7. Mobiliteit De Universiteit Leiden telt ruim zestig locaties (de meeste in Leiden, een aantal in Den Haag), 7.100 medewerkers en bijna 30.000 studenten, en wordt jaarlijks bezocht door een groot aantal bezoekers. Dagelijks vinden dan ook duizenden vervoersbewegingen plaats van, naar en tussen de universiteitsgebouwen: woon-werkverkeer, woon-studieverkeer, dienstreizen en het transport van goederen naar en tussen de verschillende universitaire locaties. Al deze vormen van vervoer dragen voor 96 procent (2019) bij aan de totale CO2-footprint van de universiteit; 25 procent door woon-werk- en woonstudieverkeer en 71 procent door dienstreizen. De meeste universiteitsgebouwen zijn goed bereikbaar met het openbaar vervoer en de fiets, waardoor eenvoudig milieuvriendelijk kan worden gereisd. Wanneer studenten en promovendi in de buurt wonen van de universitaire locaties en ze deze goed kunnen bereiken, draagt dit bij aan het verminderen van milieubelastend vervoer. De universiteit onderhoudt goede contacten met gemeenten en woningcorporaties om ook in dit opzicht goede (toekomstige) huisvesting voor deze doelgroepen te realiseren. Het meest recente mobiliteitsonderzoek stamt uit eind 2017, toen de Universiteit Leiden heeft onderzocht op welke manier medewerkers en studenten van en naar de universiteit reizen. In 2019 is geen mobiliteitsonderzoek uitgevoerd, maar wordt uit gegaan van vergelijkbaar reisgedrag door studenten en medewerkers van de universiteit.
gebruik van kunnen maken. Met de universitaire koffie leverancier is afgesproken dat de bezorgers elektrisch gaan rijden en dat zij hun twee voertuigen bij het Willem Einthovengebouw kunnen opladen. In 2019 bedroeg de hoeveelheid energie die is gebruikt voor het opladen van elektrische voertuigen 11.016 kWh. In oktober 2017 heeft de Universiteit Leiden, samen met het LUMC, de Hogeschool Leiden, VNO-NCW West regio Leiden, de gemeente Katwijk en de gemeente Leiden, de intentieverklaring Duurzame Kilometers ondertekend. Dit is een initiatief om medewerkers van deze organisaties die binnen een straal van vijf kilometer van het werk wonen, te stimuleren om niet met de auto naar het werk te komen. De deelnemende organisaties zullen hun ervaringen en kennis op dit terrein onderling uitwisselen. Het streven uit de intentieverklaring was dat eind 2018 tenminste 90 procent van de betreffende medewerkers op een duurzame manier naar het werk zou komen. Op basis van de resultaten van de mobiliteitsenquête uit 2017 is nagegaan in hoeverre deze medewerkers de auto nemen. Het bleek dat van de medewerkers die binnen een straal van vijf kilometer van het werk wonen negen procent met de auto naar het werk reist. De grote meerderheid (91 procent) gebruikt de auto dus niet voor woon-werkverkeer.
Woon-werkverkeer verminderen Doelstelling in Milieubeleidsplan
Woon-werkverkeer vergroenen Doelstelling in Milieubeleidsplan Mobiliteit 1 Op locaties met minstens 50 parkeerplaatsen worden oplaadpalen voor auto’s geplaatst.
Er zijn diverse universitaire locaties met eigen parkeerplaatsen, waarvan er al veel zijn voorzien van oplaadpalen. De afgelopen jaren zijn op verschillende locaties extra laadpalen geplaatst. Inmiddels zijn 26 laadpunten beschikbaar. Zowel bij het Sylvius als bij het Snellius staan vier laadpalen. Het Gorlaeusgebouw heeft er zes en de parkeergarage Maliebaan Zuid twee. Ook zijn in 2019 tien oplaadpalen geplaatst voor het Willem Einthovengebouw. Deze zijn primair bedoeld voor medewerkers, maar ook het UFB, dat het goederentransport tussen de universitaire locaties verzorgt, zal er
Duurzaamheidsverslag Universiteit Leiden 2019
Mobiliteit 2 In 2016 wordt in de verhuiskostenregeling een groene verhuispremie opgenomen voor werknemers met een dienstverband van langer dan een jaar.
In 2016 is de mogelijkheid verruimd om een verhuiskostenvergoeding aan te bieden. Medewerkers met (uitzicht op) een vast dienstverband, die meer dan 25 kilometer van hun werk wonen, komen in aanmerking voor een verhuispremie van 2.500 euro als zij verhuizen, en daarmee binnen een straal van tien kilometer van hun werkplek gaan wonen. Deze verhuispremie wordt ook wel ‘groene verhuispremie’ genoemd, omdat de milieubelasting van woon-werkverkeer afneemt door de korte afstand en de betere mogelijkheid de fiets of het openbaar vervoer te gebruiken. In 2015 is het gebruik van de fiets voor woon-werkverkeer gestimuleerd door het fiscale vrijstellingsbedrag
19