
4 minute read
3.4 Hoe regelt het oog de hoeveelheid doorgelaten licht?
Bij het ontleden van het oog kun je meerdere structuren onderscheiden: • Een hard oogvlies omringt het oog aan de buitenkant. • Het hoornvlies is het doorzichtige deel vooraan. • De iris is het gekleurde deel dat achter het hoornvlies is gesitueerd. De iris loopt door in het vaatvlies. • Het vaatvlies is een laag die sterk doorbloed is en de aan- en afvoer van stoffen regelt. • De pupil is een opening in de iris waar het licht door naar binnen valt. De iris verdeelt de oogkamer in twee delen, de voorste en de achterste oogkamer. De achterste oogkamer bevat een lens. • Het netvlies of de retina ligt meer naar de achterkant van het oog. Dat is het deel dat de fotoreceptoren bevat. Fotoreceptoren vangen lichtprikkels op en sturen signalen naar de hersenen. • Het glasachtig lichaam in de oogholte regelt de druk in het oog en duwt het netvlies tegen het vaatvlies. • De blinde vlek is de plaats waar de oogzenuw door het netvlies naar buiten loopt. Het netvlies bevat op die plaats geen fotoreceptoren. ` Maak oefening 26 en 27 op p. 115-116. Wanneer een kat in het donker naar een lichtbron kijkt, lijken zijn ogen op te lichten. Dat komt omdat kattenogen achterin een extra laag bevatten, het tapetum lucidum, dat het binnenvallend licht reflecteert. Op die manier passeert het licht twee keer langs de lichtgevoelige delen in het oog. Het tapetum lucidum is bij heel wat nachtactieve dieren aanwezig. Daardoor kunnen ze beter dan mensen in het donker zien. 3.4 Hoe regelt het oog de hoeveelheid doorgelaten licht? OPDRACHT 27 Bekijk de afbeelding. ©VAN IN Waarom dragen deze mensen een bijzondere bril?

Hoe worden je ogen beschermd bij blootstelling aan een grote lichthoeveelheid?
1 Onderzoeksvraag Hoe voorkomt het oog dat er te veel licht binnenkomt? 2 Hypothese Noteer een hypothese. 3 Benodigdheden aluminiumfolie mat plakband (bv. Scotch tape) naald sterke lichtbron (bv. lamp of smartphone) 4 Werkwijze 1 Prik met een naald een zo klein mogelijke opening in de aluminiumfolie. 2 Kleef een stukje plakband over het gaatje. 3 Kijk nu doorheen het gaatje naar een sterke lichtbron. 4 Terwijl je door het gaatje blijft kijken naar de lichtbron, wijzig je de afstand tot de lichtbron. 5 Waarnemingen a Wat zie je als je door het gaatje naar de lichtbron kijkt? b Wat gebeurt er bij het verwijderen van de lichtbron? c Wat gebeurt er bij het naderen van de lichtbron? 6 Verwerking ©VAN IN De schijf die je ziet is niet het gaatje in de aluminiumfolie, maar de aflijning van jouw pupil die op het netvlies wordt geprojecteerd. Dat kun je controleren door de aluminiumfolie te draaien terwijl je door het gaatje kijkt. De vorm van het gaatje blijft onveranderd.
a Waarom wordt je pupil groter bij het verwijderen van de lichtbron?
b Waarom wordt de pupil kleiner bij het naderen van de lichtbron?

7 Besluit De pupil regelt de lichtinval van het oog. De diameter van de pupil wijzigt naargelang de aanwezige lichthoeveelheid. 8 Reflectie a De uitvoering van de proef verliep vlot / niet vlot (schrap wat niet past), omdat: b Vergelijk je hypothese met je besluit. In donkere ruimtes kun je met een fototoestel gebruikmaken van een flits om het onderwerp extra te belichten. Door de flits kunnen rode ogen op de foto verschijnen. Dat komt omdat de irissen door de plotse lichthoeveelheid te traag samentrekken. Zo wordt het sterk doorbloede vaatvlies achter in het oog zichtbaar. WEETJE OPDRACHT 29 Vervolledig de afbeeldingen. 1 Teken links een pupil van een oog dat zich in een donkere omgeving bevindt. 2 Teken rechts een pupil van een oog in een goed verlichte omgeving. ©VAN IN
Afb. 34
straalspieren invallend licht pupil iris
Als de hoeveelheid binnenvallend licht afneemt, worden de straalspieren korter en trekken ze de pupilopening open.

Als de hoeveelheid invallend licht toeneemt, trekken de kringspieren samen en wordt de pupilopening kleiner. kringspieren Uit onderzoek blijkt dat mensen met grote pupillen aantrekkelijker worden gevonden. Daar werd al in de oudheid op ingespeeld: atropine, een zeer giftige stof uit het sap van de plant belladonna (wat ‘mooie vrouw’ betekent), werd door jonge meisjes in de ogen gedruppeld om de pupillen te vergroten en er aantrekkelijker uit te zien. Nog steeds gebruiken oogartsen atropine om het netvlies in je oog grondig te bestuderen. WEETJE De diameter van de pupil wordt geregeld door spieren in de iris. Die spieren liggen rond de pupil in twee groepen: • Kringspieren liggen concentrisch (of in kringen) rond de pupil. Kringspieren trekken samen om de binnenkant van je oog te beschermen tegen te veel licht. Ze zorgen ervoor dat de diameter van de pupil kleiner wordt. • Straalspieren liggen straalsgewijs of radiaal. Straalspieren trekken samen om bij lagere lichtintensiteiten toch voldoende licht in je oog te laten vallen, zodat je voorwerpen goed kunt waarnemen. Door de straalspieren wordt de diameter van de pupil groter. De aanpassing van de pupildiameter gebeurt spontaan, als een reactie op de lichtintensiteit. We noemen die reactie de pupilreflex. Afb. 35 ©VAN IN