm per bui)
Gemiddelde waterdiepte bij 1000jarige stormvloed (cm)
97 (2075), kusten poldergemeenten
Gemiddelde jaartemperatuur (°C) 16,1
Gemiddelde zomertemperatuur (°C) 25
Gemiddelde wintertemperatuur (°C) 8,5
De opwarming van de aarde is een feit. In het beste geval blijft het beperkt tot een toename van 1.5 °C. Het akkoord van Parijs (2015) legde een maximale globale opwarming van 2 °C op. Maar waarom is dat? Wat de effecten zijn bij een halve graad opwarming extra staat in onderstaande infografiek.
Representatieve sleutelrisico's voor elke regio voor:

poolgebieden (Noordpool en Antarctica)
risico voor ecosystemen
verhoogde schade door bosbranden
verschuiving van de verdeling en verminderde visvangst (lagere breedtegraden)
toegenomen koraalverbleking en afsterven van koraal
overstromingen van kustgebieden en verlies van habitat
sterfgevallen gelinkt aan hitte
gletsjers
sneeuw, ijs permafrost
risico voor gezondheid en welzijn
rivieren, meren, overstromingen en/of droogte
kusterosie en/of zeespiegelstijging
ongeziene uitdagingen, vnl. door snelle veranderingen
ecosystemen op het land
bosbrand ecosystemen in oceanen voedselproductie
risiconiveau heel hoog heel laag huidig
2080-2100
toegenomen schade door overstromingen van rivieren en kustgebieden
toegenomen schade door overstromingen van rivieren
verminderde waterbeschikbaarheid en toegenomen overstromingen en landverschuivingen
verminderde voedselproductie en -kwaliteit
verspreiding van ziektes
toegenomen waterbeperking
toegenomen schade door extreme hitte en bosbranden
samengestelde druk op watervoorraden
verminderde landbouwopbrengst, daling in levensonderhoud en voedselzekerheid
toegenomen schade door overstromingen
verlies van levensonderhoud, nederzettingen, infra., ecosysteemdiensten en economische stabiliteit
sterfgevallen gelinkt aan hitte
opvallende verandering in samenstelling en structuur van koraalri en
levensonderhoud, gezondheid en/of economie
toegenomen wateren voedseltekorten gelinkt aan droogte
ziektes
toegenomen schade door overstroming risico's voor laaggelegen kustgebieden
toegenomen risico voor kustinfrastructuur en laaggelegen ecosystemen
1 West-Europa zal risico’s lopen als gevolg van een opwarming van 2 °C en van 4 °C.
Beschrijf hoe de risico's verschillen bij een stijging van 2 °C.
• verhoogd risico op bosbranden en schade door extreme hitte:
• verhoogd risico op schade door overstromingen:
• verhoogd risico op beperkingen op het gebruik van water:
2 Waar is het risico op sterfgevallen gelinkt aan hittegolven bij een opwarming met 4 °C het hoogst?
3 In welke regio worden de hoogste risico's voor de landbouw opgetekend onder een opwarming van
• 4 °C?
• 1,5 °C?
4 Wat is het belangrijkste risico voor de oceaan bij een klimaatopwarming van 4 °C?
5 Met welk gevolg van klimaatverandering krijgen de eilanden in de Indische Oceaan hoofdzakelijk af te rekenen?
De basis van toerisme is het zich verplaatsen van hier naar daar. Vliegtuigen, bussen, auto’s, boten en treinen maken het mogelijk allerlei bestemmingen over de hele wereld te ontdekken. Deze verplaatsingen zijn onlosmakelijk verbonden aan de koolstofvoetafdruk. Ook eten en vermaak kunnen vaak duurzamer op vakantie.
Uitstoot volgens transportwijze
CO2e-uitstoot per passagier per mijl (pond)
vliegtuig
SUV (1 passagier)
kleine auto (1 passagier)
CO2-voetafdruk van wereldwijd toerisme


verblijf
diensten
landbouw
eten en drinken
goederen
koeling
airco

verlichting
ventillatie kantooruitrusting andere (verwarming, keuken ...)
energieverbruik in hotels transport
Ongeveer 1,3 miljard ton voedsel, ongeveer 1/3 van het voedsel dat jaarlijks in de wereld voor menselijke consumptie wordt geproduceerd, gaat verloren of wordt verspild. De hotelindustrie is verantwoordelijk voor meer dan 1/3 van de verspilling.
1
Beoordeel een citytrip naar Venetië aan de hand van het artikel en het donutmodel van Raworth. Markeer de bevindingen in het donutmodel met rood (negatief) en groen (positief).
LEESTEKST Toerisme in Venetië
Venetië loopt al jaren leeg. Waar de stad tien jaar geleden nog 67 000 inwoners had, zijn dat er nu nog 50 000 - ongeveer evenveel als het aantal bedden dat beschikbaar is voor toeristen. Eén van de Venetianen die wegging, is Giovanni Da Ponte. Het appartement dat hij in de binnenstad huurde met zijn echtgenote was na de komst van hun derde kind al enkele jaren te klein. ‘Vier jaar hebben we gezocht’, vertelt hij. 'We wilden graag in de binnenstad blijven. Mijn familie woont er, we kennen iedereen.' Maar een woning vinden is hen, zelfs tijdens de pandemie toen er in Venetië geen enkele toerist rondliep, niet gelukt. Huiseigenaren willen niet langdurig verhuren.
Vanaf 1 juli 2022 mogen toeristen niet meer ongeremd de sprookjesachtige stad intrekken. Ze moeten hun bezoek online reserveren en toegangsgeld betalen. ‘Dat kost tussen 3 en 10 euro per persoon per dag’, zegt schepen Simone Venturini, een opgewekte dertiger die over toerisme gaat. Studenten, Venetianen, forensen en bezoekers die in de stad overnachten - en in dat laatste geval al 5 euro toeristenbelasting betalen - krijgen gratis toegang. Venturini wil met de maatregel het aantal dagjesmensen reguleren. ‘Met het variëren van de prijs kunnen we die ontmoedigen om op een drukke feestdag te komen en aanmoedigen hun bezoek op een doordeweekse dag te plannen’, vertelt de schepen.
Het stadsbestuur denkt dat reserveren en toegangsgeld heffen de enige manier is om de komst van een overweldigende massa toeristen in betere banen te kunnen leiden. In 2019, voordat het coronavirus tot een ongekende rust rond de kanalen leidde, kwamen naar schatting 20 miljoen toeristen naar Venetië.
Bij topdrukte is het in dichte drommen over de bruggetjes en smalle kades schuifelen en zijn de rondvarende vaporetti zo volgepakt dat de stadsbewoners die op tijd op hun werk willen komen op de volgende moeten wachten. Een hightech controlekamer op het hoofdbureau van de politie helpt hierbij: met behulp van 500 camera’s op straat, optische sensoren en gsm-gegevens wordt exact geregistreerd hoeveel mensen waar zijn, en of dat toeristen zijn of niet. ‘De komende jaren zullen we met de hulp van big data en kunstmatige intelligentie kunnen voorspellen hoe druk het op welke dagen wordt, en het entreesysteem daaraan aanpassen.’
De meeste inwoners lijken de toegangsbelasting wel te zien zitten. De zestiger Agostino Cappelli, met kaal hoofd en grijze baard, zegt terwijl hij op weg is naar het station: ‘Al die toeristen bezorgen ons veel overlast. Alleen al hun vuilnis opruimen kost geld. Prima dus dat ze moeten bijdragen.’
(Naar: de tijd.be en nos.nl)
ID 8 Migratie en verstedelijking
Hoe herken je migratie in het straatbeeld? Geef elke foto een passend onderschrift.

Londen:

ID 9 Geldstromen en migratie

Chicago: zwart blank Spaans Aziatisch Indiaans
1 Wat is het effect van migraties op de economie in het vertrekland?
Oost-Azië andere
Europa Afrika
Zuid-Amerika
Noord-Amerika
2 Onderzoek de kenmerken van de herkomstlanden van de geldtransfers. Vanuit welk type landen vertrekt geld naar het land van herkomst van migranten?
Het klimaat verandert voortdurend met opvallende schommelingen in de wereldwijde gemiddelde temperatuur. Momenteel stijgt de temperatuur sneller dan ooit. Menselijke activiteiten zoals industrie, landbouw en transport veroorzaken de opwarming door de uitstoot van broeikasgassen zoals CO₂, methaan en lachgas, en het verspreiden van roetdeeltjes. De concentratie broeikasgassen in de atmosfeer stijgt erg snel en is hoger dan de concentraties gedurende de laatste 800 000 jaar. Deze snelle toename versterkt het broeikaseffect en veroorzaakt de klimaatcrisis. Dat betekent niet alleen het verhogen van de gemiddelde wereldtemperatuur maar ook het verschuiven van klimaatgordels en de habitat van fauna en flora, meer extreme weerpatronen, overstromingen, een stijgende zeespiegel, het smelten van ijs, de verspreiding van ziektes, veranderingen in het pollenseizoen en het verlies van biodiversiteit. Ook de voedselvoorziening komt onder druk te staan.
In de Verenigde Staten en China is de uitstoot van antropogene broeikasgassen het hoogst. Rijke landen dragen via import van goederen onrechtstreeks toe aan de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen, maar het zijn landen met een laag inkomen die vaak het zwaarst worden getroffen door de gevolgen van het versterkt broeikaseffect.
Klimaatverandering beïnvloedt daarom ook migratie. Mensen verlaten hun woonplaats omwille van allerlei economische, politieke, etnische en sociale redenen. Klimaatverandering komt daar steeds vaker als extra factor bij, wat bijdraagt aan de binnenlandse, internationale en intercontinentale migratie.
De strijd tegen de klimaatcrisis begint bij minder energie verbruiken. Nieuwe technologieën kunnen helpen bij het overstappen op hernieuwbare energiebronnen, de stralingsbalans van de aarde te beïnvloeden, het vastleggen van broeikasgassen of om van steden leefbare en klimaatbestendige plaatsen te maken.
Maar technologie alleen is niet genoeg. Wat we nodig hebben is een fundamentele mentaliteitswijziging: een duurzame levensstijl, bewuste keuzes en een eerlijke herverdeling van middelen en verantwoordelijkheden. Alleen als we die omslag maken, kunnen we bouwen aan een leefbare toekomst voor iedereen.
GEOSFEER ATMOSFEER
KLIMAAT
natuurlijk broeikase ect koolstofkringloop
HYDROSFEER BIOSFEER


PLANEET AARDE
BIEDT KANSEN


DEMOGRAFIE
verstedelijking industrie landbouw ontginning
KLIMAATVERANDERING
MENS HEEFT IMPACT

MILIEUDEGRADATIE
LANDBESLAG
UITPUTTING GRONDSTOFFEN



TRANSITIE NAAR DUURZAAMHEID







1 Verbind de migratiebegrippen met de juiste verklaring ervan.
Iemand die zich vestigt in een ander land/andere regio
O O migratiesaldo
Het verlaten van het geboorteland om zich in een ander land te vestigen O O immigrant
Het verschil tussen het aantal mensen dat zich in een land vestigt en het aantal mensen dat het land verlaat (uitgedrukt per 1000 inwoners) O O globalisering
Mensen verlaten het platteland en gaan in de steden wonen
Scheiding tussen mensengroepen. Dit kan tussen sociale groepen, geloofsgroepen of etnische groepen zijn.
Het leidt tot gescheiden woonzones.
De wereldwijde economische, politieke en culturele integratie als gevolg van de wereldwijde productie en handel
O O plattelandsvlucht
O O emigratie
O O vluchteling
Iemand die een internationale grens is overgegaan ‘uit gegronde vrees voor vervolging O O segregatie
2 Wat vertellen de figuren over de geldstromen van en naar Saoedi Arabië over de uitgestrektheid van migratie en wie er beter wordt van migratie?
a de uitgestrektheid van migratie:
b wie wordt er beter van migratie:
3 Licht de volgende slogan toe.

4 Bestudeer volgende situaties.
a Deel de situaties in onder push- of pull-factoren voor migratie.
b Benoem de aard van de migratie: politiek, sociaal, ecologisch, economisch.
De Taliban neemt de Afghaanse overheid over en beslist dat Amira niet verder mag studeren.
Saoedi-Arabië beschikt over veel grondstoffen en dus veel jobkansen.
Op de Filippijnen doen zich erg vaak aardbevingen en vulkaanuitbarstingen voor.
De broer van Ahmad werkt als succesvol chirurg in een ziekenhuis in België. Ahmad beslist zijn broer achterna te gaan en ook in België te gaan studeren en werken. kerncentrales windparken zonnepanelen gascentrales kolencentrales
5 Verdedig onderstaand akkoord van de regering vanuit klimaatoogpunt.
5 g/kWh
12 g/kWh
20 g/kWh
430 g/kWh
930 g/kWh
4.69 CO₂-uitstoot uitgedrukt in gram/kilowattuur
hernieuwbaar zon wind fossiel e.a. kerncentrales
4.70 elektriciteitsmix in België

6 Beoordeel volgende uitspraken.
juist/fout Geïndustrialiseerde landen hebben een hogere CO2-uitstoot.
juist/fout Door het verbranden van fossiele brandstoffen is er meer binnenkomende straling van de zon en wordt de uitstraling van warmte bevorderd.
juist/fout Transport over de weg draagt in belangrijke mate bij aan de uitstoot van broeikasgassen.
juist/fout Het belangrijkste broeikasgas in de atmosfeer is koolstofdioxide (CO2).
juist/fout Antropogene broeikasgassen zijn broeikasgassen die van nature in de atmosfeer aanwezig zijn.
juist/fout Veranderingen in de habitats van planten en dieren staan rechtstreeks in verband met de klimaatcrisis.
juist/fout Het stijgen van de zeespiegel wordt voor 100% veroorzaakt door het smelten van de ijskappen. PUSHFACTOR PULLFACTOR SOORT MIGRATIE
7 Omcirkel de bronnen van CO₂. Maak een onderscheid tussen de natuurlijke bronnen (groen) en de antropogene bronnen (rood).






8 Hoe wijzigt klimaatverandering de ecosysteemdiensten van de aarde op een negatieve manier?
Licht je antwoord toe door gebruik te maken van de begrippen die tussen haakjes staan. a vis en schaaldieren (verschuiving van klimaten)
b zoetwatervoorraad (zeespiegelstijging, grondwater)
c duiktoerisme (opwarming, koraal)
9 Vul het terugkoppelingsschema aan.
a Vul volgende termen in op de juiste plaats in het schema: uitzetten oceaanwater - permafrost dooitlandijs - warmer - absorptie energie - zeespiegelstijging - broeikasgassen
b Plaats een + voor een versterkend effect, een - voor een afremmend effect
10 In 2100 zullen de klimaten op aarde anders verdeeld zijn dan nu. Je ziet hier enkele scenario’s over verschillende plaatsen op aarde in 2100. Link de scenario’s aan de best passende plaats.
De temperatuur is hier 10 à 15 °C hoger dan bij het begin van de eeuw. De neerslag valt hier onder de vorm van regen, niet meer als sneeuw ... O O Sahara
De temperatuur is hier 1,5 keer sneller gestegen dan het wereldgemiddelde. Er zijn minder regendagen maar de intensiteit van de regen is sterk toegenomen en de tussenliggende droogteperiodes zijn langer. Als gevolg van de klimaatverandering is elke 10 jaar is de landbouwopbrengst met 30% gedaald terwijl de bevolking nergens zo snel steeg als hier: met het hoogste vruchtbaarheidscijfer ter wereld (ruim 7 kinderen per vrouw) steeg de bevolking de voorbije eeuw jaarlijks met 3%. O O België
De gemiddelde jaartemperatuur is met 3,5 °C gestegen, met de grootste stijging voor de wintermaanden (+ 4 °C). Jaarlijks regent het ook 5-10% meer dan 100 jaar geleden, met opnieuw de sterkste stijging voor de wintermaanden. De zomers zijn warmer en droger geworden: er komen steeds meer hittegolven voor, ze duren langer (+ 2 dagen per decennium) en ze zijn intenser (+ 1 °C per dag per decennium). O O Noordpool
11 Geef concrete voorbeelden die aantonen waarom klimaatbetogers deze slogan gebruiken.

12 Verklaar deze cartoon.

13 Leg uit: op deze figuur zijn de gevolgen van een positieve feedbackloop zichtbaar.
Huidige noordelijke omvang van het boreale bos

huidig klimaat
opmwarming


14 Hoe vormen zowel de oorzaken als de gevolgen van klimaatverandering een bedreiging voor de koala? De toegenomen concentratie koolstofdioxide in de atmosfeer vermindert de voedingswaarde van de bladeren van de eucalyptus. Dit is de belangrijkste voedselbron en bron van water van de koala. Aanhoudende en meer frequente droogtes verhogen het risico op bosbranden en verplichten de koala’s naar de grond af te dalen om te drinken. Dat stelt hen bloot aan de gevaren van het verkeer en maakt hen een makkelijkere prooi voor hun natuurlijke vijanden.

15 Wat betekent het verdwijnen van hommels in een bepaalde regio?
In Europa is het aantal hommels met 17% afgenomen vergeleken met het begin van de vorige eeuw. Dat is hoofdzakelijk te wijten aan klimaatverandering.

16
Geef een duurzamer alternatief dan wat de foto/prent toont.
Leg uit waarom je alternatief duurzamer is. Gebruik daarvoor het donutmodel of de SDG’s

alternatief:
luchtvervuiling
aantastingozonlaag
biodiversiteitvermindering
ECOLOGISCH PLAFOND
SOCIALE FUNDERING
vervuilingchemische stikstof-en forsforverzadiging deverzuringvan oceanen water voedsel gezondheid tekort teveel onderwijs
grondconversie zoetwateronttrekking
ECOLOGISCH PLAFOND
SOCIALE FUNDERING
gezondheid tekort teveel onderwijs
alternatief:
grondconversie zoetwateronttrekking vervuilingchemische stikstof-en forsforverzadiging deverzuringvan oceanen
17 Wat bedoelt men met de uitspraak 'Dijken alleen zullen onze steden niet beschermen'?
a Dijken bouwen is een vorm van klimaatadaptatie / klimaatmitigatie.
b Dijken bouwen pakt de oorzaak / het gevolg aan van klimaatverandering.
c Waar moeten we op inzetten willen we onze steden op lange termijn beschermen?
18 Geef twee voorbeelden van geo-engineering-technieken waarbij ...
• het inkomend zonlicht vermindert:
• de concentratie broeikasgassen vermindert:
• De voorbeelden die inkomend licht verminderen, zijn voorbeelden van klimaatadaptatie / klimaatmitigatie.
19 Deze taferelen komen steeds meer voor in de buurt van scholen, bij leerkrachten én leerlingen. Deze taferelen hebben de schijn duurzaam te zijn. Wanneer zijn ze duurzaam en wanneer niet?



biocapaciteit alle biologische materialen die de aarde kan voortbrengen en al het afval dat de aarde kan verwerken of absorberen in één jaar tijd
bioproductief land en water dat deel van het aardoppervlak dat de voor de mens nodige natuurlijke hulpbronnen voortbrengt
draagkracht van de aarde het vermogen van de aarde om het voortbestaan van de mens en andere soorten te verzekeren zonder evenwichten te verstoren
duurzaam kunnen voorzien in de behoeften van de huidige generatie, zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen
Ecologische Voetafdruk (EVA) de oppervlakte aarde die nodig is om te voorzien in de levensstijl van een persoon, stad of land, uitgedrukt in globale hectares.
Eerlijk Aarde-aandeel (EAA) de biocapaciteit van de aarde, eerlijk verdeeld over alle mensen
landbeslag inname van land door menselijke activiteiten
Grenzen voor mens en planeet
bodemerosie het wegspoelen of wegwaaien van de bovenste bodemlaag.
bodemdegradatie het achteruitgaan van de kwaliteit van de bodem door erosie of uitspoeling.
circulaire economie een economisch systeem van gesloten kringlopen waarbij bestaande materialen en producten zo lang mogelijk worden gedeeld, verhuurd, hergebruikt, hersteld, opgeknapt en gerecycleerd om meer waarde te creëren
geologie de wetenschap die zich bezighoudt met de studie van de aarde, haar geschiedenis en de processen die haar vormen en gevormd hebben
Over de grenzen van het klimaat
antropogene bron van broeikasgas broeikasgas afkomstig van menselijke activiteiten zoals de verbranding van fossiele brandstoffen, landbouw, landgebruik, afvalverwerking en verschillende industriële activiteiten
geo-engineering bewust grootschalig ingrijpen op de systemen van de aarde om klimaatverandering tegen te gaan
klimaatadaptatie de aanpassing aan de huidige en toekomstige gevolgen van klimaatverandering
klimaatmitigatie maatregelen om de verdere klimaatverandering door uitstoot van broeikasgassen te verminderen
versterkt broeikaseffect toename van de gemiddelde wereldtemperatuur en globale klimaatverandering als gevolg van de verhoogde concentraties aan broeikasgassen in de atmosfeer door menselijk toedoen
Op de volgende bladzijden staan schematische samenvattingen voor je klaar.
Niet alle belangrijke begrippen zijn in de samenvatting opgenomen. Je kan deze samenvattingen aanvullen met begrippen en tekeningen, zodat ze een leidraad vormen bij je studie. Zorg ervoor dat je je beperkt tot de essentie.
Je kan de samenvattingen gebruiken om te noteren tijdens de les of om na de les je gedachten te ordenen zodat je de leerstof beter begrijpt. Vul ook de samenvatting op de onderzijde van de pagina in. Probeer dit in je eigen woorden.
Om jezelf tijdens het studeren te ondervragen kan je het rechtergedeelte afdekken.
Vergeet niet nadien jezelf te controleren!
Hieronder vind je nog enkele studietips.
1. Verken de leerstof: lees de leerstof een keer door.
2. Analyseer de leerstof: zorg dat je alles begrijpt. Stel indien nodig vragen. Tabellen, kaarten en grafieken helpen je bij het begrijpen.
3. Leer de begrippenlijst.
4. Structureer en leg verbanden. De schema’s en samenvattingen in het leerwerkboek kunnen je helpen.
5. Memoriseer: het is belangrijk de leerstof in te studeren.
6. Verwerk de leerstof: leer de leerstof toepassen, maak oefeningen, dek het rechtergedeelte van de schematische samenvatting af. Kan je alles navertellen? Controleer jezelf!
7. Herhaal de leerstof regelmatig.
Succes!
Kernwoorden
Aantekeningen/tekeningen
Draagkracht
Biocapaciteit
DE AARDE GEEFT
Eerlijk aarde aandeel
Ecologische voetafdruk
DRUK OP HET SYSTEEM AARDE
Samenvatting:
Regionale verschillen
Kernwoorden
GRENZEN AAN HET
SYSTEEM AARDE
SCHEMA: GRENZEN VOOR MENS EN PLANEET
Aantekeningen/tekeningen
Socio-economische trends
Planetaire grenzen van Rockström et al.
MENS ALS GEOLOGISCHE KRACHT
Planetaire impact van de mens
Kenmerken van het tropisch regenwoud
Oorzaken van ontbossing
Impact van de mens op het tropisch regenwoud
DUURZAAM DOOR HET
LEVEN
Samenvatting:
Duurzaamheid
Donutmodel van Raworth
Duurzame ontwikkelingsdoelen en 5P-model
Impact van economische groei kansen voor het globlae zuiden
Duurzame landbouw
Duurzaam gebruik van grondstoffen
Kernwoorden
HET KLIMAAT VERANDERT
SCHEMA: OVER DE GRENZEN VAN HET KLIMAAT
Aantekeningen/tekeningen
Versterkt broeikaseffect
Antropogene bronnen van broeikasgassen
Ruimtelijke verschillen in de concentratie van antropogene bronnen
GEVOLGEN VAN KLIMAATVERANDERING
Opwarming
Verschuiven van klimaten
Zeespiegelstijging
Verspreiding dieren, planten, ziektes
Extreme weerfenomenen
Migratie
Rol van de technologie
- energietransitie
STOP KLIMAATVERANDERING
Samenvatting:
- leefbare steden
N N



HOOFDSTAD autosnelweg
landsgrens taalgrens rivier stadsgewest provinciehoofdstad
landsgrens rivier gebergte zee stad met meer dan 5 miljoen inwoners





















