3 minute read

3.2 Welke structuren liggen rond het oog?

3 In het duister zie je een zwarte boom.

Wit licht is opgebouwd uit meerdere golflengtes. Elke golflengte heeft een bepaalde kleur. Voorwerpen krijgen de kleur van de golflengte die ze niet absorberen. Enkel golflengtes die weerkaatst worden, kunnen namelijk door onze ogen worden opgevangen. Daardoor zie je een voorwerp in een bepaalde kleur. ` Maak oefening 21 en 22 op p. 113. 3.2 Welke structuren liggen rond het oog? OPDRACHT 22 Bekijk bij je buur de ligging van het oog en de structuren die je er rondom ziet liggen. 1 Duid op de afbeelding de volgende onderdelen aan. oogleden – traanpunt – wimpers Afb. 25 2 Welke functie hebben de onderdelen in de tabel? Vul aan. Onderdelen Functie ©VAN IN

oogleden

traanpunt

wimpers

A Oogleden en wimpers

De oogleden zijn huidplooien boven en onder de ogen. Aan de binnenste (mediale) en aan de buitenste (laterale) ooghoek komen de oogleden samen. Door met je oogleden te knipperen, blijven de ogen vochtig en worden ze beschermd tegen licht, stof en verontreiniging.

Op de randen van de oogleden staan wimpers ingeplant. Wimpers voorkomen dat deeltjes zoals stof of insecten tegen het oogoppervlak belanden. traanklieren traankanaaltje traanbuisje traanpunten traanzakje wimpers ooglid traanbuisje neusholte

ooglid Afb. 26 Het traanapparaat Boven de bovenste buitenhoek van het oog liggen de traanklieren. Traanklieren produceren traanvocht. Dat is een zoute vloeistof die het oog vochtig houdt en de wrijving van de oogleden vermindert. Traanvocht bevat bovendien een stof die bacteriën doodt. Op die manier is het oog bijkomend beschermd tegen infecties. Traanvocht voert eventuele onzuiverheden af via de traanpunten. Dat zijn twee kleine gaatjes in de zachte massa in de binnenhoek van het oog. De traanpunten zijn de openingen van de traanzakjes, die de tranen verder geleiden naar traanbuisjes die in de neusholte uitmonden. Samen vormen ze Bij verschillende dieren, zoals reptielen en vogels, komt er een derde ooglid of knipvlies voor. Dat knipvlies beweegt horizontaal over de oogbol. Bij mensen is een overblijfsel van dat vlies zichtbaar als een paars, doorschijnend vliesje in de ooghoeken. WEETJE b Traanpunt ©VAN IN het traanapparaat.

Buiten het traanapparaat zitten er ook klieren in de zachte massa van de binnenooghoek. Ze scheiden dikke, olieachtige slijmen af, vooral tijdens de slaap.

Je oog is aan de buitenkant omgeven door verschillende waarneembare onderdelen: • Oogleden maken je oog schoon en verspreiden het traanvocht. • Wimpers bieden extra hulp tegen verontreiniging. • Traanvocht beschermt het oog tegen uitdrogen en infecties en voert eventuele verontreinigingen af naar de neusholte via traanpunten, traanzakjes en traanbuisjes aan de binnenzijde van het oog. • Tegen de neus bevindt zich een zachte massa met klieren die een olieachtige vloeistof afscheiden om de ogen te beschermen. ` Maak oefening 23 op p. 114. hoornvlies bindvlies ooglid oogspieren oogspieren oogkas traanklier vetweefsel wimpers Afb. 27 c Vetweefsel Rond de oogbol ligt vetweefsel. Dat vetweefsel houdt het oog op zijn plaats en beschermt het tegen schokken en stoten. d Bindvlies Je ogen zijn belangrijke maar kwetsbare organen. Ze liggen daarom stevig in je oogkassen en worden ter bescherming door meerdere bijbehorende structuren omgeven. Op afbeelding 27 zie je die omgevende structuren.©VAN IN Zowel de binnenkant van de oogleden als het witte gedeelte van het oog is bedekt met bindvlies. Dat bindvlies vormt een stevige schil rond het oog en produceert slijmerig vocht om het oog te beschermen. Het traanvocht voorziet het bindvlies van voedingsstoffen en zuurstofgas. Als het bindvlies ontstoken is, kleurt het oogwit rood.

e Talgklieren

Aan de rand van de oogleden, tussen de inplantingen van de wimpers, zitten grote talgklieren. Ze geven een vetrijke stof af als bescherming van de huid. Dat voorkomt dat de oogleden aan elkaar kleven. Soms verstopt zo’n klier en kan de talg er niet meer uit. Er ontstaat dan een bultje. bovenste schuine oogspier onderste schuine oogspier onderste rechte oogspier bovenste rechte oogspier ooglidopheffer oogkas buitenste rechte oogspier binnenste rechte oogspier Afb. 29 OPDRACHT 23 Verken de ontdekplaat. Bestudeer de onderdelen rond het oog en hun functies verder in detail. f Spieren Het oog is omgeven door spieren met meerdere functies: • een ooglidopheffer voor het openen van het bovenste ooglid. Het onderste ooglid valt open onder invloed van de zwaartekracht. Er is dus geen spier nodig om het onderste ooglid naar beneden te halen; • zes oogspieren zijn verbonden met het oog om het in de oogkas naar alle kanten te kunnen bewegen: —vier rechte spieren om het oog omhoog, omlaag, naar links en naar rechts te draaien; —twee schuine spieren om schuin naar boven en naar beneden te kijken. Afb. 30 Ontstoken talgklier ©VAN IN

BEKIJK DE ONTDEKPLAAT

This article is from: