Muziek centrum DeBijloke 12
De werken in het Muziekcentrum zijn nog volop aan de gang als we Geert Riem op de Bijlokesite treffen. Hij steekt zijn enthousiasme niet onder stoelen of banken. “De nieuwe zaal wordt een schitterende concertplek. Als bouwheer en gebruiker van deze locatie was het belangrijk om scherpe afwegingen te maken. Wat wilden we met onze zaal aanvangen? Wat wilden we hier brengen? Onze uiteindelijke keuze als Muziekcentrum lag voor de hand: concerten geven in de best mogelijke zaal. Die focus heeft het ontwerp mee vorm gegeven.”
21e-eeuwse zaal in 13e-eeuws kader Het blijft ook voor Geert Riem uniek om een concert bij te wonen in een 13e-eeuwse historische ruimte, onder een drielobbige eiken dakconstructie. “Dat aspect”, zo benadrukt hij, “zullen we in de toekomst zeker meenemen in ons verhaal. De nieuwe concertzaal is opgevat als een aparte
constructie, los van het historische gebouw. Het was een belangrijke voorwaarde van Monumentenzorg: niks verankeren in de muren of in het dakgebinte. ‘Omkeer baarheid’ was hierbij het sleutelwoord, de mogelijkheid om een ingreep op een soepele manier ongedaan te maken. Dat geldt ook voor de nieuwe zaal die te beschouwen is als een groot houten meubel, bestaande uit vooraf in elkaar gezette modules. De keuze voor hout (gerookte eik) kwam er op vraag van de akoestisch ingenieurs. Visueel oogt alles bijzonder mooi en passend binnen het 13e-eeuwse architecturale kader.”
Visuele en akoestische uitdaging Het ontwerp van het Londense bureau DRDH Architects vertrekt vanuit een op muziek toegespitst akoestisch concept. Drie uitdagingen dienden zich aan: de langgerekte vorm van de zaal, de grote akoestische absorptie van het dakgebinte,
en het beperkte volume. Geert Riem is opgezet met de creatieve oplossingen. “Het gedeeltelijk naar het midden positioneren van het podium beperkt de afstand tussen de achterste toeschouwers en de uitvoerders tot ca. 32 meter. Om zo veel mogelijk zitplaatsen te behouden, zullen we het publiek ook op de koorbanken achter het podium laten plaatsnemen. Er is ruimte voor 98 zangers, maar die zullen die plek alleen innemen bij composities die een groot orkest én koor vereisen. In de zaal zullen op de paraboolhelling – langzaam stijgend in het begin en iets sneller naar het einde – 683 concertgangers een plaats krijgen. Ook over de akoestiek is natuurlijk goed nagedacht. De basis lag bij het uitdiepen van de zaal met anderhalve meter. Dat heeft voor een voldoende groot volume gezorgd, resulterend in een optimale nagalmtijd. Daarna hebben de ontwerpers allerlei manieren bedacht om de klank met architecturale en bouwkundige elementen te sturen. Een lambrisering van 2,50 m langsheen de historische muren bijvoorbeeld, die verhindert