4 minute read

3.7 Waar liggen de fotoreceptoren en hoe zijn ze opgebouwd?

A Algemene situering fotoreceptoren

Het netvlies is opgebouwd uit meerdere lagen, elk met een andere functie. Van buiten naar binnen onderscheidt men vier lagen. 4321 Afb. 45 Lagen in het netvlies 1 De buitenste laag is een pigmentlaag, die donkere korrels bevat. Die pigmenten absorberen al het licht dat in het oog valt, zodat het niet in de oogbal weerkaatst en verstrooid wordt. 2 Meer naar binnen toe ligt een laag die de lichtgevoelige cellen of de fotoreceptoren bevat. Die cellen vangen licht op en zetten het om naar een elektrisch signaal. Er zijn staafjes en kegeltjes. 3 Op de laag met fotoreceptoren meer naar het binnenste van het oog toe, ligt een laag met bipolaire cellen. Dat zijn cellen die de lichtgevoelige cellen verbinden met de zenuwcellen van de vierde laag. Ze vormen de schakels tussen fotoreceptoren en het zenuwstelsel. 4 In de vierde laag, nog meer naar binnen toe in het oog, liggen zenuwcellen of ganglioncellen, met lange uitlopers die samenkomen en zich verenigen tot de oogzenuw. Die zenuw doorboort het netvlies en loopt naar buiten, achter in het oog. Aan het andere uiteinde is de oogzenuw verbonden met de hersenen. Op afbeelding 45 kun je zien dat de laag met ganglioncellen aan de binnenkant van het netvlies ligt. De pigmentlaag ligt tegen het vaatvlies. De verschillende lagen van het netvlies werken samen om het lichtsignaal op te vangen. ©VAN IN

ganglioncellen

kegeltjes staafjes bipolaire cellen pigmentlaag OPDRACHT 35 Bestudeer de vier lagen in het netvlies en beantwoord de vragen. 1 Welke laag ligt het dichtst bij de lens? 2 Welke laag ligt het verst verwijderd van de lens? 3 In welke laag komt het licht eerst terecht? 4 In welke laag wordt het licht geabsorbeerd? 5 In welke laag wordt het licht opgevangen door de fotoreceptoren? 6 Vanuit welke laag wordt de oogzenuw gevormd? 7 Als je de inval van het licht op het netvlies bestudeert, wat kun je dan besluiten over de ligging van de verschillende lagen van het netvlies? Afb. 46 ©VAN IN

B Bouw en ligging van de soorten fotoreceptoren

De staafjes en de kegeltjes verschillen in vorm en in werking. De naam van deze cellen hangt samen met de vorm: de staafjes zijn langwerpig, de kegeltjes hebben een spitse vorm.

Afb. 47 Staafjes zijn langwerpig, kegeltjes zijn spits.

kern richting van het licht kegeltje staafje Afb. 48 Microscopisch beeld van de staafjes en kegeltjes OPDRACHT 36 ONDERZOEK Kunnen de fotoreceptoren in het netvlies de lichtprikkels overal even goed opvangen? 1 Onderzoeksvraag Vormt het oog een volledig beeld van de omgeving? 2 Hypothese Noteer een hypothese. 3 Benodigdheden 4 Werkwijze 1 Bekijk figuur 1. 2 Sluit je linkeroog. 3 Kijk met je rechteroog naar het plusteken. 4 Breng je hoofd langzaam dichterbij. 5 Wat gebeurt er op een bepaald ogenblik met het bolletje? 6 Herneem de proef met figuur 2, 3 en 4. ©VAN IN

Fig. 1

Fig. 2 Fig. 3 Fig. 4 5 Waarnemingen a Wat gebeurt er bij figuur 1 op een bepaald ogenblik met het bolletje? b Wat neem je waar bij de andere figuren? 6 Verwerking In het oog is er een plaats waar de oogzenuw het netvlies doorboort. Op die plaats zijn er geen fotoreceptoren aanwezig. Het beeld dat daarop valt, zien we niet. We noemen die plek de blinde vlek. De hersenen vullen het beeld echter aan op basis van eerdere ervaringen of informatie uit de omgeving. 7 Besluit 8 Reflectie a De uitvoering van de proef verliep vlot / niet vlot (schrap wat niet past), omdat: ©VAN IN b Vergelijk je hypothese met je besluit.

De verspreiding van de twee soorten cellen is niet gelijk verdeeld over het netvlies. • In de gele vlek komen enkel kegeltjes voor. Het is de plaats op het netvlies waarmee je het scherpst kunt zien. Dat is omdat de dichtheid van fotoreceptoren er het grootst is: daar zitten het grootste aantal kegeltjes per oppervlakte-eenheid. De gele vlek ligt centraal in het netvlies, net in het verlengde van de horizontale as van de ooglens, de optische as. • In de blinde vlek liggen er geen staafjes en geen kegeltjes. Licht dat op die plaats van het netvlies invalt, wordt dus niet door de lichtgevoelige cellen geabsorbeerd. • In de overige delen van het netvlies is de verspreiding van de kegeltjes vooral beperkt tot het centrum van het netvlies. Verder van dat centrum komen vooral staafjes voor. blinde vlek gele vlek kegeltje staafje

Afb. 49 Netvlies van het linkeroog

Het netvlies bevat twee soorten fotoreceptoren, de staafjes en de kegeltjes. • Staafjes zijn langwerpig van vorm. De staafjes liggen vooral aan de rand van het netvlies. • De kegeltjes hebben een spitse vorm. In de gele vlek, centraal op het netvlies, komen uitsluitend kegeltjes voor. Met dat deel van het netvlies kun je het beste zien. De blinde vlek is een plaats op het netvlies waar er geen staafjes en geen kegeltjes liggen. Het beeld dat daarop valt, zien we niet. ` Maak oefening 33 op p. 117.

Afb. 50 In het centrum zie je kleuren, daar rondom zie je grijstinten. ©VAN IN 80 tHema 01 HoofDstuk 3

This article is from: