
4 minute read
3.3 Welke structuren liggen in het oog?
Verklaar.
Als je moet huilen, snottert je neus.
Rond het oog liggen een aantal beschermende structuren. • De oogbol ligt in een stevige oogkas en is omringd door vetweefsel, dat eventuele schokken opvangt. • Het bindvlies beschermt het oog en produceert een slijmerige vloeistof die het oog vochtig houdt. • Talgklieren rond het oog scheiden stoffen af die infecties voorkomen. • Spieren helpen om de ogen te bewegen en de oogleden te openen en te sluiten. ` Maak oefening 24 en 25 op p. 114-115. 3.3 Welke structuren liggen in het oog? Je hebt nu bestudeerd hoe het oog zich binnen de oogkas situeert en welke structuren het oog omgeven. Om te begrijpen hoe het oog licht opvangt, kun je het ontleden om het aan de binnenkant te bekijken. Daarvoor kan een dissectie van het oog uitgevoerd worden: het oog wordt uit elkaar gehaald of ontleed. OPDRACHT 25 Bestudeer de dissectie aan de hand van de ontdekplaat. Je kunt de dissectie ook via het filmpje bekijken. BEKIJK BEKIJK DE ©VAN IN
ONTDEKPLAAT DE VIDEO
Een oog is bijna bolvormig. Het oogwit of het harde oogvlies (sclera) vormt de buitenste, stevige begrenzing van het oog (1). Dat loopt helemaal rond het oog.
Aan de voorzijde van het oog gaat het harde oogvlies over in het hoornvlies of de cornea (2). Dat is helder en doorschijnend. Het is erg dik en taai omdat het uit meerdere lagen bestaat. Daardoor is het hoornvlies extra stevig en wordt het binnenste van het oog goed beschermd.
1 harde oogvlies
2 hoornvlies
In de ruimte achter het hoornvlies, de oogkamer (3), bevindt zich een waterige vloeistof. Die vloeistof levert voedingsstoffen aan het hoornvlies. De iris of het regenboogvlies (4) is het gekleurde deel van het oog en ligt achter het hoornvlies. Afhankelijk van de hoeveelheid pigment is de iris donker of lichter gekleurd. Bij weinig pigment is de iris blauw of grijs. In het midden van de iris bevindt zich een opening waarlangs het licht het oog binnendringt. Dat is de pupil (5), je ziet die als een zwarte ronde vlek. De iris verdeelt de oogkamer in twee delen: de voorste oogkamer en de achterste oogkamer. Aan de zijkanten loopt de iris door in het vaatvlies of choroïdea (6), dat tegen de binnenkant van het harde oogvlies ligt. Het is sterk doorbloed en zorgt voor aan- en afvoer van allerlei stoffen. Achter de iris zit een bolle ooglens (7). De lens zorgt voor de vorming van een beeld in het oog. 3D
Afb. 31
3oogkamer 4iris 7ooglens 6vaatvlies 5pupil 2hoornvlies 11oogzenuw 10netvlies 6vaatvlies 9glasachtig lichaam
1harde oogvlies©VAN IN 12blinde vlek
8oogholte
13bloedvaten
Afb. 32
Het deel achter de lens is de oogholte (8). Daarin zit een heldere, gelatineuze vloeistof. Dat is het glasvocht of glasachtig lichaam (9). Het reguleert de druk in de oogbol zodat het netvlies strak blijft en het oog zijn vorm behoudt. Daardoor kan het gemakkelijk in de oogkas bewegen.
Op het vaatvlies, tegen het glasachtig lichaam, ligt het netvlies of de retina (10). Licht dat door de lens valt, komt op het netvlies terecht. Hier wordt het beeld gevormd. De lichtgevoelige cellen van het netvlies reageren op het invallend licht. Het zijn de fotoreceptoren: zij vangen de lichtprikkels op en geven een signaal door naar naburige zenuwcellen.
Uitlopers van die zenuwcellen vormen samen de oogzenuw (11). Langs die zenuw worden de opgewekte signalen naar de hersenen vervoerd.

Op de plaats waar de oogzenuw naar buiten treedt kunnen geen lichtreceptoren zitten. Het oog vangt daar dus geen licht op. Dit is de blinde vlek (12). Het netvlies bevat naast receptoren ook bloedvaten (13) die de verschillende cellen van voedingsstoffen voorzien. De bloedvaten komen het netvlies binnen ter hoogte van de blinde vlek.
In de iris kunnen korrels van het donkerbruin pigment melanine voorkomen. Die pigmenten absorberen het licht dat op de iris valt. Hoe meer pigmenten, hoe meer licht er geabsorbeerd wordt en hoe donkerder de kleur van de iris. De iris van mensen met zeer veel pigmenten krijgt een bruin tot bijna zwarte kleur. In groene irissen zitten minder pigmenten. Slechts een deel van het licht dat op de iris valt wordt door de pigmenten geabsorbeerd, vooral het blauwe licht wordt teruggekaatst. Door de combinatie van bruin (door de pigmenten) en blauw (door de terugkaatsing van licht) zien wij de iris groen. Mensen met blauwe ogen hebben geen pigmentkorrels. Al het licht dat in het oog invalt wordt verspreid, waardoor een blauwe kleur ontstaat.
WEETJE ©VAN IN
Lees de onderstaande beschrijvingen van de structuren van het oog.
1 Vul de benaming in bij de juiste omschrijving.
1 Zorgt voor de juiste druk in het oog. 2 Voorziet het hoornvlies van voedingsstoffen. 3 Opening waarlangs het licht in het oog binnendringt. 4 Produceert vocht dat het oog beschermt tegen infecties. 5 Bevat veel bloedvaten en zorgt voor aan- en afvoer van stoffen. 6 Vervoert informatie vanuit het oog naar de hersenen. 7 Zorgt voor de beeldvorming. 8 Bevat lichtgevoelige receptoren. 9 Hard omhulsel dat het oog goed beschermt. 2 Noteer de nummers uit de tabel bij de overeenkomstige structuur op de afbeelding. Afb. 33 ©VAN IN