Laurens Maertens - Tussen Binnenland en Branding - Vol.02

Page 1


De IJzervlakte Het ontwerp

VOL. 02/02

Jorryt

Jana Crepon
Braaksma
Hans Smolenaers
Pierre Alexandre Marchevet
Berdie Olthof

Een ontwerpend onderzoek naar natuurontwikkeling aan de Vlaamse kust.

Verbinding land en zee

Dynamische kustlijn

Ecologische verbindingen over land

Ruimte voor de ontwikkeling van getijdennatuur

Uitbreiding stranden en vooroevers volgens de Kustvisie

Bestaande natuur beschermen, beheren en versterken.

Bestaande getijdennatuur

Droge duinbossen & duinen

Grasland

Hoogstrand, laagstrand, vooroever en zandbank

Masterplan

Westelijke dijk langs de IJzer
Ter hoogte van Schoorbakke

06 - 13

14 - 53

54 - 87

88 - 89

De IJzervlakte

Keuze voor de projectlocatie

Het stappenplan

Naar een dynamisch systeem

De deelontwerpen

Zoom-in locaties rond de IJzer

De beleving

Het veranderende landschap

Intermezzo

Interview - zintuigelijk landschap

De doorfasering

92 - 95

98 - 101

Het schuivende karakter

Intermezzo

Interview - adaptiviteit

Conclusie

De projectopgave

102 - 103

Literatuurlijst

Gebruikte bronnen

De IJzervlakte

[DE PROJECTLOCATIE] De IJzervlakte, een laaggelegen poldergebied in WestVlaanderen rond de benedenloop van de rivier de IJzer, vormt het focusgebied binnen mijn project. Het is een plek waar naar mijn mening natuurlijke processen nog potentie hebben om het landschap te transformeren, waar er ruimte is voor verandering en waar de interactie tussen land en zee van oudsher centraal stond. De IJzer is een laaglandrivier en bovendien de enige ooit natuurlijke rivier in Vlaanderen die rechtstreeks in de Noordzee uitmondt, wat haar een uniek karakter geeft binnen het Vlaamse rivierenlandschap.

De IJzervlakte is het enige oorspronkelijke estuarium in Vlaanderen dat altijd een rechtstreekse verbinding had met de Noordzee en biedt daardoor uitzonderlijke mogelijkheden om de getijdenwerking, verzilting en sedimentatie opnieuw ruimte te geven; de dynamische kustprocessen die in mijn visie centraal staan. Daarnaast sluit de open en laaggelegen polderstructuur van het gebied aan bij mijn pleidooi voor geleidelijke overgangen in plaats van harde grenzen. De IJzervlakte heeft het potentieel om opnieuw een ecologische gradiënt te worden, van rivier tot zee, waarin brakwaterzones, schorren, slikken en natte graslanden niet alleen ecologische waarde genereren, maar ook bijdragen aan een duurzame gebiedsontwikkeling voor de mens.

Keuze voor de projectlocatie De IJzervlakte
kanaal Nieuwpoort - Oostende fort Nieuwendamme
kreek Nieuwendamme
Samenkomst waterlopen Bij de Ganzepoot in Nieuwpoort
spaarbekken Nieuwpoort
de IJzer
monding in de Noordzee via Ganzepoot

natuurgebied de Blankaart

Overstromingsgebied langs de IJzer

Zoetwaternatuurgebied de Blankaart

veenweide

historisch permanente graslanden

zoetwaternatuur

spaarbekken Blankaart
verbinding met de IJzer

Masterplan projectgebied

Ruimtelijke visie voor het stroomgebied rond de IJzer

In plaats van een overkoepelende ontwerp voor de volledige Vlaamse kust, richt ik mij dus bewust op één strategisch gelegen deelgebied. Mijn strategie en ontwerp voor de IJzervlakte bieden zo een concrete casus waarin de kernprincipes van mijn visie; een dynamisch, samenhangend en een meebewegend landschap, toepasbaar worden. Een bijkomend voordeel is dat grootschalige ruimte voor natuur en natuurlijke processen op deze locatie niet alleen lokale knelpunten aanpakt, maar ook een structureel antwoord biedt op het verdwijnen van natuur.

Mijn project toont hoe de bestaande beperkingen van het kustbeleid kunnen worden doorbroken via een concreet en plaatsgebonden alternatief. De inzichten [zoals die in stap 1] die hieruit voortkomen kunnen richtinggevend zijn voor andere kustzones, in Vlaanderen en daarbuiten.

Het stappenplan

[NAAR EEN DYNAMISCH SYSTEEM]

Om de natuurlijke potenties van de IJzervlakte te benutten en tegelijk een antwoord te bieden op de structurele tekortkomingen van het huidige kustbeleid, stel ik een gefaseerde transitie voor. Het beoogde doel van deze transitie is het verbreden van het bestaande kustfundament, terug naar het oorspronkelijke ecologische en geomorfologische gradiënt van zee tot de hogere zandgronden.

In mijn visie laat ik het landschap niet in één keer kantelen, maar bouw ik stap voor stap aan een nieuwe kustlogica waarin natuurlijke processen opnieuw richtinggevend worden voor ruimtelijke ontwikkeling. Deze gefaseerde aanpak komt voort uit een ontwerpvisie waarbij natuurlijke processen en menselijke beleving niet tegenover elkaar staan, maar juist elkaar versterken. Op de volgende pagina’s worden stap voor stap de ingrepen inzichtelijk gemaakt en toegelicht.

De laaggelegen gronden in het projectgebied zijn gevoelig voor interne verzilting. Zeespiegelstijging en fossiel grondwater in de ondergrond versterken de instroom van zout water, terwijl de oude zeebodem bestaande uit kreken en geulgen, het huidige lage poldergebied, de zoute kwel doen toenemen. De polder doorspoelen met zoet oppervlakte water biedt tijdelijk een oplossing voor de huidige

landbouw, maar de beperkte voorraad zoetwater maakt dit structureel onvoldoende. Zeker ten tijde van langdurige droogte zoals dat tegenwoordig wel vaker voorkomt. Zo blijft de bodem verder verzilten, met gevolgen voor landbouw, natuur en waterbeheer. De schema’s maken zichtbaar hoe bodem, grondwater en oppervlaktewater elkaar beïnvloeden in dit kwetsbare systeem.

[Oppervlaktewater]

[Grondwater]

[Bodem] TUSSEN

Verschillende systemen Ter hoogte van Nieuwpoort

[START] Startend vanuit een expressieve hoogtekaart, gebaseerd op het aanwezige microreliëf, vormt het patroon van kreekruggen en komgronden de basis voor het ontwerp. Alle ingrepen volgen het bestaande maaiveld, waarbij het reliëf niet wordt aangepast maar juist ingezet als sturend principe binnen een dynamisch kustlandschap. Door subtiel in te grijpen in dit reliëf wordt het sedimentatieproces gestuurd, met als doel een maximale diversiteit aan zoute en brakke natuur te creëren: van natte slikken in de komgronden tot hoger gelegen, drogere en meer zandige schorren op de kreekruggen.

De precieze ligging van de nieuwe, kunstmatige dijk wordt bepaald op basis van het microreliëf en de bodemsoort, met specifieke aandacht voor natuurlijke variaties zoals zandkoppen en kleiplaatsen. De bodemsamenstelling van klei en zand, in combinatie met het microreliëf van oude kreken en geulen, biedt de optimale basis voor een nieuw estuariën landschap. Door deze landschapskenmerken actief te betrekken in het ontwerp, worden fysische processen op het reliëf gestimuleerd, wat de ontwikkeling van diverse en dynamische natuurtypes bevordert.

hoger gelegen landschap lager gelegen landschap

Het microrelief in het landschap
Glooing in het maaiveld

masterplan

Bron: google earth + eigen bewerking

Uitvouwkaart

De profielen tonen de afwisseling van de bodem en het reliëf die richtinggevend zijn voor het ontwerp. In de bestaande situatie laat de bovenste snede de vooroevers van de Noordzee zien: een ondiep systeem van zandbanken en grindstroken. Door deze structuren te benutten ontstaat de mogelijkheid om sediment uit te wisselen en te

fixeren, wat het vormgeven van een dynamisch kustlandschap ondersteunt. De onderste snede toont de oude komgronden rond de IJzer, relicten van een historisch getijdenlandschap. Deze laaggelegen gebieden bieden opnieuw potentie om zout water door te voeren en zo een rijk palet aan zoute en brakke natuur te ontwikkelen.

[STAP 01] In de eerste fase ligt de focus op het fundamenteel aanpassen van het bestaande watersysteem om de dynamiek tussen zoet en zout water te herstellen. Dit gebeurt door de aanleg van een waterkering in de bestaande primaire zeedijk in de eerstelijnsbebouwing tussen Westende en Nieuwpoort; een zorgvuldig ontworpen kunstmatige doorgang die het getij gecontroleerd toegang geeft tot het binnenland.

Om het volledige getijvolume optimaal te kunnen vullen in stap 03, wordt een ondiepe maar brede opening van ongeveer 450m naar de Noordzee gerealiseerd, wat essentieel is voor het toelaten van natuurlijke sedimentatie- en verziltingsprocessen.

Het watersysteem

Op Vlaamse schaal

Land- en tuinbouwbedrijven

Bedrijven met beroepsmatig karakter

60.000

Deze eerste stap vereist een herbestemming van drie bestaande vakantieparken en +- 30 landbouwbedrijven. Omdat er veel leegstand is bij landbouwbedrijven [zoals te zien in de tabel], vormt dit een kans om de herschikking van die 30 bedrijven te koppelen aan het terugdringen van functies die weinig met landbouw te maken hebben.

Aantal bedrijven met landbouwproductie

Bron: Agentschap Landbouw en Zeevisserij

spaarbekken

permanente graslanden met sloten

ingrepen in het landschap

bestaand landbouwbedrijf

strand met primaire zeedijk

bestaand akker- en grasland

Uitvouwkaart masterplan

Bron: google earth + eigen bewerking

De bovenste snede toont het opgegeven kanaal tussen Nieuwpoort en Oostende. Daar wordt het getij gecontroleerd het binnenland binnen gelaten. De onderste snede laat zien hoe de dijken langs de IJzer worden uitgebreid om een nieuw

getijdenlandschap te creëren en tegelijkertijd landbouwgrond te omringen met natuur. Samen maken deze ingrepen de eerste fase van het watersysteem zichtbaar, waarin zoet- en zoutwaterdynamiek wordt hersteld.

Tegelijkertijd wordt het een deel van het kanaal Oostende–Nieuwpoort gedempt, waarmee de aanvoer van zoet water via dit kanaal overbodig wordt. De IJzer neemt voortaan deze functie over en voert zout water aan tot diep in de IJzervallei. Door deze aanpassing worden de omliggende poldersystemen aangesloten op het getijvolume, waardoor een gecontroleerde

interactie tussen zoet en zout water ontstaat op meerdere schaalniveaus binnen het landschap.

Dit vormt de basis voor het herstel van natuurlijke ecologische gradiënten, versterkt de veerkracht van het kustgebied en opent nieuwe mogelijkheden voor waterbeheer en landbouwtransitie.

In mijn ontwerp wordt 2.550 hectare permanent grasland [10% van alle graslanden in de kustpolder] en 1.150 hectare akkerland [2% van het aantal in de kustpolder] omgezet naar getijdennatuur. Deze omschakeling betekent een vooruitgang voor klimaat en biodiversiteit. Waar één hectare

grasland jaarlijks slechts 1 à 2 ton CO₂ opslaat en veel zoetwater nodig heeft, kan één hectare getijdennatuur 8 tot 10 ton CO₂ per jaar vastleggen, zonder gebruik van zoetwater. Bovendien levert het noodzakelijke habitats op voor de eerder beschreven kustdoelsoorten welke hier nauwelijke meer voorkomen.

Huidig watersysteem Zoet
Toekomstig watersysteem
Zoet - brak - zout
Huidig watersysteem
Zoet
Toekomstig watersysteem
Zoet - brak - zout

Matige zoetwaterbehoefte Lage ecologische waarde

Grasland

In de huidige situatie

Matig zout tolerant

Begrazing en historisch permanent grasland

Kwetsbaar in een veranderend klimaat

Niet zout tolerant

Hoge zoetwaterbehoefte Lage ecologische waarde

Akkerland

In de huidige situatie

Granen, aardappelen, mais en bieten

Kwetsbaar in een veranderend klimaat

Grasland

In de huidige situatie

Akkerland

In de huidige situatie

van al het akkerland in de kustpolder van alle graslanden in de kustpolder 10% 2%

[STAP 02] In deze fase wordt het dijkenstelsel langs de oostelijke oever van de IJzer uitgebreid en verhoogd tot een kruinhoogte van +5,5 m TAW, wat aansluit bij de toekomstige waterstanden en veiligheidseisen. Tegelijkertijd worden de aanpassingen verricht aan de historische zeegeul, tussen Westende en Middelkerke, zodat hier opnieuw zeewater kan doorstromen. Deze vormt de verbinding tussen de IJzer nabij het spaarbekken van Nieuwpoort en de eerder gerealiseerde waterkering in de zeedijk.

In mijn ontwerp benut ik het natuurlijke landschap zoals dat historisch gevormd werd om ecologische gradiënten te versterken. Lage delen ontwikkelen zich tot slikken en foerageergebieden voor trekvogels en vis, terwijl hogere delen dienen als broed- en rustplaatsen. Door deze natuurlijke verschillen te volgen, ontstaan diverse habitats die de biodiversiteit verhogen en de veerkracht van het kustlandschap versterken.

Noordzee

strand met primaire zeedijk +11.5m TAW

overgangszone en dijk +5.5m TAW

dijk +4.0m TAW

bestaand akker- en grasland

bestaand landbouwbedrijf

Uitvouwkaart masterplan

Bron: google earth + eigen bewerking

De profielen tonen hoe de aanleg van de nieuwe geul een directe verbinding met de Noordzee tot stand brengt. Hierdoor gaat de getijdendynamiek [eb, vloed en springtij] opnieuw het achterland sturen. De IJzer transformeert zo van een gecontroleerd zoetwaterkanaal naar een zoutwaterrivier, waarin natuurlijke processen opnieuw richtinggevend worden voor de landschapsontwikkeling. In de onderste snede wordt zichtbaar hoe langs de randen

van het getijdenlandschap ruimte ontstaat voor een randcompartiment.

Deze randcompartimenten dienen op het schaarse zoete water op te vangen. Er kan op elk moment besloten worden om het zoet water te lozen in het getijvolume of achter de hand te houden buiten het getijvolume. Het randcompartiment is de geschikte plek waar rietkragen en natte vegetatie spontaan zullen onstaan.

Daarnaast zal de natuurlijke hoogte van de IJzervallei fungeren als een ecologische en fysieke grenslijn, die samen met de nieuwe dijk een rand vormt van bijna 175km lengte. Deze grenslijn volgt de hoogwaterlijn van de Noordzee en wordt zo een integraal onderdeel van de Vlaamse kustlijn. Binnen deze overgangszone ontwikkelt

zich een ecologische gradiënt waarin laaggelegen, zoute en dynamische natuurgebieden geleidelijk overgaan in hogere, brakke tot zoete en meer stabiele habitats. Deze variatie draagt bij aan een veerkrachtiger estuariën landschap met hoge ecologische waarde en verbeterde bescherming tegen klimaatgerelateerde risico’s.

De detailtekeningen op de volgende pagina’s laten zien hoe de rand van het getijdenlandschap zowel een ecologische grens als een belevingszone vormt. Terwijl het binnengebied van het getijdenlandschap zich natuurlijk ontwikkelt, biedt de rand ruimte voor mensgestuurde ingrepen en beleving. Langs de volledige

rand ligt een belevingspad dat de relatie tussen land en zee zichtbaar maakt. Zo ontstaat een samenhangend systeem waarin natuurontwikkeling, veiligheid en beleving elkaar versterken. De genummerde detailtekeningen sluiten aan op de masterplankaart en markeren de belangrijkste ingrepen en verschillende type randen.

van de bestaande kustlijn In het achterland

Verlenging

Lage verbindingsdijk als belevingsplek

Een lage verbindingsdijk brengt mens en water dichter bij elkaar. Bij springtij stroomt het water eroverheen en ontstaat een dynamisch spel van luwe zones en stroomsnelheden. Dit contrast schept leefgebieden voor uiteenlopende natuurdoelsoorten en vergroot de beleving van kustnatuur vanuit het gebied zelf, de mens staat middenin het landschap van water, slikken en schorren. Eenvoudige maar robuuste verbindingen [bruggen] tussen de dijken zorgen voor een speciale en herkenbare ervaring voor de mens. 01

02

03

Hergebruikte weg als sturende dijk

De weg ligt op de dijk en het is die bestaande dijk die wordt ingezet als rand. De bestaande IJzerdijk bezit al een organisch vorm waarlangs het zeewater zal stromen en nieuwe kustnatuur mogelijk maakt. Doordat het getij hier opnieuw vrij spel krijgt, kan de IJzergeul zich natuurlijk verplaatsen. Aan de landzijde vangt een randcompartiment zoetwater op, dat gecontroleerd het getijdengebied instroomt.

Nieuwe dijk met flauw talud

In de hogere delen van het landschap wordt een nieuwe dijkk met een flauw talud van 1:8 geplaats. Deze komt voornamelijk op de kreekruggen te liggen waardoor natuurlijke hoogte wordt gewonnen en er minder grondverzet nodig is. Dit brede profiel stimuleert sedimentatieprocessen en vormt een geleidelijk gradiënt van dynamische kustnatuur naar stabielere graslanden, waarin waterveiligheid en ecologie samenvallen.

De verbindingsdijk

In het getijlandschap 01

De bestaande IJzerdijk Westelijke IJzerdijk blijft behouden

De nieuwe IJzerdijk Breed kunstmatig gradiënt

Gecontroleerde doorstroming met wandelbruggen

Tussen de verbindingsdijken wordt water gecontroleerd naar de luwe zones geleid. Kleine wandelbruggen maken dit gebied toegankelijk en zorgen dat bezoekers de dynamiek van het getijdenlandschap van dichtbij kunnen beleven.

Nieuwe natuurlijke kustlijn

De nieuwe kustlijn, op de hoogtelijn van +4,50m TAW, grenst aan de hoger gelegen zandgronden diep in het binnenland. Een stijgende zeespiegel krijgt hier vrije ruimte om deze te vervormen, in tegenstelling tot de harde kustlijn aan de huidige waterlijn. Deze nieuwe lijn, ruim 175 km lang, wordt een integraal onderdeel van de Vlaamse kust en creëert een overgang tussen zoute, lage gebieden en hogere, stabielere natuurzones. Langs deze kustlijn ontwikkelt zich geleidelijk een landschap van dynamische kustnatuur.

Overgang tussen Diksmuide en het getijdenlandschap

Hier wordt het bestaande hoogteverschil benut om de overgang tussen stad en natuur te verkleinen. Diksmuide komt zo rechtstreeks aan de slikken en schorren te liggen. De rand fungeert bovendien als verbinding tussen de IJzertoren, het waterbelevingscentrum en het stadscentrum. De bedoeling is om de overgang tussen stad en landschap zo klein mogelijk te houden, waarbij veiligheid en duurzaamheid centraal staat.

Natuurlijke kustrand

Onderdeel Vlaamse kustlijn

[STAP 03] In de derde fase wordt gecontroleerde getijdenwerking toegelaten in het getijvolume, waardoor het estuariene systeem zijn biologische en fysische dynamiek terugkrijgt. Hoogwater en springtij krijgen vrij spel, terwijl stormvloeden actief worden buitengesloten via de regelbare waterkering. Hierdoor ontstaat een halfnatuurlijk estuarium, waarin het ritme van eb en vloed terugkeert, zonder de risico’s van extreme overstroming.

Doordat stormvloeden buiten het systeem gehouden worden, kan de kruinhoogte van de binnenlandse dijk beperkt blijven tot +5.5 mTAW, in plaats van de gebruikelijke +11.5 mTAW. Dit schept niet alleen technische en economische voordelen, maar ook ecologische en

landschappelijke kansen: de lagere dijk versterkt de beleving van het open en natuurlijke landschap. Deze maakt meer [visuele en fysieke] interactie tussen mens en natuur mogelijk en sluit aan bij het karakter van het Vlaamse polderlandschap, gekenmerkt door weidsheid en openheid.

[0 jaar]
[2 jaar]
[4 jaar]
[6 jaar]
Vergelijking lage en hoge dijk Visuele en fysieke interactie

[landbouwgewassen en grasland, 0 jaar]

[degradatiefase, 2 jaar]

[pioniersfase, 4 jaar]

[aggregatie tot climax, 6 jaar]

Mozaïek van het landschap Herstellend samenspel van getijdenwerking

Dagelijkse overstromingen voeren zout en brak water diep het landschap in en zetten een keten van fysische en biologische processen in gang. Verzilting, slibafzetting en morfologische herstructurering van het maaiveld vormen de basis waarop pioniersvegetatie zich vestigt. In de overgangszones tussen land en water ontstaan slikken en schorren, die op hun beurt nieuwe habitats bieden voor vissen, vogels en ongewervelden.

Dit herstellend samenspel van getijdenwerking, sedimentatie en ecologische dynamiek vormt de motor voor een kustlandschap dat zich op natuurlijke wijze aanpast. Hiernaast toot tijdsverloop van 6 jaar die vorming.

Het tijdsverloop laat zien hoe de mozaïek van het landschap verandert. Wanneer zout water binnendringt, verdwijnt eerst de bestaande zoetwatervegetatie en ondergaat de kleibodem een onomkeerbare transforamtie: de structuur valt uiteen. Deze fase van degradatie vormt echter de noodzakelijke basis voor de ontwikkeling van robuuste kustvegetatie. Pioneerssoorten vestigen zich, gevolgd door de aggregatiefase en uiteindelijk de climaxvegetatie. Slikken en schorren ontwikkelen snel en beginnen in een vroeg stadium koolstof vast te leggen. Ook werken ze als natuurlijke golfbrekers: ze dempen de kracht van het water en dragen bij aan de bescherming van de randen en het achterland.

NOORDZEE]

[BESTAANDE SITUATIE]

TIJ]

[+3.15m TAW]

[bestaande waterloop]
[+1.50m TAW]
[grote kans]
[+2.50m TAW]
[OPKOMEND TIJ]
[+1.75m TAW]
[middelgrote kans]
[+3.50m TAW]
[+0.75m TAW]
[kleine kans]
[+4.50m TAW]
[doodtij]

[STAP 04] In deze fase krijgt het landschap de ruimte om zich autonoom te ontwikkelen onder invloed van getijdenwerking en sedimentatie. Langs de flauwe, natuurlijke dijkprofielen ontstaan dynamische kustecosystemen: slikken en schorren vormen zich in de intergetijdenzone, terwijl zandbanken en geulen zich herconfigureren naargelang stroming en getij. Deze fysische processen bouwen geleidelijk het maaiveld op met slib en zand, waardoor het landschap zichzelf op natuurlijke wijze ophoogt.

Na verloop van tijd, naar verwachting +- 25 jaar, kunnen de hoger gelegen zones een multifunctionele invulling krijgen, denk aan extensieve vormen van zilte landbouw, aquacultuur, natuur-inclusieve recreatie of zachte infrastructuur. De spontane natuurontwikkeling in stap 04 draagt zo niet

alleen bij aan kustveiligheid en klimaatadaptatie, maar levert ook waarde op voor voedselproductie, koolstofopslag en recreatie. Het landschap wordt een levende buffer die bescherming biedt tegen klimaatdreiging, biodiversiteit herstelt én ruimte schept voor menselijke beleving.

Noordzee

strand met primaire zeedijk +11.5m TAW

overgangszone en dijk +5.5m TAW

overgang duinen en slikken en schorren slikken en schorren met geulenstelsel relict spaarbekken

dijk +4.0m TAW

bestaand akker- en grasland

permanent water

bestaand landbouwbedrijf zoetwaterinlaat - natuurlijk

zoetwaterinlaat - kunstmatig

Uitvouwkaart masterplan

Bron: google earth + eigen bewerking

De bovenste doorsnede toont de dynamische processen waarbij getijwerking leidt tot de vorming van slikken en schorren.

Deze habitats vormen cruciale ecotopen voor watervogels en foeragerende vissoorten. De sedimentdynamiek strekt zich uit tot de hoger gelegen zandgronden, waar continue sedimentatie resulteert in een geleidelijke maaiveldophoging en een autonoom transformatieproces.

De onderste doorsnede toont de herontwikkeling van de voormalige poldergrachten tot getijgeulen, waarbij de karakteristieke elementen zoals vloedmerken, slikken en schorren ontstaan.

Dit proces versterkt de ecologische connectiviteit, onder meer door het faciliteren van vismigratie en het creëren van geschikte broed- en rustgebieden voor vogels.

De kern van de strategie ligt bij natuurontwikkeling in het kustgebied, met focus op schorvorming, overgangsvegetaties en getijdennatuur. Het jaarlijks beschikbare sediment uit de Noordzee en de IJzer is echter beperkt. Bij een oppervlakte van 40 km² komt dit neer op een gemiddelde ophoging van

minder dan 10 millimeter per jaar. Sedimentatie als fundament voor kustopbouw is dus een trage, secundaire werking. Op de lange termijn kan dit wel bijdragen aan klimaatadaptatie. Het getijvolume is daarbij zo ontworpen dat op sommige plekken sneller sedimentatie optreedt dan elders. Het reguleren en beheren van sedimentatie is hierin de sleutel.

Sedimentstrategie Strategische betekenis

De uitbreiding van kustnatuur genereert nieuwe kansen voor biodiversiteit. In de pioniersfase vestigen zich soorten die bestand zijn tegen de wisselende abiotische omstandigheden van zoutgehalte, getij en sedimentdynamiek. Vanuit deze eerste vestigers ontwikkelen zich uiteenlopende habitattypen die zich organiseren langs ecologische gradiënten: van zout naar zoet, nat naar droog en dynamisch naar stabiel. Deze mozaïekvorming van habitats bevordert vismigratie,

creëert essentiële broed- en foerageergebieden voor waden trekvogels en verhoogt de ecologische veerkracht van de kustzone. De effecten strekken zich bovendien uit tot internationale schaalniveaus door het versterken van biodiversiteitsnetwerken.

Tegelijkertijd leveren deze ecosystemen belangrijke regulerende ecosysteemdiensten, waaronder natuurlijke kustbescherming tegen overstromingen en klimaatgerelateerde risico’s.

De detailtekeningen tonen hoe pioniersvegetaties, slikken, lage en hoge schorren, en graslanden zich ontwikkelen langs de abiotische gradiënten van zout naar zoet, nat naar droger, dynamisch naar stabiel. Elk genummerd concept correspondeert met een locatie op het masterplan en illustreert welke soorten en ecologische processen er plaatsvinden. Deze gedetailleerde visualisaties maken inzichtelijk hoe de

habitats samen een robuust, veerkrachtig ecosysteem vormen dat biodiversiteit, waterveiligheid en recreatieve beleving combineert, zowel lokaal als op internationaal niveau.

Per natuurtype zijn enkele doelsoorten gepresenteerd. Het zijn doelsoorten die we hoofdzakelijk kunnen koppelen aan de getoonde natuurtype, maar ook elders kunnen voorkomen.

parelduiker Gavia arctica

europese zeebaars Dicentrarchus labrax

gewone zeehond Phoca vitulina

01

01 < 0,00m TAW

kabeljauw Gadus morhua

zeester Asteroidea

Permanent onder water < 0,00m TAW [PERMANENT ONDER WATER]

strandgaper Mya arenaria

strandplevier Anarhynchus alexandrinus

bontbekplevier Charadrius hiaticula

bruinvis Phocoena phocoena

02

zandspiering Ammodytes tobianus

02 + –2,00m tot + 0,00m TAW

Droogvallende zandbanken -2,00m tot +0,00m TAZ

[DROOGVALLENDE ZANDBANKEN]

strandkrab Carcinus maenas

rietgors

03 + 0,00m tot + 1,50m TAW

Slikken met pioneersvegetatie

+0,00m tot +1,50m TAW

[SLIKKEN MET PIONEERSVEGETATIE]

04 + 1,50m tot + 2,50m TAW 04

Lage schorren

+1,50m tot +2,50m TAW 03

stern

[LAGE SCHORREN]

slijkgras

wulp
Numenius arquata
zeekraal Salicornia europaea
zeevermuur Sagina maritima
Emberiza schoeniclus
aalscholver
Phalacrocorax carbo
noordse
Sterna paradisaea
Spartina anglica
klein schorrenkruid
Suaeda maritima

Middelhoge schorren

05 + 2,50m tot + 3,50m TAW

+2,50m tot +3,50m TAW

[MIDDELHOGE SCHORREN]

Schorren

06 + 3,50m tot + 4,50m TAW 06

+3,50m tot +4,50m TAW 05

graspieper

[SCHORREN]

gewone zoutmelde

melkkruid
Glaux maritima
tureluur
Tringa totanus
kluut
Recurvirostra avosetta
kanoetstrandloper Calidris canutus
lamsoor
Limonium vulgare
kneu Linaria cannabina
Anthus pratensis
Halimione portulacoides

zeearend Haliaeetus albicillia

watersnip

Gallinago gallinago

rosse grutto Limosa lapponica

blauwborst Luscinia svecica

07

pitrus Juncus e usus

Venige moerassen en graslanden

+2,00m tot +3,00m TAW

[VENIGE MOERASSEN EN GRASLANDEN]

07 + 2,00m tot + 3,00m TAW 08

lepelaar Platalea leucorodia

dwergstern Sternula albifrons

kokmeeuw Chroicocephalus ridibundus

08 + 2,00m tot + 3,50m TAW

Rietlanden met geulen

+2,00m tot +3,50m TAW

[RIETLAND MET GEULEN]

Phragmites australis

riet

bosrietzanger Acrocephalus palustris

wilg

09 + 3,00m tot + 4,00m TAW TUSSEN

Struweel en vloedbossen + 3,00m tot +4,00 TAW

[STRUWEEL EN VLOEDBOSSEN]

gewone lijsterbes Sorbus aucuparia

ree Capreolus capreolus

egel Erinaceus europaeus

Natuurlijk loofbos + >4,00m TAW

groene specht Picus viridis

boomklever Sitta europaea

eik Quercus robur
Salix alba
bever Castor
els Alnus glutinosa
havik Accipiter gentilis
Vulpes vulpes

De deelontwerpen

[KEUZE ZOOM-IN’S] De deelontwerpen richten zich op diverse locaties met elk eigen uitdagingen en kansen. Tussen Westende en Middelkerke versterkt een landwaartse aanpak veiligheid en recreatie en creëert ruimte voor getijdendynamiek en zeevogels. In Nieuwpoort wordt de verbinding met het Noordzeelandschap hersteld via de bestaande waterloop: de Kreek van Nieuwendamme en de nieuwe getijdenrivier. Langs Diksmuide krijgt de IJzer meer ruimte, met slikken, schorren en estuariene geulen die broedvogels, foerageergebieden en vismigratie ondersteunen. De Blankaart en IJzervallei transformeren van eentonige landbouw, naar natte, zoute en brakke natuur. Nabij Diksmuide voegt de nieuwe laag van het landschap zich tussen de diverse historische relicten in het landschap zoals de IJzertoren en het Fort van Knocke.

Elk deelontwerp combineert ecologische versterking met recreatie, cultuurhistorie en waterbeheer. Slikken, schorren, duinen, zandbanken en estuariene geulen vormen samen een netwerk van habitats voor kustvogels, trekvissen, broedvogels en andere doelsoorten. Landbouwpercelen maken plaats voor zilte teelten, begrazing en educatieve functies. Zachte recreatie, wandel- en fietsroutes en strategische uitzichtpunten verbinden mensen met het landschap,

terwijl erfgoedlocaties aan de IJzer geïntegreerd blijven. De gefaseerde ontwikkeling zorgt voor korte termijn beleving, middellange termijn herstel van natuurzones en lange termijn een robuust, adaptief ecosysteem dat de verbinding tussen Noordzee, IJzer en binnenland versterkt.

De overzichtstabel hiernaast toont een hel aantal van de doelsoorten dat elk ontwerp aantrekt, waarmee het hoofddoel [het vergroten van ecologische waarde en biodiversiteit] duidelijk wordt.

atlantische haring

Clupea harengus

Koele kust- en open zeegebieden met matige zoutconcentratie en plankton

atlantische zalm

Salmo salar

Geoxygeneerde, koele

zoetwaterrivieren met gravelbodems voor paaien

bontebekplevier

Charadrius hiaticula

Open zand- en grindplaten, modderige getijdenvlakten en kusten.

bot Platichthys flesus

Brakke/zoute kustwateren, estuaria en ondiepe, zandige zeebodems.

dwergstern

Sternula albifrons

Open zand- of grindbanken in kust- en riviermondingen met lage vegetatie.

europese steur

Acipenser sturio

Grote, matig zoute tot zoete rivieren en estuaria met schoon, zuurstofrijk water.

fint

Alosa fallax

estuaria en kustwateren met matig zout water, ondiepe voedselzones.

zeealsem Artemisia maritima

Zilte, goed gedraineerde zand- of kleigronden in de kustduinen en slikken.

rosse grutto

Limosa lapponica

Overwintert in brakwateren kustgebieden, modderige slikken.

stekelbaars

Gasterosteus aculeatus

Ondiepe zoete/brakwatergebieden met waterplanten, riet en beschutte oevers.

strandplevier

Charadrius hiaticula

Open zand- en grindstranden, slikken en kustzones met weinig vegetatie

tureluur

Tringa totanus

Vochtige graslanden, moerassen en slikken. Ongewervelden en kleine waterdiertjes beschikbaar

wulp

Numenius arquata

Natte graslanden, moerassen en kwelders, met bodemorganismen.

zeebaars

Dicentrarchus labrax

Kustwateren, estuaria en brakke wateren met matige stroming en schuilplaatsen.

zeeforel

Salmo trutta trutta

Ondiepe, zanderige of modderige zeebodems van de kustzone.

zeekraal

Salicornia europaea

Koele kustwateren, estuaria en brakwatergebieden met toegang tot rivieren.

Verbinding met de Noordzee

Plangebied tussen Westende en Middelkerke
Bron: google earth + eigen bewerking

TUSSEN

[VERBINDING MET DE NOORDZEE]

Tussen Westende en Middelkerke wordt ingegrepen in de nog open ruimte om veiligheid, natuurwaarden en toerisme te versterken. Terwijl de Vlaamse Kustvisie inzet op het verstevigen van de primaire zeedijk bij Middelkerke en Westende, wordt hier gekozen voor een landwaartse benadering.

Ontwerpgebied tussen Westende en Middelkerke

Bron: google earth + eigen bewerking

De bestaande golfbrekers worden opnieuw ingezet als strekdammen om de nieuwe geul te begeleiden. Via een waterkering krijgt eb, vloed en springtij vrij spel, terwijl bij stormvloed de kering sluit ter bescherming. Bovenop deze kering blijven de huidige kusttram en de verbindingsweg functioneren. Een nieuwe monding voor de IJzer, langs de historische Testerpgeul, verlicht de druk op de Ganzenpoot en brengt gecontroleerd zout water tot diep in de IJzervallei.

De brede opening [450m] laat sediment uitwisselen met de vooroever, waardoor zandbanken ontstaan die zeevogels zoals sternen aantrekken. De Warandetoren wordt ingebed in het nieuwe getijdenlandschap en krijgt opnieuw betekenis als uitzichtpunt op zee én land. Vakantieparken worden heringericht voor meer verbinding met de natuur en de Warandeduinen krijgen ruimte om landwaarts te groeien bovenop de bestaande landduingronden.

Vogelvlucht van de waterkering
De motor van het getijdenlandschap

Nieuwpoort aan de IJzer

[NIEUWPOORT AAN DE IJZER]

Nieuwpoort ligt vlak bij de Noordzee, maar heeft tot nu toe beperkte verbinding met het Noordzeelandschap. In dit deelontwerp wordt ingezet op het herstellen van deze verbinding door de introductie van een nieuwe getijdenrivier en de uitbreiding van de Schuddebeurzeduinen richting voormalige landbouwpercelen.

De onderliggende zandige kustduingrond stimuleert de vorming van een robuuste duinreep die een natuurlijke gradiënt vormt met het getijdengebied. Het spaarbekken verliest vandaag de dag zijn functie door verzilting en algenbloei, waardoor recreatie zoals zeilen en watersport nauwelijks mogelijk is tijdens periodes van langdurige droogte en hoge temperaturen.

De ziel van Nieuwpoort ligt in de verbondenheid met de IJzer. Nu de rivier opnieuw als getijdenrivier zal functioneren, is het van belang de relatie tussen de stedelijke gebruiker en het omliggende nieuwe landschap te herstellen en te versterken.

Plangebied Nieuwpoort en de Kreek van Nieuwendamme
Bron: google earth + eigen bewerking

De nieuwe monding van de IJzer werkt als smalle getijdenrivier die Noordzee en IJzervlakte verbindt, met gecontroleerde zoutwaterinlaat via de Ganzepoot. Hierdoor ontwikkelen slikken, schorren en zandbanken zich geleidelijk, terwijl oude schorren sneller herstellen en het spaarbekken transformeert tot een dynamisch zoutwaterbassin. Zachte recreatie zoals wandelen, fietsen en kanoën wordt geïntegreerd, en het overzetbootje tussen Mannekensvere en Nieuwpoort krijgt een recreatieve functie. Voor functionele mobiliteit blijft de E40 met een nieuwe brug de snelste route over het getijdenlandschap. Beleving gebeurt vanaf de dijken, met overzicht over het hele landschap en zicht tot aan de nieuwe waterkering aan de zee. Vaste elementen zoals de Ganzepoot, de historische bootlift en het Fort van Nieuwendamme blijven behouden en vertellen het verleden binnen het nieuwe landschap.

Ontwerpgebied Nieuwpoort en de kreek van Nieuwendamme
Bron: google earth + eigen bewerking
Vogelvlucht van het getijden- landschap en rivier
Langs Nieuwpoort

De kreek van Nieuwendamme krijgt haar oorspronkelijke stroombed terug. Om dit te realiseren worden de zones langs de kreek en die van de getijdenrivier afzonderlijk ontwikkeld. Zo wordt voorkomen dat hoge stroomsnelheden vanuit de getijdenrivier het landschap langs de kreek te sterk zouden veranderen. Het gaat hier om trage, subtiele ingrepen waarbij het water de ruimte krijgt om het landschap op de juiste plek en in het juiste tempo te vormen. In dit nieuwe mozaïek van slikken en schorren vinden typische kust- en zeevogels zoals kluut, tureluur, scholekster, visdief en grote stern geschikte broed- en foerageerplekken. Ook zoutwatervissen zoals haring, sprot, zeebaars en jonge platvissen (zoals schol en tong) kunnen hier binnendringen en profiteren van de overgangszones tussen kreek en getijdenrivier, waardoor de ecologische waarde van het gebied aanzienlijk toeneemt.

Bij Fort van Nieuwendamme

Diksmuide aan zee

Plangebied Diksmuide
Bron: google earth + eigen bewerking

[DIKSMUIDE AAN ZEE] Langs Diksmuide krijgt de IJzer meer ruimte, waardoor water in beide richtingen kan doorstromen en de druk bij piekafvoeren vermindert. Het ontwerp maakt de IJzer opnieuw leesbaar als dynamisch systeem en positioneert de zone Diksmuide als sleutelgebied bij de overgang van zout naar zoet water.

Het sleutelgebied, met Diksmuide als middelpunt, bevindt zich tussen de Handzamevallei en de vallei van de Blankaart. Beide landschappen zullen ingrijpend transformeren. De Handzamevallei zal grotendeels zout blijven, door de beperkte aanvoer van zoet water. De vallei van de Blankaart daarentegen ontwikkelt zich eerder tot een brakwatergebied, omdat de instroom van zout water daar sterker wordt geremd.

Ontwerpgebied Diksmuide
Bron: google earth + eigen bewerking

De natuurlijke kustlijn vormt een robuuste overgang van stad naar getijdenlandschap, waarbij de estuariene dynamiek van de IJzer de ruggengraat vormt en routes, erfgoed en nieuwe accenten zoals een waterbelevingscentrum en herbestemde boerderij het netwerk ondersteunen. Zo ontstaat een toekomstbestendige stad diep in het binnenland. De landbouwpercelen transformeren naar slikken- en schorrenzones, waarbij nieuwe getijdegeulen het estuariene netwerk herstellen. Hoge schorren fungeren als broedgebieden, lage slikken als foerageerplekken en migratieroutes voor vis, terwijl overgangsgradiënten de biodiversiteit versterken. Landbouw maakt plaats voor natuur, zilte teelten, begrazing en educatie. De gefaseerde ontwikkeling voorziet in korte termijn infrastructuur en beleving, middellange termijn herstel van slikken en schorren, en lange termijn een robuust estuarium met verbinding tussen de Noordzee en de IJzer, waarbij een doorlaatsluisje de gecontroleerde waterdoorvoer regelt.

Vogelvlucht van verbindingen in het getijdenlandschap Diksmuide aan zee

Aan de rand van de stad wordt een stuk deelnatuur ingericht waarin via twee doorlaatsluizen gecontroleerd kustnatuur kan ontstaan, waardoor de relatie tussen stad en landschap wordt versterkt. Het waterbelevingscentrum wordt bewust op deze overgangszone gepositioneerd en fungeert als startpunt voor bezoekers van het landschap; hier wordt informatie gegeven over de natuur, de transformatie van het landschap en het toekomstige gebruik van dit nieuwe gebied. Recreatie krijgt vorm via zachte routes, uitzichtpunten en erfgoedlocaties zoals de IJzertoren, Museum aan de IJzer en Dodengang, die met elkaar en met de stad worden verbonden. De herbestemde boerderij krijgt een rol als educatieve plek rond voedselproductie en productieve natuur.

Nabij het Begijnhof

De natuurlijke kustlijn

Plangebied natuurgebied de Blankaart
Bron: google earth + eigen bewerking

Zo kan zoet water worden onttrokken uit de hoger gelegen zandgronden, die zich op natuurlijke wijze aanvullen en minder gevoelig zijn voor uitputting dan het grondwater in de polders. Recreatie en natuurbeleving zijn hier al sterk aanwezig. Daarom bouwt de ontwikkeling voort op bestaande routes en structuren zoals het bezoekerscentrum van de Blankaart en uitkijktorens. Iconen zoals de Grote Sperluut blijven behouden; zij positioneren zich in het nieuwe landschap en roepen herinneringen op aan hoe het vroeger was. Het landschap fungeert bovendien als drager om de cultuurhistorische laag [het fort van Knocke] opnieuw tot leven te brengen en een verbinding met de stad Diksmuide te leggen. TUSSEN

[DE NATUURLIJKE KUSTLIJN]

Rond het spaarbekken ligt vandaag vooral zoetwaternatuur met een hoge vraag naar zoet water. Beleidskeuzes hebben het landschap sterk ingeperkt en de ontwikkelingsmogelijkheden zijn beperkt omdat historische permanente graslanden behouden moeten blijven. Het spaarbekken, kwetsbaar voor droogte en verzilting, verliest in de toekomst zijn functie: de aanvoer van zoet water uit de IJzer vormt geen onuitputtelijke bron, waardoor gezocht wordt naar alternatieven.

Ontwerpgebied natuurgebied de Blankaart
Bron: google earth + eigen bewerking

In het ontwerp krijgt de IJzer opnieuw de ruimte om door de Blankaart te stromen. Historische graslanden veranderen in overstromingszones waar brakwaterslikken en schorren zich ontwikkelen onder invloed van getijdynamiek. Het gebied evolueert zo naar een robuust brakwaterlandschap, waarin natuurlijke processen de sturende rol opnemen.

Het spaarbekken verliest zijn oorspronkelijke functie en wordt herbestemd tot natte natuur en waterberging. Afgesloten compartimenten bieden plaats voor experimenten met zilte en brakke natuurtypen en dragen tegelijk bij aan koolstofopslag. De geleidelijke overgangen tussen nat en droog, zout en zoet creëren ecologische gradiënten die habitat bieden voor soortenrijkdom: vissen zoals paling, driedoornige stekelbaars en bot vinden er migratieroutes, terwijl vogels als kluut, tureluur, visdief en lepelaar er foerageren en broeden.

Vogelvlucht van route door brakwatergebied Het spaarbekken

Het Fort de Knocke wordt opgewaardeerd tot een strategisch landschappelijk knooppunt, waar erfgoed, natuur en recreatie samenkomen. Nieuwe wandel- en fietsroutes verweven de Blankaart met het bredere landschap en leggen verbindingen tussen natuur, water en cultuurhistorie. Bestaande functies zoals het bezoekerscentrum De Blankaart en restaurant ’t Madeliefje sluiten aan op dit netwerk en behouden hun betekenis in de toekomstige ontwikkeling. Groene structuren rond de dorpen en zorgvuldig ontworpen overgangszones versterken de relatie tussen stad en natuur en maken de transformatie zichtbaar en beleefbaar.

Door de getijdennatuur

De beleving

[DE KRACHT VAN HET VERANDERENDE LANDSCHAP] De belevingslaag speelt zich af op de rand van het getijvolume of op de daarvoor voorziene aaneenschakeling van randen. Mijn ontwerpbenadering richt zich niet op het toevoegen van recreatieobjecten in het landschap, maar op het bewust benutten van bestaande natuurlijke condities: het reliëf, de bodem, het getij, de afwatering en de openheid van het landschap. De belevingszone is geen vastomlijnde plek met duidelijke grenzen, maar een ervaring in het landschap. Op het ene moment wordt die beleving gevormd door het opkomende vloedwater, terwijl even later het terugtrekkende water een ruwe, grillige zandvlakte achterlaat. Binnen het getijvolume ontstaat geen statisch eindbeeld, maar een kustlandschap dat beweegt, verandert en uitnodigt.

Dit resulteert in een open, uitgestrekt en weids landschap dat sterk contrasteert met het kleinschalige mozaïek van dorpen en landbouw rondom. Het is een plek waar je het ritme van de natuur kan ervaren, waar de wisselwerking tussen zoet en zout water voelbaar is en waar ruimte ontstaat voor verstilling, verwondering en ontmoeting. Voor de mens betekent dit een herontdekking van de kust. Geen harde scheidingen, maar zachte, geleidelijke overgangen die uitnodigen tot wandelen, leren en recreëren. Het nieuwe landschap nodigt uit om mee te bewegen met natuurlijke processen. In een tijd waarin de kust wordt gezien als een economische ruimte, herinnert dit project aan de oorsprong van het kustlandschap: open, vloeiend, grensverleggend.

Als landschapsarchitect wil ik die oorspronkelijke kustlandschappen terugbrengen. Niet als nostalgisch ideaal, maar als een noodzakelijk perspectief op een toekomst waarin ecologie en de mens opnieuw verweven raken.

Mijn belevingsvisie staat voor een kustlandschap dat meebeweegt en dat niet alleen bescherming biedt, maar ook betekenis en inspiratie voor de mens. Het herstelt het oorspronkelijke, vloeiende karakter van de Vlaamse kust en maakt het toegankelijk voor mensen die niet alleen willen kijken, maar willen ervaren, voelen en deel willen uitmaken van een levend systeem. Zo wordt het landschap niet alleen een grens, maar een uitnodiging tot een nieuwe relatie tussen mens en natuur.

Kaart belevingszones

Bron: google earth + eigen bewerking

Interview - zintuigelijk landschap

Landschapsarchitect

Onafhankelijk, eerder bij H+N+S Landschapsarchitecten en Atelier kunstkwaliteit

Landschapsontwerp, kustdynamiek, ontwerpend onderzoek

Inge Kersten studeerde landschapsarchitectuur aan Wageningen University en werkte aan diverse prijswinnende projecten. Bij Atelier Kustkwaliteit onderzocht ze langetermijnvisies voor de Nederlandse kust via ontwerpend onderzoek. Ze werkt momenteel als zelfstandig landschapsarchitect in zowel landelijke als stedelijke contexten.

Bron: Linkedin
“We moeten leren ontwerpen met tijdelijkheid, dynamiek en beleving: niet tegen, maar mét het water.”

Inge Kersten bracht mij een ontwerpgevoelige en systemische kijk op de Vlaamse kust. Zij benadrukte dat we ons, zoals ik al eerder dacht, blindstaren op “de lijn”. Terwijl volgens haar de kracht van het kustlandschap net zit in de overgangen, de tijdelijkheid, en de meervoudige leesbaarheid. Ze daagde mij uit om ook op het achterliggende poldersysteem te letten. En dan vooral op de kansen die verzilting, kwelwater en gradiënten bieden voor nieuwe vormen van kustlandschap. Ze onderstreepte de waarde van zachte, tijdelijke of seizoensgebonden

strategieën, en stelde fundamentele vragen over onze keuzes: Moeten we echt alles behouden? Waarom blijven we appartementen onderhouden in eerste lijn als de kust zich verplaatst? Haar inzichten versterkten mijn overtuiging dat de toekomst van de Vlaamse kust niet in één uniforme lijn ligt, maar in een netwerk van plaatsgebonden scenario’s. Ze toonde mij ook het belang van verbeelding, geluid en atmosfeer in ontwerp: niet alleen functioneel reageren op zeespiegelstijging, maar ook ontwerpen aan een levendig, aantrekkelijk en zintuiglijk landschap.

De doorfasering

[HET SCHUIVENDE KARAKTER] Het project volgt een gefaseerde aanpak waarbij elke stap inspeelt op de autonome ontwikkeling van het landschap. Wanneer het gebied op natuurlijke wijze functioneert en we het reliëf, waterbeheer en ecologische processen hebben leren kennen, ontstaat ruimte voor verdere interventies. Voedselproductie krijgt een plaats in dit systeem, waarbij kustecosystemen hun hoge productiviteit inzetten om bij te dragen aan lokale economieën. Tegelijkertijd biedt het geplande onderhoud van de oostelijke IJzerdijk kansen om het estuarium uit te breiden en extra ruimte voor water en natuur te creëren. Ook de Oude Zeedijk, welke van het Fort de Knocke langs de IJzer via Oudekapelle, Lampernisse, Zoutenaaie en de Oude Zeedijkmolen, kan een nieuw compartiment vormen, waardoor historische structuren worden geïntegreerd in het nieuwe landschap.

Het estuarium ontwikkelt zich als een dynamisch systeem dat voortdurend verandert onder invloed van getijwerking, sedimentatie en vegetatiesuccessie. De natuurtypen verschuiven in tijd en ruimte: open water en pioniervegetaties ontwikkelen zich tot slikken en lage schorren, daarna tot hogere schorren en uiteindelijk tot graslanden, struweel en moeraszones. Slikken en schorren ontstaan relatief snel [vaak al in de eerste twee jaar] maar hebben meer tijd nodig om uit te groeien tot volwassen en robuuste ecosystemen. In de eerste 3-6 jaar domineren water en kale pionierzones, terwijl snelle slibafzetting de fysische basis legt voor verdere ontwikkeling. Tussen 6 -10 jaar breiden slikken

en lage schorren zich uit en vervullen ze een cruciale functie als kraamkamer voor vissen en als rijke foerageerplekken voor steltlopers en trekvogels.

Na circa 10 jaar ontstaan stabielere hogere schorren met permanente vegetatiepatronen die ook geschikt zijn als broedgebied. Op de lange termijn, na 15 jaar, verschuift het systeem naar robuustere ecosystemen met soortenrijke graslanden, struweel en natte natuur. Elke fase levert een eigen ecologische waarde: van dynamiek en hoge productiviteit in de pionierfase, tot stabiliteit, diversiteit en veerkracht in latere stadia. Samen vormen deze opeenvolgende veranderingen een gelaagd kustlandschap dat meegroeit met natuurlijke processen en klimaatevolutie.

Kaart doorfasering
Bron: google earth + eigen bewerking

Dynamisch karakter van het gebied

Bron: google earth + eigen bewerking

Interview - adaptiviteit

Bron: LinkedIn

Jeroen de Waegemaeker

Onderzoeker landbouw en maatschappij

ILVO - Instituut voor Landbouw-, Visserij en Voedingsonderzoek

Agro-ecologie, landgebruik, maatschappelijke transities

Jeroen De Waegemaeker is onderzoeker bij ILVO en houdt zich bezig met de relatie tussen landbouw, maatschappij en ruimtelijke verandering. Hij onderzoekt hoe landbouwsystemen kunnen bijdragen aan duurzame gebiedsontwikkeling. Zijn werk richt zich op beleidsadvies en innovatieve landbouwpraktijken.

“Je moet nu al plannen maken voor overmorgen.”

Dit interview zette hij mij aan tot het ontwikkelen van gefaseerde interventies voor mijn projectgebied: van zilte testzones tot gecontroleerde dijkdoorbraken. Hij liet mij inzien dat elke keuze (zoals doorgaan met een harde zeewering) andere opties uitsluit. Daarom moeten deze paden nu al ruimtelijk worden verankerd om over 200 jaar niet vast te zitten in een onomkeerbaar pad. Zijn voorbeeld hierin was dat verzilting, als traag maar onomkeerbaar proces, nu al ruimtelijke

planning vereist, ook al is het (nog) niet acuut. Hij introduceerde het idee van ‘beslisruimte behouden’: hoe vroegtijdige ruimtelijke keuzes later beleidsopties mogelijk of onmogelijk kunnen maken.

Zijn ‘systeemdenken’ heeft mijn visie denk ik aangescherpt en mijn ontwerpstrategie richting kunnen gegeven: denk dynamisch, denk adaptief, en durf te beginnen op de plekken waar de druk het hoogst is, want daar ligt de grootste hefboom voor verandering.

Conclusie

[PROJECTOPGAVE] ‘Tussen Binnenland en Branding’ pleit voor een fundamenteel andere omgang met de Vlaamse kust; een landschap dat opnieuw meebeweegt met natuurlijke processen. In de IJzervlakte, waar zoet en zout elkaar raken, ligt het kantelpunt: de plek waar herstel van natuurlijke dynamiek de sleutel vormt tot een veerkrachtige, biodiverse én veilige kust van de toekomst, met meer ruimte voor betekenisvolle natuur én een rijkere beleving.

Een fundamenteel andere visie op de Vlaamse kust

In plaats van de kust louter te zien als een smalle strook die beschermd moet worden tegen de zee, pleit dit project voor een kustlandschap dat meebeweegt met natuurlijke processen en ruimte biedt aan verandering, veerkracht en ecologische samenhang.

Ontwerpend onderzoek als motor voor systeemverandering

Waar beleid vaak technocratisch blijft, gebruikt dit project het instrument van landschapsontwerp om complexe ruimtelijke, ecologische en maatschappelijke vragen tastbaar te maken en om richting te geven aan een duurzame toekomst voor de kust.

Een betekenisvoller en beleefbaarder kustlandschap

De huidige kuststrook is overwegend monotoon en verhard. Dit project maakt ruimte voor een rijkere kustbeleving: met afwisseling, stilte, ecologische waarde en interactie. Zo ontstaat een landschap dat niet alleen beschermt, maar ook inspireert en uitnodigt.

Herstel van de ecologisch cruciale overgang van zoet naar zout

De plek waar rivier en zee elkaar raken biedt het grootste potentieel voor biodiversiteit en klimaatweerbaarheid. Het herstel van brakwaterzones vormt hier de sleutel tot een robuust en verbonden ecosysteem.

Internationale relevantie voor de vogelmigratie en klimaatopgaven

De Vlaamse kust maakt deel uit van een bredere ecologische infrastructuur. Door ruimte te geven aan dynamiek en herstel, draagt het project bij aan de versterking van Europese migratieroutes en aan natuurlijke klimaatbuffers.

Realistische, gefaseerde strategie met lange adem

Geen utopisch toekomstbeeld, maar een aanpak die haalbaar is. Gefaseerd, adaptief en afgestemd op ruimtelijke en ecologische processen.

van Noordzee naar de IJzer van IJzer naar de Noordzee

blijft in brakwatergebied

Kraamkamer van de Noorzee

Overzicht trektijden

Literatuurlijst

A radical approach to flooding in England: Give land back to the sea. (2024). In The New York Times (pp. 1–13). https://www.nytimes.com/2024/10/22/world/europe/uk-steart-marshes-carbon-climate-changeflooding.html

Aantal landbouwbedrijven. (n.d.). Landbouw & Visserij. https://landbouwcijfers.vlaanderen.be/landbouw/ totale-landbouw/aantal-landbouwbedrijven

Able, K. W. (2020). Beneath the surface: understanding nature in the Mullica Valley Estuary. In Rutgers University Press.

Agzamov, N. (2024). North Sea rising: A Case for Water-based Commons.

Braaksma, J. (2012). Rijzend land kerend tij. In http://www.lamaland.eu/.

De Maerschalck, B., Van Der Werf, J., Kolokythas, G., Quataert, E., Van Oyen, T., Vroom, J., Dijkstra, J., Wang, Z. B., Vanlede, J., Verwaest, T., & Mostaert, F. (2017). Modellering Belgische Kustzone en Scheldemonding: Deelrapport 2 – Morfologische analyse scenario’s Vlaamse Baaien. In WL Rapporten (Versie 4.0, p. III–IV). Waterbouwkundig Laboratorium & Deltares. https://waterbouwkundiglaboratorium.be (Original work published 2017)

De Rycke, A., Devos, K., Decleer, K., & Instituut voor Natuurbehoud. (2001). Verkennende ecologische gebiedsvisie voor de Ijzervallei (Report 2001.06). Instituut voor Natuurbehoud.

De Waegemaeker, J., Faculteit Ontwerpwetenschappen, & Onderzoeksgroep voor Stadsontwikkeling. (2017). CLIMATE-PROOF THROUGH DESIGN, RESEARCH AND DESIGN FOR CLIMATE ADAPTATION IN PERI-URBAN TERRITORIES (By Universiteit Antwerpen, Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO), C. Dubois, W. Timmermans, E. Kerselaers, B. Notteboom, & F. Marchand; M. Van Acker & E. Rogge, Eds.) [PhD dissertation].

Debusschere, B. & De Morgen. (2023). Hoe kunnen we Vlaanderen wapenen tegen het wassende water? ‘De oude aanpak blijkt fout.’ De Morgen. https://www.demorgen.be/nieuws/hoe-kunnen-we-vlaanderenwapenen-tegen-het-wassende-water-de-oude-aanpak-blijkt-fout~b650a35c/

Decaluwé, C. (2018, December 6). Rede van Carl Decaluwé.

Eindrapportage oplossingsrichting “meebewegen” | Deltaprogramma. (2024, March 4). Deltaprogramma. https://www.deltaprogramma.nl/documenten/2024/03/04/eindrapportage-oplossingsrichtingmeebewegen

Gerwin. (n.d.). De eetbare Waddenkust Groningen. Flux Landscape Architecture. https://fluxlandscape.nl/ nl/de-eetbare-waddenkust-groningen

Jeroen Helmer. (2018). From river to sea and vice versa: Fish migration. LanDen, D. L., Peter Cabus, & Hans tijl. (2020). De Lage Landen 2020-2100: een toekomstverkenning.

Mariene Strategie voor het Nederlandse deel van de Noordzee 2012-2020, Deel 1]. (n.d.). In Mariene Strategie Voor Het Nederlandse Deel Van De Noordzee 2012-2020, Deel 1 [Report].

MUST. (2025, February 13). Agenda voor het Waddengebied 2050 - MUST. https://www.must.nl/projecten/ gebiedsagenda-waddenzee/

Natuurdoelanalyse Natura 2000 Duinen Goeree & Kwade Hoek. (n.d.).

Negacz, K., Vellinga, P., Barrett-Lennard, E., Choukr-Allah, R., & Elzenga, T. (Eds.). (2022). Future of sustainable agriculture in saline environments (First). CRC Press. https://www.taylorfrancis.com

Nws, V. (2025, May 21). IJzer dreigt zonder zoet water te vallen door aanhoudende droogte: “Dramatisch voor IJzervallei” | VRT NWS: nieuws. VRTNWS. https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2025/05/21/er-stroomt-alminder-water-van-leie-naar-ijzer-verdere-verzilti/

Ontmoet de Schelde. (2021). In PROJECTBROCHURE BOVENDIJLE. Pantarein.

Outryve, R., Jonckheere, I., ShelfCod, Grafische Dienst Provincie West-Vlaanderen, CPIE Flandre Maritime, & Norro, P. (n.d.). Vlaamse kust (C. Willaert, K. Bogaert, & E. Demey, Eds.) [Guidebook]. https://www.westvlaanderen.be/sites/default/files/2021-06/strandgidsje_vlaamse_kust.pd

Ovink, H. (2022). Weerbaar Waterland.

Paree, E., WWF, ARK Natuurontwikkeling, & Vries, P. D. (2022). De Rijn-Maasmonding. https:// arkrewilding.nl/sites/default/files/media/WWF_Rapportage_Rijn-Maasmonding_v8.pdf

Provoost, T. & West-Vlaamse Vereniging voorde Vrije Tijd V.Z.W. (1997). DE IJZER: EEN KLEINE STROOM MET EEN GROOT VERLEDEN. In Waternr. 97 - November/December 1997.

Redactie Waterforum. (2020, June 30). Schorren of kwelders leveren belangrijke bijdrage aan kustverdediging - Waterforum. Waterforum. https://www.waterforum.net/schorren-of-kwelders-leverenbelangrijke-bijdrage-aan-kustverdediging/

Smal, N. & Niek Smal. (2021). WATERTROTS (By Academie van Bouwkunst Amsterdam; Roel van Gerwen, Hank van Tilborg, Jorryt Braaksma, Yttje Feddes, & Marit Janse, Eds.).

Sumaqua, Universiteit Antwerpen, & Inagro vzw. (2023). Waterbalansstudie Oudlandpolder i.f.v. een klimaatrobuust water- en peilbeheer en de lange termijn doelstellingen voor landbouw en natuur. In Provincie West-Vlaanderen, Vlaamse Landmaatschappij, & Vlaamse Milieumaatschappij, Waterbalansstudie Oudlandpolder i.f.v. Een Klimaatrobuust Water- En Peilbeheer En De Lange Termijn Doelstellingen Voor Landbouw En Natuur [Report]. Sumaqua.

Statbel. (2024). Kerncijfers landbouw 2024.

TINA MERTENS, VLIZ, Armstrong McKay, & Verwaest, T. (2022). Is onze kust bestand tegen de klimaatverandering? Een blik op de stranden van de toekomst. In Science, Science.

Van Belzen, J., J., Rienstra, G., U., Bouma, T., J., & NIOZ Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee. (2021). Dubbele dijken als robuuste waterkerende landschappen voor een welvarende Zuidwestelijke Delta. In Bas Roels, Wereld Natuur Fonds, G. Rienstra, & Rienstra Beleidsonderzoek en Beleidsadvies BV, NIOZ Report (p. 99). https://www.nioz.nl/application/files/2616/1294/9452/NIOZ_report_2021-01_vFinmin.pdf

Van Nieuwenhuyse, H., Eric Cosyns, & Sam Provoost. (2016). Het nieuwe Zwin 2019: groter, veiliger en waardevoller. In VLIZ • DE GROTE REDE (Vol. 45).

Verhulst, A. (n.d.). Historische ontwikkeling van het kustlandschap.

Tussen Binnenland en Branding

© 2025, Laurens Maertens Uitgegeven in eigen beheer

Alle afbeeldingen, tenzij aangegeven zijn eigen werk. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopie ën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Tussen

Augustus 2025

Master Landschapsarchitectuur

Academie van Bouwkunst

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.